Onderwijsverslag 2006 / 2007 - Onderwijs Consumenten Organisatie

More documents

Recommendations

Info

Figuur 11.4.1c Positie van voormalige vmbo-leerlingen na twee jaar in het mbo vmbo-b 31% 8% 0% 60% vmbo-k 20% 6% 0% 74% vmbo-g 18% 4% 3% 75% vmbo-t 17% 4% 15% 63% totaal 22% 6% 6% 66% 0 20 40 60 80 100 andere uitstroom voortijdig schoolverlater ander onderwijs na 2 jaar nog mbo Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2008 Behoud van kwalificatieniveau De meeste leerlingen komen in het mbo op het niveau terecht waar ze op grond van hun diploma vmbo worden verwacht. Figuur 11.4.1d maakt zichtbaar hoe dat twee jaar na het verlaten van het vmbo is, door de combinatie vmbo-leerweg en mbo-niveau te vergelijken. Allereerst is te zien hoeveel leerlingen doorstroomden naar het mbo en hoeveel na twee jaar nog in het mbo zitten. Als aanvulling op eerdere figuren is daarna te zien hoeveel van hen onderwijs volgen op het kwalificatieniveau dat op grond van hun diploma mocht worden verwacht. Zo zit 60 procent van de vmbo-b-leerlingen na twee jaar nog in het mbo en zit 59 procent op het niveau van hun kwalificatie vmbo of hoger. Bij de overige richtingen is dit verschil groter, vooral bij vmbo-t. Figuur 11.4.1d Het volgen van een opleiding in het mbo twee jaar na het vmbo, per leerweg vmbo-b vmbo-k vmbo-g vmbo-t 82% 60% 59% 90% 75% 58% 89% 76% 52% 78% 62% 46% 0 20 40 60 80 100 door naar mbo na 2 jaar nog mbo behoud kwalificatie Bron: Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2008 196
Interne doorstroom in het mbo Bij de interne doorstroom kan ook gekeken worden naar overgangen tussen opleidingen van een verschillend niveau binnen het mbo. Omdat er voor het mbo nog geen gegevens zijn van cohorten met een lange studieloopbaan, is de positie van alle deelnemers in het mbo tussen 2005 en 2006 vergeleken. De interne stromen blijken heel gevarieerd. Van de deelnemers met een diploma van niveau 1 stroomt 51 procent door naar een hoger niveau in het mbo. Bij niveau 2 gaat het om 45 procent en bij niveau 3 om 23 procent. Bij deze laatste groep stroomt een klein gedeelte door naar het hbo. Van de niveau 4-deelnemers met een diploma stroomt 35 procent in de beroepskolom door naar het hbo. Conclusie Ten aanzien van voortijdig schoolverlaten en het behalen van een zo hoog mogelijke (start)kwalificatie is een aantal momenten in de schoolloopbaan binnen de beroepskolom risicovol. Deze kritische momenten bevinden zich zowel bij de instroom, als de doorstroom en uitstroom in deze opleidingen. Bij de overgang van vmbo naar mbo verliet 8 procent van de cohort 2005/2006 de school voortijdig. In het gehele mbo is er in de periode 2005/2006 sprake van 28 procent uitstroom uit het onderwijs. Hiervan is 6 procent voortijdig schoolverlater. Twintig procent van de uitstroom, het gaat hier om deelnemers met een diploma, vervolgt de studieloopbaan niet met een opleiding in de beroepskolom. In het hbo loopt de uitval op van 20 procent in het eerste jaar tot 30 procent in het tweede jaar en 39 procent in het derde jaar. Hiertoe zullen overigens naar verwachting geen voortijdig schoolverlaters (deelnemers zonder startkwalificatie) behoren. Vanuit het vmbo stroomt 82 procent door naar het mbo. Na twee jaar heeft 66 procent daar het niveau van de startkwalificatie behaald, is daarmee bezig of is bezig een hoger kwalificatieniveau te behalen. Binnen het mbo zijn de niveau 1- en niveau 2-gediplomeerden het meest geneigd tot interne doorstroom naar een hoger niveau (tussen 45 en 51 procent), de niveau 3-deelnemers het minst en de niveau 4-deelnemers stromen voor 35 procent door naar het hbo. Een verhoging van het aantal jongeren met een startkwalificatie kan worden bereikt door een nog hoger percentage leerlingen dat een diploma niveau 1 heeft, te doen doorstromen naar een niveau 2-opleiding. In het licht van een zo hoog mogelijke (start)kwalificatie bij jongeren moet de interne doorstroom in het mbo (nu 32 procent van de gediplomeerden) bevorderd worden. De beschikbare gegevens maken nog niet helder of er sprake is van een stijgende of dalende lijn. Wel kan op korte termijn onderzocht worden hoe groot verschillen tussen instellingen zijn en wat de invloed is van achtergrondkenmerken van de deelnemer, sector, niveau en regio. Gezien de vele doorstroomroutes tussen vmbo en mbo en de veelheid aan argumenten waarmee deze worden verdedigd of juist ontkracht, is het nuttig verder te onderzoeken wat het niveau en effect van juiste plaatsing van een vmbo-leerling in het mbo is. Daarbij kan uitstekend gebruikgemaakt worden van het European Qualifications Framework (EQF). Uiterlijk 2010 moeten alle Europese lidstaten hun kwalificaties relateren aan één van de acht niveaus die onderscheiden worden binnen dit framework, zodat ze internationaal vergelijkbaar zijn. 197
Page 1 and 2:
DE STAAT VAN HET ONDERWIJS Onderwij
Page 3 and 4:
Speciaal Onderwijs en Voortgezet Sp
Page 5:
Aan de minister van Onderwijs, Cult
Page 8 and 9:
DE STAAT VAN HET NEDERLANDSE ONDERW
Page 11 and 12:
HOOFDSTUK 1 DE STAAT VAN HET NEDER
Page 13 and 14:
Onderwijs afstemmen op verschillen
Page 15 and 16:
maar dat de normen nogal wisselen.
Page 17 and 18:
van ’uitvallende’ leerlingen en
Page 19 and 20:
In elke wet zijn verschillende meld
Page 21 and 22:
op schoolniveau de prestaties van d
Page 23 and 24:
Op deze scholen is meer mobilieit o
Page 25:
kwam veelvuldig in de publiciteit,
Page 29 and 30:
INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS ONDERWI
Page 31 and 32:
Page 33 and 34:
Page 35 and 36:
Page 37 and 38:
Page 39 and 40:
Page 41 and 42:
Page 43 and 44:
Page 45 and 46:
Page 47 and 48:
Page 49 and 50:
HOOFDSTUK 3 PRIMAIR ONDERWIJS 3.1 O
Page 51 and 52:
In peuterspeelzalen en groepen 1 en
Page 53 and 54:
In de jaren 1999-2002 voldeed ongev
Page 55 and 56:
De scores 1 op de verschillende asp
Page 57 and 58:
Samenstelling leerlingbevolking De
Page 59 and 60:
Figuur 3.2c Overzicht z-scores op k
Page 61 and 62:
Duur van het traject Het traject na
Page 63 and 64:
De traditionele vernieuwingsscholen
Page 65 and 66:
Dat hangt samen met het feit dat ve
Page 67 and 68:
Tabel 3.5.2a De ondersteuning van l
Page 69 and 70:
Samenwerking met ouders Voor- en vr
Page 73 and 74:
HOOFDSTUK 4 VOORTGEZET ONDERWIJS 4.
Page 75 and 76:
4.1 Ontwikkelingen in de kwaliteit
Page 77 and 78:
Tabel 4.2a Percentage zeer zwakke e
Page 79 and 80:
Rendement bovenbouw vmbo De inspect
Page 81 and 82:
4.2.1 Ontwikkelingen in de kwalitei
Page 83 and 84:
In de basisberoepsgerichte leerweg
Page 85 and 86:
Tabel 4.2.2e Cijfer schoolexamen en
Page 87 and 88:
Tabel 4.2.3a Aantallen scholen met
Page 89 and 90:
Vwo Latijn se 21 20 18 41 ce 52 13
Page 91:
Weerstandsvermogen Onderzoek van de
Page 94 and 95:
5 Speciaal onderwijs Samenvatting A
Page 96 and 97:
Tabel 5.1a Percentage scholen dat v
Page 98 and 99:
Schoolklimaat: De school heeft inzi
Page 100 and 101:
Scholen krijgen, door concrete hand
Page 102:
Het is de taak van de justitiële j
Page 106 and 107:
6 Beroepsonderwijs en volwassenened
Page 108 and 109:
Groen mbo Het groen mbo presteert o
Page 110 and 111:
organieke eenheden was het niveau v
Page 112 and 113:
Tabel 6.1d Aantal onvoldoende oplei
Page 114 and 115:
Nog eens ruim 30 procent is er grot
Page 116 and 117:
jaar voor de afsluiting van hun opl
Page 118 and 119:
Kwaliteit werkzaamheden KCE In mei
Page 120 and 121:
Dit geeft het risico op ‘bureaupr
Page 122 and 123:
tussen 0 en 100. De kwaliteit van d
Page 124 and 125:
midden- en lage groep negatief van
Page 126:
Competentiegericht onderwijs Een be
Page 130 and 131:
7 Hoger onderwijs Samenvatting Omva
Page 132 and 133:
over spookvakken en cadeaupunten wi
Page 134 and 135:
positieve TNO-resultaat terecht was
Page 136 and 137:
De geaccrediteerde hbo-masters kome
Page 138 and 139:
Voor deze groep is de tijd voor imp
Page 140 and 141:
7.5 Groen hoger onderwijs Minder st
Page 142 and 143:
Geprogrammeerde onderwijstijd Zowel
Page 144 and 145:
Op verzoek van het ministerie onder
Page 146 and 147:
Scherpere positionering nodig Eind
Page 149 and 150: HOOFDSTUK 8 ONDERWIJS IN HET BUITEN
Page 151 and 152: Toezicht De scholen hebben Nederlan
Page 155 and 156: HOOFDSTUK 9 NIET-BEKOSTIGD ONDERWIJ
Page 157 and 158: Een deel van de toename is toe te s
Page 159 and 160: Van de scholen en instellingen met
Page 161 and 162: Tabel 9.2b Aantal vakken met tien o
Page 165 and 166: HOOFDSTUK 10 DE PRESTATIES VAN LEER
Page 167 and 168: Laag presterende scholen op het ond
Page 169 and 170: 10 De prestaties van leerlingen in
Page 171 and 172: procent van de leerlingen slaagde d
Page 173 and 174: Leraren in kleutergroepen moeten sy
Page 175 and 176: Kwaliteit onderwijs taalzwakke scho
Page 177 and 178: Veel scholen hebben inmiddels beter
Page 179 and 180: het leerstofaanbod rekenen/wiskunde
Page 183 and 184: HOOFDSTUK 11 DOORSTROOM EN UITVAL 1
Page 185 and 186: Niet al deze studenten vertrekken o
Page 187 and 188: Veel schoolverlaters in grote stede
Page 189 and 190: Ten slotte zijn de scholen met veel
Page 191 and 192: Korpershoek, Kuyper & Van der Werf
Page 193 and 194: S pijbelen vermeld op rapport 55 36
Page 195 and 196: zijn voor zwakkere deelnemers, hebb
Page 197 and 198: Op het moment dat die teruggevorder
Page 199: Figuur 11.4.1b Routes in de directe
Page 203 and 204: Uitval in het wo In tabel 11.5b wor
Page 207 and 208: HOOFDSTUK 12 SOCIALE VEILIGHEID EN
Page 209 and 210: Visie en doelen Een heldere visie i
Page 211 and 212: O uders en personeel Bao S bao Pro
Page 213 and 214: Ook in het voortgezet onderwijs is
Page 215 and 216: Tabel 12.1.1e Percentage scholen pe
Page 217 and 218: T abel 12.1.2a Percentage scholen p
Page 219 and 220: Het speciaal basisonderwijs en het
Page 221 and 222: Aandacht voor uitvoering beleid bli
Page 223 and 224: 12.2 Sociale cohesie 12.2.1 Actief
Page 225 and 226: Meeste scholen hebben visie Er is n
Page 227 and 228: Het opnemen van burgerschap als aan
Page 229 and 230: Tabel 12.2.3c Percentage havo/vwo-s
Page 231 and 232: Tabel 12.2.3e Percentage scholen da
Page 233 and 234: Wat kunnen scholen en besturen doen
Page 235: Tabel Ic Percentage scholen voor vo
Page 238 and 239: 13 Het personeelsbeleid in het basi
Page 240 and 241: Figuur 13b Percentage basisscholen
Page 242: Tot slot is te zien dat het vmbo du
Page 246 and 247: 14 Naleving van de onderwijstijd Sa
Page 248 and 249: Zo ziet de inspectie dat sommige ge
Page 250 and 251:
Sancties en verscherpt toezicht Som
Page 253 and 254:
HOOFDSTUK 15 NALEVING WET- EN REGEL
Page 255 and 256:
een actief wervingsbeleid op de int
Page 257 and 258:
Commissie Evaluatie Basisonderwijs
Page 259 and 260:
Inspectie van het Onderwijs (2007a)
Page 261 and 262:
Mullis, I.V.S., M.O. Martin, E.J. G
Page 263 and 264:
egrijpend lezen. Pedagogische Studi
Page 265 and 266:
LNV lwoo mavo mbo NOB NTC Nuffic NV
Page 267 and 268:
Trefwoorden Accreditatie 16, 116, 1
Page 269 and 270:
147, 148, 165, 171, 172, 175, 176,
Page 271:
267 HET ONDERWIJS IN T
Page 274 and 275:
Groene instellingen in het schoolja
show all

Onderwijsverslag 2006 / 2007 - Onderwijs Consumenten Organisatie

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?