31.07.2014 Views

download nummer 4 hier - Accountancy Nieuws

download nummer 4 hier - Accountancy Nieuws

download nummer 4 hier - Accountancy Nieuws

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

column An<br />

Jan Joling<br />

Geheimhouding versus transparantie<br />

I<br />

n de praktijk komt regelmatig de vraag aan de orde in<br />

hoeverre de cliënt of zijn rechtsopvolger, zoals de curator,<br />

recht heeft op stukken uit het accountantsdossier.<br />

De wet- en regelgeving, jurisprudentie en literatuur leveren<br />

een onderbouwing voor de doctrine dat de auditfiles<br />

eigendom zijn van de accountant en dat de klant daarop<br />

geen recht heeft. In toenemende mate staat dat standpunt<br />

onder druk.<br />

Hoewel geheimhouding al vele jaren deel uitmaakt van de<br />

gedragsregels voor accountants, past het steeds minder in<br />

een tijd waarin de maatschappij transparantie eist. Een<br />

wetswijziging is dan ook gewenst, zo valt in de vakliteratuur<br />

te lezen. De regels voor geheimhouding vinden we allereerst<br />

als een van de vijf fundamentele beginselen in de<br />

VGC: de accountant onthoudt zich van het bekend maken<br />

van vertrouwelijke informatie, die hij in het kader van zijn<br />

beroepsmatig of zakelijk optreden heeft verkregen. Uitzondering<br />

is, onder voorwaarden, dat hij door zijn cliënt is<br />

gemachtigd tot bekendmaking over te gaan, of indien beroepshalve<br />

of op basis van een wettelijk voorschrift een<br />

plicht tot openbaarmaking bestaat. De bepaling A-140 vult<br />

dit verder in: de wettelijke plicht tot informatieverstrekking<br />

ziet onder meer op het optreden als getuige in een gerechtelijke<br />

procedure, de meldingsplicht onder de Wwft en<br />

ten opzichte van de AFM inzake de WTA. De accountant<br />

kan beroepshalve in een situatie komen te verkeren waarin<br />

wordt gevraagd om in het kader van het maatschappelijk<br />

belang vertrouwelijke informatie te verstrekken, dus<br />

zonder dat daar een wettelijke verplichting als geduid in<br />

A-140 aan de orde is. De accountant moet dan in zijn besluitvorming<br />

de belangen van alle betrokken partijen afwegen<br />

en de kwaliteit van de informatie in zijn dossier in<br />

aanmerking nemen. Die afweging moet ook worden gemaakt<br />

als er in die situatie toestemming is verleend tot informatieverstrekking<br />

door de cliënt. In het dossier van de<br />

accountant moet onderscheid worden gemaakt tussen<br />

enerzijds gegevens uit de administratie van de cliënt afkomstig,<br />

en anderzijds eigen controlebevindingen en vastleggingen<br />

daaromtrent van de accountant. Voor wat betreft<br />

de van de cliënt afkomstige gegevens (zoals kopieën van<br />

betalingsdocumenten, debiteurenlijsten en kostenspecificaties)<br />

geldt dat deze eigendom kunnen zijn van de cliënt,<br />

wat de cliënt in beginsel recht geeft op de stukken. Indien<br />

<br />

dat het geval is, wordt aangenomen – zo blijkt uit de tuchtrechtspraak<br />

<strong>hier</strong>omtrent – dat het in strijd met de beroepsregels<br />

is om die stukken achter te houden indien de<br />

cliënt om de stukken vraagt (ook indien de cliënt bijvoorbeeld<br />

niet betaalt). COS 230 inzake de controledocumentatie<br />

geeft aan wat tot het accountantsdossier behoort: de<br />

controleprogramma’s en checklists, (cijfer)analyses, memoranda<br />

en andere vastleggingen van controlewerkzaamheden.<br />

Deze ‘controleaantekeningen’ zijn eigendom van de<br />

accountant. Correspondentie e.d. behoort ook tot de controledocumentatie,<br />

maar het begrip eigendom is daarop<br />

niet eenduidig toepasbaar. COS 230 bevat overigens geen<br />

bepalingen over de verstrekking van informatie uit het<br />

dossier; daarvoor moeten we bij de VGC zijn. Er is verder<br />

weinig guidance voor de accountant. In het civiele recht of<br />

tuchtrecht komt deze problematiek niet of nauwelijks aan<br />

de orde. Een in de praktijk gehanteerde benadering <strong>hier</strong>bij<br />

is wel: alles wat dient ter onderbouwing van posten in de<br />

jaarrekening valt in de categorie ‘eigendom cliënt’.<br />

Bij wettelijke controles zijn ook de geheimhoudingsverplichtingen<br />

van de WTA van toepassing. Deze zijn nog<br />

strikter dan in de VGC: onder de WTA geldt alleen een uitzondering<br />

voor opheffing van de geheimhoudingsverplichting<br />

krachtens wettelijk voorschrift tot mededeling.<br />

Met de op handen zijnde wijziging van het Bta wordt dit<br />

regime verruimd, waarbij ook de vrijwillige informatieverstrekking<br />

mogelijk wordt. De indruk is dat de AFM in de<br />

praktijk al toezicht houdt op basis van de gewijzigde bepalingen<br />

in het Bta. Daarnaast is het de vraag wanneer en<br />

hoe op grond van een maatschappelijk belang, zoals genoemd<br />

in COS 140, moet worden gehandeld? Wanneer is<br />

er sprake van de situatie waarin de accountant beroepshalve<br />

is komen te verkeren en waarin wordt gevraagd om<br />

vertrouwelijke informatie te verstrekken zonder dat daar<br />

een wettelijke verplichting als geduid in A-140.7 aan de<br />

orde is? De accountant moet dan volgens A 140.8 in zijn<br />

besluitvorming de belangen van alle betrokken partijen<br />

afwegen en de kwaliteit van de informatie in zijn dossier<br />

in aanmerking nemen. Die (lastige) afweging moet ook<br />

worden gemaakt als er toestemming is verleend tot<br />

informatieverstrekking door de cliënt. An<br />

Jan Joling, partner bij NautaDutilh.<br />

www.accountancynieuws.nl 21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!