06.08.2014 Views

Krax 10e jaargang N4 (pdf) - Steunpunt Jeugd

Krax 10e jaargang N4 (pdf) - Steunpunt Jeugd

Krax 10e jaargang N4 (pdf) - Steunpunt Jeugd

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

KRAX I 26<br />

Het is immers niet zo – zoals Beno<br />

beweert – dat het doelgroepspecifieke<br />

jeugdwerk er is gekomen na en als<br />

correctie op wat we naderhand het<br />

reguliere jeugdwerk zijn gaan noemen.<br />

De eerste jeugdwerkvormen (de patronaten)<br />

waren gericht op arbeiderskinderen.<br />

Ze waren dus doelgroepspecifiek.<br />

Idem voor de eerste Vlaamse<br />

jeugdbeweging, die een studentenbeweging<br />

was. Voortgestuwd door de<br />

Katholieke Actie werd net na WO I<br />

trouwens een dekkend jeugdwerkaanbod<br />

uitgewerkt bestaande uit allemaal<br />

doelgroepspecifieke jeugdbewegingen:<br />

de studerende jeugd, de boerenjeugd,<br />

de arbeidersjeugd, de middenstandsjeugd…<br />

telkens netjes opgesplitst voor<br />

jongens en meisjes. Het uiteindelijke<br />

doel stond centraal in het jeugdwerk:<br />

actief burgerschap. Er werd echter<br />

aangenomen dat de noden van jeugdigen<br />

op dat vlak afhankelijk waren van<br />

de situatie (de zuil en de stand) waarin<br />

ze opgroeiden. Daarvoor was een gedifferentieerd<br />

aanbod nodig. De scouts<br />

waren er toen ook al, maar ze werden<br />

niet als regulier jeugdwerk aanzien.<br />

Ook voor hen was actief burgerschap<br />

het einddoel, maar scouting stelde<br />

haar methode centraal en niet een<br />

doelgroep. Samen met de tot chiro omgevormde<br />

patronaten werden ze ‘hulpwerken<br />

van Katholieke Actie’. Ze<br />

moesten hun leden toeleiden naar de<br />

geschikte doelgroepspecifieke organisatie.<br />

Natuurlijk was er hier vaak<br />

sprake van een paternalistische houding.<br />

Ontzuiling en emancipatie maakten<br />

daarmee komaf. We hebben het<br />

badwater (bevoogding) weggekapt,<br />

maar we hebben het kind (aanbod<br />

afgestemd op sociale context) erachteraan<br />

gegooid. De oorspronkelijke<br />

hulpwerken werden de maatstaf. Ook<br />

de doelgroepspecifieke jeugdbewegingen<br />

(KSA, KLJ) willen een ‘volwaardige<br />

jeugdbeweging’ zijn, en vandaag betekent<br />

dat dus: ‘we richten ons op iedereen’.<br />

Zo is de aandacht verschoven van de<br />

vraag ‘Wat hebben welke kinderen<br />

nodig?’ naar een toegankelijkheidsvraagstuk.<br />

Met andere woorden: eerst<br />

namen we het aanbod op maat weg.<br />

Vervolgens probeerden we hardnekkig<br />

alle kinderen toe te leiden naar een<br />

eenheidsaanbod dat niet noodzakelijk<br />

bruikbaar en herkenbaar is voor hen.<br />

Dat bleek ijdele hoop. <strong>Jeugd</strong>werk was<br />

een middenklasseaangelegenheid<br />

geworden. In de golden sixties werd<br />

dat weinig geproblematiseerd. Iedereen<br />

zou immers emanciperen, armoede<br />

en klassenonderscheid zouden<br />

verdwijnen. Fout gedacht: armoede en<br />

klassenonderscheid bleven bestaan.<br />

Vanaf dat moment zijn we het jeugdwerk<br />

gaan herdifferentiëren. Afstemming<br />

op sociale context is terug in,<br />

maar de methode blijft centraal, niet<br />

de doelgroep. Zo wordt het jeugdwerk<br />

met specifieke doelgroepen opgezadeld<br />

met een toegankelijkheidsdilemma:<br />

je leidt de jongeren toe naar het<br />

‘reguliere’ circuit (en je maakt jezelf<br />

overbodig) of je doet dat niet (dus je<br />

bent overbodig).<br />

Recht op jeugdwerk ≠ toegang<br />

tot middenklasse<br />

jeugdwerk<br />

Benos pleidooi voor inclusief jeugdwerk<br />

is niets meer dan een radicalisering<br />

van het toegankelijkheidsvraagstuk<br />

en à la limite ook van het integratiedenken<br />

waartegen hij zich verzet.<br />

Nog wat meer van hetzelfde dus. Het<br />

recht op jeugdwerk moet niet vertaald<br />

worden in een toegankelijkheidsvraagstuk,<br />

maar in een bruikbaarheidsvraagstuk.<br />

Ook de vraag naar de bruikbaarheid<br />

van jeugdwerk moet worden<br />

gekoppeld aan de grote diversiteit van<br />

jeugdigen, maar diversiteit moeten we<br />

niet zozeer vertalen in ‘individuele<br />

kenmerken van jeugdigen’ zoals Beno<br />

doet. We moeten veeleer kijken naar<br />

de diversiteit aan situaties waarin kinderen<br />

en jongeren opgroeien. Die diversiteit<br />

is zo groot dat het ons niet<br />

hoeft te verwonderen dat het ‘reguliere’<br />

circuit te beperkt is om alle jeugdigen<br />

aan te spreken, en dus aangevuld<br />

moet worden. Het doelgroepspecifieke<br />

jeugdwerk is dan ook een integraal<br />

onderdeel van het reguliere circuit.<br />

Precies de voortdurende bevestiging<br />

van het onderscheid tussen regulier<br />

en doelgroepspecifiek werkt contraproductief.<br />

Bovendien leidt het tot<br />

een beschuldigend discours ten aanzien<br />

van het jeugdwerk. Het is weinig<br />

ondersteunend en leidt tot een onnodige<br />

verhoging van de kwetsbaarheid<br />

van ons jeugdwerk. Alle jeugdwerk is<br />

doelgroepspecifiek. Bewust of onbewust.<br />

En dat is oké. We moeten<br />

immers eerst aansluiten op de leefwereld<br />

van jeugdigen en van daaruit proberen<br />

verbreden. Dat perspectief is<br />

productiever en constructiever dan het<br />

voor de zoveelste keer hernieuwen van<br />

de inclusiviteitmythe. Gras groeit niet<br />

door eraan te trekken. Dat geldt voor<br />

jeugdigen, net zo goed als voor jeugdwerkers.<br />

×<br />

Referenties<br />

De Winter, E. (2010). Meer inclusie, minder diversiteit?<br />

In: Bombaerts, G., Hillaert, W. & Coussée,<br />

F. (red.). Curieuzeneuzenpastapot. Diversiteit en<br />

toegankelijkheid in het jeugdwerk (126-151).<br />

Gent: Academia Press.<br />

Zin in meer?<br />

<strong>Steunpunt</strong> <strong>Jeugd</strong> organiseert een<br />

debat tussen Beno Schraepen en Filip<br />

Coussée, gemodereerd door Guy<br />

Redig, op woensdag 10 november 2010<br />

van 14u tot 17u in Café Monk, Sint-<br />

Katelijnestraat 42, 1000 Brussel.<br />

Inschrijven kan tot vrijdag 5 november<br />

via www.steunpuntjeugd.be (maximaal<br />

40 deelnemers). Voor meer informatie<br />

kan je terecht bij Miet Neyens (miet.<br />

neyens@steunpuntjeugd.be) of op 02<br />

551 13 77.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!