WATER- EN NUTRIÃNTEN- HUISHOUDING VAN - Stowa
WATER- EN NUTRIÃNTEN- HUISHOUDING VAN - Stowa
WATER- EN NUTRIÃNTEN- HUISHOUDING VAN - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
STOWA 2004-30 <strong>WATER</strong>- <strong>EN</strong> NUTRIËNT<strong>EN</strong><strong>HUISHOUDING</strong> <strong>VAN</strong> E<strong>EN</strong> VE<strong>EN</strong>WEIDEGEBIED<br />
1<br />
NUTRIËNT<strong>EN</strong>PROBLEMATIEK<br />
VE<strong>EN</strong>WEIDEGEBIED<strong>EN</strong><br />
Het veenweidegebied in het Westen van Nederland wordt gekenmerkt door een intensief<br />
landgebruik, waarbij vaak verschillende belangen in het geding zijn. Naast discussies over<br />
de inrichting van het Westelijk veenweidegebied (Colijn et al., 1993; Terwan, 1988) en de<br />
landbouw-, natuur- en landschapsfunctie speelt de nutriëntenproblematiek een grote rol. In<br />
veel veenweidepolders worden de MTR-normen (Maximaal Toelaatbaar Risico, 4 e Nota<br />
Waterhuishouding) voor stikstof (N) en fosfaat (P) overschreden. Dit leidt tot eutrofiëring<br />
van het oppervlaktewater in de veenpolders (Klapwijk, 1988) en in het ontvangende boezemwater<br />
(Hendriks, 1993).<br />
Nutriënten in het oppervlaktewater van veenweidepolders kunnen afkomstig zijn van:<br />
• inlaatwater,<br />
• atmosferische depositie,<br />
• mest en -stoffen uit de landbouw,<br />
• afbraak van organische stof - mineralisatie van veen,<br />
• kwel,<br />
• grondwater,<br />
• interne eutrofiëring, en<br />
• afvalwater.<br />
In de Vlietpolder is kwel afwezig en zijn er geen ongezuiverde lozingen. Dit maakt deze<br />
polder bij uitstek geschikt voor dit project, dat erbij gebaat is zoveel mogelijk bronnen die<br />
niet met bemesting en peilbeheer te maken hebben uit te kunnen schakelen in de analyse.<br />
De relatieve bijdrage van elk van deze bronnen aan de belasting van het oppervlaktewater is<br />
bepalend voor de effectiviteit van een maatregel om de nutriëntenbelasting van het oppervlaktewater<br />
terug te dringen. Immers, hoe groter de relatieve bijdrage op het proces waarop<br />
de maatregel inwerkt, hoe groter de effectiviteit van deze maatregel. De absolute en relatieve<br />
verdeling over deze bronnen is echter veelal onbekend, hetgeen resulteert in zeer wisselende<br />
successen van maatregelen om de nutriëntenconcentraties in het oppervlaktewater<br />
van veenweidepolders te verlagen (Barendregt, 1993) en een gezonde sloot te bewerkstelligen.<br />
In veenweidepolders kunnen twee typische en kenmerkende hydrologische situaties worden<br />
onderscheiden:<br />
1 Een aanvoersituatie, waarin er boezemwater wordt ingelaten,<br />
2 Een afvoersituatie, waarin polderwater wordt uitgeslagen naar het boezemwater.<br />
1