Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Beleidsregels 2009 - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB <strong>Beleidsregels</strong><br />
| Deel II Internationaal<br />
25<br />
In de situatie waarin de uitsluitingsgrond van artikel 15, eerste lid, onder b Anw van<br />
toepassing is en uitsluitend recht op uitkering zou kunnen ontstaan via een beroep op de<br />
arresten Moscato en Klaus (zie Deel II, In aanmerking te nemen tijdvakken voor de<br />
opening van het recht op uitkering, SB2150), is artikel 48 wel van toepassing. Dit brengt<br />
met zich dat indien een verzekerde uitsluitend in het jaar voorafgaande aan het<br />
overlijden tijdvakken van verzekering ingevolge de Anw heeft vervuld, en de<br />
gezondheidstoestand van de verzekerde bij aanvang van de verzekering het overlijden<br />
binnen een jaar redelijkerwijs moest doen verwachten, er geen recht op<br />
nabestaandenuitkering ontstaat.<br />
Artikel 48, lid 2 Vo. 1408/71 schrijft voor dat als een uitkering uit een lidstaat wordt<br />
geweigerd op grond van het eerste lid van dat artikel, andere lidstaten de periode van<br />
verzekering van minder dan één jaar in aanmerking dienen te nemen voor de berekening<br />
van een pensioen krachtens artikel 46, tweede lid Vo. 1408/71. Uit het HvJ EG-arrest<br />
Vermaut volgt dat dit ook dient te gebeuren als het pensioen nationaalrechtelijk wordt<br />
berekend, dus zonder terug te vallen op samentellings- en prorateringsregels. Wanneer<br />
een ouderdomspensioen door een lidstaat wordt geweigerd op grond van het eerste lid<br />
van artikel 48, worden de tijdvakken van verzekering korter dan één jaar in aanmerking<br />
genomen bij de berekening van een pensioen krachtens de AOW, alsof die tijdvakken<br />
krachtens de AOW waren vervuld. Door de SVB worden tijdvakken korter dan één jaar<br />
eveneens in aanmerking genomen bij de berekening van de uitkering ingevolge de<br />
AOW als deze reeds zijn meegeteld voor de berekening van een ouderdomspensioen uit<br />
een andere lidstaat van de EU dan Nederland.<br />
Bij de toepassing van de Anw is het tweede lid van artikel 48 uitsluitend relevant voor de<br />
berekening met toepassing van de samentellings- en prorateringsregels. Ingeval van een<br />
nationaalrechtelijke berekening is de duur van het verzekeringsverleden in verband met<br />
het risicokarakter van de Anw immers niet van belang voor de hoogte van de uitkering.<br />
Jurisprudentie<br />
HvJ EG 18 februari 1982, zaak 55/81 (Vermaut), Jur. 1982, 649, RSV 1982/240<br />
HvJ EG 9 december 1982, zaak 76/82 (Malfitano), Jur. 1982, 4309, RSV 1983/212<br />
HvJ EG 26 oktober 1995, zaak C-481/93 (Moscato), Jur. 1995, I-3525, RSV 1996/50<br />
HvJ EG 26 oktober 1995, zaak C-482/93 (Klaus), Jur. 1995, I-3551, RSV 1996/51<br />
SB2153<br />
Aanpassing en herberekening van de uitkering<br />
artikel 51 Vo. 1408/71<br />
Op grond van de letterlijke tekst van artikel 51, tweede lid, dient een herberekening op<br />
basis van de bepalingen van de verordening alleen dan te geschieden, indien de wijze van<br />
vaststellen of de regels voor de berekening van de uitkering wijzigingen ondergaan.<br />
Indien evenwel de uitkeringen conjuncturele aanpassingen ondergaan, behoeft geen<br />
herberekening op grond van de verordening plaats te vinden. In deze situatie dient de<br />
conjuncturele aanpassing rechtstreeks in de op basis van de verordening berekende<br />
uitkering te worden verwerkt. Dit volgt uit het eerste lid van artikel 51.<br />
Uit jurisprudentie van het HvJ EG volgt dat voor de toepassing van artikel 51 niet van<br />
belang is of de uitkering zuiver nationaalrechtelijk is berekend, dan wel is berekend met<br />
toepassing van de samentellings- en prorateringsregels. Artikel 51 is voorts door het HvJ<br />
EG aldus geïnterpreteerd dat uitkeringen vastgesteld overeenkomstig artikel 46 Vo.<br />
1408/71, na vaststelling elk een eigen, autonome indexontwikkeling ondergaan en elkaar