Beleidsregels 2009 - Svb

Beleidsregels 2009 - Svb Beleidsregels 2009 - Svb

06.09.2014 Views

SVB Beleidsregels | Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS 74 Aanvraag en herziening Toekenning op aanvraag en postume aanvraag artikel 14 AOW, artikel 33, leden 1, 2 en 3 Anw en artikel 14, leden 1 en 2 AKW, artikel 6, leden 1 en 2 TOG 2000, artikel 7, leden 1 en 2 TAS, artikel 5, leden 1 en 2 TNS SB1065 Toekenning op aanvraag artikel 14, lid 1 AOW en artikel 33, lid 1 Anw en artikel 14, leden 1 en 2 AKW, artikel 6, leden 1 en 2 TOG 2000, artikel 7, leden 1 en 2 TAS, artikel 5, leden 1 en 2 TNS Om voor een AOW-, AKW-, of Anw-uitkering, een tegemoetkoming op grond van de TOG 2000, een voorschot of eenmalige uitkering op grond van de TAS dan wel een eenmalige uitkering op grond van de TNS in aanmerking te komen moet een aanvraag worden ingediend bij de SVB. De SVB bevordert aanvragen om kinderbijslag voor in Nederland wonende personen die nog geen kinderbijslag ontvangen, als zij na de geboorte van een kind binnen dertig dagen aangifte doen bij de burgerlijke stand. Als reeds recht op kinderbijslag bestaat, wordt bij de geboorte van volgende kinderen geen aanvraag bevorderd. De toekenning van kinderbijslag vindt dan automatisch plaats op basis van gegevensuitwisseling tussen de GBA en de SVB. Ook in deze situatie moet aangifte bij de burgerlijke stand binnen dertig dagen na de geboorte plaatsvinden. Eventuele fouten in de gegevensuitwisseling tussen de GBA en de SVB die tot gevolg hebben dat de kinderbijslag niet of niet tijdig wordt toegekend, komen voor risico en rekening van de SVB. De kinderbijslag wordt in dergelijke gevallen - conform het beleid beschreven in Deel I, Terugkomen van een rechtens onaantastbaar besluit ten voordele van de belanghebbende, SB1076 - ambtshalve of op verzoek toegekend met een terugwerkende kracht van maximaal vijf jaar. Deze termijn wordt berekend vanaf het moment waarop de SVB de fout in de gegevensuitwisseling heeft geconstateerd, dan wel de betrokkene een verzoek om herziening heeft ingediend. Bij aangiftes vanaf dertig dagen na de geboorte en in alle overige situaties, berust de verantwoordelijkheid voor het indienen van een aanvraag bij de betrokkene. De SVB bevordert aanvragen om AOW-pensioen voor in Nederland wonende personen die binnenkort 65 jaar worden. De SVB ontvangt daarvan een opgave van de gemeenten. Deze personen ontvangen een half jaar voordat zij 65 jaar worden, een aanvraagformulier van de SVB. Indien een AOW-gerechtigde overlijdt, en de langstlevende (huwelijks-)partner jonger is dan 65 jaar en woont buiten Nederland, dan bevordert de SVB dat de achterblijvende partner een aanvraag om een Anw-uitkering indient, als uit de gegevens blijkt dat hierop mogelijk recht bestaat. Eveneens wordt een wezen- of halfwezenuitkering bevorderd indien bij het overlijden van een AOW- of Anw-gerechtigde uit de dossiergegevens van betrokkene blijkt dat mogelijk een recht op een van de genoemde uitkeringen bestaat.

SVB Beleidsregels | Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS 75 De SVB is met het Instituut Asbestslachtoffers overeengekomen dat dit instituut een aanvraag voor een eenmalige uitkering op grond van de TAS en TNS zal bevorderen indien het in het desbetreffende geval een positief advies kan verstrekken aangaande het recht op een voorschot of een eenmalige uitkering. SB1066 Postume aanvraag artikel 14, lid 1 AOW, artikel 33, lid 1 Anw en artikel 14 lid 1 AKW Indien een pensioen- of uitkeringsgerechtigde bij leven geen aanvraag om uitkering heeft ingediend, kunnen diens erfgenamen na zijn overlijden alsnog een aanvraag indienen. Dit is een zogenaamde postume aanvraag. De aanvraag kan ook worden ingediend door een executeur-testamentair die van rechtswege gemachtigde is van de erfgenamen. Een postume aanvraag in geval van gemoedsbezwaren wordt niet gehonoreerd (zie Deel I, Overlijdensuitkering, SB1042). SB1067 Ambtshalve toekenning: artikel 14, lid 2 AOW Van ambtshalve toekenning is sprake als een pensioen wordt toegekend zonder dat er een aanvraag aan ten grondslag ligt. Van deze bevoegdheid wordt door de SVB slechts bij in het buitenland wonenden gebruik gemaakt. De SVB gaat over tot ambtshalve toekenning van het ouderdomspensioen in alle gevallen waarin zij reeds een uitkeringsrelatie heeft met de betrokkene of diens partner. Dit betekent dat ambtshalve ouderdomspensioen wordt toegekend aan de volgende personen: de jongere partner van de pensioengerechtigde; de Anw-gerechtigde; gerechtigden op een remigratie-uitkering, alsmede hun partners. SB1068 Toekenning van voorschotten artikel 4:95 Awb De SVB is op grond van artikel 4:95 Awb bevoegd om een voorschot te verlenen. Ten aanzien van de verlening van voorschotten hanteert de SVB het volgende beleid. Een voorschot kan worden verleend indien het onderzoek naar de voor het recht op uitkering relevante gegevens nog niet is afgerond en: de SVB binnen de wettelijke termijn niet definitief kan beslissen op de aanvraag, of de SVB weliswaar binnen de wettelijke termijn zal kunnen beslissen, maar van betrokkene gezien zijn financiële situatie niet gevergd kan worden dat hij een definitieve beslissing afwacht. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een persoon te laat zijn aanvraag om ouderdomspensioen heeft ingediend of een nabestaande geen overige inkomsten heeft. Tot verlening van een voorschot kan in deze situaties worden overgegaan voor zover redelijkerwijs geen twijfel hoeft te bestaan aan het recht op uitkering. Per individueel geval wordt bepaald of bij wijze van voorschot een uitkering wordt verstrekt, en zo ja, of dit een volledige dan wel een gedeeltelijke uitkering zal zijn. Het voorschot wordt dan berekend aan de hand van de reeds beschikbare gegevens waarbij wordt uitgegaan van de juistheid van gedocumenteerde opgaven van betrokkenen, tenzij er contra-indicaties zijn om van die juistheid uit te gaan. Met name bij de AOW zal veelal bij wijze van

SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />

| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />

75<br />

De SVB is met het Instituut Asbestslachtoffers overeengekomen dat dit instituut een<br />

aanvraag voor een eenmalige uitkering op grond van de TAS en TNS zal bevorderen<br />

indien het in het desbetreffende geval een positief advies kan verstrekken aangaande het<br />

recht op een voorschot of een eenmalige uitkering.<br />

SB1066<br />

Postume aanvraag<br />

artikel 14, lid 1 AOW, artikel 33, lid 1 Anw en artikel 14 lid 1 AKW<br />

Indien een pensioen- of uitkeringsgerechtigde bij leven geen aanvraag om uitkering<br />

heeft ingediend, kunnen diens erfgenamen na zijn overlijden alsnog een aanvraag<br />

indienen. Dit is een zogenaamde postume aanvraag. De aanvraag kan ook worden<br />

ingediend door een executeur-testamentair die van rechtswege gemachtigde is van de<br />

erfgenamen. Een postume aanvraag in geval van gemoedsbezwaren wordt niet<br />

gehonoreerd (zie Deel I, Overlijdensuitkering, SB1042).<br />

SB1067<br />

Ambtshalve toekenning:<br />

artikel 14, lid 2 AOW<br />

Van ambtshalve toekenning is sprake als een pensioen wordt toegekend zonder dat er<br />

een aanvraag aan ten grondslag ligt. Van deze bevoegdheid wordt door de SVB slechts<br />

bij in het buitenland wonenden gebruik gemaakt. De SVB gaat over tot ambtshalve<br />

toekenning van het ouderdomspensioen in alle gevallen waarin zij reeds een<br />

uitkeringsrelatie heeft met de betrokkene of diens partner. Dit betekent dat ambtshalve<br />

ouderdomspensioen wordt toegekend aan de volgende personen:<br />

de jongere partner van de pensioengerechtigde;<br />

de Anw-gerechtigde;<br />

gerechtigden op een remigratie-uitkering, alsmede hun partners.<br />

SB1068<br />

Toekenning van voorschotten<br />

artikel 4:95 Awb<br />

De SVB is op grond van artikel 4:95 Awb bevoegd om een voorschot te verlenen. Ten<br />

aanzien van de verlening van voorschotten hanteert de SVB het volgende beleid.<br />

Een voorschot kan worden verleend indien het onderzoek naar de voor het recht op<br />

uitkering relevante gegevens nog niet is afgerond en:<br />

de SVB binnen de wettelijke termijn niet definitief kan beslissen op de aanvraag, of<br />

de SVB weliswaar binnen de wettelijke termijn zal kunnen beslissen, maar van<br />

betrokkene gezien zijn financiële situatie niet gevergd kan worden dat hij een<br />

definitieve beslissing afwacht. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een persoon te<br />

laat zijn aanvraag om ouderdomspensioen heeft ingediend of een nabestaande geen<br />

overige inkomsten heeft.<br />

Tot verlening van een voorschot kan in deze situaties worden overgegaan voor zover<br />

redelijkerwijs geen twijfel hoeft te bestaan aan het recht op uitkering. Per individueel<br />

geval wordt bepaald of bij wijze van voorschot een uitkering wordt verstrekt, en zo ja, of<br />

dit een volledige dan wel een gedeeltelijke uitkering zal zijn. Het voorschot wordt dan<br />

berekend aan de hand van de reeds beschikbare gegevens waarbij wordt uitgegaan van de<br />

juistheid van gedocumenteerde opgaven van betrokkenen, tenzij er contra-indicaties zijn<br />

om van die juistheid uit te gaan. Met name bij de AOW zal veelal bij wijze van

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!