29.08.2014 Views

WATER- EN NUTRIËNTEN- HUISHOUDING VAN - Stowa

WATER- EN NUTRIËNTEN- HUISHOUDING VAN - Stowa

WATER- EN NUTRIËNTEN- HUISHOUDING VAN - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

STOWA 2004-30 <strong>WATER</strong>- <strong>EN</strong> NUTRIËNT<strong>EN</strong><strong>HUISHOUDING</strong> <strong>VAN</strong> E<strong>EN</strong> VE<strong>EN</strong>WEIDEGEBIED<br />

Tijdens de berekeningen bleek, op basis van chloride dat succesvol als hulpstof is gebruikt,<br />

dat er een tot dan toe onbekende bron aanwezig moest zijn: het veenwater. Hiermee wordt<br />

het water bedoeld dat in de deklaag van veen en klei in de ondergrond zit, beneden de<br />

ontwaterde laag (>2 m diep). Dit water staat reeds heel lange tijd in contact met de bodem<br />

ter plekke. Daardoor is de samenstelling ervan grotendeels afhankelijk van de veen- en kleisoort,<br />

ook omdat er weinig water wegzijgt uit de Vlietpolder. De stofconcentraties van het<br />

veenwater bedragen ongeveer 20 mg/l N en 10 mg/l P, anders gezegd globaal 10x (N) tot<br />

100x (P) de MTR-norm voor open water voor beide stoffen. Indien er slechts een geringe hoeveelheid<br />

van het veenwater terechtkomt in de sloot, dan is de invloed ervan op de samenstelling<br />

van het slootwater meteen omvangrijk.<br />

Na interpretatie van de drie referenties wordt de volgende bronnenverdeling verkregen<br />

(Tabel 13). De aangegeven ranges komen voort uit de toepassing van de drie verschillende<br />

methodes. Ze geven ook weer dat de bronnenanalyse onzekerheden kent, die zichtbaar worden<br />

wanneer bij de toepassing van verschillende rekenmethodes aannames worden gedaan.<br />

Uit de bronnenanalyse blijkt dat voor N en P de belangrijkste bronnen het veenwater en de<br />

meststoffen uit de landbouw zijn. Dat het veenwater in het slootwater terechtkomt is deels<br />

het gevolg van het gevoerde peilbeheer in de polder. De wegzijging naar het regionale grondwater<br />

is gering en is van kleine invloed hierop. Voor de afbraak van organisch materiaal, i.c.<br />

de veenbodem geldt ook dat peilbeheer de sturende factor is. De ontwatering van de polder voor<br />

de landbouw stuurt aldus het veenwater en de afbraak van organische stof aan, samen goed voor de<br />

belangrijkste bijdrage aan de N- en P-belasting van het slootwater. Deze ontwatering wordt geregeld<br />

door het peilbeheer. De benodigde hoeveelheid inlaatwater is mede afhankelijk van de gekozen<br />

waterpeilen en beter, het operationele waterbeheer. Kortom, zowel het waterbeheer<br />

met als onderdeel peilbeheer, als de bemesting van het grasland door de melkveehouders<br />

spelen samen de cruciale rol in de nutriëntenproblematiek in de sloten. Peilbeheer en<br />

waterkwaliteit hebben dus een directe relatie met elkaar, integraal waterbeheer in de praktijk<br />

brengen is dus geen overbodige luxe maar noodzaak om de waterhuishouding te verbeteren.<br />

NB: er is hier geen sprake van een achtergrondbelasting van een natuurlijke oorsprong,<br />

maar van een nutriëntenprobleem dat veroorzaakt is door menselijk handelen, met name<br />

door ontginning, ontwatering en bemesting. Deze activiteiten zijn het gevolg van menselijk<br />

handelen en van de functie of bestemming van het gebied. De nutriënten zijn van nature<br />

deels aanwezig in de bodem, ondiep zowel als diep, maar komen aldus door menselijk<br />

handelen in het oppervlaktewater terecht.<br />

38

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!