Beleidsregels 2009 - Svb

Beleidsregels 2009 - Svb Beleidsregels 2009 - Svb

06.09.2014 Views

SVB Beleidsregels | Deel III Awb 4 Personen en instellingen die de SVB nadrukkelijk niet als belanghebbenden in de zin van de Awb beschouwt, zijn: Partners van pensioengerechtigden die op grond van artikel 1, tweede lid, onder b AOW als ongehuwd moeten worden beschouwd omdat zij duurzaam gescheiden leven. De betrokken partner kan met betrekking tot zijn eigen rechten zelf een beschikking aanvragen. Partners van AOW- of Anw-gerechtigden die een andere socialezekerheidsuitkering genieten en die door de werking van een onweerlegbaar rechtsvermoeden tevens voor die andere socialezekerheidsuitkering als partner worden aangemerkt. Deze partners worden geacht slechts belanghebbende te zijn bij de beschikking van het bestuursorgaan dat de andere socialezekerheidsuitkering verstrekt (zie CRvB 7 november 2006). Ex-partners van degenen aan wie kinderbijslag wordt uitbetaald. Deze ex-partners kunnen zelf om uitbetaling van de kinderbijslag aan hen vragen en ontvangen daarover dan een beschikking. Personen (of instellingen) die aanspraak maken op een overlijdensuitkering Deze personen (of instellingen) kunnen zelf een aanvraag indienen. Jurisprudentie CRvB 7 november 2006, LJN AZ2970. SB3193 Besluit en beschikking artikel 1:3, leden 1 en 2 Awb Bij beantwoording van de vraag of een schriftelijke mededeling van de SVB moet worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb, is onder meer van belang of de mededeling is gericht op rechtsgevolg. Van een rechtsgevolg is in ieder geval sprake als de mededeling is gericht op de vaststelling van het recht op uitkering, de hoogte van de uitkering of het bedrag van de uitkering dat wordt betaald (zie CRvB 31 juli 2002 en 23 december 2002). Voorts blijkt uit jurisprudentie van de CRvB dat een rechtsvaststelling omtrent feiten en omstandigheden die betrekking hebben op een toekomstig recht op uitkering, op rechtsgevolg is gericht. Een opgave van (niet-) verzekerde jaren of een stand van verzekering is daarom een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb (zie CRvB 15 juli 2004). Daarnaast merkt de SVB in de volgende specifieke situaties als een besluit aan: de beslissing om een voorschot op een uitkering te verlenen. Dit geldt blijkens het arrest Damiani van het HvJ EG eveneens voor de toekenning van een voorlopige uitkering op grond van artikel 45, eerste, tweede en derde lid van Verordening (EEG) nr. 574/72. Uit genoemd arrest blijkt echter tevens dat tegen het voorlopige karakter van laatstgenoemde beschikking geen bezwaar of beroep openstaat. een beslissing op een verzoek om vergoeding van schade geleden als gevolg van een (beweerdelijk) onrechtmatig besluit (zie onder meer CRvB 28 juli 1994 en 2 juli 1997 en ABRvS 29 november 1996). een verklaring omtrent de toepasselijkheid van artikel 13, lid 2, onder f) van Vo. 1408/71, zoals bedoeld in artikel 10ter van Vo. 574/72 (zie CRvB 23 december 2002).

SVB Beleidsregels | Deel III Awb 5 een beslissing op een verzoek om afgifte van een detacheringsverklaring als bedoeld in Deel II, Detachering, SB2139. De SVB leidt dit af uit het arrest Fitzwilliam van het HvJ EG. De (schriftelijke) mededeling van de SVB dat een artikel 17-overeenkomst (zie Deel II, Verzoek tot het sluiten van een artikel 17-overeenkomst, SB2146). niet kan worden afgesloten wegens het ontbreken van de bereidheid daartoe bij het andere betrokken land, valt niet onder het besluitbegrip van de Awb (zie CRvB 24 januari 2001). Een mededeling van de SVB betreffende haar bereidheid zich in te zetten om met het andere betrokken land tot overeenstemming over het afsluiten van een dergelijke overeenkomst te komen, valt daarentegen wel onder het besluitbegrip. Als tegen een besluit beroep openstaat bij een andere administratieve rechter dan de algemene bestuursrechter, dan is op grond van artikel 8:6 Awb geen beroep bij de algemene bestuursrechter mogelijk. Dit leidt ertoe dat tegen een dergelijk besluit ook geen bezwaar bij de SVB kan worden gemaakt. Deze situatie doet zich voor bij beschikkingen die onverbrekelijk zijn verbonden met de op grond van de belastingwetgeving toe te passen inhoudingen (zie CRvB 3 oktober 1996 en 13 april 2000). Op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zijn de belastinginspecteur en vervolgens de belastingrechter bevoegd om kennis te nemen van geschillen over deze beschikkingen. De SVB zendt deze bezwaarschriften door naar de bevoegde belastinginspecteur. Jurisprudentie HvJ EG 14 februari 1980, zaak 53/79 (Damiani), Jur. 1980, 278 CRvB 28 juli 1994, AB 1995, 133 CRvB 20 juli 1995, «JB» 1995/223 CRvB 2 november 1995, AB 1996, 99 CRvB 3 oktober 1996, RSV 1997/64 ABRvS 29 november 1996, AB 1997, 66 CRvB 2 juli 1997, RSV 1997/244 CRvB 21 oktober 1998, RSV 1999/18, «USZ» 1998/326 HvJ EG 10 februari 2000, zaak C-202/97 (Fitzwilliam), Jur. 2000, I-883, «USZ» 2000/97, RSV 2001/55 CRvB 13 april 2000, AB 2000, 308 CRvB 24 januari 2001, RSV 2001/139 CRvB 31 juli 2002, RSV 2002/249 CRvB 23 december 2002, «JB» 2003/70 CRvB 15 juli 2004, «JB» 2004/328, LJN AQ5147

SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />

| Deel III Awb<br />

5<br />

een beslissing op een verzoek om afgifte van een detacheringsverklaring als bedoeld<br />

in Deel II, Detachering, SB2139. De SVB leidt dit af uit het arrest Fitzwilliam van<br />

het HvJ EG.<br />

De (schriftelijke) mededeling van de SVB dat een artikel 17-overeenkomst (zie Deel II,<br />

Verzoek tot het sluiten van een artikel 17-overeenkomst, SB2146). niet kan worden<br />

afgesloten wegens het ontbreken van de bereidheid daartoe bij het andere betrokken<br />

land, valt niet onder het besluitbegrip van de Awb (zie CRvB 24 januari 2001). Een<br />

mededeling van de SVB betreffende haar bereidheid zich in te zetten om met het andere<br />

betrokken land tot overeenstemming over het afsluiten van een dergelijke overeenkomst<br />

te komen, valt daarentegen wel onder het besluitbegrip.<br />

Als tegen een besluit beroep openstaat bij een andere administratieve rechter dan de<br />

algemene bestuursrechter, dan is op grond van artikel 8:6 Awb geen beroep bij de<br />

algemene bestuursrechter mogelijk. Dit leidt ertoe dat tegen een dergelijk besluit ook<br />

geen bezwaar bij de SVB kan worden gemaakt. Deze situatie doet zich voor bij<br />

beschikkingen die onverbrekelijk zijn verbonden met de op grond van de<br />

belastingwetgeving toe te passen inhoudingen (zie CRvB 3 oktober 1996 en 13 april<br />

2000). Op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zijn de belastinginspecteur<br />

en vervolgens de belastingrechter bevoegd om kennis te nemen van geschillen over deze<br />

beschikkingen. De SVB zendt deze bezwaarschriften door naar de bevoegde<br />

belastinginspecteur.<br />

Jurisprudentie<br />

HvJ EG 14 februari 1980, zaak 53/79 (Damiani), Jur. 1980, 278<br />

CRvB 28 juli 1994, AB 1995, 133<br />

CRvB 20 juli 1995, «JB» 1995/223<br />

CRvB 2 november 1995, AB 1996, 99<br />

CRvB 3 oktober 1996, RSV 1997/64<br />

ABRvS 29 november 1996, AB 1997, 66<br />

CRvB 2 juli 1997, RSV 1997/244<br />

CRvB 21 oktober 1998, RSV 1999/18, «USZ» 1998/326<br />

HvJ EG 10 februari 2000, zaak C-202/97 (Fitzwilliam), Jur. 2000, I-883, «USZ»<br />

2000/97, RSV 2001/55<br />

CRvB 13 april 2000, AB 2000, 308<br />

CRvB 24 januari 2001, RSV 2001/139<br />

CRvB 31 juli 2002, RSV 2002/249<br />

CRvB 23 december 2002, «JB» 2003/70<br />

CRvB 15 juli 2004, «JB» 2004/328, LJN AQ5147

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!