18.10.2014 Views

Subsidieaanvraag transitieproject 'Analyse van zorgbehoefte' - Umcg

Subsidieaanvraag transitieproject 'Analyse van zorgbehoefte' - Umcg

Subsidieaanvraag transitieproject 'Analyse van zorgbehoefte' - Umcg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

Algemene gegevens / General Information<br />

DEFINITIEF<br />

Programma / Programme<br />

Nationaal Programma Ouderenzorg<br />

Subsidieronde / Subsidy round<br />

1e ronde NPO transitie-experimenten<br />

Projecttitel / Project title<br />

Analyse <strong>van</strong> zorgbehoefte en organiseren <strong>van</strong> zorg en ondersteuning <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> de<br />

oudere<br />

Projecttaal / Project language<br />

Nederlands / Dutch<br />

Geplande startdatum / Planned start date<br />

01-05-2009<br />

Geplande duur in maanden / Planned duration in months<br />

36 maanden / months<br />

Is dit project een vervolg op een eerder project gehonoreerd door ZonMw? / Is this project a<br />

continuation of a project that has been previously funded bij ZonMw?<br />

Nee / No<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 1


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Aanvrager / Applicant<br />

Prof. dr. J.P.J. Slaets<br />

Functie / Position: | Opleiding / Education:<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 050-3612943 | F: | E: j.p.j.slaets@int.azg.nl<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen<br />

Inwendige Geneeskunde<br />

Postbus 30001<br />

9700 RB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

Projectleden / Project members<br />

E. Buskens (Projectleider en penvoerder)<br />

Functie / Position: Hoogleraar MTA / klinische epidemiologie | Opleiding / Education:<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 050 3610738 | F: | E:<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen<br />

Epidemiologie<br />

Postbus 30001<br />

9700 RB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

J.F.M. Aartsen (Bestuurlijk verantwoordelijke)<br />

Functie / Position: Lid Raad <strong>van</strong> Bestuur UMCG | Opleiding / Education:<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 050 3616161 | F: | E:<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen<br />

Postbus 30001<br />

9700 RB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

J. Bos (Projectcommissielid)<br />

Functie / Position: ICT-adviseur | Opleiding / Education:<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 2


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 050-8506900 | F: | E:<br />

Bossers & Cnossen<br />

Wasaweg 3<br />

9723 JD GRONINGEN<br />

Nederland<br />

Dr. H Boter (Projectcommissielid)<br />

Functie / Position: Onderzoeker | Opleiding / Education:<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 050 3611808 | F: | E: h.boter@epi.umcg.nl<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen<br />

Epidemiologie<br />

Postbus 30001<br />

9700 RB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

J.H. Dekker (Projectcommissielid)<br />

Functie / Position: Huisarts Academische Huisartsenpraktijk | Opleiding / Education:<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 050 3615030 | F: | E:<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen<br />

Academische Huisartspraktijk Groningen<br />

Postbus 30001<br />

9700 RB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

Drs. T de Graas (Projectcommissielid)<br />

Functie / Position: Verpleeghuisarts | Opleiding / Education: WO<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 06 22482795 | F: 020 6683278 | E: tdegraas@evean.nl<br />

Evean Oostergouw<br />

Postbus 13<br />

1500 EA ZAANDAM<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 3


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Nederland<br />

F.J. Huijse (Projectcommissielid)<br />

Functie / Position: psychiater | Opleiding / Education:<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 050-3612943 | F: | E:<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen<br />

Interne Geneeskunde<br />

Postbus 30001<br />

9700 RB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

M.C. Kastermans (Uitvoerder)<br />

Functie / Position: onderzoeker | Opleiding / Education:<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 06-44820413 | F: | E: kastermans@kenkprojecten.nl<br />

KenK<br />

Postbus 5048<br />

9700 GA GRONINGEN<br />

Nederland<br />

J.P.J. Slaets (Hoofdaanvrager)<br />

Functie / Position: hoofd universitair centrum ouderengeneeskunde | Opleiding / Education:<br />

Studierichting / Subject:<br />

T: 050-361 29 43 | F: | E: j.p.j.slaets@int.umcg.nl<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen<br />

Universitair Centrum voor Ouderengeneeskunde<br />

Postbus 30001<br />

9700 RB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

A.V.M. <strong>van</strong> Etten (Projectcommissielid)<br />

Functie / Position: programmamanager | Opleiding / Education:<br />

Studierichting / Subject:<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 4


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

T: 050 - 361 2943 | F: | E: a.v.m.<strong>van</strong>.etten@sectorb.umcg.nl<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen<br />

Interne Geneeskunde<br />

Postbus 30001<br />

9700 RB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

Samenwerking / Collaboration<br />

Samenwerking tussen onderzoek en praktijk / Cooperation between research and practice: Ja / Yes<br />

Menzis Zorg en Inkomen<br />

Postbus 75000<br />

7500 KC ENSCHEDE<br />

Nederland<br />

Lentis<br />

Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Groningen Zuid<br />

Postbus 86<br />

9700 AB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

GGZ Drenthe<br />

Postbus 30007<br />

9400 RA ASSEN<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen<br />

Academische Huisartspraktijk Groningen<br />

Postbus 30001<br />

9700 RB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

SOOG<br />

Siersteenlaan 424<br />

9743 ES GRONINGEN<br />

Nederland<br />

Zorgbelang Groningen<br />

Postbus 2005<br />

9704 CA GRONINGEN<br />

Nederland<br />

Zorggroep Meander<br />

Postbus 76<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 5


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

9640 AB VEENDAM<br />

Nederland<br />

Evean Groep<br />

Assen<br />

Postbus 805<br />

9400 AV ASSEN<br />

Nederland<br />

Gemeente Groningen<br />

Postbus 20001<br />

9700 PB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

Zorg Innovatie Forum<br />

Paterswoldseweg 810<br />

9728 BM GRONINGEN<br />

Nederland<br />

Organisatie <strong>van</strong> Samenwerkende Ouderenbonden<br />

Hoendiep 95<br />

9718 TE GRONINGEN<br />

Nederland<br />

Humanitas<br />

Groningen<br />

Akerkhof 22<br />

9711 JB GRONINGEN<br />

Nederland<br />

NVVA, Beroepsvereniging <strong>van</strong> Verpleeghuisartsen en Sociaal Geriaters<br />

Postbus 20069<br />

3502 LB UTRECHT<br />

Nederland<br />

Hanzehogeschool Groningen<br />

Postbus 30030<br />

9700 RM GRONINGEN<br />

Nederland<br />

De Friesland Zorgverzekeraar<br />

Postbus 270<br />

8901 BB LEEUWARDEN<br />

Nederland<br />

Partoer CMO Fryslan<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 6


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Postbus 298<br />

8901 BB LEEUWARDEN<br />

Nederland<br />

GGZ Friesland<br />

Postbus 932<br />

8901 BS LEEUWARDEN<br />

Nederland<br />

Zorggroep Noorderbreedte<br />

Postbus 888<br />

8901 BR LEEUWARDEN<br />

Nederland<br />

Vilans<br />

Postbus 8228<br />

3503 RE UTRECHT<br />

Thuiszorg Groningen<br />

Postbus 11008<br />

9700 CA Groningen<br />

Nederland<br />

DHV Groningen<br />

Damsterdiep 191 D<br />

9713 EC GRONINGEN<br />

Nederland<br />

MJD<br />

Centraal Bureau<br />

Herman Colleniusstraat 18<br />

9718 KT GRONINGEN<br />

Nederland<br />

SBO Drenthe<br />

Hoofdvaartsweg 136<br />

9406 XD ASSEN<br />

Nederland<br />

Zorgcombinatie Noorderboog<br />

Postbus 502<br />

7940 AM MEPPEL<br />

Nederland<br />

Zorggroep Middenveld Drenthe<br />

Postbus 145<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 7


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

7900 AC HOOGEVEEN<br />

Nederland<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 8


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

Projectgegevens / Project information<br />

DEFINITIEF<br />

Datum indienen (via ProjectNet) / Date of application<br />

17-02-2009 09:18<br />

Projecttype / Project type<br />

Anders<br />

Samenvatting / Summary<br />

In Nederland zal het aantal 65+ers <strong>van</strong> 2.4 miljoen in 2007 toenemen tot 3.9 miljoen in 2050. In de<br />

Noordelijke Regio is het percentage ouderen hoger dan gemiddeld in Nederland. Veel <strong>van</strong> deze ouderen<br />

ervaren verschillende combinaties <strong>van</strong> problemen zoals psychosociale en medische problemen. Deze<br />

zogenaamde kwetsbare ouderen hebben een verhoogd risico op een slechtere gezondheidsuitkomst,<br />

bijvoorbeeld een verminderd welbevinden. Vanwege hun heterogeniteit is de zorg voor deze kwetsbare<br />

ouderen vaak complex. In plaats <strong>van</strong> het centraal stellen <strong>van</strong> ziekte, is de focus binnen de Noordelijke<br />

Regio juist gericht op het bevorderen <strong>van</strong> welbevinden <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> de oudere zelf. Om<br />

een slechte gezondheidsuitkomst te voorkomen en te kunnen vaststellen welke zorg hiervoor<br />

noodzakelijk is zal een reeds ontwikkeld triage-instrument worden gebruikt om vroegtijdig te kunnen<br />

beoordelen of ouderen kwetsbaar zijn (of hierop een verhoogd risico hebben) en of ze onvervulde<br />

zorgbehoeften hebben of andere problemen. Ook wordt het welbevinden gemeten. Het instrument<br />

bestaat uit de volgende vragenlijsten die de ouderen zelf kunnen invullen: (1) de Groninger Frailty<br />

Indicator (GFI) – dat kwetsbaarheid meet, (2) de INTERMED lijst cliënt versie - dat complexiteit <strong>van</strong> de<br />

(zorg)situatie meet (waaronder biologische, psychologische en sociale problemen en zorgbehoeften) en<br />

(3) de Welbevinden lijst.<br />

In dit transitie experiment zal het triage-instrument worden toegepast bij 2000 ouderen (65+) in<br />

zogenaamde werkplaatsen in zowel de eerste als de tweede lijn en welzijnsinstellingen buiten de<br />

gezondheidszorg, zoals WMO loketten (500 thuiswonende ouderen met/zonder thuiszorg; 500 ouderen<br />

in een verpleeghuis; 500 ouderen in een verzorgingshuis; en 500 in het ziekenhuis opgenomen<br />

ouderen). De gegevens <strong>van</strong> deze ouderen uit de regio Noord zullen worden opgeslagen met die <strong>van</strong> de<br />

Minimale Dataset. De invoer vindt plaats via een internet applicatie waarbij de oudere de vragen<br />

beantwoordt op het internet en daarbij zonodig geassisteerd wordt.<br />

Deze applicatie voorziet de zorgverlener met een overzicht <strong>van</strong> de (mogelijke) problemen en onvervulde<br />

zorgbehoeften. Zodra de 2000 ouderen de vragen hebben beantwoord, zullen de gegevens verder<br />

worden bewerkt en gemodelleerd tot ouderenprofielen. Het ontwikkelen <strong>van</strong> ouderenprofielen op basis<br />

<strong>van</strong> de vragenlijsten zal gebeuren met behulp <strong>van</strong> eenvoudige algoritmen, uiteraard aangevuld met de<br />

(professionele) interpretatie. Deze profielen vormen het uitgangspunt voor de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

zorgpaden door panels bestaande uit de ouderen zelf, mantelzorgers, vertegenwoordigers <strong>van</strong><br />

gemeenten (waaronder WMO loketten), zorgverleners, enz. Veel ouderen zullen zelfstandig wonen en<br />

laag scoren op kwetsbaarheid en zorgcomplexiteit. Om bij deze ouderen de situatie te bestendigen<br />

kunnen preventieve zorgpaden ontwikkeld worden, bijvoorbeeld in het kader <strong>van</strong> de WMO. Aan het<br />

andere uiterste <strong>van</strong> het spectrum zijn er ouderen die wel kwetsbaar zijn en behoefte hebben aan veel<br />

zorg. Hier zullen de zorgpaden toegesneden zijn op het verbeteren <strong>van</strong> welbevinden en daar waar<br />

mogelijk herstel. Bijvoorbeeld, door het realiseren <strong>van</strong> thuiszorg en gerichte revalidatieprogramma’s<br />

en/of dagbehandeling.<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 9


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Deze ouderenprofielen en zorgpaden zullen aan de internet applicatie worden toegevoegd om de<br />

hulpverlener en oudere te ondersteunen bij de selectie <strong>van</strong> kandidaat zorgpaden die logisch volgen uit<br />

de door de oudere gesignaleerde problemen en behoeften. Om vraaggerichte zorg te kunnen verlenen<br />

worden de door de internet applicatie geselecteerde kandidaat zorgpaden besproken met de oudere en<br />

zullen de oudere en de zorgverlener dat zorgpad kiezen dat het meest aansluit bij de behoeften <strong>van</strong> de<br />

oudere en diens situatie.<br />

Aan het einde <strong>van</strong> het project hebben we vastgesteld of deze procedure succesvol is om de door de<br />

oudere geuite (mogelijke) problemen en behoeften vast te stellen en de juiste kandidaat zorgpaden te<br />

selecteren die aansluiten bij de behoeften <strong>van</strong> de oudere en zijn/haar profiel. In afzonderlijke onderzoeken<br />

implementatieprojecten zullen deze vernieuwingen worden geëvalueerd en regionaal/landelijk<br />

verspreid.<br />

Trefwoorden / Keywords<br />

ouderenzorg, triage-instrument, kwetsbaarheid, complexiteit <strong>van</strong> de (zorg)situatie, welbevinden,<br />

ouderenprofielen, zorgpaden, self assessment<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 10


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

Inhoud / Content<br />

DEFINITIEF<br />

Probleemstelling / Problem definition<br />

Veel ouderen ervaren (gezondheids)problemen, bijvoorbeeld geheugenverlies, dementie, verminderde<br />

visus of gehoor, mobiliteitsproblemen en incontinentie (de zogenaamde ‘geriatric giants’). Ook komt<br />

sociaal isolement veel voor. Van de ouderen tussen 65-75 jaar heeft 2/3 minstens twee chronische<br />

aandoeningen en bij 85+ers is dit toegenomen tot 85%.(Gezondheidsraad, 2008) Deze aandoeningen<br />

komen vaak niet afzonderlijk maar in combinaties voor en ze beïnvloeden elkaar; veel aandoeningen<br />

gaan samen met andere fysieke en psychosociale problemen. Het gevolg <strong>van</strong> de afnemende<br />

lichamelijke en mentale vitaliteit kan zijn dat deze onder een bepaalde drempel komt en dat de oudere<br />

daarmee voldoet aan de criteria voor ‘kwetsbaarheid’. Kwetsbaarheid is een toestand <strong>van</strong> verhoogde<br />

kans op ongewenste gezondheidsuitkomsten.(Fried e.a., 2004) Er is echter veel discussie over de<br />

exacte criteria voor het vaststellen <strong>van</strong> kwetsbaarheid. Dit leidt tot een grote spreiding <strong>van</strong> de<br />

gerapporteerde prevalentie <strong>van</strong> kwetsbaarheid. Bijvoorbeeld, afhankelijk <strong>van</strong> de gebruikte criteria<br />

varieerde de prevalentie <strong>van</strong> kwetsbaarheid <strong>van</strong> 33-88% onder 125 ouderen die opgenomen waren op<br />

een afdeling geriatrie of ouderenpsychiatrie.(Van Iersel e.a., 2006) Desondanks is kwetsbaarheid<br />

onderkend als een generiek kenmerk dat onafhankelijk is <strong>van</strong> ziekte. De prognose <strong>van</strong> kwetsbare<br />

ouderen met een heupfractuur is bijvoorbeeld slechter dan deze fractuur in niet-kwetsbare ouderen. De<br />

kwetsbare oudere met multimorbiditeit heeft een specifieke zorgbehoefte. Het volstaat niet om<br />

simpelweg enkelvoudige behandelmodellen op te tellen.(Gezondheidsraad, 2008) Een belangrijk<br />

probleem is dat de huidige zorg hierop onvoldoende is ingericht en volgens enkelvoudige<br />

ziektemodellen voor iedere aandoening afzonderlijk andere zorgverleners betrokken zijn, vaak zelfs uit<br />

verschillende settings. Het resultaat is overlap of lacunes in de zorg en soms zelfs tegenstrijdige<br />

behandelingen. Deze situaties vragen om een geïntegreerde aanpak waarbij ouderen met<br />

multimorbiditeit beter afgestemde zorg krijgen en de expertise <strong>van</strong> de zorgverlener daadwerkelijk<br />

aansluit bij de prioriteiten <strong>van</strong> de ouderen.<br />

Door multimorbiditeit en verschillen in behoeften vormen ouderen een heterogene populatie die het<br />

uitgangspunt vormt voor onze aanpak. De heterogeniteit kan in een matrix worden gevat met<br />

kwetsbaarheid op de ene as en zorgcomplexiteit (bijvoorbeeld chronische ziekte) op de andere as. Dit<br />

leidt tot het onderkennen <strong>van</strong> verschillende ouderenprofielen (<strong>van</strong> niet-kwetsbare ouderen zonder<br />

complexe behoeften tot kwetsbare ouderen met complexe behoeften) die eenvoudig te begrijpen zijn en<br />

daarna in staat stellen zorgpaden te definiëren.(Slaets, 2006a) Bijvoorbeeld, niet-kwetsbare<br />

niet-complexe ouderen zouden in aanmerking kunnen komen voor een weinig intensief zorgpad, wellicht<br />

met WMO maatregelen, om kwetsbaarheid te voorkomen en welzijn te bevorderen/behouden.<br />

Daarentegen zouden kwetsbare ouderen met complexe behoeften baat kunnen hebben bij meer<br />

vraaggestuurde zorgpaden, bijvoorbeeld zorg ter verbetering <strong>van</strong> zelfmanagement. Volledig herstel <strong>van</strong><br />

een aandoening is vaak niet langer het doel, maar een geïntegreerde revalidatie strategie met thuiszorg<br />

kan de situatie, ook voor mantelzorgers, verbeteren.<br />

Tot slot, multimorbiditeit en verminderd functioneren verminderen het welbevinden. Het is <strong>van</strong> groot<br />

belang dit te onderkennen: in plaats <strong>van</strong> volledig herstel heeft welbevinden de hoogste prioriteit, ook<br />

<strong>van</strong>wege de beperkte fysieke reserves <strong>van</strong> de oudere. Samenvattend zijn kwetsbaarheid,<br />

zorgcomplexiteit en welbevinden de belangrijkste concepten die onderdeel uitmaken <strong>van</strong> dit transitie<br />

experiment dat verbetering <strong>van</strong> en vraaggerichte ouderenzorg beoogt.<br />

Om slechte gezondheidsuitkomsten te voorkomen en welbevinden te bevorderen moeten we bij ouderen<br />

eerst vaststellen of zij kwetsbaar zijn (of risico lopen hierop) en of zij complexe (zorg)behoeften hebben.<br />

Het meten <strong>van</strong> welbevinden is <strong>van</strong> belang om in te schatten of aanpassingen (WMO) of<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 11


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

gezondheidszorginterventies dit kunnen verbeteren. Hiertoe is onlangs een triage-instrument<br />

samengesteld dat bestaat uit drie delen die door de oudere zelf <strong>van</strong>uit hun eigen perspectief worden<br />

ingevuld: (1) de Groninger Frailty Indicator (GFI) - dat kwetsbaarheid meet, (2) de INTERMED lijst - dat<br />

complexiteit <strong>van</strong> de (zorg)situatie meet en (3) de Welbevinden lijst om acht dagelijkse ervaringen te<br />

meten. Zie de paragraaf ‘Plan <strong>van</strong> aanpak’ voor meer informatie over de lijsten. De GFI, de INTERMED<br />

en de Welbevinden lijst zijn in een pilotstudie toegepast en worden verder gevalideerd in een<br />

afzonderlijk NPO Regio Noord onderzoek ‘Het triage-instrument: (predictieve) validiteit <strong>van</strong> de Groninger<br />

Frailty Indicator, de INTERMED cliënt versie en de Welbevinden lijst (ZonMw 60-61900-98-218)’. Uit een<br />

pilotstudie blijkt dat het triage-instrument voldoet aan de verwachtingen en goed in staat is om ouderen<br />

in profielen in te delen (zie Bijlage transitie 0-6 maanden).<br />

Rele<strong>van</strong>tie / Rele<strong>van</strong>ce<br />

De volgende informatie laat zien dat veel ouderen baat kunnen hebben bij de resultaten <strong>van</strong> dit project.<br />

In Nederland zal het aantal 65+ers <strong>van</strong> 2.4 miljoen in 2007 (<strong>van</strong> wie 0.6 miljoen 80+ers) toenemen tot<br />

3.9 miljoen (1.5 miljoen 80+ers) in 2050. (http://www.rivm.nl/vtv/object_class/kom_vergrijzing.html, 9<br />

oktober 2008). Verder woonden in 2006 117.000 65+ers in een verzorgings- of verpleeghuis (5% <strong>van</strong> de<br />

ouderen). Van de 85+ers woonde 16% in een dergelijke setting.<br />

Welke gegevens hebben we over de Regio Noord? In 2007 was het percentage 65+ers hoger in alle<br />

afzonderlijke provincies <strong>van</strong> Regio Noord (ongeveer 14-16% in Groningen, Friesland, Overijssel en<br />

Drenthe) dan het gemiddelde in Nederland <strong>van</strong> 14%<br />

(http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o2200n40161.html;<br />

http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o6883n21018.html, 9 oktober 2008). Onder de ouderen die in<br />

2002 in de provincie Groningen woonden kon maar liefst eenderde <strong>van</strong> de 80+ers hooguit 50 meter<br />

lopen, had 84% <strong>van</strong> de 80+ers problemen met ADL, nam het percentage zelfstandig niet-alleen<br />

wonende ouderen af <strong>van</strong> 78% onder 65-74 jarigen tot 24% <strong>van</strong> de 85+ers en nam het percentage<br />

mannen dat hulpmiddelen in de badkamer gebruikte toe <strong>van</strong> 15% onder 65-74 jarigen tot 44% <strong>van</strong> de<br />

85+ers.<br />

http://gezondheid.groningen.nl/md/15/F_9_20Ouderen.pdf?PHPSESSID=d50a4c4c1220fe0dc650ab6fd06c0a52<br />

Deze globale gegevens schetsen het beeld <strong>van</strong> een toenemende zorgbehoefte. De feitelijke behoefte is<br />

echter veelal onbekend. Ook is onduidelijk welk deel <strong>van</strong> de bevolking “at risk” is om kwetsbaar te<br />

worden, en als daar<strong>van</strong> eenmaal sprake is welke risico’s op ongewenste uitkomsten dan feitelijk<br />

bestaan. Het is op dit moment dan ook onvoldoende bekend wat - en door welke professionals of<br />

instanties - zou moeten worden gedaan in termen <strong>van</strong> preventie en behandeling om behoud of<br />

verbetering <strong>van</strong> welbevinden te bewerkstelligen. Daarom wordt gestart met een vorm <strong>van</strong> screening op<br />

populatie niveau, om vervolgens multidisciplinaire zorgpaden te kunnen ontwikkelen en toe te passen.<br />

In enkele andere regio’s en zorginstellingen in Nederland en daarbuiten zijn instrumenten zoals de GFI<br />

en INTERMED gebruikt om het benodigde inzicht te krijgen in de heterogeniteit en complexiteit <strong>van</strong> de<br />

door de ouderen ervaren problemen en behoeften. Deze projecten werden helaas na enkele maanden<br />

of jaren afgesloten zonder dat de screening onderdeel is geworden <strong>van</strong> de standaardzorg.<br />

Het doel om binnen de Regio Noord ouderenzorg daadwerkelijk te verbeteren is niet nieuw: sinds twee<br />

jaren werken het UMC Groningen, de Evean Groep en Menzis samen om de ouderenzorg te verbeteren,<br />

waaronder het ontwikkelen <strong>van</strong> het triage-instrument, ouderenprofielen en zorgpaden. Het is onze<br />

bedoeling dit project voort te zetten binnen het NPO totdat wordt aangetoond dat gebruik <strong>van</strong> het<br />

triage-instrument, ouderenprofielen en zorgpaden de ouderenzorg daadwerkelijk verbetert voor zowel<br />

thuiswonende als in een instelling verblijvende ouderen.<br />

Door de volgende vier stappen te volgen leidt dit experiment tot een kwalitatief betere en meer efficiënte<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 12


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

ouderenzorg:<br />

(1) het triage-instrument op de internet applicatie stelt de door ouderen ervaren (mogelijke) problemen<br />

en (onvervulde) zorgbehoefte vast en leidt daar het juiste ouderen profiel en de juiste kandidaat<br />

zorgpaden uit af,<br />

(2) samen met de zorgverlener wordt uit de kandidaat zorgpaden door de oudere een geschikt zorgpad<br />

gekozen en de zorgverlener voert dit uit en evalueert de voortgang,<br />

(3) het resultaat op het triage-instrument ondersteunt ook de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe trainings- en<br />

opleidingsprogramma’s voor zorgverleners die, bijvoorbeeld, het gebruik <strong>van</strong> zorgpaden ondersteunen,<br />

(4) vervolgmetingen met het triage-instrument en de Minimale Dataset <strong>van</strong> het NPO faciliteren de<br />

evaluatie <strong>van</strong> de effectiviteit <strong>van</strong> de zorgpaden en ondersteunen de verbetering <strong>van</strong> de ter beschikking<br />

staande zorgpaden.<br />

Vervolgens kan weer begonnen worden bij stap 1 en zo verder: nieuwe rondes <strong>van</strong> inventarisatie en<br />

verbetering volgen elkaar op. Dit geldt ten aanzien <strong>van</strong> de veranderende situatie <strong>van</strong> de oudere die dus<br />

na verloop <strong>van</strong> tijd opnieuw moet worden vastgesteld, maar ook ten aanzien <strong>van</strong> de zorg en expertise<br />

die herhaaldelijk zal moeten worden geëvalueerd en verbeterd, onder andere op basis <strong>van</strong> vernieuwde<br />

zorgpaden met daarin verwerkt de nieuwe inzichten en technische mogelijkheden.<br />

Na succesvolle implementatie <strong>van</strong> het triage-instrument, de ouderenprofielen en zorgpaden in de Regio<br />

Noord, zullen we de implementatie in andere regio’s sterk ondersteunen.<br />

Kennisoverdracht, implementatie, bestendiging / Knowledge transfer, implementation,<br />

consolidation<br />

Als de resultaten <strong>van</strong> de evaluatie <strong>van</strong> dit project positief zijn, zullen de volgende procedures worden<br />

uitgevoerd ter ondersteuning <strong>van</strong> de implementatie <strong>van</strong> welbevinden- en vraaggestuurde ouderenzorg in<br />

de praktijk. Dit gebeurt zowel in welzijnsinstellingen als in de eerste en tweede lijn<br />

gezondheidszorginstellingen voor ouderen in de Regio Noord als daarbuiten. De focus zal liggen bij de<br />

ouderen zelf en de hulpverlener, bij de welzijns- en zorginstellingen waar de hulpverleners werken en bij<br />

de opleidingsprogramma’s.<br />

Dit praktijk experiment gaat over het toepassen <strong>van</strong> een bruikbaar triage-instrument dat wordt<br />

geïntegreerd in een internet applicatie. Deze systematische aanpak <strong>van</strong> inventarisatie, ondersteund<br />

door een applicatie, dat ouderenprofielen helpt identificeren en kandidaat zorgpaden voorstelt, zal<br />

zichzelf verkopen omdat:<br />

(1) de antwoorden <strong>van</strong> de ouderen op de items <strong>van</strong> het triage-instrument eenvoudig kunnen worden<br />

ingevoerd in een internet applicatie (dat in de toekomst gekoppeld kan worden aan bijvoorbeeld het<br />

elektronisch patiënten dossier) en kunnen worden gecommuniceerd tussen zorgverleners via het<br />

scherm. Ouderen en zorgverleners hebben een overzicht met daarin een beschrijving <strong>van</strong> de huidige<br />

situatie, inclusief ouderenprofielen, en de suggesties voor kandidaat zorgpaden. Dit vormt de basis voor<br />

daaropvolgende interventies.<br />

(2) het daadwerkelijk de ouderenzorg verbetert.<br />

(3) de verkregen inzichten zich laten vertalen in trainings- en onderwijsprogramma’s voor hulpverleners<br />

in de ouderenzorg.<br />

(4) het de kennis vermeerdert onder hulpverleners en daarmee de tevredenheid met het werk.<br />

Procedures:<br />

• Het project is een vervolg en uitbreiding op een langdurige samenwerking tussen het UMCG, de Evean<br />

Groep en Menzis ten behoeve <strong>van</strong> de verbetering <strong>van</strong> ouderenzorg in Regio Noord. Deze drie partijen<br />

hebben financieel bijgedragen door mogelijkheden te creëren om te starten met de ontwikkeling <strong>van</strong> het<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 13


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

triage-instrument. Zowel de Raad <strong>van</strong> Bestuur <strong>van</strong> de Evean Groep als die <strong>van</strong> Menzis hebben besloten<br />

om de kennis en inzichten op het gebied <strong>van</strong> kwetsbaarheid, complexiteit <strong>van</strong> de (zorg)situatie en<br />

welbevinden te implementeren binnen hun grote organisaties en het ontwikkelingsproces te vervolgen.<br />

• Het besluit <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> Bestuur <strong>van</strong> de Evean Groep en die <strong>van</strong> Menzis zal een sneeuwbaleffect<br />

hebben binnen andere zorginstellingen dat zal worden ondersteund met presentaties en demonstraties<br />

binnen de instellingen over het triage-instrument, de internet applicatie, de ouderenprofielen en de<br />

zorgpaden.<br />

• Ook andere zorginstellingen en zorgverleners hebben aangegeven dat de ouderenzorg<br />

gereorganiseerd moet worden rondom de leidende thema’s kwetsbaarheid, complexiteit <strong>van</strong> de<br />

(zorg)situatie en welbevinden (‘kwetsbaarheid, complexiteit en welbevinden gestuurde ouderenzorg’).<br />

• Het triage-instrument, de ouderenprofielen en de zorgpaden zullen breed beschikbaar zijn via een<br />

internet applicatie.<br />

• Rele<strong>van</strong>te organisaties <strong>van</strong> zorgverleners en ouderen zullen worden gevraagd de implementatie te<br />

ondersteunen, zoals het Nederlands Huisartsen Genootschap, organisaties <strong>van</strong> specialisten, het LEVV<br />

(Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging), beroepsverenigingen, DHVs etc.<br />

• De resultaten <strong>van</strong> dit project worden gepubliceerd in onze nieuwsbrief, op onze website en in<br />

(inter)nationale vak- en wetenschappelijke tijdschriften. De resultaten zullen ook worden gepresenteerd<br />

bij (inter)nationale congressen, symposia en werkconferenties voor bijvoorbeeld welzijnswerkers,<br />

gemeentes, zorgverleners, ouderen en mantelzorgers.<br />

• Het Netwerk <strong>van</strong> NPO Regio Noord zal worden geïnformeerd en worden betrokken gedurende de<br />

voortgang <strong>van</strong> het experiment via nieuwsbrieven, conferenties, website en via het ondersteunen <strong>van</strong><br />

nieuwe initiatieven ter verbetering <strong>van</strong> de ouderenzorg.<br />

• Studenten en zorgverleners zullen worden getraind in het gebruik <strong>van</strong> het triage-instrument, de internet<br />

applicatie en het toepassen <strong>van</strong> de profielen en zorgpaden via opleidingsprogramma’s die onderdeel<br />

uitmaken <strong>van</strong> het NPO Regio Noord transitie experiment ‘Competentiegericht interdisciplinair<br />

opleidingsmodel ouderenzorg’. Het opleidingsprogramma over dit instrument wordt ter beschikking<br />

gesteld aan alle rele<strong>van</strong>tie universiteiten en andere opleidingen in Nederland.<br />

• De deelname <strong>van</strong> 20-25 werkplaatsen waar het triage-instrument wordt gebruikt en waar de zorgpaden<br />

worden toegepast, geevalueerd en verbeterd vormt een belangrijke stap op de weg naar implementatie<br />

op andere plekken binnen de Regio Noord en daarbuiten.<br />

Veel andere instrumenten worden in de praktijk gebruikt. De implementatie <strong>van</strong> een nieuw<br />

triage-instrument kan daarom tegenwerking krijgen. Het is dan ook belangrijk aan te geven wat de<br />

bedoeling is <strong>van</strong> het nieuwe instrument en uit te leggen hoe het gebruikt kan worden in de praktijk,<br />

mogelijk in combinatie met andere instrumenten.<br />

Doelstelling / Objective<br />

De doelstelling is vraaggestuurde zorgpaden voor de ouderenzorg te ontwikkelen, gebaseerd op de<br />

integratie <strong>van</strong> de expertise <strong>van</strong> zorgverleners en de door ouderen ervaren problemen. Preventie <strong>van</strong><br />

zorgafhankelijkheid en bevordering <strong>van</strong> welbevinden en onafhankelijkheid, en op bij behoefte<br />

aansluitende zorg(paden) worden beoogd.<br />

(Sub-)doelstellingen:<br />

• Het identificeren <strong>van</strong> kwetsbaarheid, complexiteit en welbevinden <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> de oudere<br />

met een screeningsinstrument dat bruikbaar is in verschillende zorgsettings. Het kan worden gebruikt<br />

als een instrument dat dient om (mogelijke) problemen en onvervulde zorgbehoeften vast te stellen die<br />

aangepakt moeten worden via zorgpaden, en als een evaluatie-instrument om vast te stellen of de<br />

toegepaste zorgpaden succesvol zijn.<br />

• In het kader <strong>van</strong> preventie hebben we besloten de zorg te verbeteren voor zowel kwetsbare als nog<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 14


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

niet-kwetsbare ouderen.<br />

• Het ontwikkelen <strong>van</strong> ouderenprofielen die differentiëren naar gesignaleerde kwetsbaarheid,<br />

complexiteit <strong>van</strong> de (zorg)situatie en welbevinden.<br />

• Het ontwikkelen <strong>van</strong> op bovengenoemde profielen aansluitende zorgpaden in panels met ondermeer<br />

ouderen, mantelzorgers en zorgverleners.<br />

• Het meetbaar verbeteren <strong>van</strong> uitkomsten <strong>van</strong> ouderenzorg via zorgpaden die: (1) gebaseerd zijn op<br />

ouderenprofielen, (2) vraaggestuurd zijn, (3) daadwerkelijk het welbevinden verbeteren en<br />

kwetsbaarheid en complexiteit <strong>van</strong> de (zorg)situatie verminderen, en positieve effecten hebben op<br />

zelfredzaamheid, functiebehoud en zorggebruik. Deze procedure ondersteunt het zelfmanagement bij<br />

ouderen. Het vermindert het aantal ouderen dat vroegtijdig afhankelijk wordt of die verwezen moeten<br />

worden naar duurdere zorgvoorzieningen.<br />

• De zorgpaden zullen interventies bevatten op de gebieden: welzijn, preventie, care en cure.<br />

• Het verbeteren <strong>van</strong> de communicatie tussen de ouderen en de hulpverleners en de communicatie<br />

tussen de (eerste en tweede lijn) zorgverleners en welzijnswerkers onderling door het gebruik <strong>van</strong><br />

dezelfde (professionele) taal. Dat wil zeggen: het instrument dat in alle settings wordt ingevoerd zal<br />

ertoe bijdragen dat de zorgvragen en samenhang hiertussen op basis <strong>van</strong> gelijkluidende inzichten en<br />

begrippen worden geëxpliciteerd. Dit wordt ondersteund door onder andere het triage-instrument, de<br />

internet applicatie er<strong>van</strong> en de mogelijkheid om te koppelen met het elektronisch patiënten dossier, ZIS<br />

en HIS. Een interdisciplinaire kennislacune wordt op deze wijze gevuld.<br />

Plan <strong>van</strong> aanpak / Strategy<br />

In deze paragraaf beschrijven we hoe we willen vaststellen of het transitie experiment de diverse<br />

ijkpunten heeft gehaald. Uiteindelijk dienen de volgende uitkomsten te verbeteren (of verergering te<br />

voorkomen): zelfredzaamheid, functiebehoud, gebruik <strong>van</strong> zorgvoorzieningen, welbevinden,<br />

kwetsbaarheid en complexiteit <strong>van</strong> de (zorg)situatie.<br />

Samengevat gaan we onder de participerende instellingen in ons Bestuurlijk Netwerk 20-25<br />

werkplaatsen werven waar het triage-instrument via een internet applicatie wordt toegepast en ingevuld<br />

door veel ouderen. De antwoorden komen in een database en worden geanalyseerd. Een eerste stap is<br />

het verkrijgen <strong>van</strong> een overzicht <strong>van</strong> gezondheidstoestanden <strong>van</strong> de ouderen, meer specifiek, het<br />

uitzetten <strong>van</strong> hun situatie langs de assen kwetsbaarheid en complexiteit <strong>van</strong> de (zorg)situatie. Het<br />

hiermee samenhangende welbevinden is een ander belangrijk onderdeel. Deze gezamenlijke informatie<br />

helpt ons ouderenprofielen te ontwikkelen. Voor deze heterogene populatie zullen op basis <strong>van</strong> deze te<br />

onderscheiden profielen vervolgens geschikte zorgpaden (ondermeer vraaggestuurde zorg en steun<br />

strategieën) worden ontwikkeld door panels <strong>van</strong> ondermeer ouderen, mantelzorgers en professionals.<br />

Daarna zullen de bovengenoemde werkplaatsen de applicatie (bestaande uit het triage-instrument, de<br />

ouderenprofielen en de zorgpaden) implementeren om daadwerkelijk de ouderen te categoriseren<br />

volgens hun profielen en om in overleg met de oudere het meest geschikte zorgpad te selecteren en toe<br />

te passen in de praktijk. De vervolgmetingen met het triage-instrument ondersteunen de hulpverlener bij<br />

het aanpassen of opnieuw selecteren <strong>van</strong> zorgpaden en het helpt ons om continu de profielen en<br />

zorgpaden te evalueren en verbeteren.<br />

De effecten (en kosten) <strong>van</strong> deze innovatieve zorg worden vergeleken met standaardzorg. Dit onderdeel<br />

<strong>van</strong> het transitie experiment zal onderdeel uitmaken <strong>van</strong> toekomstige onderzoeksprojecten die bij<br />

ZonMw zullen worden ingediend. In de laatste fase, na een positieve evaluatie, zullen we het<br />

triage-instrument, de ouderenprofielen en de zorgpaden implementeren op andere plekken in Regio<br />

Noord.<br />

Zoals hieronder is toegelicht zal eerst worden vastgesteld wat de (potentiële) zorgbehoeften precies zijn<br />

bij ouderen. Dit doen we om te voorkomen dat anders op basis <strong>van</strong> grotendeels arbitraire aannames en<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 15


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

keuzen getracht zou worden de zorg te veranderen, vergelijkbaar met het ‘trial-and-error’ principe. Op<br />

basis <strong>van</strong> de verzamelde gegevens zullen ouderenprofielen worden opgesteld die vervolgens de basis<br />

zullen vormen voor de zorgpaden. Deze zullen interventies omvatten op de gebieden: welzijn, preventie,<br />

care en – waar rele<strong>van</strong>t – cure.<br />

Bovendien kiezen we voor een zorgvraag gerichte aanpak - in plaats <strong>van</strong> een zorgaanbod gerichte<br />

aanpak - door de ouderen zelf hun probleemgebieden te laten inventariseren en in overleg met de<br />

hulpverlener het meest passende zorgpad te selecteren.<br />

Om de ouderenzorg in de regio Noord te kunnen herstructureren dient een aantal stappen te worden<br />

doorlopen:<br />

(1) het triage-instrument (beschikbaar en op basis <strong>van</strong> pilot ook geschikt)<br />

(2) werven <strong>van</strong> werkplaatsen en pilot implementatie <strong>van</strong> het triage-instrument (toezeggingen via<br />

Betuurlijk Netwerk)<br />

(3) ontwikkeling <strong>van</strong> profielen op basis <strong>van</strong> gegevens over kwetsbaarheid, complexiteit <strong>van</strong> de<br />

(zorg)situatie en welbevinden<br />

(4) ontwikkeling <strong>van</strong> zorgpaden passend bij de profielen<br />

(5) automatisering<br />

(6) implementatie <strong>van</strong> het triage-instrument, ouderenprofielen en zorgpaden<br />

(7) evaluatie en validering <strong>van</strong> het triage-instrument (parallel onderzoeksproject)<br />

(8) evaluatie <strong>van</strong> (kosten)effectiviteit <strong>van</strong> de zorgpaden (onderdeel <strong>van</strong> opeenvolgende<br />

onderzoeksprojecten)<br />

(9) planning, eindpunten/beslismomenten en terugkoppeling aan de programmacommissie<br />

(1) het triage-instrument<br />

Sinds 2 jaren werken het Universitair Medisch Centrum Groningen, de Evean Groep en Menzis samen<br />

aan het verbeteren <strong>van</strong> de ouderenzorg in de Regio Noord. We hebben een triage-instrument ontwikkeld<br />

dat door de oudere zelf kan worden ingevuld. Het instrument stelt <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> de oudere<br />

vast wat de (mogelijke) problemen en onvervulde zorg- en ondersteuningsbehoeften zijn.<br />

Het triage-instrument dat zijn waarde in pilot onderzoek al bewezen heeft bestaat uit:<br />

(1) De Groninger Frailty Indicator (GFI). Deze vragenlijst meet kwetsbaarheid en bestaat uit 15 items, is<br />

erg eenvoudig in te vullen door ouderen en heeft goede predictieve validiteit. Het instrument wordt<br />

inmiddels in vele verschillende ouderenzorg settings gebruikt, zowel nationaal als<br />

internationaal.(Schuurmans e.a., 2004; Slaets, 2006b)<br />

(2) de INTERMED lijst. Deze meet complexiteit <strong>van</strong> de (zorg)situatie in vier domeinen: biologische,<br />

psychologische en sociale behoeften en het zorgsysteem, waaronder het tijdperspectief: verleden,<br />

heden en toekomst. De INTERMED lijst is ontworpen voor gebruik in zowel intra- als extramurale<br />

settings. De INTERMED is door verschillende disciplines te gebruiken, het ondersteunt door een<br />

gemeenschappelijke ‘taal’ in termen <strong>van</strong> definities de onderlinge communicatie en het bestaat uit een<br />

uitgebreide screening die toch gemakkelijk uit te voeren en klinisch bruikbaar is. Het oorspronkelijke<br />

instrument wordt ingevuld door zorgverleners en is gebruikt en gevalideerd in veel landen.(Huyse e.a.,<br />

2001; de Jonge e.a., 2001a; de Jonge e.a., 2001b; Stiefel e.a., 2006) De klinimetrische kwaliteiten <strong>van</strong><br />

het instrument worden door de resultaten <strong>van</strong> verschillende studies onderschreven.(Huyse e.a., 1999;<br />

Stiefel e.a., 1999a; Stiefel e.a., 1999b; de Jonge e.a., 2001b; Gangi Herms e.a., 2003) Echter, voor dit<br />

transitie experiment is het instrument aangepast naar een door de oudere zelf in te vullen versie, zodat<br />

juist hun eigen mening en perspectief wordt gescoord, in plaats <strong>van</strong> die <strong>van</strong> de zorgverlener. De<br />

INTERMED cliënt versie wordt verder gevalideerd in een afzonderlijke NPO Regio Noord onderzoek<br />

‘Het triage-instrument: (predictieve) validiteit <strong>van</strong> de Groninger Frailty Indicator, de INTERMED cliënt<br />

versie en de Welbevinden lijst (ZonMw 60-61900-98-218)’. Het is <strong>van</strong> groot belang de mate <strong>van</strong><br />

complexiteit vast te stellen omdat deze samenhangt met multimorbiditeit. Ouderen zonder complexe<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 16


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

zorgbehoeften kunnen de voorkeur hebben voor standaard zorgpaden maar ouderen met complexe<br />

zorgbehoeften hebben misschien voorkeur voor meer vraaggestuurde zorg. Juist deze verschillen<br />

dienen gesignaleerd te kunnen worden en te leiden tot zorgpaden die daadwerkelijk bij de behoefte<br />

aansluiten.<br />

(3) de Welbevinden lijst. Deze stelt die zaken vast die veel mensen belangrijk vinden in het dagelijkse<br />

leven. De gebruikelijke vragenlijsten zoals Kwaliteit <strong>van</strong> Leven, verminderd functioneren en lichamelijk<br />

herstel hebben hun beperkingen omdat ze zijn ontwikkeld <strong>van</strong>uit een bepaald (ziekte of gezondheids)<br />

perspectief dat wij wilden vermijden in dit project. Ook is het vaststellen <strong>van</strong> (lichamelijk) herstel veelal<br />

niet aan de orde bij kwetsbare ouderen met beperkte lichamelijke reserves. Dit leidt ertoe dat men zich<br />

moet richten op praktische en voor ouderen rele<strong>van</strong>te doelen. Het is <strong>van</strong> belang deze zodanig te kiezen<br />

dat ze bijdragen aan behoud of herstel <strong>van</strong> welbevinden, dat erg belangrijk wordt bij het klimmen <strong>van</strong> de<br />

jaren. Bovendien is het het resultaat <strong>van</strong> zowel (functionele) beperkingen als persoonlijke<br />

eigenschappen binnen een sociaal-economische omgeving. Een nieuw instrument moest worden<br />

ontwikkeld omdat een generiek instrument momenteel ontbreekt dat welbevinden kan meten in<br />

verschillende situaties. Het instrument bestaat uit acht items op het gebied <strong>van</strong> dagelijkse ervaringen<br />

(bijvoorbeeld genieten <strong>van</strong> eten en drinken; lekker slapen en rusten; plezierige relaties en contacten).<br />

De oudere wordt gevraagd of ze de ervaring belangrijk vinden en, vervolgens voor die items die<br />

belangrijk gevonden worden, of ze tevreden er mee zijn in hun dagelijkse leven. Bij de ontwikkeling is<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> theorieën over welbevinden (zoals de sociale productiefunctietheorie) die <strong>van</strong> het<br />

volgende uitgaan: de mate <strong>van</strong> ervaren welbevinden volgt uit de mate waarin persoonlijke doelen<br />

worden gerealiseerd – gegeven de mogelijkheden en beperkingen die mensen hebben.(Ormel e.a.,<br />

1997; Steverink e.a., 2006) De Welbevinden lijst wordt gevalideerd in een afzonderlijke NPO Regio<br />

Noord onderzoek ‘Het triage-instrument: (predictieve) validiteit <strong>van</strong> de Groninger Frailty Indicator, de<br />

INTERMED cliënt versie en de Welbevinden lijst(ZonMw 60-61900-98-218)’.<br />

Uit een pilotstudie is al gebleken dat het triage-instrument voldoet aan de verwachtingen en goed in<br />

staat is om ouderen in profielen in te delen.<br />

Er is een bewuste keuze gemaakt om in het kader <strong>van</strong> het <strong>transitieproject</strong> <strong>van</strong> start te gaan met een<br />

triage-instrument dat nog niet volledig is uitontwikkeld. Dit is echter onvermijdelijk om de doelstellingen<br />

<strong>van</strong> het NPO (binnen 4 jaar de zorg op het niveau <strong>van</strong> de ouderen meetbaar verbeteren) te kunnen<br />

realiseren. Het is onmogelijk eerst een instrument te ontwikkelen of bestaande instrumenten geheel te<br />

valideren, en dan pas te beginnen met het toepassen <strong>van</strong> innovatieve zorg. Wij menen echter te kunnen<br />

stellen dat het instrumentarium voldoende is uitgerijpt en zich in de praktijk afdoende heeft bewezen om<br />

deze keuze te rechtvaardigen. Voor iedere regio waar men tracht iets te zeggen over demografie en met<br />

veroudering samenhangende problemen op terrein <strong>van</strong> zelfstandig functioneren, kwetsbaarheid,<br />

zorgbehoefte en welbevinden, geldt dat men op minstens dezelfde bezwaren stuit. Ontwikkeling en<br />

onderzoek <strong>van</strong> dit instrument vormen dan ook nadrukkelijk geen onderdeel <strong>van</strong> onderhavig voorstel voor<br />

een transitie experiment. In dit transitie experiment zal de zorg daadwerkelijk vraaggestuurd ingericht<br />

worden, zullen zorgstructuren worden gewijzigd en wordt een nieuwe richting gegeven op basis <strong>van</strong><br />

(potentiële zorg)behoeften <strong>van</strong> de oudere zelf en diens prioriteiten.<br />

(2) werven <strong>van</strong> werkplaatsen en pilot implementatie <strong>van</strong> het triage-instrument<br />

Onder de netwerkpartners <strong>van</strong> de Regio Noord, waaronder de Evean Groep, de gemeente Groningen<br />

en de DHV Groningen, zullen we tenminste 20-25 representatieve ‘werkplaatsen’ werven in zowel<br />

stedelijke als landelijke settings (binnen de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, en het noordelijke<br />

gedeelte <strong>van</strong> Overijssel). De werkplaatsen zullen bestaan uit welzijnsinstellingen (bijvoorbeeld WMO<br />

loketten, seniorenspreekuren en de Stichting Maatschappelijk & Juridische Dienstverlening Groningen),<br />

eerste lijn instellingen (consultatie bureaus voor ouderen, huisartspraktijken en thuiszorginstellingen) en<br />

tweede lijn instellingen ([poli’s] <strong>van</strong> algemene ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen en<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 17


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

psychiatrische afdelingen voor ouderen). Met nadruk willen we stellen dat dus niet alleen klinische<br />

afdelingen geriatrie zullen participeren – daar wordt al veelal vraaggerichte en geïntegreerde<br />

behandeling en zorg verleend – maar vooral andere werkplaatsen in de welzijnssector en de<br />

eerste/tweede lijn.<br />

Het triage-instrument en de internet applicatie (zie sectie 'automatisering') zijn gemakkelijk te gebruiken<br />

door de ouderen en de rele<strong>van</strong>te hulpverleners, zoals welzijnswerkers of vrijwilligers zonder specifieke<br />

vooropleiding, verpleeghulpen, huisartsassistenten, verpleegkundigen, paramedici en artsen. De<br />

werkplaatsen introduceren het triage-instrument met internet applicatie bij ouderen en gaan deze<br />

structureel toepassen waardoor inzicht verkregen wordt in de heterogeniteit <strong>van</strong> de ouderenpopulatie op<br />

basis waar<strong>van</strong> de ouderenprofielen en vervolgens zorgpaden ontwikkeld kunnen worden (zie volgende<br />

secties ‘ontwikkeling <strong>van</strong> profielen’ en ‘ontwikkeling <strong>van</strong> zorgpaden’). Ongeveer 2000 ouderen <strong>van</strong> 65<br />

jaar of ouder - die een werkplaats bezoeken of opgenomen zijn - zullen (in deze fase eenmalig) worden<br />

gevraagd het triage instrument in te vullen (en de NPO Minimale Data Set - MDS):<br />

• 500 thuiswonende ouderen met/zonder thuiszorg,<br />

• 500 ouderen in een verpleeghuis,<br />

• 500 ouderen in een verzorgingshuis,<br />

• 500 in het ziekenhuis opgenomen ouderen.<br />

Het triage-instrument wordt ingebouwd in een internet applicatie die door ouderen zelf kan worden<br />

ingevuld via bijvoorbeeld een PC of laptop (zie sectie ‘Automatisering’). Dit kan gebeuren in bijvoorbeeld<br />

de praktijken <strong>van</strong> huisartsen of in de eigen woonomgeving met hulp <strong>van</strong> een hulpverlener. In het uiterste<br />

geval kan een individuele oudere een papieren versie <strong>van</strong> het triage-instrument invullen waarna de<br />

hulpverlener de gegevens dient in te voeren in de internet applicatie. Uiteraard is de praktische<br />

haalbaarheid, waaronder compliance <strong>van</strong> de ouderen met een geautomatiseerde versie <strong>van</strong><br />

vragenlijsten, een belangrijk aspect <strong>van</strong> de evaluatie.<br />

De triage-gegevens zullen worden opgenomen in een database die de basis vormt voor de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> ouderenprofielen en zorgpaden. Indien een oudere door bijvoorbeeld cognitieve problemen niet in<br />

staat is om zelf de vragenlijst in te vullen kan ook een proxy meting (<strong>van</strong> zowel het triage-instrument als<br />

de MDS) worden gedaan door bijvoorbeeld een mantelzorger (ouderen met cognitieve beperkingen –<br />

ondermeer in verpleeghuizen – zullen expliciet onderdeel uitmaken <strong>van</strong> het project).<br />

De antwoorden <strong>van</strong> de ouderen op de items zullen in deze fase eerst worden besproken door een<br />

zorgverlener met de oudere zelf. Tijdens dit gesprek wordt de oudere gevraagd de geselecteerde<br />

(mogelijke) problemen en onvervulde zorgbehoeften te prioriteren. Omdat in dit stadium noch de<br />

ouderenprofielen noch de zorgpaden zijn ontwikkeld zal de zorgverlener een voorstel doen voor<br />

mogelijke zorg- en behandelingstrategieën volgens huidige inzichten en werkwijze waarbij uiteraard<br />

gebruik gemaakt kan worden <strong>van</strong> de inzichten uit de antwoorden op het triage-instrument (zie ook<br />

Bijlage Transitie 0-6 maanden). Door dit gesprek over de problemen en zorgbehoeften zal de expertise<br />

<strong>van</strong> zowel de hulpverlener als de oudere toenemen.<br />

‘Powercalculatie’<br />

De reden om 2000 ouderen te vragen om te participeren is als volgt. Via een 3-dimensionale matrix<br />

opgebouwd uit kwetsbaarheid, zorgcomplexiteit en welbevinden zullen ouderenprofielen worden<br />

ontwikkeld (zie volgende sectie ‘ontwikkeling <strong>van</strong> profielen’) waarbij de kleinste cel minimaal 100<br />

ouderen moet bevatten. Het percentage ouderen kunnen we dan voor deze kleine cellen schatten met<br />

een 95% betrouwbaarheidsinterval met een breedte <strong>van</strong> ongeveer 5-10% rond de werkelijke<br />

puntschatter. Op basis <strong>van</strong> de beschreven prevalentie <strong>van</strong> complexiteit in diverse echelons is een ruwe<br />

schatting gemaakt <strong>van</strong> het totale aantal te includeren ouderen. Uiteindelijk zal een nauwkeurige<br />

schatting verkregen worden <strong>van</strong> de prevalenties <strong>van</strong> zorgcomplexiteit, kwetsbaarheid en welbevinden<br />

onder ouderen in de gehele regio. Daarmee kunnen accurate voorspellingen gedaan worden over hoe<br />

zich dit de komende decennia binnen de regio kan ontwikkelen, en wat dit betekent voor de (potentiële)<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 18


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

zorgbehoeften en het zorgaanbod.<br />

De verzamelde gegevens leiden tot kennis over de prevalentie <strong>van</strong> kwetsbaarheid, zorgcomplexiteit en<br />

welbevinden binnen de regio. Deze kennis is noodzakelijk om zorgpaden te ontwikkelen. Vanuit de<br />

medische care/cure sector zal dit zich naar verwachting richten op gebieden waar problemen/behoeften<br />

clusteren, en de meeste gezondheidswinst te behalen valt, bijvoorbeeld in bepaalde ouderenprofielen<br />

met hoge mate <strong>van</strong> kwetsbaarheid en complexe zorgbehoefte. Aan het andere uiteinde <strong>van</strong> het<br />

spectrum, bij het aspect welzijn zal maatschappelijke dienstverlening en WMO een belangrijke rol<br />

spelen bij het definiëren <strong>van</strong> zorgpaden, waarbij men zich af moet vragen of er sprake is <strong>van</strong> zorg.<br />

Veelal zal het gaan om preventieve maatregelen die ertoe bijdragen dat ouderen langer zelfstandig<br />

kunnen blijven functioneren en hun welbevinden langs die weg zal verbeteren. Vervolgmetingen met het<br />

triage-instrument worden ook <strong>van</strong> groot belang geacht omdat deze ertoe zullen bijdragen dat een proces<br />

<strong>van</strong> voortdurend evalueren en zonodig herontwerpen <strong>van</strong> ouderenprofielen en zorgpaden in gang wordt<br />

gezet.<br />

Tot slot vormt het een rijke database voor wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld om ontwikkelingen<br />

te kunnen voorspellen en het geeft tevens de mogelijkheid tot het ontwikkelen <strong>van</strong> prestatie-indicatoren<br />

en het aanleveren <strong>van</strong> managementinformatie. Aansluiting en delen <strong>van</strong> kennis en inzicht met de andere<br />

regio's <strong>van</strong> het NPO spreekt voor zich. Separaat voorstel wordt ingediend.<br />

Zodra de gegevens <strong>van</strong> de 4x minimaal 500 ouderen zijn verzameld gaan we over naar de volgende<br />

fase: de ontwikkeling <strong>van</strong> ouderenprofielen. Tijdens de nieuwe fase gaan de werkplaatsen door met het<br />

verzamelen <strong>van</strong> de triage-gegevens om de volgende twee redenen: (1) het draagt bij aan de<br />

bestendiging <strong>van</strong> de implementatie <strong>van</strong> het werken met het triage-instrument en (2) de nieuwe gegevens<br />

kunnen ook worden gebruikt voor de ontwikkeling <strong>van</strong> ouderenprofielen en het verder perfectioneren<br />

hier<strong>van</strong>.<br />

Noot: Alhoewel we ouderen die <strong>van</strong>wege cognitieve beperkingen het triage-instrument niet kunnen<br />

invullen - niet willen uitsluiten is onbekend of Proxy metingen voldoende betrouwbaar zijn. In afzonderlijk<br />

onderzoek dat aansluit bij dit transitie experiment kan de interbeoordelaarbetrouwbaarheid worden<br />

vastgesteld door Proxy metingen te vergelijken met die <strong>van</strong> ouderen met verschillende scores op<br />

cognitie. De resultaten wat betreft betrouwbaarheid kunnen vervolgens geëxtrapoleerd worden naar die<br />

ouderen die cognitief niet in staan zijn om het triage-instrument in te vullen om zodoende vast te stellen<br />

of Proxy metingen bij deze cognitief aangedane ouderen voldoende betrouwbaar zijn.<br />

(3) Ontwikkeling <strong>van</strong> profielen op basis <strong>van</strong> gegevens over kwetsbaarheid, complexiteit <strong>van</strong> de<br />

(zorg)situatie en welbevinden<br />

Uit de gehele dataset <strong>van</strong> de drie onderdelen <strong>van</strong> het triage-instrument zullen ouderenprofielen worden<br />

gegenereerd, analoog aan de matrix zoals beschreven in de paragraaf ‘Probleemstelling’. Bijvoorbeeld,<br />

door dichotomiesering <strong>van</strong> de kwetsbaarheid scores (kwetsbaar versus niet-kwetsbaar), door 3 groepen<br />

te maken <strong>van</strong> complexiteit (laagcomplex, redelijk-complex versus hoogcomplex) en door<br />

dichotomiesering <strong>van</strong> welbevinden (laag welbevinden versus hoog welbevinden) wordt een matrix<br />

gevormd bestaande uit 2x3x2 cellen, bestaande dus uit 12 profielen. De profielen, en mogelijk<br />

subprofielen die ook bestaan uit een mix <strong>van</strong> verschillende gradaties <strong>van</strong> kwetsbaarheid, complexiteit en<br />

welbevinden, worden ontwikkeld door de data te modelleren en door voortschrijdend inzicht. Als zodanig<br />

zal het ontwikkelen <strong>van</strong> ouderenprofielen grotendeels ‘mensenwerk’ zijn, met ondersteuning <strong>van</strong><br />

rekenmodellen en simulatiemodellen. Dit is expertise <strong>van</strong> bedrijfskunde waarover we onder andere<br />

binnen de wetenschapscommissie beschikken. Op basis <strong>van</strong> bepaalde afkappunten (bijvoorbeeld<br />

medianen en percentielen) <strong>van</strong> de scores <strong>van</strong> de individuele instrumenten kunnen vele al dan niet<br />

logisch met elkaar samenhangende clusters worden geformeerd. Dit rekenkundige deel dient getoetst te<br />

worden aan de kennis en inzichten <strong>van</strong> professionals maar uiteraard ook aan de behoeften en wensen<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 19


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

<strong>van</strong> ouderen. Het betreft duidelijk een dynamisch proces dat in de loop der jaren tot steeds verdere<br />

verbeteringen zal leiden. Zodra de ouderenprofielen ontwikkeld zijn, kan een internetapplicatie (zie<br />

sectie ‘automatisering’) op basis <strong>van</strong> de scores op het triage-instrument de hulpverleners ondersteunen<br />

bij het maken <strong>van</strong> een voorselectie <strong>van</strong> kandidaat zorgpaden voor deze ouderen, zie sectie ‘ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> zorgpaden’. De database geeft tevens de mogelijkheid tot het ontwikkelen <strong>van</strong> prestatie-indicatoren<br />

en het aanleveren <strong>van</strong> managementinformatie.<br />

Wij stellen dat keuzen die gemaakt worden op basis <strong>van</strong> verzamelde gegevens en inzicht op voorhand<br />

een grotere kans <strong>van</strong> slagen hebben en daarmee doelmatiger zijn – dan bijvoorbeeld keuzen op basis<br />

<strong>van</strong> arbitraire aannames en veronderstellingen ten aanzien <strong>van</strong> potentiële effecten <strong>van</strong> een specifieke<br />

transitie. De verzamelde gegevens zullen de basis vormen voor de te ontwerpen zorgpaden. Het is dus<br />

niet mogelijk om in dit stadium al met zekerheid te zeggen hoeveel profielen ontwikkeld zullen worden<br />

en hoe deze precies worden samengesteld op basis <strong>van</strong> combinaties <strong>van</strong> mate <strong>van</strong> kwetsbaarheid,<br />

zorgcomplexiteit en welbevinden. Namelijk, de met het triage-instrument te verzamelen gegevens<br />

moeten uitwijzen wat zinvolle profielen zijn. Ook is voortschrijdend inzicht hier onontbeerlijk. Het is ook<br />

niet uitgesloten dat gaandeweg het experiment profielen worden aangepast; zelfs alternatieve<br />

classificaties zijn nog mogelijk. Dit zien wij als de kracht <strong>van</strong> de gepresenteerde aanpak.<br />

(4) Ontwikkeling <strong>van</strong> zorgpaden passend bij de profielen<br />

Voor elk ouderenprofiel zullen we tenminste één zorgpad(en) ontwikkelen door het organiseren <strong>van</strong><br />

focusgroepen en panels bestaande uit de ouderen zelf of hun vertegenwoordigers, zorgverleners,<br />

gemeenteambtenaren, vertegenwoordigers <strong>van</strong> verzekeringsmaatschappijen, WMO loketten,<br />

mantelzorgers, vrijwilligers, enz. Ondersteuning hierbij zal ook gevraagd worden <strong>van</strong> ouderen uit de<br />

klankbordgroep en de ‘denktank’ <strong>van</strong> de regio Noord; deze laatste groep betreft een bijzondere groep<br />

ouderen die <strong>van</strong>uit hun professionele ervaring in het verleden veel kennis hebben <strong>van</strong> de zorg (zie<br />

subsidieaanvraag ‘Netwerk Nationaal Programma Ouderenzorg Regio Noord’).<br />

Wij definiëren een zorgpad als volgt: Een zorgpad wordt breed gedefinieerd als een totaal aan methodes<br />

bestaande uit een mix <strong>van</strong> interventies, hulpmiddelen en bronnen. Het zal vaak multidisciplinaire zorg<br />

betreffen die gesynchroniseerd wordt binnen en tussen zorginstellingen en andere organisaties, die <strong>van</strong><br />

belang zijn in de zorg voor en het welzijn <strong>van</strong> ouderen en hen steunen om de regisseur te zijn en blijven<br />

<strong>van</strong> hun eigen leven (bijvoorbeeld woningbouwverenigingen). Zorgpaden zullen zich niet beperken tot<br />

een bepaalde setting maar deze in veel gevallen juist overstijgen. De zorgpaden zullen dan ook in<br />

verschillende mate elementen bevatten <strong>van</strong> de domeinen welzijn en preventieve, curatieve en<br />

langdurige zorg. We zullen beginnen met het ontwikkelen <strong>van</strong> zorgpaden voor die ouderen(profielen) die<br />

waarschijnlijk het meeste resultaat op welbevinden zullen boeken. Zorgpaden ondersteunen bij het<br />

systematisch plannen <strong>van</strong> een op ouderen gericht programma en bij een goede monitoring, dus<br />

evaluatie <strong>van</strong> het behaalde resultaat. Dit leidt tot een proactieve integrale vraaggerichte zorg die nauw<br />

aansluit bij en tussen de hulpverleners en andere instellingen. Zorgpaden helpen ook bij het<br />

implementeren <strong>van</strong> kennis en effectieve interventies. Bijvoorbeeld, niet-kwetsbare ouderen zonder<br />

complexe zorgbehoeften die veel welbevinden ervaren kunnen de voorkeur hebben voor standaard<br />

zorgpaden ter preventie <strong>van</strong> toekomstige kwetsbaarheid, complexiteit en verminderd welbevinden. Dit in<br />

tegenstelling tot ouderen met complexe zorgbehoeften die de voorkeur hebben voor meer<br />

vraaggestuurde zorg, bijvoorbeeld ter verbetering <strong>van</strong> zelfmanagement.<br />

De aanpak kan per definitie beschouwd worden als innovatief cq innoverend aangezien bij aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

het project de zorgpaden (en ook ouderenprofielen) niet in detail bekend zijn. Dit is de feitelijke toestand<br />

in Nederland en het gevolg <strong>van</strong> het huidige gebrek aan brede geriatrisch kennis. Het is echter<br />

waarschijnlijk dat bepaalde probleemgebieden die ouderen ervaren zullen clusteren en dat een<br />

gelijksoortige aanpak (en daarmee zorgpad) tot de mogelijkheden behoort. Ook hier zal gebruik moeten<br />

worden gemaakt <strong>van</strong> voortschrijdend inzicht. Op basis <strong>van</strong> de triage-scores zullen we dus profielen<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 20


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

ontwikkelen voor subgroepen ouderen voor wie gelijksoortige zorgpaden zinvol zijn. Uiteraard is het ook<br />

geen reële strategie om ‘alles bij iedereen’ aan te bieden. De zorg die beoogd wordt is bovendien niet<br />

zozeer gericht op 100% functioneel herstel, maar op het verbeteren <strong>van</strong> welbevinden via<br />

vraaggestuurde zorg. Met de focus op welbevinden beperken wij het aantal (ir)rele<strong>van</strong>te<br />

keuzemogelijkheden c.q. maakt dat het ook praktisch uitvoerbaar blijft. Er dient dus een heldere<br />

doeltreffende keuze uit een eindig arsenaal aan mogelijke oplossingen of voorzieningen gemaakt te<br />

worden. Volledig herstel <strong>van</strong> een bepaalde aandoening is niet langer het doel, maar een geïntegreerde<br />

revalidatie strategie kan de voorkeur hebben.<br />

De internet applicatie met het triage-instrument zal aangevuld worden met de ontwikkelde zorgpaden<br />

(zie sectie ‘automatisering’). Zodoende hebben we een extra laag aangebracht in de<br />

besluitvormingsondersteunende applicatie: het in de praktijk gevonden ouderenprofiel genereert een lijst<br />

<strong>van</strong> kandidaat zorgpaden die besproken kunnen worden met de oudere – en de naasten – om zodoende<br />

de geschikte zorgpaden te prioriteren die op detail aangepast kunnen worden aan de voorkeuren <strong>van</strong> de<br />

oudere. Het vernieuwende aan deze aanpak is ook dat niet alleen de ouderenprofielen maar ook de<br />

zorgpaden voortdurend zullen worden ontwikkeld en verbeterd op basis <strong>van</strong> de continue aanwas <strong>van</strong><br />

kwantitatieve gegevens die verzameld worden met het triage-instrument. Op basis <strong>van</strong> de nieuwe<br />

gegevens zullen in de opeenvolgende panelsessies de zorgpaden voortdurend verbeterd worden.<br />

Bovengenoemde procedure resulteert in het beoogde geïntegreerde en vraaggerichte zorgaanbod. We<br />

denken dat deze procedure de kwaliteit en efficiëntie <strong>van</strong> de ouderenzorg sterk zal verbeteren.<br />

Bovendien zal het mogelijk zijn een reële schatting te maken <strong>van</strong> de benodigde toekomstige zorg binnen<br />

de gehele regio Noord. Dit zien wij ook als de kracht <strong>van</strong> de gepresenteerde aanpak.<br />

Vanuit het reeds enkele jaren bestaande netwerk ouderenzorg met onze partners Menzis, Evean en<br />

UMCG hebben is veel expertise opgedaan met het ontwerp <strong>van</strong> integrale zorg(ketens). Ook onze<br />

partners <strong>van</strong> bedrijfskunde die als speerpunt <strong>van</strong> de faculteit de organisatie <strong>van</strong> zorg hebben, hebben de<br />

nodige expertise. Verder is dit voor een belangrijk deel ook niemandsland en is het NPO juist bedoeld<br />

om deze expertise verder uit te bouwen.<br />

Onze visie als basis voor de te ontwikkelen zorgpaden luidt als volgt:<br />

• enkelvoudige ziektemodellen volstaan niet in de zorg voor ouderen – gezien de multimorbiditeit en<br />

daarmee de heterogeniteit binnen de ouderenpopulatie – maar zorg moet afgestemd zijn op de<br />

complexiteit, de kwetsbaarheid en het ervaren welbevinden <strong>van</strong> de desbetreffende oudere;<br />

• de zorg dient vraaggericht te zijn, passend bij de doelen die de ouderen zelf hebben en hun<br />

welbevinden (wat wil zeggen dat keuzes – ‘zorgpaden’ – voorgelegd dienen te worden die daarbij<br />

aansluiten; overigens is op voorhand duidelijk dat de keuzevrijheid niet oneindig is en dat het zal gaan<br />

om een beperkt aantal rele<strong>van</strong>te zorgpaden),<br />

• de zorgpaden dienen zo dicht mogelijk bij de woonomgeving <strong>van</strong> de oudere te worden aangeboden;<br />

• de zorgpaden (met uitzondering <strong>van</strong> preventieve zorgpaden) dienen veelal alle domeinen te bevatten<br />

(welzijn, preventie, zorg en behandeling);<br />

• in het kader <strong>van</strong> vroegtijdige opsporing dienen àlle ouderen te worden gescreend met het<br />

triage-instrument. Hierdoor wordt de kans op effectieve zorg vergroot en daarmee het optimaal houden<br />

<strong>van</strong> het welbevinden bevorderd;<br />

• ouderen die volgens het triage-instrument geen problemen hebben krijgen – in het kader <strong>van</strong> preventie<br />

- desalniettemin een preventief (meer ‘standaard’) zorgpad voorgesteld waarbij een ‘ziektestempel’<br />

vermeden wordt;<br />

• ouderen die volgens het triage-instrument veel problemen hebben krijgen een meer vraaggericht<br />

zorgpad voorgesteld die gericht is op het verbeteren <strong>van</strong> welbevinden en waarbij de behandeling in<br />

principe gecoördineerd wordt door een generalist (huisarts of geriater; generalistische zorgpaden) en<br />

alleen in aanvulling zo nodig consultatie door een specialist. De focus is niet zozeer gericht op<br />

bijvoorbeeld het behandelen <strong>van</strong> ziekte maar op het verbeteren <strong>van</strong> welbevinden;<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 21


• in individuele gevallen kunnen zorgpaden worden gecombineerd;<br />

• bij voorkeur dienen de zorgpaden te bestaan uit interventies waarin ouderen actief participeren.<br />

Zodoende kunnen ouderen bij zichzelf potentiële problemen voorkomen en kunnen ze andere – meer<br />

kwetsbare – ouderen ondersteunen;<br />

• zorgpaden dienen de doelen die beoogd worden te beschrijven (bijvoorbeeld op het gebied <strong>van</strong><br />

welbevinden, kwetsbaarheid en complexiteit <strong>van</strong> de (zorg)situatie);<br />

• huisartsen dienen voldoende expertise te hebben om bij complexe zorgsituaties adequate zorg te<br />

verstrekken (valt buiten deze aanvraag; zie voorstel voor transitie experiment ‘Competentiegericht<br />

interdisciplinair opleidingsmodel ouderenzorg’).<br />

Het een en ander dient omzichtig en kritisch te gebeuren: (1) zowel het ontwikkelen <strong>van</strong> zorgpaden aan<br />

de hand <strong>van</strong> interventies die zoveel mogelijk bewezen effectief en doelmatig zijn (goede onderbouwing),<br />

waarbij eventueel nieuw te gebruiken technologie maximaal dient aan te sluiten bij bestaande<br />

technologie. De technologie dient daarbij duidelijk nut te hebben voor de oudere en bijvoorbeeld te<br />

leiden tot meer plezier in sociale contacten en<br />

(2) het voorleggen <strong>van</strong> specifieke zorgpaden dient ook bedachtzaam te gebeuren, aansluitend bij de<br />

situatie.<br />

De wijze waarop zorg wordt geleverd wordt daarbij afgestemd op de onderscheidende kenmerken <strong>van</strong><br />

regio Noord-Oost, zijnde vergrijsd, uitgestrekt, dunbevolkt en met sociaal-economische achterstand<br />

vergeleken met het Nederlands gemiddelde.<br />

De WMO verdient in dit verband specifieke aandacht.<br />

Doelstellingen <strong>van</strong> en aanbod <strong>van</strong>uit de WMO zijn vooral gericht op handhaven, zelfstandigheid en<br />

functioneren waar nodig ondersteund met hulp en/of hulpmiddelen. Welbevinden is ook in dit geval een<br />

primair doel. Het gaat dus om individuen die nog zelfstandig wonen maar in verband met afnemende<br />

reserves of functieverlies technologische of praktische hulp en ondersteuning nodig hebben. Signalering<br />

en advisering zijn dus essentiële onderdelen om toegang tot de beschikbare middelen te krijgen.<br />

Daarom is de potentiële winst <strong>van</strong> het triage-instrument in de eerste lijn groot. Indien een latente<br />

behoefte kan worden onderkend en vervolgens een adequate indicatiestelling volgt draagt dit direct bij<br />

aan welbevinden maar zal ook aan preventief werken ten aanzien <strong>van</strong> behoud <strong>van</strong> zelfstandigheid en<br />

optreden <strong>van</strong> ongewenste uitkomsten als vallen.<br />

In de bijlage "transitie 0-6 maanden" worden aan de hand <strong>van</strong> echte data voorbeelden gegeven hoe wij<br />

aan de hand <strong>van</strong> het triage instrumentarium nieuwe zorgpaden willen ontwikkelen en implementeren. De<br />

voorbeelden geven aan in welke richting gedacht wordt cq wat <strong>van</strong>uit bovenstaande visie redenerend in<br />

termen <strong>van</strong> transitie ontwikkeld zal worden. Zinvolle profielen worden gevormd door categorieen te<br />

maken op de drie assen. Hoe wij deze categorieen maken is onderdeel <strong>van</strong> het experiment en daar<br />

spelen zowel de zorgaanbieders als de ouderen zelf een belangrijke rol in.<br />

De onderstaande voorbeelden <strong>van</strong> enkele conceptprofielen en concept zorgpaden illustreren de aanpak<br />

die gevolgd zal worden. De hieronder beschreven concept zorgpaden pretenderen dus niet uitputtend te<br />

zijn. De profielen en zorgpaden zijn hypothetisch maar op zich plausibel. De uiteindelijke zorgpaden<br />

zullen ontwikkeld worden door panels, bestaande uit ondermeer ouderen, mantelzorgers, zorgverleners<br />

(1e lijn, 2e lijn en 3e lijn), vrijwilligers, vertegenwoordigers <strong>van</strong> WMO loketten, etc. De mate waarin deze<br />

mensen betrokken zullen zijn binnen het panel wordt mede bepaald door het specifieke ouderenprofiel<br />

waarvoor het zorgpad ontwikkeld gaat worden<br />

Profiel 1 – niet kwetsbaar; laag complex; hoog welbevinden<br />

VIGNET:<br />

<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 22


• Voorbeeld zorgpad (a): geen acties (oudere wil geen acties)<br />

• Voorbeeld zorgpad (b): preventieve acties – <strong>van</strong>wege hoog welbevinden is enige terughoudendheid<br />

gewenst: in samenspraak met bijvoorbeeld (afhankelijk <strong>van</strong> sociale kaart) stichting Maatschappelijk &<br />

Juridische Dienstverlening / WMO / bureau vrijwilligerswerk / senioren spreekuur / consultatiebureau<br />

ouderen / ouderenvereniging / mantelzorger vereniging mogelijkheden bekijken voor meer lichamelijke<br />

beweging en/of sociale activiteiten met anderen (bijvoorbeeld andere ouderen) of mogelijkheden op het<br />

gebied <strong>van</strong> ondersteuning <strong>van</strong> andere ouderen (ouderenparticipatie).<br />

Profiel 5 – kwetsbaar; laag complex; hoog welbevinden<br />

VIGNET:<br />

• Voorbeeld zorgpad (a): geen acties (oudere wil geen acties)<br />

• Voorbeeld zorgpad (b): zorgacties – <strong>van</strong>wege hoog welbevinden is enige terughoudendheid gewenst:<br />

bespreken in multidisciplinair overleg, eventueel doorverwijzen naar paramedicus (bijvoorbeeld<br />

fysiotherapeut) voor ondersteunende therapie<br />

• Voorbeeld zorgpad (c): preventieve acties – <strong>van</strong>wege hoog welbevinden is enige terughoudendheid<br />

gewenst: in samenspraak met bijvoorbeeld (afhankelijk <strong>van</strong> sociale kaart) stichting Maatschappelijk &<br />

Juridische Dienstverlening /WMO/ bureau vrijwilligerswerk / senioren spreekuur / consultatiebureau<br />

ouderen / ouderenvereniging / mantelzorger vereniging mogelijkheden bekijken voor meer lichamelijke<br />

beweging en/of sociale activiteiten met anderen (bijvoorbeeld andere ouderen) of mogelijkheden op het<br />

gebied <strong>van</strong> ondersteuning <strong>van</strong> andere ouderen (ouderenparticipatie.<br />

• Voorbeeld zorgpad (d): evaluatie acties – <strong>van</strong>wege hoog welbevinden is enige terughoudendheid<br />

gewenst: evaluatie en bijstellen <strong>van</strong> behandeling met betrekking tot problemen zoals suikerziekte,<br />

hypertensie, osteoporose, COPD, depressie, incontinentie, stemmingsproblemen.<br />

• Voorbeeld zorgpad (e): kwetsbaarheid acties – <strong>van</strong>wege hoog welbevinden is enige terughoudendheid<br />

gewenst: inbrengen in farmacotherapieoverleg groep<br />

Profiel 8 – kwetsbaar; hoog complex; laag welbevinden<br />

VIGNET:<br />

<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

• Voorbeeld zorgpad (a): geen acties (oudere wil geen acties)<br />

• Voorbeeld zorgpad (b): zorgacties: bespreken in multidisciplinair overleg, eventueel doorverwijzen naar<br />

paramedicus (bijvoorbeeld fysiotherapeut) voor ondersteunende therapie<br />

• Voorbeeld zorgpad (c): complexiteit acties: inbrengen in farmacotherapieoverleg groep<br />

• Voorbeeld zorgpad (d): kwetsbaarheid acties: doorverwijzen naar maatschappelijk werk<br />

• Voorbeeld zorgpad (e): kwetsbaarheid/complexiteit acties: inbrengen in Transmuraal zorgpad (oa<br />

multidisciplinair overleg); zorg en behandeling wordt uitgevoerd door generalisten (bv huisarts, geriater)<br />

waarbij alleen in uitzonderlijke situaties een specialist wordt geconsulteerd of de behandeling <strong>van</strong> een<br />

specifiek probleem aan een specialist wordt overgedragen. Behandeling is gericht op verbeteren <strong>van</strong><br />

welbevinden (niet primair op herstel).<br />

• Voorbeeld zorgpad (f): welbevinden acties (er is sprake <strong>van</strong> laag welbevinden waardoor de oudere<br />

misschien enigszins gestimuleerd kan worden): in samenspraak met bijvoorbeeld (afhankelijk <strong>van</strong><br />

sociale kaart) stichting Maatschappelijk & Juridische Dienstverlening /WMO/ bureau vrijwilligerswerk /<br />

senioren spreekuur / consultatiebureau ouderen / ouderenvereniging / mantelzorger vereniging<br />

mogelijkheden bekijken voor meer lichamelijke beweging en/of sociale activiteiten met anderen<br />

(bijvoorbeeld andere ouderen) of mogelijkheden op het gebied <strong>van</strong> ondersteuning <strong>van</strong> andere ouderen<br />

(ouderenparticipatie.<br />

• Voorbeeld zorgpad (g): evaluatie acties: evaluatie en bijstellen <strong>van</strong> behandeling met betrekking tot<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 23


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

problemen zoals suikerziekte, hypertensie, osteoporose, COPD, depressie, incontinentie,<br />

stemmingsproblemen.<br />

(5) automatisering<br />

Er wordt een applicatie ontwikkeld voor het vaststellen <strong>van</strong> de scores met het triage-instrument. Er is<br />

gekozen voor een internet applicatie. De ervaring die is opgedaan in eerdere trajecten, met name met<br />

de INTERMED webapplicatie (http://intermed.bnc.nl), leert dat de eisen aan de gebruikerskant beperkt<br />

blijven tot een Internet toegang. Deze internet INTERMED applicatie wordt aangeboden via een centrale<br />

server en wordt momenteel in vier landen gebruikt. Deze wijze <strong>van</strong> aanbieden <strong>van</strong> de functionaliteit<br />

heeft als groot voordeel dat er aan de gebruikerskant geen investeringen gedaan hoeven te worden op<br />

gebied <strong>van</strong> aanschaf <strong>van</strong> extra hardware en/of software. De applicatie kan worden gebruikt op elk<br />

apparaat dat internettoegang heeft bijvoorbeeld, PC’s, Laptops, PDA’s, telefoons, tablet PCs, settop<br />

boxen. Op deze wijze vormt de noodzakelijke automatiseringsinvestering in hardware en de benodigde<br />

kennis aan de gebruikerskant een laag risico inzake de voortgang <strong>van</strong> het project.<br />

Het platform biedt de mogelijkheid snel en flexibel tegen lage kosten modulair te worden uitgebreid met<br />

de GFI en de Welbevindenlijst. Ook in de toekomst kan deze verder vergroot worden. Er kan dan<br />

gedacht worden aan een uitbreiding die de klinische besluitvorming verder ondersteunt. De ontwikkelen<br />

productieomgeving is gebaseerd op een robuust open source CMS als basis voor de applicatie. De<br />

internet applicatie zelf wordt ontwikkeld met behulp <strong>van</strong> het grootste opensource ontwikkelplatform dat<br />

momenteel in de markt verkrijgbaar is (Eclipse). Deze keuze waarborgt de continuïteit <strong>van</strong> het platform<br />

en de verdere ontwikkeling evenals de mogelijkheid om tegen lage kosten zeer snel wijzigingen of<br />

uitbreidingen aan het platform te doen. Bijkomend voordeel is dat er geen licentiekosten voor de<br />

eindgebruikers zijn waardoor de grote <strong>van</strong> de productieomgeving niet gelimiteerd wordt door een dure<br />

licentiestructuur. De enige eis die gesteld wordt aan de gebruikerskant is een internetverbinding.<br />

De voordelen <strong>van</strong> een centrale server waarop de te gebruiken webapplicatie gehost worden zijn;<br />

• de veiligheid <strong>van</strong> gegevens is beter te waarborgen;<br />

• de TCO <strong>van</strong> de omgeving blijven laag door centraal beheer;<br />

• de aanpassingen die doorgevoerd zijn in de applicatie zijn voor iedereen direct bruikbaar;<br />

• de database biedt een hoge wetenschappelijk waarde voor verdere analyse;<br />

• de schaalbaarheid is vrijwel onbeperkt;<br />

• de implementatiekosten aan de gebruikerskant zijn minimaal.<br />

DEFINITIEF<br />

De manier <strong>van</strong> communiceren binnen de applicatie en naar externe applicaties is gebaseerd op de<br />

wereldwijde XML standaard, een open standaard in de markt waardoor het mogelijk is koppelingen te<br />

maken met o.a. het Elektronisch Patiëntendossier, een huisartsinformatiesysteem (HIS) en een<br />

ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS). Deze koppelingen kunnen plaatsvinden via HL7 standaarden en via<br />

beveiligde internetverbindingen waardoor ook de bruikbaarheid en continuïteit <strong>van</strong> de omgeving<br />

gewaarborgd is.<br />

In het geval dat er geen device voorhanden is met een internet toegang kan de vragenlijst op papier<br />

worden ingevuld en de zorgverlener kan vervolgens de antwoorden op een later tijdstip invoeren in de<br />

applicatie. Afhankelijk <strong>van</strong> de specifieke omstandigheden kunnen ouderen het triage-instrument zelf<br />

invullen op internet via een computer bij bijvoorbeeld een zorginstelling of thuis, dan wel geassisteerd of<br />

in een interview situatie. Dit aspect <strong>van</strong> toepasbaarheid is met name rele<strong>van</strong>t waar het uiteindelijke<br />

implementatie betreft en zal derhalve geregistreerd en geëvalueerd worden.<br />

Om de zorgverlener te helpen bij het vaststellen <strong>van</strong> prioriteiten wat betreft de (mogelijke) problemen en<br />

onvervulde zorgbehoeften zullen de antwoorden op de kwetsbaarheid, complexiteit en welbevinden<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 24


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

vragen overzichtelijk worden gepresenteerd door de applicatie via het gebruik <strong>van</strong> gekleurde labels. Ook<br />

zal de applicatie – op basis <strong>van</strong> de antwoorden <strong>van</strong> de oudere, en de ontwikkelde ouderenprofielen en<br />

zorgpaden die opgeslagen worden in de applicatie – een ouderenprofiel toewijzen en een lijst <strong>van</strong><br />

kandidaat zorgpaden genereren die de hulpverlener kan bespreken met de desbetreffende oudere (en<br />

mantelzorger). Het systeem kent een uitgebreid approval systeem wat het mogelijk maakt meerdere<br />

stappen <strong>van</strong> overleg in te voeren, bijvoorbeeld commentaar <strong>van</strong> een zorgverlener kan “voorlopig”<br />

worden ingevoerd en in een later stadium door een beslisser worden bevestigd waarna het in het<br />

systeem verwerkt wordt.<br />

Om de implementatie <strong>van</strong> het triage-instrument en de applicatie te verwezenlijken zullen we trainingen<br />

organiseren en handleidingen met instructies opstellen. Ook kent het systeem een uitgebreid<br />

helpmechanisme waardoor online ondersteuning tot de mogelijkheden behoort.<br />

De focus <strong>van</strong> dit programma is om de zorgverlener <strong>van</strong> dienst te zijn bij het prioriteren <strong>van</strong> (mogelijke)<br />

zorgpaden. Echter, de gegevens uit de eerste en vervolgmetingen zullen ook worden gebruikt voor de<br />

continue evaluatie en verbetering <strong>van</strong> de ouderenprofielen en zorgpaden, en ten behoeve <strong>van</strong> ander<br />

wetenschappelijk onderzoek.<br />

Met nadruk willen we stellen dat de applicatie geen besluiten zal nemen over de exacte problematiek bij<br />

een oudere, noch het te volgen zorgpad om de gevonden problemen te verminderen. De applicatie stelt<br />

slechts de scores op de onderdelen <strong>van</strong> het triage-instrument vast en helpt vervolgens de hulpverlener<br />

bij het vaststellen <strong>van</strong> mogelijke prioriteiten die voorgelegd worden aan de oudere. De applicatie is dus<br />

BESLUITVORMINGSONDERSTEUNEND. Wellicht zal blijken dat de ondersteunende rol <strong>van</strong> het<br />

triage-instrument (en de applicatie) bij de ouderen met een grote mate <strong>van</strong> zorgcomplexiteit bescheiden<br />

kan zijn. Het zijn uiteindelijk de hulpverlener en de oudere (met eventueel een mantelzorger) die in<br />

gezamenlijk overleg vaststellen wat de prioriteiten zijn, en welke zorgpaden bewandeld kunnen worden.<br />

Tot slot is de applicatie ook geen doel op zich maar een middel om dit innovatieve zorg- en<br />

besluitvormingsproces praktisch uitvoerbaar te maken en te ondersteunen. Uiteindelijk zijn het immers<br />

de zorgverlener met zijn/haar expertise en ervaring en de oudere met de eigen voorkeur die gezamenlijk<br />

bepalen welke zorgpaden rele<strong>van</strong>t zijn in een specifieke (zorg)situatie.<br />

Noot: in principe is het ook mogelijk om zonder applicatie als hulpverlener de meest belangrijke<br />

(mogelijke) zorgproblemen in het triage-instrument te detecteren, deze met de oudere te bespreken en<br />

een voorstel te doen voor kandidaat zorgpaden. Echter, dit betekent veel handwerk voor de hulpverlener<br />

en ook tijdsverlies voor het invoeren <strong>van</strong> de gegevens in de database waarmee (1) de ouderenprofielen<br />

en zorgpaden geëvalueerd en zonodig bijgesteld worden, (2) wetenschappelijk onderzoek gedaan kan<br />

worden en (3) managementinformatie kan worden gegenereerd.<br />

(6) implementatie <strong>van</strong> het triage-instrument, ouderenprofielen en zorgpaden<br />

Zoals beschreven zullen de zorgpaden onderdeel worden <strong>van</strong> de internetapplicatie dat in eerste<br />

instantie werd ontwikkeld voor het afnemen <strong>van</strong> het triage-instrument. Nadat de internet applicatie is<br />

aangevuld en vernieuwd met de ouderenprofielen en zorgpaden zullen de 20-25 werkplaatsen starten<br />

met het gebruik <strong>van</strong> deze vernieuwde applicatie in de praktijk. Zodra de hulpverlener (vrijwilliger,<br />

zorgverlener, enzovoort) en de oudere de (mogelijke) problemen en onvervulde zorgbehoeften hebben<br />

besproken zal de applicatie een lijst met kandidaat zorgpaden genereren waaruit de oudere in<br />

samenspraak met de hulpverlener kan kiezen. Kleine wijzigingen (ondermeer hoe het geselecteerde<br />

zorgpad wordt aangeboden) zijn voor de hulpverlener en oudere om daarover te beslissen.<br />

Zoals eerder genoemd is het feit dat het triage-istrument in pricipe bedoeld is om geautomatiseerd<br />

afgenomen te worden een onderdeel <strong>van</strong> de evaluatie (uiteraard zeer rele<strong>van</strong>t voor uiteindelijke<br />

implementatie). Welk deel <strong>van</strong> de ouderen op welke locaties (thuis, huisartsenpraktijk, loket thuiszorge<br />

etc.) toegang tot internet heeft en voldoende vaardigheden om vragenlijsten al dan niet geassisteerd in<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 25


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

te vullen zal vastgesteld worden. De resultaten zullen aanleiding tot het ontwerpen <strong>van</strong> een geschikte<br />

modus <strong>van</strong> afname afhankelijk <strong>van</strong> de situatie <strong>van</strong> de ouderen.<br />

De afname <strong>van</strong> het triage-instrument zal met regelmatige tussenpozen (in ieder geval iedere 12<br />

maanden) worden herhaald om te evalueren of het geselecteerde zorgpad (en daarmee de toegepaste<br />

interventies) succesvol is in het verminderen (of hanteren <strong>van</strong>) kwetsbaarheid en de onvervulde<br />

zorgbehoeften en in het verbeteren <strong>van</strong> het welbevinden. Dit kan aanleiding vormen tot wijziging <strong>van</strong> het<br />

profiel of het gekozen zorgpad (microniveau); en met het oog op evaluatie <strong>van</strong> de profielen en<br />

zorgpaden om daar waar mogelijk deze te verbeteren (meso niveau). Ook zal het invullen <strong>van</strong> de MDS<br />

op die tijdstippen worden herhaald om effecten <strong>van</strong> de zorgpaden te kunnen vaststellen op bijvoorbeeld<br />

zorggebruik (zie ook sectie ‘evaluatie <strong>van</strong> de zorgpaden’).<br />

Tenslotte is het belangrijk inzicht te krijgen in de snelheid <strong>van</strong> verandering <strong>van</strong> profielen. De laag<br />

kwetsbare, laag complexe zorg behoevende oudere met hoog welbevinden zal met grotere intervallen<br />

kunnen worden vervolgd dan ouderen hoger in het spectrum. Voor de implementatie is het uiteraard<br />

rele<strong>van</strong>t ook dit aspect mee te nemen en te evalueren.<br />

De deelnemers (waaronder Menzis, de Evean groep en de DHV) participeren binnen het bestuurlijk<br />

netwerk en staan daarmee garant voor de uitvoering en vervolgens implementatie <strong>van</strong> dit project binnen<br />

hun zorginstellingen.<br />

De verzamelde gegevens leiden dus tot kennis over de prevalentie <strong>van</strong> kwetsbaarheid, zorgcomplexiteit<br />

en welbevinden binnen de regio. Deze kennis is noodzakelijk om zorgpaden te ontwikkelen daar waar<br />

problemen/behoeften clusteren en de meeste gezondheidswinst te behalen valt, bijvoorbeeld in<br />

bepaalde ouderenprofielen. Vervolgmetingen met het triage-instrument zijn <strong>van</strong> belang voor het<br />

voortdurend evalueren en zonodig herontwerpen <strong>van</strong> ouderenprofielen en zorgpaden. Tot slot vormt het<br />

een rijke database voor wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld om ontwikkelingen te kunnen<br />

voorspellen en het geeft tevens de mogelijkheid tot het ontwikkelen <strong>van</strong> prestatie-indicatoren en het<br />

aanleveren <strong>van</strong> managementinformatie.<br />

(7) Evaluatie en validering <strong>van</strong> het triage-instrument (parallel onderzoeksproject)<br />

Zie het afzonderlijke NPO Regio Noord onderzoek ‘Het triage-instrument: (predictieve) validiteit <strong>van</strong> de<br />

Groninger Frailty Indicator, de INTERMED cliënt versie en de Welbevinden lijst (ZonMw<br />

60-61900-98-218)’.<br />

(8) Evaluatie <strong>van</strong> (kosten)effectiviteit <strong>van</strong> de zorgpaden (onderdeel <strong>van</strong> opeenvolgende<br />

onderzoeksprojecten)<br />

We zullen het succes <strong>van</strong> het transitie-experiment evalueren op de volgende ijkpunten.<br />

DEFINITIEF<br />

Na de start <strong>van</strong> het experiment in de werkplaatsen hebben we:<br />

(1) na zes maanden de data in onze database <strong>van</strong> minstens 500 thuisverblijvende ouderen (met of<br />

zonder thuiszorg), 500 ouderen verblijvend in een verpleeghuis (we werven minimaal 10<br />

verpleeghuizen), 500 ouderen verblijvend in een verzorgingshuis (minimaal 10 verzorgingshuizen) en<br />

500 ouderen opgenomen in een algemeen ziekenhuis (minimaal 5 ziekenhuizen). Met 100 ouderen in<br />

het kleinste ouderenprofiel kunnen we het percentage ouderen voor deze kleine cellen schatten met een<br />

nauwkeurigheid <strong>van</strong> 5-10% rond de werkelijke puntschatter (95% Betrouwbaarheidsinterval). Uiteraard<br />

is de praktische haalbaarheid <strong>van</strong> het invullen <strong>van</strong> het triage-instrument via een internet applicatie een<br />

belangrijk aspect <strong>van</strong> de evaluatie.<br />

(2) na 12 maanden hebben we betekenisvolle ouderenprofielen en voor 50% <strong>van</strong> de profielen hebben<br />

we tenminste een kandidaat zorgpad ontwikkeld die waarschijnlijk succesvol is.<br />

(3) na 18 maanden hebben we de internet applicatie (met triage-instrument, ouderenprofielen en de<br />

zorgpaden) geïmplementeerd bij minstens 75% <strong>van</strong> de werkplaatsen waarmee we zijn gestart bij het<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 26


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

begin <strong>van</strong> dit experiment.<br />

(4) Na 36 maanden hebben we de effectiviteit <strong>van</strong> het transitie-experiment vastgesteld in de<br />

werkplaatsen wat betreft de meerwaarde voor de ouderen: betere zelfredzaamheid, meer<br />

functiebehoud, minder zorggebruik en minder zorg / behandelbelasting. Ook zal de meerwaarde voor<br />

ouderen op welbevinden, kwetsbaarheid en zorgcomplexiteit worden gemeten.<br />

Voor dit doel zullen we de baseline triage-gegevens (i.e. gegevens die verzameld zijn voorafgaande aan<br />

de selectie en toepassing <strong>van</strong> zorgpaden, waaronder de MDS) en follow-up triage- en MDS-gegevens<br />

bij ouderen die een <strong>van</strong> de werkplaatsen hebben bezocht vergelijken met deze gegevens <strong>van</strong> ouderen<br />

die niet een werkplaats hebben bezocht (controle gebieden in de Regio Noord). Daarnaast zullen we de<br />

verschillen in gezondheidszorgkosten, aantallen visites bij de huisarts en transities tussen<br />

zorginstellingen vaststellen (MDS). Dit laatste wordt ook onderdeel <strong>van</strong> volgende projecten die de<br />

innovatieve zorg evalueren. De controle regio’s zullen in 2010 worden geworven onder de deelnemers<br />

<strong>van</strong> het Netwerk.<br />

(9) Planning, eindpunten/beslismomenten en terugkoppeling aan de programmacommissie<br />

De keerzijde <strong>van</strong> de keuze voor deze innovatieve aanpak is dat een exacte tijdsplanning in dit stadium<br />

moeilijk is. Immers, werkelijk innoverende transitie experimenten kunnen per definitie niet volledig <strong>van</strong><br />

moment tot moment tevoren gepland worden. Bovendien moeten toekomstige onderzoeks- en<br />

implementatieaanvragen die nog uit onze regio zullen komen, aansluiten bij of passen binnen de<br />

voorgestelde aanpak. Tot slot is – meer inhoudelijk gezien – de voortgang <strong>van</strong> het project afhankelijk<br />

<strong>van</strong> de inzichten die tijdens het project worden opgedaan. Mede door de voortdurende evaluatie <strong>van</strong><br />

ervaringen tijdens de voortgang met profielen en zorgpaden en de verbeteringen die worden<br />

aangebracht zullen doelen en uitkomsten steeds worden bijgesteld.<br />

Mei 2009 tot november 2009:<br />

Werven <strong>van</strong> werkplaatsen en ouderen die gevraagd zullen worden om de MDS en het triage-instrument<br />

in te vullen. Dit laatste gebeurt met de internet applicatie.<br />

Eindpunt: We gaan door naar de volgende fase als we de gegevens in onze database hebben <strong>van</strong><br />

tenminste:<br />

• 500 thuisverblijvende ouderen (met of zonder thuiszorg);<br />

• 500 ouderen verblijvend in een verpleeghuis;<br />

• 500 ouderen verblijvend in een verzorgingshuis;<br />

• 500 ouderen opgenomen in een algemeen ziekenhuis.<br />

Ook moet bij de evaluatie zijn gebleken dat het invullen <strong>van</strong> het triage-instrument via een internet<br />

applicatie niet op onoverkomelijke problemen is gestuit.<br />

December 2009 tot april 2010:<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> ouderenprofielen gebaseerd op de verzamelde data en de ontwikkeling <strong>van</strong> zorgpaden<br />

in multidisciplinaire panels.<br />

Eindpunt: We gaan door naar de volgende fase als we betekenisvolle ouderenprofielen hebben<br />

ontwikkeld en voor 50% <strong>van</strong> de profielen tenminste één kandidaat zorgpad is ontwikkeld dat naar<br />

verwachting succesvol is. Ook dient de internet applicatie aangevuld te zijn met de ouderenprofielen en<br />

zorgpaden zodat deze gegenereerd kunnen worden op het scherm zodra de triage-gegevens <strong>van</strong> een<br />

nieuwe oudere zijn ingevoerd. Dit wordt getest onder 4x10 ouderen (per setting 10 ouderen:<br />

thuiswonend, verpleeghuis, verzorgingshuis, algemeen ziekenhuis).<br />

Ouderen die onder een ouderenprofiel vallen waarvoor nog geen kandidaat zorgpad is ontwikkeld<br />

krijgen zorg- en behandelingstrategieën volgens huidige inzichten en gebruikelijke zorg aangeboden.<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 27


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Terugkoppeling: eind april 2010vindt een terugkoppeling plaats aan de programmacommissie met<br />

daarin een evaluatie <strong>van</strong> de voorliggende periode wat betreft de opgedane ervaringen en voortgang en<br />

een vooruitblik op de nog resterende periode en de haalbaarheid <strong>van</strong> de in deze aanvraag opgestelde<br />

doelen.<br />

Mei 2010 tot april 2012:<br />

Implementatie <strong>van</strong> het triage-instrument, ouderenprofielen en zorgpaden in de werkplaatsen en andere<br />

zorginstellingen in de Regio Noord. Triage-gegevens worden ingevoerd in een computer programma en<br />

voortdurend zullen we evalueren of de profielen en zorgpaden kunnen worden verbeterd en aangevuld<br />

met nieuwe zorgpaden.<br />

Eindpunt:<br />

(1) gestart wordt met een pilotfase met die ouderenprofielen en zorgpaden die het minst ingrijpend zijn<br />

wat betreft structuurveranderingen binnen de domeinen preventie, zorg, welzijn en behandeling – dit zijn<br />

waarschijnlijk profielen <strong>van</strong> ouderen die veelal zelfstandig wonen en zorgpaden voorgelegd krijgen met<br />

vooral een preventief karakter.<br />

(2) vervolgens zullen er nieuwe fases komen waarin steeds meer gecompliceerde en ingrijpende<br />

zorgpaden kunnen worden voorgesteld door de applicatie. Het moment <strong>van</strong> opeenvolging <strong>van</strong> deze<br />

fases is afhankelijk <strong>van</strong> de evaluatie <strong>van</strong> de voorgaande fases.<br />

Terugkoppeling: eind april 2011 vindt een terugkoppeling plaats aan de programmacommissie met<br />

daarin een evaluatie <strong>van</strong>af de voorgaande terugkoppeling wat betreft de opgedane ervaringen en<br />

voortgang en een vooruitblik op de nog resterende periode en de haalbaarheid <strong>van</strong> de in deze aanvraag<br />

opgestelde doelen.<br />

Gezien de aard <strong>van</strong> het NPO, de eisen die aan een transitie experiment worden gesteld (ambitieus,<br />

vernieuwend, etc) en de tijdsdruk waarin doelen behaald moeten worden kan het niet anders zijn dan<br />

dat er “risico’s” genomen worden. Het karakter <strong>van</strong> het NPO brengt met zich mee dat misschien<br />

sommige projecten niet tot de gewenste resultaten leiden. Dit is uiteraard inherent aan iedere innovatie,<br />

ook in de welzijnssector en geneeskunde. Met de voorgestelde aanpak beogen wij dit risico zoveel<br />

mogelijk te verkleinen, onder meer door de door ons gekozen strategie <strong>van</strong> voortdurende evaluatie en<br />

het herontwerpen <strong>van</strong> profielen en zorgpaden. Dit laatste gebeurt op basis <strong>van</strong> een continue stroom<br />

gegevens die verzameld worden met het triage-instrument. Wij stellen dat dit een goede en kansrijke<br />

manier is om op eenvoudige en toegankelijke wijze domeinen te inventariseren die op voorhand<br />

aansluiten bij de doelstellingen <strong>van</strong> goede ouderengeneeskunde, goed welzijnswerk en het verlenen <strong>van</strong><br />

holistische zorg.<br />

Wij verwachten dat met de bijdrage <strong>van</strong> ouderen, de projectgroep en overige betrokkenen het project<br />

een succes zal worden.<br />

Expertise, voorgaande activiteiten en producten / Expertise, prior activities and products<br />

Slaets is de afgelopen 10 jaar hoofd en medeaanvrager <strong>van</strong> diverse ZonMw gefinancierde studies met<br />

betrekking tot ouderenzorg (3 studies in het kader <strong>van</strong> het succesvol ouder worden programma, de<br />

STEPPED studie (depressie en diabetes) en de LIFE studie (delierpreventie).<br />

Slaets is lid <strong>van</strong> de wetenschappelijke raad <strong>van</strong> LifeLines.<br />

Slaets is onderzoeker in het PREVEND Cohort.<br />

Slaets is lid <strong>van</strong> de CCMO en bestuurslid <strong>van</strong> RIDE (NWO).<br />

Slaets is lid <strong>van</strong> diverse nationale commissie rondom ouderengeneeskunde: Gezondheidsraad, Raad<br />

voor Gezondheidsonderzoek, STG, KWF.<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 28


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Slaets is oprichter en hoofd <strong>van</strong> het Universitair Centrum voor Ouderengeneeskunde in het UMCG.<br />

Slaets is voorzitter <strong>van</strong> de sectie ouderengeneeskunde <strong>van</strong> de NIV.<br />

Slaets heeft een lang bestaand internationaal netwerk <strong>van</strong> onderzoekers via de INTERMED program<br />

management group.<br />

Slaets is lid <strong>van</strong> de stuurgroep Programma Ouderenzorg Evean-Menzis-UMCG. In deze groep zijn 6<br />

projecten ontwikkeld waar<strong>van</strong> er nu drie verder gaan in het Nationaal Programma (netwerkvisie,<br />

meetinstrumenten en interdisciplinair opleidingsinstituut)<br />

Mw.Dr.J.H.Dekker is huisarts en senior-onderzoeker bij de Academische huisartsenpraktijk resp.de<br />

Disciplinegroep Huisartsgeneeskunde <strong>van</strong> het UMCG. Zij heeft al haar onderzoek gedaan op<br />

huisartsgeneeskundig terrein en was betrokken bij de ontwikkeling <strong>van</strong> richtlijnen voor huisartsen (over<br />

fluor vaginalis, pelvic infammatory disease en het SOA consult). Zij is lid <strong>van</strong> de stuurgroep<br />

Kaderopleiding Huisartsen Urogynaecologie. Haar aandachtsgebied binnen de Disciplinegroep is de<br />

huisartsgeneeskundige zorg voor ouderen met complexe problemen. Zij leidt momenteel een project<br />

waarin een actieve benadering <strong>van</strong> oudere vrouwen met urine-incontinentie wordt onderzocht (ZonMw<br />

Programma Doelmatigheid). Mw.Dekker is lid <strong>van</strong> de commisie Wet Bevolkingsonderzoek en <strong>van</strong> de<br />

commissie Jaarbericht Bevolkingsonderzoek <strong>van</strong> de Gezondheidsraad.<br />

Erik Buskens is professor of MTA, a recently founded chair within the department of Epidemiology and<br />

Chair of the Board of Dutch Society for Technology Assessment in Health Care. He has lead an<br />

extension of the MTA research of the UMCG into the area of quality of life. He previously held a position<br />

as associate professor of MTA in UMC Utrecht. Since 1994 EB has been responsible for the majority of<br />

research in the area of medical technology assessment conducted in Utrecht. Over the years a more<br />

focused path was chosen on the evaluation of diagnosis, treatment and prevention of cerebrovascular<br />

disorder, i.e., stroke and subarachnoid haemorrhage. Recently a Doelmatigheid modelling study using<br />

value of added information analysis (applying a Bayesian approach) on optimal treatment of<br />

symptomatic carotid artery stenosis was successfully concluded under EBs supervision (PI). Also, EB is<br />

the PI of a study combining multiple trial data sets on the impact of secondary cardiovascular events in<br />

terms of quality of life (NHS). Furthermore EB was the co-supervisor in a project on minimally invasive<br />

coronary revascularization and a project on endovascular repair of abdominal aneurysma aortae.<br />

Additional projects successfully concluded (as PI) comprise the National influenza prevention program<br />

(CvZ) and prediction of pressure ulcers in hospitalized patients (ZonMW Preventie). Recently, a ZonMW<br />

prevention proposal by EB (PI) on primary and secondary prevention of ischemic stroke through<br />

screening for asymptomatic carotid artery stenosis was granted. Finally, EB is PI of an HTA<br />

methodology study on the application of modeling and simulation experiment to optimize implementation<br />

strategies in child health care.<br />

Han Boter is an assistant professor in epidemiology and started recently at the UMCG as a research<br />

coordinator for the Nationaal Programma Ouderenzorg in the Northern Region. Previously he obtained<br />

his PhD at the University Medical Centre Utrecht by studying in a randomized clinical trial the<br />

effectiveness of an outreach nursing stroke care programme for elderly with a stroke who were<br />

discharged home (HESTIA). Subsequently he developed a research programme on adherence and<br />

coordinated a European randomized clinical trial on the effectiveness of antipsychotics in first-episode<br />

schizophrenia (EUFEST).<br />

Marijke Kastermans is onder andere jarenlang werkzaam geweest bij de vakgroep<br />

Verplegingswetenschap <strong>van</strong> de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij onderwijs gaf en onderzoek<br />

verrichtte en begeleidde. Daarnaast heeft zij ervaring in het ontwikkelen <strong>van</strong> praktijkgerichte<br />

instrumenten die de zelfredzaamheid ondersteunen. Belangrijk aspect daarbij is het vertalen <strong>van</strong><br />

wetenschappelijke kennis naar de praktijk. Zij, en haar collega Karin Knuvers, hebben, in opdracht <strong>van</strong><br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 29


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

het UMCG, Menzis en de EveanGroep de welbevindenlijst 'Waar beleven ouderen plezier aan'<br />

ontwikkeld en zijn betrokken bij het ontwikkelen <strong>van</strong> de self assessment versie <strong>van</strong> INTERMED.<br />

DEFINITIEF<br />

Antoinette <strong>van</strong> Etten is verpleegkundige en socioloog (organisatie en beleid in de gezondheidszorg) Mw.<br />

Van Etten heeft diverse beleid-en management functies bekleed in de gezondheidzorg. Eerst als<br />

beleidsmedewerker en later als (plv.) directeur <strong>van</strong> de Nationale Commissie Chronisch Zieken. Sinds<br />

1998 werkzaam binnen het UMCG en het management <strong>van</strong> diverse projecten gedaan, waaronder: opzet<br />

<strong>van</strong> traumacentrum en de helikoptervoorziening, Academische Huisartsenpraktijk Groningen,<br />

reorganisatie disciplinegroep Epidemiologie, organisatieadviseur binnen sector B (snijdende vakken),<br />

Lean Six Sigma projecten (Thoraxcentrum en polikliniek Oogheelkunde) en sinds juni 2008 als<br />

programma manager ouderenzorg.<br />

Dr FJ Huyse is zelfstandig gevestigd consulent geïntegreerde zorg. Hij geeft consulten en trainingen aan<br />

instellingen en beroepsverenigingen over het opzetten <strong>van</strong> geïntegreerde zorg met behulp <strong>van</strong> de<br />

INTERMED (IM)-technologie; de methode en de daarbij behorende webservices. Als psychiater was hij<br />

<strong>van</strong> 1981 tot 2002 werkzaam als hoofd <strong>van</strong> de Psychiatrische Consultatieve Dienst <strong>van</strong> het<br />

VUmcAmsterdam en <strong>van</strong> 2002 tot 2008 als consulent geïntegreerde zorg bij de afdeling algemene<br />

interne geneeskunde <strong>van</strong> het UMCG Groningen. Hij is de geestelijk vader <strong>van</strong> de IM-methode die hij<br />

samen met een internationale groep clinici en onderzoekers ontwikkelde. De empirisch gevalideerde<br />

methode is beschikbaar in 7 talen. In 2006 werden de argumenten voor geïntegreerde zorg voor<br />

complexe patiënten en de research met de IM-methode samengevat in het boek “Integrated care for the<br />

complex medicallyill” dat hij samen met Prof DrFredrich Stiefel uit Lausanne Zwitserlandredigeerde. Het<br />

werd gepubliceerd in de reeks MedicalClinics of NorthAmerica (ElsevierJuni 2006). In 2007 werd hij door<br />

zijn Amerikaanse beroepsvereniging –de Academy of PsychosomaticMedicine- voor zijn werk op het<br />

gebied <strong>van</strong> geïntegreerde zorg onderscheiden met de Thomas P Hackettaward. Zijn visie en de<br />

klinische betekenis <strong>van</strong> de IM-methode werden recent beschreven in een interview in Medisch Contact:<br />

Recht op Integrale zorg. Complexe patiënten hebben meer nodig dan een strikt medische diagnose.<br />

Henk Maassen. Medisch Contact 63(12):503-506, 2008.<br />

Tjomme de Graas is verpleeghuisarts in de regio Zaanstreek. Hij is betrokken bij de opzet <strong>van</strong> een<br />

nieuwe interdisciplinaire opleiding voor ouderenzorg, verbonden aan het UMCG. Daarnaast is hij in de<br />

Zaanstreek betrokken bij een aantal projecten, om gestalte te geven aan de keten ouderenzorg. Dit in<br />

samenwerking met de lokale partners in de eerste en tweede lijn.<br />

Publicaties / Publications<br />

Berendsen AJ et al. Collaboration with general practitioners: preferences of medical specialists A<br />

qualitative study. BMC Health Serv Res 2006;6:155<br />

Blankensteijn JD et al. Two-year outcomes after conventional or endovascular repair of abdominal aortic<br />

aneurysms. N Engl J Med 2005;352:2398-405<br />

Bouma M, Dekker JH, <strong>van</strong> Eijk JT, Schellevis FG, Kriegsman DM, Heine RJ. Metabolic control and<br />

morbidity of type 2 diabetic patients in a general practice network. Can Fam Physician 2001; 47: 1205-7.<br />

Bouma, M. E. Kadijk, M. Kastermans. Sprong naar vraaggerichtheid. Werkboek voor kwaliteits- en<br />

scholingsfunctionarissen en onderwijsontwikkelaars. Groningen: 2004.<br />

Buskens E. [Policy decisions from a societal perspective: local or national evaluation of health related<br />

quality of life not necessary] Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1553-5<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 30


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Buskens E. [Value of cost-utility analysis; evidence-based policy making] Ned Tijdschr Geneeskd<br />

2004;148:1074-6<br />

Buskens E. Endovascular repair of abdominal aortic aneurysm. Lancet 2005;366:890-1<br />

Buskens E. No nonagenarians please! Arch Surg 2006;141:104<br />

de Jonge P et al. Care complexity in the general hospital: results from a European study.<br />

Psychosomatics 2001;42:204-12<br />

de Jonge P et al. Depressive Symptoms Following a Somatic Illness Event in the Elderly: Prevalence,<br />

Persistence and Risk Factors. Pychosomatics 2006;47:33-42<br />

de Jonge P et al. Depressive symptoms in elderly patients predict poor adjustment after somatic events.<br />

Am J Geriatr Psychiatry 2004;12:57-64<br />

de Jonge P et al. INTERMED A clinical instrument for biopsychosocial assessment. Psychosomatics<br />

2001;42:106-9<br />

de Jonge P et al. Risk factors for complex care needs in general medical inpatients: results from a<br />

European study. Psychosomatics 2001;42:213-21<br />

de Jonge P et al. Timing of psychiatric consultations: the impact of social vulnerability and level of<br />

psychiatric dysfunction. Psychosomatics 2000;41:505-11<br />

Dekker JH. Incontinentie voor urine bij ouderen. In: Fragiele Ouderen. Bijblijven 2006: 22 (9): 45-50.<br />

Delville, A, K. Knuvers. Ieder slot zijn eigen sleutel. Utrecht: 2007.<br />

Elzen-Henrike et al. Evaluation of the chronic disease self-management program (CDSMP) among<br />

chronically ill older people in the Netherlands. Soc Sc Med 2007;64:1832-41<br />

Fink P et al. A brief diagnostic screening instrument for mental disturbances in general medical wards. J<br />

Psychosom Res 2004;57:17-24<br />

Frieswijk N et al. Subjective Well-Being in Frail Older Persons: why social comparison orientation and<br />

self-management are important. RIPS/IRSP 2007;20:105-24<br />

Frieswijk N et al. The Effectiveness of a Bibliotherapy in Increasing the Self-Management Ability of<br />

Slightly to Moderately Frail Elderly. Submitted J Cons Clin Psych<br />

Frieswijk N et al. The Interpretation of Social Comparison and its Relation to Life Satisfaction among<br />

Elderly People: Does Frailty Make a Difference? J Gerontol Psych Sc 2004<br />

Hak E et al. Do recommended high-risk adults benefit from a first influenza vaccination? Vaccine<br />

2006;24:2799-802<br />

Hak E et al. Modelling the health-economic impact of the next influenza pandemic in The Netherlands.<br />

Vaccine 2006;24:6756-60<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 31


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

DEFINITIEF<br />

Hegeman JH et al. Doeltreffende opsporing <strong>van</strong> osteoporose in de fractuur- en osteoporosepolikliniek in<br />

Groningen; analyse na de eerste 100 patienten. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:2180-5<br />

Huijse FJ et al. A new role for C-L psychiatry: from ad-hoc services to integrated service delivery.<br />

Huijse FJ et al. COMPRI An instrument to detect patients with complex care needs: results from a<br />

European study. Psychosomatics 2001;42:222-8<br />

Huijse FJ et al. Operationalizing the biopsychosocial model: the intermed. Psychosomatics 2001;42:5-13<br />

Jabaaij L et al. Recently enlisted patients in general practice use more health care resources. BMC Fam<br />

Pract 2007;8:64<br />

Jabaaij L, de Bakker DH, Schers HJ, Bindels PJ, Dekker JH, Schellevis FG. Recently enlisted patients in<br />

general practice use more health care resources. BMC Fam Pract. 2007 Nov 29;8:64.<br />

Jonge PD et al. Mental disturbances and perceived complexity of nursing care in medical inpatients:<br />

results from a European study. J Adv Nurs 2001;36:355-63<br />

Kastermans, M., D de Vries, M Wigboldus, K. Knuvers. Zelfredzaam zijn, zelfredzaam blijven –<br />

persoonlijke verzorging en huishouden. Utrecht: 2007.<br />

Kastermans, M., D. de Vries. Zelfredzaam wonen voor ouderen. Utrecht: 2007.<br />

Knuvers, K., M. Kastermans, M. Spithoven. Gids voor zelfredzaamheid. Eten (voor)bereiden, eten en<br />

drinken, huishouden en woonaspecten<br />

Ostendorf M et al. Patient-reported outcome in total hip replacement. A comparison of five instruments<br />

of health status. J Bone Joint Surg Br 2004;86:801-8<br />

Ostendorf M et al. Waiting for total hip arthroplasty: avoidable loss in quality time and preventable<br />

deterioration. J Arthroplasty 2004;19:302-9<br />

Schuurmans H et al. Old or frail: What tells us more? J Gerontol A Med Sci 2004;59:962–5<br />

Slaets JP. [Perspectives in geriatrics: a good time for reorientation?]. Tijdschr Gerontol Geriatr<br />

2000;31:3-6<br />

Slaets JP. ['The old man's friend': differences between The Netherlands and the United States with<br />

regards to decision-making for the treatment of pneumonia in nursing home patients with dementia]. Ned<br />

Tijdschr Geneeskd 2007;151:905-6<br />

Slaets JP. [The prevalence of combined vision impairment and hearing loss: the importance of<br />

comorbidity studies]. Ned Tijdschr Geneeskd 2007;151:1451-3<br />

Slaets JPJ. De oudere patiënt. In Consultatieve inwendige geneeskunde. ROB Gans, SJ Hoorntje en<br />

RJM Strack <strong>van</strong><br />

Schijndel (red). Bohn Stafleu <strong>van</strong> Loghum, Houten 2004<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 32


<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Slaets JPJ. Kwetsbaarheid bij ouderen: frailty. In Bijblijven. Bohn Stafleu <strong>van</strong> Lochum 2006;22:6-12<br />

Slaets JPJ. Vulnerability in the Elderly: Frailty. Med Clin N Am 2006;90:593–601<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

Stiefel FC et al. Operationalizing Integrated Care on a Clinical Level: the INTERMED Project. In:<br />

Integrated Care for the Complex Medically ill. Med Clin N Am 2006;90:713-58<br />

Stolk RP et al. Universal risk factors for multifactorial diseases: LifeLines: a three-generation<br />

population-based study. Eur J Epi 2008;23:67-74<br />

Timans W. et al. A Delphi Study on Six Sigma tools and techniques. Total Quality Management and<br />

Business Excellence, 2008<br />

<strong>van</strong> der Schaaf IC et al. Psychosocial impact of finding small aneurysms that are left untreated in<br />

patients previously operated on for ruptured aneurysms. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2006;77:748-52<br />

<strong>van</strong> Stel HF, Buskens E. Comparison of the SF-6D and the EQ-5D in patients with coronary heart<br />

disease. Health Qual Life Outcomes 2006;25:4-20<br />

Wermer MJ et al. Yield of screening for new aneurysms after treatment for subarachnoid hemorrhage.<br />

Neurology 2004;6:369-75<br />

Wymenga AN et al. Treatment of cancer in old age, shortcomings and challenges. Neth J Med<br />

2001;59:259-66<br />

DEFINITIEF<br />

Referenties / References<br />

de Jonge P., Huyse F.J., Slaets J.P., Herzog T., Lobo A., Lyons J.S., Opmeer B.C., Stein B., Arolt V.,<br />

Balogh N., Cardoso G., Fink P., Rigatelli M., <strong>van</strong> Dijck R., Mellenbergh G.J. Care complexity in the<br />

general hospital: results from a European study. Psychosomatics 42, 2001a, p. 204-212.<br />

de Jonge P., Huyse F.J., Stiefel F.C., Slaets J.P., Gans R.O. INTERMED--a clinical instrument for<br />

biopsychosocial assessment. Psychosomatics 42, 2001b, p. 106-109.<br />

Fried L.P., Ferrucci L., Darer J., Williamson J.D., Anderson G. Untangling the concepts of disability,<br />

frailty, and comorbidity: implications for improved targeting and care. J Gerontol A Biol Sci Med Sci 59,<br />

2004, p. 255-263.<br />

Gangi Herms A.M., Pinggera G.M., de Jonge P., Strasser H., Sollner W. Assessing health care needs<br />

and clinical outcome with urological case complexity: a study using INTERMED. Psychosomatics 44,<br />

2003, p. 196-203.<br />

Gezondheidsraad. Ouderdom komt met gebreken (publicatienr. 2008/01). Gezondheidsraad, Den Haag,<br />

2008.<br />

Huyse F.J., Lyons J.S., Stiefel F., Slaets J., de Jonge P., Latour C. Operationalizing the biopsychosocial<br />

model: the intermed. Psychosomatics 42, 2001, p. 5-13.<br />

Huyse F.J., Lyons J.S., Stiefel F.C., Slaets J.P., de Jonge P., Fink P., Gans R.O., Guex P., Herzog T.,<br />

Lobo A., Smith G.C., <strong>van</strong> Schijndel R.S. "INTERMED": a method to assess health service needs. I.<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 33


Development and reliability. Gen Hosp Psychiatry 21, 1999, p. 39-48.<br />

Ormel J., Lindenberg S., Steverink N., Vonkorff M. Quality of life and social production functions: a<br />

framework for understanding health effects. Soc Sci Med 45, 1997, p. 1051-1063.<br />

Schuurmans H., Steverink N., Lindenberg S., Frieswijk N., Slaets J.P. Old or frail: what tells us more? J<br />

Gerontol A Biol Sci Med Sci 59, 2004, p. M962-M965.<br />

Slaets J. Kwetsbaarheid bij ouderen: frailty. Bijblijven 22, 2006a, p. 6-12.<br />

<strong>Subsidieaanvraag</strong>formulier / Grant Application Form<br />

Dossier nummer / Dossier number: 60-61900-98-122<br />

Slaets J.P. Vulnerability in the elderly: frailty. Med Clin North Am 90, 2006b, p. 593-601.<br />

DEFINITIEF<br />

Steverink N., Lindenberg S. Which social needs are important for subjective well-being? What happens<br />

to them with aging? Psychol Aging 21, 2006, p. 281-290.<br />

Stiefel F.C., de Jonge P., Huyse F.J., Guex P., Slaets J.P., Lyons J.S., Spagnoli J., Vannotti M.<br />

"INTERMED": a method to assess health service needs. II. Results on its validity and clinical use. Gen<br />

Hosp Psychiatry 21, 1999a, p. 49-56.<br />

Stiefel F.C., de Jonge P., Huyse F.J., Slaets J.P., Guex P., Lyons J.S., Vannotti M., Fritsch C., Moeri R.,<br />

Leyvraz P.F., So A., Spagnoli J. INTERMED--an assessment and classification system for case<br />

complexity. Results in patients with low back pain. Spine 24, 1999b, p. 378-384.<br />

Stiefel F.C., Huyse F.J., Sollner W., Slaets J.P., Lyons J.S., Latour C.H., <strong>van</strong> der Wal N., de Jonge P.<br />

Operationalizing integrated care on a clinical level: the INTERMED project. Med Clin North Am 90, 2006,<br />

p. 713-758.<br />

<strong>van</strong> Iersel M.B., Olde Rikkert M.G.M. Frailty criteria give heterogeneous results when applied in clinical<br />

practice. J Am Geriatr Soc 54, 2006, p. 728-729.<br />

Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 17-02-2009 09:19 p. 34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!