Beleidsregels 2009 - Svb

Beleidsregels 2009 - Svb Beleidsregels 2009 - Svb

06.09.2014 Views

SVB Beleidsregels | Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS 92 overmakingskosten voldoen aan de criteria die zijn genoemd in het arrest Borawitz zodat er sprake is van een voldoende rechtvaardiging voor de ongelijke behandeling naar nationaliteit. In de Remigratiewet is geen regeling opgenomen inzake kosten verbonden aan de betaling van remigratievoorzieningen. Kosten van overmaking van remigratievoorzieningen naar het buitenland worden door de SVB daarom niet in rekening gebracht aan de gerechtigde. Jurisprudentie HvJ EG 21 september 2000, zaak C-124/99 (Borawitz), Jur, 2000, I-7293, RSV 2001/37 CRvB 27 januari 2006, LJN AV0666 SB1085 Betaling aan een derde artikel 19, lid 4, artikel 26, lid 2 AOW, artikel 49, lid 1 Anw en artikel 21 AKW Op basis van een machtiging van de gerechtigde kan de uitkering worden overgemaakt op een bank- of girorekening van een ander dan van hemzelf. Bij beslagleggingen en bij machtigingen tot betaling van een deel van de uitkering aan een ander uitvoeringsorgaan is gesplitste betaling van de uitkering mogelijk. De SVB heeft echter het beleid dat machtigingen om een deel van een uitkering aan een andersoortige derde te betalen niet worden gehonoreerd. Hetzelfde geldt met betrekking tot cessie-constructies waarmee deurwaarders soms trachten een deelbetaling van een pensioen of uitkering te verkrijgen. In geval van cessie of van machtiging tot uitbetaling aan een andere persoon of instelling geeft de SVB hieraan alleen gevolg indien het de betaling van de gehele uitkering (inclusief de eventuele toeslag en de vakantie-uitkering) betreft. De SVB baseert deze beleidslijn op het uitgangspunt dat de administratie van de SVB niet onnodig mag worden verzwaard bij de betaling van uitkeringen en pensioenen. De SVB maakt een uitzondering op deze beleidslijn als blijkens interventie van een bijstandsmaatschappelijk werk(st)er of een erkende schuldhulpverlener de vaste en maandelijkse betalingen ten behoeve van de meest primaire levensbehoeften zoals, huur, gas, elektra, water en zorgverzekeringspremie structureel problematisch verlopen. In dat geval betaalt de SVB op verzoek van de gerechtigde de crediteur rechtstreeks door middel van een gesplitste betaling. Op basis van artikel 26, tweede lid AOW kan een machtiging tot uitbetaling van het pensioen aan een ander door de gerechtigde worden ingetrokken. Aan deze intrekking zal gehoor worden gegeven met ingang van de in artikel 19, vierde lid AOW bepaalde maand. In de Anw en de Remigratiewet is niet expliciet de mogelijkheid tot verlening dan wel intrekking van een machtiging tot betaling aan een ander dan de rechthebbende opgenomen. Ook in dit geval gaat de SVB er echter van uit dat een machtiging kan worden verleend en ingetrokken. Ook een kinderbijslaggerechtigde kan de SVB machtigen de hem toekomende kinderbijslag aan een ander dan hemzelf over te maken. Ook een dergelijke machtiging kan weer door de gerechtigde worden ingetrokken (artikel 23, tweede lid AKW). Indien recht op kinderbijslag voor meerdere kinderen bestaat, kan de betaling voor elk der kinderen apart worden verricht.

SVB Beleidsregels | Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS 93 Van de bevoegdheid van artikel 49, eerste lid Anw en artikel 21 AKW maakt de SVB bijvoorbeeld gebruik indien blijkt - na een zorgvuldig onderzoek naar aanleiding van een extern signaal, eventueel na het horen van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen -, dat de wezenuitkering of de kinderbijslag evident niet ten goede komt aan het kind ten behoeve waarvan de kinderbijslag of waaraan de wezenuitkering is toegekend. Indien de gerechtigde handelingsonbekwaam is of onder bewind is gesteld wordt de betaling op grond van het BW aan de curator of bewindvoerder gedaan. Inhouding eigen bijdrage AWBZ en betaling aan een inrichting of gemeente SB1086 Inhouding eigen bijdrage AWBZ artikel 20, leden 1 en 3 AOW en artikel 57, leden 2 en 3 Anw Wanneer een pensioengerechtigde een bijdrage verschuldigd is op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) heeft de SVB de bevoegdheid om door inhouding op het pensioen direct de eigen bijdrage AWBZ uit te betalen aan het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Dit is geregeld in artikel 20, eerste en derde lid AOW en artikel 57, tweede en derde lid Anw. Als de gerechtigde naast het AOW-pensioen of de Anw-uitkering geen andere inkomsten heeft en een inkomensafhankelijke bijdrage moet betalen, hanteert het AWBZ-uitvoeringsorgaan de standaard eigen bijdrage, waarvan de hoogte verschillend is voor ongehuwden en gehuwden met of zonder recht op toeslag. Ingeval de gerechtigde wel andere inkomsten heeft, zal het AWBZ-uitvoeringsorgaan een hogere eigen bijdrage vaststellen. Ook deze hogere eigen bijdrage wordt door de SVB op verzoek op het pensioen ingehouden en aan het CVZ uitbetaald. De SVB gaat daarbij uit van de juistheid van het door het AWBZ-uitvoeringsorgaan afgegeven besluit over de eigen bijdrage. Aan een verzoek van een AOW- of Anw-gerechtigde om geheel of gedeeltelijk af te zien van de inhouding van de eigen bijdrage wordt niet tegemoetgekomen. De SVB kiest voor deze handelwijze om nodeloze administratieve belasting voor de betrokken uitvoeringsorganen en de gerechtigde te vermijden. SB1087 Betaling aan een inrichting of gemeente artikel 20, lid 2 AOW en artikel 57, lid 1 Anw Wanneer de pensioen- of uitkeringsgerechtigde is opgenomen in een inrichting ter verpleging van geesteszieken of zwakzinnigen kan de SVB, op grond van artikel 20, tweede lid AOW en artikel 57, eerste lid Anw, het pensioen of de uitkering uitbetalen aan de inrichting of de gemeente die de opnamekosten heeft betaald. Van deze bevoegdheid mag alleen gebruik gemaakt worden als de gemeente of de inrichting hierom verzoekt. Indien de SVB echter een dergelijk verzoek heeft ontvangen zal zij in beginsel altijd gebruik maken van bedoelde bevoegdheid. De SVB sluit hiermee aan bij het destijds door de wetgever in de Memorie van Toelichting uiteengezette oogmerk van de regeling dat iedere andere wijze van inning een nodeloze administratieve inspanning voor de gerechtigde zou betekenen.

SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />

| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />

93<br />

Van de bevoegdheid van artikel 49, eerste lid Anw en artikel 21 AKW maakt de SVB<br />

bijvoorbeeld gebruik indien blijkt - na een zorgvuldig onderzoek naar aanleiding van een<br />

extern signaal, eventueel na het horen van het Landelijk Bureau Inning<br />

Onderhoudsbijdragen -, dat de wezenuitkering of de kinderbijslag evident niet ten goede<br />

komt aan het kind ten behoeve waarvan de kinderbijslag of waaraan de wezenuitkering is<br />

toegekend.<br />

Indien de gerechtigde handelingsonbekwaam is of onder bewind is gesteld wordt de<br />

betaling op grond van het BW aan de curator of bewindvoerder gedaan.<br />

Inhouding eigen bijdrage AWBZ en betaling aan een inrichting<br />

of gemeente<br />

SB1086<br />

Inhouding eigen bijdrage AWBZ<br />

artikel 20, leden 1 en 3 AOW en artikel 57, leden 2 en 3 Anw<br />

Wanneer een pensioengerechtigde een bijdrage verschuldigd is op grond van de<br />

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) heeft de SVB de bevoegdheid om<br />

door inhouding op het pensioen direct de eigen bijdrage AWBZ uit te betalen aan het<br />

College voor zorgverzekeringen (CVZ). Dit is geregeld in artikel 20, eerste en derde lid<br />

AOW en artikel 57, tweede en derde lid Anw.<br />

Als de gerechtigde naast het AOW-pensioen of de Anw-uitkering geen andere<br />

inkomsten heeft en een inkomensafhankelijke bijdrage moet betalen, hanteert het<br />

AWBZ-uitvoeringsorgaan de standaard eigen bijdrage, waarvan de hoogte verschillend is<br />

voor ongehuwden en gehuwden met of zonder recht op toeslag. Ingeval de gerechtigde<br />

wel andere inkomsten heeft, zal het AWBZ-uitvoeringsorgaan een hogere eigen bijdrage<br />

vaststellen. Ook deze hogere eigen bijdrage wordt door de SVB op verzoek op het<br />

pensioen ingehouden en aan het CVZ uitbetaald. De SVB gaat daarbij uit van de<br />

juistheid van het door het AWBZ-uitvoeringsorgaan afgegeven besluit over de eigen<br />

bijdrage.<br />

Aan een verzoek van een AOW- of Anw-gerechtigde om geheel of gedeeltelijk af te<br />

zien van de inhouding van de eigen bijdrage wordt niet tegemoetgekomen. De SVB<br />

kiest voor deze handelwijze om nodeloze administratieve belasting voor de betrokken<br />

uitvoeringsorganen en de gerechtigde te vermijden.<br />

SB1087<br />

Betaling aan een inrichting of gemeente<br />

artikel 20, lid 2 AOW en artikel 57, lid 1 Anw<br />

Wanneer de pensioen- of uitkeringsgerechtigde is opgenomen in een inrichting ter<br />

verpleging van geesteszieken of zwakzinnigen kan de SVB, op grond van artikel 20,<br />

tweede lid AOW en artikel 57, eerste lid Anw, het pensioen of de uitkering uitbetalen<br />

aan de inrichting of de gemeente die de opnamekosten heeft betaald. Van deze<br />

bevoegdheid mag alleen gebruik gemaakt worden als de gemeente of de inrichting<br />

hierom verzoekt. Indien de SVB echter een dergelijk verzoek heeft ontvangen zal zij in<br />

beginsel altijd gebruik maken van bedoelde bevoegdheid. De SVB sluit hiermee aan bij<br />

het destijds door de wetgever in de Memorie van Toelichting uiteengezette oogmerk<br />

van de regeling dat iedere andere wijze van inning een nodeloze administratieve<br />

inspanning voor de gerechtigde zou betekenen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!