28.09.2014 Views

5 - Training Registration System

5 - Training Registration System

5 - Training Registration System

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

WERKPLAATS HANDBOEK<br />

TRW STUURHUIZEN<br />

Gehele of gedeeltelijke overneming of reproduktie van de inhoud van deze uitgave,<br />

op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van<br />

DAF BUS INTERNATIONAL is verboden, behoudens de beperking bij de wet gesteld.<br />

Het verbod betreft ook gehele of gedeeltelijke bewerkingen.<br />

9635 DW 050251


7 STUURHUIZEN<br />

Inhoud<br />

INHOUD Bladzijden Datum<br />

1. ALGEMEEN ......................................................................................... 1-1................................... 9635<br />

1.1 Werking stuurhuis ...................................................................... 1-1................................... 9635<br />

1.2 Stuurhuis .................................................................................... 1-4................................... 9635<br />

1.3 Overzicht stuurinrichting ............................................................ 1-5................................... 9635<br />

2. TECHNISCHE GEGEVENS EN SPECIAAL GEREEDSCHAP ........... 2-1................................... 9635<br />

2.1 Technische gegevens ................................................................. 2-1................................... 9635<br />

2.2 Speciaal gereedschap ................................................................ 2-3................................... 9635<br />

3. EINDBEGRENZINGSVENTIELEN INSTELLEN................................. 3-1................................... 9635<br />

4. DRUKPUNT AFSTELLEN................................................................... 4-1................................... 9635<br />

5. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN PITMANARM............................ 5-1................................... 9635<br />

6. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN STUURHUIS ............................ 6-1................................... 9635<br />

7. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN STUURSTOEL ......................... 7-1................................... 9635<br />

5<br />

8. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN OVERDRUKVENTIEL.............. 8-1................................... 9635<br />

9. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN PAKKING SECTORAS ............ 9-1................................... 9635<br />

10. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN KEERRING WORMAS ............. 10-1................................. 9635<br />

9635 1


STUURHUIZEN 7<br />

Inhoud<br />

5<br />

2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Algemeen<br />

1. ALGEMEEN<br />

1.1 Werking stuurhuis<br />

Het stuurhuis werkt volgens het kogelkringloop-principe. Het stuurhuis bestaat uit een huis (9) en een<br />

zuiger (11), welke werkt als bekrachtigingszuiger. De stuuras (6) is d.m.v een torsiestaaf (4) verbonden<br />

met het wormwiel (3). Tussen de stuuras (6) en het wormwiel (3) is het regelventiel (5) van de bekrachtiging<br />

gemonteerd.<br />

Wanneer men het stuurwiel verdraait, wordt ook het wormwiel (3), die d.m.v torsiestaaf (4) met de<br />

stuuras verbonden is, links danwel rechtsom bewogen. Hierdoor zal het wormwiel (3) d.m.v. de kogels<br />

de zuiger (11) axiaal in het huis (9) verplaatsen. Afhankelijk van de weerstand van de wielen op het<br />

wegdek, zal de torsiestaaf (4) torderen en hiermee het regelventiel (5) bedienen. Door het bedienen van<br />

het regelventiel (5) opent de verbinding tussen oliepomp en cilinderruimte, waardoor de zuiger (11) zich<br />

axiaal door de cilinderboring verplaatst.<br />

De axiale verplaatsing van de zuiger zorgt voor een verdraaiing van de sectoras en hiermee voor een<br />

stuurbeweging.<br />

5<br />

1. Bout<br />

2. Eindbegrenzingsventiel<br />

3. Wormwiel<br />

4. Torsiestaaf<br />

5. Regelventiel<br />

6. Ingaande as (stuuras)<br />

7. Kleppenhuis<br />

8. Kogel<br />

9. Huis<br />

10. Uitgaande as (sectoras)<br />

11. Zuiger<br />

12. Inbusafstelbout<br />

9635 1-1


STUURHUIZEN 7<br />

Algemeen<br />

Neutraalstand<br />

5<br />

Rotatie met de wijzers<br />

van de klok mee<br />

Rechtse bocht<br />

Rotatie tegen de<br />

wijzers van de klok in<br />

Linkse bocht<br />

1-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Algemeen<br />

Eindbegrenzingsventielen<br />

Het TRW stuurhuis is uitgevoerd met twee eindbegrenzingsventielen, een aan elke zijde van de zuiger.<br />

Een van de eindbegrenzingsventielen (links of rechts), zal afhankelijk van de stuurrichting, bediend<br />

worden wanneer het wiel tegen de wielaanslag komt.<br />

Het bediende eindbegrenzingsventiel verminderd de druk in het systeem en helpt de door de stuurpomp<br />

ontwikkelde warmte te reduceren.<br />

Tevens verminderen de eindbegrenzingsventielen de krachten op de stuurinrichting.<br />

De eindbegrenzingsventielen stellen zich na het inbouwen van de stuurinrichting automatisch in bij de<br />

eerste volledige stuuruitslag van uiterst links naar uiterst rechts.<br />

5<br />

9635 1-3


STUURHUIZEN 7<br />

Algemeen<br />

1.2 Stuurhuis<br />

5<br />

Opmerking<br />

Het vervangen van pakking (4) en keerring (25) is toegestaan, het vervangen van overige onderdelen<br />

niet.<br />

1-4 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Algemeen<br />

1.3 Overzicht stuurinrichting<br />

5<br />

1. Stuurhuis<br />

2. Stuurstoel<br />

3. Aanslagsteun<br />

4. Aanslagbout<br />

5. Pitmanarm<br />

6. Stuurstang<br />

7. Wielaanslagbout<br />

8. Stuuras<br />

9635 1-5


STUURHUIZEN 7<br />

Algemeen<br />

5<br />

1-6 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Technische gegevens en speciaal gereedschap<br />

2. TECHNISCHE GEGEVENS EN SPECIAAL GEREEDSCHAP<br />

2.1 TECHNISCHE GEGEVENS<br />

AANHAALMOMENTEN<br />

(tussen haakjes de pos.nrs., zie onderdelentekening):<br />

SB(R)3015 SB2100<br />

SB2750<br />

TB2100RT<br />

Borgmoer eindbegrenzingsventiel (9) : 25±5 Nm 25±5 Nm<br />

Bout (10) : 75±7 Nm 75±7 Nm<br />

Bevestigingsbouten stuurhuis : 480±40 Nm 480±40 Nm<br />

Bevestigingsbouten stuurstoel : 226±18 Nm 274±22 Nm<br />

Pitmanarmmoer (11) : 520±10 Nm 550±25 Nm<br />

Bevestigingsbouten zijdeksel (3) : 170±5 Nm 170±5 Nm<br />

Borgmoer stelbout op sectoras (1) : 57±3 Nm 57±3 Nm<br />

Afdichtplug overdrukventiel (18) : 40 Nm 40 Nm<br />

Afdichtplug(en) (21), (22) : 40 Nm 40 Nm<br />

Ontluchter (31) : - 6 Nm<br />

Bevestigingsbouten haakse tandwielkast (34) : - 60±10 Nm<br />

Vulplug (36) : - 35±5 Nm<br />

Stuurhuis type TRW TAS 75<br />

5<br />

UITVOERING 609 624 631/632<br />

Overbrengverhouding 19,2:1 21,4:1 19,2:1<br />

Max. pitmanarmverdraaing 95° 95° 95°<br />

Max. aantal stuurwielomwentelingen<br />

5,34 5,94 5,34<br />

Max. lekolie bij 115-120 bar 2,5 l/min 2,5 l/min 2,5 l/min<br />

Voor bovengenoemde stuurhuizen geldt bovendien:<br />

Overdrukventiel in stuurhuis ingebouwd<br />

Max. druk : 150 ± 4 bar<br />

Worm : LHD: linkse spoed<br />

: RHD: rechtse spoed<br />

Hydraulisch draaimoment : maximum 5410 Nm (bij 90% rendement)<br />

Eindbegrenzingsventielen : automatisch<br />

Eindbegrenzingsdruk : 80 - 100 bar<br />

Maximale doorstromingshoeveelheid : 26 l/min<br />

Axiale speling ingaande as : niet toegestaan<br />

Radiale speling ingaande as : maximaal 1,5 mm<br />

Olie<br />

Maximum temperatuur : 100°C<br />

Type : SHELL, DONAX TM, ATF, dexron II D<br />

Inhoud haakse tandwielkast : 40 cc<br />

Vet<br />

Type : S-M1C 1021-B, Beslux-1021-B<br />

9635 2-1


STUURHUIZEN 7<br />

Technische gegevens en speciaal gereedschap<br />

2.2 SPECIAALGEREEDSCHAP<br />

5<br />

0535653<br />

Manometer voor het afstellen van<br />

de eindbegrenzingsventielen<br />

Pitmanarmtrekker<br />

A: 0535891<br />

B: 0694786<br />

C: 0694916<br />

0535996<br />

Afstelkaliber voor controle van de maximale<br />

systeemdruk<br />

1240095<br />

Stempel aanbrengen keerring wormas<br />

1276448<br />

Inbusafstelschroef<br />

01114B<br />

2-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Eindbegrenzingsventielen instellen<br />

3. EINDBEGRENZINGSVENTIELEN<br />

INSTELLEN<br />

INSTELLING BIJ EERSTE MONTAGE<br />

LET OP:<br />

De stuuras (ingaande as) mag niet<br />

meer dan 1,5 omwenteling vanuit het<br />

midden verdraaid worden, voordat het<br />

stuurhuis definitief op zijn plaats zit<br />

en de stuurstang is aangesloten. De<br />

eindbegrenzingsventielen kunnen<br />

anders te ver in de zuiger schuiven.<br />

1. Zorg dat het stuurhuis vast zit (zie technische<br />

gegevens).<br />

2. De pitmanarm en de stuurstang moeten<br />

aangebracht zijn.<br />

3. Stel de wielinslag in d.m.v. de wielaanslagbouten<br />

op de fusees.<br />

4. Laat de motor stationair draaien.<br />

5. Draai het stuur geheel linksom en geheel<br />

rechtsom.<br />

6. Zet de motor af.<br />

5<br />

De complete eindbegrenzingsventielen zijn nu op<br />

de juiste plaats in de zuiger gedrukt, en hebben<br />

daarmee zichzelf ingesteld.<br />

INSTELLING ACHTERAF<br />

A. GROTERE WIELINSLAG<br />

Als er een grotere wielinslag nodig en mogelijk is<br />

kan de instelling eenvoudig veranderd worden.<br />

Zorg dat het voertuig onbeladen is.<br />

1. Stel de wielinslag in d.m.v. de wielaanslagbouten<br />

op de fusees.<br />

2. Laat de motor stationair draaien.<br />

3. Draai het stuur geheel linksom en geheel<br />

rechtsom.<br />

4. Zet de motor af.<br />

De complete eindbegrenzingsventielen zijn nu op<br />

de juiste plaats in de zuiger gedrukt, en hebben<br />

daarmee zichzelf ingesteld.<br />

9635 3-1


STUURHUIZEN 7<br />

Eindbegrenzingsventielen instellen<br />

B<br />

KLEINERE WIELINSLAG<br />

1. Het instellen van de eindbegrenzingsventielen<br />

dient te gebeuren met een onbeladen<br />

voertuig!!<br />

2. Zet de motor af.<br />

Hef het voertuig bij de vooras op en zet de<br />

wielen in de rechtuit stand, ondersteun de<br />

vooras zodanig dat deze op rijhoogte staat.<br />

3. Neem de stuurstang bij de vooras los.<br />

Voorinstelling eindbegrenzingsventielen<br />

1. Verwijder de bout met onderlegring uit het<br />

stuurhuis (alleen indien er nog geen inbusstelschroef<br />

gemonteerd is).<br />

5<br />

2. Draai de borgmoer van de aanslagbout zover<br />

terug totdat de achterkant van de moer gelijk<br />

ligt met het einde van de inbustapeind.<br />

Draai de inbustapeind, zonder de moer te<br />

verdraaien, zover in het stuurhuis dat de moer<br />

tegen het aanlegvlak van het stuurhuis ligt.<br />

3 Draai de borgmoer vast met het juiste<br />

aanhaalmoment, zie technische gegevens.<br />

Opmerking:<br />

Het kan in sommige gevallen noodzakelijk<br />

zijn de sectoras (pitmanarm) iets te<br />

bewegen vanuit de middenstand om de<br />

inbustapeind in het eindbegrenzingsventiel<br />

te kunnen laten vallen. Zet daarna<br />

het stuur weer in de middenstand.<br />

4. Vul het pompreservoir bij met de voorgeschreven<br />

hydraulische olie.<br />

5. Verwijder de stuuraanslagbout met<br />

afstandsbus en vulringen.<br />

3-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Eindbegrenzingsventielen instellen<br />

6. Laat de motor stationair lopen.<br />

Draai het stuurwiel rechtsom (R) tot tegen de<br />

aanslag.<br />

Hierdoor verplaatst de zuiger zich richting<br />

inbusafstelschroef. Draai wanneer het<br />

eindbegrenzingsventiel contact maakt met de<br />

inbusafstelschroef, voelbaar door een zwaarder<br />

draaiend stuurwiel, het stuurwiel verder<br />

rechtsom tot tegen de wielaanslagbout<br />

(maximale wieluitslag). Het eindbegrenzingsventiel<br />

is in positie gebracht voor automatische<br />

afstelling.<br />

Zet de wielen in de rechtuitstand en zet de<br />

motor af.<br />

7. Zet de stuurstang aan vooraszijde weer vast.<br />

8. Monteer de stuuraanslagbout met vulringen<br />

weer.<br />

5<br />

Opmerking:<br />

Controleer of de wielen eerst tegen de aanslagbouten<br />

op de as komen voordat de<br />

pitmanarm tegen de stuuraanslag komt.<br />

Verwijder zonodig vulring(en) om dit te bereiken.<br />

Controleer tevens dat de stuurstang de<br />

linker reactiestangsteun niet raakt.<br />

Instellen eindbegrenzingsventielen<br />

9. Draai de borgmoer los en draai de inbusafstelschroef<br />

15-17 mm uit.<br />

Draai de moer stevig vast, ervoor zorgend dat<br />

de inbusafstelschroef niet verdraaid.<br />

Waarschuwing<br />

De bout mag niet meer dan 17 mm<br />

uitsteken om voldoende draad over te<br />

houden om in het huis te kunnen<br />

schroeven. Een grotere maat kan<br />

leiden tot verlies van de bout en<br />

daarmee van stuurkracht.<br />

9635 3-3


STUURHUIZEN 7<br />

Eindbegrenzingsventielen instellen<br />

10. Draai nu de moer aan met het juiste<br />

aanhaalmoment, zie technische gegevens.<br />

11. Laat de motor stationair lopen. Draai het<br />

stuurwiel linksom (L) tot tegen de wielaanslagbout.<br />

Hierdoor wordt het eindbegrenzingsventiel<br />

automatisch afgestemd t.o.v de<br />

desbetreffende wielaanslagbout.<br />

12. Monteer een manometer in de aanvoerleiding<br />

naar het stuurhuis.<br />

5<br />

13. Met de motor stationair draaiend, draai het<br />

stuurwiel rechtsom (R) tot tegen de wielaanslagbout.<br />

Hierdoor verplaatst de zuiger zich richting<br />

inbusafstelschroef aan de gesloten zijde van<br />

het stuurhuis. Vanaf dit punt werkt het<br />

systeem op maximale druk.<br />

Waarschuwing:<br />

Onder geen enkele voorwaarde mag<br />

de maximale druk langer als<br />

5 seconden aangehouden worden, dit<br />

om interne schade aan het stuurhuis<br />

te voorkomen.<br />

14. Houd het stuur tegen de aanslag en draai de<br />

moer een slag los, draai nu de inbusafstelbout<br />

voorzichtig in zonder de moer te verdraaien.<br />

Draai de inbusafstelbout in totdat de<br />

stuurdruk ligt tussen 80 -100 bar.<br />

OPMERKING<br />

Draai de inbusafstelbout voorzichtig in, indien de<br />

afsteldruk onder de 80 bar komt dient de gehele<br />

instelprocedure B, blz. 3-2, opnieuw herhaald te<br />

worden.<br />

Zet de motor af.<br />

15 Draai de borgmoer vast met het juiste<br />

aanhaalmoment, zie technische gegevens.<br />

Verwijder de manometer.<br />

3-4 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Eindbegrenzingsventielen instellen<br />

16 Controleer het olieniveau van het stuurbekrachtigingsreservoir.<br />

De eindbegrenzingsventielen zijn nu correct<br />

afgesteld.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Wanneer eenmaal de inbusafstelbout<br />

met moer gemonteerd is en de<br />

wielinslag handmatig is ingesteld,<br />

dient de bovenstaande procedure<br />

herhaald te worden na het verkleinen<br />

of vergroten van de wieluitslag d.m.v<br />

de wielaanslagbouten.<br />

Dit om ervoor te zorgen dat beide<br />

eindbegrenzingsventielen correct<br />

afgesteld zijn.<br />

LET OP:<br />

De stuuras (ingaande as) mag niet<br />

meer dan 1,5 omwenteling vanuit het<br />

midden verdraaid worden, voordat het<br />

stuurhuis definitief op zijn plaats zit<br />

en de stuurstang is aangesloten. De<br />

eindbegrenzingsventielen kunnen<br />

anders te ver in de zuiger schuiven.<br />

5<br />

Als men er niet zeker van is dat de<br />

eindbegrenzingsventielen niet te ver<br />

verschoven zijn moet na de eerste<br />

montage worden gecontroleerd of de<br />

eindbegrenzingsdruk naar links en<br />

rechts kleiner is dan 80 bar is. Als dit<br />

niet zo is, handel dan volgens<br />

paragraaf “INSTELLING ACHTERAF”<br />

onder B. Kleinere wielinslag. Verwijder<br />

de manometer en controleer het<br />

olieniveau.<br />

OPMERKING:<br />

Correct afgestelde eindbegrenzingsventielen<br />

zorgen voor het automatisch ontluchten van het<br />

stuurhuis wat resulteert in een verlenging van de<br />

levensduur.<br />

9635 3-5


STUURHUIZEN 7<br />

Eindbegrenzingsventielen instellen<br />

5<br />

3-6 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Drukpunt afstellen<br />

4. DRUKPUNT AFSTELLEN<br />

Drukpunt afstellen<br />

1. Plaats de sectoras in de middenstand, door<br />

de merktekens (A) op sectoras en ingaande<br />

as samen te laten vallen met de tekens (B) op<br />

het stuurhuis.<br />

2. Verwijder de stuurstang van de pitmanarm.<br />

De ingaande as mag nu niet meer<br />

dan 1,5 omwenteling maken, geteld<br />

vanaf de middenpositie, om de automatische<br />

eindbegrenzingsventielen<br />

niet te verstellen.<br />

3. Voel voorzichtig aan de pitmanarm in zijn<br />

bewegingsrichting. Er mag geen speling<br />

aanwezig zijn tussen sectoras en zuiger.<br />

4. Indien wel speling voelbaar is in de middenstand,<br />

draai dan de borgmoer een slag los.<br />

5<br />

5. Draai de stelbout (C) langzaam rechtsom tot<br />

geen speling meer wordt gevoeld aan de<br />

pitmanarm. Hiervoor mag geen groter koppel<br />

dan 15 Nm gebruikt worden.<br />

6. Draai de stelbout (C) 1/8 tot 1/4 omwenteling<br />

verder rechtsom. Wanneer de stelbout te ver<br />

rechtsom wordt gedraaid, zal het stuurwiel na<br />

een bocht niet meer in zijn middenstand<br />

terugkeren, terwijl de rechtuitloop van het<br />

voertuig slechter wordt.<br />

7. Draai de borgmoer vast met het juiste<br />

aanhaalmoment, zie technische gegevens,<br />

zonder dat de stelbout (C) meedraait.<br />

8. Controleer aan de pitmanarm of de speling nu<br />

verdwenen is. Draai het stuurwiel 1/4 omwenteling<br />

links- en rechtsom vanuit de middenstand.<br />

Er mag geen speling voelbaar zijn.<br />

Indien nog wel speling voelbaar is, herhaal<br />

dan punt 5 t/m 8.<br />

9. Bevestig de stuurstang weer.<br />

9635 4-1


STUURHUIZEN 7<br />

Drukpunt afstellen<br />

5<br />

4-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen pitmanarm<br />

5. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN<br />

PITMANARM<br />

Algemeen<br />

De pitmanarm verbindt, via de stuurstang het<br />

stuurhuis met de vooras.<br />

Dit houdt in dat de gehele stuurkracht, die in het<br />

stuurhuis opgebouwd wordt, door de pitmanarm<br />

overgebracht moet worden.<br />

WAARSCHUWING<br />

In het kader van de veiligheid verdient<br />

dit onderdeel de nodige aandacht,<br />

vooral wanneer het onderhevig is<br />

geweest aan extreem hoge belasting<br />

(bijvoorbeeld bij een ongeval).<br />

De pitmanarm moet met het voorgeschreven<br />

speciaal gereedschap<br />

gedemonteerd worden.<br />

Als dit gereedschap, niet aanwezig<br />

is, mag het verwijderen nooit gebeuren<br />

door de pitmanarm op te stuiken<br />

met een hamer of te verhitten.<br />

Door deze handelingen wordt niet<br />

alleen de pitmanarm zeer onbetrouwbaar,<br />

maar ook de sectoras wordt<br />

blijvend beschadigd.<br />

Verwijderen<br />

1. Verwijder met een trekker de stuurstangkogel<br />

uit de pitmanarm.<br />

2. Verwijder de moer van de sectoras.<br />

3. Breng de juiste drukstift (D) in de pitmanarmtrekker<br />

aan.<br />

4. Schuif de ring (C) 0694916 over de pitmanarm;<br />

eventueel de stofring op de sectoras<br />

doorsnijden en verwijderen.<br />

5. Breng de bus (B) 0694786 met de hydraulische<br />

trekker 0535891 (A) aan.<br />

6. Draai de spil zover mogelijk uit en draai met<br />

een sleutel de hydraulische trekker (A)<br />

0535891 zover mogelijk in de bus (B)<br />

0694786.<br />

7. Draai vervolgens de spil zover in totdat de<br />

pitmanarm los komt van de sectoras. Is de<br />

pitmanarm nog niet los nadat de spil helemaal<br />

is ingedraaid, dan de spindel weer uitdraaien<br />

en de trekker zover mogelijk in de bus<br />

draaien. Daarna de spil weer indraaien totdat<br />

de pitmanarm los is.<br />

Pitmanarmtrekker<br />

A: 0535891<br />

B: 0694786<br />

C: 0694916<br />

5<br />

9635 5-1


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen pitmanarm<br />

Controle<br />

Na demontage kan de pitmanarm op maatvoering<br />

gecontroleerd worden. Wanneer de pitmanarm<br />

onderhevig is geweest aan een extreem hoge<br />

belasting (ongeval), ook al zijn geen maatafwijkingen<br />

geconstateerd, dan moet de pitmanarm<br />

toch gemagnafluxed worden. Is dit laatste niet<br />

mogelijk, dan moet de pitmanarm zonder meer<br />

vervangen worden.<br />

Aanbrengen<br />

1. Breng allereerst een nieuwe stofring aan op<br />

de sectoras. Smeer vooral het vlak dat aanligt<br />

tegen het stuurhuis in met vet of zuurvrijevaseline,<br />

om te voorkomen dat dit teveel<br />

wrijving zal geven.<br />

5<br />

2. Breng de pitmanarm zodanig op de sectoras<br />

aan, dat de merkstreep op de pitmanarm<br />

samenvalt met de merkstreep op de sectoras.<br />

Staan op de pitmanarm twee merkstrepen,<br />

met daarbij de letters L en R, dan moet bij<br />

voertuigen met de LHD-besturing, de merkstreep<br />

met de codering L samenvallen met de<br />

markering op de sectoras. Bij voertuigen met<br />

de RHD-besturing moet de merkstreep met<br />

de codering R en de markering op de<br />

sectoras samenvallen.<br />

3. Draai de sectorasmoer op de sectoras en zet<br />

hem vast met het juiste aanhaalmoment, zie<br />

technische gegevens.<br />

5-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen pitmanarm<br />

4. Borg de sectorasmoer door de borgrand van<br />

de sectorasmoer minimaal 2,5 mm. in de<br />

beide uitsparingen van de sectoras te tikken,<br />

zie de nevenstaande tekening. Gebruik altijd<br />

een nog niet eerder geborgd deel van de<br />

borgrand. Daar de borging meestal op dezelfde<br />

plaats uitkomt is de sectorasmoer maar<br />

twee maal te borgen. Daarna moet de moer<br />

vernieuwd worden.<br />

Monteer, wanneer geen sectorasborgmoer<br />

gemonteerd is, sectorasmoer met een nieuwe<br />

borgplaat en haal de sectorasmoer aan met<br />

het juiste aanhaalmoment, zie technische<br />

gegevens.<br />

In nevenstaand figuur wordt getoond hoe de<br />

sectorasmoer geborgd moet worden, als na<br />

het bereiken van het voorgeschreven aanhaalmoment<br />

de positie van de borglip ongunstig<br />

uitvalt, ten opzichte van de sectorasmoer,<br />

moet de sectorasmoer VASTER aangedraaid<br />

worden totdat dit wel het geval is, de moer<br />

NOOIT losser draaien.<br />

5<br />

9635 5-3


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen pitmanarm<br />

5<br />

5-4 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen stuurhuis<br />

6. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN<br />

STUURHUIS<br />

Verwijderen<br />

1. Zet de wielen in de rechtuitstand.<br />

2. Verwijder met een kogeleindtrekker de stuurstangkogel<br />

uit de pitmanarm.<br />

3. Verwijder de pitmanarm aan het voertuig,<br />

alleen bij SB(R)3015, SB2750.<br />

4. Tap de olie van het stuurhuis af door de<br />

persleiding los te nemen, dicht meteen de<br />

persleiding af.<br />

5. Verwijder de overige leidingen van het stuurhuis.<br />

Dicht meteen alle vrijgekomen openingen<br />

van de leidingen op het stuurhuis af om<br />

te voorkomen dat vuil kan binnendringen.<br />

6. Verwijder de kruiskoppeling van de stuuras bij<br />

het stuurhuis.<br />

7. Voor SB(R)3015, SB2750 ga verder bij punt<br />

11.<br />

5<br />

8. Ondersteun op een verantwoorde wijze het<br />

stuurhuis met een krik, of hang het stuurhuis<br />

op een veilige manier in de takels.<br />

9. Neem de bevestigingsbouten van het stuurhuis<br />

aan de stuurstoel los en verwijder het<br />

stuurhuis (werk hierbij met tweeën).<br />

10. Verwijder de pitmanarm van de sectoras.<br />

11. Draai de bouten van het stuurhuis en aanslag<br />

enkele slagen los.<br />

12. Ondersteun op een verantwoorde manier de<br />

stuurstoel met een krik.<br />

13. Neem de bevestigingsbouten van de stuurstoel<br />

los en verwijder de stuurstoel met<br />

stuurhuis en aanslag (werk hierbij met<br />

tweeën).<br />

14. Verwijder de aanslag en stuurhuis.<br />

9635 6-1


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen stuurhuis<br />

Aanbrengen<br />

SB2750, SB(R)3015<br />

Opmerking:<br />

Wanneer een stuurhuis voor het eerst<br />

wordt aangebracht, zie dan ook onder<br />

WAARSCHUWING aan het einde van<br />

het hoofdstuk “EINDBEGRENZINGS-<br />

VENTIELEN INSTELLEN.<br />

- Zorg dat de aanlegvlakken van stuurhuis en<br />

stuurstoel vrij zijn van verf, vuil vet en dergelijke<br />

om te voorkomen dat het stuurhuis/<br />

stuurstoel naderhand los komen te zitten.<br />

5<br />

1. Plaats het stuurhuis in de stuurstoel.<br />

2. Zet het stuurhuis en aanslag vast met de<br />

bevestigingsbouten, draai de bouten handvast.<br />

3. Monteer de stuurstoel en draai de<br />

bevestigingsbouten van de stuurstoel, stuurhuis<br />

en aanslag vast met het juiste aanhaalmoment,<br />

zie technische gegevens.<br />

4. Verdraai de stuuras (ingaande as) totdat het<br />

merkteken (A) op de sectoras in een lijn staat<br />

met het merkteken (B) op het huis. De<br />

sectoras staat nu in de juiste positie voor<br />

montage van de pitmanarm.<br />

LET OP:<br />

De stuuras (ingaande as) mag niet<br />

meer dan 1,5 omwenteling vanuit het<br />

midden verdraaid worden, voordat het<br />

stuurhuis definitief op zijn plaats zit<br />

en de stuurstang is aangesloten. De<br />

eindbegrenzingsventielen kunnen<br />

anders te ver in de zuiger schuiven.<br />

5. Monteer de pitmanarm.<br />

6. Monteer de stuuras op de ingaande as van<br />

het stuurhuis zodanig dat de gleuf in de<br />

kruiskoppeling samenvalt met het merkteken<br />

op het stuurhuis. Draai de bevestigingsbout<br />

vast met het juiste aanhaalmoment, zie<br />

technische gegevens.<br />

7. Sluit alle leidingen aan.<br />

8. Stel de stuurstang juist in.<br />

9. Vul het hydraulisch systeem met olie en<br />

ontlucht het stuurhuis. (zie onder “STUUR-<br />

OLIERESERVOIRS EN LEIDINGEN”).<br />

10. Controleer de afstelling van de aanslag en<br />

eindbegrenzingsventielen, en stel deze<br />

zonodig af.<br />

6-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen stuurhuis<br />

SB2100, TB2100RT<br />

1. Verdraai de stuuras (ingaande as) totdat het<br />

merkteken (A) op de sectoras in een lijn staat<br />

met het merkteken (B) op het huis. De<br />

sectoras staat nu in de juiste positie voor<br />

montage van de pitmanarm.<br />

LET OP:<br />

De stuuras (ingaande as) mag niet<br />

meer dan 1,5 omwenteling vanuit het<br />

midden verdraaid worden, voordat het<br />

stuurhuis definitief op zijn plaats zit<br />

en de stuurstang is aangesloten. De<br />

eindbegrenzingsventielen kunnen<br />

anders te ver in de zuiger schuiven.<br />

2. Monteer de pitmanarm.<br />

3. Plaats het stuurhuis en zet de bevestigingsbouten<br />

van het stuurhuis aan de stuurstoel<br />

vast met het juiste aanhaalmoment, zie<br />

technische gegevens.<br />

4. Monteer de stuuras op de ingaande as van<br />

het stuurhuis zodanig dat de gleuf in de<br />

kruiskoppeling samenvalt met het merkteken<br />

op het stuurhuis. Draai de bevestigingsbout<br />

vast met het juiste aanhaalmoment, zie<br />

technische gegevens.<br />

5. Sluit alle leidingen aan.<br />

6. Stel de stuurstang juist in.<br />

7. Vul het hydraulisch systeem met olie en<br />

ontlucht het stuurhuis. (zie onder “STUUR-<br />

OLIERESERVOIRS EN LEIDINGEN”).<br />

8. Controleer de afstelling van de aanslag en<br />

eindbegrenzingsventielen, en stel deze<br />

zonodig af.<br />

5<br />

9635 6-3


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen stuurhuis<br />

5<br />

6-4 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen stuurstoel<br />

7. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN<br />

STUURSTOEL<br />

Verwijderen<br />

- SB2750, SB(R)3015<br />

1. Voor het verwijderen en aanbrengen van de<br />

stuurstoel wordt verwezen naar het hoofdstuk<br />

6, STUURHUIS.<br />

- SB2100,TB2100RT<br />

1. Verwijder het stuurhuis, zie hoofdstuk 6.<br />

2. Verwijder de bevestigingsbouten van de<br />

stuurstoel aan het chassis.<br />

WAARSCHUWING<br />

Vooral in geval van een aanrijding<br />

moet de stuurstoel, in het belang van<br />

de veiligheid, verwijderd en zeer goed<br />

gecontroleerd worden op vervorming<br />

en scheuren, vooral bij lasnaden.<br />

Indien mogelijk, de stuurstoel<br />

magnafluxen. Bij twijfel de stuurstoel<br />

altijd vervangen.<br />

5<br />

Aanbrengen<br />

- SB2750, SB(R)3015<br />

1. Voor het aanbrengen van stuurhuis met<br />

stuurstoel wordt verwezen naar het hoofdstuk<br />

6, STUURHUIS.<br />

- SB2100,TB2100RT<br />

1. Monteer de stuurstoel aan het chassis.<br />

2. Zorg dat de aanlegvlakken van stuurhuis en<br />

stuurstoel vrij zijn van verf, vuil vet en dergelijke<br />

om te voorkomen dat het stuurhuis/<br />

stuurstoel naderhand los komen te zitten.<br />

3. Draai alle bevestigingsbouten/moeren vast<br />

met het juiste aanhaalmoment, zie technische<br />

gegevens.<br />

9635 7-1


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen stuurstoel<br />

5<br />

7-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen overdrukventiel<br />

8. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN<br />

OVERDRUKVENTIEL<br />

Algemeen<br />

Het overdrukventiel heeft tot taak om de maximum<br />

oliedruk in het systeem te beperken om te voorkomen<br />

dat bepaalde onderdelen in<br />

het systeem ten gevolge van overbelasting<br />

beschadigd worden.<br />

Als in het hydraulisch systeem geen of een zeer<br />

lage oliedruk gemeten wordt en door middel van<br />

een testkoffer is bepaald dat deze storing zich in<br />

het stuurhuis bevindt, kan dit veroorzaakt worden<br />

door niet goed afdichten van het overdrukventiel<br />

(vuil of klemmen).<br />

In zo’n geval moet het ventiel verwijderd worden<br />

om gereinigd of vernieuwd te worden.<br />

Verwijderen<br />

1. Als het verwijderen van het overdrukventiel op<br />

het voertuig gebeurt, moeten het stuurhuis en<br />

de omgeving zorgvuldig worden gereinigd om<br />

binnendringen van vuil in het systeem te<br />

voorkomen.<br />

2. Verwijder de plug (A).<br />

3. Neem het overdrukventiel uit.<br />

4. Controleer de onderdelen op beschadigingen.<br />

Controleer of de kogel van het ventiel niet<br />

beschadigd is, want dit kan lekkage veroorzaken.<br />

5. Controleer of de zitting in het ventielhuis,<br />

waarop de kogel drukt, niet ingeslagen is of<br />

dat er geen vuildeeltjes op liggen. Dit kan ook<br />

lekkage veroorzaken. ls de zitting ingeslagen<br />

dan moet het stuurhuis voor revisie worden<br />

aangeboden.<br />

5<br />

Aanbrengen<br />

1. Plaats het overdrukventiel weer in het stuurhuis<br />

met de kogel voorop.<br />

2. Breng de afdichtplug aan en zet hem vast met<br />

het juiste aanhaalmoment, zie technische<br />

gegevens.<br />

3. Vul het hydraulisch systeem met olie en<br />

ontlucht het stuurhuis (zie onder (STUUR-<br />

OLIERESERVOIRS EN LEIDINGEN).<br />

9635 8-1


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen overdrukventiel<br />

5<br />

8-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen pakking sectoras<br />

9. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN<br />

PAKKING SECTORAS<br />

Verwijderen<br />

1. Zet het stuur in de rechtuitstand.<br />

2. Reinig het stuurhuis.<br />

3. Verwijder het stuurhuis, zie hoofdstuk 6.<br />

LET OP:<br />

Gewicht stuurhuis ± 35 kg.<br />

4. Plaats het stuurhuis met de ingaande as<br />

(stuuras) horizontaal in een bankschroef,<br />

klem het stuurhuis vast op de montagevlakken.<br />

Klem het stuurhuis alleen in op de<br />

montagevlakken. Het vastklemmen op<br />

het huis zelf kan schade aan het<br />

stuurhuis ten gevolgen hebben.<br />

5<br />

5. Verwijder de pluggen (21), (22) van de inuitlaatpoort<br />

en tap de olie af.<br />

6. Controleer of het merkteken (A) op de<br />

sectoras in een lijn staat met het merkteken<br />

(B) op het huis. De sectoras (6) staat nu in de<br />

juiste positie voor demontage.<br />

Verdraai de stuuras niet meer gedurende demontagewerkzaamheden.<br />

LET OP:<br />

De stuuras (ingaande as) mag niet<br />

meer dan 1,5 omwenteling vanuit het<br />

midden verdraaid worden, voordat het<br />

stuurhuis definitief op zijn plaats zit<br />

en de stuurstang is aangesloten. De<br />

eindbegrenzingsventielen kunnen<br />

anders te ver in de zuiger schuiven.<br />

7. Verwijder met een kleine schroevendraaier<br />

keerring (13).<br />

Verwijder met een fijn schuurpapier alle verf<br />

en corrosie op de sectoras (6).<br />

9635 9-1


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen pakking sectoras<br />

8. Breng een laag tape aan op de spievertanding<br />

en schroefdraad van de sectoras (6) om<br />

beschadiging van de keerringen te voorkomen<br />

tijdens demontage werkzaamheden. De tape<br />

mag niet dikker aangebracht worden dan de<br />

asdiameter.<br />

9. Verwijder de borgmoer (1).<br />

10. Verwijder de bouten (2) van het zijdeksel (3).<br />

5<br />

11. Verwijder het zijdeksel (3) samen met de<br />

sectoras (6) door de sectoras met een zachte<br />

doorn uit het stuurhuis te tikken.<br />

12. Verwijder de stalen pakking (4) en gooi hem<br />

weg.<br />

13. Verwijder de tape laag.<br />

9-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen pakking sectoras<br />

Aanbrengen<br />

- Controle centrering zuiger<br />

Er bevinden zich vier tanden op de zuiger (17).<br />

Controleer of de ruimte tussen de tweede en<br />

derde vertanding van de zuiger zich in het midden<br />

van de sectorasopening bevindt.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Indien de zuiger niet gecentreerd is<br />

wanneer de sectoras wordt gemonteerd<br />

wordt de hoekverdraaing van de<br />

pitmanarm in een richting ernstig<br />

belemmerd. Dit kan tot ernstige<br />

ongelukken leiden.<br />

5<br />

1. Breng een laag tape aan op de spievertanding<br />

en schroefdraad van de sectoras (6) om<br />

beschadiging van de keerringen te voorkomen<br />

tijdens de montage werkzaamheden. De<br />

tapelaag mag niet dikker aangebracht worden<br />

dan de asdiameter.<br />

Het niet goed aftapen van de spievertanding<br />

en schroefdraad kan resulteren in beschadiging<br />

van de keerring wat nadien lekkage tot<br />

gevolg heeft.<br />

2. Controleer het zijdeksel (3) en aanlegvlak op<br />

het stuurhuis op groeven en/of scherpe<br />

kanten.<br />

3. Breng een nieuwe stalen pakking (4) voorzien<br />

van wat Loctite Form-A-Gasket No 3 of een<br />

gelijkwaardig product aan.<br />

4. Breng het zijdeksel (3) met sectoras (6)<br />

compleet aan in het stuurhuis.<br />

Controleer of de middelste tand van de<br />

sectoras zich tussen de tweede en derde<br />

vertanding van de zuiger bevindt.<br />

9635 9-3


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen pakking sectoras<br />

5. Voorzie de bevestigingsbouten (2) van het<br />

zijdeksel (3) in het midden van Loctite 243.<br />

6. Draai de bouten (2) vast volgens aangegeven<br />

volgorde en voorgeschreven aanhaalmoment,<br />

zie technische gegevens.<br />

7. Verwijder de tape om de sectoras.<br />

5<br />

8. Breng vet, zie technische gegevens, aan op<br />

de sectoras ter plaatse van het lager en op de<br />

nieuwe keerring (13).<br />

Breng vervolgens de keering (13) aan.<br />

9. Breng borgmoer (1) aan.<br />

10. Monteer het stuurhuis, zie hoofdstuk 6.<br />

11. Vul het hydraulisch systeem met olie en<br />

ontlucht het stuurhuis (zie onder (STUUR-<br />

OLIERESERVOIRS EN LEIDINGEN).<br />

12. Stel het drukpunt af, zie DRUKPUNT AF-<br />

STELLEN.<br />

13. Controleer de afstelling van de aanslag en<br />

eindbegrenzingsventielen, en stel deze<br />

zonodig af.<br />

9-4 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen keerring wormas<br />

10. VERWIJDEREN EN AANBRENGEN<br />

KEERRING WORMAS<br />

Verwijderen<br />

1. Zet het stuur in de rechtuitstand.<br />

2. Reinig het stuurhuis.<br />

3. Tap de olie van het stuurhuis af door de<br />

persleiding los te nemen, dicht meteen de<br />

persleiding af.<br />

4. Verwijder de overige leidingen van het stuurhuis.<br />

Dicht meteen alle vrijgekomen openingen<br />

van de leidingen op het stuurhuis af om<br />

te voorkomen dat vuil kan binnendringen.<br />

5. Verwijder de kruiskoppeling van de stuuras bij<br />

het stuurhuis.<br />

6. Verwijder indien gemonteerd de haakse<br />

tandwielkast (32) op de volgende manier:<br />

- Controleer of het merkteken op de in<br />

gaande as in een lijn staat met het<br />

merkteken op het huis. De haakse tand<br />

wielkast staat nu in de juiste positie voor<br />

demontage.<br />

Verdraai de ingaande as niet meer<br />

gedurende de-montagewerkzaamheden.<br />

A<br />

B<br />

5<br />

- Verwijder inbusbouten (34).<br />

- Verwijder de haakse tandwielkast (32)<br />

rechtlijnig van het stuurhuis.<br />

9635 10-1


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen keerring wormas<br />

- Verwijder met de hand de koppeling (37).<br />

5<br />

7. Verwijder afdichtring (23), indien gemonteerd.<br />

8. Verwijder de opsluitring (24) boven de keerring.<br />

9. Verwijder de keerring (25) door poort (P)<br />

(persleiding) af te pluggen en op de poort (R)<br />

(leiding naar reservoir) 100-150 bar te zetten<br />

d.m.v. persapparatuur.<br />

10-2 9635


7 STUURHUIZEN<br />

Verwijderen en aanbrengen keerring wormas<br />

Aanbrengen<br />

1. Controleer de betreffende kamer voor de<br />

keerring in het stuurhuis op groeven en/of<br />

scherpe kanten.<br />

2. Breng vet, zie technische gegevens, aan op<br />

de keerring (25).<br />

3. Breng de keerring (25) aan over de wormas<br />

en plaats deze recht voor de boring.<br />

Pers de keerring met behulp van de speciaal<br />

gereedschap (stempel nr.1240095) in het<br />

stuurhuis tot de stempel tegen het huis<br />

aanligt. Maak de boring van de keerring en de<br />

groef van de opsluitring na montage van de<br />

keerring vrij van rubberresten.<br />

4. Breng de opsluitring (24) aan.<br />

5. Breng voldoende vet, zie technische gegevens,<br />

aan rondom de boring en op de ingaande<br />

as zelf.<br />

6. Breng vet, zie technische gegevens, aan op<br />

de afdichtring (23), schuif de afdichtring over<br />

de wormas totdat deze in zijn groef ligt.<br />

5<br />

7. Monteer de haakse tandwielkast op de volgende<br />

manier:<br />

- Breng een nieuwe O-ring (36) aan.<br />

- Monteer de haakse tandwielkast (32)<br />

samen met koppeling (37). Verdraai de<br />

ingaande as hierbij niet.<br />

- Draai de bouten (34) aan op het juiste<br />

moment, zie technische gegevens.<br />

9635 10-3


STUURHUIZEN 7<br />

Verwijderen en aanbrengen keerring wormas<br />

8. Monteer de stuuras op de ingaande as van<br />

het stuurhuis zodanig dat de gleuf in de<br />

kruiskoppeling samenvalt met het merkteken<br />

op het stuurhuis. Draai de bevestigingsbout<br />

vast met het juiste aanhaalmoment, zie<br />

technische gegevens.<br />

9. Verwijder alle pluggen en sluit alle leidingen<br />

aan.<br />

10. Controleer de afstelling van de stuuras en stel<br />

deze zonodig af.<br />

11. Vul het hydraulisch systeem met olie en<br />

ontlucht het stuurhuis. (zie onder “STUUR-<br />

OLIERESERVOIRS EN LEIDINGEN”).<br />

12. Controleer de afstelling van de aanslag en<br />

eindbegrenzingsventielen, en stel deze<br />

zonodig af.<br />

5<br />

10-4 9635


DAF BUS INTERNATIONAL B.V.<br />

maakt deel uit van de VDL groep.<br />

De VDL-groep is een krachtige bundeling van<br />

gespecialieerde bedrijven in de metaal- en kunststofindustrie.<br />

De activiteiten van deze groep variëren van kunststof-,<br />

oppervlakte- en vooral metaalbewerking, tot het ontwikkelen,<br />

assembleren en verkopen van halffabrikaten en eindprodukten.<br />

DAF BUS INTERNATIONAL B.V.<br />

In het begin van de voortdurende produktontwikkeling behoudt<br />

DAF BUS INTERNATIONAL B.V. zicht te allen tijde het recht voor om<br />

zonder kennisgeving vooraf specificaties of produkten te wijzigen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!