WATER- EN NUTRIÃNTEN- HUISHOUDING VAN - Stowa
WATER- EN NUTRIÃNTEN- HUISHOUDING VAN - Stowa
WATER- EN NUTRIÃNTEN- HUISHOUDING VAN - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
STOWA 2004-30 <strong>WATER</strong>- <strong>EN</strong> NUTRIËNT<strong>EN</strong><strong>HUISHOUDING</strong> <strong>VAN</strong> E<strong>EN</strong> VE<strong>EN</strong>WEIDEGEBIED<br />
6<br />
START <strong>EN</strong> OPZET <strong>VAN</strong> FASE II<br />
De kwaliteitsnormen voor het oppervlaktewater worden in veel veenweidepolders overschreden.<br />
Om te voldoen aan de normen kunnen aanvoervrachten verminderd worden<br />
(brongerichte maatregelen) of kunnen effecten verminderd worden (effectgerichte maatregelen).<br />
In veel veenweidepolders kent de nutriëntenproblematiek 2 aspecten, namelijk<br />
eutrofiëring van het polderwater en overmatige belasting van het boezemwater, een vorm<br />
van afwenteling. Reductie van de effecten van eutrofiëring in het polderwater zal niet persé<br />
leiden tot een verminderde belasting van het boezemwater. Maatregelen om de oppervlaktewaterkwaliteit<br />
te verbeteren zullen daarom gezocht moeten worden in de reductie van<br />
nutriëntenverliezen naar het open water, naast lokale maatregelen op het niveau van de<br />
polder. Een brongerichte aanpak wordt voorgesteld. Hierbij is het van belang dat de motivatie<br />
van de betrokken actoren in eerste instantie zelf c.q. vanuit Rijnland ter hand genomen<br />
wordt, om het gebiedsgerichte aanvullende beleid vorm te geven.<br />
Het Veenweideproject geeft handvatten om de effectiviteit van maatregelen in te schatten.<br />
In dit hoofdstuk wordt een kwalitatieve analyse gemaakt van een aantal maatregelen om de<br />
belasting van het oppervlaktewater te verminderen. Van elke bron wordt de potentiële<br />
reductie berekend dan wel ingeschat op basis van ´expert judgement´ en vervolgens wordt<br />
aangegeven in hoeverre de maatregel inpasbaar is in het huidige beheer van de veenweidepolder.<br />
Dit hoofdstuk en het rapport wordt afgesloten met een haalbaarheidsanalyse van<br />
het optreden van een duidelijk meetbare verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit in<br />
de Vlietpolder, binnen een redelijke tijd van bijvoorbeeld 5 jaar.<br />
Met nadruk wordt gesteld dat de hierna volgende opzet een voorbeeld is en niet reeds in overleg met alle<br />
betrokkenen is bediscussieerd. Er is nog geen draagvlak voor de voorgestelde maatregelen. In dit stadium<br />
is het een exercitie om gevoel voor de orde van grootte te krijgen van effecten van mogelijke maatregelen.<br />
De eerste manier van het analyseren van de haalbaarheid heeft als basis het landgebruik en<br />
de processen die de belasting van het oppervlaktewater bepalen. De route via de bodem<br />
naar het open water wordt gevolgd.<br />
Reductie bemesting<br />
Van het N overschot op bedrijfsniveau wordt bijna 80% gedenitrificeerd.<br />
Hieruit blijkt dat een reductie van het landbouwkundig<br />
overschot in de Vlietpolder met name zal leiden tot een vermindering<br />
van de gasvormige verliezen. Deze veronderstelling wordt<br />
onderbouwd door de sterke relatie tussen denitrificatie en nitraatgehalte<br />
van de bodem. Een reductie van de nutriëntenaanvoer door<br />
bemesting zal dus voornamelijk resulteren in een reductie van de<br />
gasvormige verliezen voor N. Desalniettemin zal een klein deel van<br />
de reductie van bemesting ten goede komen aan een vermindering<br />
van de uitspoelingsverliezen. Dit kan echter nooit meer zijn dan de<br />
44