06.08.2014 Views

Download the report here - SIR Institute for Pharmacy Practice and ...

Download the report here - SIR Institute for Pharmacy Practice and ...

Download the report here - SIR Institute for Pharmacy Practice and ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Eindrapportage<br />

“Prescriptieterugkoppeling naar voorschrijvers van psychofarmaca –<br />

Geneesmiddelinteractie SSRI’s met NSAID’s”<br />

12 ma<strong>and</strong>en project<br />

(Januari 2005 tot en met Januari 2006)<br />

INHOUD<br />

1. Project<br />

2. Projectduur<br />

3. Projectgroep<br />

4. Aanleiding<br />

5. Doelgroep en regio<br />

6. Doelstelling<br />

7. Resultaten<br />

8. Conclusie<br />

9. Literatuur<br />

Leiden, 15 januari 2007<br />

Namens de projectgroep Farmaco Keten Overleg Leiden e.o.,<br />

<strong>SIR</strong> <strong>Institute</strong> <strong>for</strong> <strong>Pharmacy</strong> <strong>Practice</strong> <strong>and</strong> Policy<br />

Theda Mansholtstraat 5b<br />

2331 JE Leiden<br />

071-5766157<br />

www.stevenshof.nl<br />

Martine Kruijtbosch<br />

1


Eindrapportage<br />

1. Project<br />

“Prescriptieterugkoppeling naar voorschrijvers van psychofarmaca – Geneesmiddelinteractie<br />

SSRI’s met NSAID’s”<br />

2. Projectduur<br />

De projectduur was 6 ma<strong>and</strong>en verspreid over Januari 2005 tot en met Januari 2006)<br />

3. Projectgroep<br />

Samenstelling projectgroep ‘FTTO Psychofarmaca Leiden e.o.’ (tot juli 2006):<br />

▪ Annette Bij (adviserend geneeskundige , zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid, Leiden)<br />

▪ Joost de Kanter (huisarts, REOS Zorg, Leiden)<br />

▪ Martine Kruijtbosch (projectcoördinator, <strong>SIR</strong> <strong>Institute</strong> <strong>for</strong> <strong>Pharmacy</strong> <strong>Practice</strong> <strong>and</strong> Policy, Leiden)<br />

▪ Henk-Frans Kwint (apo<strong>the</strong>ker, Apo<strong>the</strong>ek Stevenshof, Leiden)<br />

▪ Ron Laport (psychiater, Rivierduinen, Oegstgeest)<br />

▪ Liesbeth van Londen (zelfst<strong>and</strong>ig gevestigd psychiater, Leiden)<br />

▪ Bert Luteijn (psychiater, Rivierduinen, Gouda)<br />

▪ Maisa Sjak Shie (ziekenhuisapo<strong>the</strong>ker, Apo<strong>the</strong>ek Haagse Ziekenhuizen, Den Haag)<br />

▪ Max Sonnen (psychiater, adviseur Ministerie van VWS)<br />

Vanaf juli 2006 zijn Henk-Frans Kwint, Maisa Sjak-shie, en RonLaport gestopt met het project.<br />

De volgende leden zijn vanaf juli 2006 aangetreden:<br />

▪ Wouter Dessing (apo<strong>the</strong>ker, Apo<strong>the</strong>ek Aan Zee, Noordwijk)<br />

▪ Patrick Lager (apo<strong>the</strong>ker, Apo<strong>the</strong>ek Haagse Ziekenhuizen, Den Haag)<br />

▪ Egbert Meeter (psychiater en directeur Beh<strong>and</strong>elzaken, GGZ-Haagstreek)<br />

Sinds juli 2006 heet de projectgroep: Farmaco Keten Overleg Psychofarmaca Leiden e.o.<br />

(FKOPL)<br />

4. Aanleiding<br />

Binnen de medisch specialismen neemt psychiatrie een belangrijke plaats in. In Nederl<strong>and</strong> zijn<br />

ongeveer 2400 psychiaters werkzaam tegen bijvoorbeeld 9500 huisartsen en 1800 internisten.<br />

Ongeveer 70% van de chronisch psychiatrische patiënten verblijft buiten de Geestelijke<br />

Gezondheidszorginstellingen (GGZ-instellingen). Met name ambulante chronische patiënten<br />

in de GGZ hebben te maken met diverse beh<strong>and</strong>elaars in de eerste en in de tweede lijn. Hun<br />

medicatiebeleid is onderling niet altijd goed afgestemd waardoor er een grotere kans op<br />

geneesmiddelgerelateerde problemen en –fouten bestaat. De kans hierop is de laatste jaren<br />

verder toegenomen door een stijging van het aantal psychofarmacavoorschriften. Onder<br />

geneesmiddelgerelateerde problemen wordt onder <strong>and</strong>ere verstaan: dubbelmedicatie,<br />

interacties, <strong>the</strong>rapieontrouw, overdosering, onderdosering, te langdurig of te kortdurend<br />

gebruik en bijwerkingen.<br />

Door de samenwerking tussen verschillende voorschrijvers uit eerste en tweede lijn te<br />

verbeteren kan het aantal geneesmiddelgerelateerde problemen afnemen.<br />

Op grond van prescriptiecijfers in de regio en de klinische relevantie is met de projectgroep<br />

besloten extra a<strong>and</strong>acht te besteden aan de geneesmiddelinteractie SSRI’s en NSAID’s, een<br />

veel voorkomende interactie rond psychofarmaca gebruik.<br />

5. Doelgroep en regio<br />

Het project heeft zich gericht op alle huisartsen, psychiaters en apo<strong>the</strong>kers werkzaam in de<br />

regio Leiden en omstreken, Gouda, Dordrecht en de regio Den Haag.<br />

2


6. Doelstelling<br />

Algemeen:<br />

De doelstelling van het project is tweeledig:<br />

1. Ten eerste wil de projectgroep de genoemde professionals bewuster maken van het belang<br />

van in<strong>for</strong>matie en communicatie bij klinische relevante geneesmiddelinteracties, waarbij<br />

psychiatrische middelen een rol spelen.<br />

2. Ten tweede wil men afspraken maken over de afh<strong>and</strong>eling van specifieke relevante<br />

interacties met psychofarmaca en vervolgens deze afspraken toetsen.<br />

Activiteiten:<br />

- Regionale interdisciplinaire afspraken opstellen over interactie tussen SSRI en NSAID<br />

- Nascholingsbijeenkomsten<br />

- Communicatie flyer<br />

- FTO blauwdruk over interactie<br />

- Nul en effectmeting<br />

Resultaatdoelstelling:<br />

Vermindering van 50% van het aantal patiënten zonder maagprotectie bij gecombineerd<br />

gebruik NSAID’s en SSRI’s met één <strong>and</strong>ere risicofactor uit de CBO richtlijn ‘NSAID’s en<br />

preventie van maagschade’. Het effect wordt gemeten door middel van prescriptiecijfers.<br />

7. Resultaten<br />

7.1 Bewustwording en communicatie<br />

7.1.1 In het eerste halfjaar van 2005 zijn er twee nascholingsbijeenkomsten over het onderwerp<br />

gehouden. De eerste bijeenkomst was voor huisartsen en psychiaters en de tweede<br />

bijeenkomst was voor apo<strong>the</strong>kers. Het aantal deelnemers per beroepsgroep bedroeg: 19<br />

huisartsen, 7 psychologen, 10 psychiaters, 5 sociaal psychiatrisch verpleegkundigen (SPV) en<br />

drie onderzoeksverpleegkundigen en 41 apo<strong>the</strong>kers.<br />

7.1.2 Er is door de projectgroep op basis van de l<strong>and</strong>elijke CBO richtlijnen daarover, een<br />

regionale afspraak gemaakt over de geneesmiddeleninteractie tussen SSRI’s en NSAID’s.<br />

7.1.3 Deze regionale afspraak is in een communicatie flyer gevat. De flyer is als bijlage bij dit<br />

verslag toegevoegd. Deze flyer is in Januari 2006 verspreid onder 723 huisartsen, 150<br />

psychiaters van GGZ Rivierduinen, 50 zelfst<strong>and</strong>ig gevestigde psychiaters, 30<br />

ziekenhuisapo<strong>the</strong>kers en 165 apo<strong>the</strong>ken werkzaam in eerder genoemde projectregio.<br />

De flyer is te downloaden op www.stevenshof.nl (FTTO Psychofarmaca) of aan te vragen bij<br />

<strong>SIR</strong>, Theda Mansholtstraat 5b, 2331 JE Leiden.<br />

7.1.4 Er is een FTO blauwdruk over de geneesmiddeleninteractie SSRI met een NSAID<br />

ontwikkeld. De blauwdruk is in 2 van de 6 FTO groepen gebruikt in juni en het najaar van 2005.<br />

De <strong>and</strong>ere 4 FTO groepen zijn door de projectgroep benaderd maar gaven aan recentelijk al<br />

FTO’s over het onderwerp gehouden te hebben.<br />

De FTO blauwdruk is te downloaden op www.stevenshof.nl (FTTO Psychofarmaca) of aan te<br />

vragen bij <strong>SIR</strong>, Theda Mansholtstraat 5b, 2331 JE Leiden.<br />

7.2 Resultaten nul- en effectmeting<br />

Er is een nul- en effectmetingmeting uitgevoerd voor 6 FTO groepen (16 apo<strong>the</strong>ken) uit de<br />

projectregio. Er is eerst gekeken naar hoeveel patiënten die een SSRI* gecombineerd met een<br />

NSAID in de ma<strong>and</strong> mei 2004 , 1 of meer risicofactoren uit de CBO richtlijn “NSAID’s en<br />

preventie van maagschade” hadden. De risicofactoren zijn: leeftijd vanaf 70 jaar, leeftijd vanaf<br />

60 jaar, reumatische artritis, hartfalen, diabetes, gebruik van een hoge dosering van een NSAID<br />

(1,25 maal de normale ddd), gebruik van anticoagulantia, gebruik van corticosteroïden en/of<br />

3


gebruik van acetylsalicylzuur. Bij deze patiënten, die volgens de CBO richtlijn ‘at risk’ zijn te<br />

noemen, is gekeken of zij geneesmiddelen voor de protectie van de maag hadden ontvangen.<br />

* De volgende SSRI’s zijn in het project opgenomen: Fluoxetine (N06AB03), Citalopram (N06AB04),<br />

Paroxetine (N06AB05), Sertraline (N06AB06), Fluvoxamine (N06AB08), Escitalopram (N06AB10).<br />

Naast deze SSRI’s hebben we ook Venlafaxine (N06AX16) meegenomen wat een SNRI is.<br />

In tabel 1 is te zien dat er een daling is opgetreden van 50% ten opzichte van de nulmeting uit<br />

2004 van de patiënten die een SSRI gecombineerd met een NSAID gebruikten en die daarnaast<br />

minimaal één extra risicofactor uit de CBO richtlijn hadden en geen maagprotectie hadden<br />

ontvangen. Hiermee is de resultaatdoelstelling die de projectgroep zich gesteld had, gehaald.<br />

Tabel 1. Patiënten die in de ma<strong>and</strong> mei een SSRI met een NSAID gebruikten<br />

Nulmeting, mei 2004<br />

N=301<br />

Effectmeting, mei 2006<br />

N=266<br />

Risico: SSRI + NSAID + CBO risicofactor(en) 168 (55,8%) 153 (57,5%)<br />

Risico patiënten MET maagprotectie 67 (39,9%) 105 (68,6%)<br />

Risico patiënten ZONDER maagprotectie 101 (60,1%) 48 (31,4%)<br />

Het percentage patiënten dat wel maagprotectie kreeg is na de projectactiviteiten van 39,9% tot<br />

68,6% gestegen.<br />

In tabel 2 is te zien dat bovengenoemde daling verschilt per soort risicofactor. Het percentage<br />

patiënten dat als extra risicofactor ‘leeftijd vanaf 70 jaar’ had - de gevallen wanneer volgens de<br />

CBO richtlijn altijd maagprotectie gegeven dient te worden - en geen maagprotectie had<br />

ontvangen, is zelfs gedaald van 57,5% tot 20,8%.<br />

Tabel 2. Patiënten die in de ma<strong>and</strong> mei een SSRI met een NSAID<br />

gebruikten en GEEN maagprotectie kregen, uitgesplitst naar<br />

soort risicofactoren van de CBO richtlijn “NSAID’s en<br />

preventie van maagschade”<br />

(Er zijn patiënten die meerdere risrisicofactoren tegelijkertijd hebben.)<br />

GEEN maagprotectie<br />

CBO risicofactor<br />

Nulmeting<br />

mei 2004<br />

Effectmeting<br />

mei 2006<br />

Leeftijd ≥ 70 23/40 (57,5%) 10/48 (20,8%)<br />

Leeftijd ≥ 60 41/72 (56,9%) 17/78 (21,8%)<br />

Reumatische artritis 9/13 (69,2%) 3/10 (30,0%)<br />

Hartfalen 0/1 (0,0%) 0/3 (0,0%)<br />

Diabetes 7/16 (43,75%) 4/12 (33,3%)<br />

Hoge* dosering NSAID 61/100 (61,0%) 34/85 (40,0%)<br />

Anticoagulantia 1/6 (16,7%) 0/5 (0,0%)<br />

Corticosteroïden 6/10 (60,0%) 1/5 (20,0%)<br />

Acetylsalicylzuur 11/25 (44,0%) 3/28 (10,7%)<br />

* Een ‘hoge’ dosering werd in dit project gedefinieerd als 1,25 keer de ‘defined daily dose’ van het NSAID.<br />

In tabel 3 is te zien wat de invloed is van het aantal extra risicofactoren op de kans om GEEN<br />

maagprotectie te krijgen bij patiënten met een gecombineerd gebruik van SSRI en NSAID.<br />

Zoals gehoopt mag worden gaat toename van het aantal aanwezige extra risicofactoren<br />

gepaard met afname van het ontbreken van maagprotectie. In de effectmeting is te zien dat<br />

4


deze afname zich tevens voordoet in 2006 en dat de percentages per categorie ‘extra factoren’<br />

is afgenomen ten opzichte van de nulmeting.<br />

Tabel 3. Patiënten die in de ma<strong>and</strong> mei een SSRI met een NSAID gebruikten en<br />

GEEN maagprotectie kregen, uitgesplitst naar aantal risicofactoren<br />

GEEN maagprotectie<br />

Nulmeting, mei 2004<br />

n=168<br />

Effectmeting, mei 2006<br />

n=153<br />

1 extra factor 72/109 (66,1%) 31/83 (37,3%)<br />

2 extra factoren 24/45 (53,3%) 12/34 (35,3%)<br />

3 of meer extra factoren 5/14 (35,7%) 5/36 (13,9%)<br />

In tabel 4 is te zien dat bij alle FTO groepen een daling is opgetreden van het aantal<br />

risicopatiënten dat geen maagprotectie had ontvangen. De grootste daling deed zich voor in<br />

FTO 1 (daling van 56 naar 8%). De interventie FTO groepen 3 en 6 realiseerden een kleinere<br />

daling dan gemiddeld: absolute daling 23,6% en 16,9% tegen 28,7% gemiddeld en een relatieve<br />

daling van 39,3% en 28,6% tegen gemiddeld 47,8% .<br />

Tabel 4. Patiënten die in de ma<strong>and</strong> mei een SSRI met een NSAID<br />

gebruikten en GEEN maagprotectie kregen, uitgesplitst naar<br />

FTO groepen<br />

FTO<br />

GEEN maagprotectie<br />

Nulmeting, mei 2004 Effectmeting, mei 2006<br />

FTO 1 14/25 (56,0%) 1/12 (8,3%)<br />

FTO 2 9/12 (75,0%) 7/13 (53,8%)<br />

FTO 3 6/10 (60,0%) 4/11 (36,4%)<br />

FTO 4 13/23 (56,5%) 6/30 (20,0%)<br />

FTO 5 33/54 (61,1%) 11/42 (26,2%)<br />

FTO 6 26/44 (59,1%) 19/45 (42,2%)<br />

7.3 Discussie resultaten effectmeting<br />

Ten tijde van het project is in alle gemonitorde FTO groepen een verbetering opgetreden van de<br />

maagprotectie bij het gecombineerde gebruik van een SSRI en een NSAID in aanwezigheid van<br />

tenminste één extra risicofactor. Alle gemonitorde FTO groepen ontvingen de flyer met de<br />

regionale afspraken én wijden FTO besprekingen aan het onderwerp. Twee FTO groepen<br />

hielden hun FTO bespreking aan de h<strong>and</strong> van eenzelfde blauwdruk. Deze FTO groepen hielden<br />

hun besprekingen later dan de <strong>and</strong>ere groepen die namelijk al eerder a<strong>and</strong>acht besteed hadden<br />

aan het onderwerp. De twee FTO groepen met de gest<strong>and</strong>aardiseerde bespreking lieten op het<br />

evaluatiemoment een kleinere daling zien van patiënten zonder maagprotectie dan gemiddeld.<br />

Het is niet goed duidelijk hoe dit komt. Verwacht mag worden dat interventie effecten afnemen<br />

met het verstrijken van de tijd. Wel kregen de beter scorende FTO groepen de tweede<br />

(“booster”) interventie in de vorm van de flyer een langere tijd na de eerste interventie (FTO<br />

bespreking). De tijdspanne tussen flyer en evaluatie lag voor alle groepen hetzelfde. Omdat het<br />

niet aannemelijk is dat de kwaliteit van de blauwdruk voor de FTO bespreking aanzienlijk<br />

slechter was dan die van de overige besprekingen kan het tegenvallende resultaat ófwel<br />

berusten op toeval ófwel op een gunstig effect van het latere moment van de booster. In het<br />

algemeen leidt herhaling van interventies tot verbetering van het resultaat. Het is niet<br />

onaannemelijk dat de timing van de herhaling invloed heeft op het resultaat.<br />

Een voor de toekomst belangrijk resultaat is de samenwerking die er is ontstaan tussen de<br />

deelnemende partijen, huisartsen, psychiaters, openbare en ziekenhuisapo<strong>the</strong>kers in<br />

samenhang met de regionale zorgverzekeraar. Deze samenwerking is zeker een succesfactor<br />

geweest. Het biedt mogelijkheden in de toekomst nieuwe succesvolle projecten uit te voeren.<br />

5


8. Conclusie<br />

Het aantal patiënten dat onterecht geen maagprotectie had gekregen is met 50 procent gedaald<br />

in ruim een jaar tijd. Het percentage patiënten dat wel maagprotectie kreeg is na de<br />

projectactiviteiten van 39,9% tot 68,6% gestegen. Hiermee is de resultaatsdoelstelling van het<br />

project ruimschoots gehaald. Globaal kan gesteld worden dat binnen een jaar de CBO richtlijn<br />

twee maal zoveel wordt toegepast.<br />

De interventies in dit project hebben daaraan bijgedragen. Het is op grond van dit onderzoek<br />

niet vast te stellen welke interventie het meest effectief was dan wel welke beroepsgroep de<br />

grootste bijdrage heeft geleverd. Waarschijnlijk is het de combinatie van de interventies van<br />

verschillende aard die gericht was op de professionele driehoek van huisarts, psychiater en<br />

apo<strong>the</strong>ker die het succes verklaart.<br />

Tijdens de uitvoering van het project is er in de media en vakbladen veel a<strong>and</strong>acht geweest voor<br />

de geneesmiddeleninteractie tussen SSRI’s en NSAID’s. Dit heeft waarschijnlijk synergistisch<br />

gewerkt aan de projectactiviteiten.<br />

Het project kan gezien worden als een voorbeeld van een geslaagde implementatiestrategie<br />

voor een l<strong>and</strong>elijke richtlijn in een regio. Voor een blijvende toepassing van de richtlijn zullen<br />

regelmatige herhalingsinterventies noodzakelijk zijn.<br />

9. Literatuur<br />

- Abajo, FJ de, Rodriguez, LAG, Montero, D. Association between selective serotonin<br />

reuptake inhibitors <strong>and</strong> upper gastrointestinal bleeding: population based case-control<br />

study. BMJ 1999;319: 1106-1109.<br />

- Bemt, B. van. Risicofactoren uit de printer. Praktische toepassing van de CBO-consensus<br />

gastroprotectie. Pharm Weekbl. 2004;139 (42):1381.<br />

- Bernelot Moens HJ, Van Croonenborg, JJ., Al, MJ. et. al. NSAID-gebruik en preventie van<br />

maagschade. Utrecht: CBO Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg:2003.<br />

- Bouvy, ML, Cusell-Borgh, M., Kruijtbosch, M. Maagprotectie: te veel of te weinig. Gastrointestinale<br />

risico’s van NSAID’s in de dagelijkse praktijk. Pharm. Weekbl. 2005;(17):570-572.<br />

- Walraven, C van, Mamdani, MM, Wells, PS, Williams, JI. Inhibition of serotonin reuptake by<br />

antidepressants <strong>and</strong> upper gastrointestinal bleeding in elderly patients: retrospective<br />

cohort study. BMJ 2001;323:655.<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!