Reglement BriSCA F2 2013 overzicht wijzigingen - Speedway Emmen
Reglement BriSCA F2 2013 overzicht wijzigingen - Speedway Emmen
Reglement BriSCA F2 2013 overzicht wijzigingen - Speedway Emmen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> <strong>2013</strong> Overzicht van <strong>wijzigingen</strong> in het reglement (E & OE)<br />
Opmerkingen:<br />
Dit document is een samenvatting van de <strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> regels welke veranderen per <strong>2013</strong>.<br />
Alle regels waar in dit <strong>overzicht</strong> niet naar wordt verwezen zullen onveranderd blijven.<br />
Waar van toepassing, worden enkele <strong>wijzigingen</strong> voor seizoen 2014 ook inbegrepen.<br />
De exacte bewoording (zoals in het regelement van <strong>2013</strong> zal worden afgedrukt) zal later worden<br />
gepubliceerd. Dit is om de duidelijkheid, eenduidigheid en technische nauwkeurigheid te kunnen<br />
verzekeren.<br />
Artikelnummers verwijzen naar het 2012 <strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> reglement. Deze nummers zullen echter<br />
wijzigen in de <strong>2013</strong> editie van het reglement daar deze buiten het raceseizoen compleet zal<br />
worden herschreven.<br />
Algemene opmerkingen toe te voegen aan het technische voorschriften deel van het reglement:<br />
1. Het aanbieden van een auto voor de technische keuring is een verklaring van de bestuurder dat<br />
de auto geschikt is om te racen en deze voldoet aan alle technische- en veiligheidsvoorschriften.<br />
2. Eventuele noodzakelijke <strong>wijzigingen</strong> in het reglement in de loop van het seizoen (waarschijnlijk<br />
ten behoeve van veiligheid) zullen worden medegedeeld aan coureurs via de officiële <strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong><br />
website (briscaf2.com) en de <strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> nieuwsbrief (welke wordt verstuurd naar alle<br />
geregistreerde coureurs). Berichten over <strong>wijzigingen</strong> welke eventueel uit andere bronnen<br />
worden ontvangen, dienen te worden geverifieerd bij bovengenoemde officiële bronnen.<br />
3. Het doorboren, lichter maken of andere wijziging aanbrengen aan platen, stangen of<br />
veiligheidscomponenten is niet toegestaan, tenzij expliciet in het reglement vermeld.<br />
Artikel 202 - Rolkooi<br />
De huidige formulering van dit artikel dient te ten behoeve van de duidelijkheid te worden<br />
herschreven.<br />
Seizoen <strong>2013</strong>:<br />
Alle auto's moeten een 6-punts rolkooi hebben om de coureur te beschermen. Deze moet bestaan<br />
uit twee hoepels welke parallel, van voor naar achteren, aan de hoofd chassis rails lopen of haaks op<br />
het chassis, van links naar rechts tussen de hoofd chassis rails staan. Deze twee hoepels moeten<br />
worden verbonden aan de bovenzijde door twee buizen (één voor en één achter bij voor-naar-achter<br />
hoepels, één aan elke kant bij zijkant-naar-zijkant hoepels). Deze hoepels en verbindingsbuizen<br />
dienen van minimaal 30x30mm rechthoekige of 30mm ronde buis te worden gemaakt en een<br />
minimum wanddikte hebben van tenminste 3 mm. Twee additionele buizen moeten de hoepels<br />
boven de coureur z’n hoofd verbinden met de hoofd chassis rails. Deze additionele buizen dienen<br />
van minimaal 25x25mm rechthoekige of 25mm ronde buis te worden gemaakt en een minimum
wanddikte hebben van 2,5mm. Deze additionele buizen moeten grenzen aan de cabine zijbuizen, of<br />
de cabine zijbuizen moeten grenzen aan de additionele buizen. Alle verbindingen dienen volledig te<br />
zijn gelast.<br />
Er moet een dusdanige vrije ruimte zijn tussen de helm van de coureur en de dakplaat dat wanneer<br />
deze de race positie heeft aangenomen, de helm niet tegen de dakplaat kan slaan.<br />
Seizoen 2014:<br />
ALLE 6 buizen van de rolkooi moeten bestaan uit minimaal 30x30mm rechthoekige of 30mm ronde<br />
buis met een minimum wanddikte van 3mm.<br />
Artikel 203 - Gewicht<br />
1. Het maximum percentage aan binnengewicht wordt veranderd in 52,5%. Dit zal worden<br />
gemeten zonder de bestuurder.<br />
2. De bewoording van dit artikel zal worden veranderd om duidelijker te maken dat<br />
gewichtsafwijkingen welke vóór een evenement zijn gecorrigeerd niet zullen worden bestraft.<br />
Artikel 204 - Bumpers<br />
1. Breedte – Het stootvlak (recht of schuin gebogen in de richting van de wielen, met inbegrip van<br />
alle bijkomend ijzerwerk dat kan worden opgevat als een onderdeel van het stootvlak) mag<br />
maximaal 66 inches / 1676mm breed zijn. Montageplaten ter bevestiging van de achterwiel<br />
beschermingsbeugels (het bladveer) mogen breder zijn dan deze maximum breedte maar dienen<br />
dusdanig voorwaarts gemonteerd te zijn dat zij geen extra breedte geven aan het stootvlak van<br />
maximaal 66 inches / 1676mm.<br />
2. Plaatsing - Het bestaande deel van het artikel waarin staat "... allebei de bumpers mogen zich<br />
uitstrekken tot de buitenzijde van de band aan de buitenzijde, en het midden van de band +/-<br />
25mm aan de binnenzijde wanneer het voertuig is voorzien van zijn normale, droge baan<br />
wielen." is niet langer van toepassing.<br />
3. Plaatsing - bumpers mogen aan weerszijden van de auto niet buiten de zijrekken uitsteken.<br />
4. Buitenzijde onderbeugel - Een extra beugel aan de onderzijde van de bumper, onder het<br />
stootvlak is verplicht aan de buitenzijde van de auto (onder de huidige verplichte bovenste<br />
beugel). Deze beugel dient minimaal 4 inches / 102mm breed te zijn en moet aan alle randen<br />
glad zijn afgewerkt. Alle eventuele uiteinden van buizen moeten gesloten zijn.<br />
5. Bumper beugels - Alle bumper beugels moeten worden gemaakt van staal met een minimale<br />
wanddikte van 2,5mm en moeten een minimum doorsnede hebben van 25mm. Dit mag rond of<br />
vierkant zijn.
6. Bumper hoogte - De voor- en achterbumpers moeten 410mm meten vanaf de grond tot het<br />
verticale midden van het stootvlak. Dit moet halverwege tussen de hoofd chassis rails gemeten<br />
worden met de coureur IN DE AUTO. Een afwijking van +/-10mm is toegestaan.<br />
Artikel 205 - Veiligheidsgordels<br />
Bij onduidelijkheden met betrekking tot de kwaliteit, de grootte, en de installatiewijze van<br />
veiligheidsgordels, en in het bijzonder in relatie tot HANS en andere dergelijke halssystemen wordt<br />
verwezen naar de ORCi ter verduidelijking.<br />
Artikel 206 - Motoren<br />
Algemene opmerkingen:<br />
Alle componenten, tenzij anders vermeld, MOETEN standaard onderdelen zijn.<br />
Alle verzoeken om het gebruik van niet-standaard onderdelen toe te staan moeten worden<br />
ingediend bij <strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> en worden in overweging genomen voor het reglement van het volgende<br />
jaar.<br />
Ford 2 liter motor, paragraaf 4, Krukas:<br />
Poelies – Krukaspoelies, zo niet standaard, moeten een minimum omtrek van 363mm (115.55mm<br />
diameter) hebben, en moeten minimaal 600g wegen. Tandriemen zijn niet toegestaan, alleen<br />
enkelvoudige "V" snaren mogen worden gebruikt.<br />
Ford 2 liter motor, paragraaf 10 Carburateur / 1,8 MI4 Duratec motor, paragraaf 8 Carburateur<br />
Het 2012 reglement luidt als volgt: "Voorzieningen ten behoeve van verrijking bij hoge belasting<br />
mogen niet worden afgedopt of gemodificeerd." Dit is onjuist en zal worden veranderd in "... mogen<br />
worden afgedopt ..."<br />
Ford 2 liter motor, paragraaf 12 Smering / 1,8 MI4 Duratec motor, paragraaf 11 Smering<br />
De laatste zinnen van deze paragrafen lezen: "Alle oliekanalen moeten ongewijzigd zijn."<br />
Deze worden gewijzigd om het afronden van oliekanaal gaten in krukassen toe te staan. Alle andere<br />
oliekanalen MOETEN ongewijzigd blijven.
Drijfstangen en thermostaatbehuizingen<br />
Stalen drijfstangen en gefabriceerde vervangende thermostaatbehuizingen zijn niet toegestaan,<br />
conform het huidige reglement.<br />
Er zijn voorstellen ontvangen om het gebruik van dergelijke producten toe te laten. Deze voorstellen<br />
worden voorgelegd aan de ORCi voor evaluatie omdat ze van invloed zijn op alle formules met de 2-<br />
liter Pinto motor, niet alleen <strong>F2</strong>.<br />
Artikel 207 - Wielen<br />
1. Spacers - Spoorverbreders zijn NIET toegestaan.<br />
2. Wheel breedtes - De velgbreedte moet op één en dezelfde as gelijk zijn. Er mag tussen voor en<br />
achter wel verschil zitten. Het gebruik van verschillende breedte velgen op dezelfde as is niet<br />
langer toegestaan.<br />
Artikel 207 - Wielophanging<br />
Seizoen <strong>2013</strong>:<br />
Mono-tube schokdempers zijn NIET toegestaan.<br />
Seizoen 2014:<br />
<strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> neemt in overweging een bovengrens aan de kosten van een schokbreker te stellen en/of<br />
een enkele leverancier aan te wijzen voor het 2014 seizoen.<br />
Artikel 207 - Achteras<br />
1. De achteras kan worden versterkt door het gebruik van gelaste verstevigingen, of nietverstelbare<br />
verstevigingen met gebruikmaking van rubber- of polyurethaan bussen (om een<br />
kleine hoeveelheid aan flexibiliteit mogelijk te maken bij schokbelasting). Het gebruik van<br />
verstelbare stangen met gebruikmaking van stangkoppen of vergelijkbare verstelbare lagers /<br />
bevestigingen / fittingen is NIET toegestaan.<br />
2. Alle achteras ophangstangen moeten op gescheiden bevestigingspunten worden bevestigd aan<br />
het chassis en aan de achteras. Iedere stang mag een maximum van drie vaste<br />
bevestigingspunten hebben aan elk uiteinde. Het gebruik van draaiende, schuivende of andere
instelbare apparaten of sleuven is niet toegestaan. Alle ophangstangen moeten van stevige<br />
constructie zijn (bijvoorbeeld een stalen buis met twee stangkoppen, geen veren of dempers) en<br />
zodanig dat hun lengte niet onder belasting wisselen tijdens de race (ophangstanglengtes mogen<br />
alleen instelbaar zijn buiten de baan).<br />
3. Het gebruik van torque-armen is niet toegestaan.<br />
4. Achteras zijdelingse locatie, waar nodig (bijvoorbeeld met een 4-link set-up) kan worden<br />
afgesteld door het gebruik van een "A" frame, Watts Linkage of Panhardstang. Dergelijke<br />
inrichtingen dienen op vaste punten op het chassis en de as bevestigd te worden. Het gebruik<br />
van draaiende, schuivende of andere instelbare apparaten of sleuven is niet toegestaan. Een<br />
maximum van drie vaste punten op de as en het chassis is toegestaan voor elk bevestigingspunt<br />
van de inrichting.<br />
5. Alleen originele specificatie Escort/Capri/Cortina differentieel overbrengingsverhoudingen<br />
mogen worden gebruikt. Een volledige lijst van de toegestane ratio's zal worden gepubliceerd,<br />
echter zal deze lijst betrekking hebben op de standaard verhoudingen die momenteel in gebruik<br />
zijn, bv 3.77, 3.89, 4.125 enz.<br />
Artikel 208 - Banden<br />
Zijwandbeschermers mogen worden gebruikt met inachtneming van de volgende regels:<br />
1. Zijwandbeschermers mogen alleen worden gebruikt aan de buitenste rand van het wiel /<br />
band - het verst van het chassis.<br />
2. Zijwandbeschermers mogen niet worden gebruikt aan de binnenste rand van het wiel / band<br />
- het dichtst bij het chassis.<br />
3. Zijwandbeschermers vallen binnen de totale spoorbreedte van de auto en zullen derhalve<br />
binnen de specificaties van een standaard meetapparaat vallen.<br />
Artikel 211 - Stoel & Pedalen<br />
1. Zittingplaat - Een 3mm dikke plaat moet aan de onderzijde van de zitting gemonteerd worden of<br />
moet aan het chassis gelast worden. Deze plaat moet minimaal 350mm breed zijn en 250mm<br />
lang (in lengte richting van de auto). Deze plaat dient om de coureur te beschermen tegen de<br />
achteras, differentieel en aandrijfas. Deze plaat mag NIET worden doorboord, lichter worden<br />
gemaakt of gewijzigd op een andere manier anders dan om het te kunnen monteren op de<br />
stoel/chassis. Veiligheidsgordels mogen NIET worden gemonteerd / bevestigd aan deze plaat.<br />
2. Hoofdsteun - De 3mm plaat ten behoeve van de hoofdsteun (gelast aan de 2 verticale buizen)<br />
mag niet worden doorboord of lichter worden gemaakt.
Artikel 212 – Vloer en schutbord<br />
Vloer - Een dichte vloer moet worden geïnstalleerd in de cabine, bestaande uit 3mm staalplaat,<br />
welke zich naar achteren strekt vanaf het schutbord over een lengte van tenminste 600mm, en<br />
voorbij het punt waar het overlapt in een verticaal vlak (over de gehele breedte van de auto ) met<br />
de voorkant van de bestuurdersstoel (achter de bestuurders knieën, exclusief<br />
beensteunen/verstevigingen). Deze plaat moet de volledige breedte van de oppervlakte tussen de<br />
chassisbalken omvatten en dient te worden vast gelast. Montage met een minimum van acht 8mm<br />
hoogwaardige (treksterkte) bouten en moeren is tevens toegestaan. Uitsnijden rondom het<br />
bellhouse en de versnellingsbak is toegestaan , maar geen andere gaten ten behoeve van het lichter<br />
maken is toegestaan. De voorste rand van de vloerplaat mag omhoog worden gebogen om te<br />
voorkomen dat deze achter opstaande randen blijft hangen, mocht het ontwerp van de auto dit<br />
noodzakelijk maken.<br />
Artikel 212 - Vloer en schutbord<br />
Voetenbak zijplaten - Dit is ter verduidelijking voor de zijplaten nabij de voeten van de coureur. Het<br />
merendeel van de auto’s zal al voldoen aan deze uitleg. Degenen met diagonaal gesneden platen<br />
zullen wat werk vereisen.<br />
1. Een verticale stalen plaat van 3mm dikte moet worden gelast tussen de bovenste en onderste<br />
chassisbalken over de gehele zijkant van de voetenbak aan beide zijden van de auto. De plaat<br />
moet vanaf 500mm voor het schutbord naar achteren strekken tot voorbij het punt waar het<br />
overlapt in een verticaal vlak met de voorkant van de bestuurdersstoel (achter de bestuurders<br />
knieën, exclusief beensteunen/verstevigingen).<br />
2. Wanneer de voeten van een coureur zich boven de hoofd chassis rails bevinden, moet de stalen<br />
plaat worden gemonteerd tussen de hoofd chassis rails en de cabine zijbuizen om het gebied te<br />
dekken tussen het schutbord en het verticale vlak van de voorkant van de bestuurdersstoel<br />
(zoals hierboven vermeld).<br />
3. Wanneer de voeten van een coureur zich boven en onder de hoofd chassis rails bevinden, moet<br />
de stalen plaat worden gemonteerd tussen zowel de hoofd chassis rails en de onderste<br />
chassisbalken als tussen de hoofd chassis rails en de cabine zijbuizen (conform de twee<br />
bovenstaande artikelen).<br />
Artikel 213 - Brandstof<br />
De enige brandstof additief welke is toegestaan voor gebruik in <strong>2013</strong> is Millers "CVL".<br />
Het Millers "CVL Turbo" product is NIET toegestaan voor gebruik.
Artikel 219 - Spoilers<br />
Hoogte - Elk spoilerdeel (waaronder maar niet beperkt tot het lichaam, zijkanten en horizontale<br />
platen) moeten voldoende hoog boven de daklijn gemonteerd worden. Voldoende hoog is zodanig<br />
dat er een buis/stok van 1 inch / 25mm doorsnede over het gehele vlak van het dak kan passeren<br />
zonder dat hij wordt belemmerd door enig onderdeel van de spoiler. Voorbeeld schema's zullen<br />
worden verstrekt in het reglementenboek echter zijn ruwe schetsen alvast opgenomen in dit<br />
<strong>overzicht</strong> (zie onder).<br />
Artikel 220 - Uitlaten / Dempers<br />
Locatie - Het uitlaatsysteem moet worden gemonteerd buiten de hoofd en onderste chassisbalken,<br />
buiten de carrosserie van de auto. Deze moet eindigen aan dezelfde kant als de uitlaatpoorten van<br />
de motor.
<strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> <strong>2013</strong> Overzicht van <strong>wijzigingen</strong> in het reglement (E & OE)<br />
Achteras update/verduidelijking – 29-10-2012<br />
Na de initiële publicatie over de <strong>wijzigingen</strong> in het reglement voor <strong>2013</strong> (zoals hierboven te lezen), zijn er<br />
vanuit verschillende hoeken vragen om verduidelijking binnengekomen.<br />
Artikel 207 - Achteras<br />
1. Bevestiging<br />
a. De achteras dient geveerd opgehangen te zijn door gebruikmaking van (i) bladveren, met<br />
anti-tramp bars (zie Fig.1) indien nodig, of (ii) door een traditionele 4-link met twee<br />
afzonderlijke ophangstangen aan iedere kant van de auto en coil-over veren/schokbrekers<br />
en een zijdelingse locatie inrichting.<br />
b. Een 3-link inrichting is niet toegestaan.<br />
c. ALLE achteras bevestigings- en locatie inrichtingen/componenten dienen BUITEN de chassis<br />
rails te zijn gemonteerd. GEEN achteras bevestigings- en locatie inrichtingen/componenten<br />
mogen binnen/tussen de chassis rails worden gemonteerd behalve (i) een Panhardstang of<br />
Watts Linkage (zie onder), en/of (ii) binnenwaarts gemonteerde coil-over schokbrekers (zie<br />
onder).<br />
d. Alle achterassen dienen dusdanig te zijn gemonteerd dat bij het afbreken van een enkele,<br />
willekeurige bevestigingspunt/component, de achteras niet zal roteren waardoor het<br />
differentieel en/of de aandrijfas tegen de onderkant van de zitting zal komen.<br />
Fig.1 – Anti-tramp bar
2. Versteviging<br />
a. De achterasbehuizing mag worden verstevigd met gelaste verstevigingsribben of<br />
demontabele, niet-verstelbare stangen.<br />
b. Het gebruik van rubberen of Polyurethaan bussen in een demontabele verstevigingsstang is<br />
toegestaan om een kleine hoeveelheid aan flexibiliteit bij schokbelasting te geven.<br />
c. Het gebruik van verstelbare stangen met stangkoppen of vergelijkbare verstelbare lagers /<br />
bevestigingen / fittingen is NIET toegestaan.<br />
3. Stangen<br />
a. Alle ophangstangen ten behoeve van de achteras dienen van staal te zijn vervaardigd. Het<br />
gebruik van aluminium stangen, lagers of fittingen is niet toegestaan.<br />
b. Alle achteras ophangstangen moeten volgens een vaste-lengte principe zijn, zodanig dat hun<br />
lengte niet veranderd, of veranderd kan worden tijdens het rijden (dus GEEN veren, dempers<br />
of telescopische componenten).<br />
c. Het gebruik van een verstelbare stangkop aan ieder uiteinde van de ophangstang om de<br />
totale lengte van de stang te kunnen veranderen naast de baan IS toegestaan.<br />
d. Alle achteras ophangstangen dienen op gescheiden bevestigingspunten op chassis en<br />
achteras bevestigd te worden.<br />
4. Anti-tramp bars<br />
a. Anti-tramp bars (zie Fig.1) dienen van staal te zijn vervaardigd. Het gebruik van aluminium<br />
anti-tramp bars, lagers of fittingen is niet toegestaan.<br />
b. Anti-tramp bars moeten volgens een vaste-lengte principe zijn, zodanig dat hun lengte niet<br />
veranderd, of veranderd kan worden tijdens het rijden (dus GEEN veren, dempers of<br />
telescopische componenten).<br />
c. Het gebruik van een verstelbare stangkop aan ieder uiteinde van de anti-tramp bar om de<br />
totale lengte van de stang te kunnen veranderen naast de baan IS toegestaan.
5. Zijdelingse locatie<br />
a. Zijdelingse locatie van de achteras mag ALLEEN worden bewerkstelligd door het toepassen<br />
van een Panhardstang OF een Watts Linkage.<br />
b. Een Panhardstang of een Watts Linkage mag alleen maar achter de achteras gemonteerd<br />
worden en zodanig dat deze onder de lijn van de hoofd chassis rails zit.<br />
c. Het gebruik van een A-frame voor zijdelingse locatie is niet toegestaan.<br />
6. Montagecomponenten<br />
a. Alle componenten ter bevestiging van de achteras (inclusief, maar niet beperkt tot<br />
ophangstangen, anti-tramp bar, Panhardstang en Watts linkage) dienen aan afzonderlijke<br />
bevestigingspunten aan het chassis en achteras te worden bevestigd.<br />
b. Het gebruik van roterende, glijdende of anderszins verstelbare montage componenten of<br />
sleufgaten zijn niet toegestaan.<br />
c. Er mogen maximaal 3 bevestigingspunten voor elke uiteinde van een ophangstang, antitramp<br />
bar, Panhardstang of Watts linkage aanwezig zijn om zodoende een vaste variatie aan<br />
verstelbaarheid te creëren.<br />
7. Bladveren<br />
a. Bladveren moeten van staal zijn gemaakt.<br />
b. Bladveren moeten in lengterichting, buiten de chassis rails zijn gemonteerd. In breedte<br />
richting gemonteerde bladveren zijn niet toegestaan.<br />
c. Het voorste bevestigingspunt van een op de achteras gemonteerde bladveer moet een vaste<br />
punt zijn. Sleufgaten/glijdende bevestigingen zijn niet toegestaan.<br />
d. Er is slechts één bladveer toegestaan aan iedere hoek/wiel van de auto. Een bladveer welke<br />
als enkele pakket uit meerdere bladen bestaat geldt als een enkele bladveer voor de<br />
uitvoering van deze regel.<br />
.
8. Schroefveren<br />
a. Schroefveren moeten van staal zijn gemaakt.<br />
b. Conische schroefveren zijn niet toegestaan.<br />
c. Schroefveren moeten over hun gehele lengte van uniforme diameter zijn.<br />
d. Er is slechts één schroefveer toegestaan aan iedere hoek/wiel van de auto.<br />
e. Binnenboord gemonteerde coil-over schokdempers/veren zijn toegestaan, maar moeten<br />
worden gemonteerd achter de achteras behuizing en voornamelijk onder het hoofdchassis<br />
rails.<br />
9. Torque arm<br />
a. Het gebruik van een torque arm is niet toegestaan.<br />
10. Differentieel<br />
a. Alleen differentiëlen volgens originele specificatie mogen worden toegepast.<br />
b. Een volledige lijst met toegestane overbrengingsverhoudingen zal te zijner tijd worden<br />
gepubliceerd, echter, zal deze lijst de standaard ratio’s welke momenteel in gebruik zijn<br />
bevatten, te weten: 3.77, 3.89, 4.125 etc.
Toelichting:<br />
Een van de hoofdredenen om het reglement voor het seizoen van <strong>2013</strong> te veranderen is om het<br />
veiligheidsniveau, voornamelijk rond het cabine-gedeelte, te verhogen. Het is met deze gedachten<br />
dat deze updates worden uitgegeven.<br />
Een traditionele 3-link achterasconfiguratie bestaat uit een enkele korte verbindingsstang<br />
gemonteerd vanaf de bovenkant van het midden van de achteras behuizing naar een vast punt op<br />
het chassis. In sommige gevallen kan, bij een zware aanrijding, deze korte verbindingsstang als een<br />
speer gaan optreden waardoor deze door de rugleuning van de stoel, en vervolgens door de rug van<br />
de bestuurder kan steken, met zwaar letsel als gevolg. Andere montage-componenten in de<br />
rijderscabine kunnen tevens letsel veroorzaken in het geval van een aanrijding. De rijder is beter<br />
beschermd tegen letsel door het uitwendig monteren van alle wielophangingscomponenten,<br />
diverse aangebrachte stalen platen en chassis-verstevigingsstangen zoals voorgeschreven in het<br />
reglement.
<strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> <strong>2013</strong> Overzicht van <strong>wijzigingen</strong> in het reglement (E & OE)<br />
Update/verduidelijking – 10-12-2012<br />
Na de initiële publicatie over de <strong>wijzigingen</strong> in het reglement voor <strong>2013</strong> (zoals hierboven te lezen), zijn er<br />
vanuit verschillende hoeken vragen om verduidelijking binnengekomen. Deze vragen, en hun<br />
bijbehorende antwoorden, worden hieronder weergegeven om er voor te zorgen dat alle rijders van<br />
dezelfde officiële informatie zijn voorzien.<br />
Welke achterassen/differentiëlen mogen worden gebruikt? In de vorige update stond dat er een lijst zou<br />
worden gepubliceerd.<br />
Alleen standaard-productie achterassen volgens originele specificatie met een<br />
overbrengingsverhouding tussen 3.5:1 en 4.44:1 mogen worden gebruikt.<br />
Bijvoorbeeld, de Volvo 3.73:1, BMC 3.90:1 en Ford 4.125:1 mogen, volgens het reglement, allen<br />
worden gebruikt, evenals andere standaard ratio’s (binnen het bovenvermelde bereik) welke zijn<br />
geproduceerd door deze en andere autofabrikanten.<br />
Mogen vervangende stalen drijfstangen toegepast worden?<br />
Nee, dit blijft conform het 2012 reglement.<br />
Volgens het nieuwe reglement moeten er additionele stalen platen zoals een vloerplaat en een grotere<br />
plaat onder de stoel worden gemonteerd. Worden de toegestane gewichten van de auto’s tevens<br />
aangepast?<br />
Ja. Veiligheid voor de rijder is het meest belangrijke. <strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> wil niet dat er materiaal, op voor de<br />
constructie belangrijke plaatsen, wordt verwijderd ten behoeve van het lichter maken van de auto.<br />
Daarom zullen de gewichtslimieten als volgt worden gewijzigd:<br />
o Het totale minimumgewicht (exclusief rijder) wordt verhoogd met 10kg naar 650kg.<br />
o Het totale maximumgewicht (exclusief rijder) wordt verhoogd met 15kg naar 715kg.<br />
Mogen binnen het chassis gemonteerde schokbrekers vóór de achteras gemonteerd worden? Het<br />
monteren van een Panhardstang is problematisch wanneer de binnen het chassis gemonteerde<br />
schokbrekers tevens achter de achteras dienen te worden gemonteerd.<br />
Ja. Na feedback van een aantal rijders en constructeurs is het monteren van schokbrekers aan de<br />
binnenzijde van het chassis in <strong>2013</strong>, indien gewenst, nog steeds toegestaan.<br />
Let op! Regelgeving omtrent het binnen het chassis monteren van schokbrekers, vóór of achter de<br />
achteras, vanaf 2014 zal in de loop van <strong>2013</strong> worden herzien naar aanleiding van de resultaten uit<br />
het monitoren van de reeds gepubliceerde <strong>wijzigingen</strong>.<br />
Mogen aluminium stangen en stangkoppen worden gebruikt voor het ophangen/bevestigen van de<br />
achteras?<br />
Ja. Na heroverweging, en om gelijkheid aan beide uiteinden van de auto te behouden, moeten<br />
ophangingsstangen van staal of aluminium gemaakt zijn. Zo mogen (indien nodig) aluminium of<br />
stalen stangkoppen/lagers toegepast worden.
Mag een vervangende thermostaatbehuizing uit staal zijn vervaardigd?<br />
Het wordt erkend dat originele aluminium thermostaatbehuizingen (a) steeds moeilijker aan te<br />
komen zijn, en (b) specialistische kennis en apparatuur nodig hebben om het aluminium te kunnen<br />
lassen.<br />
Omwille van bovenstaande is het nu toegestaan om een vervangende thermostaatbehuizing uit staal<br />
te fabriceren met de volgende inachtneming:<br />
o Een vervangende, gefabriceerde thermostaatbehuizing moet uit staal zijn vervaardigd.<br />
o<br />
o<br />
Er mag een watertemperatuursensor aansluiting in geïmplementeerd worden.<br />
Een vervangende, gefabriceerde thermostaatbehuizing mag uitsluitend dezelfde functie<br />
hebben als een origineel exemplaar, te weten, het behuizen van een thermostaat en het<br />
leiden van koelwater naar de radiator via een slang en/of pijp. Elk ander functionaliteit<br />
(behalve plaats bieden aan een temperatuursensor of een ontluchtingsnippel zoals bij een<br />
origineel Sierra/Pinto exemplaar) is niet toegestaan.<br />
o De hoek van de uitgaande pijp mag, indien nodig, afwijken van dat van een originele<br />
thermostaatbehuizing, b.v. van naar boven gericht tot naar beneden gericht.<br />
Originele thermostaatbehuizingen mogen worden gemodificeerd om:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Te worden voorzien van een temperatuurmeter aansluiting<br />
Indien gewenst de ontluchtingsmogelijkheid (zoals deze op een originele Sierra/Pinto<br />
exemplaar aanwezig is) af te dichten<br />
Anders dan hierboven gesteld, mogen er geen modificaties aan originele<br />
thermostaatbehuizing worden aangebracht.<br />
Hoeveel accu’s mogen er worden gebruikt en hoe groot mogen deze zijn?<br />
Deze regel is versoepeld waardoor er nu twee accu’s mogen worden gebruikt met een maximale<br />
afmeting van “063” (210mm x 175mm x 175mm).<br />
Indien de vloerplaat gelijk ligt met het hoofd chassis waardoor de rijder zijn/haar voeten zich boven het<br />
hoofd chassis bevinden, worden zij beter beschermd. Echter, de hoeveelheid aan beplating die in deze<br />
situatie verplicht is (zijkanten en vloer) is buiten proportioneel veel waardoor er een groot nadeel is met<br />
betrekking tot het gewicht van de auto. Kunnen de verplichtingen worden heroverwogen en<br />
verduidelijkt?<br />
Artikel 212, zoals reeds gepubliceerd, blijft grotendeels ongewijzigd, echter:<br />
o Voetbeschermingszijplaten:<br />
• Elke voetbeschermingszijplaat welke boven het hoofdchassis zit moet minimaal<br />
2mm dik zijn.<br />
• Elke voetbeschermingsplaat welke onder het hoofdchassis zit moet minimaal 3mm<br />
dik zijn.<br />
o Vloer<br />
• Daar waar de vloer in de rijderscabine boven de onderkant van het hoofdchassis ligt<br />
EN een volledig onderchassis aanwezig is (onderste balken lopen tot tenminste<br />
onder de rijdersstoel), moet de vloer van de cabine van minimaal 3mm aluminium<br />
plaat (traanplaat is toegestaan) of minimaal 3mm stalen plaat zijn gemaakt.<br />
• Indien de vloer, of gedeelte daarvan, onder het hoofdchassis ligt, of er is geen<br />
volledig onderchassis, moet de vloer zijn vervaardigd uit minimaal 3mm staalplaat.<br />
Aluminium is NIET toegestaan.<br />
• Alle andere verplichtingen (breedte, lengte, montage, snijden etc.) blijven, zoals<br />
reeds gepubliceerd, gelden.
Sommige auto’s hebben een oude 1600 GT uitlaatspruitstuk, welke zakt tussen het hoofdchassis en de<br />
motor, in plaats van een duur uitlaatsysteem. Mogen deze nog steeds gebruikt worden?<br />
De gewijzigde regelgeving met betrekking tot de uitlaat, zoals reeds gepubliceerd, blijft van kracht.<br />
Daarnaast……indien er voldoende ruimte onder de vloer van de cabine aanwezig is, mag het<br />
uitlaatsysteem tussen het hoofdchassis en onder de cabinevloer doorlopen. Echter…..<br />
o De uitlaat moet over de gehele lengte aan dezelfde kant van de midden-as van de auto<br />
blijven als waar de uitlaatpoorten van de motor zich bevinden.<br />
o<br />
o<br />
De uitlaat mag de midden-as van de auto niet kruisen.<br />
De uiteinde van de uitlaat moet zich aan dezelfde kant van de midden-as van de auto<br />
bevinden als de uitlaatpoorten van de motor.
<strong>BriSCA</strong> <strong>F2</strong> <strong>2013</strong> Overzicht van <strong>wijzigingen</strong> in het reglement (E & OE)<br />
Update/verduidelijking – 24-01-<strong>2013</strong><br />
Na de initiële publicatie over de <strong>wijzigingen</strong> in het reglement voor <strong>2013</strong> (zoals hierboven te lezen), zijn er<br />
vanuit verschillende hoeken vragen om verduidelijking binnengekomen. Deze vragen, en hun<br />
bijbehorende antwoorden, worden hieronder weergegeven om er voor te zorgen dat alle rijders van<br />
dezelfde officiële informatie zijn voorzien.<br />
Vorig jaar heeft het reglement met betrekking tot de hoofdstroomschakelaar van de accu voor<br />
onduidelijkheid gezorgd. Kan dat opgehelderd worden?<br />
De gestandaardiseerde locatie en de duidelijke markering van hoofdstroomschakelaars zijn in het<br />
ORCi Veiligheidsrapport van 2012 benadrukt. Deze kwestie is ter sprake gekomen vanwege een<br />
incident bij de 2011 <strong>BriSCA</strong> F1 World Final.<br />
De nieuwe bewoording van het artikel is als volgt:<br />
o Een hoofdstroomschakelaar, in het massa circuit, MOET op het dashboard van de auto<br />
worden gemonteerd langs de onderkant van de voorruit zodanig, dat deze (van buiten de<br />
auto) gemakkelijk bereikbaar is. De Aan/Uit positie moet op het dashboard duidelijk worden<br />
weergegeven en de locatie van de hoofdstroomschakelaar MOET duidelijk worden<br />
aangegeven aan de buitenzijde van de auto zodat baanmedewerkers dit goed kunnen zien.<br />
Er wordt al jaren gebruik gemaakt van staal-omvlochten brandstofslang, echter in het reglement staat<br />
dat dit metalen buis moet zijn. Kan dit artikel verduidelijkt en/of bekrachtigd worden?<br />
Het gebruik van staal-omvlochten brandstofslang is nu officieel toegestaan. De nieuwe bewoording<br />
van het artikel is als volgt:<br />
o Brandstofleiding MOET in metalen buis of staal-omvlochten brandstofslang zijn uitgevoerd.<br />
o Het gebruik van plastic buizen en/of niet met staal-omvlochten brandstofslang is NIET<br />
toegestaan.<br />
o Een brandstofafsluiter MOET in de brandstofleiding zijn aangebracht en wel op een plaats<br />
waar de rijder deze gemakkelijk kan bedienen terwijl deze in de gordel vast zit.<br />
Is de 1300cc motor specificatie nog steeds relevant. Gebruikt iemand deze nog?<br />
Het gebruik van de 1300cc motor is over de afgelopen jaren bijgehouden en er is besloten dat de tijd<br />
er voor is om deze niet langer te gebruiken.<br />
Vanaf eind <strong>2013</strong> is het gebruik van tot 1300cc motoren NIET meer toegestaan.<br />
Vanaf 2014 zijn de enige toegestane motoren de Ford 2 liter SOHC NE (Pinto) en de Ford 1.8 liter<br />
Duratec.<br />
Is de huidige regelgeving betreffende hoofdsteunen nog steeds nodig in verband met hedendaagse race<br />
stoelen?<br />
De bestaande regels hieromtrent zullen voor <strong>2013</strong> blijven gelden en ALLE auto’s dienen hieraan te<br />
voldoen.<br />
Het wordt erkend dat het merendeel van de rijders reeds gebruikmaken van stoelen welke de<br />
minimale veiligheidseisen, zoals in het reglement gesteld, overtreffen en daarom wordt er op dit<br />
moment al bekeken om de regels voor 2014 te herzien.
Er waren bij de technische keuringen in 2012 soms discussies omtrent het bevestigen van de gordels aan<br />
de onderplaat van de stoel. Is dit verduidelijkt voor <strong>2013</strong>?<br />
Gordels mogen alleen aan het chassis, de vloer of de rolkooi met geschikte bevestigingsmiddelen<br />
bevestigd worden, zoals omschreven in het reglement van <strong>2013</strong> (en eerdere uitgaven).<br />
Het bevestigen van gordels aan de onderplaat van de stoel is nu expliciet verboden, conform het<br />
reglement van <strong>2013</strong>, om twijfel te voorkomen.<br />
De reeds gepubliceerde <strong>wijzigingen</strong> in het reglement geven aan dat het verboden is om glijdende,<br />
roterende of ander verstelbare bevestigingsmiddelen te gebruiken bij het ophangen van achterassen.<br />
Ook worden het aantal bevestigingspunten per uiteinde van een stang gelimiteerd. Geldt dit ook voor de<br />
vooras?<br />
Er zijn geen <strong>wijzigingen</strong> in het <strong>2013</strong> reglement met betrekking tot de ophanging en bevestiging van<br />
voorwielcomponenten, dus blijft het toepassen van reeds legale componenten onveranderd.<br />
Per 2014 zullen veranderingen zoals deze aan de achterasophanging gelden, tevens in gelijke vorm<br />
van kracht worden voor de voorwielophanging, waarbij het gebruik van glijdende, roterende en<br />
anderszins verstelbare componenten niet meer zijn toegestaan. Tevens wordt het aantal<br />
bevestigingspunten, zoals nu aan de achteras geldt, beperkt tot maximaal 3 punten. Deze<br />
veranderingen zullen gelden voor ophangstangen, wishbones, Panhardstangen, draagarmen,<br />
spoorstangen, stuurhuizen en andere nader te definiëren componenten.<br />
Er wordt momenteel al gewerkt aan het nieuwe reglement voor 2014. Deze zal ruim vóór het seizoen<br />
van 2014 worden gepubliceerd.<br />
Verstelbare versteviging van de achterasbehuizing is conform recente updates van de<br />
reglements<strong>wijzigingen</strong> niet meer toegestaan. Mag ik gewoon de gemonteerde stangkoppen vast lassen?<br />
Nee. Alle gewoonlijk verstelbare componenten dienen gedemonteerd te worden om discussies en<br />
onduidelijkheden te voorkomen.<br />
Het lassen of aanpassen ten opzichte van de originele ontwerpspecificaties van een component kan<br />
bij warmte-behandelde componenten brosheid veroorzaken en bij het boren en verpennen de<br />
sterkte reduceren. Hierdoor wordt de betrouwbaarheid met betrekking tot veiligheid in het geding<br />
gebracht.<br />
De bewoording van het artikel in het reglement van <strong>2013</strong> is als volgt:<br />
o De achterasbehuizing mag door toepassing van een gelaste rib of een met bouten<br />
bevestigde, niet verstelbare stang verstevigd worden.<br />
o Het gebruik van stangen welke bevestigd worden met stangkoppen of andere met<br />
schroefdraad voorziene/verstelbare lagers/bevestigingen/fittingen is NIET toegestaan.<br />
o Het gebruik van rubber of Polyurethaan bussen in een met bouten bevestigde<br />
verstevigingsstang is toegestaan om zodoende een kleine hoeveelheid aan flexibiliteit onder<br />
schokbelasting te permitteren.