Herziene versie van het RADA formularium

Formularium RADA Leiden e.o.
Derde herziene uitgave: September 2009
Sjan Lavrijsen, huidarts

Inhoud
• Voorgeschiedenis – inleiding.
• Is standaardisatie noodzakelijk?
• Hebben we nog apotheekbereidingen nodig?
• Uitgangspunten herziening.
• Bespreking van wijzigingen in preparaten van
het formularium
• Discussie
L
M
U
C

Inleiding
• Dermatologische bereiding is 44% van magistrale
receptuur [1, 2]
• 50% is een niet-gestandaardiseerd dermatologische
voorschrift [1]
• Voorschrijver is 20% dermatoloog en 80% huisarts [1]
• Verantwoordelijkheid ligt bij voorschrijver en bereider
[1] SFK, Den Haag 2001
[2] Buurma H. et al. PWS 2006; 25 (6): 280-287 M
L
U
C

Probleemstelling
• Diversiteit voorschrijfgedrag
• Communicatie moeilijk
12-2001: Landelijke projectgroep
04-2002: Start project regio Leiden
• Aflevering niet-rationele en instabiele apotheekbereidingen
• Apotheker wijzigt voorschrift zonder overleg met
voorschrijver
• Verschillende wijzen van bereiden
• Inconsistente patiënteninformatie
• Patiënt moet wachten op bereiding
L
U
M
C

Doelstelling
• Efficiëntere FPZ bij dermatologische bereidingen
• Verhogen kwaliteit en doelmatigheid van de
farmaceutische zorg bij dermatologische bereidingen
• Stimuleren van rationeel voorschrijfgedrag
• Meer standaardisatie (80% bij aflevering)
• Opzetten regionaal formularium
• Stimuleren protocollair werken
• Verbeterde communicatie en informatie uitwisseling
individueel en regionaal
L
M
U
C

RADA Leiden e.o.
RADA Leiden e.o.
• December 2001: Landelijke projectgroep
• April 2002: Start project regio Leiden
• Najaar 2004: Implementatie
• Resultaten
– Werken volgens beslisschema
– Formularium
– Bereidingsvoorschriften voor RA
– (Houdbaarheidsonderzoek 2 RA)
– Communicatieplan (apotheek, huisarts, dermatoloog)
– Nascholing
• Januari 2005: Effectmeting - evaluatie
L
M
U
C

Resultaat: beslisschema
Is een geregistreerd handelspreparaat beschikbaar?
ja
Kies het handelspreparaat
nee
Is er een landelijk gestandaardiseerd (FNA/LNA)
voorschrift?
ja
Kies het landelijk
gestandaardiseerd voorschrift
nee
Is er een regionaal gestandaardiseerd voorschrift? ja Kies het regionaal
gestandaardiseerd voorschrift
nee
Is er een niet -gestandaardiseerd voorschrift dat voldoet
aan de vastgestelde beoordelingscriteria
ja
Kies dit voorschrift
nee
Overleg tussen apotheek en arts/voorschrijver
over kwaliteit en/of reden van het voorschrift en
eventuele alternatieven
L
M
U
C

Resultaat: communicatieplan

Evaluatie standaardisatie
Resultaten effectmeting nulmeting effectmeting
Aantal deelnemende apotheken 28 20
Aantal dermatologische voorschriften 542 329
Aantal dermatologische apotheekbereidingen 157 66
Gemiddeld aantal dermatologische apotheekbereidingen per apotheek 5,8 3,3
Percentage dermatologische apotheekbereidingen van totaal aantal dermatologische voorschriften 29,0% 20,1%
Dermatologisch voorschrift is voorgeschreven conform regionaal formularium 79,0% (n=260)
Dermatologisch voorschrift is NIET voorgeschreven conform regionaal formularium 19,1% (n=63)
Dermatologische apotheekbereiding is afgeleverd conform regionaal formularium 74,2% (n=49)
Dermatologische apotheekbereiding is NIET afgeleverd conform regionaal formularium 22,7% (n=15)
Nulmeting: 9-2002
Effectmeting: 1-2005
L
M
U
C

Inhoud
• Voorgeschiedenis – inleiding.
• Is standaardisatie noodzakelijk?
• Hebben we nog apotheekbereidingen nodig?
• Uitgangspunten herziening.
• Bespreking van wijzigingen in preparaten van
het formularium
• Discussie
L
M
U
C

Generische producten versus specialités?
Triamcinolone acetonide creams: Distribution of
vasoconstriction scores by drug (n=30)*
• Kenalog 0.1% 56
• Fougera 0,1%* 41
• Geneva 0.1%* 21
• Goldline 0.1%* 37
• Rugby 0.1%* 32
• URL 0.1%* 38
*Generic
• Statistical evaluation: Kenalog is greater than Fougera (P< .05),
equals Goldline, Rugby, URL, is greater than Geneva (P < .05)
*Stoughton Arch Dermatol 1987;123: 1312-1314

Farmacokinetiek lokale therapie
Factoren die de penetratie (dus werkzaamheid) in de huid beïnvloeden
1. werkzame stof
• fysisch-chemische eigenschappen
2. de basis (het vehiculum)
• hierdoor kan hydratatie stratum corneum toenemen
• toevoeging van penetratiebevorderende stoffen
• bv. propyleenglycol, DMSO
• oplosbaarheid van werkzame stof in basis
3. de huid / conditie van het stratum corneum (barriere)
• vochtigheidsgehalte (occlusie)
• aanwezigheid van huidziekten
• regionale verschillen
4. combinatie

Een van de factoren die de
werking (penetratie)
beïnvloeden van lokale
producten:
het vehiculum
Stoughton RB, 1992
Franz TJ, 2000

Inhoud
• Voorgeschiedenis – inleiding.
• Is standaardisatie noodzakelijk?
• Hebben we nog apotheekbereidingen nodig?
• Uitgangspunten herziening.
• Bespreking van wijzigingen in preparaten van
het formularium
• Discussie
L
M
U
C

Hebben we nog apotheekbereidingen nodig?
• Bij contactallergie voor een van de
bestanddelen.
• Als er geen handelspreparaat is.
• Als tweede - derde keus preparaat.

Eczema tyloticum
RA:
• 0,1% triamcinolonacetonide met 40%
propyleenglycol in cetomacrogolcrème FNA
• propyleenglycol cetomacrogolcrème aa

Dyshidrotisch eczeem
RA
0,1% triamcinolonacetonide +
5% zwavel in zinkoxidesmeersel FNA
(evt.+ 2% miconazolnitraat)
0,1% triamcinolonacetonide +
5% zwavel in zinkzalf FNA
(evt.+ 2% miconazolnitraat)