06.08.2014 Views

Krax 10e jaargang N4 (pdf) - Steunpunt Jeugd

Krax 10e jaargang N4 (pdf) - Steunpunt Jeugd

Krax 10e jaargang N4 (pdf) - Steunpunt Jeugd

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

© Daan Bauwens<br />

KRAX I 34<br />

kwamen naar hier en namen de draad<br />

terug op. Nu is het anders: het gaat om<br />

mensen die altijd al gediscrimineerd<br />

zijn, die nooit werk hebben gehad, die<br />

nergens meetelden.”<br />

Roma en problemen<br />

De Slowaak Martin Balog is dertig,<br />

Rom, en woont nu in Gent. Hij kwam<br />

vier jaar geleden zijn ouders achterna,<br />

die een twaalftal jaar tevoren wegvluchtten<br />

uit Slovakije. Martin studeerde<br />

Romacultuur en -taal aan de universiteit<br />

en volgde in de middelbare<br />

school een opleiding Romamuziek. “Ik<br />

heb altijd gedacht dat ik zou werken<br />

rond Roma en cultuur, dat ik naar India<br />

zou trekken om de oorsprong van de<br />

cultuur op te sporen, dat ik een boek<br />

zou schrijven over de traditie... Nooit<br />

had ik gedacht dat het dit ging worden:<br />

ik werk nu rond Roma en problemen.”<br />

Martin is voorzitter van Opera Roma,<br />

een recent van onder het stof gehaalde<br />

vzw die zich wil inzetten voor de kinderen<br />

van de Roma. “Pas op”, maant hij<br />

aan, “denk niet dat er zoiets bestaat<br />

als Romaproblemen, of problemen die<br />

specifiek zijn voor de kinderen van de<br />

Roma. Hun problemen zijn dezelfde als<br />

die van alle kinderen die in armoedige<br />

situaties leven. Maar aan de andere<br />

kant klopt het wel dat het grootste deel<br />

van de kinderen die onder armoede<br />

lijden de kinderen van Roma zijn. Er<br />

bestaat geen twijfel over: de kinderen<br />

zijn de grootste slachtoffers van de<br />

hele situatie. Meer nog dan de ouders.<br />

Ze zijn niet voorbereid op de plotse<br />

drukte van dit leven: ze moeten op<br />

korte termijn Nederlands leren om<br />

mee te kunnen op school. Ze hebben<br />

niet veel tijd om zich aan te passen aan<br />

de nieuwe gewoontes en het nieuwe<br />

land. Ze verhuizen geregeld van huis<br />

naar huis, sommigen verblijven in<br />

kraakpanden. Het is te veel voor hen,<br />

te veel op korte tijd.”<br />

Ingrid De Bock is brugfiguur op de<br />

kleuter- en basisschool ‘t Klimrek in<br />

de wijk Brugse Poort. ‘t Klimrek is een<br />

zogenaamde concentratieschool: van<br />

de 192 kinderen die er in 2009-2010<br />

school liepen, waren er 135 Roma.<br />

Kleine noot: de school krijgt 21 verschillende<br />

nationaliteiten over de vloer,<br />

de overblijvende 30% is dus bijzonder<br />

gevarieerd.<br />

Als brugfiguur legt Ingrid de link<br />

tussen de ouders en de school. Haar<br />

taak bestaat erin vertrouwen op te<br />

bouwen bij de ouders van de Romakinderen.<br />

“Daarnaast verzorg ik de eerstelijnshulp”,<br />

zegt ze. “Romagezinnen<br />

hebben namelijk veel ondersteuning<br />

nodig. Ik probeer de randvoorwaarden<br />

te verbeteren, zodat ze hun kinderen<br />

gemakkelijker naar school sturen. We<br />

doen aan materiële en financiële hulp:<br />

we zorgen ervoor dat de kinderen<br />

kleren hebben. Als ze de rekeningen<br />

niet kunnen betalen, dan kunnen ze bij<br />

ons kosteloos naar school komen. Voor<br />

de kinderen die met een lege maag<br />

opdagen, zorgen we voor brood en<br />

beleg.” Ingrid gaat vaak op huisbezoek<br />

om de ouders te stimuleren de kinderen<br />

naar school te sturen, en om de<br />

vinger aan de pols te houden van de<br />

thuissituatie van de kinderen. “Huisvesting<br />

is het allergrootste probleem.<br />

De kinderen ontberen alle primaire<br />

zaken. Ik ken gezinnen die al langer<br />

dan een jaar in een kraakpand leven.<br />

Het leidt tot een gevoel van onveiligheid<br />

bij de kinderen: door de politie uit<br />

een kraakpand gezet worden is een<br />

traumatische gebeurtenis. Zo’n ervaring<br />

heeft een serieuze impact op een<br />

kind. Stel je voor dat je vader een deur<br />

intrapt en zegt: “Dit is nu ons huis.” Er<br />

zijn gezinnen bij die al op straat<br />

hebben moeten slapen. Dat zijn dingen<br />

die kinderen bezighouden. Daarnaast<br />

is er de materiële kant: geen eten<br />

hebben, geen kledij. Sommige kinderen<br />

durven niet naar school uit angst<br />

om door andere kinderen uitgelachen<br />

te worden omdat ze geen mooie kleren<br />

dragen.”<br />

Sedert midden augustus is Ingrid weer<br />

beginnen werken, en ze legt dagelijks<br />

huisbezoeken af. “Het valt me op dat<br />

de meeste gezinnen de hele dag<br />

binnen zitten, zelfs bij mooi weer”,<br />

vertelt ze. “Er is steeds een gevoel van<br />

onveiligheid. Ik vertel de gezinnen dat<br />

ze hun kinderen naar de speelpleinwerking<br />

kunnen brengen, dat er begeleiding<br />

is, monitoren die van alles organiseren<br />

voor de kinderen. Maar ze<br />

vertrouwen het niet om hun kind daar<br />

achter te laten. Ze zijn bang dat de<br />

politie zou langskomen om de papieren<br />

van de kinderen te controleren.”<br />

Lies Horrie vertelt over haar ervaring<br />

met 12- tot 18-jarigen: “De kinderen<br />

leren het snelst Nederlands en worden<br />

dan vaak ingeschakeld als tolk van hun<br />

ouders. Daardoor kennen ze de problemen<br />

thuis maar al te goed: papieren,<br />

huisvesting, geld. De kinderen beleven<br />

geen echte kindertijd. Hoe klein ze ook<br />

zijn, ze worden snel geconfronteerd<br />

met de miserabele omstandigheden.<br />

Ook ik maak me hieraan schuldig:<br />

wanneer ik langsga bij een gezin en<br />

met de ouders probeer te communiceren,<br />

moeten de kinderen al snel te hulp

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!