Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, TOG 2000, TAS en TNS<br />
26<br />
Een verblijf van het kind in een instelling vanwege een verplichte of vrijwillige<br />
uithuisplaatsing of vanwege detentie wordt niet als tijdelijk beschouwd, ongeacht of dit<br />
verblijf korter of langer dan zes maanden duurt. Het kind wordt dan niet geacht tot het<br />
huishouden te behoren.<br />
In de situatie waarin een kind wordt vermist of is ontvoerd zal niet aanstonds duidelijk<br />
zijn of het kind heeft opgehouden te behoren tot het huishouden van de<br />
kinderbijslaggerechtigde. De SVB hanteert in dat geval het beleid dat het kind geacht<br />
wordt tot het huishouden van de gerechtigde te behoren tot zes maanden na de dag van<br />
vermissing dan wel ontvoering. Indien na zes maanden nog geen duidelijkheid is<br />
verkregen over de verblijfplaats van het kind, dan wordt de kinderbijslag bij wijze van<br />
afbouw nog twee kwartalen doorbetaald.<br />
Het recht op ouderdomspensioen, nabestaandenuitkering of halfwezenuitkering kan<br />
afhankelijk zijn van de voorwaarde dat een kind niet tot het huishouden van een ander<br />
behoort (artikel 9, eerste lid, onder c AOW en artikel 14, eerste lid, onder a, en artikel<br />
22, eerste lid Anw). Als het kind tot het huishouden behoort van de AOW-gerechtigde<br />
of nabestaande dan is in ieder geval aan deze voorwaarde voldaan. De vraag of het kind<br />
tevens behoort tot een ander huishouden - dit kan bij co-ouderschap (zie Deel I,<br />
Kinderbijslagbetaling bij gescheiden huishoudens; echtscheiding en co-ouderschap,<br />
SB1096) - is in dat geval niet relevant. Dit blijkt uit de uitspraak van de CRvB van 28<br />
november 2003.<br />
Als een kind niet tot het huishouden van de verzekerde of nabestaande behoort, kan bij<br />
de toepassing van de AKW en Anw de vraag rijzen of een kind zelfstandig woont dan<br />
wel of het al dan niet behoort tot het huishouden van een ander. Ter beantwoording van<br />
deze vraag hanteert de SVB het volgende beleid. Kinderen vanaf 16 jaar worden in ieder<br />
geval geacht zelfstandig te wonen, indien zij:<br />
op kamers bij een hospita wonen:<br />
samenwonen of;<br />
over zelfstandige woonruimte beschikken.<br />
Ook kinderen jonger dan 16 jaar kunnen zelfstandig wonen. Bij de vraag of dit het geval<br />
is wordt door de SVB niet zonder meer teruggevallen op de hierboven geformuleerde<br />
criteria, maar wordt afzonderlijk onderzoek ingesteld naar de omstandigheden van het<br />
geval.<br />
Een kind wordt in ieder geval geacht tot het huishouden van een ander te behoren<br />
indien het kind woont bij:<br />
familie;<br />
de ex-echtgenoot van de verzekerde;<br />
de echtgenoot van de verzekerde, waarmee de verzekerde geen huishouden (meer)<br />
vormt;<br />
een gastgezin.<br />
Voor een kind jonger dan 16 jaar dat niet tot het huishouden van de verzekerde behoort<br />
en niet als eigen, aangehuwd of pleegkind tot het huishouden van een ander behoort,<br />
kan recht bestaan op tweevoudige kinderbijslag indien het kind door of in verband met<br />
het volgen van onderwijs uitwonend is en dat kind door de verzekerde grotendeels<br />
wordt onderhouden. De SVB neemt aan dat er sprake is van een causaal verband tussen