Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />
94<br />
SB1088<br />
Betaling aan de Informatie Beheer Groep<br />
artikel 25, lid 1 AKW<br />
Van deze bevoegdheid wordt gebruik gemaakt wanneer aan een kind ten onrechte<br />
studiefinanciering is betaald, omdat over die periode recht op kinderbijslag bestond.<br />
SB1089<br />
Invordering van de uitkering<br />
artikel 23 AOW, artikel 52 Anw en artikel 22 AKW<br />
Nadat een pensioen of uitkering is toegekend zijn de maandtermijnen daarvan voor de<br />
gerechtigde invorderbaar (zie CRvB 30 september 1975). In de rechtspraak is bepaald<br />
dat de vervalperiode van twee jaar van artikel 23 AOW en van drie maanden volgens<br />
artikel 52 Anw gaat lopen op het moment waarop de betrokkene tot die maandtermijn<br />
gerechtigd is geworden (zie HR 11 september 1992). Een toegekende kwartaaltermijn<br />
aan kinderbijslag kan worden ingevorderd gedurende drie maanden na de dag van<br />
betaalbaarstelling van deze kwartaaltermijn.<br />
In het algemeen betaalt de SVB het pensioen op de door de gerechtigde aangegeven<br />
wijze, dat wil zeggen door storting op een door de gerechtigde aangegeven bank- of<br />
girorekening. Ook betaling per postwissel, met een geldigheidsduur van twee maanden,<br />
is mogelijk (zie CRvB 4 oktober 1977). Ingeval de gerechtigde geen betaalwijze heeft<br />
aangegeven en/of een postwissel niet inbaar blijkt door toedoen van de gerechtigde<br />
(bijvoorbeeld door opgave van een foutief adres), dan reserveert de SVB de AOWpensioentermijnen<br />
tot maximaal twee jaar en de Anw-uitkeringstermijnen tot maximaal<br />
drie maanden na de datum waarop uitbetaling zou zijn geschied als een betaalwijze wel<br />
bekend en effectief zou zijn geweest. Daarna vervalt definitief het recht op uitbetaling.<br />
Het recht op uitbetaling van kinderbijslag vervalt in beginsel drie maanden na<br />
betaalbaarstelling. Ten aanzien van de Anw- en de AKW-uitkeringstermijnen heeft de<br />
SVB echter de bevoegdheid om in bijzondere gevallen af te wijken van de termijn van<br />
drie maanden. Onder een bijzonder geval moet bijvoorbeeld worden verstaan een<br />
vertraging in de afhandeling van een overboeking door een buitenlandse bankinstelling<br />
De Remigratiewet en de lagere regelgeving op grond van deze wet bevatten geen<br />
speciale bepalingen inzake invordering van de voorzieningen. Hier gelden de reguliere<br />
bepalingen van het BW.<br />
Jurisprudentie<br />
CRvB 30 september 1975, RSV 1976/76<br />
CRvB 4 oktober 1977, RSV 1978/53<br />
HR 11 september 1992, NJ 1992, 746<br />
Beëindigingsdatum pensioen na overlijden en<br />
overlijdensuitkering<br />
SB1090<br />
Beëindiging pensioen of uitkering na overlijden<br />
In de AOW en de Anw is geen bepaling opgenomen die de datum van het beëindigen<br />
van het pensioen of de uitkering in geval van overlijden regelt. Uit de toelichting bij de<br />
wet waarbij artikel 18 AOW is gewijzigd, blijkt dat het recht op uitkering van<br />
rechtswege ophoudt met ingang van de dag na overlijden.