Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />
38<br />
de aantekeningen inzake het vertrek uit het land van herkomst en het verblijf in<br />
Nederland, gesteld in het paspoort van betrokkene;<br />
het motief voor vertrek vanuit een ander land naar Nederland (bijvoorbeeld<br />
studieredenen of een om andere redenen vooropgezet tijdelijk verblijf);<br />
of de betrokkene nog woonruimte, huisraad of eigendommen van belang in het<br />
land van herkomst heeft (is het huurcontract opgezegd of het huis verkocht);<br />
het feit dat het gezin van betrokkene, waarmee hij regelmatig contact onderhoudt,<br />
niet in Nederland verblijft. In deze situatie is het echter ook mogelijk dat de<br />
betrokkene geacht wordt een dubbele woonplaats te hebben (zie Deel I, Dubbele<br />
woonplaats, SB1028).<br />
SB1026<br />
Koppelingswet<br />
Beschikt een ingezetene niet over een verblijfsvergunning, dan moet worden<br />
onderscheiden tussen de situatie vóór 1 juli 1998 en de situatie vanaf deze datum. Vóór 1<br />
juli 1998 was verzekering op grond van ingezetenschap bij het ontbreken van een<br />
verblijfsvergunning mogelijk als uit de overige omstandigheden bleek van het bestaan<br />
van een persoonlijke band van duurzame aard met Nederland.<br />
Sinds de inwerkingtreding van de Koppelingswet op 1 juli 1998 kan een persoon die niet<br />
onvoorwaardelijk tot Nederland is toegelaten in de regel niet meer verzekerd zijn op<br />
grond van ingezetenschap. Op grond van de uitspraak van de CRvB van 26 juni 2001<br />
dient toepassing van deze regel achterwege te blijven ten aanzien van personen die direct<br />
voorafgaand aan 1 juli 1998 in Nederland verzekerd waren en aan wie het verblijf in<br />
Nederland sedert 1 juli 1998 in afwachting van een beslissing op een verzoek om<br />
toelating is toegestaan. Vanaf het moment dat definitief negatief is beslist op het verzoek<br />
om toelating is deze persoon op grond van de Koppelingswet uitgesloten van<br />
verzekering (zie CRvB 24 juli 2002).<br />
Jurisprudentie<br />
CRvB 28 september 1988, RSV 1989/139<br />
CRvB 7 juni 1989, RSV 1990/42<br />
CRvB 6 april 1994, AB 1994/597<br />
CRvB 27 april 1994, PS 1994, 660<br />
CRvB 7 september 1994, RSV 1995/245<br />
CRvB 5 oktober 1994, KBW 1994/1, n.g.<br />
CRvB 15 januari 1998, RSV 1998/127, «USZ» 1998/77, 78<br />
CRvB 26 juni 2001, RSV 2001/216, «USZ» 2001/186<br />
CRvB 24 juli 2002, «USZ» 2002/257<br />
SB1027<br />
Einde verplichte verzekering na vertrek uit Nederland<br />
Indien een ingezetene uit Nederland vertrekt, heeft dit niet altijd zonder meer tot gevolg<br />
dat de verzekering direct eindigt omdat rekening moet worden gehouden met het<br />
uitgangspunt dat de band met Nederland, na vertrek naar het buitenland, slechts<br />
geleidelijk verdwijnt (zie bijvoorbeeld CRvB 15 juni 1994 en 22 juni 1994). Of de band<br />
met Nederland verbroken is moet worden vastgesteld op basis van het totaalbeeld van<br />
feitelijke omstandigheden, waaruit in het concrete geval blijkt dat niet langer sprake is<br />
van juridische, economische en sociale binding met Nederland (zie onder meer CRvB<br />
13 april 1988, 20 juli 1988, 6 april 1994 en 19 februari 1998).<br />
In dit verband zijn drie situaties te onderscheiden: