Beleidsregels 2009 - Svb

Beleidsregels 2009 - Svb Beleidsregels 2009 - Svb

06.09.2014 Views

SVB Beleidsregels | Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS 28 In deze uitzonderingssituaties kan niettemin een breuk in het huishouden optreden indien betrokkene niet langer regelmatige contacten met zijn gezin onderhoudt. Aparte vermelding verdient de situatie van de asielzoeker die zijn gezin achterlaat in zijn land van herkomst zonder het voornemen daarnaar nog terug te keren. In een dergelijke situatie wordt volgens de jurisprudentie van de CRvB (zie onder meer de uitspraken van 16 september 1987, 7 december 1988, 27 oktober 1999 en 5 september 2003) een breuk geacht niet te zijn opgetreden indien betrokkene spoedig na zijn aankomst in Nederland de nodige - reële kansen biedende - stappen tot gezinshereniging heeft ondernomen. De SVB hanteert hierbij het uitgangspunt dat stappen tot gezinshereniging spoedig zijn genomen als deze binnen zes maanden na aankomst in Nederland zijn ondernomen. Indien een breuk in het huishouden is opgetreden, kan het huishouden weer ‘herleven’ indien betrokkene de nodige stappen onderneemt tot gezinshereniging. In deze situatie wordt één huishouden aangenomen vanaf het moment dat op de aanvraag om gezinshereniging in begunstigende zin is beslist. Als vervolgens niet binnen twaalf maanden daadwerkelijk gezinshereniging plaatsvindt, treedt wederom een breuk in het huishouden op. Jurisprudentie CRvB 16 september 1987, RSV 1988/102 CRvB 7 december 1988, RSV 1989/189 CRvB 27 oktober 1999, RSV 1999/304, «USZ» 1999/339 CRvB 19 juli 2000, RSV 2000/194 CRvB 5 september 2003, RSV 2003/278, «USZ» 2003/315, LJN AL6964 CRvB 5 september 2003, RSV 2003/279 CRvB 5 september 2003, RSV 2003/280 SB1016 Onderwijs of beroepsopleiding / ten minste 213 klokuren per kwartaal artikel 26, lid 2, onder a Anw, artikel 7, lid 2 onder a, artikel 7, lid 3, onder a sub i, artikel 7a AKW, artikel 2, lid 1 Regeling klokuren 1998 Van onderwijs of een beroepsopleiding in de zin van de AKW en de Anw is volgens het beleid van de SVB en de stand van de jurisprudentie van de CRvB sprake wanneer is voldaan aan de volgende criteria: deskundige begeleiding of toezicht door de onderwijsinstelling; voorbereidend op enig examen, resulterend in een diploma of getuigschrift; de mogelijkheid tot het beroepsmatig verrichten van activiteiten overeenkomstig de opleiding; Algemeen vormend onderwijs dat wordt afgesloten met een examen resulterend in een diploma of getuigschrift en dat toegang geeft tot vervolgonderwijs of dat als minimumvereiste geldt voor een functie of beroep, wordt als onderwijs in de zin van de AKW aangemerkt. Voorbeelden hiervan zijn MAVO, HAVO, VWO en daarmee vergelijkbare buitenlandse vormen van algemeen vormend onderwijs. Praktische lessen of werkzaamheden worden als opleiding beschouwd voor zover deze een verplicht karakter hebben en een integrerend onderdeel van de theoretische opleiding vormen. Ook de cursus Nederlands als tweede taal (NT2) wordt door de SVB

SVB Beleidsregels | Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS 29 als onderwijs in de zin van de AKW aangemerkt, voor zover deze cursus wordt gevolgd in het kader van de Wet inburgering nieuwkomers. Als het onderwijs niet aan de bovenstaande criteria voldoet, maar dient als noodzakelijke voorbereiding op ander onderwijs dat wel aan de criteria voldoet, wordt deze vooropleiding volgens de jurisprudentie van de CRvB ook als onderwijs in de zin van de AKW aangemerkt. De SVB stelt de eis van deskundige begeleiding of toezicht door de onderwijsinstelling niet ingeval kinderen niet naar school gaan maar leren onder begeleiding van hun ouders of verzorgers. Dit onderwijs wordt alleen als onderwijs in de zin van de AKW aangemerkt indien het is onderworpen aan het toezicht van de onderwijsinspectie. Voor kinderen van 16 en 17 jaar bestaat er krachtens de AKW recht op kinderbijslag, indien zij onderwijs volgen. Voorts heeft een wees ouder dan 16 jaar doch jonger dan 21 jaar recht op een wezenuitkering, indien het onderwijs volgt. Voor deze onderwijs volgende kinderen wordt in de AKW en de Anw een klokurencriterium gehanteerd, dat inhoudt dat in verband met onderwijs of een beroepsopleiding gedurende gemiddeld ten minste 213 klokuren per kwartaal lessen of stages door het kind gevolgd moeten worden. Onder ‘klokuur’ wordt door de SVB verstaan 60 minuten onderwijs. Om het gemiddeld aantal klokuren per kwartaal te bepalen, hanteert de SVB de volgende berekeningswijze: voor opleidingen die één of meerdere schooljaren duren wordt het gemiddelde aantal klokuren berekend over het gehele schooljaar. Voor opleidingen die korter dan één schooljaar duren wordt berekend hoeveel uren het kind heeft gevolgd in het desbetreffende kwartaal. Indien niet wordt voldaan aan het vereiste aantal klokuren, dan kan eventueel toch recht op kinderbijslag bestaan indien sprake is van een van de limitatief genoemde uitzonderingen in de Regeling klokuren 1998. Voor een kind kan geen recht op kinderbijslag ontstaan indien er een recht op studiefinanciering bestaat of daartoe een aanvraag is gedaan waarop nog niet onherroepelijk is beslist. Een recht op wezenuitkering kan wel samenlopen met studiefinanciering. Voor kinderen jonger dan 16 jaar kan recht op tweevoudige kinderbijslag bestaan indien zij in verband met het volgen van onderwijs of een beroepsopleiding uitwonend zijn. Voor de vraag of sprake is van het volgen van onderwijs voor deze categorie kinderen, is het wettelijke klokurenvereiste niet van toepassing. Uit een uitspraak van de CRvB van 13 augustus 2004 volgt dat recht op tweevoudige kinderbijslag bestaat als het kind regulier dagonderwijs volgt dat substantieel van omvang is en in overeenstemming is met de wettelijke voorschriften omtrent de leerplicht en de inrichting van het regulier onderwijs in het woonland. Als wettelijke leerplichtvoorschriften ontbreken, geldt als voorwaarde dat het onderwijs voldoet aan de normen van het land voor regulier dagonderwijs. De SVB gaat ervan uit dat het onderwijs van voldoende omvang is in de zin van deze criteria, als het kind voldoet aan het klokurenvereiste. In de praktijk wordt het klokurenvereiste dus wel gehanteerd. Hierbij zij aangetekend dat als het onderwijs niet aan dit vereiste voldoet, niettemin recht op tweevoudige kinderbijslag kan bestaan als nader onderzoek heeft uitgewezen dat wordt voldaan aan de criteria zoals geformuleerd door de CRvB in zijn uitspraak van 13 augustus 2004. De SVB leidt uit de jurisprudentie af dat bij een tijdelijke onderbreking van de opleiding veroorzaakt door bijvoorbeeld studie-overgang of ziekte het kind nog geacht wordt

SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />

| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />

29<br />

als onderwijs in de zin van de AKW aangemerkt, voor zover deze cursus wordt gevolgd<br />

in het kader van de Wet inburgering nieuwkomers.<br />

Als het onderwijs niet aan de bovenstaande criteria voldoet, maar dient als noodzakelijke<br />

voorbereiding op ander onderwijs dat wel aan de criteria voldoet, wordt deze<br />

vooropleiding volgens de jurisprudentie van de CRvB ook als onderwijs in de zin van de<br />

AKW aangemerkt.<br />

De SVB stelt de eis van deskundige begeleiding of toezicht door de onderwijsinstelling<br />

niet ingeval kinderen niet naar school gaan maar leren onder begeleiding van hun ouders<br />

of verzorgers. Dit onderwijs wordt alleen als onderwijs in de zin van de AKW<br />

aangemerkt indien het is onderworpen aan het toezicht van de onderwijsinspectie.<br />

Voor kinderen van 16 en 17 jaar bestaat er krachtens de AKW recht op kinderbijslag,<br />

indien zij onderwijs volgen. Voorts heeft een wees ouder dan 16 jaar doch jonger dan 21<br />

jaar recht op een wezenuitkering, indien het onderwijs volgt.<br />

Voor deze onderwijs volgende kinderen wordt in de AKW en de Anw een klokurencriterium<br />

gehanteerd, dat inhoudt dat in verband met onderwijs of een beroepsopleiding<br />

gedurende gemiddeld ten minste 213 klokuren per kwartaal lessen of stages door het<br />

kind gevolgd moeten worden. Onder ‘klokuur’ wordt door de SVB verstaan 60 minuten<br />

onderwijs. Om het gemiddeld aantal klokuren per kwartaal te bepalen, hanteert de SVB<br />

de volgende berekeningswijze: voor opleidingen die één of meerdere schooljaren duren<br />

wordt het gemiddelde aantal klokuren berekend over het gehele schooljaar. Voor<br />

opleidingen die korter dan één schooljaar duren wordt berekend hoeveel uren het kind<br />

heeft gevolgd in het desbetreffende kwartaal. Indien niet wordt voldaan aan het vereiste<br />

aantal klokuren, dan kan eventueel toch recht op kinderbijslag bestaan indien sprake is<br />

van een van de limitatief genoemde uitzonderingen in de Regeling klokuren 1998.<br />

Voor een kind kan geen recht op kinderbijslag ontstaan indien er een recht op<br />

studiefinanciering bestaat of daartoe een aanvraag is gedaan waarop nog niet<br />

onherroepelijk is beslist. Een recht op wezenuitkering kan wel samenlopen met<br />

studiefinanciering.<br />

Voor kinderen jonger dan 16 jaar kan recht op tweevoudige kinderbijslag bestaan indien<br />

zij in verband met het volgen van onderwijs of een beroepsopleiding uitwonend zijn.<br />

Voor de vraag of sprake is van het volgen van onderwijs voor deze categorie kinderen, is<br />

het wettelijke klokurenvereiste niet van toepassing. Uit een uitspraak van de CRvB van<br />

13 augustus 2004 volgt dat recht op tweevoudige kinderbijslag bestaat als het kind<br />

regulier dagonderwijs volgt dat substantieel van omvang is en in overeenstemming is met<br />

de wettelijke voorschriften omtrent de leerplicht en de inrichting van het regulier<br />

onderwijs in het woonland. Als wettelijke leerplichtvoorschriften ontbreken, geldt als<br />

voorwaarde dat het onderwijs voldoet aan de normen van het land voor regulier<br />

dagonderwijs. De SVB gaat ervan uit dat het onderwijs van voldoende omvang is in de<br />

zin van deze criteria, als het kind voldoet aan het klokurenvereiste. In de praktijk wordt<br />

het klokurenvereiste dus wel gehanteerd. Hierbij zij aangetekend dat als het onderwijs<br />

niet aan dit vereiste voldoet, niettemin recht op tweevoudige kinderbijslag kan bestaan<br />

als nader onderzoek heeft uitgewezen dat wordt voldaan aan de criteria zoals<br />

geformuleerd door de CRvB in zijn uitspraak van 13 augustus 2004.<br />

De SVB leidt uit de jurisprudentie af dat bij een tijdelijke onderbreking van de opleiding<br />

veroorzaakt door bijvoorbeeld studie-overgang of ziekte het kind nog geacht wordt

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!