Download het rapport - Provincie Drenthe
Download het rapport - Provincie Drenthe
Download het rapport - Provincie Drenthe
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Samenvatting<br />
Het college van gedeputeerde staten (GS) heeft in <strong>het</strong> Onderzoeksprogramma 2005 1 aangegeven<br />
onderzoek te willen verrichten naar de besteding van <strong>het</strong> Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing<br />
(ISV) door de vier Drentse programmagemeenten. De centrale vraag was:<br />
Wat is de oorzaak van <strong>het</strong> (nog) niet tot uitvoering komen van goedgekeurde ISV-programma’s?<br />
Eerst wordt gesc<strong>het</strong>st hoe de landelijke en provinciale wetgever via de Wet stedelijke vernieuwing en<br />
de provinciale verordening <strong>het</strong> instrument programmafinanciering hebben vormgegeven. Daarna<br />
worden de inhoud en uitvoering van de Meerjarenontwikkelingsprogramma’s van de vier Drentse<br />
programmagemeenten (Assen, Coevorden, Hoogeveen en Meppel) weergegeven. Dan volgt voor elk<br />
van de vier programmagemeenten een beschrijving van één project van stedelijke vernieuwing<br />
waaraan een substantieel deel van <strong>het</strong> ISV-budget werd uitgegeven. Zo ontstaat een beeld van de<br />
projectuitvoering bij herstructurering van twee bestaande woonwijken en bij herontwikkeling van twee<br />
binnenstedelijke, voormalige bedrijfsterreinen.<br />
In alle vier programma’s ligt <strong>het</strong> ambitieniveau hoog. De mate waarin de vier MOP’s zijn uitgewerkt in<br />
concrete projecten loopt uiteen. In alle vier MOP’s zijn er projecten die vallen in de volgende<br />
categorieën: centrumgebieden, woongebieden, werkgebieden en dorpen. Geplande projecten op <strong>het</strong><br />
gebied van herstructurering van woonwijken zijn <strong>het</strong> meest vergaand gerealiseerd (voor ongeveer<br />
78%), terwijl voorgenomen projecten op <strong>het</strong> terrein van herstructurering van werkgebieden <strong>het</strong> minst<br />
vergaand gerealiseerd zijn (voor ongeveer 25%). Tussen beide uitersten bevinden zich projecten met<br />
betrekking tot de ontwikkeling van centrumgebieden (met een 60% realisatie) en projecten op <strong>het</strong><br />
gebied van dorpsvernieuwing (met een realisatiegraad van 50%).<br />
Het is moeilijker een voormalig, binnenstedelijke bedrijventerreinen een nieuwe hoogwaardige<br />
ruimtelijke functie te geven dan om bestaande woonwijken aan te passen aan de eisen van de tijd.<br />
Bij dit laatste, de herstructurering van woonwijken, is sprake van één belangrijke en vaste<br />
samenwerkingspartner (de woningcorporatie); meestal is <strong>het</strong> niet nodig <strong>het</strong> vigerende<br />
bestemmingsplan (ingrijpend) te wijzigen; en er is in woonwijken slechts sporadisch sprake van<br />
bodemverontreiniging.<br />
Bij herstructurering van voormalige bedrijventerreinen is de uitgangssituatie een geheel andere. Bij <strong>het</strong><br />
herstructureren van voormalige bedrijventerreinen moeten vaak nieuwe eigenaren worden gevonden<br />
voor de exploitatie van voorzieningen in <strong>het</strong> desbetreffende gebied en is <strong>het</strong> welslagen van <strong>het</strong> project<br />
in belangrijke mate afhankelijk van risicodragende investeringen van marktpartijen. Voor de<br />
programmaperiode werd in de jaren negentig reeds de nodige ervaring opgedaan met de succesvolle<br />
herstructurering van woonwijken. Bij de ontwikkeling van binnenstedelijke bedrijventerreinen moet in<br />
deze programmaperiode nog veel kennis en kunde worden ontwikkeld.<br />
Bij de herstructurering van woonwijken blijken twee factoren bepalend te zijn voor <strong>het</strong> welslagen van<br />
<strong>het</strong> project. Er moet duidelijkheid zijn over de verdeling van de (financiële) verantwoordelijkheid tussen<br />
gemeente en corporatie. Verder is <strong>het</strong> van belang dat de plannen voor de wijkvernieuwing zich bij <strong>het</strong><br />
begin van de ISV-periode in een gevorderde fase van voorbereiding bevinden. Zolang de planvorming<br />
stagneert, is <strong>het</strong> meestal niet mogelijk met de uitvoering van fysieke maatregelen te beginnen.<br />
1 Onderzoeksplan 2005 ex artikel 217a van de <strong>Provincie</strong>wet, GS-stuk met nummer 49/5.4/2004011580 vastgesteld op<br />
16 december 2004.<br />
5