Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />
36<br />
Voor de beantwoording van de vraag of iemand binnen Nederland woont, is van belang<br />
of er tussen de betrokkene en Nederland een persoonlijke band van duurzame aard<br />
bestaat. Hierbij moet volgens vaste jurisprudentie worden vastgesteld of de betrokkene<br />
het middelpunt van zijn maatschappelijk leven in Nederland heeft (zie hiervoor onder<br />
meer CRvB 29 april 1998).<br />
Het onderzoek ter beoordeling of iemand het middelpunt van zijn maatschappelijk leven<br />
in Nederland heeft, spitst zich toe op feitelijke omstandigheden. Voor de beoordeling is<br />
doorslaggevend in welke mate betrokkene een juridische binding, een economische<br />
binding en een sociale binding met Nederland heeft. In sommige gevallen is één van<br />
deze bindingen zo sterk dat deze op zichzelf reeds tot ingezetenschap leidt. In andere<br />
gevallen is geen van deze bindingen op zichzelf beschouwd voldoende sterk om tot<br />
ingezetenschap te leiden, maar moet op grond van het complex van factoren toch tot<br />
ingezetenschap worden geconcludeerd.<br />
Bij de beoordeling is tevens van belang of en in hoeverre er (nog) sprake is van binding<br />
met een ander land dan Nederland. In principe kan gesteld worden dat de band met<br />
Nederland sterker is naarmate de band met een ander land, zoals het land van herkomst,<br />
zwakker is. Het onderzoek vindt plaats aan de hand van de criteria in de onderliggende<br />
paragrafen.<br />
Het totaalbeeld van de feitelijke omstandigheden moet uitwijzen of de betrokkene het<br />
middelpunt van zijn maatschappelijk leven in Nederland heeft en er dientengevolge<br />
sprake is van een persoonlijke band van duurzame aard met Nederland. Deze band wordt<br />
na aankomst in Nederland in het algemeen geleidelijk opgebouwd maar kan ook direct<br />
aanwezig worden geacht. Bij de beoordeling hiervan worden de beleidsregels ten aanzien<br />
van het verlies van ingezetenschap na vertrek uit Nederland (zie Deel I, Einde verplichte<br />
verzekering na vertrek uit Nederland, SB1027) naar analogie toegepast.<br />
Voor zover bepalingen inzake de detachering van werknemers zoals opgenomen in<br />
internationale regelingen (zie Deel II, Detachering, SB2139) niet anders bepalen, wordt<br />
de verzekeringspositie van gezinsleden van gedetacheerde personen beheerst door de<br />
Nederlandse nationale criteria inzake het ingezetenschap.<br />
Jurisprudentie<br />
CRvB 29 april 1998, RSV 1998/205, «USZ» 1998/175<br />
SB1023<br />
Juridische binding<br />
De juridische binding ziet op de verblijfsrechtelijk status in de zin van de<br />
Vreemdelingenwet 2000. De binding wordt sterker naarmate de zekerheid op voortgezet<br />
verblijf in Nederland die een vreemdeling aan zijn verblijfstitel kan ontlenen, groter is.<br />
Voor het bestaan van een juridische binding is daarom van belang of betrokkene beschikt<br />
over een verblijfstitel voor bepaalde (artikelen 14 en 28 Vw 2000) of voor onbepaalde<br />
tijd (artikelen 20 en 33 Vw 2000).<br />
Indien de betrokkene in het bezit is van een vergunning voor onbepaalde tijd zal in het<br />
algemeen ingezetenschap worden aangenomen. Als iemand een vergunning voor<br />
bepaalde tijd heeft, dan kan dit, bezien in het licht van de overige van belang zijnde<br />
omstandigheden, bijdragen tot de conclusie dat hij in Nederland woont. Als iemand niet<br />
beschikt over een vergunning tot verblijf bestaat in beginsel geen zekerheid op<br />
voortgezet verblijf in Nederland en is derhalve van juridische binding geen sprake. In