20.07.2014 Views

Tibiakop osteotomie - Catharina Ziekenhuis

Tibiakop osteotomie - Catharina Ziekenhuis

Tibiakop osteotomie - Catharina Ziekenhuis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Orthopedie<br />

Behandeling<br />

<strong>Tibiakop</strong> <strong>osteotomie</strong>:<br />

Operatie om de stand van het<br />

onderbeen te veranderen<br />

www.catharinaziekenhuis.nl


2<br />

Patiëntenvoorlichting<br />

patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl<br />

Ort/<strong>Tibiakop</strong> <strong>osteotomie</strong>/30-03-2009


Inhoud<br />

De knie en knieslijtage 4<br />

Voor uw opname 6<br />

Dag van de opname en de operatie 7<br />

De operatie 8<br />

Na de operatie 8<br />

Weer naar huis 9<br />

Belangrijke leefregels voor thuis 10<br />

De meest gestelde vragen na een tibiakop <strong>osteotomie</strong> 12<br />

Tot slot 13<br />

3


Behandeling<br />

<strong>Tibiakop</strong> <strong>osteotomie</strong>:<br />

operatie om de stand van het onderbeen te<br />

veranderen<br />

De orthopedisch chirurg heeft u geadviseerd om de stand van uw<br />

onderbeen door een operatie te veranderen. Het onderbeen bestaat<br />

uit het scheenbeen (tibia) en het kuitbeen (fibula). De tibiakop<br />

is het bovenste deel van het scheenbeen in het onderbeen en vormt<br />

de onderkant van het kniegewricht. Osteotomie betekent ‘ doornemen<br />

van het bot’.<br />

Een tibiakop <strong>osteotomie</strong> is een<br />

operatie waarbij het scheenbeen aan<br />

de bovenkant wordt doorgezaagd,<br />

waardoor de stand van de botdelen<br />

kan worden veranderd. Daarna worden<br />

de botdelen in de nieuwe stand<br />

vastgezet met behulp van een plaat<br />

met schroeven. Deze operatie wordt<br />

toegepast bij een beschadiging van<br />

het kraakbeen in het kniegewricht.<br />

Belasting op de plaats waar het kraakbeen<br />

is beschadigd, veroorzaakt pijn.<br />

Door de operatie kan de stand van<br />

het been zodanig veranderd worden<br />

dat de druk op de plaats van de kraakbeenbeschadiging<br />

minder wordt.<br />

Hierdoor zullen de klachten afnemen.<br />

De orthopeed heeft u hierover al ingelicht.<br />

In deze folder vindt u aanvullende<br />

informatie over de aandoening,<br />

de voorbereiding op de operatie, de<br />

operatie zelf en de periode erna. Het<br />

is belangrijk dat u deze informatie<br />

nog eens naleest, zodat u zich goed<br />

kunt voorbereiden. Het is goed u te<br />

realiseren dat voor u persoonlijk de<br />

situatie anders kan zijn dan hier is<br />

beschreven.<br />

De knie en knieslijtage<br />

De knie is een gewricht, bestaande uit<br />

het onderste deel van het bovenbeen<br />

(femur), een deel van het onderbeen<br />

(tibia) en de knieschijf (patella). Het<br />

bovenbeen en onderbeen zijn in<br />

het gewricht bekleed met een glijdende<br />

laag, het kraakbeen. Tussen<br />

het boven- en onderbeen bevinden<br />

zich twee halve maanvormige stukjes<br />

4


kraakbeen, de binnenste en buitenste<br />

meniscus genoemd. Binnen in de knie<br />

lopen de kruisbanden, de voorste<br />

kruisband en de achterste kruisband.<br />

Om het gewricht heen zit een gewrichtskapsel<br />

dat wordt versterkt met<br />

de kniebanden, de buitenste- en de<br />

binnenste knieband.<br />

Het kraakbeen in de knie zorgt ervoor<br />

dat de knie glad en soepel beweegt.<br />

Deze kraakbeenlaag is elastisch en<br />

kan schokken en stoten opvangen. Bij<br />

artrose (slijtage) is het kraakbeen in<br />

het kniegewricht versleten. Het oppervlak<br />

is niet mooi glad meer, maar<br />

ruw, wat pijnklachten kan geven.<br />

Kraakbeen slijtage kan ontstaan als<br />

gevolg van een eerdere botbreuk of<br />

een verdraaiing van de knie. Ook is er<br />

een grotere kans op slijtage als in het<br />

verleden de meniscus is verwijderd.<br />

Vaak is de kwaliteit van het kraakbeen<br />

echter zonder aanwijsbare oorzaak<br />

verminderd. Bij ernstige slijtage van<br />

de knie, kan het nodig zijn een kunstknie<br />

(knieprothese) in te brengen.<br />

Door het verlies aan kraakbeen aan<br />

één kant van de knie, gaat de knie<br />

naar de andere kant uitwijken, zodat<br />

op deze manier een zogeheten X-<br />

been of een O-been ontstaat. Bij slijtage<br />

aan één kant van de knie, is een<br />

standsverandering van het onderbeen<br />

mogelijk. Hierdoor wordt de belasting<br />

op het aangedane gewrichtsvlak<br />

verminderd, waardoor de klachten<br />

verminderen. Het inbrengen van een<br />

knieprothese kan hierdoor uitgesteld<br />

of zelfs voorkomen worden.<br />

5


Vóór uw opname<br />

U hebt samen met uw arts besloten<br />

om een standcorrectie te laten<br />

uitvoeren. We proberen op dezelfde<br />

dag dat dit besloten is, met u een<br />

afspraak te plannen voor een zogeheten<br />

intakegesprek.<br />

Het intakegesprek<br />

In dit gesprek bespreekt een intakeverpleegkundige<br />

verschillende zaken<br />

met u zoals uw eerdere ziekenhuiservaringen,<br />

ziektebeloop en uw actuele<br />

medicijngebruik. Mogelijk komen er<br />

bijzonderheden naar boven waarmee<br />

rekening kan worden gehouden<br />

tijdens uw opname. Vervolgens wordt<br />

uw thuissituatie in kaart gebracht.<br />

Als na uw ontslag thuis problemen<br />

worden verwacht, wordt de transferverpleegkundige<br />

ingeschakeld.<br />

Deze zorgt dan dat thuiszorg wordt<br />

geregeld, of dat u (tijdelijk) naar een<br />

verpleeg- of verzorgingshuis kunt.<br />

Verder wordt de algemene gang van<br />

zaken tijdens een opname uitgelegd.<br />

De intakeverpleegkundige beantwoordt<br />

uw vragen, geeft u informatiefolders<br />

die voor u belangrijk zijn<br />

en licht deze toe. Hierin staat onder<br />

meer beschreven wat u zelf thuis aan<br />

voorbereiding moet doen. Daarom is<br />

het belangrijk dat u deze folders thuis<br />

goed doorneemt en eventuele zaken<br />

van tevoren regelt.<br />

Pre-operatieve screening<br />

Voordat u wordt opgenomen wordt<br />

u voor onderzoek van uw algemene<br />

gezondheid doorverwezen naar de<br />

polikliniek pre-operatieve screening<br />

(PPOS, 1e etage, route 30). Hiervoor<br />

is geen afspraak nodig en dit kan u<br />

meestal ook dezelfde dag doen. Op<br />

deze polikliniek moet u een vragenlijst<br />

over uw medische geschiedenis<br />

invullen. Een arts stelt u aanvullende<br />

vragen over bijvoorbeeld uw gezondheid,<br />

medicijngebruik, allergieën,<br />

doorgemaakte ziekten en eerdere<br />

operaties. Als er iets niet helemaal<br />

duidelijk is, of u heeft aanvullende<br />

vragen, vraag het dan gerust.<br />

Ook worden afspraken met u gemaakt<br />

voor eventuele aanvullende onderzoeken,<br />

zoals een ECG (hartfilmpje),<br />

bloedonderzoek en soms röntgenfoto’s<br />

van de longen. Het is ook mogelijk<br />

dat u op advies van de arts wordt<br />

doorverwezen naar de internist,<br />

cardioloog of longarts voor verder<br />

onderzoek. Dit is afhankelijk van uw<br />

leeftijd en medische geschiedenis.<br />

De verdoving kan plaatsvinden via<br />

een ruggenprik, eventueel gecombineerd<br />

met een roesje (zodat u slaapt),<br />

of onder algehele narcose. De arts<br />

bespreekt dit met u tijdens de preoperatieve<br />

screening.<br />

6


Belangrijk!<br />

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen?<br />

Bespreek dit dan met uw<br />

behandelend arts en de arts op de<br />

pre-operatieve screening.<br />

Voorbereiding op uw opname<br />

Het is belangrijk dat u vooraf thuis de<br />

volgende voorbereidingen treft:<br />

• Vervoer: U mag en kunt niet zelf<br />

naar huis rijden. Regel daarom van<br />

tevoren dat iemand anders u komt<br />

ophalen als u weer naar huis mag.<br />

• U mag na de ingreep alleen met<br />

krukken lopen. Deze dient u zelf te<br />

lenen via een thuiszorgwinkel.<br />

• Vanaf 24.00 uur ‘s nachts vóór de<br />

operatie moet u nuchter blijven,<br />

dat wil zeggen niet eten, drinken<br />

of roken.<br />

• De verpleging onthaart uw knie als<br />

dit nodig is ter voorbereiding op<br />

uw operatie. Doe dit niet zelf van<br />

tevoren! Dit kan wondjes of uitslag<br />

veroorzaken en een reden zijn om<br />

u niet te kunnen opereren.<br />

Wanneer u voor de opname naar het<br />

ziekenhuis komt, neemt u naast de<br />

gebruikelijke zaken als nachtgoed en<br />

toiletartikelen het volgende mee:<br />

• Alle medicijnen die u normaal<br />

thuis gebruikt, voor minimaal 24<br />

uur meeneemt, in de oorspronkelijke<br />

verpakking;<br />

• Gemakkelijke kleding en stevige<br />

schoenen die ruim zitten vanwege<br />

het tijdelijk dikker worden van de<br />

voet na de operatie.<br />

Dag van de opname en<br />

de operatie<br />

Meestal wordt u de dag van de<br />

operatie opgenomen. Wanneer uw<br />

behandelend arts of anesthesist u<br />

uitgebreider wil onderzoeken of voorbereiden,<br />

kan het nodig zijn u eerder<br />

op te nemen.<br />

Opnamegesprek<br />

Een verpleegkundige voert met u een<br />

opnamegesprek.<br />

Hier wordt de informatie verkregen<br />

uit het intakegesprek nog eens doorgenomen<br />

op mogelijke veranderingen.<br />

Verder laat de verpleegkundige u<br />

kennismaken met de afdeling tijdens<br />

een rondleiding.<br />

Op het been dat geopereerd moet<br />

worden wordt een pijl gezet. Verder<br />

wordt getest of u overgevoelig bent<br />

voor jodium. Als u overgevoelig bent<br />

voor een ánder middel dan moet u dit<br />

laten weten aan de verpleegkundige<br />

van de afdeling.<br />

Het is belangrijk dat u doorgeeft als u<br />

een wondje of infectie heeft. Wondjes<br />

geven een extra risico op infectie. Dit<br />

kan reden zijn om de operatie uit te<br />

stellen.<br />

7


De verpleging treft de laatste voorbereidingen.<br />

Rondom uw knie moeten<br />

(indien nodig) de haartjes van de huid<br />

verwijderd worden. Uw bed wordt op<br />

een speciale manier opgemaakt. Ook<br />

krijgt u een operatiejasje aan, een<br />

armbandje met uw gegevens en (indien<br />

afgesproken) medicatie om rustig<br />

te worden. Als u een gebitsprothese<br />

heeft moet u deze uitdoen. Daarna<br />

brengt een verpleegkundige u in bed<br />

naar de operatieafdeling. U gaat eerst<br />

naar de voorbereidingskamer, waar<br />

een verpleegkundige u opvangt en u<br />

verder voorbereidt. Vervolgens gaat u<br />

naar de operatiekamer.<br />

De operatie<br />

De anesthesist geeft u de verdoving,<br />

die met u afgesproken is. Ook wordt<br />

bewakingsapparatuur aangesloten,<br />

vóórdat de operatie begint. Hiermee<br />

worden tijdens de operatie belangrijke<br />

lichaamsfuncties zoals bloeddruk,<br />

hartslag en ademhaling goed in de<br />

gaten gehouden. U krijgt een infuus in<br />

uw arm, voor toediening van vocht en<br />

eventueel medicijnen. Bij de operatie<br />

wordt een snede in het onderbeen<br />

gemaakt van ongeveer 8 centimeter.<br />

Zonodig word er een drain (dun<br />

buigbaar slangetje) achtergelaten in<br />

de wond.<br />

De drain zorgt ervoor dat het overtollige<br />

bloed wordt afgevoerd, deze<br />

wordt na een dag verwijderd door<br />

een verpleegkundige. De operatie<br />

duurt ongeveer één uur.<br />

Na de operatie<br />

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer.<br />

Hier wordt uw toestand<br />

heel goed in de gaten gehouden: uw<br />

bloeddruk, polsslag en ademhaling<br />

worden regelmatig gecontroleerd. Na<br />

1 tot 2 uur, als u goed hersteld bent,<br />

gaat u weer terug naar uw kamer op<br />

de afdeling.<br />

Weer op de afdeling<br />

Op de afdeling controleren wij uw<br />

toestand regelmatig. Het kan zijn<br />

dat u nog wat slaperig of suf bent.<br />

Sommige patiënten voelen zich na de<br />

operatie misselijk en hebben geen zin<br />

in eten. In uw arm zit nog het infuus.<br />

U ligt op een zachte matras om de<br />

kans op doorliggen zo klein mogelijk<br />

te houden. U mag in bed zowel op<br />

uw rug, als op uw linker- en rechterzijde<br />

liggen. U mag tijdens en tot zes<br />

weken na de opname geen rolletje<br />

of kussentje onder de knie leggen.<br />

Dit om trombose te voorkomen en<br />

te voorkomen dat uw knie niet goed<br />

strekt.<br />

De eerste dag na de operatie wordt<br />

u op bed verzorgd. Na de verzor-<br />

8


ging mag u uit bed om op een stoel<br />

te gaan zitten. Diezelfde dag wordt<br />

onder begeleiding van een fysiotherapeut<br />

gekeken of u al een stukje kan<br />

lopen met krukken. U mag op geleide<br />

van de pijn uw knie buigen en strekken.<br />

U krijgt een stevige stoffen bandage<br />

om de knie (canvas brace) die u<br />

alleen hoeft te dragen tijdens het lopen.<br />

Op de eerste dag na de operatie<br />

wordt ook een controle röntgenfoto<br />

van uw knie gemaakt.<br />

Fysiotherapie<br />

De fysiotherapeut komt elke dag<br />

met u oefenen. Tijdens de opname<br />

besteden de fysiotherapeut en de<br />

verpleegkundige aandacht aan uw<br />

revalidatie, zodat u thuis gemakkelijk<br />

zelfstandig kunt functioneren. Hoe<br />

beter u oefent, hoe sneller u vooruit<br />

gaat. Als u thuis bent, gaat u door met<br />

fysiotherapie. U krijgt hiervoor een<br />

machtiging mee, als u naar huis gaat.<br />

Mogelijke complicaties en risico’s<br />

Infecties<br />

Om dit te voorkomen krijgt u tijdens<br />

en/of na de operatie antibiotica.<br />

Trombose en longembolie<br />

Bij trombose ontstaan er bloedstolsels<br />

in de bloedvaten. Als bloedstolsels<br />

een bloedvat afsluiten, ontstaat<br />

een embolie. Het weefsel dat door dit<br />

bloedvat wordt voorzien van zuurstof,<br />

krijgt dan te weinig bloed. Hierdoor<br />

kan schade aan dat weefsel ontstaan.<br />

Om dit te voorkomen krijgt u gedurende<br />

6 weken, één keer per dag<br />

bloedverdunnende medicijnen toegediend<br />

via een injectie Fragmin, tenzij<br />

uw arts u iets anders voorschrijft.<br />

Veelal gaat het om een spuitje dat u<br />

zichzelf één keer per dag moet toedienen.<br />

Wanneer u al bekend bent bij<br />

de trombosedienst, is dit waarschijnlijk<br />

anders. Een verpleegkundige geeft<br />

u hiervoor de benodigde instructies<br />

tijdens uw opname.<br />

Nabloeding<br />

Om een nabloeding te voorkomen<br />

zit er een strak verband om de knie<br />

dat 48 uur blijft zitten. Mogelijk is na<br />

de operatie een drain achtergelaten<br />

waardoor overtollig bloed afgevoerd<br />

kan worden.<br />

Zenuwletsel<br />

Dit treedt maar zelden op, maar kan<br />

aanleiding geven tot gevoelsstoornissen<br />

en krachtverlies in de voet.<br />

Meestal geneest dit geheel.<br />

Weer naar huis<br />

Als de specialist en de fysiotherapeut<br />

dit verantwoord vinden, kunt<br />

u meestal na drie tot vijf dagen het<br />

ziekenhuis weer verlaten. U krijgt dan<br />

de volgende papieren mee:<br />

9


• Een controle afspraak op de polikliniek<br />

Orthopedie bij de Nurse<br />

Practitioner, ongeveer twee weken<br />

na uw opname;<br />

• Een verwijzing om een röntgenfoto<br />

te laten maken. Deze foto moet u<br />

vóór de afspraak met uw orthopeed<br />

laten maken;<br />

• Een controleafspraak met de<br />

orthopeed, ongeveer zes weken na<br />

de operatie;<br />

• Een verwijzing voor verdere<br />

fysiotherapeutische behandeling<br />

en een overdracht voor uw eigen<br />

fysiotherapeut;<br />

• Een zogeheten medicatielijst. Deze<br />

lijst is het recept voor de medicijnen<br />

die u bij uw eigen apotheek<br />

moet (laten) halen.<br />

Wanneer moet u contact<br />

opnemen?<br />

U dient contact op te nemen met de<br />

polikliniek Orthopedie, als een van<br />

de volgende problemen ontstaan. In<br />

overleg met uw behandelend arts<br />

wordt dan bekeken wat er eventueel<br />

moet gebeuren.<br />

• Als de wond gaat lekken;<br />

• Als de wond rood of dik wordt en/<br />

of meer pijn gaat doen;<br />

• Als u niet meer op het geopereerde<br />

been kunt staan, terwijl dit<br />

daarvoor goed mogelijk was;<br />

• Als u temperatuurverhoging krijgt<br />

boven de 38.5 en zich niet goed<br />

voelt.<br />

U kunt de polikliniek Orthopedie tijdens<br />

kantooruren bereiken via telefoonnummer<br />

040-239 7180. Daarbuiten<br />

moet u in bovenstaande gevallen<br />

contact opnemen met de huisarts of<br />

de afdeling Spoed Eisende Hulp, telefoonnummer<br />

040-239 9600.<br />

Belangrijke leefregels<br />

voor thuis<br />

Het is belangrijk dat u zich tot uw<br />

afspraak met de orthopeed (na ongeveer<br />

zes weken), aan de volgende<br />

leefregels houdt:<br />

Gaan zitten en weer opstaan<br />

• Als u gaat zitten of op wil staan,<br />

dient u het geopereerde been iets<br />

vóór het niet-geopereerde been<br />

neer te zetten.<br />

• Als u gaat zitten, moet u het bed<br />

of de stoel tegen de achterkant<br />

van de benen voelen. Dit is het<br />

veiligst. Zet eerst de krukken aan<br />

de kant (of plaats ze om de polsen)<br />

en steun met beide handen op de<br />

leuningen van de stoel of op het<br />

bed. Gemakkelijk is een hoge stoel<br />

met armleuningen. In een lage stoel<br />

kunt u eventueel een stevig kussen<br />

leggen, zodat u wat hoger zit.<br />

• Als u wilt gaan staan, verplaatst<br />

u zich eerst naar de rand van de<br />

zitting, dus naar voren toe. Drukt<br />

10


u zich dan met beide armen naar<br />

voren vanaf de armleuningen.<br />

Lopen<br />

U leert na de operatie met twee krukken<br />

lopen. Hierbij is het belangrijk<br />

dat u vooruit kijkt, kijk dus niet naar<br />

de grond. Als u naar de voeten kijkt,<br />

verhoogt dat het risico op struikelen<br />

of vallen. Bovendien raakt u hiervan<br />

ook meer vermoeid. Loop rustig. Het<br />

is niet nodig dat u zich haast. Pas op<br />

voor natte en/ of gladde vloeren.<br />

Draag daarom stevige schoenen die<br />

goed aan de voeten zitten.<br />

Traplopen<br />

U oefent het traplopen met de fysiotherapeut.<br />

• Trap op: zet eerst het niet-geopereerde<br />

been neer en zet dan het<br />

geopereerde been en de kruk bij.<br />

• Trap af: Houdt altijd met een hand<br />

de trapleuning vast. Zet eerst een<br />

kruk en het geopereerde been neer<br />

en zet dan het niet-geopereerde<br />

been bij. Als u thuis gaat traplopen<br />

doe dit dan de eerste keren onder<br />

begeleiding. Dit leert u tijdens uw<br />

opname.<br />

Dagelijkse activiteiten<br />

U moet zes weken rust houden. U<br />

mag daarom niet sporten en in principe<br />

niet werken. Alleen als u zittend<br />

werk doet kunt u met uw behandelend<br />

arts overleggen of dit eerder<br />

mogelijk is.<br />

Pijn<br />

Bij ontslag krijgt u pijnstillers mee<br />

naar huis. De verpleegkundige legt uit<br />

hoe u deze dient te gebruiken.<br />

Slapen<br />

Wij raden u aan om zoveel mogelijk<br />

op uw rug te slapen. Zo strekt u uw<br />

knie goed wat erg belangrijk is! Wilt u<br />

toch op uw zij gaan liggen om de stuit<br />

te ontlasten, dan kan het prettig zijn<br />

om een kussen tussen de benen te<br />

leggen.<br />

Hechtingen<br />

Gedurende twee weken mag de wond<br />

niet nat worden. Na ongeveer twee<br />

weken worden de hechtingen verwijderd<br />

op de polikliniek Orthopedie.<br />

Hierna mag u douchen. Baden mag u<br />

echter pas na drie weken.<br />

Zwemmen<br />

Met zwemmen moet u nog even<br />

wachten. Tijdens uw controleafspraak<br />

met de orthopeed (zes weken na de<br />

operatie) kunt u vragen wanneer dit<br />

weer mag.<br />

Autorijden/fietsen<br />

U mag in elk geval de eerste zes<br />

weken niet zelf auto rijden omdat u<br />

hiervoor dan niet verzekerd bent. Na<br />

overleg met de fysiotherapeut kunt<br />

u meestal na ongeveer drie weken<br />

11


ustig op een hometrainer fietsen.<br />

Tijdens de controleafspraak zes<br />

weken na de operatie dient u met uw<br />

orthopeed te overleggen wanneer u<br />

weer zelf mag autorijden en gewoon<br />

fietsen. Meestal is dit na ongeveer<br />

zes weken mogelijk. Een fiets met een<br />

lage instap (damesfiets) is hierbij aan<br />

te raden.<br />

Oefenen<br />

U krijgt van de fysiotherapeut oefeningen<br />

om uw beenspieren te versterken<br />

en om de beweeglijkheid van uw<br />

knie te verbeteren. Dit doet u door<br />

regelmatig te bewegen en te lopen en<br />

dit af te wisselen met voldoende rust.<br />

Het kan zijn dat door het oefenen<br />

de knie reageert door wat dikker te<br />

worden of door warm aan te voelen.<br />

Het is dan raadzaam om de oefenactiviteiten<br />

en de loopafstand iets te verminderen.<br />

Bij zwelling kunt u de knie<br />

koelen met ijspakkingen (coldpacks).<br />

De meest gestelde<br />

vragen na een tibiakop<br />

<strong>osteotomie</strong><br />

Wanneer merk ik dat mijn klachten<br />

van vóór de operatie, minder<br />

worden?<br />

Na de operatie wordt de pijn geleidelijk<br />

minder. Tot drie à vier maanden<br />

na de operatie treedt er nog steeds<br />

verbetering op.<br />

Hoe lang blijft mijn knie dik?<br />

De zwelling vermindert meestal gedurende<br />

zes weken na ontslag. Het dik<br />

worden vermindert door ijs op de<br />

knie te houden, een elastische kous<br />

om te doen en het been regelmatig<br />

hoog te leggen. De zwelling is over<br />

het algemeen ‘s avonds het grootst en<br />

neemt af wanneer u goed de oefeningen<br />

blijft doen.<br />

Hoe vaak moet ik oefenen en<br />

hoe weet ik of ik teveel geoefend<br />

heb?<br />

Drie keer per dag 10 tot 15 minuten<br />

oefenen is voldoende. Voert u de<br />

oefeningen serieus uit, maar overdrijf<br />

niet. Wanneer u te veel heeft geoefend<br />

merkt u dit aan uw knie: deze<br />

wordt dan dik. U kunt uw knie dan<br />

het beste koelen door een washandje<br />

of ander zakje met ijs of een ‘coolpack’<br />

tegen de knie te houden. Een<br />

coolpack kunt u kopen bij apotheek of<br />

drogist.<br />

Wanneer mag ik weer autorijden?<br />

U mag pas weer zelf autorijden als u<br />

voldoende kracht in uw been heeft.<br />

Dit is per persoon verschillend. In<br />

overleg met uw behandelend arts<br />

mag u meestal na zes weken weer<br />

zelf autorijden. Lees hierover vooraf<br />

de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij<br />

door.<br />

12


Wanneer mag ik weer fietsen?<br />

Na ongeveer zes weken mag u in<br />

overleg met uw behandelend arts<br />

meestal weer (buiten) fietsen. Gebruik<br />

een damesfiets vanwege de lage<br />

instap. Het is aan te raden van tevoren<br />

te oefenen op een hometrainer.<br />

Wanneer mag ik douchen of in<br />

bad?<br />

U mag weer douchen zodra de hechtingen/nietjes<br />

zijn verwijderd, dit is<br />

na twee weken. In bad gaan mag pas<br />

na drie weken.<br />

Hoe lang moet ik de bloedverdunnende<br />

middelen blijven gebruiken?<br />

Wanneer u tijdens deze opname<br />

gestart bent met het gebruik van<br />

Fragmin, dan blijft u deze tot zes<br />

weken na de operatie gebruiken. Deze<br />

medicatie wordt daarna gestopt in<br />

overleg met uw orthopeed. Als u vóór<br />

de operatie al andere bloedverdunnende<br />

middelen gebruikte (die tijdelijk<br />

zijn gestopt), dan moet u hiermee<br />

pas weer beginnen in overleg met uw<br />

behandelend arts.<br />

ter bescherming van de hechtingen<br />

voldoende.<br />

Hoe lang moet ik gebruik maken<br />

van de krukken?<br />

U moet zeker tot de controle bij de<br />

orthopeed (na ongeveer zes weken)<br />

de beide krukken gebruiken.<br />

Tot slot<br />

Mocht u na het lezen van deze folder<br />

nog vragen hebben dan kunt u die<br />

stellen aan uw behandelend arts, of<br />

de verpleegkundige van de afdeling<br />

Orthopedie.<br />

Tijdens kantooruren kunt u contact<br />

opnemen met de verpleegkundigen<br />

van de afdeling Orthopedie<br />

(040-239 7550).<br />

Voor verdere informatie kunt u ook<br />

de volgende websites bekijken:<br />

www.cze.nl<br />

www.orthopaedie.nl<br />

Hoe verzorg ik mijn wond?<br />

De wond moet schoon en droog blijven.<br />

De huid rondom de hechtingen/<br />

nietjes kan er wat rood of geïrriteerd<br />

uitzien. Dit neemt af als na ongeveer<br />

14 dagen de hechtingen/nietjes zijn<br />

verwijderd. Tot die tijd is een pleister<br />

13


Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven<br />

Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!