Centrum Voor Afstandsonderwijs - Ondernemersschool
Centrum Voor Afstandsonderwijs - Ondernemersschool
Centrum Voor Afstandsonderwijs - Ondernemersschool
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
THUISSTUDIE<br />
PROEFHOOFDSTUK<br />
AFSLANKINGSCONSULENT<br />
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
Beste student,<br />
Bedankt voor je interesse in onze thuisstudie afslankingsconsulent - voedingsconsulent.<br />
Leven, er goed uitzien en je goed voelen zijn belangrijke hedendaagse maatschappelijke<br />
thema’s. Veel mensen willen graag wat gewicht verliezen, maar weten niet hoe eraan te<br />
beginnen. Er ligt op dit ogenblik dus een grote markt open voor afslankingsconsulenten!<br />
In deze uitgebreide thuiscursus worden alle aspecten van het beroep<br />
afslankingsconsulent(e) - voedingsconsulent helder uiteengezet. Aandacht gaat uit naar het<br />
samenstellen van een juist voedingspatroon. Je leert van een ervaren diëtiste hoe je<br />
mensen naar hun ideale gewicht en een gezonde, evenwichtige voeding kunt begeleiden. Op<br />
deze manier verbeter je niet alleen het eet- en leefpatroon van je cliënt op korte termijn. Door<br />
jouw begeleiding zal je cliënt ook op langere termijn gezonde en evenwichtige eetgewoontes<br />
ontwikkelen.<br />
Je komt alles te weten over reinigingskuren en verdiept je in de leer over verborgen vetten,<br />
afslankende voedingsvezels en vitamines. Je geeft je cliënten een nieuwe, zuivere start en<br />
behoedt hen voor herval in ongezonde gewoontes. Je oefent meettechnieken en leert over<br />
de ideale minimale lichaamsbeweging. Hiermee kan je onmiddellijk aan de slag in<br />
afslankingsstudio’s of wellness- en fitnesscentra. Je kan ook persoonlijk voedingsadvies aan<br />
huis geven of een winkel met voedingssupplementen uitbaten. De voedingsdriehoek en vele<br />
andere aspecten uit de wetenschappelijke voedingsleer komen aan bod. De kennis ervan<br />
geeft je een theoretische onderbouw en een gemakkelijke leidraad bij het opstellen van<br />
gepersonaliseerde voedingsschema’s. De cursus is zeer overzichtelijk en bestaat uit<br />
volgende grote onderdelen:<br />
Gewicht en overgewicht<br />
In dit boeiende cursusonderdeel leer je wat overgewicht is en hoe je het kan meten.<br />
Mogelijke oorzaken en gevolgen komen uitgebreid aan bod. Je maakt kennis met<br />
verschillende behandelingsmethodes van overgewicht.<br />
2
Energie<br />
In de hoofdstukken ‘energie’, ‘energieleverende voedingsstoffen’ en ‘vitaminen en mineralen’<br />
word je ondergedompeld in de energieleer. Je komt alles te weten over energiebehoefte en –<br />
verbruik en leert de energetische waarde van voedsel berekenen. Factoren die de<br />
energiebehoefte beïnvloeden worden op een heldere manier uiteengezet. Het belang en de<br />
werking van vetten, koolhydraten, eiwitten en voedingsvezels worden uitvoerig besproken.<br />
De verschillende vitamines worden overzichtelijk uiteengezet.<br />
Spijsvertering en stofwisseling<br />
In dit hoofdstuk worden de verschillende spijsverteringsorganen elk apart besproken. Je<br />
doorloopt het volledige spijsverteringsproces en leert alles over het belang van een gezonde<br />
darmflora.<br />
De actieve voedingsdriehoek<br />
Een evenwichtige en gezonde voeding begint bij de actieve voedingsdriehoek. Je leert alles<br />
over graanproducten, aardappelen, vlees, vis en vervangproducten. Ook lichaamsbeweging<br />
wordt hier uitgebreid behandeld. Je komt te weten hoe je gezond en lekker kan eten!<br />
Diëten<br />
Nadat je kennis hebt vergaard over de oorzaken van overgewicht, verdiep je je in<br />
verschillende vermageringsmethoden. Een vermageringsdieet en verschillende<br />
vermageringsmethoden worden op een duidelijke manier uiteengezet.<br />
Ziekten en aandoeningen<br />
Cholesterol, lage bloeddruk en hart- en vaatziekten zijn slechts enkele thema’s die in dit<br />
cursusonderdeel behandeld worden. Je leert alles over gezond bewegen, overgewicht bij<br />
zwangerschap en maagverkleiningen. Ook eetstoornissen en diabetes worden in dit deel<br />
uitvoerig besproken.<br />
3
Op de volgende pagina bieden we je graag een gratis proefles aan van de thuisstudie<br />
afslankingsconsulent(e). Je vindt hierin de volledige inhoudstafel, één hoofdstuk van de<br />
cursus en een vragenreeks terug. Ook lees je er de manieren waarop je je professionele<br />
docent persoonlijk kan contacteren wanneer je vragen hebt. Door deze gratis proefles kan je<br />
alvorens je in te schrijven al eens rustig bekijken op welke manier en uit welke delen de<br />
cursus is opgebouwd. Daarnaast kom je ook meer te weten over het reilen en zeilen van de<br />
school, de manier waarop je je taken inlevert bij je docent, stage loopt,… Dankzij deze<br />
proefles weet je kortom waar je je aan kan verwachten!<br />
Zou je graag de volledige cursus inkijken alvorens je in te schrijven? Kom dan eens langs in<br />
één van onze vestigingen in Antwerpen, Gent of Hasselt. Onze medewerkers zullen je graag<br />
verder helpen en je inzage geven in een exemplaar van de cursus die je graag wil volgen!<br />
Onze secretariaten zijn gevestigd op volgend adres:<br />
Secretariaat Antwerpen: Frankrijklei 127, 2000 Antwerpen<br />
Secretariaat Gent: Elfjulistraat 39a, 9000 Gent<br />
Secretariaat Hasselt: Simpernelstraat 27, 3511 Kuringen<br />
Op de volgende pagina’s geven we je een voorproefje van de cursus. Hierin vind je:<br />
- Informatie over je docent<br />
- De volledige inhoudstafel van de cursus<br />
- Een gratis hoofdstuk uit de cursus<br />
- Een representatieve vragenreeks voor het examen<br />
- Een inschrijvingsformulier<br />
- Informatie over de opleiding en de school<br />
4
INHOUDSTAFEL<br />
1 Inleiding<br />
2 De actieve voedingsdriehoek<br />
2 1. Lichaamsbeweging<br />
2 2. Vocht<br />
2 3. Graanproducten en aardappelen<br />
2 4. Groenten en fruit<br />
2 5. Melkproducten, kaas en plantaardige alternatieven (+ calcium verrijkt)<br />
2 6. Vlees, vis, gevogelte, eieren en vleesververvangers<br />
2 7. Smeer en bereidingsvet<br />
2 8. Restgroep<br />
3 Vegetarisme<br />
3 1. Inleiding<br />
3 2. Is vegetarisch gezond?<br />
3 3. Knelpunten<br />
3.3.1 Eiwitten<br />
3.3.2 Ijzer<br />
3.3.3 Calcium<br />
3.3.4 Vitamine B12<br />
3.3.5 Essentiële vetzuren<br />
5
3 4. Samenstellen van de maaltijd<br />
3 5. Wat is …?<br />
4 Gewicht en overgewicht<br />
4 1. Definitie<br />
4 2. Meten van overgewicht<br />
4.2.1 Weegschaal<br />
4.2.2 Weegschaal met vetpercentagemeter<br />
4.2.3 BMI<br />
4.2.4 Tailleomtrek<br />
4.2.5 Huidplooimeting<br />
4 3. Oorzaken van overgewicht<br />
4.3.1 Voedingsfactoren<br />
4.3.2 Stofwisseling – schildklier<br />
4.3.3 Lichamelijke activiteit<br />
4.3.4 Hormonen<br />
4.3.5 Erfelijke factoren<br />
4.3.6 Medicijnen<br />
4.3.7 Overige lichamelijke factoren<br />
4.3.8 Psychologische factoren<br />
4.3.9 Nicotine<br />
4 4. Problemen bij overgewicht<br />
6
4.4.1 Lichamelijke gevolgen<br />
4.4.2 Psychosociale gevolgen<br />
4 5. Methoden om te vermageren<br />
4.5.1 Gezonde voeding<br />
4.5.2 Gedrag<br />
4.5.3 Beweging<br />
5 Diabetes<br />
5 1. Inleiding<br />
5 2. Indeling<br />
5.2.1 Type 1<br />
5.2.2 Type 2<br />
5.2.3 Zwangerschapsdiabetes<br />
5 3. Behandeling<br />
5.3.1 Gezonde voeding<br />
5.3.2 Lichaamsbeweging<br />
5.3.3 Orale antidiabetica of insuline<br />
5.3.4 Educatie<br />
5 4. Complicaties<br />
5.4.1 Acute complicaties<br />
5.4.2 Chronische complicaties<br />
7
6 Energie<br />
6 1. Energiebronnen<br />
6 2. Energiebehoefte / energieverbruik<br />
6 3. Factoren die de energiebehoefte beïnvloeden<br />
6.3.1 Lichaamsgewicht en lichaamssamenstelling<br />
6.3.2 Leeftijd<br />
6.3.3 Geslacht<br />
6.3.4 Groei, zwangerschap, lactatie,….<br />
6.3.5 Hormonen<br />
6.3.6 Voedingstoestand – gezondheidstoestand<br />
6.3.7 Klimaat<br />
6.3.8 Medicatie<br />
6.3.9 Stress<br />
6.3.10 Lichamelijke activiteit<br />
6 4. Totale energiebehoefte (= En)<br />
7 Energieleverende voedingsstoffen en water<br />
7 1. Bouw van eiwitten<br />
7 2. Aanbevolen hoeveelheden<br />
7 3. Aanwezigheid in voedingsmiddelen<br />
7 4. Functies van eiwitten<br />
7 5. Essentiële, semi-essentiële en niet-essentiële aminozuren<br />
8
7 6. De biologische waarde<br />
7 7. Kwaliteit van eiwitten<br />
7 8. Eiwitondervoeding<br />
7 9. Toxiciteit<br />
7 10. Bouw van vetten<br />
7 11. Aanbevolen hoeveelheden<br />
7 12. Aanwezigheid in voedingsmiddelen<br />
7 13. Functies van vetten<br />
7 14. Cholesterol<br />
7 15. Plantensterolen<br />
7 16. Bouw van koolhydraten<br />
7 17. Aanbevolen hoeveelheden<br />
7 18. Aanwezigheid in voedingsmiddelen<br />
7 19. Functies van koolhydraten<br />
7 20. Voedingsvezel<br />
7 21. Alcohol<br />
7 22. Water<br />
8 Alternatieve vermageringsmethoden<br />
8 1. Proteïnedieet<br />
8 2. Atkinsdieet<br />
8 3. Het nuldieet<br />
9
8 4. Het brooddieet<br />
8 5. Herbalive<br />
8 6. Montignac dieet<br />
8 7. Medicatie: Orlistat (Xenical – Alli)<br />
8 8. Voedingssupplementen en fytotherapie<br />
9 Vermageringsdieet<br />
9 1. Definitie<br />
9 2. Fysiologie van het vermageren<br />
9 3. Behandeling van obesitas<br />
9.3.1 Snelheid van gewichtsafname<br />
9.3.2 Verzadiging van de maaltijden<br />
9.3.3 Voedingsvezel<br />
9.3.4 Glycemie<br />
9.3.5 Vocht<br />
9.3.6 Zoetstoffen<br />
9.3.7 Keuze en bereiding<br />
9.3.8 Verdere adviezen<br />
9 4. Gedragstherapie<br />
10 Bariatrische heelkunde<br />
10 1. Gastric banding<br />
10 2. Gastric bypass<br />
10
10 3. Maagballon<br />
10 4. Sleeve-gastrectomie<br />
10 5. Duodenal switch<br />
10 6. Redo-chirurgie<br />
11 Zoetstoffen<br />
11 1. Wettelijke eisen aan zoetstoffen<br />
11 2. Zoetstof in voedingsmiddelen<br />
11 3. Zijn zoetstoffen schadelijk?<br />
11 4. <strong>Voor</strong> wie best geen zoetstoffen!<br />
11 5. Indeling van de zoetstoffen<br />
11.5.1 Intensieve zoetstoffen<br />
11.5.2 Extensieve zoetstoffen<br />
11.5.3 Natuurlijke zoetstoffen<br />
11.5.4 Diversen<br />
12 Zwangerschap en lactatie<br />
12 1. Inleiding<br />
12 2. Voedingsbehoeften<br />
12 3. Voedingsadviezen tijdens de zwangerschap<br />
12.3.1 Toxoplasmose<br />
12.3.2 Listeriose<br />
12.3.3 Alcohol<br />
11
12.3.4 Roken<br />
12 4. Zwangerschapsproblemen<br />
12.4.1 Obstipatie<br />
12.4.2 Misselijkheid<br />
12.4.3 Reflux<br />
12.4.4 Zwangerschapsdiabetes<br />
12.4.5 Gekke trek<br />
12.4.6 Zwangerschapsvergiftiging<br />
12 5. Vermagering<br />
13 Vitaminen en mineralen<br />
13 1. Vitaminen<br />
13.1.1 Definitie<br />
13.1.2 Naamgeving<br />
13.1.3 Functies van vitaminen<br />
13.1.4 Aanbevolen hoeveelheden<br />
13.1.5 Indeling<br />
13 2. Mineralen<br />
13.2.1 Definitie<br />
13.2.2 Huidige aanbevolen hoeveelheden<br />
13.2.3 Indeling<br />
14 Gezond bewegen en voeding<br />
12
14 1. Het belang van lichamelijke activiteit<br />
14 2. Bewegen, hoe en hoeveel?<br />
14 3. Voeding en sport<br />
14.3.1 Aëroob – anaëroob<br />
14.3.2 Algemene voedingsrichtlijnen<br />
14 4. Vocht<br />
14.4.1 Hoeveel vocht is er nodig?<br />
14 5. Voedingssupplementen<br />
15 Spijsvertering en absorptie<br />
15 1. Inleiding<br />
15 2. De mondholte<br />
15 3. De tong<br />
15 4. De keelholte<br />
15 5. De slokdarm<br />
15 6. De maag<br />
15 7. De twaalfvingerige darm (of duodenum)<br />
15 8. De dunne darm<br />
15 9. De dikke darm (of colon)<br />
16 Hart- en vaatziekten, hypertensie<br />
16 1. Inleiding<br />
16 2. Risicofactoren op hart- en vaatziekten<br />
13
16.2.1 Niet-beïnvloedbare risicofactoren<br />
16.2.2 Beïnvloedbare risicofactoren<br />
16 3. Bloedsomloop<br />
16.3.1 Opbouw bloedsomloop<br />
16.3.2 Pompwerking van het hart<br />
17 Bijlagen<br />
14
Woord van de docent<br />
Beste student,<br />
Welkom bij de opleiding afslankingsconsulent(e) van het <strong>Centrum</strong> voor <strong>Afstandsonderwijs</strong>!<br />
Mijn naam is Hyacinthe <strong>Voor</strong>spoels en als diëtiste en orthomoleculair therapeute ben ik<br />
een groot voorstander van gezonde en evenwichtige voeding. Ik help cliënten in België en<br />
Nederland en ik ben dan ook vaak in praktijken in beide landen te vinden. In 1990 ben ik<br />
gegradueerd in voeding en dieetleer aan het HTI in Brugge en behaalde ik mijn<br />
getuigschrift als diabeteseducator en orthomoleculair therapeute. Daarna ben ik tien jaar<br />
werkzaam geweest als diëtiste in het AZ Klina in Brasschaat. Sinds 2002 ben ik zelfstandig<br />
diëtiste en werk ik samen met artsen, specialisten, osteopaten en collega-diëtisten. Vanaf<br />
2004 ben ik ook diëtiste/diabeteseducator voor de diabetesconventie en obesitaskliniek van<br />
het AZ Sint-Maarten in Mechelen. Daarnaast geef ik regelmatig bijscholing in<br />
voedselallergieën, voedselintoleranties en diabetes en geef ik voorlichting over voeding aan<br />
organisaties, scholen, bedrijven en beroepsverenigingen. In mijn vrije tijd ben ik voorzitter<br />
van de commissie zelfstandige diëtisten van de beroepsvereniging VBVD. Ik begeleid tevens<br />
eindejaarsstudenten in hun eindwerk en op hun stage. Tot slot ben ik ook al jarenlang docent<br />
van de cursus waar jij op dit moment interesse in toont. In deze cursus heb ik mijn<br />
jarenlange ervaring en opgebouwde kennis samengebundeld om jou op een<br />
professionele en correcte manier op te leiden tot Afslankingsconsulent(e)!<br />
De dag van vandaag maken een gezonde voeding en levenswijze een belangrijk deel uit<br />
van onze maatschappij. Een gezonde levensstijl helpt je om energiek en vitaal door het leven<br />
te gaan. In deze opleiding gaat de aandacht uit naar het samenstellen van een juist<br />
voedingspatroon. Je leert van een ervaren diëtist hoe je mensen naar hun ideale gewicht<br />
en een gezonde, evenwichtige voeding begeleidt.<br />
Op deze manier verbeter je niet alleen het eet- en leefpatroon van je cliënten op korte<br />
termijn. Door jouw begeleiding zal je cliënt ook op langere termijn gezonde en evenwichtige<br />
eetgewoontes ontwikkelen. Je oefent meettechnieken en leert over de ideale<br />
lichaamsbeweging.<br />
15
Hiermee kan je onmiddellijk aan de slag in afslankingsstudio’s of wellness- en<br />
fitnesscentra. Je kan ook persoonlijk voedingsadvies aan huis geven of een winkel met<br />
voedingssupplementen uitbaten.<br />
Verder komen er ook onderwerpen aan bod als diabetes, hypercholesterie en bariatrische<br />
heelkunde. Zo heb je een heel ruime kennis op het gebied van voeding zodat je gepast<br />
voedingsadvies kan verlenen aan iedereen!<br />
Bovendien bevat deze cursus ook veel praktijkoefeningen en cases. Als je ze hebt<br />
opgelost, kan je deze steeds per mail of per post aan mij bezorgen. Ik kijk deze dan met veel<br />
plezier na en bezorg je de nodige feedback.<br />
Ik wens je alvast veel succes met je nieuwe studie toe!<br />
Je docente,<br />
Hyacinthe <strong>Voor</strong>spoels<br />
Erkend afslankingsconsulente<br />
16
Op de volgende pagina vind je een gratis onderdeel uit de cursus terug. Bepaalde termen of<br />
woorden worden in eerdere hoofdstukken uitgelegd. Dit deel bouwt hierop verder. Heb je je<br />
ingeschreven voor de volledige cursus en heb je toch nog vragen of wens je wat extra<br />
voorbeelden? Dan kan je steeds terecht bij je professionele docente Hyacinthe<br />
<strong>Voor</strong>spoels. Tijdens deze opleiding heb je recht op één jaar gratis begeleiding van je<br />
docente via e-mail. Zij antwoordt op al jouw vragen, zodat je de cursus volledig begrijpt!<br />
17
GRATIS HOOFDSTUK<br />
HOOFDSTUK 4: GEWICHT EN OVERGEWICHT<br />
4. Gewicht en overgewicht<br />
Als afslankingconsulent is het belangrijk dat je kan bepalen of je cliënt te kampen heeft met<br />
obesitas, overgewicht, een normaal gewicht of ondergewicht. Het is erg belangrijk dat je<br />
goed weet hoe je een gezond gewicht van je cliënt kan<br />
bepalen. Daarom zal in dit hoofdstuk uitgebreid<br />
ingegaan worden op de meetmethodes. Verder worden<br />
de gevolgen van zwaarlijvigheid bekeken, hoe<br />
zwaarlijvigheid behandeld kan worden en ten slotte<br />
wordt er stilgestaan bij het voorkomen of ook wel de<br />
prevalentie van zwaarlijvigheid. Maar wat is<br />
zwaarlijvigheid nu juist?<br />
4.1 Definitie<br />
Obesitas, overgewicht, zwaarlijvigheid, … : allemaal woorden die gebruikt worden om aan te<br />
duiden dat een iemand te kampen heeft met een teveel aan kilo’s. Als toekomstig<br />
afslankconsulent zul je deze woorden kunnen plaatsen in een juiste context.<br />
Wanneer je cliënt zich in het stadium van overgewicht bevindt, wil dit zeggen dat de energieinname<br />
hoger ligt dan het energieverbruik. Dit wordt ook wel de positieve energiebalans<br />
genoemd. Bij obesitas zal de energiebalans meer positief zijn dan bij overgewicht. Een<br />
positieve energiebalans leidt tot opstapeling van deze energie-reserves in de vorm van vet.<br />
Energie-inname is dat wat een persoon dagelijks eet. Dit kan uitgedrukt worden in<br />
kilocalorieën (kcal), in de volksmond ook wel calorieën genoemd. De hoeveelheid energie<br />
die voedingsmiddelen bevatten, kunnen meestal teruggevonden worden op de verpakking<br />
van het product. Verder bestaan er ook tabellen waar de hoeveelheid energie van bepaalde<br />
voedingsmiddelen kunnen worden in opgezocht. In België bestaat de Nubel-tabel, in<br />
Nederland wordt de Nevo-tabel meestal gebruikt.<br />
18
Energieverbruik is het aantal calorieën die worden verbruikt. De link tussen energieverbruik<br />
en sport wordt erg snel gelegd, maar mensen verbruiken altijd energie, zelfs ’s nachts,<br />
wanneer men slaapt. De hoeveelheid calorieën die verbruikt wordt, verschilt wel. Hoe<br />
intensiever de inspanning, hoe meer calorieën men<br />
verbruikt. Men zal dus veel meer calorieën verbruiken bij het<br />
lopen van een wedstrijd, dan bij een partijtje minigolf.<br />
De twee kenmerken van overgewicht zijn een te grote<br />
vetvoorraad en een te hoog lichaamsgewicht in verhouding<br />
tot de lichaamslengte. De combinatie van deze twee<br />
kenmerken zijn belangrijk. Het is namelijk ook mogelijk een<br />
te hoog lichaamsgewicht te hebben, zonder dat er sprake is<br />
van een te grote vetvoorraad. Dit komt bijvoorbeeld vaak<br />
voor bij bodybuilders en andere topsporters. Zij leggen soms<br />
een (te) grote spiermassa aan om goed te kunnen<br />
presteren. Deze spiermassa weegt meer dan vetweefsel.<br />
Ook het vasthouden van vocht kan zorgen voor overgewicht. De hoeveelheid vocht in het<br />
lichaam kan variëren. Bij bepaalde ziektes, maar ook door bepaalde medicijnen kan het<br />
lichaam grote hoeveelheden vocht vasthouden en opslaan. Op kleine schaal zien we dit bij<br />
vrouwen tijdens hun menstruatie. Vlak voor de menstruatieperiode kan vocht worden<br />
vastgehouden. Na de menstruatie scheidt het lichaam dit vocht weer af. Hou dit dus in je<br />
achterhoofd wanneer vrouwen je raadplegen!<br />
Overgewicht is dus een te grote hoeveelheid lichaamsvet als gevolg van een langdurige<br />
positieve energiebalans.<br />
4.2 Meten van overgewicht<br />
4.2.1 Weegschaal<br />
Het is erg belangrijk dat je personen steeds weegt in vergelijkbare omstandigheden. Je dient<br />
er bijvoorbeeld op te letten dat je cliënt steeds zijn schoenen en zware jas uittrekt voordat je<br />
hem of haar op de weegschaal zet. Ook is het belangrijk dat je er rekening mee houdt dat je<br />
de cliënt steeds op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag weegt.<br />
19
Het verschil tussen een ochtend- en een avondweging kan tot meer dan 1 kg bedragen! Tot<br />
slot is het van belang dat je dezelfde weegschaal gebruikt.<br />
Om het lichaamgewicht van je cliënt zo objectief mogelijk te kunnen beoordelen, is het ook<br />
van belang dat je de weegschaal steeds op de dezelfde plaats laat staan.<br />
4.2.2 Weegschaal met vetpercentagemeter<br />
Tegenwoordig maken veel gezondheidswerkers en afslankcentra gebruik van een<br />
weegschaal die ook het vetpercentage meet. Dit soort meting staat bekend onder de naam<br />
bio-elektrische impedantiemeting. Het principe van deze weegschaal steunt op het feit dat<br />
vetcellen een andere samenstelling hebben dan andere lichaamscellen. De bio-elektrische<br />
impedantiemeter meet het vetpercentage door een lichte elektrische stroom door het<br />
lichaam te sturen. Daarbij staat je cliënt op een soort van weegschaal en houdt daarbij twee<br />
metalen staven vast. De meting is volledig pijnloos. Omdat vetcellen minder vocht bevatten<br />
dan andere lichaamscellen, is de weerstand groter voor de elektrische stroom die door de<br />
vetcellen gaat. Op die manier kan het toestel het vetpercentage van je cliënt berekenen. Het<br />
vetpercentage komt dan na enkele seconden op een display tevoorschijn.<br />
Toch zijn er bij deze methode ook een aantal aandachtspunten. Indien je cliënt veel vocht<br />
heeft verloren - bijvoorbeeld bij ernstige diarree - is de methode niet altijd volledig<br />
betrouwbaar. Personen die de handvaten stevig vastgrijpen, zullen soms ook een ander<br />
resultaat krijgen dan personen die de handvaten slechts lichtjes vastnemen. Bij deze<br />
methode moet de cliënt ook steeds met blote voeten op de weegschaal gaan staan.<br />
Belangrijk is ook dat personen met elektrische implantaten, bijvoorbeeld een pacemaker, niet<br />
op dit soort van weegschaal mogen gewogen worden. Bij twijfel moet je steeds een arts<br />
raadplegen!<br />
4.2.3 BMI<br />
De Body Mass Index is een meer nauwkeurige maat om te bepalen of je cliënt last heeft<br />
van overgewicht en als dit het geval is, in welke mate. <strong>Voor</strong> de BMI heb je het<br />
lichaamsgewicht van de cliënt nodig. Verder houdt deze methode ook rekening met de<br />
lengte van je cliënt.<br />
20
De BMI wordt als volgt bepaald:<br />
BMI = gewicht gedeeld door (lengte x lengte)<br />
(met gewicht in kilogram en lengte in meter)<br />
Classificatie<br />
BMI<br />
Ondergewicht < 18,5<br />
Gezond gewicht 18,5 – 24,9<br />
Overgewicht 25,0 – 29,9<br />
Obesitas<br />
Klasse 1<br />
Klasse 2<br />
30,0 – 34,9<br />
35,0 – 39,9<br />
Morbide obesitas > 40<br />
Toch heeft het gebruik van de BMI ook een aantal beperkingen. De BMI geeft bijvoorbeeld<br />
een vertekend beeld bij sporters. Topsporters hebben weinig vetmassa en veel spiermassa.<br />
Spiermassa weegt meer dan vetmassa. Als je 1kg vetmassa naast<br />
1kg spiermassa zou leggen, neemt de hoeveelheid spiermassa een<br />
kleiner volume in dan de hoeveelheid vetmassa. Het is bij topsporters<br />
dan ook niet aangewezen om ze een vermageringsdieet te laten<br />
volgen. Verder mag de BMI ook niet gebruikt worden bij kinderen.<br />
Omdat kinderen nog volop in ontwikkeling zijn en moeten groeien,<br />
wordt bij hen nooit gebruik gemaakt van de BMI.<br />
<strong>Voor</strong> kinderen zijn de percentielcurven ontwikkeld, om te bepalen of<br />
een kind al dan niet aan zwaarlijvigheid lijdt.<br />
21
4.2.4 Tailleomtrek<br />
Om de gezondheid van je cliënt te kunnen bepalen, is niet enkel de BMI een belangrijke<br />
parameter. De laatste jaren wordt er veel aandacht geschonken aan de middelomtrek of de<br />
buikomtrek.<br />
Uit studies is namelijk gebleken dat personen met vetopstapeling ter hoogte van de buik (ook<br />
wel abdominale obesitas of appelvorm genoemd) meer gezondheidsrisico lopen dan<br />
personen met een kleinere buikomtrek. Vetopstapeling op de billen en heupen (peermodel)<br />
is minder nadelig voor de gezondheid. Abdominale obesitas komt meer voor bij mannen dan<br />
bij vrouwen, hoewel dit bij vrouwen na de<br />
menopauze ook vaker voorkomt.<br />
Als afslankconsulent is het belangrijk dat je er<br />
weet dat een te hoge middelomtrek gepaard<br />
gaat met een verhoogd risico op diabetes type<br />
2, hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten.<br />
De middelomtrek meet je met behulp van een<br />
lintmeter, ter hoogte van de navel van je cliënt. Verder moet je er rekening mee houden dat<br />
je de lintmeter niet te hard aantrekt, maar dat je ook niet te losjes meet. Je meet het best<br />
terwijl je cliënt rechtop staat en net volledig uitgeademd heeft. Het spreekt voor zich dat je<br />
niet over de kleding heen meet. Het meten van de middelomtrek is vooral belangrijk bij<br />
personen met een BMI die binnen de klasse gezond gewicht of overgewicht valt. Bij<br />
personen met een BMI van > 35 is het niet echt nodig om de taille-omtrek te meten, omdat<br />
deze personen zeer waarschijnlijk al een erg hoog gezondheidsrisico lopen.<br />
Verhoogd risico<br />
Sterk verhoogd risico<br />
Mannen > 94 cm > 102 cm<br />
Vrouwen > 80 cm > 88 cm<br />
22
4.2.5 Huidplooimeting<br />
Met behulp van een huidplooimeter wordt de onderhuidse vetlaag gemeten aan de<br />
achterzijde van de bovenarm, onder het schouderblad en net boven het heupbeen. De<br />
meting gebeurt in millimeters, de som van de vetplooidikten geeft aan hoeveel procent<br />
lichaamsvet er aanwezig is.<br />
De huidplooimeting is een techniek die tegenwoordig minder toegepast wordt dan vroeger.<br />
Bij de huidplooimeting zal je gebruikmaken van een huidplooimeter (verkrijgbaar in een<br />
medische speciaalzaak) waarbij je op een aantal plaatsen van het lichaam de dikte van een<br />
huidplooi meet.<br />
Deze plaatsen bevinden zich ter hoogte van de biceps, triceps, onder het schouderblad en<br />
net boven het bovenste punt van het heupbeen. De resultaten van deze vier metingen<br />
worden dan opgeteld en met behulp van tabellen wordt het vetpercentage van je cliënt<br />
berekend. Deze methode vereist erg veel oefening en ervaring!<br />
Tegenwoordig bestaan er huidplooimeters met een grotere schaalverdeling waarbij het<br />
mogelijk is om het vetpercentage van personen met obesitas te meten.<br />
Normaal vetpercentage voor mannen:<br />
17-29 jaar: 15%<br />
30-39 jaar: 17,5%<br />
40-49 jaar: 20%<br />
+ 50 jaar: 20%<br />
Normaal vetpercentage voor vrouwen:<br />
17-29 jaar: 25%<br />
30-39 jaar: 27,5%<br />
40-49 jaar: 30%<br />
+ 50 jaar: 30%<br />
23
Normaal vetpercentage bij (top)sporters<br />
mannen wedstrijdtop: 6-8%<br />
vrouwen wedstrijdtop: 15-18%<br />
4.3 Oorzaken van overgewicht<br />
4.3.1 Voedingsfactoren<br />
Overgewicht ontstaat wanneer er meer energie via de voeding wordt opgenomen dan dat er<br />
wordt verbruikt. We hebben energie nodig om in leven te blijven: onze stofwisseling gaat 24<br />
uur per dag door, ons hart moet blijven kloppen, onze ademhaling moet blijven doorgaan, de<br />
nieren moeten hun rol als zuiveringsinstallatie blijven vervullen en ons lichaam moet op<br />
temperatuur blijven. Al deze lichaamsarbeid kost energie. Deze energie verkrijgen we via<br />
ons voedsel.<br />
Door ingenieuze processen wordt de voeding in ons spijsverteringsstelsel afgebroken, in het<br />
bloed opgenomen en vervoerd naar alle organen en weefsels die de voedingsstoffen nodig<br />
hebben. Dit noemen we basaal metabolisme.<br />
In de ideale situatie nemen we evenveel energie op met onze voeding als we verbruiken.<br />
Eten we te weinig, dan verbruikt het lichaam meer dan er wordt aangevoerd en vermageren<br />
we. We spreken dan van een negatieve energiebalans. Eten we gedurende lange tijd meer<br />
dan we verbruiken, dan komen we aan. Dit noemen we<br />
een positieve energiebalans. Wanneer er meer energie<br />
wordt opgenomen dan voor het lichaam nodig is, wordt het<br />
overtollige opgeslagen in de vorm van vet. Een te grote<br />
energieopname in verhouding tot het energieverbruik kan<br />
een gevolg zijn van verkeerde voedingsgewoonten.<br />
4.3.2 Stofwisseling – schildklier<br />
De stofwisseling werkt niet altijd op hetzelfde niveau, de werking hangt af van verschillende<br />
factoren. De stofwisseling is afhankelijk van de hoeveelheid energie die wordt ingenomen: bij<br />
teveel voeding neemt de stofwisseling toe, bij een te lage voedingsinname neemt deze af.<br />
24
Dit laatste betekent dat het lichaam toe zou komen met nog minder voeding. In de praktijk<br />
zie je dan ook dat men beter afvalt bij een matige dan bij een strenge energiebeperking.<br />
De stofwisselingssnelheid wordt mede bepaald door de schildklier. Vaak wordt overgewicht<br />
toegeschreven aan een traag werkende schildklier. Wanneer een cliënt op consultatie krijgt<br />
die schildklierproblemen heeft en een Eltyrone, Ethyrox of een schildklierpreparaat neemt,<br />
kan dat als gevolg hebben dat hij of zij moeilijker zal kunnen vermageren. Dat komt doordat<br />
zijn of haar hormoonpeil niet op het juiste niveau is. Op het laboverslag in bijlage zal je de<br />
waarden T3 en T4 vermeld zien staan. Dit zijn de indicaties voor het schildklierhormoon.<br />
4.3.3 Lichamelijke activiteit<br />
Zoals reeds aan bod kwam, ontstaat er een positieve energiebalans als er meer energie<br />
wordt opgenomen dan er wordt verbruikt.<br />
Het energieverbruik wordt grotendeels bepaald door vitale levensprocessen zoals de<br />
stofwisseling, de ademhaling en de hartslag. Daarnaast speelt lichamelijke activiteit een<br />
grote rol. Gebrek aan lichaamsbeweging draagt bij aan het ontstaan van overgewicht.<br />
Veel mensen gaan met de auto naar hun werk. Hierdoor wordt er weinig energie verbruikt,<br />
waardoor het lichaamsgewicht toe zal nemen als het voedingspatroon hier niet op aangepast<br />
wordt. Het heeft dan ook weinig nut om veel aan sport te doen, als je tegelijkertijd heel<br />
ongezond eet en drinkt. Denk maar eens aan die vele wielertoeristen die na hun rit een<br />
biertje drinken op het terras met een blokje kaas erbij.<br />
4.3.4 Hormonen<br />
De hormonen uit de bijnieren spelen een rol bij de opslag van vet. Wanneer er een<br />
overproductie is van deze hormonen - wat voor kan komen bij bepaalde ziekten of door<br />
medicijnen - neemt de vetopslag toe.<br />
De vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogenen) en oestrogeenpreparaten (de pil) kunnen<br />
het hongergevoel versterken. Vaak zie je dat vrouwen meer honger krijgen vlak voor ze<br />
menstrueren.<br />
Dit is toe te schrijven aan een verhoogde productie van oestrogenen. Wanneer je iemand op<br />
consultatie krijgt tijdens de menstruatie kan het zijn dat die persoon de ene week bijna niets<br />
vermagert en de week erop wel. De periode van de menstruatie zorgt ervoor dat een vrouw<br />
zeer moeilijk kan vermageren.<br />
25
4.3.5 Erfelijke factoren<br />
Nog niet zolang geleden werd er gelachen wanneer iemand beweerde dat hij of zij aanleg<br />
had om dik te worden. Als dikke ouders dikke kinderen hadden dan kwam dit omdat er in<br />
zo’n gezin gewoonweg te veel of verkeerd gegeten werd.<br />
Tegenwoordig weet men dat erfelijke factoren wel<br />
degelijk een rol kunnen spelen bij het ontstaan van<br />
overgewicht. Ook de plaatsen in het lichaam waar<br />
men een vetvoorraad aanlegt, worden erfelijk<br />
bepaald. Dit neemt overigens niet weg dat je de<br />
voeding bij ‘dikke families’ kritisch moet bekijken.<br />
4.3.6 Medicijnen<br />
Sommige medicijnen kunnen overgewicht veroorzaken. Bekende voorbeelden hiervan zijn :<br />
de pil, Prednison (een ontstekingsremmend middel), cortisone, antidepressiva, Dafalgan,<br />
Ibuprofen en sommige kalmerende middelen. De werking is verschillend. Er kan sprake zijn<br />
van een toegenomen hongergevoel, maar ook van een grotere vetopslag of het<br />
vasthouden van vocht.<br />
4.3.7 Overige lichamelijke factoren<br />
Er zijn nog een aantal theorieën die verwijzen naar lichamelijke factoren als oorzaak van<br />
overgewicht. Sommige mensen zouden een verhoogde prikkelgevoeligheid hebben voor<br />
voeding. Ze ruiken de frituur al van ver en kunnen er niet langs lopen zonder te stoppen en<br />
frieten te bestellen. Ze zien al het lekkers uitgestald in de etalage van een banketbakker en<br />
‘moeten’ naar binnen om iets te kopen. Een dergelijke overgevoeligheid voor<br />
voedingsprikkels kan dus aanleiding kan geven tot het ontwikkelen van overgewicht.<br />
Wetenschappers denken dat in een deel van de hersenen een honger- en<br />
verzadigingcentrum gelegen is, waarvan de twee delen elkaar in evenwicht houden. Heeft<br />
het lichaam behoefte aan voeding, dan treedt het hongercentrum in werking. We ervaren dan<br />
een hongergevoel, waardoor we willen eten. Wanneer we het punt bereiken waarop het<br />
lichaam voldoende voeding heeft opgenomen, treedt het verzadigingcentrum in werking. We<br />
krijgen dan een verzadigd gevoel, waardoor we stoppen met eten.<br />
26
Bij sommige personen zou dit mechanisme verstoord zijn. <strong>Voor</strong>al het verzadigingcentrum<br />
zou bij deze personen minder gevoelig zijn voor deze signalen van de hersenen. Deze<br />
personen gaan systematisch teveel eten, waardoor ze overgewicht ontwikkelen.<br />
In de praktijk kan je dus personen ontmoeten die altijd honger hebben. Omgekeerd kom je<br />
ook mensen tegen die nooit trek hebben en uitsluitend eten omdat dat moet om in leven te<br />
blijven.<br />
4.3.8 Psychologische factoren<br />
Voeding kan worden gebruikt om negatieve emoties zoals verdriet,<br />
eenzaamheid, gebrek aan waardering, depressieve gevoelens of<br />
verveling te verdringen. Eten wordt dan vaak als een troost ervaren.<br />
Men spreekt in dit geval ook wel van emotionele eters. Dit kan een<br />
oorzaak zijn bij je cliënten die je meedelen dat ze enkel beginnen te<br />
snoepen wanneer ze alleen zijn of slecht nieuws te verwerken hebben<br />
gekregen.<br />
Ook psychologische factoren kunnen dus overgewicht als gevolg<br />
hebben.<br />
4.3.9 Nicotine<br />
Ook deze factor verdient heel wat aandacht. De kans is groot dat je in je praktijk wel eens te<br />
horen krijgt dat men is aangekomen sinds men is gestopt met roken.<br />
Nicotine is in staat de stofwisseling te verhogen. Stopt men met roken, dan vertraagt de<br />
stofwisseling. Hierdoor komt men gemakkelijker aan. Daar komt nog bij dat men de<br />
handeling van het roken vaak vervangt door bijvoorbeeld te gaan snoepen.<br />
4.4 Problemen bij overgewicht<br />
4.4.1 Lichamelijke gevolgen<br />
Kortademigheid, een verhoogde behoefte aan insuline en een verminderde glucosetolerantie<br />
kunnen de fysieke gevolgen zijn van overgewicht. De kans op een aantal aandoeningen<br />
neemt toe. Zo hebben mensen met overgewicht vaker last van hart- en vaatziekten,<br />
diabetes, hoge bloeddruk, overbelasting van de gewrichten en jicht.<br />
27
4.4.2 Psychosociale gevolgen<br />
Te dik zijn wordt in onze maatschappij – waar slank de norm is – vaak afgekeurd. Men gaat<br />
ervan uit dat het overgewicht mensen hun eigen schuld is en schrijft de te dikke persoon te<br />
weinig zelfbeheersing toe. Gevolg is dat de dikke mensen soms minder serieus worden<br />
genomen en in allerlei situaties op onaangename wijze met hun overgewicht worden<br />
geconfronteerd.<br />
4.4.3 Gezonde voeding<br />
Om een goed, gezond basismenu samen te stellen, zijn een aantal<br />
vuistregels nodig. Op die manier houdt je cliënt er ook na enkele<br />
weken nog de moed in. De bedoeling is om variaties te vinden in<br />
voedingsmiddelen, het leren zelfstandig om te gaan met voeding<br />
en een zekere zin van verantwoordelijkheid voor het eetgedrag op<br />
te nemen.<br />
4.4.4 Gedrag<br />
Gedragsregels leren kennen om eetgedrag in goede banen te<br />
leiden. Deze kan je toepassen in de begeleiding van je cliënten.<br />
28
Vragenreeks<br />
Op het einde van elk hoofdstuk (of na enkele hoofdstukken) vind je oefeningen die je thuis<br />
kan maken. Je kan deze gedurende één jaar (via e-mail) naar jouw persoonlijke docente<br />
Hyacinthe <strong>Voor</strong>spoels sturen. Zij zal deze oefeningen dan verbeteren en je vervolgens<br />
feedback bezorgen. Door het maken van deze oefeningen ben je beter voorbereid op de<br />
vragen van het examen!<br />
1 Wat is volgens jou een neuromediator?<br />
a) xenical<br />
b) noradrenaline<br />
c) acesulfaam-K<br />
d) béta-caroteen<br />
2 Oorzaken van een hypoglycemie kunnen zijn:<br />
a) te weinig eten en toch medicatie gebruik<br />
b) te veel eten en geen medicatie gebruik<br />
c) te veel stress<br />
d) te veel sporten en geen snack consumeren<br />
3 Vezels zijn:<br />
a) verteerbare koolhydraten<br />
b) onverteerbare koolhydraten<br />
c) geen van beide<br />
4 Vitamine K is een :<br />
a) Vetoplosbare vitamine<br />
b) Wateroplosbare vitamine<br />
5 Feces zijn:<br />
a) stoelgang<br />
b) urine<br />
c) cholesterol<br />
d) aderverkalking<br />
29
6 Alcohol bevat:<br />
a) 4 kcal<br />
b) 7 kcal<br />
c) 9 kcal<br />
7 Eutyrox is een:<br />
a) vochtafdrijver<br />
b) vetverbrander<br />
c) schildklierpreparaat<br />
d) preparaat voor diabetes mellitus<br />
8 1 kg vet in uw lichaam is:<br />
a) 900 kcal<br />
b) 400 kcal<br />
c) 4000 kcal<br />
d) 9000 kcal<br />
e) niet bepaald<br />
9 Normale vetpercentages voor een vrouw zijn:<br />
a) tussen 15 en 20 %<br />
b) tussen 25 en 30 %<br />
c) tussen 40 en 50 %<br />
d) tussen 8 en 15 %<br />
10 Wat brengt de grootste gezondheidsrisico's?<br />
a) "Appel"lichaamsvorm<br />
b) "Peer"lichaamsvorm<br />
11 Nicotine verhoogt de HDL cholesterol:<br />
a) waar<br />
b) niet waar<br />
30
Handleiding bij de opleiding<br />
Hoe kan ik huistaken inzenden?<br />
Bij elk hoofdstuk in de cursus zal je oefeningen en huistaken vinden. De oplossingen zijn<br />
vaak terug te vinden op de studentenpagina. Je kan deze taken ook steeds doorsturen<br />
naar je persoonlijke docent via e-mail of met de post. Deze zal je taken dan verbeteren<br />
en je er feedback op geven. Deze huistaken zijn er ter ondersteuning van je persoonlijke<br />
leertraject. Je kiest dus zelf of je deze doorstuurt naar je docent en kan perfect examen<br />
komen afleggen zonder de huistaken door te sturen naar je docent. Uiteraard kan je je<br />
docent ook steeds via e-mail contacteren als je vragen hebt in verband met de cursus!<br />
Hoe kan ik mijn examen afleggen?<br />
Als je klaar bent met studeren, kan je kosteloos examen afleggen op één van onze<br />
campussen in Antwerpen, Gent of Hasselt. Je kan dit examen bijna elke werkdag<br />
afleggen. Op die manier leg je dit examen af wanneer jij er echt klaar voor bent. Erg<br />
flexibel dus!<br />
Hoe kan ik stage lopen?<br />
Om de praktijk onder de knie te krijgen, kan je kosteloos stage lopen bij jou in de buurt.<br />
Deze stage is volledig vrijblijvend. Je kiest dus zelf of je stage loopt of niet. Het is<br />
uiteraard wel een goede referentie om later professioneel aan de slag te gaan en<br />
praktijkervaring op te doen.<br />
31
Ben je overtuigd van de professionele kwaliteit van onze cursus? Dan kan je je<br />
inschrijven via onderstaand inschrijvingsformulier.<br />
INSCHRIJVINGSFORMULIER AFSLANKINGSCONSULENT<br />
Firmanaam en BTW-nummer<br />
Naam<br />
<strong>Voor</strong>naam<br />
Straat + huisnummer<br />
Postcode + gemeente / stad<br />
Telefoon<br />
GSM<br />
E-mailadres 1<br />
Geboortedatum<br />
Heeft u reeds les bij ons gevolgd?<br />
Wenst u een factuur?<br />
JA / NEE – CURSUS:<br />
JA / NEE<br />
Handtekening<br />
Gelieve het cursusgeld te storten op rekeningnummer 001-5806085-32 van CVA, Frankrijklei 127 te<br />
2000 Antwerpen met vermelding van je naam + naam thuisstudie + je adres. Je inschrijving is pas<br />
definitief geldig nadat je het inschrijvingsgeld met de juiste vermeldingen hebt overgeschreven. Bij<br />
annulatie of stopzetting van de opleiding wordt het inschrijvingsgeld niet terugbetaald. Meer<br />
inlichtingen kan je verkrijgen via e-mail op info@centrumvoorafstandsonderwijs.be, op de website<br />
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be of op het nummer 03/292.33.30. Bij ondertekening van<br />
het inschrijvingsformulier verklaar je akkoord te gaan met onze algemene voorwaarden.<br />
32
Waarom kiezen voor het <strong>Centrum</strong> <strong>Voor</strong> <strong>Afstandsonderwijs</strong> (CVA)?<br />
CVA is een erkende opleidingsverstrekker<br />
• CVA is erkend opleidingsverstrekker van de overheid. Zo ben je zeker van de<br />
kwaliteit en kan je van subsidies genieten.<br />
• CVA heeft het ISO 9001-2000 certificaat. Dit is een onafhankelijk<br />
kwaliteitslabel dat na een grondige audit aan onze school werd toegekend.<br />
Zowel ons cursusmateriaal als de docenten en de secretariaatswerking kregen<br />
een positieve beoordeling. Regelmatige controles garanderen de kwaliteit<br />
volgens de laatste normen.<br />
• CVA is erkend door een groot aantal beroepsfederaties.<br />
CVA staat voor professionalisme en kwaliteit<br />
<br />
Al onze opleidingen en cursussen worden ontwikkeld en geschreven door<br />
zelfstandige specialisten met jarenlange beroepservaring.<br />
<br />
Wij garanderen een maximaal contact tussen studenten en docenten.<br />
CVA staat voor klantvriendelijkheid en flexibiliteit<br />
• Je bepaalt zelf wanneer je aan je nieuwe toekomst werkt. Je kan onze opleiding<br />
starten en de cursus instuderen wanneer het voor jou het beste uitkomt.<br />
• Je kan een gratis hoofdstuk op onze website downloaden. Op deze manier krijg<br />
je een beter beeld van de specifieke opleiding. Deze eerste hoofdstukken helpen<br />
je bij het maken van de juiste studiekeuze.<br />
• Bovendien kan je de cursus die je interesse wekt steeds eens rustig komen<br />
inkijken op één van onze secretariaten. Zo ben je zeker dat je kiest voor de<br />
opleiding die het beste bij jou past!<br />
33
• Indien je twijfels of vragen hebt, ben je ook steeds welkom op ons secretariaat<br />
voor een vrijblijvend, adviserend gesprek met één van onze professionele<br />
opleidingsconsulenten.<br />
CVA creëert opleidingen die voor iedereen betaalbaar zijn<br />
• <strong>Voor</strong> het examen worden geen extra kosten aangerekend. Bovendien krijg je<br />
een onbeperkt aantal herkansingen indien je de eerste keer niet slaagt. Ook<br />
deze herkansingen zijn volledig kosteloos. Een sterke examengarantie dus!<br />
• CVA zorgt ervoor dat de thuiscursussen zo voordelig mogelijk zijn voor de student<br />
door ze op een economische manier te laten drukken zonder dat ze iets van hun<br />
kwaliteit en duidelijke structuur verliezen.<br />
CVA heeft een ijzersterke reputatie<br />
• Binnen de branche van afstandsleren heeft onze school een sterke reputatie<br />
uitgebouwd. Onze diploma’s zijn hierdoor een mooi visitekaartje, waarmee je bij<br />
je cliënten of toekomstige werkgever meteen een positieve indruk maakt.<br />
• Veel afgestudeerde studenten startten reeds hun eigen succesvolle zaak door<br />
het volgen van een thuiscursus bij ons. Kijk eens rond in je omgeving en je kent<br />
vast en zeker wel iemand die bij ons een opleiding heeft gevolgd!<br />
34
Deze cursus wordt uitgegeven door:<br />
<strong>Centrum</strong> <strong>Voor</strong> <strong>Afstandsonderwijs</strong>, onderdeel van de <strong>Ondernemersschool</strong><br />
Frankrijklei 127 – 2000 Antwerpen<br />
Telefoon: 03.292.33.30<br />
Mail: info@thuisstudie.be<br />
Ondernemingsnummer: 0811.009.080<br />
Erkenningsnummer: DV.0107588<br />
Copyright<br />
© <strong>Centrum</strong> <strong>Voor</strong> <strong>Afstandsonderwijs</strong>, Frankrijklei 127, 2000 Antwerpen<br />
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen<br />
in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige<br />
wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere<br />
manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.<br />
Ondanks al de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kan noch de auteur, noch de<br />
uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien<br />
uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.<br />
35