OasiÃ« - Spotlight Musical Productions

Versie voor kleine groepen; 

13 tot 20 leerlingen. 

Spotlight Musical Productions ® 

Copyright © 

Tekst: Gert van den Brink 

Muziek: Hans van Wingerden 

Copyright © Spotlight Musical Productions ® 3

Informatie musical: 

Korte inhoud 

Sultan Sul is krankzinnig. Zijn vrouw is enkele dagen geleden spoorloos verdwenen en 

sindsdien komt er bij Sul geen verstandig woord meer uit. Tante Tirana probeert van de 

situatie gebruik te maken. Samen met de gemene koning Cactus probeert ze de troon van 

Sultan Sul af te pakken en prinses Fátima en de kleine prins Bengel buiten spel te zetten. 

En dat terwijl de 500 e verjaardag van Oasië voor de deur staat! Vanuit de hele wereld 

komen straatartiesten, maffe uitvinders en louche handelaren naar de feestelijke bazaar. 

Op de bazaar loopt alles uit de hand: Akkefietje zoekt ruzie met de bejaarde lijfwacht 

Frank, Sultan Sul koopt van een fakir een Kopiator ® waarmee hij de chaos alleen maar 

verergert en Wi komt speciaal uit China naar Oasië gegraven om de boel te sussen door 

middel van iets wat ‘supelsonische kalate’ heet. Gelukkig komt er onverwacht hulp van 

een mysterieuze vrouw in een zwarte mantel. Maar lukt het haar om de rust in Oasië te 

laten weerkeren? 

@Oasië is een musical boordevol overdreven typetjes, humoristische scènes en 

spetterende liedjes. 

Speelduur 

Musical @Oasië duurt ongeveer 1 uur en 15 minuten. 

Liedjes 

Musical @Oasië heeft zes liedjes en een slotmedley. De liedjes worden door de kinderen 

samen gezongen. Bij enkele nummers worden een aantal regels gezongen door solisten. 

Om de kinderen te ondersteunen kan er gekozen worden voor het vormen van een extra 

koor dat meezingt. 

Geluidseffecten 

In musical @Oasië komen diverse geluidseffecten voor. In deze versie voor kleine 

groepen komen twee geluidseffecten van de (instrumentale) cd te vervallen: 

cd-track 6 en cd-track 28. 

Decor 

Het decor bestaat uit een straattafereel in Oasië. Op de achterwand zijn aan de linkerkant 

(bijvoorbeeld) enkele huizen of winkels te zien. Aan de rechterkant is het paleis (deels) 

zichtbaar. Op het podium staat aan de linkerkant een klein marktkraampje klaar voor het 

personage Kamilah. Rechts van het midden staat een waterput. Voor de poort van het 

paleis staat een kleine stoel voor Frank, de lijfwacht van Sultan Sul. 

In het midden van het podium hangt een zilveren maan aan het plafond. Deze maan zit 

vast aan een bijna onzichtbaar touwtje (bijvoorbeeld visdraad) dat, via een katrolletje aan 

het plafond, naar de coulissen gaat. In de coulissen kan het touwtje worden losgemaakt 

om de maan te laten neerstorten (zie voor meer info scène 6). 

NB In het script staan enkele regieaanwijzingen betreffende het op lopen aan de 

linkerkant of de rechterkant van het podium. Links en rechts worden altijd bekeken vanuit 

het oogpunt van het publiek en niet vanuit het oogpunt van de spelers. 


Personages 

Hieronder volgen beschrijvingen van de personages en hun kleding. Deze hebben het doel 

om u een duidelijk beeld te geven van de personages. 

NB De beschrijvingen van de karakters en de kleding zijn suggesties waar u naar 

eigen inzicht van kunt afwijken. 

Sultan Sul; monarch van Oasië (een klein landje midden in de woestijn); sullig type; is 

compleet de kluts kwijt sinds de verdwijning van zijn vrouw; is knettergek. 

Uiterlijk: Tulband met robijn en pluim; witte baard; ontbloot bovenlijf; zwembroek met 

hartjes erop; konijnenpantoffels; dekbed om zijn schouders geslagen. 

Kyran; assistent van Sultan Sul; goedaardig type; probeert de dwaasheid van Sultan Sul 

te verhullen; probeert Sultan Sul waar mogelijk bij te sturen. 

Uiterlijk: Eenvoudige oosterse/Perzische kleren; hoedje; sandalen. 

Frank; stokoude lijfwacht van de Sultan; lid van de Zwitserse Garde; bewaakt het paleis; 

zit voor het paleis op een kleine stoel. 

Uiterlijk: Klassiek uniform van de Zwitserse Garde; hellebaard (=wapen); grijze baard. 

Tante Tirana; boosaardige tante van Sultan Sul; doet zich poeslief voor, maar wil Sultan 

Sul van de troon stoten. 

Uiterlijk: Zeer dikke vrouw, veel make-up, veel juwelen, dure Perzische jurk. 

Wijsneus en Waffel; hulpjes van Tante Tirana; achterbakse types; Wijsneus is een 

betweterige dame, Waffel een kletstante die nooit haar mond houdt; beiden werken 

overduidelijk samen met Tante Tirana. 

Uiterlijk: Dure zwartrode oosterse/Perzische gewaden; oosterse schoenen. 

Prinses Fátima en Prins Bengel; Fátima is de dochter van Sultan Sul; het mooiste 

meisje van heel Perzië; zachtaardig type; duwt de kinderwagen van Prins Bengel (Prins 

Bengel is een baby; hij ligt in de kinderwagen; gebruik voor hem een pop). 

Uiterlijk: Blauwe Perzische jurk of pofbroek; oosterse schoenen; kinderwagen met 

klassieke oosterse stoffering. 

Akkefietje; vriendin van Prinses Fátima; type haaibaai; zoekt vaak ruzie. 

Uiterlijk: Eenvoudig oosters/Perzisch gewaad; sandalen. 

Koning Cactus; Koning van de Barre Vlakte (=een uitgestrekt maar dor land in de 

woestijn); eeuwige rivaal van Sultan Sul; wil Oasië afpakken van Sultan Sul; gemeen en 

opvliegend type; baasspeler; kan slecht tegen zijn verlies. 

Uiterlijk: Kroon op het hoofd; oosters/Perzisch gewaad; zwarte cape; schild met 

cactusembleem erop; kromzwaard van goud. 

Slungel en Uk; soldaten van Koning Cactus; humoristische types; Slungel is lang en Uk is 

klein. Uk is in het geheim de penvriend van Prinses Fátima. 

Uiterlijk: Tulbanden; klassieke oosterse/Perzische uniformen; kromme zwaarden; kleine 

ronde schildjes met een cactusembleem erop. 

Toon Hongerloon; straatventer; handelaar in allerhande illegale spulletjes; probeert op 

straat aan voorbijgangers te verkopen; heeft zijn verkoopwaar aan de binnenkant van zijn 

lange jas hangen; heeft een gat in zijn hand en is daarom straatarm; goedgemutst type. 

Uiterlijk: Onguur; grote lange jas; ongekamd haar; stoppelbaard; slecht gebit; versleten 

sandalen; aan de binnenkant van de jas hangt telkens andere verkoopwaar. 

Ab Krab; bedelaar; probeert geld in te zamelen bij de poort van het paleis; heeft luizen 

en schurft en krabt zichzelf de hele dag; goedgemutst type. 

Uiterlijk: Versleten kleren; hoedje; blote voeten. 

Koos Laveloos; dronkenlap; eet de hele dag kersenbonbons; is daarom onder invloed 

van alcohol. 

Uiterlijk: Mond onder de chocolade; versleten kleren; hoedje; blote voeten. 

Wi; Chinese penvriendin van Koningin Daria die d.m.v. het graven van een ondergrondse 

tunnel vanuit China in Oasië terechtkomt; humoristisch type. 

Uiterlijk: Chinees gewaad; gele Chinese hoed; slippers; tas met Chinees eten. 


Koningin Daria alias De Zwarte Mantel; koningin van Oasië; vrouw van Sultan Sul; is 

achter de schermen in het diepste geheim met reddingsplannen bezig. 

Uiterlijk: Grote zwarte mantel met hoofdkap; daaronder fluwelen Perzische jurk. 

Fahad de Fakir; zwijgzaam en mysterieus type; tuinslangenbezweerder; uitvinder van 

de Kopiator ® en de mafkeesdetector; spreekt de letters ‘s’ en ‘z’ overdreven lang uit. 

Uiterlijk: Grijswitte baard; zwarte tulband; wit overhemd ver open geknoopt; zwarte 

pofbroek; blote voeten; mand met tuinslang; fluit met (bijna onzichtbaar) touwtje dat aan 

de tuinslang vastzit; heeft een mafkeesdetector met lichtjes en piepjes. 

Kamilah de Klankenvangster; handelaarster in geluiden die ze zelf heeft gevangen in 

kleine doosjes; donkere stem; mysterieus type. 

Uiterlijk: Lang paars oosters gewaad; opvallende bril; kraampje of kleedje met allerlei 

kleine doosjes. 

Sul A en Sul B; kopieën van Sultan Sul; zeer chaotische en eigenwijze types. 

Uiterlijk: Exact zoals Sultan Sul, namelijk: tulbanden met robijn en pluim; baarden; 

ontblote bovenlijven; zwembroeken met hartjes; konijnenpantoffels. Geen dekbedden. 

Aantal rollen 

De musical @Oasië heeft 20 rollen. Het minimaal aantal rollen is 13. Het aantal rollen 

verminderen kan door het gebruik van dubbelrollen. Bij een dubbelrol speelt een speler 

twee rollen. Voorbeelden van te gebruiken dubbelrollen: 

Koning Cactus Kamilah de Klankenvangster 1) 

Ab Krab Wi 2) 

Koos Laveloos De Zwarte Mantel 3) 

Kyran Slungel 4) 

Uk Fahad de Fakir 5) 

Akkefietje Sul A 6) 

Frank Sul B 

1) Pas indien gewenst het geslacht van de rol van Kamilah aan (vb. Kamilan de 

Klankenvanger). 

2) Pas indien gewenst het geslacht van de rol van Wi aan (naam blijft ongewijzigd). 

3) Pas indien gewenst het geslacht van de rol van Koos aan (vb. Roos Laveloos). 

4) Rol van Kyran in scène 18 komt te vervallen. Zijn tekst kan worden toebedeeld 

aan Prinses Fátima. 

5) Rol van Fahad de Fakir in scène 18 wordt overgenomen door Toon Hongerloon (hij 

doet de levering van de Kopiator ® namens Fahad). 

6) Rol van Akkefietje in scène 18 komt te vervallen. Haar tekst kan worden 

toebedeeld aan Prinses Fátima. 

NB Sommige rollen voor jongens zijn ook door meisjes te spelen en andersom. Pas zelf 

de namen waar nodig aan. 


Scène 1: 

Welkom 

Het zaallicht gaat uit. De introductiemuziek start (cd-track 1). Prinses Fátima komt op 

lopen. Als de muziek is gestopt neemt ze het woord. 

Prinses Fátima: 

Dames en heren, jongens en meisjes. Ik ben Prinses Fátima en 

namens mijn vader, de sultan, mag ik u hartelijk welkom heten. Het 

komende uur kunt u genieten van een bezoek aan ons mooie, 

groene en vruchtbare land: Oasië! Geniet van de rust en de 

verkoeling van onze oase en laat u meevoeren door de pracht en 

praal van ons paleis! De spelers staan al klaar en nodigen u uit. Veel 

plezier met musical @Oasië! 

♪ ♫ Lied: Een plek om van te dromen (cd-track 2) 

Het koor loopt op. 

Koor: 

Hé, durf jij het aan 

Om met ons mee te gaan? 

We gaan op avontuur 

Dwars door de woestijn 

We trotseren dorre droogte 

En duizend kilometers zonneschijn 

Hé, wie gaat er mee 

Vindt het een goed idee? 

Het dorre land belooft 

Geen makkelijke reis 

Maar het is de moeite waard 

De eindbestemming is een echt paleis 

Er is een plek om van te dromen 

Vol met groen en palmbomen 

Neem een duik in de fontein 

Vergeet de sleur van de woestijn 

Op deze plek om van te dromen 

Waar nomaden samenkomen 

Staat een vorstelijk paleis 

In de oase, een stukje paradijs 

Hé, wil jij misschien 

Met eigen ogen zien? 

Dat plekje dat te mooi is 

Voor een ansichtkaart 

Ga dan mee op expeditie 

Je zult ervaren dat het écht bestaat 










Maar op die plek om van te dromen 

Valt er iemand uit de toon 

In het paleis van onze dromen 

Zit een knettergekke sultan… op de troon 

Het koor loopt af. 

Scène 2: 

Sultan Sul 

Sultan Sul komt vanaf rechts op lopen. Hij komt uit het paleis en heeft zijn tulband op en 

een satijnen dekbed om zich heen geslagen. Daaronder draagt hij (nog niet zichtbaar) zijn 

zwembroek en konijnenpantoffels. Kyran loopt er een eindje achter. 

Kyran: 

(Roept) Sultan Sul! Sultan Sul! Wacht op mij! Suuuhuuuuul!! 

Sultan Sul stopt en draait zich om. 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Zeg, wat gaan we nou krijgen? Noem jij mij een sul? Dat hoef ik 

niet te pikken. Jij verdient straf! 

Maar u heet toch ook Sul? 

Is dat zo? Wacht even. 

(Sul denkt na) Ik weet het niet. 

(Vrolijk) Maar je hebt vast 

gelijk. Bedankt vreemdeling! 

Sultan Sul draait zich om en loopt door. Kyran loopt 

weer achter Sultan Sul aan. 

Kyran: 

Maar, Sul? Wacht even! 

Kyran rent voorbij Sul en gebaart hem te stoppen. 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Ik ben Kyran, uw assistent. 

Assistent? 

Ik kwam net uw kleren brengen 

voor vandaag maar toen stapte u opeens met dekbed en al uit bed. 

Dekbed? (Kijkt naar het dekbed) Is dit mijn dekbed?!! 

Ja, sire. Voordat ik u kon stoppen was u het paleis al uitgelopen. 


Sultan Sul kijkt nog eens goed naar het dekbed om zijn schouders. 

Sultan Sul: 

(Geschokt) Je hebt gelijk! Zo kan ik niet over straat. 

Sultan Sul laat zijn dekbed los. Het dekbed valt. Plots staat Sultan Sul in zijn zwembroek. 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Lieve help! U staat in uw zwembroek. 

Is dat zo? (Kijkt naar zijn broek) Ja, dat is zo! Zeg eens, assistent 

Kyran, heb ik vannacht toevallig in mijn waterbed geslapen? 

Niet dat ik… 

(Onderbreekt Kyran) Maakt niet uit. Het is toch mooi weer. 

Sultan Sul loopt verder. Kyran loopt er gehaast achteraan. 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Misschien kunt u beter mee terugkomen naar het paleis. 

Nee! Ik wil niet meer terug. Nooit meer! 

Maar waarom niet? 

Sultan Sul staat stil en draait zich om. Hij kijkt somber. 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Omdat het eenzaam is zonder haar. 

Zonder haar? O, u bedoelt zonder uw vrouw. 

Ja. (Treurig) Waarom is mijn vrouwtje weg? Waar is ze dan 

naartoe? Waarom heeft ze niets tegen mij gezegd? 

Arme Sul… 

Weet je wat het is? Het paleis is niet meer hetzelfde sinds ze weg is. 

Kyran begrijpt niet wat Sul bedoelt en kijkt naar het paleis. 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Ik zie geen verschil. 

(Beledigd) Dan ben ík zeker gek! (Lacht als een gek) Hahahahaha! 

Sultan Sul houdt plotsklaps op met lachen en begint hevig in zijn neus te peuteren. Hij 

bekijkt zijn snotjes aandachtig. Kyran ziet het, maar negeert het. 

Kyran: U bent gewoon een beetje van uw à propos (spreek uit: aa proopoo) . 

Sultan Sul: 

Kyran: 

(Voelt aan zijn eigen bovenlijf) Ik weet niet eens waar dat zit. 

Ik bedoel dat u een beetje van slag bent. U moet gewoon een 

beetje ontspannen, denk ik. Waarom boekt u geen cruise? Of 

waarom gaat u niet een keertje op safari? 


Sultan Sul: 

Kyran: 

Sultan Sul: 

(Vrolijk) Safari?! Ik hou van jagen! 

Precies! 

Laatst ging ik op konijnenjacht. Wat denk je? Wat denk je?!! 

(Wijst naar zijn pantoffel) Schiet ik mezelf in mijn voet! 

Sultan Sul bukt en aait de konijnenpantoffel aan zijn rechtervoet. 

Sultan Sul: 

(Zielig stemmetje) Aaaah, Swappie! Gaat het weer een beetje? Wat 

zeg je? Ik versta je niet. Zeg dat nog eens? 

Sultan Sul houdt zijn oor zo dicht mogelijk bij de pantoffel en luistert een moment. 

Sultan Sul: 

Jij bent Swappie niet? O, sorry Fluf! 

Sultan Sul aait daarna de konijnenpantoffel aan zijn linkervoet. 

Sultan Sul: 

(Zielig stemmetje) Aaaah, Swappie-de-swapper, gaat ‘t weer? 

Sultan Sul komt weer overeind. 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Ik haal ze vaak door elkaar, zie je? 

(Verbaasd) Uw eh… konijnen? 

Nee, mijn voeten. 

Scène 3: 

Sulletje rozenwater 

Plots klinkt de luide, zangerige opera-stem van Tante Tirana vanuit de coulissen. 

Tante Tirana: 

Sul?!! Suuuuhuuuul?!! 

Sultan Sul maakt een sprongetje van schrik. 

Sultan Sul: 

Hellupie! Dat is Tante Tirana! 

Sultan Sul begint als een idioot over het podium heen en weer te rennen. 

Sultan Sul: 

Tante Tirana: 

Ik ben er niet! Zeg alsjeblieft dat ik er niet ben! 

Sulletjeeeeh?!! Waar ben je?!! Favoriet nééfje van me!!! 

Sultan Sul ziet de waterput. Hij verstopt zich erachter. 

Kyran: 

Pas op! Daar komt ze al! 

Gelijk komt Tante Tirana vanaf de rechterkant op lopen. Ze wordt op de voet gevolgd 

door Wijsneus en Waffel. Kyran schrikt, maar Tante Tirana heeft Sul niet gezien. 


Tante Tirana: 

Sullebul? 

Tante Tirana kijkt zoekend in het rond. Ze kijkt naar links, rechts, boven, onder en achter 

zich, enzovoort. Telkens als ze haar hoofd draait om naar iets te kijken, kijkt Wijsneus een 

fractie van een seconde later ook die kant op. Waffel volgt weer een fractie van een 

seconde later. Zo kijken de drie dames aandachtig in het rond. Dan roept Tirana opnieuw: 

Tante Tirana: 

Sul?!!! 

Wijsneus en Waffel beginnen mee te roepen. 

Wijsneus: 

Waffel: 

Wijsneus: 

Waffel: 

Sullebol!! 

Sullie-knullie!! 

Sùùùhùùùl!! 

Sulletje rozenwater!! 

Kyran probeert stilletjes weg te sluipen, maar Tante Tirana ziet hem nog net. 

Tante Tirana: 

(Dreigende stem) STOP!!! Waar denk jij naartoe te gaan? 

Sultan Sul antwoordt vanachter de waterput. 

Sultan Sul: 

Niks bijzonders. Hij eh… moet even een boodschap doen. 

Wijsneus en Waffel kijken om zich heen. 

Wijsneus & Waffel: 

Sultan Sul: 

Wijsneus: 

Hè? Wie zei dat? 

(Schrikt) O, eh… niemand. Helemaal niemand! 

Volgens mij zit er iemand achter die waterput. 

Wijsneus en Waffel lopen naar de put. Ze lopen aan de rechterkant om de put heen, maar 

Sultan Sul loopt dezelfde kant op en draait zo met hen mee, zodat ze hem niet zien. 

Waffel & Waffel: 

Hè? Wat zullen we nou krijgen?! 

Sultan Sul, Wijsneus en Waffel draaien een aantal keer om de put heen. Dan loopt Sultan 

Sul bij de put weg. Wijsneus en Waffel blijven echter, al mopperend, rondjes lopen. 

Tante Tirana: 

Sul! 

Sultan Sul draait zich verschrikt om en kijkt Tante Tirana aan. 

Sultan Sul: 

Tante Tirana: 

Tante? 

Wij moeten praten, Sul. 

Sul loopt voorzichtig naar Tante Tirana toe. Ondertussen blijven Wijsneus en Waffel om 


de put heen draaien. De ene keer rechtsom en dan weer linksom. 

Tante Tirana: 

Sultan Sul: 

Tante Tirana: 

Sultan Sul: 

Ik begrijp dat jij een bazaar wilt organiseren omdat Oasië dit jaar 

vijfhonderd jaar bestaat? 

Ja, eh… jawel. Ik bedoel: jazeker. 

Dat gaat niet door! 

Maar tante… 

Tante Tirana slaat haar arm om de schouder van Sul. Sul vindt het duidelijk onprettig, 

maar durft niet tegen Tante Tirana in te gaan. 

Tante Tirana: 

Sultan Sul: 

Tante Tirana: 

Sultan Sul: 

Tante Tirana: 

Luister Sul, waarom organiseren we niet eens een keer wat anders 

dan zo’n sullige bazaar? Dat doen we elk jaar al. 

Nou, dat… 

(Onderbreekt hem) Het is tenslotte wel de vijfhonderdste 

verjaardag van Oasië. Dat is bijzonder. 

Ja, dat is waar, maar… 

(Onderbreekt hem) Goed. Dat is dan besloten. Geen bazaar! 

Wijsneus en Waffel zijn misselijk geworden. Ze zakken op de grond en leunen tegen de 

put. Plots springen ze op en gaan ze boven de put hangen. Ze geven luidruchtig over. 

Tante Tirana: 

Wijsneus: 

Waffel: 

Wat een wijs besluit van onze Sul, vinden jullie niet? 

Erg wijs, o grote sulligheid! 

Goed besluit, sullekop! 

Waffel en Wijsneus krabbelen opgelucht van het overgeven weer op. 

Sultan Sul: 

Tante Tirana: 

Sultan Sul: 

Maar… maar wat doen we dan in plaats van de bazaar? 

Wat mij betreft helemaal niets! Ik háát festiviteiten, ik háát vrolijke 

mensen en ik háát die kraampjes met goedkope rotzooi! 

Goedkope rotzooi?! De bazaar is het feest van het jaar! 

Tante Tirana kijkt opeens heel kwaad en pakt Sultan Sul stevig bij zijn baard vast. 

Tante Tirana: 

Wijsneus: 

Luister, Sul. Jij bent hier misschien officieel de baas, maar jij en ik 

weten allebei wie er achter de schermen met de scepter slaat. 

Zwaait. U bedoelt: wie er met de scepter zwááit. 

Tante Tirana laat Sul los en pakt Wijsneus bij haar neus. 


Tante Tirana: 

Wijsneus: 

Tante Tirana: 

Sultan Sul: 

Tante Tirana: 

Waffel: 

Wijsneus: 

(Geïrriteerd) Hou je mond, Wijsneus! 

(Nasale stem) Sorry… 

(Tegen Sul) Er komt hier geen bazaar, Sul. Heb je dat begrepen? 

Geen bazaar. Begrepen. 

Mooi. Fijne dag, Sul. 

Fijne dag, (pesterig) Súl. 

Fijne dag, (pesterig) Núl. 

Tante Tirana, Wijsneus en Waffel lopen af. Sultan Sul zucht en laat de schouders hangen. 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Geen bazaar dit jaar? Wat vreselijk! Dat pikken de mensen niet. 

(Zucht) Ik heb tante beloofd dat er geen bazaar komt, dus komt er 

geen bazaar. 

(Treurig) Wat een ramp! Straks willen de mensen u niet meer als 

sultan. Dat is natuurlijk precies wat Tante Tirana wil. Was uw vrouw 

maar hier. Die wist vast wel wat we zouden moeten doen. 

Sultan Sul trekt opeens een enorm moeilijk gezicht. Vervolgens krijgt hij erge hoofdpijn. 

Hij zakt een beetje in elkaar en grijpt naar zijn hoofd. 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Sire, wat is er? 

Ai! Ik weet ‘t niet. 

Sul trekt een paar heel rare gezichten richting het publiek. Daarna klaart zijn gezicht 

opeens helemaal op en gaat hij weer rechtop staan. 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Sultan Sul: 

WAUW!! Dit heb ik nog nóóit meegemaakt! Volgens mij kreeg ik 

zojuist een… een… IDEE! (Blij) Waarom organiseren we geen bizar? 

Een bizar? Wat is een bizar? 

Een bizar lijkt op een bazaar, maar dan nét ietsjes anders. Maffer. 

Gekker. Spectaculairder. De mensen zullen het geweldig vinden! 

Sultan Sul loopt richting de rechterkant van het podium. Kyran volgt hem. 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Kyran: 

(Bezorgd) U gaat toch geen gekke dingen doen? 

Natuurlijk niet! Zie ik eruit als een gek? Vertrouw me nu maar. Ik 

ben misschien krankjorum, maar ik heb nog wel gewoon de kolder 

in de kop, hoor! 

Daar was ik al bang voor. 


Sultan Sul en Kyran lopen aan de rechterkant af. Daarbij passeren ze Ab Krab, Toon 

Hongerloon en Koos Laveloos, die net op komen lopen. De bedelaars kijken verbaasd 

naar hun sultan en zijn zwembroek. 

Scène 4: 

Zandbank 

Ab heeft telkens ergens jeuk en krabt de hele tijd. Koos eet kersenbonbons en heeft zijn 

mond onder de chocolade zitten. Hij is dronken en praat met een dubbele tong. 

Deze scène is weggehaald uit deze inzage-versie van het script. 

Scène 5: 

Wisseling van de wacht 

[NB In deze scène komt de kinderwagen met Prins Bengel ten tonele. Prins Bengel is een 

babypop. Hij communiceert door middel van geluiden vanaf de cd (tip: laat Prinses 

Fátima zachtjes met de kinderwagen schommelen wanneer Bengel iets zegt) of door 

middel van een bordje met een korte tekst. Dit bordje, dat met een scharnier op de 

bodem van de kinderwagen is gemonteerd, kan Fátima tevoorschijn halen met een (bijna 

onzichtbaar) touwtje.] 

Frank krabt nog een paar keer flink en houdt er dan opgelucht mee op. 

Frank: 

Tjonge, dat was erg. Ik dacht even dat ik vlooien had. 

Dan komen Akkefietje en Prinses Fátima op lopen. Akkefietje loopt voorop en duwt de 

kinderwagen met Prins Bengel. 

Akkefietje: 

(Lomp) Ja, hallo?! Mogen wij er eventjes langs? 


Akkefietje duwt de wagen voor zich uit en Frank loopt geschrokken achteruit. 

Akkefietje: 

Fátima: 

Akkefietje: 

Fátima: 

(Geïrriteerd) Je staat hier verschrikkelijk in de weg! 

Akkefietje, doe eens even rustig. Prins Bengel raakt dadelijk 

nog helemaal van streek. 

Is dat mijn schuld? Die hangoudere zorgt voor een enorme 

opstopping. Waarom kan hij niet effe wieberen? 

(Tegen Akkefietje) Ik wist dat het een slecht idee was om jou de 

wagen te laten duwen. Ik neem het weer van je over. 

Fátima neemt de kinderwagen over. Met tegenzin laat Akkefietje dit toe. 

Akkefietje: 

Fátima: 

(Bijtend) O, prinses, doe ik het weer niet goed genoeg? 

Rustig nou, Akkefietje. Je weet dat mijn broertje heel gevoelig is 

voor negatieve emoties. Daar krijgt hij darmkrampjes van. 

Fátima gaat met haar gezicht boven de wagen hangen en kijkt naar Prins Bengel. 

Fátima: 

Hai kleine prins, ik ben er weer. Ben je blij me te zien? 

Er klinkt het geluid van vrolijk babygebrabbel (cd-track 3). 

Akkefietje: 

Fátima: 

Akkefietje: 

Fátima: 

(Doet Bengel spottend na) Gagaga! Goegoegoe! Kinderachtig. Bah! 

(Tegen Akkefietje) Toe nou, denk toch aan zijn arme darmpjes. 

(Tegen Bengel) Jij bent blij dat je mij weer ziet, hè? Je vond het 

helemaal niet leuk met die boze-boze-boze mevrouw, hè? Ik beloof 

je dat ik nóóit meer de wagen aan haar zal geven. Nóóit meer! 

Heeft er iemand een kotszak? 

O, kijk nou. Hij is er helemaal emotioneel van! 

Er klinkt het geluid van babygebrabbel, gevolgd door een scheet (cd-track 4). 

Fátima: 

Frank: 

Akkefietje: 

Fátima: 

Akkefietje: 

Frank: 

Ach, hij schiet helemaal vol! 

Ik wil me nergens mee bemoeien, maar moeten jullie er nog langs? 

Zeg, ouwe, is er geen bejaardensoos waar je naartoe kan? 

Akkefietje! Dat kun je niet zomaar allemaal zeggen! 

Of een kunstgebittenbeurs? 

Ik ben hier op uitnodiging van mevrouw Tirana. Ik kom kapitein 

Cortéga en zijn soldaten aflossen. 


Fátima: 

Aflossen? 

Op dat moment komt Kyran op lopen. Hij 

ziet Frank en spreekt hem direct aan. 

Kyran: 

Fátima: 

Kyran: 

Akkefietje: 

Fátima: 

Kyran: 

Akkefietje & 

Fátima: 

Eindelijk! Je bent er. 

Ik zal je gelijk even 

rondleiden. 

Kyran, wat komt deze 

man hier doen? 

Maar, prinses, weet u 

dat dan niet? Hij is 

onze nieuwe lijfwacht. 

Waar heb je hem op de kop getikt? Bij een antiquair? 

Wat moeten we met een lijfwacht? We hebben kapitein Cortéga. 

(Somber) Tante Tirana heeft de kapitein en zijn soldaten ontslagen. 

(Ontsteld) Wát?!!! 

Fátima trekt aan het touwtje van de kinderwagen. Uit de kinderwagen komt het bordje 

omhoog met de tekst: ‘WAT?!’ 

Kyran: 

Fátima: 

Akkefietje: 

Ik vond het ook niet slim, maar ja, als tante eenmaal wat wil… 

Maar als dat waar is… 

…wie beschermt ons dan als die gare Koning Cactus ons aanvalt? 

Frank gaat fier rechtop staan, maakt zijn schouders breed, pakt zijn hellebaard (=wapen) 

stevig vast en hoest om de aandacht te trekken. 

Frank: 

Ahum! 

Dan zet hij zijn meest overdreven blije gezicht op. 

Frank: 

Akkefietje: 

(Zingend) Tadaa!!! (Verrekt plotseling zijn rug) Au!!! 

(Radeloos) We zijn verloren. We zijn verloren!!! 

Prins Bengel zet het op een janken. Er klinkt het geluid van babygehuil (cd-track 5). 

Kyran houdt snel zijn handen over zijn oren en loopt af. Akkefietje en Fátima proberen 

Prins Bengel stil te krijgen en neuriën een slaapliedje (Akkefietje doet haar best om wijs 

te houden, maar dat lukt niet echt). Frank begint te gapen en valt tijdens het liedje 

staande leunend tegen zijn hellebaard in slaap. Prins Bengel wordt stil. Akkefietje, Fátima 

en Prins Bengel gaan af aan de rechterkant. Frank blijft achter. 


Scène 6: 

De maan valt uit de lucht 


Scène 7: 

De verkenningsmissie 

Koning Cactus, Slungel en Uk sluipen zachtjes aan de linkerkant het podium op. Ze blijven 

aan de linkerkant van een marktkraampje staan, zodat ze minder goed zichtbaar zijn voor 

de slapende Frank. [NB Ze blijven wel op een rijtje staan, zodat ze duidelijk zichtbaar 

blijven voor het publiek.] Uk heeft pen en papier bij zich. 

Koning Cactus: 

Slungel: 


Slungel: 

Kijk! Het leger van Sultan Sul slaapt. Nu kunnen we goed zien met 

hoeveel ze zijn. Slungel, kun jij ze voor me tellen? 

Zeker! Zeker! (Tuurt) Ik zie er in ieder geval één. 

Oké. Gelijk opschrijven. Eén! 

(Tegen Uk) Eén opschrijven, Uk. 

Uk noteert een één op zijn papier. Koning Cactus kijkt weer naar Frank. 


Slungel: 


Slungel: 

En de sultan zelf, Slungel? 

(Tuurt) Die zie ik niet. Maar die moeten we zeker meerekenen. 

Oei! Gelijk opschrijven. Nog een één! 

(Tegen Uk) Nog een één opschrijven. 

Uk noteert een tweede één op zijn papier. 

Slungel: 


Uk: 

Slungel: 


Slungel: 


Slungel: 

Ik denk dat dat ze allemaal waren. 

Mooi. Uk? Hoeveel is dat bij elkaar? 

(Laat zijn papier met de twee enen zien) Eh… elf? 

Nee, snotaap. (Grist het papier uit Uks handen) Je moet die twee 

enen bij elkaar optellen. Dat wordt dus samen… eh… dat wordt… 

Twee. (Grist het papier uit Slungels handen) Eén en één is twee. 

Dat weet toch iedere idioot! 

Misschien had u het dan aan een idioot moeten vragen. 

Stil, Slungel! Dus het vijandelijke leger heeft twee soldaten. 

Dat is niet mis! Hoeveel soldaten heb ik in mijn leger? 

Nou, wij zijn alles, geloof ik. 



Wat heb ik daaraan? Cijfers! Ik wil cijfers horen! 

De twee soldaten kijken elkaar een beetje verward aan. 

Uk: 

Slungel: 

Uk: 

Slungel: 


(Tegen Koning Cactus) Volgens mij zijn we, met u erbij gerekend, 

met z’n drieën. 

(Kijkt neerbuigend naar Uk) Nou, als je het mij vraagt zijn we met 

twee en een half. 

(Legt zijn hand op de schouder van Slungel) Ach, Slungel, je moet 

jezelf niet tekortdoen. Jij telt ook mee, hoor. Zeker voor een kwart! 

Zeg, snotaap… 

(Onderbreekt Slungel) Stilte! Op deze manier raak ik helemaal de 

kluts kwijt. Met hoeveel zijn jullie nou? 

Slungel en Uk beginnen in een rap tempo met elkaar te discussiëren. 

Slungel: 

Uk: 


Uk: 

Slungel: 

Uk: 

Slungel: 

Eens even kijken. (Wijst naar Uk) Jij en ik zijn anderhalf. En dan… 

Nee, de koning is één, ik ben twee en dan nog een kwart erbij. 

Dus… 

Ho ho! Dadelijk snap ik het ook niet meer. Hoeveel zijn jullie 

samen? 

Driekwart! 

Plus een half! 

Min een kwart! 

Nee, een half! 


Uk: 

Slungel: 

Welke half? Jij bent een kwart! 

Luister, snotaap… 

Slungel en Uk beginnen boos door elkaar te praten. Slungel maakt daarbij grote gebaren, 

Uk duikt iets in elkaar maar biedt dapper verweer. 


(Roept) Stilte, heren! Stilte! 

Dan valt iedereen even stil. 

Slungel: 


Slungel: 

Uk: 

Slungel: 

Uk: 

Slungel: 

(Tegen Cactus) Moeten we u eigenlijk wel meerekenen? 

(Verbaasd) Eh… dat weet ik niet. 

Reken mij dan ook maar niet mee, dat is wel zo eerlijk. 

Dat scheelt dan alvast de helft! 

Welke helft? 

Ik bedoel een kwart! 

(Boos) Luister, snotaap…! 

Slungel en Uk beginnen boos door elkaar te praten. Slungel maakt daarbij grote gebaren, 

Uk duikt iets in elkaar maar biedt dapper verweer. 


Slungel: 


Slungel: 


(Roept stampvoetend) Stilte! Stilte! En nog eens stilte! 

Dat is drie keer stilte! Drie keer. (Blij) We zijn dus met z’n drieën. 

Met u erbij, sire. 

(Zucht) Hèhè… 

Eigenlijk best simpel. 

Maar nu een nog moeilijkere vraag… 

Slungel en Uk buigen zich gespannen naar Koning Cactus toe. 


Hoeveel is drie meer dan twee? 

Slungel en Uk veren allebei op en geven tegelijkertijd antwoord: 

Slungel: 

Uk: 

Een half! 

Een kwart! 

Dan keren Slungel en Uk zich naar elkaar toe. 

Slungel: 

Een half zeg ik je! 


Uk: 

Slungel: 

Uk: 

Nee, een kwart! 

Luister… 

(Onderbreekt Slungel) …snotaap! 

Slungel doet zijn mond open om wat te zeggen, maar er komt niets. 

Uk: 


Slungel: 


Eén! Drie is één meer dan twee! 

Juist! Ik dacht precies hetzelfde! We hebben dus een enorme 

overmacht! We verslaan de sultan op onze sloffen! 

Ja, en op zijn sloffen! 

(Lacht triomfantelijk) Haha! 

Slungel en Cactus springen van vreugde. Uk doet ook mee, maar wel minder enthousiast. 


Dit was een geslaagde verkenningsmissie! Kom, dat gaan we 

vieren! 

Koning Cactus loopt richting de coulissen. Slungel volgt hem. Uk blijft staan. 

Uk: 

(Verbijsterd) Vieren? Maar dan komen we toch één iemand tekort? 

Uk loopt nu snel achter de anderen aan. Koning Cactus, Slungel en Uk lopen af. 

Scène 8: 

Bedelaars 

Het wordt weer licht. Uk komt zenuwachtig op lopen aan de linkerkant van het podium. 

Hij kijkt om zich heen, bang dat iemand hem ziet. Uk heeft geen wapen bij zich, maar 

houdt een brief in zijn hand. Hij wil naar de rechterkant van het podium lopen. Toon, Ab 

en Koos komen vanaf links op lopen. Toon spreekt Uk aan. 

Toon: 

Uk: 

Zeg, vreemdeling, kan ik je helpen? Ik verkoop van alles wat. 

Nee, ik heb niets nodig. 

Uk kijkt schichtig om zich heen. Ook kijkt hij wat argwanend naar Ab en Koos. 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Ik ben Toon. Toon Hongerloon. 

Ik heet Uk. 

Uk? 

Uk, ja. Ik ben nogal klein. (Zucht) Eigenlijk een beetje te klein. 

Ik zie het. Maar dat geeft niks. Iedereen heeft wel wat. Ik ben arm. 


Ab en Koos beginnen vanaf een afstandje mee te praten. 

Ab: 

Koos: 

Toon: 

Koos: 

Ik heb jeuk. 

En ik heb honger. En mijn… mijn tong zit dubbel. 

(Legt het uit) Hij praat met een dubbele tong. 

Dat wilde ik ook zeggen, maar mijn… mijn tong zit dubbel. 

Ab en Toon lachen. Koos snapt niet waarom er gelachen wordt, maar doet hard mee. 

Ab & Toon: 

Koos: 

Hahaha! 

(Hard) Hahaha! 

Koos grijpt naar zijn tong en begint er wat aan te draaien en te trekken. Ab blijft krabben. 

Uk kijkt nog steeds wat zenuwachtig om zich heen, bang dat iemand hem zal herkennen. 

Uk: 

Ab: 

Uk: 

Ab: 

Uk: 

Jullie zijn wel vrolijk voor een stelletje bedelaars. 

(Verontwaardigd) Dus jij vindt dat wij eruitzien als bedelaars? 

Zal ik jou eens wat vertellen? Zal IK jou eens wat vertellen?! 

Sorry, ik bedoelde… 

(Vrolijk) Je hebt helemaal gelijk! 

(Verbaasd) Hè? 

Toon en Ab lachen om het verbaasde gezicht van Uk. Koos snapt niet waarom er 

gelachen wordt, maar als hij ziet dat Ab en Toon lachen doet hij overdreven hard mee. 

Ab & Toon: 

Koos: 

Toon: 

Hahaha! 

(Hard) Hahaha! 

Wij zijn ook bedelaars. Maar toch zijn we elke dag weer vrolijk. 

We zullen je uitleggen waarom. 

♪ ♫ Lied: Een lied van vreugdschap en van blij! (cd-track 7) 

Dit lied is weggehaald uit deze inzage-versie van het script. 

Scène 9: 

Ab: 

Postduif 

(Tegen Koos) Hoe kun je nu je tekst vergeten? Heb je weer 

gedronken? 


Koos: 

Nee! Nooit! Geen… geen druppel! 

Ab grist een chocolaatje uit het zakje van Koos. 

Ab: 

Wat zijn dit voor chocolaatjes? 

Ab stopt er één in z’n mond. 

Ab: 

Koos: 

Ab: 

Koos: 

Ab: 

Koos: 

Ab: 

Koos: 

Dat dacht ik al. Kersenbonbons. Daar zit alcohol in! 

Echt waar?! Dat w… w… wist ik nie! 

Hoeveel heb je er opgegeten? 

Vijf… 

Vijf? 

…tig. 

Hier die zak! 

Nee! 

Koos slaat op de vlucht 

en Ab rent achter hem 

aan. Ze maken een paar 

rondjes om Toon en Uk 

heen en rennen dan af 

aan de linkerkant van het podium. 

Toon: 

(Tegen Uk) Jij kijkt nog steeds niet vrolijk, vriend. Weet je wat jij 

nodig hebt? 

Er klinkt een reclamedeuntje (cd-track 8). Toon doet een dansje en slaat op het eind de 

linkerkant van zijn jas open. Er hangen grote roze brillen aan de binnenkant. 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Een roze bril! 

Nee, dank je. 

Ik heb ze ook in het blauw. 

Nee, ik heb niets nodig. 

Niets? Niets?! Dat hebben we hier niet. Misschien moet je het eens 

in het land van Koning Cactus proberen. Op de Barre Vlakte hebben 

ze héél véél niets. Zo ver je maar kunt kijken. 

Weet ik. Ik kom er net vandaan. 

Arme drommel! Je hebt vast dorst. Weet je wat jij nodig hebt? 


Er start een reclamedeuntje (cd-track 9). Toon gebaart dat de muziek moet stoppen. 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Wacht even. Jij bent toch geen soldaat van Koning Cactus, hè? 

Jawel, maar ik ben ongewapend. 

Ongewapend? Ai! Dan kan ik je niet helpen. Ik handel niet in 

wapens. Da’s tegen mijn principes. 

Ik hoef ook helemaal geen wapen. Ik wilde graag een brief 

bezorgen bij het paleis. 

(Achterdochtig) Een brief? Je bent toch geen spion of zo? 

Nee, nee! Erewoord. Het is een… (fluistert) liefdesbrief. 

(Hard) Liefdesbrief? 

Sssst! Niet zo hard praten. Het is een (fluistert) liefdesbrief voor 

mijn penvriendin Fátima. 

(Hard) Fátima?! (Zachtjes) Ik bedoel: Fátima? Weet je dat zeker? 

Ja. We hebben verkering. Maar we hebben elkaar nog nooit gezien. 

Alleen maar geschreven. 

Jij hebt verkering met Fátima? 

Ja, ze werkt in het paleis van de sultan. 

Ze werkt? Heeft ze dat gezegd? Werkt? Wat raar. Maar dat maakt 

niet uit. Ik heb precies wat jij nodig hebt! 

Er klinkt een reclamedeuntje (cd-track 10). Toon doet een dansje en slaat op het eind 

de rechterzijde van zijn jas open. Er hangen knuffelduiven aan de binnenkant. 

Toon: 

De PostDuif-Turbo2000 ® ! De nieuwste gadget op het gebied van 

luchtpost. Weet je wat, je krijgt de eerste verzending gratis. 

Toon pakt een duif en geeft die aan Uk. 

Uk: 

Dank je wel. 

Uk rolt zijn brief op en doet hem in het kokertje dat aan de nek van de duif hangt. 

Uk: 

Toon: 

En nu? 

Fluister de duif in z’n oor waar hij naartoe moet vliegen. 

Uk fluistert de duif iets in het oor en werpt haar onderhands weg. 

Uk: 

Hupsakee! 


De duif maakt een klein boogje door de lucht en valt een meter verder op de grond. 

Uk: 

Toon: 

Toon, die turboduif, die doet het niet. Volgens mij is-ie dood. 

Natuurlijk niet. Je bent hem vergeten op te winden. Laat mij maar. 

Toon pakt de duif op en zwaait met gestrekte arm vijf keer goed in het rond. Bij de 

laatste zwaai laat hij de duif los. Deze vliegt met een grote boog de coulissen in. 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Zo doe je dat! 

Zo! Die ging als een speer. Weet je zeker dat die duif ‘t kan vinden? 

Zeker weten. De PostDuif-Turbo2000 ® is uitgerust met een 

GPS-applicatie. Door middel van een satellietverbinding vindt hij elk 

plekje op de wereld. 

Tjonge! Ik kan niet wachten tot hij… 

De duif wordt met een boogje vanuit de coulissen teruggegooid. Hij belandt bij Uk. 

Uk: 

Toon: 

…terug is. 

Hèhè, eindelijk. Dat duurde langer dan normaal. Misschien zit er een 

tandwieltje los. 

Toon raapt de duif op en kijkt er bestuderend naar. Uk grijpt de duif uit zijn handen. 

Uk: 

Als ik even mag? 

Uk haalt een briefje uit het kokertje van de duif, rolt het uit en leest de inhoud voor: 

Uk: 

Toon: 

‘Ontmoet me vanmiddag @ de opening van de bizar. Liefs, F.’ 

Huh? De bizar? Heb ik wat gemist? 

Uk staart nog steeds naar het briefje in zijn hand. 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk? Weet jij iets over een bizar? Schijnt vanmiddag al te zijn. Uk? 

Uk, wat is er? Je kijkt zo raar en je hebt een blos op je wangen. Uk? 

‘Liefs’, (zucht diep) ze schrijft ‘liefs’. 

Je hebt het zwaar te pakken, geloof ik. Kom, we gaan uitzoeken wat 

die bizar precies is. 

Toon pakt de verliefde Uk bij zijn arm en trekt hem mee het podium af. 


Scène 10: 

De brief van Koning Cactus 

Deze scène is weggehaald uit deze 

inzage-versie van het script. 

♪ ♫ Lied: Dans! (cd-track 12) 

[NB Bij dit nummer worden de spelers opgedeeld in twee groepen. Een groep is het 

koor, de andere bestaat uit dansers en/of danseressen. Het koor staat tegen de 

achterwand van het podium (of in twee groepen; links en rechts van het podium) zodat 

de dansers en/of danseressen de ruimte hebben voor hun dans.] 

Koor: 

Zwaai met je armen, swing met je heupen 

Dit is je kans 

Klap in je handen, draai in het rond 

En dans! Ja, dans! 

Want Oasië is jarig 

Daarom vieren wij nu feest 

Al vijfhonderd fijne jaren 

Is dit land, zonder gevaren 

Voor ons een thuis geweest 





Uit de hele wijde wereld 

Komt men naar dit grote feest 

En de uitvinders op de straten 

Showen rare apparaten 

Waar niemand wat aan heeft 





Lai-lai-lai… En dans! Ja, dans! 


Koor en dansers en/of danseressen lopen af. 


Scène 11: 

De bizar 

Vanaf de linkerkant (en eventueel ook vanaf de rechterkant) van het podium komen 

Fahad de Fakir, Kamilah de Klankenvangster en Toon Hongerloon op lopen. Ze zetten hun 

kraampjes neer en/of stallen hun spulletjes uit. Dan loopt Kamilah naar de voorkant van 

het podium, kijkt naar links en dan naar rechts en richt zich vervolgens tot het publiek. 

Kamilah: 

(Mysterieuze stem) De bizar is geopend. Het enige wat nog 

ontbreekt is het geluid van een bezige markt. 

Kamilah laat het publiek een doosje zien. Ze pakt het deksel vast, wacht twee seconden 

en opent het doosje. Meteen klinkt er het geluid van een bezige markt (cd-track 13). 

Frank, Tante Tirana, Wijsneus, Waffel, Kyran, Ab Krab, Koos Laveloos, Akkefietje en 

Fátima met de kinderwagen met Prins Bengel lopen op en bekijken de koopwaar. Kamilah 

gaat bij haar kraampje staan. Akkefietje ergert zich meteen weer aan Frank. 

Akkefietje: 

Fátima: 

(Mopperend) Het is hier nogal vol, ouwe. Ga naar huis. Lekker 

achter de geraniums zitten! 

Akkefietje, zoiets zeg je niet! 

Frank probeert Akkefietje te negeren en loopt bij haar weg. 

Toon opent zijn jas. Aan de binnenkant hangen allerlei tubes lijm. Hij houdt ook een tube 

in de hand. 

Toon: 

(Roept) Lijm! Koop hier uw lijm! Deze lijm plakt echt alles! Alle 

tubes vijftig procent korting, behalve de grote, die zijn voor de helft 

van de prijs! Lijm! 

Koos praat ondertussen zachtjes (=mime) met Fahad de Fakir en koopt van hem een raar 

apparaat. Trots laat hij zijn nieuwe aanwinst aan Ab zien. 

Koos: 

Ab: 

Koos: 

Kijk eens wa… wa… wat ik heb gekocht, Ab. 

Wat is dat voor een raar apparaat? 

Het is een dé… dé… detector. 

Frank kijkt ondertussen geïnteresseerd toe. 

Ab: 

Koos: 

Een detector? Dat is interessant. Kun je laten zien hoe hij werkt? 

Natuurlijk. (Kijkt de zaal in) Er zit vast wel iemand op de eerste rij 

die ik even flink be… be… belachelijk kan maken. 

Koos Laveloos kiest iemand uit het publiek op de eerste rij. Hij doet alsof hij de persoon 

met zijn detector scant. Er beginnen lampjes te branden en de detector begint te piepen. 

Koos: 

Ab: 

Hebbes! Gelijk raak! 

Is het een metaaldetector? 


Koos: 

Ab: 

Koos: 

Frank: 

Nee, een mafkeesdetector. (Tegen de persoon uit het publiek) U 

heeft een heel ho… ho… hoge score. Misschien moet u uzelf een 

keertje laten nakijken. 

Hij werkt wel goed, hè, die mafkeesdetector. 

Ja, maar deze meneer (of: mevrouw) maakt het ook niet heel moeilijk. 

Wat een mooi apparaat. Wat kostte dat ding? 

Koos, Ab en Frank gaan in een hoekje zachtjes met elkaar verder praten. Toon 

opent opnieuw zijn jas. 

Toon: 

Akkefietje: 

Toon: 

(Roept) Lijm! Koop hier uw lijm! Deze lijm plakt echt alles! 

Hé, schooier, doe maar een halfvolle tube. Die zijn gratis, toch? 

Eh… nee, die… 

Akkefietje grist de tube uit de handen van Toon en loopt weg richting de stoel van 

Frank. Toon blijft stomverbaasd achter. Fátima loopt achter Akkefietje aan. 

Fátima: 

Wat ga je doen met die lijm? 

Akkefietje probeert de tube open te krijgen. Dit lukt niet. Kyran is bij Fahad de Fakir gaan 

staan. Fahad zit op de grond met zijn ogen dicht. Zijn mand staat voor hem. 

Kyran: 

Bent u een fakir? Wat verkoopt u zoal? Waar komt u vandaan? 

Fahad blijft zitten en kijkt niet op of om. Kyran haalt zijn schouders op. 

Wijsneus: 

Waffel: 

Tante Tirana: 

Wat een geslaagde bizar. Allemaal rare uitvindingen. Leuk idee! 

Ja, en het is heel gezellig. 

(Moppert) Leuk?! Gezellig?! Ik háát gezellig, stelletje klunzen! Bah! 

Tante Tirana, Waffel en Wijsneus lopen aan de linkerkant af. Toon kijkt of hij Uk ook ziet. 

Toon: 

Hmmm. Waar blijft Uk? Zou hij last hebben van plankenkoorts? 

Toon kijkt nog een paar keer goed om zich heen en loopt af aan de linkerkant van het 

podium. Dan heeft Akkefietje eindelijk de tube lijm open. 

Akkefietje: 

Fátima: 

Akkefietje: 

Hèhè, eindelijk. Die dop leek wel vastgeplakt. 

En nu? 

Nu plak ik de lijm op de stoelen van die oude van dagen. Dan loopt 

hij straks niemand meer in de weg. 


Fátima trekt aan het touwtje van de kinderwagen. Uit de kinderwagen komt het bordje 

omhoog met de tekst: ’BLUF!’. Fátima kijkt bedenkelijk. 

Fátima: 

Akkefietje: 

Dat kun je niet doen. Ik verbied het je! 

O ja? 

Akkefietje negeert Fátima en speelt dat ze lijm op de zitting van de stoelen smeert. Dan 

komt vanaf de rechterkant Sultan Sul op lopen. Hij blijft een beetje aan de kant staan in 

de hoop dat hij niet meteen gezien wordt. Kyran loopt direct naar Sultan Sul toe. 

Kyran: 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Sire, wat fijn dat u er bent. 

Dat ik er ben? Maar ik ben er helemaal niet! Tenminste… (kijkt eens 

goed om zich heen) ik ben er natuurlijk wel. Maar dat is nu juist 

mijn probleem. Ik wil hier ook graag zijn, maar dan niet als sultan, 

snap je? Ik wil me vermommen. Weet jij een goede vermomming? 

Wat dacht u van een zwembroek, konijnenpantoffels en een 

dekbed? 

Sultan Sul kijkt naar zijn kleren. 

Sultan Sul: 

Fátima: 

Dat is de perfecte vermomming voor een sultan! Bedankt! 

(Tegen Akkefietje) Kom, de kleine Bengel moet zijn flesje. 

Akkefietje en Fátima lopen met de kinderwagen naar de rechterkant van het podium. Ze 

passeren daarbij Sultan Sul. Akkefietje groet hem. 

Akkefietje: 

Sultan Sul: 

(Nukkig) Dag! 

(Vrolijk) Goeden! 

Akkefietje loopt af. Fátima kijkt verbaasd achterom naar haar vader. 

Fátima: 

Vader? 

Sultan Sul negeert Fátima en loopt direct door naar Fahad. Fátima zucht en loopt daarna 

met de kinderwagen af. Op dat moment begint Fahad de Fakir op zijn fluit te spelen (cdtrack 

14). Via een (bijna onzichtbaar) touwtje dat aan de fluit bevestigd zit komt er een 

tuinslang uit de mand omhoog. Sul loopt erheen en kijkt toe. Dan glijdt de slang weer 

terug in de mand en houdt Fahad op met spelen. 

Sultan Sul: 

Dat was een sterk staaltje. Ik ben onder de indruk. 

Fahad de Fakir kijkt Sultan Sul niet aan en blijft zwijgen. Er valt een korte stilte. 

Sultan Sul: 

Knap hoor, hoe deed je dat? 

Weer zwijgt Fahad. Dan probeert Sultan Sul het nogmaals. 


Sultan Sul: 

Ben jij fakir? 

Fahad kijkt op. 

Fahad: 

Sultan Sul: 

Nee, af en toe. 

Dat was een bijzondere slang. 

Zeker een heel zeldzame, of niet? 

Fahad zwijgt. Net als Sultan Sul een nieuwe vraag wil stellen 

begint Fahad te praten. 

Fahad: 

Sultan Sul: 

Fahad: 

Sultan Sul: 

Het isss een 25 meter lange 

Wessst-Europessse Tuinssslang. 

Die doen het goed in waterrijke 

gebieden. Vandaar dat ik naar 

deze oassse ben gekomen voor 

enige verfrisssing. 

Je bent van harte welkom. (Neerslachtig) Tenminste, zolang ik hier 

nog de baas ben. Koning Cactus probeert Oasië in te pikken. 

U bent de sssultan van Oasssië? 

(Verbaasd) Ja, kun je dat niet zien? 

Fahad richt zich weer naar voren en sluit zijn ogen. 

Fahad: 

Sultan Sul: 

Fahad: 

Sultan Sul: 

Uw vrouw isss weg, begreep ik. 

Ja, hoe weet u dat? 

Daarom moet u Oasssië nu in uw eentje regeren. Dat werkt niet. 

Precies! Dat is het! Ik kom armen en benen tekort. 

Fahad staat op en pakt zijn mand op. 

Fahad: 

Sultan Sul: 

Fahad: 

Ik heb afgelopen week een uitvinding gedaan die al uw problemen 

in één klap kan oplosssen. Vanavond zzzal u mijn uitvinding kunnen 

uitproberen. Heb vertrouwen. Uw problemen zzzijn bijna voorbij. 

Meent u dat? Dat is geweldig! Mag ik weten hoe u heet? 

Mijn naam is Fahad. Fahad de Fakir. Tot uw dienssssssssst. 

Fahad maakt een buiging en loopt daarna aan de linkerkant van het podium af. 

Sultan Sul: 

Kyran: 

Kyran? 

Ja, sire? 


Sultan Sul: 

Ik heb heel goed nieuws. Kom mee, dan vertel ik je er alles over. 

Sultan Sul en Kyran lopen aan de rechterkant van het podium af. Dan overhandigt Koos 

Laveloos de mafkeesdetector aan Frank. Ab staat er nog steeds bij. 

Koos: 

Frank: 

Koos: 

Frank: 

Koos: 

Verkocht. Hij is vo… vo… voor jou. 

Bedankt. Dit apparaat komt goed van pas bij mijn werk. 

Je zu… zu… zult er schik van hebben. Maar niet op jezelf 

richten, hè? 

Hoezo niet? 

Dan houdt dat ding no… no… nooit meer op met piepen! Haha! 

Ab en Koos lachen hard om de grap. Frank kan het grapje niet waarderen. 

Frank: 

Koos: 

Frank: 

Ab: 

Frank: 

Koos: 

(Boos) Dat neem je terug! 

Hoezo? 

(Nog bozer) Dat neem je terug! 

Kom op, zeg. 

(Woedend) Hij neemt het terug!!! 

(Boos) Oké. 

Koos Laveloos rukt de mafkeesdetector uit de handen van Frank. 

Koos: 

Ik neem dat ding wel terug. 

Geïrriteerd lopen Koos Laveloos en Ab Krab aan de linkerkant van het podium af. Frank 

blijft even verbaasd staan kijken. Hij zucht diep, voelt aan zijn zere rug en loopt richting 

zijn stoel. Hij ploft neer. 

Frank: 

En nu? O ja! De wacht houden. Easy! 

Frank gaapt flink en valt al zittend in een diepe slaap tegen zijn hellebaard. 

Scène 12: 

BOE! en SCHRIK! 

Kamilah de Klankenvangster staat nog steeds achter haar kraampje. Wijsneus en Waffel 

komen op lopen vanaf de linkerkant. Tante Tirana loopt erachteraan. 

Tante Tirana: 

Wijsneus: 

Waarom moet ik van jullie terug naar deze vreselijke bizar? 

We hebben een plannetje. 


Tante Tirana: 

Waffel: 

Wijsneus: 

(Dreigend) Ik hoop voor jullie dat het een goed plan is. 

(Opgewekt) Dat hoop ik ook! 

Waffel? Hou je waffel! 

Wijsneus, Waffel en Tirana lopen naar Kamilah en kijken naar de doosjes. 

Wijsneus: 

Kamilah: 

Tante Tirana: 

Kamilah: 

Wijsneus: 

Kamilah: 

Kunt u aan Tante Tirana uitleggen wat er in die doosjes zit? 

(Mysterieuze stem) Sta mij toe mezelf eerst voor te stellen. Ik ben 

Kamilah de Klankenvangster. 

Klankenvangster? 

Precies. Ik vang klanken en stop ze in deze kleine doosjes. Zoals u 

ziet heb ik zeer veel klanken voor u in de aanbieding. 

Verkoopt u ook angstaanjagende geluiden? 

Onder op elk doosje staat een etiket met een omschrijving. 

Wijsneus en Waffel pakken allebei een doosje en bekijken de onderkant. 

Wijsneus: 

Waffel: 

Kamilah: 

Wat handig! 

Deze heet ‘SCHRIK!’. Dat is vast wel wat. Even proberen. 

Het doosje dicht laten alstublieft. 

Waffel opent het doosje toch. Er klinkt het geluid van een angstige gil (cd-track 15). 

Iedereen op het podium (behalve Kamilah) schrikt heftig. Frank schrikt wakker. 

Frank: 

(Schreeuwt keihard) AAAAAAAHHHHH!!!!!! Wat-wat-wat was dat?! 

Frank wrijft in zijn ogen, kijkt in het rond, ziet niets bijzonders en valt acuut weer in slaap. 

Tante Tirana: 

Wijsneus: 

Kamilah: 

Wijsneus: 

Kamilah: 

Wijsneus: 

Waffel: 

(Geïrriteerd) Ik schrok me een ongeluk, idioten! 

Heel mooi. Dit geluid werkt heel goed. Die willen we hebben. 

Dat zal niet gaan. 

Waarom niet?! 

Ik heb de klank gevangen in het doosje. Jullie hebben het doosje 

weer geopend. De klank is nu ontsnapt. 

(Onthutst) Dus je kunt zo’n doosje maar één keer gebruiken?! 

Wegwerpmaatschappij! Bah! 


Kamilah: 

U kunt natuurlijk wel een andere klank uitkiezen. 

Snel bekijken ze nog enkele doosjes. Wijsneus vindt een interessante. 

Waffel: 

Wijsneus: 

Waffel: 

Wijsneus: 

Waffel: 

Tante Tirana: 

Kamilah: 

Waffel: 

Tante Tirana: 

Deze lijkt op ‘SCHRIK!’. 

Hoe heet-ie dan? 

‘BOE!’ 

Geweldig! Die nemen we. Die nemen we! 

(Fluistert tegen Tante Tirana) We geven dit doosje aan Koning 

Cactus. Met dit geluid kan hij paniek zaaien als hij aanvalt. 

Ik hoop voor jullie dat het werkt, flapdrollen. Kom, we gaan! 

Eerst betalen graag. 

O, bijna vergeten. 

Bedankt voor je klank, Kamilah. We betalen graag met een gebaar. 

Tante Tirana, Wijsneus en Waffel maken een lange neus naar Kamilah en rennen 

daarna gehaast af aan de rechterkant van het podium. Kamilah blijft geschokt achter. 

Scène 13: 

Prinses Fátima 

Vanaf de rechterkant komt Fátima op gerend. Akkefietje loopt er een paar meter achter. 

Akkefietje: 

Fátima: 

Akkefietje: 

Fátima: 

Kamilah: 

Fátima: 

Kamilah: 

Fátima! Wacht nou even! Niet zo hard. 

(Enthousiast) Maar ik kan niet wachten om hem te zien, Kyran. Ik 

weet niet eens hoe hij eruitziet. Ik ben zo benieuwd hoe hij is. Zou 

hij een bos bloemen bij zich hebben? Dat zou romantisch zijn! 

Hij komt van de Barre Vlakte. Daar hebben ze geen bloemen. 

Ik heb helemaal geen cadeau voor hém. Wat stom! 

(Mysterieuze stem) Misschien kan ik u helpen, prinses. Ik verkoop 

klanken. Misschien kunt u hem een geluid cadeau doen. 

Dat ‘klinkt’ goed. 

Zoek maar iets uit. Onder op de doosjes staat de omschrijving. 

Akkefietje en Fátima beginnen de etiketten van de doosjes te lezen. 

Akkefietje: 

Kijk, deze heet ‘KLEIN’. Dat is wel toepasselijk voor Uk. 


Akkefietje opent het doosje. Er klinkt het geluid van een irritant pratend kaboutertje (cd- 

Track 16). Akkefietje doet het doosje snel maar weer dicht. 

Akkefietje: 

Fátima: 

Toch niet zo geschikt, denk ik. 

Dat ben ik met je eens. Deze heet ‘HEIMWEE’. 

Fátima opent het doosje en er klinkt het geluid van treurig pianospel (cd-track 17). 

Akkefietje: 

Kamilah: 

Fátima: 

Akkefietje: 

Fátima: 

Akkefietje: 

Die was wel oké. 

Als u ‘t doosje opent, ontsnapt de klank en gaat voorgoed verloren. 

O, dan moeten we er wel zuinig mee omgaan. 

(Zucht) Laten we dan deze maar proberen. Deze heet ‘HOOP’. 

‘HOOP’? Dat klinkt mooi. Niet opendoen. Die wil ik gebruiken. 

Maar we moeten toch zeker weten of het goed klinkt?! 

Akkefietje opent het doosje toch. Er klinkt een geluid van een poepend paard (cd-track 

18). 

Fátima & 

Akkefietje: 

Bah!!! 

Frank wordt half wakker in de overtuiging dat hij een scheet liet. 

Frank: 

(Tegen het publiek) O, sorry. Mijn excuses! 

Frank sukkelt weer in. 

Fátima: 

Kamilah: 

(Tegen Kamilah) Laat maar zitten. Er zitten heel rare geluiden bij. 

Onzin! U leest de omschrijvingen gewoon niet goed! 

Fátima en Akkefietje lopen bij Kamilah weg. Dan klinkt er een geheimzinnig muziekje (cdtrack 

19). Vanaf de linkerkant van het podium komt De Zwarte Mantel op sluipen met 

een brief. Fátima en Akkefietje kijken verschrikt naar de zwarte verschijning. Alleen 

Kamilah de Klankenvangster lijkt niet onder de indruk. Ze loopt naar voren met een 

doosje in haar handen. Ze telt tot drie en slaat met een klap het dekseltje dicht. De 

muziek stopt abrupt. 

Kamilah: 

Eén-twee-drie… hebbes! 

De Zwarte Mantel schrikt van de actie van Kamilah en vlucht het podium af. 

Akkefietje: 

Kamilah: 

Wat een enge verschijning! Wie was dat? 

Dat weet ik niet, maar die mysterieuze klank zit nu in dit doosje. 


Fátima: 

Ik vraag me af waar Uk blijft. Die enge verschijning zal hem toch 

niets hebben aangedaan? 

Dan komt Toon op gerend. 

Toon: 

Fátima: 

Toon: 

Fátima: 

Toon: 

Fátima: 

Ben jij Fátima? 

(Kijkt bedenkelijk) Ja. Ben jij Uk? 

Nee. 

(Opgelucht) O, gelukkig! 

Uk komt eraan. Ik moest aan jou vragen om je ogen dicht te doen. 

Wat romantisch! Akkefietje, kun jij mijn ogen dicht houden? 

Akkefietje gaat achter Fátima staan en houdt haar handen voor Fátima’s ogen. Toon loopt 

af en komt daarna gelijk weer op met Uk. Toon houdt zijn handen voor de ogen van Uk. 

Fátima: 

Toon: 

Wat spannend! 

Ik tel tot drie en dan mogen jullie kijken. Eén, twee… drie! 

Fátima en Uk openen tegelijk hun ogen. Beiden kijken verbaasd. 

Fátima & Uk: 

Uk: 

Kamilah & 

Akkefietje: 

Fátima: 

Toon: 

(Verward) Hè?!!! 

Je schreef dat je een werkster was. Je ziet eruit als een prinses. 

Dat komt doordat ze een prinses ís, suffie. 

Jij schreef dat je een generaal was. Zo zie je er helemaal niet uit. 

(Droog) Omdat hij helemaal geen generaal ís, suffie. 

Uk en Fátima lopen langzaam naar elkaar toe. 

Akkefietje: 

Toon: 

(Fluistert) Pssst, Toon. Laten wij maar eventjes weggaan, oké? 

(Fluistert) Weggaan? Hoezo? Het wordt net spannend! 

Akkefietje pakt de hand van Toon en trekt hem stilletjes aan de rechterkant het podium 

af. Kamilah gaat ook af. Dan pakt Fátima Uks hand vast. 

Fátima: 

Uk: 

Fátima: 

Je schreef zulke mooie brieven. Ik zie je nu voor het eerst, maar het 

is net alsof ik je al jaren ken. 

Jij schreef ook heel mooie brieven. En ik vind je heel erg mooi. 

Waarom kijk je dan zo treurig? 


Uk: 

Ikke… ik… 

Dan laat Uk de hand van Fátima los en loopt hij bij haar vandaan. Hij gaat aan de 

linkerkant op het podium staan met zijn gezicht richting het publiek. 

♪ ♫ Lied: Twijfel (cd-track 20) 

Koor loopt op. Het licht wordt gedimd. Tapijt hijst met een touwtje de maan weer 

omhoog. Er schijnt een spotje op de maan. Uk staat links op het podium. Prinses Fátima 

staat aan de rechterkant. Eén voor één zingen ze hun couplet richting het publiek. 

Uk: 


Ik ben gewoon, eenvoudig Uk 

Dapper, maar ook klein van stuk 

Zij is een bloedmooie prinses 

En ikzelf ben maar een zes 

Kan onze liefde wel bestaan? Ja, bestaan? 

Hij is mijn lieve, stoere Uk 

Hij brengt mij eindeloos geluk 

Bij hem voel ik me op m’n best 

Hij steekt ver uit boven de rest 

Hoe kan ik zonder hem bestaan? Ja, bestaan? 

Tijdens onderstaand refrein kijken Uk en Fátima elkaar vanaf de tweede zin af en toe 

even aan. Bij de vijfde zin draait Uk zich helemaal van Fátima af. 

Koor: 

Boven blinkt een zilveren maan 

Twee mensen kijken elkaar aan 

Het is duidelijk, meteen 

Hun liefde gaat door muren heen 

Maar toch, hij twijfelt 

Hoe zal het verder gaan? 

Uk en Fátima lopen naar de voorzijde van het podium. Uk zingt zijn couplet richting 

publiek. Fátima zingt haar zinnen tussendoor. Zij kijkt naar Uk en/of naar het publiek. 

Uk (& Fátima) Ik ben gewoon, eenvoudig Uk (Hij is mijn lieve, stoere Uk) 

Dapper, maar ook klein van stuk (Hij brengt mij eindeloos geluk) 

Zij is een bloedmooie prinses (Bij hem voel ik me op m’n best) 

En ikzelf ben maar een zes (Hij steekt ver uit boven de rest) 

Kan onze liefde wel bestaan? (Hoe kan ik zonder hem bestaan?) 

Ja, bestaan? 

Uk en Fátima lopen naar elkaar toe. Uk kijkt Fátima met moeite aan. 

Uk: 


Uk: 

Ik eh... het is uit. 

(Verbaasd) Wát zeg je? 

Gewoon. Het is uit. 



Uk: 


Uk: 


Uk: 

(Verbijsterd) Hoe bedoel je? 

Ik bedoel... Ik maak het uit. 

(Boos) O ja?! Dat maak ik zelf wel uit! 

Hoe bedoel je? 

Ík maak het uit! 

Hè? 

Fátima loopt boos weg. Ze slaat haar handen voor haar gezicht. Uk wordt ook boos, 

draait zich om en gaat aan de linkerkant van het podium zitten treuren. 

Koor: 

Boven huilt een zilveren maan 

Twee mensen keken elkaar aan 

Het was duidelijk, meteen 


Maar o, die twijfel 


Fátima kijkt nog één keer om en loopt daarna teleurgesteld af. Uk blijft zitten treuren. 

Het koor loopt af. Frank slaapt verder. 

Scène 14: 

Identiteitscrisis 


Scène 15: 

Zwitserse Frank 

[NB Aan het begin van deze scène zit Wi met een megafoon (niet elektrisch!) in de put. 

Hiermee kan, als zij praat, een effect worden gecreëerd alsof de put heel diep is. Wi 

spreekt met een Chinees accent, wat betekent dat de letter ‘r’ telkens door haar wordt 

uitgesproken als de letter ‘l’.] 

[NB Frank zit vastgelijmd op zijn stoel. Dit kan hij uitbeelden door met zijn handen zijn 

stoel vast te houden wanneer hij opstaat.] 

Vanaf de rechterkant van het podium komt De Zwarte Mantel op sluipen. Er klinkt geen 

muziek. Ze heeft een brief in haar hand en sluipt naar de put. Ze praat in zichzelf. 

De Zwarte Mantel: 

Oasië is in nood. We hebben hulp nodig. Dus voor wie is deze brief? 

(Kijkt plotseling het publiek aan) Deze brief is voor Wi! 

De Zwarte Mantel werpt de brief in de put. Dan sluipt ze aan de linkerkant het podium af. 

Vanuit de wensput klinkt een stem. 

Wi: 

Hallo!? Halloooohoooo!!!? Is daal (daar) iemand?! 


Kyran komt vanaf rechts op lopen omdat hij iets dacht te horen. Frank slaapt door. 

Kyran: 

Hmmm. Ik dacht dat ik iets hoorde. 

Kyran ziet Frank zitten en loopt naar hem toe. Hij bekijkt hem van dichtbij. 

Wi: 

Halloooooooohoooooooo!!!? 

Kyran schrikt zich een hoedje en kijkt verschrikt naar de put. 

Kyran: 

Wi: 

Frank? Die put praat! (Roept fluisterend) Frank!! 

Haaaaaaaalloooo!!? 

Frank slaapt door. Kyran begint Frank nerveus op zijn schouder te tikken. 

Kyran: 

Dove kwartel. Frank!!! (Roept wat harder) Frank!!! 

Wi: (Roept Frank) Flaaaahaaaank (Frank) ! 

Kyran: 

(Roept wat harder) Frank, word toch eens wakker, man! 

Wi: (Roept) Flankie! Flankiemaaaan! Wakkel wolden (wakker worden) ! 

Kyran: 

Hou jij je erbuiten! 

Wi: (Roept) Dove kwaltel (kwartel) ! 

Kyran: 

Stil nou, stomme put! 

Wi: Solly (sorry) ! 

Frank blijft doorslapen. 

Kyran: 

Ik praat met een put. Het moet niet gekker worden. En hoe krijg ik 

Frank… (Krijgt een idee) Wacht eens… (Roept hard) TEN AANVAL! 

Frank schrikt wakker. Hij komt daarbij met de stoel een stukje los van de grond. 

Frank: 

(Schreeuwt keihard) AAAAAAAHHHHHH!!!!!! 

Frank staat op, terwijl de stoel aan z’n kont blijft vastzitten. Geschrokken rent hij 

schreeuwend over het podium heen en weer, op zoek naar zijn wapen. 

Frank: 

Kyran: 

Frank: 

Kyran: 

(Roept) Een aanval! Een aanval! Te wapen! Waar is m’n wapen! 

Frank, rustig maar! 

Rustig?!! 

Ja, rustig. Rustig aan. Er is geen aanval. 


Frank: 

O. (Frank ploft neer met z’n stoel) Ik schrok me wild. 

Wi: Lustig maal Flankie (rustig maar Frankie) ! 

Frank schrikt zich opnieuw rot. 

Frank: 

Kyran: 

Frank: 

Kyran: 

(Schreeuwt) AAAAHHH!!! Die put praat! 

Ja, dat was de reden dat ik je wakker maakte. 

Is dat niet die put waar die zwerver mijn stuiver in heeft gegooid? 

Het is een wensput. Allerlei mensen gooien er muntjes in. Niet dat 

het zin heeft natuurlijk. Allemaal bijgeloof! 

Frank wil opstaan, maar merkt nu pas op dat de stoel aan zijn zitvlak blijft plakken. 

Frank: 

Hè? Wat zullen we nou krijgen? 

Frank probeert zich los te worstelen. Omdat dat niet lukt schuift hij vervolgens met zijn 

stoel in de richting van de put. Hij schuift zijn stoel helemaal tegen de rand van de put 

aan en kijkt er in. Hij ziet niets. 

Frank: 

Wat heeft die zwerver toen ook al weer precies gewenst? 


Opeens komt Wi uit de put naar boven. Ze is vanaf haar middel zichtbaar. Ze heeft een 

zak met Chinees eten in haar handen. 

Wi: 

Twee loempia’s, witte lijst (rijst) , tjaptjoi, babi pangang en extla (extra) 

veel kloepoek (kroepoek) ! 

Frank kijkt geschokt. Wi zet het eten bij Frank op schoot. 

Wi: 

Frank: 

Wi: 

Frank: 

Wi: 

Hallo, ik ben Wi. Wie ben jij? 

Ik ben Frank. 

Ah, Zwitselse (Zwitserse) Flank. 

Nee, gewoon Frank. 

Ja, Zwitselse Flank. Ik beglijp (begrijp ‘t) wel! 

Dan stapt Wi uit de put. Ze klopt wat zand en stof van haar kleren. 

Wi: Zo, dat was lange leis (reis) . 

Kyran: 

Wi: 

Frank: 

Wi: 

Frank: 

Wi: 

Kyran: 

Lange leis? O, je bedoelt zeker: lange reis. 

Plecies (precies) ! Heel lange leis. 

Reis? Ik snap er niets van. Zeg Wi, hoe kom jij eigenlijk in die put 

terecht? 

Pel (per) ongeluk! Het was een klein, klein pel ongelukje. Ik ben vanaf 

China hielnaaltoe geglaafd (hiernaartoe gegraven) . 

Gegraven? 

Ja, geglaafd. En toen nam ik de velkeelde (verkeerde) afslag en toen zat 

ik opeens in deze put. 

Tjonge. 

Wi: Wat heb jij een laal (raar) pakje aan. Is dat de mode hiel (hier) ? 

Frank: 

Wi: 

Frank: 

Dat is mijn uniform. Ik ben van de Zwitserse Garde. Ik bewaak het 

paleis van de Sultan. Dat is een serieuze zaak, hoor! 

Ja, selieus (serieus) , ja. Daalom (daarom) zit je zekel (zeker) de hele tijd op je 

gat! 

Dat komt doordat ik zit vastgeplakt. Ik weet ook niet hoe dat kan. 

Kunnen jullie me niet even helpen? 

Kyran loopt naar Frank en probeert hem los te trekken. Dit lukt niet. (Tip: laat Kyran 

zowel de stoel als Frank vastpakken wanneer hij uitbeeldt dat hij Frank van de stoel 


probeert te trekken. Dan kan hij zelf tegenkracht bieden wanneer hij aan Frank trekt.) 

Wi: 

Jullie kunnen mijn hulp goed gebluiken (gebruiken) . Ik beglijp wel! 

Maal (maar) ik moet el (er) nu vandool (vandoor) . Ik heb een belanglijke 

(belangrijke) opdlacht (opdracht) . 

Wi loopt richting de linkerkant van het podium. 

Frank: 

Wi: 

Hé! Je kunt ons niet zomaar in de steek laten! Zie je niet dat ik 

vastzit?! 

Ik heb lang genoeg getleuzeld (getreuzeld) . Ik moet elvandool! 

Wi loopt door. Frank roept haar achterna. 

Frank: 

Wi: 

Hé! Dat kun je niet maken! Hé!! Krijg ik geen sambal bij mijn eten?! 

Alsof elke Chinees sambal bij zich heeft. Flauw, hool (hoor) ! Flauwe 

Flank! Heel elg (erg) flauw! 

Wi loopt af maar loopt daarna gelijk weer op. 

Wi: 

Frank: 

Wi: 

Je hebt gelijk. Ik kan je niet zomaal (zomaar) laten zitten. 

Hèhè. 

Hiel (hier) heb je één zakje sambal. Maal (maar) niet veldel (verder) 

veltellen (vertellen) , hè! 

Wi loopt weer af. 

Frank: 

Verdraaid. Met die vastgeplakte stoel onder mijn kont kan ik Oasië 

en het paleis natuurlijk nooit verdedigen. 

Frank staat met zijn vastgeplakte stoel op en loopt met Kyran naar de rechterkant. 

Kyran: 

(Praat net zoals Wi) Plecies, stlaks woldt (precies, straks wordt) dit nog een 

legellechte lamp (regelrechte ramp) ! 

Frank en Kyran met het eten af aan de rechterkant van het podium. 

Scène 16: 

De liefdesbrief 

Uk komt op lopen,treurend om de verbroken relatie met Fátima. Toon loopt ook op. 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Wat moet ik nu doen, Toon? Ze wil me vast nooit meer zien. 

Misschien is het tijd voor een lijmpoging. 

Een lijmpoging? 


Toon: 

Uk: 

Toon: 

Ja! Bij elke tube krijg je vijftig procent korting, behalve de grote, die 

zijn voor de helft van de prijs. 

(Onderbreekt hem) Haha. Erg grappig, maar niet heus. 

Ik probeer je alleen maar wat op te vrolijken. Wacht. Misschien kun 

je wat anders doen. Jullie schrijven elkaar toch vaak brieven? 

Toon pakt de PostDuif-Turbo2000 ® uit zijn jaszak. 

Toon: 

Uk: 

Je mag de duif nog wel een keer gebruiken. Waarom schrijf je haar 

nu niet weer een brief? Schrijf haar dat je spijt hebt. 

(Hoopvol) Dat is een goed idee. 

Uk pakt een stuk papier en begint te schrijven. Hij draait zich daarbij wat van Toon af. 

Toon geeft tussendoor aanwijzingen. Hij tikt bij elke aanwijzing Uk op zijn schouder. Die 

kijkt dan telkens even om, om te antwoorden. 

Toon: 

Uk: 

Begin maar met ‘Lieve Fátima’, dan smelt haar hart zeker. 

Dat had ik al, dank je. 

Uk schrijft verder. Toon tikt hem op de schouder. 

Toon: 

Uk: 

Schrijf dat je haar terug wilt. 

Doe ik! 

Uk schrijft verder. Toon tikt hem op de schouder. 

Toon: 

Uk: 

Leg ook even uit dat het allemaal een misverstand is. 

Misverstand? Dat klinkt goed. 

Uk draait zich om en wil verder schrijven, maar Toon tikt meteen weer op z’n schouder. 

Toon: 

Uk: 

Zeg maar dat jij er eigenlijk niet zoveel aan kon doen. 

Oké. 

Uk draait zich om en wil verder schrijven, maar Toon tikt meteen weer op z’n schouder. 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

O ja! Schrijf haar dat het allemaal ook wel ’n beetje aan haar ligt. 

Weet je het zeker? 

Vertrouw me nu maar. Meisjes kunnen best heel redelijk zijn. 

Uk schrijft nog even verder en zet dan een duidelijke punt. 

Uk: 

Klaar. 


Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Wat heb je geschreven? Lees eens voor. 

(Schraapt zijn keel en leest voor) 

‘Lieve Fátima. 

Het spijt me, maar ik wil je terug. 

Ik kon er niets aan doen. Het was een misverstand. 

Het lag ook allemaal wel een beetje aan jou. 

Liefs, Uk.’ 

(Enthousiast) Sterke brief! Goede afsluiting ook. 

Vind je? 

Tuurlijk! Ze vergeeft je meteen. Je zult het zien! 

Uk rolt het briefje op en stopt het in het kokertje van de duif. Hij pakt de vogel en zwaait 

met gestrekte arm vijf keer goed in het rond. Bij de laatste zwaai laat hij de duif los. Deze 

vliegt met een mooi boogje de coulissen in. Toon en Uk turen een paar seconden 

aandachtig de coulissen in, alsof ze de door de lucht vliegende duif nakijken. 

Uk: 

Toon: 

(Nog steeds turend) En als ze me niet vergeeft? 

(Nog steeds turend) Dan merken we dat snel genoeg. 

Vanuit de coulissen wordt de duif met hoge snelheid en in een strakke rechte lijn naar Uk 

teruggegooid. Deze kan het projectiel nog maar net ontwijken. 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Wat krijgen we nou?!! 

Hogesnelheidsduif! 

Wat betekent dat? 

Ik denk dat ze het niet helemaal sportief opvat. Flauw, hoor! 

Uk loopt naar de duif, pakt het briefje uit de koker en begint te lezen. 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Toon: 

Wat schrijft ze? 

(Leest voor) ‘Beste Uk. Zak er maar in. Fátima.’ 

Hè? Zakken? Waarin dan? 

Bah! Ze is enorm kwaad op me… Wat een waardeloze actie! (Valt 

uit tegen Toon) Van jou moest ik die brief sturen! 

Waarom word je boos op mij? Je kunt toch op je sandalen 

aanvoelen dat ik geen verstand heb van de liefde? 

Uk loopt dreigend op Toon af. Toon deinst achteruit. 

Uk: 

Grrrr! Door jou ben ik haar voorgoed kwijt. 


Toon: 

Uk: 

Toon: 

Uk: 

Je moet wel een beetje redelijk blijven. Makker van me! Hé, (stompt 

Uk vriendschappelijk op de schouder) uk-man! Je bent toch niet 

boos op me vanwege dat briefje, of wel? Ukkie-boy! Ukkie-bukkie! 

(Boos) Jij bedenkt maar een plan zodat alles weer goed komt. 

Ikke? Ik zou niet weten hoe. 

(Boos) Dan hoef ik je niet meer te zien. Ik ga terug naar Koning 

Cactus. En jij bent vanaf nu mijn allergrootste vijand. 

Uk draait zich om, loopt naar de linkerkant van het podium en loopt daar boos af. 

Toon: 

Hé, Ukkie, luister naar me. Dat meen je toch niet serieus? 

(Zucht diep) Oei! Hoe ga ik dit oplossen? 

Toon loopt langzaam af aan de linkerkant van het podium. 

Scène 17: 

Supersonisch 


Scène 18: 

Grote chaos 


♪ ♫ Lied: Waar is het misgegaan? (cd-track 27) 

Tante Tirana staat vooraan in het midden van het podium. Waffel en Wijsneus staan erbij. 

Dit lied is weggehaald uit deze inzage-versie van het script. 

Scène 19: 

De Zwarte Mantel 

Het koor blijft op. De twee Sullen worden weer vastgehouden. 


Tante Tirana: 


Ik heb genoeg gehoord. Ik ga! 

Cactus! Please! Neem me mee. We houden toch van mekaar? 

Dat dacht ik eerst ook. Maar je bent mijn type niet. Je bent gewoon 

te… te prikkelbaar. 


Waffel: 

Wijsneus: 

Waffel: 

(Lacht) Haha! Prikkelbaar! Cactus! Haha! 

(Fel) Waffel! 

Oké, ik hou wel weer m’n waffel… 

Cactus, Slungel en Uk lopen af aan de linkerkant. Tante Tirana barst in tranen uit. 

Tante Tirana: 

(Huilt) Boehoe! Mijn arme zwarte hartje! 

Fátima en Kyran lopen naar Tante Tirana toe. Fátima slaat een arm om haar heen. 

Fátima: 

Kom maar, tante, Kyran wil vast wel een lekker kopje thee voor u 

maken. 

Al troostend loopt Kyran met Tante Tirana naar de rechterkant van het podium. 

Tante Tirana, Kyran, Waffel en Wijsneus lopen af aan de rechterkant van het podium. 

Fátima: 

Akkefietje: 

Fátima: 

Vader, ik weet niet wat u allemaal heeft uitgespookt, maar het is 

een bende in Oasië. 

(Ontredderd) Zeg dat wel. 

Als moeder hier was dan zou het niet zo uit de hand zijn gelopen. 

Dan komt Wi op lopen. Achter haar loopt de mysterieuze Zwarte Mantel. 

Wi: 

Fátima & Kyran: 

Fátima: 

Je hebt helemaal gelijk, Plinses (prinses) Fátima. Maar Oasië is wel 

geled (gered) uit de handen van die lelijke Koning Cactus. Dat komt 

dooldat (doordat) de Zwalte (Zwarte) Mantel achtel (achter) de 

schelmen (schermen) de plannen van Tante Tilana (Tirana) heeft 

gedwalsboomd (gedwarsboomd) . 

De Zwarte Mantel?! 

Dan wil ik weleens weten wie die Zwarte Mantel is. 

Dan slaat de Zwarte Mantel haar mantel open en de kap ervan naar achteren. 

Koningin Daria: 

Iedereen: 


Ik ben Daria, jullie koningin! 

(Verbaasd) Hè?!!!! 

Toen ik erachter kwam dat Tante Tirana mij wilde ontvoeren ben ik 

ondergedoken. Achter de schermen heb ik er alles aan gedaan om 

Oasië te beschermen. Uiteindelijk heb ik Wi, mijn penvriendin uit 

China, om hulp gevraagd. Gelukkig kon ze meteen komen. 

Sultan Sul loopt naar Koningin Daria en pakt haar handen vast. 

Sultan Sul: 

Wat ben ik blij dat je er weer bent. Ik werd knettergek zonder je. 



Ik heb jou ook gemist. Je bent mijn eigen Sul. Er is trouwens nog 

iemand met me meegekomen. Speciaal voor Fátima. 

Koningin Daria kijkt om naar de coulissen aan de linkerkant. Daar komt Uk op lopen. 


Fátima, Uk heeft mij vanaf het begin geholpen. Hij was degene die 

mij waarschuwde voor de ontvoeringsplannen van Tante Tirana. Ik 

heb zojuist met Uk gesproken. Hij wist al die tijd niet dat jij mijn 

dochter was, Fátima. En ik denk dat hij je nog wat wil zeggen. 

Fátima loopt naar Uk toe. Ze pakken elkaars handen beet. 

Uk: 

Fátima: 

Sultan Sul: 

Iedereen: 

Sorry dat ik zo naar deed. Ik wil je heel graag nog beter leren 

kennen dan ik je al ken. Ik ben voorgoed weggegaan bij het leger 

van Koning Cactus en wil voor altijd bij jou zijn. Als je dat nog wilt. 

Je hebt mijn moeder heel dapper geholpen. Daarom zul je voor 

altijd mijn held zijn. Ik wil je nooit meer kwijt. 

Wauw! Dat is pas echte liefde. Ik denk dat het nu hoog tijd is om de 

bizar ter ere van de vijfhonderdste verjaardag van Oasië af te 

sluiten met een spetterend lied. Wat vinden jullie? 

Yeah!!! 

Uk en Toon geven elkaar een vriendschappelijke hug. Daarna gaat iedereen in 

kooropstelling. 

♪ ♫ Lied: Eén keer in je leven (cd-track 29) 

Koor: 

Het is gelukt, de dag is weer gered 

U kunt vanavond gerustgesteld naar bed 

Het zit erop, het verhaal is nu echt uit 

U mag applaudisseren tot besluit 

Er gaan bordjes omhoog met ‘applaus’ erop. De spelers buigen voor het publiek. 

Zoiets doe je maar één keer in je leven 

Het is echt een prestatie van formaat 

We hebben dan ook alles gegeven 

En we vieren nu ons mooie resultaat! 


Het is de indruk die je achterlaat 

We hebben nu geschiedenis geschreven 

Daarom vieren we dit mooie resultaat! 

Het is voorbij, de school is afgerond 

We vertrekken met een goede ondergrond 

’t Was hard werken, dat mag worden gezegd 

Een groot applaus dat lijkt ons dus terecht 











Wij wensen complimenten 

Bewondering en lof 

En als u het niet meent 

Dan doet u maar alsof 

Wij wensen complimenten 

Bewondering en lof 

En als u het niet meent 

Dan doet u maar alsof, want: 









BONUSSCÈNE: 

Overbodig 


♪ ♫ Lied: Medley (cd-track 30) 

Iedereen in kooropstelling. 

Koor: 

Hé, durf jij het aan 

Om met ons mee te gaan? 

We gaan op avontuur 

Dwars door de woestijn 

We trotseren dorre droogte 

En duizend kilometers zonneschijn 

Hé, wie gaat er mee 

Vindt het een goed idee? 

Het dorre land belooft 

Geen makkelijke reis 


Maar het is de moeite waard 

De eindbestemming is een echt paleis 

















Tante Tirana: 

Koor: 

Tante Tirana: 

Koor: 

Koor: 

Tante Tirana: 

Koor: 

Toon Hongerloon: 

Koor: 

De vereniging van boeven 

Hield een feest in de vallei 

Iedere schurk was daar aanwezig 

Dus was ik er zeker bij 

Tijdens de boevenbingo 

Viel het balletje verkeerd 

Opeens won ze een prijs… 

(Balend) …toen won ik Waffel… 

(Smalend) …GEFELICITEERD!!! 

Waar is het misgegaan? 

Hoe maakt ze deze ramp 

Ooit weer ongedaan? 

Waar is het fout gegaan? 

Waar heeft ze die twee toch aan verdiend? 

Wat heb ik toch misdaan? 

Boven blinkt een zilveren maan 

Twee mensen kijken elkaar aan 

Het is duidelijk, meteen 


Maar toch, hij twijfelt 


Hij is arm, arm, arm 

O, wat is Toon arm 

Ik moet mijn twee sandalen 

In termijnen afbetalen 

Arm, arm, arm 

O, wat is hij arm 


Toon Hongerloon: 

Koor: 

Koos Laveloos: 

Koor: 

Ik heb torenhoge schulden 

Ik ben net Griekenland 

Ik heb een gapend gat in elke hand 

Maar wij, wij, wij 

Wij hebben elkaar 

Onze vriendschap maakt ons rijk 

Ook al zijn we bedelaars 

Maar wij, wij, wij 

‘t Schorriemorrie van de straat 

Wij zijn stinkend, wij zijn rijk 

En daarom zingen wij: 

Een lied van vreugdschap en van blij! 

Het is gelukt, de dag is weer gered 

U kunt vanavond gerustgesteld naar bed 

Het zit erop, het verhaal is nu echt uit 

U mag applaudisseren tot besluit 


Zoiets doe je maar één keer in je leven ) 

Het is echt een prestatie van formaat ) 

We hebben dan ook alles gegeven ) 

En we vieren nu ons mooie resultaat! ) 

Zoiets doe je maar één keer in je leven ) 

Het is de indruk die je achterlaat ) 

We hebben nu geschiedenis geschreven ) 

Daarom vieren we dit mooie resultaat! ) 2x 

-einde-

OasiÃ« - Spotlight Musical Productions

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?