03.07.2014 Views

POWER-PRO 2014 - 3e uitgave

Smart cities wachten op doorbraak Voor onze overheden en de gemeentebesturen in het bijzonder liggen nog grote uitdagingen te wachten. Het zijn financieel onzekere tijden voor de gemeente­besturen. Smart cities zijn echter een verstandig antwoord met zekerheden op lange termijn. In de eerste plaats bieden energieinvesteringen zekerheid aan initiatiefnemers. De deelnemers aan het burgemeestersconvenant hebben het zich nog niet beklaagd in ieder geval. Via investeringen in hedendaagse energievoorzieningen, bijvoorbeeld via hernieuwbare energie, wordt de totale energiekost structureel naar beneden gehaald. Bovendien word je als afnemer ook minder afhankelijk van de grote energieleveranciers. Ten tweede is er binnen de energiesector een grote dynamiek om op alternatieve manieren energie-investeringen te financieren. Meer en meer burgercoöperaties staan op. Hun succes is te verklaren door de lage intrestkosten op spaarboekjes. Via investeringen langs coöperatieve weg kan tot 6% dividend uitgekeerd worden, zeker niet slecht. Een laatste vorm van dynamische financiering is ESCO. Dit zijn energie-investeringen die gefinancierd worden via een derdebetalerssyteem omdat de rendabiliteit op korte of middellange termijn gegarandeerd is. Bovendien worden op deze manier op lange termijn structurele energiekosten uit de budgetten weg geschreven. Meer dan een win-win situatie dus! Smart cities wachten dus op een doorbraak die in ieder geval voor de deur staat. Ik nodig de gemeentebesturen dus graag uit om dit nummer verder te verkennen, de partners van Power-Pro staan alvast klaar om u verder te helpen.

Smart cities wachten op doorbraak
Voor onze overheden en de gemeentebesturen in het bijzonder liggen nog grote uitdagingen te wachten. Het zijn financieel onzekere tijden voor de gemeente­besturen. Smart cities zijn echter een verstandig antwoord met zekerheden op lange termijn.
In de eerste plaats bieden energieinvesteringen zekerheid aan initiatiefnemers. De deelnemers aan het burgemeestersconvenant hebben het zich nog niet beklaagd in ieder geval. Via investeringen in hedendaagse energievoorzieningen, bijvoorbeeld via hernieuwbare energie, wordt de totale energiekost structureel naar beneden gehaald. Bovendien word je als afnemer ook minder afhankelijk van de grote energieleveranciers.
Ten tweede is er binnen de energiesector een grote dynamiek om op alternatieve manieren energie-investeringen te financieren. Meer en meer burgercoöperaties staan op. Hun succes is te verklaren door de lage intrestkosten op spaarboekjes. Via investeringen langs coöperatieve weg kan tot 6% dividend uitgekeerd worden,
zeker niet slecht.
Een laatste vorm van dynamische financiering is ESCO. Dit zijn energie-investeringen die gefinancierd worden via een derdebetalerssyteem omdat de rendabiliteit op korte of middellange termijn gegarandeerd is. Bovendien worden op deze manier op lange termijn structurele energiekosten uit de budgetten weg geschreven. Meer dan een win-win situatie dus!
Smart cities wachten dus op een doorbraak die in ieder geval voor de deur staat. Ik nodig de gemeentebesturen dus graag uit om dit nummer verder te verkennen, de partners van Power-Pro staan alvast klaar om u verder te helpen.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>POWER</strong><br />

Hét vakblad voor de energieprofessional<br />

Slimme<br />

Steden<br />

Stevige bries,<br />

zonnige lentedag?<br />

Wasmachines aan!<br />

Volt-Air: het<br />

potentieel van flexibel<br />

energiebeheer bewezen<br />

Smart City,<br />

hype maar traag<br />

<strong>POWER</strong> #3<br />

driemaandelijks<br />

juli - augustus - september <strong>2014</strong><br />

ISSN 2295-3264<br />

© juli <strong>2014</strong> - P916268


PUBLIREPORTAGE<br />

THE HUMAN FACTOR: OORZAAK<br />

VAN TE HOGE ENERGIEFACTUUR<br />

“BELGISCHE BEDRIJVEN BETALEN EEN HOGERE ENERGIEFACTUUR<br />

IN VERGELIJKING MET COLLEGA’S IN HUN BUURLANDEN.”<br />

Belgische bedrijven betalen een hogere energiefactuur in vergelijking met collega’s in hun buurlanden. Dat blijkt onder andere uit een onderzoek van<br />

Deloitte. Hierin vergelijkt men de energiekosten van Belgische industriële bedrijven met die van buitenlandse industriële bedrijven. Belgische bedrijven<br />

moeten dus meer dan hun buitenlandse collega’s inzetten op het verlagen van hun energieverbruik. Dé manier om dit te doen is het implementeren<br />

van een Energy Management systeem. Zo een systeem zorgt dat u weet wat u verbruikt en waar u het verbruikt. U krijgt inzicht in het verbruiksgedrag<br />

van aparte toestellen of op verschillende elektriciteitskringen. U kan het verbruik in aparte ruimtes of zelfs in verschillende vestigingen in kaart brengen.<br />

“ HET <strong>PRO</strong>BLEEM BIJ BEDRIJVEN IS DAT DE MENSEN DIE<br />

VEROORZAKER ZIJN VAN HET ENERGIEVERBRUIK DE<br />

ENERGIEFACTUUR ZELF NIET BETALEN. “<br />

“ HET LAAT BEDRIJVEN TOE OM VOORZIENINGEN ALS<br />

VERLICHTING, VERWARMING EN AIRCO VANOP AFSTAND<br />

AAN TE STUREN VIA HET INTERNET. “<br />

MEDEWERKERS SENSIBILISEREN DOOR TE METEN<br />

SCHAKELEN VANOP AFSTAND<br />

“Fifthplay richt zich voornamelijk tot bedrijven die geen facility manager<br />

in dienst hebben en die meerdere vestigingen beheren. Door te meten<br />

kunnen deze bedrijven in de eerste plaats hun medewerkers sensibiliseren.<br />

Het gebeurt al te vaak dat de verlichting van bepaalde ruimtes de<br />

ganse nacht blijft aanstaan. En we zien zelfs dagelijks situaties waarbij<br />

airco en verwarming tegelijkertijd gebruikt worden.<br />

“Ons energy management systeem doet veel meer dan meten. Het laat<br />

bedrijven toe om voorzieningen als verlichting, verwarming en airco<br />

vanop afstand aan te sturen via het internet. En dit voor alle vestigingen<br />

aangesloten aan ons systeem. We gaan zelfs een stap verder en zorgen<br />

dat afzonderlijke toestellen kunnen worden aan- of uitgeschakeld. Denk<br />

aan printers, drank- en koffieautomaten, tv-schermen, enzovoort.<br />

Het probleem bij bedrijven is dat de mensen die veroorzaker zijn van<br />

het energieverbruik de energiefactuur zelf niet betalen. Anders dan<br />

in huis, daar betalen de verbruikers zelf en zal er dus veel bewuster<br />

met energie worden omgesprongen. Dit menselijke aspect, the human<br />

factor, kan je best beïnvloeden op basis van reële verbruiksgegevens<br />

zodat medewerkers inzicht krijgen in wat ze zelf verbruiken.<br />

Door het verminderen van de human factor kunnen bedrijven doorgaans<br />

15 tot 20% besparen op hun totale energieverbruik. We hebben bij Delta<br />

Lloyd een besparing van 17% gerealiseerd dankzij de implementatie van<br />

ons systeem.”<br />

Bij de meeste klanten starten we met een pilootproject. Bij JBC zijn<br />

we bijvoorbeeld gestart in 2 van de 140 winkels. Het werd al snel<br />

duidelijk dat de verwarming slecht geregeld was en dat de verlichting kon<br />

geoptimaliseerd worden.<br />

We hebben vervolgens een gestandaardiseerde meterkast ontwikkeld<br />

waardoor elke nieuwe of gerenoveerde winkel snel kan voorzien<br />

worden van ons energy management systeem. In <strong>2014</strong> staan er zo<br />

een 40-tal renovaties op de planning, waarbij de temperatuur in elke<br />

aangesloten JBC-winkel op 21° zal worden ingesteld. Ook de kostprijs<br />

van de verlichting in alle etalages zal nu bestudeerd worden en<br />

afgewogen tegen de opbrengst op vlak van marketing.“<br />

BERT VERLINDEN, VERANTWOORDELIJKE ENERGY MANAGEMENT FOR BUSINESS<br />

FILIP MAURUS, ACCOUNTMANAGER ENERGY<br />

www.fifthplay.com | info@fifthplay.com | Tel: +32 3 285 97 11 | Generaal Lemanstraat 47 | 2018 Antwerpen


INHOUD<br />

VOORWOORD<br />

4<br />

10<br />

14<br />

16<br />

18<br />

20<br />

24<br />

28<br />

30<br />

Slimme<br />

Steden<br />

Smart City,<br />

hype maar traag<br />

Acties in Europese<br />

Smart Cities<br />

ODE - Organisatie Duurzame<br />

Energie<br />

Volt-Air: het potentieel<br />

van flexibel energiebeheer<br />

bewezen<br />

Stevige bries, zonnige lentedag?<br />

Wasmachines aan!<br />

ARGUS inspireert tot<br />

uitbouwen van duurzaam<br />

energie systeem<br />

Smart cities en het<br />

burgemeesters convenant<br />

Korte berichten<br />

Smart cities wachten op doorbraak<br />

Voor onze overheden en de gemeentebesturen in het bijzonder liggen nog grote uitdagingen<br />

te wachten. Het zijn financieel onzekere tijden voor de gemeente besturen.<br />

Smart cities zijn echter een verstandig antwoord met zekerheden op lange termijn.<br />

In de eerste plaats bieden energieinvesteringen zekerheid aan initiatiefnemers. De<br />

deelnemers aan het burgemeestersconvenant hebben het zich nog niet beklaagd in<br />

ieder geval. Via investeringen in hedendaagse energievoorzieningen, bijvoorbeeld<br />

via hernieuwbare energie, wordt de totale energiekost structureel naar beneden<br />

gehaald. Bovendien word je als afnemer ook minder afhankelijk van de grote energieleveranciers.<br />

Ten tweede is er binnen de energiesector een grote dynamiek om op alternatieve<br />

manieren energie-investeringen te financieren. Meer en meer burgercoöperaties<br />

staan op. Hun succes is te verklaren door de lage intrestkosten op spaarboekjes.<br />

Via investeringen langs coöperatieve weg kan tot 6% dividend uitgekeerd worden,<br />

zeker niet slecht.<br />

Een laatste vorm van dynamische financiering is ESCO. Dit zijn energie-investeringen<br />

die gefinancierd worden via een derdebetalerssyteem omdat de rendabiliteit op<br />

korte of middellange termijn gegarandeerd is. Bovendien worden op deze manier op<br />

lange termijn structurele energiekosten uit de budgetten weg geschreven. Meer dan<br />

een win-win situatie dus!<br />

Smart cities wachten dus op een doorbraak die in ieder geval voor de deur staat. Ik<br />

nodig de gemeentebesturen dus graag uit om dit nummer verder te verkennen, de<br />

partners van Power-Pro staan alvast klaar om u verder te helpen.<br />

Jochen De Smet<br />

Hoofdredacteur Power-Pro<br />

PARTNERS<br />

COLOFON<br />

Power-Pro magazine<br />

nummer <strong>2014</strong>-3<br />

juli - augustus - september <strong>2014</strong><br />

Power-Pro verschijnt 4 keer per jaar<br />

en is een initiatief van 2Mpact nv -<br />

www.2mpact.be<br />

Oplage 2500 exemplaren<br />

ISSN 2295-3264<br />

Hoofdredactie: Jochen De Smet<br />

Eindredactie: Josefien D’Haene en Nathanëlla Monsaert (2Mpact nv)<br />

Redactieraad: Heidi Lenaerts (SGF), Bart Bode (ODE), Michaël Herremans (Cedubo),<br />

Eline D’Hooge (OVED), Els Vanden Berghe (PHP), Jorg Baeten (Cogen Vlaanderen)<br />

Grafische vormgeving: 2Mpact nv<br />

Advertentieregie: Tenacs OHP bvba - Roger Casteleyn - 09 225 82 04 of roger@tenacs.be<br />

Verantwoordelijke uitgever: Marc Mestdagh, Kortrijksesteenweg 1007 – 9000 Gent - 09 233 48 33<br />

Abonnement : 100 euro – gratis voor leden van de partners<br />

3


ARTIKEL<br />

Slimme<br />

Steden<br />

Met duurzame mobiliteit, duurzaam wonen en<br />

geïntegreerde infrastructuren in energie, ICT en<br />

transport maak je steden duurzamer en efficiënter,<br />

maar dat kan je niet zonder dat daar een weloverwogen<br />

(beleids)plan en een duidelijke langetermijnvisie achter<br />

zit. Antwerpen en Brussel hebben dat vandaag, toch<br />

zeker wat duurzaam wonen betreft, perfect begrepen.<br />

Of toch niet?<br />

Wat een Smart City of Slimme Stad moet zijn, daar heeft iedereen zijn gedacht<br />

wel over. Maar wat dat nu precies is, daar heeft Wikipedia een uitgebreide<br />

maar uitstekende uitleg voor : volgens Caragliu et al. (2009) wordt een stad<br />

gedefinieerd als ‘slim’ wanneer haar investeringen in menselijk en sociaal<br />

kapitaal en in traditionele en moderne communicatie-infrastructuren met<br />

een wijs beheer van natuurlijke bronnen en door participatieve trajecten en<br />

engagement, een duurzame economische ontwikkeling op gang trekken en een<br />

hoge levenskwaliteit voor haar inwoners garanderen.<br />

De core business van Passiefhuis-Platform is, uiteraard, meer gericht op de<br />

component energie in het kader van bouwen, verbouwen en renoveren.<br />

Dit artikel zal dan ook vooral het daaraan gekoppelde energetische verbruik<br />

en energie-efficiënt functioneren van gebouwen belichten als een belangrijk<br />

thema waar slimme steden moeten op inzetten. We zien op dat vlak in België<br />

al zeker twee slimme steden op de kaart verschijnen, namelijk Antwerpen en<br />

Brussel, althans volgens de PassReg partners. Met deze conclusie doen we<br />

uiteraard geen afbreuk aan de inspanningen van andere steden en<br />

kleinere gemeenten die niet zo kapitaalkrachtig zijn en over minder middelen<br />

beschikken, maar in de bescheidenheid van hun projecten niet noodzakelijk<br />

moeten onderdoen voor de grote steden.<br />

4


Antwerpen Zuid, Smart city wordt verwacht<br />

5


ARTIKEL<br />

De PassReg-partners, waaronder Passiefhuis-Platform, screenden in<br />

Europa een aantal collectieve en integrale bouwprojecten aan de hand van<br />

strenge selectiecriteria die binnen het project (www.passreg.eu) naar voren<br />

worden geschoven als voortrekkers- en voorbeeldgebouwen onder het<br />

nZEBcriterium (Nearly Zero Energy Building). Het PassRegproject wordt<br />

gefinancierd door Intelligent Energy Europe. Het project is nog in volle gang en<br />

resultaten zijn nog niet finaal, maar hier lichten we toch al een eerste tip van<br />

de sluier op.<br />

Antwerpen aan zet<br />

Wat de implementatie van de Europese EPB-Richtlijn op de energieprestatie<br />

van gebouwen betreft kan Antwerpen moeilijk rond wat het Vlaams Energie<br />

Agentschap bepaalt. Het VEA bepaalt voor Vlaanderen dat alle nieuwe publieke<br />

gebouwen waar de stad eigenaar van wordt bijna-energie-neutraal moeten zijn<br />

tegen 2019 en alle nieuwe gebouwen tegen 2021. Bovendien, maar dat wist je al,<br />

moet vanaf <strong>2014</strong> in alle nieuw gebouwde huizen en grondige woningrenovaties<br />

in Vlaanderen een minimum hoeveelheid aan hernieuwbare energie geïntegreerd<br />

worden. Hoe dat laatste ingevuld wordt, wordt aan de creativiteit van onze<br />

wakkere Vlaming overgelaten.<br />

Maar Antwerpen toonde zich in 2009 al slim en voortrekker door als één van de<br />

eerste steden in België de Covenant of Mayors te ondertekenen. Enkel Hasselt<br />

en Genk gingen vooraf. Binnen die convenant is de doelstelling voor de stad<br />

om voor het ganse grondgebied tegen<br />

2020 een reductie van 20% op haar<br />

CO 2<br />

-uitstoot tegenover die van 2005<br />

te realiseren. Maar Antwerpen ging<br />

nog verder voor wat betreft haar eigen<br />

werking, want daar wil ze een reductie<br />

van 30% (of is het 50%, daar zijn de<br />

documenten niet helemaal duidelijk in)<br />

realiseren met als finaal doel om tegen<br />

2050 CO 2<br />

-neutraal te zijn. Een grootstad<br />

met een rijk industrieel verleden waardig,<br />

heeft deze stad een enorm patrimonium<br />

aan oude, historisch waardevolle maar<br />

jammer genoeg energetisch totaal<br />

onrendabele gebouwen. Antwerpen kijkt<br />

dan ook tegen een ongelofelijk grote bel<br />

CO 2<br />

, aangevuld met NOx, fijn stof, roet,<br />

enz. op, die afkomstig is van gebouwen,<br />

wonen en werken. En daar moet de stad<br />

haar ambitieniveau hoog leggen, dus<br />

niet enkel in nieuwbouw maar ook in<br />

renovatieprojecten en bestaand patrimonium.<br />

6


ARTIKEL<br />

Ondanks het feit dat Antwerpen vandaag weinig of geen lokaal<br />

beleid voert met betrekking tot energie-efficiëntie en -kwaliteit op<br />

de private woningmarkt, moet het gezegd dat de stad wel een aantal<br />

ambitieuze initiatieven heeft genomen waar zelfs blijk gegeven wordt van een<br />

visie op lange termijn.<br />

Zo moeten alle private nieuwbouw ontwikkelingsprojecten een collectief verwarmingssysteem<br />

hebben met een centrale productie-eenheid, dus geen aparte<br />

productie-eenheden meer per wooneenheid. Niks nieuws mee, er zijn al heel<br />

wat appartementsgebouwen die een centraal systeem hebben, al zij het dat het<br />

Antwerps beleid dit nu verplicht en daarbij ook nog oplegt dat er een aansluitingsmogelijkheid<br />

op een (toekomstig) centraal warmtenet moet zijn.<br />

De proef op de som van een functioneel collectief warmtenet wordt<br />

al helemaal genomen met het stadsontwikkelingsproject Nieuw Zuid<br />

(www.nieuwzuid-antwerpen.be), langs de Schelde, dat binnen PassReg geldt als<br />

voorbeeldproject van wat steden kunnen realiseren. Het project omvat zo’n 2000<br />

wooneenheden, 40 000-70 000m² bureelruimte en 20 000m² openbare gebouwen<br />

(alles bijeen een vloeroppervlakte van 400 000m², jawel geen 0 te veel), waarvan<br />

de jaarlijks gemiddelde energievraag voor ruimteverwarming zal beperkt blijven<br />

tot 15 kWh/m². Tiens, een passiefhuis-criterium.<br />

Een ander ambitieus initiatief dat Antwerpen in 2008 nam, is dat van de stedelijke<br />

passiefscholen. Alle nieuw gebouwde scholen moeten van dan af passief<br />

zijn. De stad heeft een enorm patrimonium aan oude schoolgebouwen (een 250<br />

in totaal) die nauwelijks of niet geïsoleerd zijn. Kinderen zitten 5 dagen op 7,<br />

bijna 6u per dag in een omgeving met onaangepaste temperaturen, condensatie<br />

en vochtproblemen, schimmelvorming, slechte binnenluchtkwaliteit, kortom<br />

een ongezonde leefomgeving. Dan hebben we het nog niet over de huizenhoge<br />

energiefactuur gehad die rond 7,5 miljoen euro per jaar draait. En daarbovenop<br />

verwacht men door een explosieve bevolkingsgroei in de periode 2020-2030 dat<br />

het aantal schoolgaande kinderen groeit met 10 000 tot 30 000.<br />

Brussel boven<br />

Als je vandaag het voorbeeld wil nemen van een stad die absolute koploper is in<br />

een slim energiebeleid op het vlak van wonen, bouwen en verbouwen, dan neem<br />

je Brussel met de Brussel Passief 2015-doelstelling (www.brusselpassief.be). Het<br />

Brussels Hoofdstedelijk Gewest nam in 2011 de principiële beslissing om vanaf<br />

2015 de passiefstandaard toe te passen voor alle nieuwbouwprojecten - zowel<br />

publieke als residentiële gebouwen - en ingrijpende renovaties.<br />

De criteria voor nieuwe woningen:<br />

• Primair energieverbruik voor verwarming, huishoudelijk warm water en<br />

hulpenergie lager dan of gelijk aan 45 kWh per m² per jaar;<br />

• Een netto verwarmingsbehoefte lager dan of gelijk aan 15 kWh per m²<br />

per jaar.<br />

De criteria voor nieuwe tertiaire gebouwen,<br />

meer bepaald schoolgebouwen en<br />

kantoorgebouwen:<br />

• Primair energieverbruik lager dan<br />

of gelijk aan (95*2,5*C) kWh per m²<br />

per jaar, met C = compactheid van de<br />

bouw uitgedrukt als de verhouding<br />

van het volume en het oppervlak en<br />

met C maximaal gelijk aan 4;<br />

• Een netto verwarmingsbehoefte<br />

lager dan of gelijk aan 15kWh per m²<br />

per jaar;<br />

• Een netto koelingsbehoefte lager dan<br />

of gelijk aan 15 kWh per m² per jaar.<br />

Bij de renovatie van bestaande gebouwen<br />

maakt het Brussels gewest een onderscheid<br />

tussen kleine en grote renovaties.<br />

Men spreekt van een grote renovatie als<br />

men minstens 75% van het verliesoppervlak<br />

van het gebouw aanpakt alsook<br />

het verwarmingssysteem en het sanitair<br />

warm water, eigenlijk op zodanige wijze<br />

dat men spreekt van een vernieuwbouw.<br />

De criteria voor nieuwbouw worden hier<br />

dan ook toegepast, de waarden wel verhoogd<br />

met een factor 1,2 (behalve voor<br />

de binnentemperatuur). Kleine renovaties<br />

moeten enkel voldoen aan verplichtingen<br />

met betrekking tot thermische<br />

isolatie en ventilatie.<br />

En in minder dan 7 jaar, veranderde<br />

het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest van<br />

‘de slechtste student van Europa’ in een<br />

lovenswaardige primus inzake energiebeleid<br />

en energie-efficiënt bouwen. Vandaag<br />

zijn er meer dan 860 nieuwe passiefbouwprojecten<br />

in Brussel voor een<br />

totaal aan 2300 passieve sociale woningen.<br />

De vooruitgang die Brussel maakte<br />

in zo’n korte tijdsspanne is opmerkelijk.<br />

Hannover bijvoorbeeld startte zijn succesmodel<br />

naar energie-efficiënt wonen<br />

in de jaren 80 en deed er 25 jaar over om<br />

koploper te worden. Brussel daarentegen<br />

startte pas in 2004.<br />

7


Het Brusselse bestuur heeft op regionaal<br />

niveau een bewuste beslissing genomen<br />

om een rolmodel te spelen en daarbij<br />

niet te wachten op het federale beleid.<br />

Het bleek wel geen sinecure om de markt<br />

te overtuigen. De bouwsector schaarde<br />

zich toch mee achter deze doelstelling,<br />

belangrijk trouwens als je beleidsbeslissingen<br />

gedragen worden door de sector.<br />

Het uiteindelijke succes van Brussel is<br />

mede te verklaren door een pragmatische<br />

aanpak van de implementatie van<br />

een energiebeleid enerzijds en anderzijds<br />

door het opleggen van flankerende maatregelen.<br />

Zo worden bijvoorbeeld bewoners<br />

van een passiefhuis, ambassadeurs<br />

voor de passiefbouw. Er wordt steeds<br />

meer aangetoond dat passiefbouwen<br />

steeds minder kost. Bewoners, meestal<br />

met een laag inkomen, doorprikken de<br />

mythe dat passief bouwen enkel weggelegd<br />

is voor de happy few. Er werd<br />

heel sterk ingezet op het informeren<br />

en begeleiden van burgers en bedrijven<br />

in Brussel die wilden inzetten op energie-efficiëntie.<br />

Het is dus vooral een verhaal<br />

van een bottom-up aanpak met als<br />

sleutelfactor dat de regionale autoriteiten<br />

in de beginfase al hun lange termijn<br />

engagement hebben bekendgemaakt.<br />

Er werd daarbij hard ingezet op competentieverhoging<br />

bij de uitvoerders door<br />

opleidingen, begeleiding door experten<br />

en andere initiatieven ter ondersteuning.<br />

Datavergaring bleek eveneens een cruciale<br />

factor in het proces, aangezien het tastbare referenties voorziet voor toekomstige<br />

projecten. Gestart in 2004 met het initiëren van private projecten werd in<br />

2009 de passiefstandaard in een wet gegoten.<br />

Ook een kenmerk van een slimme stad is wel dat Brussel het passiefhuisconcept<br />

niet heeft ingevoerd als een bouwvoorwaarde sine qua non. Een alternatieve<br />

oplossing voor gebouwen die onder slechte inplantingsvoorwaarden vallen en<br />

die daardoor onmogelijk kunnen voldoen aan criteria voor bijvoorbeeld compactheid<br />

of zonnewinsten zonder buitensporige investeringen, is mogelijk.<br />

De informatie over Antwerpen en Brussel is afkomstig van de bevindingen van<br />

Passiefhuisplatform binnen het Europees Pass Reg project : www.passreg.eu.<br />

Dunnetjes overdoen of aanzet voor andere<br />

voorbeeldsteden<br />

Brussel en Antwerpen werken in ieder geval inspirerend voor andere steden. Zo<br />

zien we in Gent het Tondelierproject (www.tondelier.be) op gang komen waarbij<br />

de bruinsite van de voormalige gasfabriek van Gent wordt ontwikkeld, waarbij<br />

een mix van wonen en werken in een aangename groene en duurzame omgeving<br />

wordt nagestreefd. Het is de ambitie van stad Gent om op Europees niveau<br />

een voorbeeldproject te realiseren. Daarvoor wordt een ‘Duurzaamheidsmeter<br />

voor Stadsontwikkelingen Gent’ opgesteld. Op het vlak van het bouwtechnische<br />

is het zo dat er optimaal gestreefd wordt naar een verminderde energiebehoefte,<br />

zoals een goede isolatiekwaliteit of een aangepast zonweringsysteem. In project<br />

Tondelier voldoen alle nieuwbouwwoningen aan de passiefhuisstandaard en alle<br />

renovatiewoningen aan de lage-energiestandaard. Er wordt gewerkt met optimale<br />

zonnewinsten en daglichttoetreding.<br />

Auteur: Els Vanden Bergthe, Passiefhuis Platform<br />

Tondelierproject (www.tondelier.be)<br />

8


ouw- & renovatiebeurs<br />

MINIMALE<br />

ENERGIEKOST<br />

MAXIMAAL<br />

WOONCOMFORT<br />

TOUR & TAXIS BRUSSEL<br />

12 | 13 | 14 SEP ‘14<br />

profdag<br />

trends en innovaties - lezingen en workshops<br />

netwerking - B2B matchmaking events<br />

constructie - verwarming & koeling - isolatie<br />

ventilatie - hernieuwbare energie<br />

GRATIS TICKET<br />

<strong>PRO</strong>FDAG<br />

CODE:<br />

<strong>POWER</strong>-<strong>PRO</strong>-625449<br />

info & tickets<br />

passivehouse.be<br />

9


INTERVIEW<br />

Smart City,<br />

hype maar<br />

traag<br />

Smart Cities, steden en gemeenten hebben er de mond vol<br />

van. Maar hoewel ze er vaak over spreken, onder nemen<br />

de meesten nog weinig, vindt Freddy Vandaele, senior<br />

Business Development Manager bij Agoria. “Gelukkig<br />

beginnen steden te beseffen dat Smart City-projecten de<br />

oplossing bieden voor hun grootste uitdagingen: de veroudering<br />

van hun inwoners en hun groei.”<br />

“Steeds meer ouderen keren terug naar de stad omdat die hen de faciliteiten<br />

biedt om op een comfortabele manier hun dag door te brengen. Bovendien vestigen<br />

meer gezinnen zich binnen de stadsmuren, waardoor de stad uit zijn voegen<br />

barst. Ook gemeenten kampen met een steeds ouder wordende gemeenschap.<br />

En dan heb je nog de klassieke zorgen zoals mobiliteit en huisvesting. Ze kunnen<br />

niet anders dan ‘Smart City’ te gaan denken”, steekt Freddy Vandaele van wal. “Ik<br />

snap niet dat dit hele proces zo traag op gang komt in ons land. Onze bedrijven<br />

hebben de expertise in huis. Sommige onder hen zijn verantwoordelijk voor grote<br />

projecten in onze buurlanden. Daarom is het onze taak om steden en gemeenten<br />

wegwijs te maken in de wereld van Smart Cities”, vervolgt hij.<br />

Hoe ziet Agoria de steden en gemeenten evolueren tot Smart Cities?<br />

Freddy Vandaele: “We hanteren net zoals al onze partners wereldwijd en de<br />

Europese commissie het bolmodel dat de belangrijkste thema’s in kaart brengt:<br />

energiebevoorrading, mobiliteit, gezondheid, veiligheid, afval, educatie & cultuur<br />

en gebouwen. Steden en gemeenten moeten starten met het ontwikkelen<br />

van een visie, gedragen door alle stakeholders van de stad en gemeente. Er is<br />

één aspect dat de gemeenten en steden niet over het hoofd mogen zien tijdens<br />

deze fase, maar zeker wanneer ze dit vertalen in een project, en dat is dat ze bij<br />

elk smart city-project de burgers betrekken. Als een stad bijvoorbeeld beslist om<br />

rond mobiliteit te werken, dan moet zij duidelijk communiceren over het hoe en<br />

10<br />

Freddy Vandaele, senior Business Development Manager Agoria


waarom aan de inwoners, luisteren naar hun ideeën en hun hulp inschakelen.<br />

Anders is de slaagkans van hun plan nihil.”<br />

Office and<br />

Residential<br />

Buildings<br />

Public<br />

Administration<br />

and Services<br />

Natural<br />

Resource<br />

Management<br />

Education<br />

and<br />

Culture<br />

Open, interoperable<br />

platform with<br />

intelligent<br />

infrastructure<br />

functionality<br />

Transportation<br />

Waste<br />

Management<br />

Health and<br />

Safety<br />

Bron: Accenture, aangepast door Agoria<br />

“Een visie uitschrijven is het eerste punt op hun agenda. Waar wil je als stad of<br />

gemeente over tien, vijftien en twintig jaar staan? Wil je een antwoord op de<br />

oudere bevolking? Is gezondheid een aandachtspunt? Wil je de cultuurstad van<br />

de wereld worden of is veiligheid een hot item omdat je bijvoorbeeld regelmatig<br />

grote events organiseert? Die visie moet je dan vertalen in projecten op niveau<br />

van de stad of gemeente en deze vervolgens implementeren op straat- of wijkniveau.”<br />

Voor welke belangrijkste uitdagingen staan steden en gemeenten momenteel?<br />

“Ten eerste een visie ontwikkelen en vertalen naar projecten. En ten tweede om<br />

financiële middelen vinden. Dat is een moeilijk vraagstuk voor hen. Maar investeren<br />

gaan ze toch altijd moeten doen, waarom dan niet een stapje verder gaan<br />

en een Smart City-project lanceren? Ze kunnen steunen op Europese subsidies,<br />

maar ze kunnen ook samenwerken met andere steden en gemeenten. Dat lukt<br />

best. Verder heeft Belfius net een akkoord afgesloten met de Europese Investerings<br />

Bank. Samen investeren ze 400 miljoen euro specifiek voor Belgische steden<br />

en gemeenten om projecten te financieren op het gebied van Smart Cities.“<br />

De eerste smart cities-community<br />

Gemeentelijke, gewestelijke, federale en Europese overheden, de IT-, bouw-, energie-<br />

en transportmiddelensector ... De stakeholders van een smart cities-project<br />

zijn talrijk. Om de dialoog te versterken en projecten te stimuleren, heeft Agoria<br />

een ‘smart cities-community’ opgericht. Op dit platform (gratis toegankelijk na<br />

inschrijving) wordt heel wat informatie gedeeld (documentatie, evenementen,<br />

projectoproepen). De leden van het platform kunnen er ervaringen uitwisselen,<br />

partners vinden, projecten opzetten ...<br />

Surf naar www.agoria.be/smartcities<br />

11


INTERVIEW<br />

“Barcelona wou de aankoop van elektrische wagens aanmoedigen. Nu schaffen<br />

de gezinnen zo’n auto niet aan omdat ze bang zijn dat ze zonder elektriciteit<br />

zullen vallen. Om mensen aan te moedigen een elektrische wagen te kopen, heb<br />

je veel laadpalen nodig. Daar heeft de stad voor gezorgd. En dankzij een app zien<br />

“Na de laatste gemeenteraadsverkiezingen<br />

hebben we ook de bestuursakkoorden<br />

van vijftien steden onder de loep<br />

genomen. Alle onderwerpen die in deze<br />

de inwoners meteen waar zich een laadpaal bevindt. Aan dit project hebben alle bestuursakkoorden zijn opgenomen<br />

diensten van de stad gewerkt, met aan het hoofd de burgemeester.”<br />

Welke Belgische steden hebben een hoog Smart City-gehalte?<br />

“In 2012 hebben we een lijst opgesteld van de ‘slimste’ steden en hielden we bij de<br />

rangschikking rekening met deze vijf criteria uit publiek beschikbare bronnen:<br />

eGov, mobiliteit, gebouwen, gezondheid, publieke ruimte, water- en afvalbeheer,<br />

energie en moderne communicatienetwerken. In totaal werden de resultaten van<br />

de 25 grootste steden en gemeenten in België naast elkaar gelegd. Uit de analyse<br />

bleek dat Genk de smartest city is in ons land. Aalst, Beringen, Dendermonde en<br />

Antwerpen scoren ook goed. We plannen om een update uit te voeren van deze<br />

studie.”<br />

die betrekking hebben tot ‘Smart City’<br />

hebben we opgenomen in deze analyse.<br />

In totaal kwamen we op 41 duurzame<br />

onderwerpen die de nieuwe stadsbesturen<br />

in hun plannen opnamen. Gent<br />

bleek de primus van de klas. De stad wil<br />

tegen 2020 haar CO 2<br />

-uitstoot met twintig<br />

procent terugdringen en is in haar<br />

bestuursakkoord erg gedetailleerd over<br />

de te nemen stappen. Bovendien wil het<br />

Gentse stadsbestuur zich de komende<br />

jaren concentreren op 100 procent groene<br />

stroom voor eigen<br />

Smart Cities: welke rol kunnen bedrijven spelen?<br />

André Bouffioux, Siemens: “Een smart city gaat over transport, energie, afval en comfort van<br />

leven. De ene oplossing hangt vast aan de andere. Bijvoorbeeld: het smart grid voor energie zal<br />

spreken met de smart buildings in de stad en omgekeerd. De interconnectiviteit van de oplossing<br />

is belangrijk. IT moet de verschillende delen met elkaar verbinden. De expertise van integrators<br />

is daarbij essentieel.”<br />

gebouwen, energiezuinig<br />

openbaar vervoer,<br />

dynamische verkeersgeleiding,<br />

oplaadinfrastructuur<br />

Mechelen en<br />

Genk kwamen op de<br />

tweede en derde plaats<br />

in de rangschikking.”<br />

Roger Kesteloot, De Lijn: “Het multimodale karakter tussen diverse vervoersvormen zowel privé<br />

als openbaar maakt deel uit van een slimme stad. Hierbij verloopt de aansluiting van de ene vervoersvorm<br />

Hoe werken jullie<br />

naar de andere naadloos. Er zijn veel experimenten aan de gang, zoals de aanleg van<br />

sneltramverbindingen tussen steden, de uitrol van intelligente infrastructuur in bijv. de haltes,<br />

samen met over heden<br />

en het middenveld?<br />

bustransport met geleiding, snelladen van elektrische bussen, automatische metro, personal rapid<br />

“We hebben online<br />

transport aan luchthavens,... Er gebeurt in de bedrijven ook veel innovatie op het vlak van de<br />

een Smart City-community<br />

opgericht die<br />

randapparatuur: smart card, routeplanner, en real time data, inclusief storingen. Wanneer licentieovereenkomsten<br />

worden gesloten met organisaties die de open data willen gebruiken, is het geen<br />

toegankelijk is voor<br />

probleem om data open te stellen.”<br />

iedereen en waar men<br />

Peter Van den Heede, ABB: “Met technologie kan je veel doen, maar dit moet gebeuren in samenspraak<br />

presentaties en info<br />

met de inwoners en de overheid. Als bedrijf technologie ‘pushen’ gaat niet meer. Ander-<br />

zijds mag het ook niet zo zijn dat de overheid één bepaalde technologie voortrekt, bv. voor het snel<br />

opladen van elektrische bussen zijn diverse technologieën in experimentele fase. Innovatie werpt<br />

pas vruchten af als de competitie haar werk kan doen.”<br />

terugvindt en vragen<br />

kan posten. Momenteel<br />

tellen we zo’n 300<br />

leden. Daarnaast organiseren<br />

we elk jaar een<br />

Luc Toorens, 1Spatial: “Samenwerking tussen steden en bedrijven maakt mooie toepassingen<br />

Smart City-event waar<br />

mogelijk. In Luik bijvoorbeeld had men vastgesteld dat de door de Stedenbouwkundige Dienst<br />

we een zicht geven op<br />

gegenereerde gegevens relevant zijn voor vrijwel alle door de Stad beheerde thema’s. Uit die vaststelling<br />

groeide het idee om een Cartografische Cel te creëren en al die gegevens te integreren in<br />

de evoluties in het buitenland,<br />

de visie van de<br />

één enkel informaticasysteem. Via dit cartografische portaal kunnen de stadsbeambten nu rechtstreeks<br />

algemene of heel specifieke informatie opzoeken over bv. de eigendommen van de stad,<br />

Europese Commissie<br />

de straatreinigingstrajecten, een winkelatlas, de uitgereikte stedenbouwkundige vergunningen,...


en een aantal burgemeesters uitnodigen<br />

die over hun projecten vertellen. We reiken<br />

dan ook een award uit aan een stad<br />

of gemeente die een uitzonderlijk project<br />

heeft gerealiseerd. Hiermee bereiken<br />

we de pers. Verder geven we regelmatig<br />

workshops, onder meer over apps of<br />

mobiliteit. We gaan bovendien ook vaak<br />

praten met de steden en gemeenten om<br />

hen te helpen om hun visie uit te stippelen<br />

of in contact te brengen met partners.<br />

Zo hebben we onlangs samen een seminar<br />

georganiseerd met de stad Turnhout<br />

en de zorgsector rond de vraag: hoe kunnen<br />

we ervoor zorgen dat ouderen langer<br />

thuis kunnen blijven wonen op een<br />

comfortabele manier?”<br />

“Kortrijk heeft op 29 januari dit jaar de<br />

eerste Smart City Award van Agoria en<br />

Belfius gewonnen met hun project ‘Shop<br />

& Go’. De stad heeft een dynamisch parkeersysteem<br />

uitgedacht. Mensen hebben<br />

in het centrum moeite om een parkeerplaats<br />

te vinden en draaien dan rondjes.<br />

Ze willen zo snel mogelijk en vlakbij<br />

de winkel parkeren omdat ze maar vijf<br />

minuten nodig hebben om bijvoorbeeld<br />

een pakketje op te pikken. De stad Kortrijk heeft nu detectoren bevestigd op<br />

parkeerplaatsen waar je dertig minuten gratis mag parkeren. Wanneer je wagen<br />

er langer staat, wordt er een signaal gestuurd naar de parkeerwachter die dan een<br />

boete uitschrijft. Het systeem kent een groot succes. Meer nog, ook vrachtwagens<br />

ondervinden de voordelen. Zij hoeven niet langer meer dubbel te parkeren bij<br />

het laden en lossen, want hun laad- en losplaatsen zijn meestal vrij.”<br />

U vertelde aan het begin van het interview dat vooral de veroudering van de<br />

bevolking een uitdaging vormt voor steden en gemeenten. Allicht investeren<br />

ze liever in hun lokale economie want die brengt inkomsten binnen. Gaan<br />

steden en gemeenten hun prioriteiten niet verkeerd leggen?<br />

“Steden en gemeenten zijn onderling in competitie met elkaar om bedrijven en<br />

getalenteerde mensen aan te trekken. Sommige zijn zich hier heel bewust van en<br />

profileren zich als de place to be voor jong talent. Dat geldt ook voor onze Belgische<br />

steden. Waarom zou een onderzoeker uit India kiezen voor de Universiteit<br />

van Leuven als hij ook naar de Verenigde Staten kan?”<br />

“Deze discussie leeft ook binnen politieke kringen. Je trekt tweeverdieners en<br />

jonge gezinnen aan wanneer wonen in de stad betaalbaar is. Maar dat wil niet<br />

zeggen dat steden en gemeenten geen verantwoording hoeven af te leggen aan<br />

andere bevolkingsgroepen zoals senioren. Het is een en-en-verhaal. Steden en<br />

gemeenten zijn pas leefbaar wanneer die zich inzetten op alle vlakken.”<br />

“We roepen steden en gemeenten op om samen te werken en om in eerste fase<br />

projecten te realiseren op straat- of wijkniveau. Mijn advies? Leer je partners<br />

kennen, start een dialoog op en deel kennis.”<br />

Tekst en foto: Nathanëlla Monsaert, 2Mpact<br />

Paul Soete, voormalig CEO Agoria - Vincent Van Quickenborne, burgemeester Kortrijk<br />

Marc Lemaitre, Schepen Mobiliteit Stad Kortrijk - Olivier Onclin (Belfius Bank), voorzitter jury<br />

13


ARTIKEL<br />

Acties in<br />

Europese<br />

Smart Cities<br />

ANSWER staat voor ‘A North Sea Way to Energy-efficient<br />

Regions’. Zij brengen experten samen van over heel de<br />

regio die ervaring hebben in hernieuwbare energie, energiemanagement<br />

en het werken met business- en community-groepen.<br />

Wij geven jullie enkele case studies van<br />

ANSWER mee over praktische acties rond smart cities.<br />

‘Climate Idols’ in Växjö, Zweden<br />

Het project ‘Climate Idols’ wou bewustzijn creëren en inwoners en bedrijven in<br />

Växjö inspireren om nieuwe, klimaatvriendelijke keuzes te maken en gewoontes<br />

te ontwikkelen. De ‘Climate Idols’ kregen het doel om hun persoonlijke CO 2<br />

-<br />

uitstoot te verminderen tot minder dan 4,7 kg per persoon per jaar. ‘Climate<br />

Idols’ was onderdeel van Växjö’s werk als Europa’s groenste stad. De bedoeling<br />

was om inwoners te inspireren om hun CO 2<br />

-uitstoot te verminderen door goede<br />

voorbeelden te creëren.<br />

Vijf uitdagingen voor de idolen<br />

Een groep bekende mensen uit Växjö werden tot ‘Climate Idols’ verkozen en<br />

moesten tijdens de lente van 2010 aan vijf uitdagingen deelnemen om klimaatvriendelijker<br />

te worden. Muzikanten, acteurs, koks,… uit de stad werden klimaatidolen.<br />

De vijf uitdagingen die ze aangingen draaiden rond<br />

transport, energie, voeding en consumptie. De deelnemers werden<br />

tijdens de uitdagingen gecoacht door experts en kregen klimaatvriendelijke<br />

producten en diensten via lokale bedrijven.<br />

uitdagingen in contact kwamen met de<br />

‘Idols’ werden geïnspireerd om klimaatvriendelijke<br />

keuzes te maken.<br />

Alle idolen haalden het doel om hun<br />

persoonlijke CO 2<br />

-uitstoot te verminderen<br />

naar 4,7 kg per persoon per jaar.<br />

Hun gemiddelde CO 2<br />

-uitstoot was 2,7<br />

kg en er werd gemiddeld 30% minder<br />

CO 2<br />

per persoon uitgestoten. 55 gezinnen<br />

werken met dit model en krijgen de<br />

winst die ze realiseren door elektriciteitsverbruik<br />

naar goedkopere periodes te<br />

schuiven, effectief uitbetaald. Gezinnen<br />

met tarieven aanmoedigen om hun elektriciteitsverbruik<br />

te verschuiven, is al in<br />

veel smartgridprojecten beproefd, maar<br />

de impact lijkt na verloop van tijd vrij<br />

beperkt gezien de dagelijkse discipline<br />

die dit vergt.<br />

Het tweede interactiemodel heeft een<br />

smart start-systeem. Dit testen we bij<br />

185 gezinnen met 460 slimme toestellen,<br />

zoals wasmachines, droogautomaten,<br />

vaatwassers, elektrische warm water<br />

boilers, en zeven elektrische wagens. De<br />

gebruiker geeft bij het instellen in wanneer<br />

het apparaat ten laatste klaar moet<br />

zijn. Hij programmeert de vaatwasser<br />

bijvoorbeeld om acht uur ’s ochtends<br />

met als deadline zes uur ’s avonds. Als<br />

het gekozen programma twee uur duurt,<br />

zal het toestel uiterlijk om vier uur ’s<br />

middags starten zodat het comfort van<br />

de gebruiker gegarandeerd blijft. Tussen<br />

acht en vier kan het Linear-systeem het<br />

apparaat op het gunstigste moment aanzetten.<br />

Er is dus acht uur flexibiliteit.<br />

30% minder CO 2<br />

per persoon<br />

Het project hielp lokale bedrijven promoten die klimaatvriendelijke<br />

producten en diensten aanbieden. De bedrijven die tijdens de<br />

14


‘Schools Annual Award’ in<br />

Växjö, Zweden<br />

Om Zweedse jongeren<br />

meer bewust<br />

te maken van hun<br />

energieverbruik<br />

en de klimaatproblematiek,<br />

riep het<br />

ANSWER-project<br />

‘Schools Annual<br />

Award’ een jaarlijkse<br />

wedstrijd in<br />

het leven waarbij steeds twee scholen uit<br />

Växjö worden uitgedaagd om hun energieverbruik<br />

aan banden te leggen. Het<br />

concept van dit project is heel eenvoudig:<br />

tijdens de één week durende wedstrijd<br />

wint diegene die het meeste energie<br />

heeft bespaard.<br />

Rivaliteit<br />

Met het ‘Schools Annual Award’-project<br />

willen de organisatoren de schoolgaande<br />

jeugd confronteren met de huidige milieuproblemen.<br />

De wedstrijd sloeg hard<br />

aan, vooral omdat de twee deelnemende<br />

scholen van dit jaar al een lange geschiedenis<br />

van ‘rivaliteit’ kennen.<br />

Beide scholen slaagden erin om hun elektriciteitsverbruik<br />

te verminderen met 17<br />

procent in vergelijking met dezelfde periode<br />

het jaar daarvoor. De organisatoren<br />

hopen dat de jongeren het idee achter de<br />

wedstrijd in ere zullen houden en blijven<br />

proberen hun verbruik te minderen.<br />

Scholen delen ervaringen<br />

Bovendien krijgen de studenten en leerkrachten<br />

de kans om hun ervaringen te<br />

delen met andere scholieren in andere<br />

landen. Via studiereizen komen ze met<br />

elkaar in contact en nemen ze een kijkje<br />

hoe anderen het aanpakken. En via het<br />

net delen ze graag tips met hun buitenlandse<br />

vrienden.<br />

‘Ipswich Green Behaviours’ in Norfolk en Suffolk,<br />

Verenigd Koninkrijk<br />

‘Ipswich Green Behaviours’ is een community engagement project rond energie-efficiëntie<br />

en klimaatverandering. Het moedigt inwoners van Norfolk en<br />

Suffolk aan om zich te engageren om energie-efficiënter en milieuvriendelijker<br />

te leven. Er werden drie regio’s in Ipswich gekozen om aan het project deel te<br />

nemen. Daardoor werd 17% van de inwoners van de stad erbij betrokken.<br />

Kleine gewoontes veranderen<br />

In het Verenigd Koninkrijk neemt het energieverbruik van huishoudens zo’n<br />

32% van het totale energieverbruik in. Door kleine gewoontes en gedragingen te<br />

veranderen kunnen inwoners hun energie-efficiëntie significant verbeteren, kunnen<br />

ze veel uitsparen en verbeteren ze hun levenskwaliteit. Het geld dat bespaard<br />

wordt door energie-efficiëntie kan bovendien opnieuw geïnvesteerd worden in<br />

andere projecten zoals duurzame technologieën als gemeenschapseigendom.<br />

Groene kampioenen<br />

Een team van vijf ‘groene kampioenen’ werd ingehuurd om het project tot een<br />

goed einde te brengen. In een eerste fase kregen de inwoners een bezoek van een<br />

‘Groene kampioen’. Ze werden aangemoedigd om zich te engageren om kleine<br />

aanpassingen door te voeren in hun leven zoals het vervangen van versleten kranen,<br />

het uitschakelen van lichten en het verbeteren van de isolatie in huis.<br />

Door financiële ‘incentives’ aan te bieden bovenop de potentiële CO 2<br />

-reductie<br />

heeft het project positief gedrag bij de lokale gemeenschap aangemoedigd. De<br />

‘Groene Kampioenen’ hebben ook aan lokale evenementen deelgenomen, om<br />

daar bewustzijn te creëren en onpartijdig advies te geven aan de inwoners. Ze<br />

gaven op deze gelegenheden ook energiebesparende apparaten weg.<br />

In totaal werd er bij 7007 gezinnen aangeklopt en werd er met 2695 inwoners<br />

gesproken. 1835 huishoudens werden bereid gevonden om één of meer acties<br />

door te voeren. Die acties konden per gezin tot 157 pond besparing per jaar<br />

betekenen.<br />

Auteur: Eline D’hooge, OVED<br />

15


Organisatie Duurzame<br />

Energie<br />

ODE, de Organisatie Duurzame Energie is de<br />

sectororganisatie voor duurzame energie in<br />

Vlaanderen. ODE brengt meer dan driehonderd<br />

bedrijven, kenniscentra, universiteiten en<br />

organisaties samen in technologieplatformen en<br />

werkgroepen, om kennis uit te wisselen en aan<br />

belangenbehartiging te doen. ODE is de belangrijkste<br />

stakeholder wat hernieuwbare energie<br />

voor de betrokken overheden aangaat.<br />

ODE<br />

Koningsstraat 35<br />

1000 Brussel<br />

Tel. 02/218 87 47<br />

info@ode.be<br />

300 leden<br />

600 contacten<br />

6 thematische groepen<br />

6000 werknemers<br />

ODE ondersteunt als koepel de werking van onderstaande platformen<br />

of sectororganisaties inzake dienstverlening en informatie-uitwisseling:<br />

• Bio-Energie platform<br />

• PV Vlaanderen : sectororganisatie voor fotovoltaïsche<br />

zonne-energie<br />

• VWEA: Vlaamse Windenergie Associatie<br />

• Warmtepompplatform<br />

• Groene Stroomplatform<br />

• Werkgroep Groene Warmte<br />

De technologieplatformen behartigen de belangen van de sectoren en<br />

worden getrokken door de projectleiders. Naargelang de noodzaak<br />

en/of actualiteit worden specifieke werkgroepen opgericht die rapporteren<br />

aan het platform en zo ook aan de koepel over de activiteiten<br />

en demarches. Het groene stroomplatform en de werkgroep groene<br />

warmte zijn sectoroverschrijdende initiatieven.


Windenergie is zowat de goedkoopste<br />

en meest propere manier om elektriciteit<br />

op te wekken. Met een gemiddelde van<br />

twee windturbines per gemeente komen<br />

we heel dicht bij de doelstellingen inzake<br />

opwekking van hernieuwbare energie.<br />

Maar als we willen dat het in Vlaanderen<br />

niet windstil wordt inzake de bouw van<br />

windturbines, moet een aantal problemen<br />

dringend aangepakt worden.<br />

Recent bleek dat de hoogspanningsverbinding<br />

van Elia tussen Zeebrugge en<br />

Zomergem, beter bekend onder de naam<br />

Stevin project, door juridisch getouwtrek<br />

in een onzekere situatie terechtkwam,<br />

omdat het ‘gelijkheidsprincipe’ zou<br />

geschonden zijn. Wettelijk moeten burgers<br />

via de krant en niet enkel via andere<br />

vormen van (sociale) media op de hoogte<br />

gebracht worden over het openbaar<br />

onderzoek. Het Stevin project is van zeer<br />

groot algemeen belang. Het gaat over een<br />

complex investeringsproject (4 miljard<br />

euro) dat de haven van Zeebrugge en de<br />

kustregio elektrisch beter moet bevoorraden<br />

en de windparken op zee aansluit<br />

op het hoogspanningsnet. Door de vertragende<br />

procedureslag kunnen zowat 70<br />

MW aan windprojecten in de Zeebrugse<br />

haven voorlopig niet aangesloten worden<br />

op het net, komt de uitbreiding van<br />

2200 MW offshore windparken in het<br />

gedrang en wordt de creatie van nieuwe<br />

werkgelegenheid (3000 groene jobs) op<br />

de helling gezet.<br />

Het Stevin project is dus van cruciaal belang voor de energietransitie in België.<br />

Maar het is geen alleenstaand geval wat betreft de lange beroepsprocedures<br />

voor dergelijke investeringsprojecten. Voor een windproject wordt het stilaan de<br />

regel om een vergunning slechts definitief te behalen in ‘derde aanleg’(provincie,<br />

minister, raad van state). Dat kost veel tijd en dus ook veel geld. In de praktijk<br />

blijkt dat participatie niet de enige oplossing is om een windproject uiteindelijk<br />

gerealiseerd te krijgen. Zo kan een vergunning voor een windpark zelfs met<br />

een grote betrokkenheid van de omwonenden tegengehouden worden door één<br />

enkele (boze) burger. Het dossier wordt dan doorgeschoven naar de Raad van<br />

State en/of de Raad van vergunningsbetwisting en komt op de stapel ‘windprojecten’<br />

terecht.<br />

Een ander fundamenteel knelpunt is de aansluiting op het net. Omdat er op<br />

sommige gunstige locaties voor windenergieprojecten onvoldoende netcapaciteit<br />

beschikbaar is, kunnen windturbines (nog) niet gebouwd worden. Hierdoor<br />

dreigen investeringen b.v. in de omgeving van havengebieden steeds weer uitgesteld<br />

te worden. Ook de netbeheerders zijn vragende partij opdat de Vlaamse<br />

overheid werk maakt van de zones waar bijkomende netcapaciteit dringend<br />

gewenst is.<br />

VWEA pleit om projecten, die het algemeen belang dienen en mee de energietransitie<br />

in Vlaanderen bepalen, boven het privé belang van enkele individuen<br />

te stellen. De overheid dient daarom een specifiek, duidelijk, rechtszeker en juridisch<br />

kader te bieden voor (wind)energie projecten. Als sector betwisten we het<br />

recht van de individuele burger niet, maar vragen we een veel snellere en correcte<br />

afhandeling van de procedures. Dit is immers belangrijk voor alle burgers en<br />

zal ook het draagvlak verhogen.<br />

Over de vereniging<br />

ODE brengt meer dan driehonderd bedrijven, kenniscentra, universi teiten<br />

en organisaties samen in technologieplatformen en werkgroepen, om kennis<br />

uit te wisselen en aan belangenbehartiging te doen. ODE is de belangrijkste<br />

stakeholder inzake hernieuwbare energie voor de betrokken overheden.<br />

www.ode.be<br />

17


ARTIKEL<br />

Volt-Air: het<br />

potentieel van<br />

flexibel energiebeheer<br />

bewezen<br />

Een van de grote uitdagingen van smart cities? Het slim<br />

omgaan met energie. Het inzetten van de juiste energiebronnen,<br />

het opslaan van piekloads, het distribueren van<br />

energie via een smart grid: dat alles wordt in de praktijk<br />

gebracht en getest bij COGEN Vlaanderen-lid Siemens<br />

in Huizingen. ‘Volt-Air’ werd het innovatieve project<br />

gedoopt.<br />

Enkele jaren geleden ging Volt-Air van start als een Siemens-testproject, onder<br />

het motto ‘Where energy meets mobility’. In 2012 groeide het uit tot één van<br />

de 5 ‘proeftuinprojecten’ waarmee de Vlaamse overheid vaart wil zetten achter<br />

de invoering van elektrische voertuigen. De infrastructuur werd uitgebouwd<br />

waarmee bedrijven, onderzoeksinstellingen en organisaties hun toekomstgerichte<br />

oplossingen kunnen testen. Uiteenlopende partners traden toe:<br />

Volvo Cars, Elexys, E. Van Wingen, Powerdale, Westlease en Stad Kortrijk.<br />

Sindsdien wordt het project financieel gesteund door de Vlaamse overheid.<br />

Het platform wordt ondersteund door KHLim, KU Leuven en VITO.<br />

Communicerende componenten<br />

Vandaag bundelt de projectinfrastructuur drie types componenten in een smart<br />

grid. De eerste zijn de energieproductie-eenheden: enerzijds 10.000 m 2 zonnepanelen<br />

– vooral productief in het voorjaar en de zomer – anderzijds een bio-<br />

WKK (geleverd door projectpartner E. Van Wingen), die vooral in de winter zijn<br />

diensten bewijst.<br />

De WKK voorziet het volledige bedrijfsrestaurant van stroom. Wanneer de keuken<br />

niet operationeel is, wordt de gegenereerde energie geïntegreerd in het verwarmingssysteem.<br />

18


In tweede instantie zijn er de energieverbruikers in het systeem: de kantoorgebouwen<br />

en het atelier voor elektrische schakelkasten van Siemens.<br />

De derde component zijn de elektrische wagens. Die doen niet alleen dienst als<br />

vervoermiddel, de batterijen ervan dienen ook als opslagruimte voor de piekloads<br />

die soms worden geproduceerd door de verschillende energieproductie-eenheden.<br />

De lijm tussen de componenten: het DEMS<br />

Een ‘Decentralized Energy Management System’ (DEMS) zorgt voor de controle<br />

van de drie types componenten. Hiermee kan Siemens voortdurend een maximale<br />

‘Green Production Index’ of een maximaal percentage verbruik uit groene<br />

stroom realiseren.<br />

Het DEMS combineert de gedecentraliseerde elektriciteitsopwekkingsbronnen,<br />

lasten en opslageenheden zodat ze centraal gestuurd kunnen worden als<br />

een virtuele krachtcentrale (VPP). Het systeem bepaalt het optimale exploitatie-instelpunt<br />

op basis van voorspellingen voor de productie-eenheden en lasten.<br />

Het houdt rekening met onder meer weersvoorspellingen, elektriciteitsprijzen,<br />

energiebehoefte, contracten en veldgegevens. Het kan modellen uitwerken voor<br />

verschillende componenten zoals fotovoltaïsche cellen, WKK-eenheden, accuopslag,<br />

dieselgeneratoren, enzovoort.<br />

Uit de voorlopige resultaten blijkt alvast dat deze installatie aan netbeheerders<br />

een groot potentieel aan flexibiliteit biedt. Voor gebruikers wordt het<br />

mogelijk om op elk moment een optimale energie-efficiëntie te bereiken.<br />

De vruchten van de proeftuin: to be continued<br />

Naast Siemens, kon ook Volvo Cars al heel wat lessen trekken uit het proeftuinproject.<br />

De autobouwer kon het gedrag van de gebruikers van de elektrische C30<br />

langdurig testen.<br />

Touring – dat niet behoort tot de oorspronkelijke projectpartners – stapte mee<br />

in het proeftuinproject om pechverhelping te testen voor elektrische voertuigen.<br />

Het opzet van het proeftuinproject – het stimuleren van innovatieprojecten – is<br />

alvast geslaagd. Of er ook commerciële doorbraken uit voortvloeien, zal de toekomst<br />

uitwijzen. Recent tekende Minister Lieten de verlenging van Volt-Air tot<br />

eind <strong>2014</strong>. De komende zes maanden worden uiteenlopende oplossingen verder<br />

intensief getest …<br />

Auteur: Katrien Valkiers, Siemens voor Cogen Vlaanderen<br />

Electrische Volvo C30<br />

19


ARTIKEL<br />

Stevige bries,<br />

zonnige lentedag?<br />

Wasmachines<br />

aan!<br />

Om in de toekomst over te kunnen schakelen naar een<br />

duurzame energievoorziening, zijn verschillende veranderingen<br />

nodig, onder meer in gedrag en infrastructuur.<br />

Het onderzoeksproject Linear neemt die onder de<br />

loep. Belangrijk is dat het comfort van gezinnen voorrang<br />

krijgt op de noden van het systeem, maar tegelijkertijd<br />

moet het ook technisch en economisch interessant zijn<br />

voor netbeheerders en energieleveranciers.<br />

Schone energiebronnen zoals wind of zon zijn niet stabiel: windturbines leveren<br />

alleen elektriciteit als het waait, fotovoltaïsche installaties als de zon schijnt.<br />

Dat staat haaks op ons huidig elektriciteitssysteem waarin we energie verbruiken<br />

wanneer het ons uitkomt. Nu wordt het net nog ieder moment in evenwicht<br />

gehouden door elektriciteitscentrales die hun productie aanpassen aan de energievraag.<br />

Deze manier van regelen heeft jarenlang uitstekend gefunctioneerd met<br />

enkele tientallen nucleaire en fossiele centrales, voor miljoenen consumenten.<br />

Maar nu willen we de energiemix vervangen door intermitterende bronnen. We<br />

kunnen ook niet meer spreken van tientallen centrales want consumenten worden<br />

pro-sumenten. Vlaanderen telt ongeveer twee miljoen gebouwen en meer<br />

dan 230.000 fotovoltaïsche installaties voor zes miljoen inwoners. Aangezien<br />

zonnepanelen niet meer energie zullen produceren omdat ons verbruik plots<br />

stijgt, is het de uitdaging om zo veel mogelijk verbruik te verschuiven naar periodes<br />

met veel hernieuwbare energie productie.<br />

De energiesector maakt al jaren gebruik<br />

van schakelbare lasten bij grote bedrijven<br />

die hun energieverbruik binnen een<br />

bepaalde tijdsperiode kunnen aanpassen.<br />

Nieuwe ondernemingen beginnen nu<br />

ook de flexibiliteit bij kleine bedrijven te<br />

oogsten. Deze bedrijven hebben immers<br />

te kleine vermogens om direct door de<br />

transmissienetbeheerder aangesproken<br />

te worden, maar hun geclusterde flexibiliteit<br />

is wel voldoende interessant om<br />

op de energiemarkt te verzilveren. Het<br />

onderzoek in Linear trekt deze redenering<br />

door naar nog kleinere vermogens,<br />

op huishoudniveau.<br />

Flexibiliteit op huishoudniveau brengt<br />

heel andere uitdagingen met zich mee<br />

dan op industrieel niveau, want het vermogen<br />

en de gebruiksfrequentie van<br />

huishoudelijke toestellen is beperkt.<br />

Maar vele kleintjes maken groot en zijn<br />

20


daarom niet minder relevant. Voorlopig<br />

ontbreken nog heel wat bouwstenen om<br />

het concept te doen werken, zoals IT-architecturen,<br />

schaalbaarheid, privacy,<br />

standaarden, betaalbare plug-and-play<br />

technologie en een goede gebruikersinteractie.<br />

Ook is het financiële voordeel<br />

niet duidelijk en moet de regelgeving<br />

aangepast.<br />

Hoe laat moet de vaat<br />

schoon zijn?<br />

Het Linear-project (Local Intelligent<br />

Networks for Energy-Active Regions)<br />

voert in Vlaanderen een grootschalige<br />

veldtest uit waarbij 240 woningen<br />

zijn uitgerust met een energiemanagementsysteem<br />

van Fifthplay. Dit vormt<br />

de centrale gateway in de woning. Het<br />

systeem leest de gegevens van de slimme<br />

meters, verzamelt het kwartierverbruik<br />

van meetpluggen, wisselt stuurparame-<br />

ters uit met de slimme toestellen en communiceert alle data via de aanwezige<br />

internetverbinding naar de Linear-server. Via een tablet kunnen deelnemers hun<br />

eigen prestaties volgen. Linear startte in 2009 met academisch onderzoek en test<br />

op dit moment twee interactiemodellen in reallife.<br />

Het eerste interactiemodel toont de deelnemers een tariefstructuur met zes<br />

tariefblokken per dag waarbij voor iedere dag de prijzen opnieuw worden berekend<br />

op basis van de energiemarkt, netbelasting en voorspelde zonne- en windproductie.<br />

55 gezinnen werken met dit model en krijgen de winst die ze realiseren<br />

door elektriciteitsverbruik naar goedkopere periodes te schuiven, effectief<br />

uitbetaald. Gezinnen met tarieven aanmoedigen om hun elektriciteitsverbruik<br />

te verschuiven, is al in veel smartgridprojecten beproefd, maar de impact lijkt na<br />

verloop van tijd vrij beperkt gezien de dagelijkse discipline die dit vergt.<br />

Het tweede interactiemodel heeft een smart start-systeem. Dit testen we bij 185<br />

gezinnen met 460 slimme toestellen, zoals wasmachines, droogautomaten, vaatwassers,<br />

elektrische warm water boilers, en zeven elektrische wagens. De gebruiker<br />

geeft bij het instellen in wanneer het apparaat ten laatste klaar moet zijn.<br />

Hij programmeert de vaatwasser bijvoorbeeld om acht uur ’s ochtends met als<br />

deadline zes uur ’s avonds. Als het gekozen programma twee uur duurt, zal het<br />

toestel uiterlijk om vier uur ’s middags starten zodat het comfort van de gebruiker<br />

gegarandeerd blijft. Tussen acht en vier kan het Linear-systeem het apparaat<br />

op het gunstigste moment aanzetten. Er is dus acht uur flexibiliteit.<br />

21


ARTIKEL<br />

De eerste resultaten geven aan dat gebruikers het tweede interactie model<br />

met smart start gemakkelijker volhouden. In essentie leren zij een nieuwe<br />

gewoonte aan: het ingeven van een deadline bij het instellen van het toestel,<br />

vergelijkbaar met het ingeven van startuitstel als je optimaal gebruik<br />

wilt maken van het nachttarief. De deadline wordt samen met een inschatting<br />

van het energieverbruik van het gekozen programma in functie<br />

van de tijd, naar het Linear-systeem gecommuniceerd. Op basis van de<br />

beschikbare flexibiliteit plannen de algoritmes het optimale starttijdstip.<br />

Beter benutten<br />

Dit optimale tijdstip is afhankelijk van de business case die getest wordt.<br />

Linear selecteerde vier scenario’s waarin de flexibiliteit een hoge meerwaarde<br />

biedt voor de energieleverancier en/of netbeheerder. De eerste businesscase is<br />

day-ahead portfoliomanagement. Gezinnen kunnen inspelen op de prijsvariatie<br />

in de energiemarkt. Hun toestel schakelt in bij het goedkoopste tarief (veel energie<br />

beschikbaar) en blijft uit bij het duurste tarief (weinig energie beschikbaar).<br />

De tweede case is wind balancing. Leveranciers kunnen afwijkingen tussen de<br />

windvoorspellingen van de dag voordien en de werkelijke productie van windenergie<br />

corrigeren door realtime toestellen in te schakelen of uitgeschakeld te<br />

houden. Dit biedt enerzijds extra mogelijkheden om het transmissienet in evenwicht<br />

te houden, en anderzijds laat het toe om onbalanskosten te vermijden, wat<br />

de eindklant op zijn factuur zal merken.<br />

Het derde scenario is transformatorveroudering. Linear schakelt slimme toestellen<br />

in tijdens periodes waarin de transformatortemperatuur laag is, dus als er<br />

weinig energieverbruik is. Hierdoor neemt de levensduur van de transformator<br />

toe. Door zo het vermogen in tijd te spreiden, is er een betere benuttingsgraad en<br />

hoeft de netbeheerder geen zwaardere wijktransformator voor het piekverbruik<br />

te installeren.<br />

De vierde business case is lijnspanningscontrole. Netbeheerders stellen de vertrekspanning<br />

aan de transformator zo in dat de aansluitspanning van de woningen<br />

aan de normen voldoet. Maar die oefening is een stuk moeilijker als huizen zelf<br />

energie leveren, bijvoorbeeld met fotovoltaïsche panelen, en zo de spanning verhogen.<br />

Als de spanning ‘in de buurt’ stijgt, bijvoorbeeld bij veel zon, schakelt Linear<br />

de slimme toestellen in, totdat de spanning op de lijn weer lager is. We vermijden<br />

hiermee dat er extra kabels nodig zijn tussen de woningen en de transformator.<br />

Niet vanzelfsprekend<br />

De implementatie van het Linear-platform is gestart in 2012. In de home-labs<br />

van EnergyVille in Mol en Genk, iMinds in Gent en Laborelec in Linkebeek<br />

hebben we alle technologie eerst uitgebreid getest. Sinds april 2013 is het systeem<br />

actief bij de deelnemers. De kinderziektes hebben we ondertussen opgelost en de<br />

resultaten van de verschillende businesscases<br />

volgen eind dit jaar.<br />

In afwachting daarvan kunnen we al<br />

concluderen dat het slim maken van een<br />

woning vandaag de dag niet vanzelfsprekend<br />

is. Aangezien er gespecialiseerde<br />

technici nodig zijn voor de<br />

installatie, zijn de kosten te hoog. Er<br />

zijn immers nauwelijks huishoudelijke<br />

apparaten op de markt die de klant vlot<br />

zelf in zijn thuisnetwerk kan integreren.<br />

Linear heeft alvast de nodige interfaces<br />

ontworpen en geïmplementeerd voor de<br />

realtime interactie tussen huishoudtoestellen<br />

en business cases. Als toestelfabrikanten<br />

werk maken van een nieuwe<br />

generatie apparaten die aan te sturen<br />

zijn via tablet of smartphone, zijn we<br />

weer een stapje dichter bij smart grids.<br />

Auteur: Wim Cardinaels, VITO voor<br />

Smart Grids Flanders<br />

Het Linear-project wordt getrokken door<br />

EnergyVille, het onderzoeksinstituut waarin<br />

VITO, KU Leuven en imec hun onderzoek<br />

naar energie-oplossingen voor slimme<br />

steden bundelen, en gebeurt in nauwe<br />

samenwerking met de onderzoekspartners<br />

iMinds en Laborelec, de netbeheerders<br />

Eandis en Infrax, energieleverancier EDF<br />

Luminus, telecomoperatoren Belgacom<br />

en Telenet en de technologieleveranciers<br />

Fifthplay, Miele, Siemens en Viessmann en<br />

met hulp van de Vlaamse overheid om een<br />

doorbraak voor smart grids te realiseren<br />

www.linear-smartgrid.be<br />

22


Linear-deelnemers: ‘Je leven wordt niet omgegooid<br />

met een slimme meter in huis. Het loopt alleen<br />

allemaal wat moderner.’<br />

De projectverantwoordelijken van Linear zijn alvast enthousiast over de resultaten van het<br />

onderzoeksproject, maar hoe ervaren de deelnemers het experiment van Linear? Verandert<br />

het veel in hun dagelijks energieverbruik en in hun comfort?<br />

Penny De Beleyr en haar man Bart Janssens waren sowieso al bezig met energie en waren dus niet moeilijk te overhalen om<br />

deel te nemen aan Linear. Zij staan nu op de eerste plaats in de ‘flexibiliteitsranking’. Penny vertelt dat ze het smart systeem<br />

niet meer zou kunnen missen. “Sinds enkele dagen hebben we problemen met de smart start van de wasmachine en ik mis<br />

het tijdsuitstel al!”<br />

Bij Penny en Bart thuis is de vaatwasser het succestoestel waarop flexibiliteit het gemakkelijkst wordt ingezet. “Met vijf in huis<br />

zetten we wel heel vaak de vaat aan en blijft de was wat gemakkelijker liggen. In het begin maakte ik me wat zorgen over de<br />

droogkast: als je daar natte was in steekt en die blijft daar een hele nacht in liggen, komt dat wel goed? Maar we ontdekten al<br />

snel dat de trommel regelmatig eens draait zodat alles fris blijft. Meestal steken we ’s avonds de was of de vaat in met als eindtijd<br />

de avond erop. Daarmee halen we meteen het maximum aan flexibiliteit. We willen zoveel mogelijk besparen, dus het is<br />

echt geen moeite. Bovendien is het een ingesteldheid.”<br />

Edwin Steffens en zijn familie zijn voorlopig tweede in de ‘flexibiliteitsranking’ van Linear. Hij benadrukt dat de aanpassing<br />

om toestellen met flexibiliteit in te schakelen eigenlijk best goed meevalt.<br />

Edwin Steffens: “Vooral met de afwasmachine scoren we goed. Die zetten we vroeger ook al ’s avonds meteen na de warme<br />

maaltijd aan, dat is nu niet anders. En we stellen ook flexibiliteit in als het maar voor een paar uren is. De was is wat moeilijk:<br />

mijn vrouw doet dat graag in het weekend, dus alleen de laatste trommels worden met flexibiliteit ingeschakeld.”<br />

Sebastian Van Droogenbroeck was in het begin veel bezig met de meters. “Zo hebben we ontdekt dat televisie, telenet, printer<br />

en andere installaties eigenlijk wel veel verbruiken. Al die lichtjes blijven branden, en je ziet ze zelfs niet omdat ze in een kast<br />

zitten.” Het leveren van flexibiliteit is volgens Sebastian en zijn gezin een echte cultuurwijziging. Het vooruitdenken blijkt niet<br />

altijd even evident te zijn. “Wij zetten graag de was op als we die twee uur later nodig hebben. En uit gewoonte zet je ’s avonds<br />

als je gaat slapen de vaatwasmachine aan. Sowieso denk je in dag en nacht.”<br />

Sebastian Van Droogenbroeck: “Aan Linear deelnemen is echt heel interessant. Maar ondertussen leef je gewoon verder in zo’n<br />

project. Het leven wordt niet opeens omgegooid omdat er een slimme meter in je huis hangt. Het loopt alleen allemaal wat<br />

moderner. We doen nog altijd niet het licht uit van op afstand, hoor. Hoewel, eigenlijk kunnen we dat wel!”<br />

Auteur: Isabelle Borremans, KIC InnoEnergy voor Smart Grids Flanders<br />

23


ARTIKEL<br />

ARGUS in -<br />

spireert tot uitbouwen<br />

van<br />

duurzaam<br />

energie systeem<br />

ARGUS voerde in 2013 een ruime stakeholdersbevraging<br />

over de wegen naar een duurzame toekomst van ons energiesysteem.<br />

De resultaten van dit proces werden in het<br />

ARGUS-rapport ‘Energie voor morgen- krijtlijnen van<br />

een duurzaam energiesysteem’ gegoten. ARGUS hoopt<br />

er anderen mee te inspireren tot concrete initiatieven om<br />

een duurzame toekomst van ons energiesysteem dichterbij<br />

te brengen.<br />

Het rapport is het resultaat van een proces van literatuurstudie, interviews,<br />

debatten, workshops en een energiecongres. ARGUS biedt prioriteiten aan<br />

waarop de overheden, samen met het bedrijfsleven, dienen in te zetten. Een<br />

nieuw en duurzaam energiesysteem moet er komen uit bezorgdheid over de<br />

gevolgen van de klimaatverandering, maar ook omwille van onze geopolitieke<br />

en economische afhankelijkheid van ingevoerde fossiele brandstoffen.<br />

Het energiesysteem vormt geen coherent geheel. De warmtevraag vormt het<br />

grootste deel van het energieverbruik in Vlaanderen (60%), terwijl elektriciteitsverbruik<br />

en mobiliteit (zonder elektriciteit) elk ongeveer 20% van het energieverbruik<br />

voor zich nemen. Als de vraag per sector bekeken wordt dan zien we<br />

dat de industrie de ruim 42% van de Vlaamse energieconsumptie op zich neemt,<br />

gevolgd door de huishoudelijke en aanverwante sectoren (36%) en transport en<br />

mobiliteit (21%). Het aandeel hernieuwbare<br />

energie in het bruto verbruik in<br />

Vlaanderen is nog vrij klein, maar neemt<br />

wel toe van 1,3% in 2005 tot 3,8% in 2011.<br />

De productiecijfers van groene stroom<br />

tonen aan dat biomassa de dominante<br />

stroombron blijft (45% van de productie),<br />

gevolgd door fotovoltaïsche energie<br />

(22%). Groene warmte komt voor 100%<br />

uit biomassa, ook hernieuwbare energie<br />

voor mobiliteit wordt voor 98% uit biomassa<br />

gehaald.<br />

Het elektriciteitssysteem<br />

Een tendens binnen het elektriciteitssysteem<br />

is de liberalisering van de elektriciteitsmarkt.<br />

Het elektriciteitsverbruik<br />

staat voor 20% van het totale Vlaamse<br />

energetisch eindverbruik. Ons elektriciteitssysteem<br />

ondergaat op dit ogenblik<br />

24


de effecten van de liberalisering van de<br />

elektriciteitsmarkt sinds 2002. Een effect<br />

van de liberalisering naast een grotere<br />

keuzevrijheid voor de consument, is<br />

dat de nationale grenzen in de elektriciteitsmarkt<br />

vervagen. Binnen de Centraal<br />

West-Europese regio (CWE-regio)<br />

bestaan er vandaag minder fysieke en<br />

organisatorische belemmeringen. Ze zijn<br />

fysiek en commercieel met elkaar verbonden.<br />

De CWE-markt heeft haar nut<br />

al bewezen in de winter van 2012/2013,<br />

toen een groot deel van de Belgische<br />

nucleaire capaciteit stil lag. Toch is er<br />

het probleem dat diverse landen uit de<br />

CWE-regio een uiteenlopend energiebeleid<br />

blijven voeren, wat het functioneren<br />

van de markt bemoeilijkt. Er bestaat<br />

bovendien nog een (ruime) marge tot<br />

verbetering van de transmissiecapaciteit<br />

tussen de verschillende landen.<br />

Er is een snelle opmars van decentrale elektriciteitsopwekking. Er zijn tienduizenden<br />

kleine producenten die op het ene ogenblik stroom in het systeem<br />

brengen en er op een ander ogenblik afnemen. Door fluctuerende productie van<br />

zonnepanelen en onshore windmolens staan netbeheerders voor nieuwe uitdagingen<br />

zoals congestieproblemen, ongelijktijdigheid van de productie en afname,<br />

afhankelijkheid van het weer,…<br />

Een andere trend is de doorbraak van hernieuwbare elektriciteitsvoorziening.<br />

Een combinatie van technologische mogelijkheden en beleidskeuzes heeft<br />

gezorgd voor een snelle toename van het aandeel groene elektriciteit in het eindverbruik<br />

(van 7,5% in 2011 naar 1,8% in 2005). Een goede 40% van de Vlaamse<br />

productie aan groene stroom komt uit biomassa. Ongeveer 24% van groene<br />

stroom in Vlaanderen is afkomstig van fotovoltaïsche panelen.<br />

Vanaf <strong>2014</strong> is hernieuwbare energie verplicht bij nieuwbouw. De Vlaamse overheid<br />

voorziet PV als een van de zes opties waaruit de bouwheer kan kiezen om<br />

de verplichting waar te maken. Daarnaast is er ook een sterke ontwikkeling in de<br />

centraal opgewekte onshore windenergie. In Vlaanderen komt wind op de derde<br />

plaats, maar loopt de ontwikkeling veel trager dan in de ons omringende landen.<br />

Er is tegelijk een tendens naar meer autonomie, naar bottom-up initiatieven als<br />

reactie op de ‘grote systemen’ die té traag evolueren naar duurzaamheid, naar<br />

25


ARTIKEL<br />

meerwaarde die niet uitsluitend of niet noodzakelijk financieel is. Dit gebeurt<br />

zowel op individueel als op wijkniveau.<br />

ARGUS geeft enkele prioriteiten voor de overheid, het bedrijfsleven en de<br />

maatschappelijke actoren en burgers mee voor het elektriciteitssysteem:<br />

1. Zet sterk in op de regionaal-Europese en Europese integratie van het<br />

elektriciteitssysteem<br />

2. Organiseer de transitie van nucleair/fossiele elektriciteit naar hernieuwbare<br />

elektriciteit<br />

3. Ondersteun initiatieven, onder meer om elektriciteitsproductie en –<br />

consumptie op wijkniveau beter af te stemmen<br />

4. Stimuleer de integratie van het warmte- en mobiliteitssysteem in het<br />

elektriciteitssysteem<br />

5. Werk aan een concrete visie voor de langere termijn<br />

Als uitdagingen binnen het elektriciteitssysteem ziet ARGUS het garanderen<br />

van leveringszekerheid en stabiliteit van het toekomstige elektriciteitssysteem,<br />

de financiering en betaalbaarheid, de integratie van warmte en mobiliteit in het<br />

elektriciteitssysteem, de inzet van biomassa en CCS en de nucleaire kwestie.<br />

De industriële energiebehoefte<br />

De industrie staat in voor 42,5% van het energetische eindverbruik in Vlaanderen.<br />

Daar overtreft ze de residentiële en aanverwante sectoren mee. De industriële<br />

vraag bestaat voor ongeveer een vierde uit elektriciteit en drie vierde uit<br />

proceswarmte. De Vlaamse industrie is bijzonder energie-intensief, daarom is de<br />

Vlaamse economie extra gevoelig voor de impact van het energiesysteem.<br />

Wat de prijzen van de brandstoffen op de wereldmarkt betreft valt vooral op<br />

dat de prijs van de petroleumproducten blijft stijgen. Ook de gasmarkt zal met<br />

de tijd ontoereikend blijken. Sommige experten verwachten een tijdelijke stabilisatie<br />

tot zelfs daling van energieprijzen. Als centraal argument geven ze de<br />

beschikbare reserve aan niet-conventionele reserves zoals schaliegas en -petroleum<br />

of olie uit teerzanden, die de prijzen alvast tijdelijk zouden kunnen beïnvloeden.<br />

Stijgende energieprijzen en de schaliegasconcurrentie zouden kunnen<br />

leiden tot de heropleving van steenkool als energiebron.<br />

Er zijn tegenwoordig ook heel wat doorbraaktechnologieën in de industrie. Er<br />

is tegenwoordig heel wat onderzoek naar nieuwe, energiezuinige productieprocedés.<br />

Eén beloftevolle ontwikkeling is bijvoorbeeld het produceren van ammoniak<br />

uit aardgas waarvoor vandaag het energieoptimum is bereikt.<br />

Prioriteiten voor het beleid voor<br />

de industriële energiebehoefte:<br />

1. Verbeter de energie-efficiëntie<br />

in de minder energie-intensieve<br />

industrie<br />

2. Koppel de elektriciteitskost<br />

aan industriële efficiëntie<br />

3. Stimuleer de ontwikkeling<br />

van flexibiliteit in vraag en<br />

aanbod van elektriciteit<br />

Als uitdagingen voor de industriële<br />

energiebehoefte ziet ARGUS de bevoorradingszekerheid,<br />

het behoud van voldoende<br />

grote vermogens, het verbeteren<br />

van de energie-efficiëntie, technologische<br />

beperkingen, de kostprijs van energie<br />

en te weinig plaats voor schaliegas.<br />

De huishoudelijke warmtevraag<br />

De residentiële en aanverwante sectoren<br />

zijn verantwoordelijk voor 36,5% van<br />

het Vlaams eindverbruik aan energie.<br />

Ongeveer 75% van dat verbruik betreft<br />

niet-elektrisch geproduceerde warmte,<br />

hoofdzakelijk ingezet voor ruimteverwarming<br />

en voor een stuk voor de verwarming<br />

van tapwater. Een vierde gaat<br />

naar elektriciteitsverbruik.<br />

Tendensen binnen de huishoudelijke<br />

warmtevraag de doorbraak van energiebesparing<br />

in gebouwen, optimale<br />

efficiëntie inzake sanitaire warmtevraag,<br />

(nieuwe) technologieën zoals zonneboilers,<br />

WKK, warmtepompen en warmtenetten.<br />

Een uitdaging binnen de huishoudelijke<br />

warmtevraag is de groeiende kloof<br />

26


tussen opeenvolgende generaties gebouwen. Hoe ouder het patrimonium, hoe<br />

hoger de warmtevraag. Er moet ook voor een grondige aanpak gezorgd worden<br />

bij wijkrenovatie.<br />

De Vlaamse bouwsector kent beperkingen en kansen. De sector zal moeten<br />

groeien en extra mensen tewerkstellen om het volledige Vlaamse woningpark<br />

tegen 2050 op het BEN-niveau te krijgen. Daarnaast moet ingezet worden op<br />

innovatie van bouwsystemen, op een groter aandeel meergezinswoningen, op<br />

compacter bouwen en op meer gestandaardiseerde technieken.<br />

Een ander probleem is energiearmoede bij ouderen. Oudere huiseigenaars of<br />

huurders kunnen of willen vaak niet meer investeren in vervanging van oudere<br />

verwarmingsinstallaties omdat ze voor zichzelf nog weinig toekomst zien. Hier<br />

moeten nieuwe maatregelen voor uitgewerkt worden. Daarnaast is er de blijvende<br />

vraag naar sanitaire warmte. Op korte termijn kan hierop ingespeeld worden<br />

door kleine WKK-installaties, zonneboilers, warmtepompen en warmtenetten.<br />

De opkomst van warmtepompen en de hoge klimaatimpact<br />

door de koelvloeistof die zich erin bevindt is ook een uitdaging.<br />

Auteur: Josefien D’Haene, 2Mpact<br />

Prioriteiten voor het beleid voor<br />

de huishoudelijke warmtevraag:<br />

1. Renoveer het Vlaamse<br />

woningenpark grondig, in de<br />

warmtevraag ligt het grootste<br />

potentieel in reductie van<br />

energieconsumptie en kosten.<br />

2. Onderzoek en stimuleer nieuwe<br />

vormen van financiering.<br />

3. Ontwikkel een doordacht<br />

beleid inzake energiearmoede.<br />

4. Ontwikkel een intelligent<br />

beleid inzake warmtenetten.<br />

27


ARTIKEL<br />

Smart cities<br />

en het<br />

burgemeestersconvenant<br />

Een belangrijke motor voor het Europese energiebeleid<br />

is de Covenant of Mayors. Dit Burgemeestersconvenant is<br />

de algemene Europese beweging waarin lokale en regionale<br />

overheden deelnemen door vrijwillig toe te zeggen<br />

de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen<br />

op hun grondgebied te verhogen. Door hun<br />

verbintenis beogen de ondertekenaars van het Convenant<br />

om de doelstelling te halen om de CO 2<br />

-uitstoot tegen<br />

2020 met 20% te reduceren en zelfs te overtreffen.<br />

Het Europese initiatief rond de slimme steden past naadloos in het Convenant.<br />

De ondertekenaars willen hiermee tonen dat het haalbaar is om snel werk te<br />

maken van de vastgelegde energie- en klimaatdoelstellingen op lokaal niveau.<br />

Tegelijk willen ze de inwoners tonen dat de levenskwaliteit en de lokale economieën<br />

kunnen verbeteren door het investeren in energie-efficiëntie en het<br />

inperken van koolstofemissies. Hiervoor zijn zowel systeembenaderingen als<br />

organisatorische innovatie nodig op het gebied van energie-efficiëntie, low carbon-technologieën<br />

en het slim beheren van vraag en aanbod. De nadruk ligt<br />

daarbij op maatregelen rond gebouwen, lokale energienetwerken en transport.<br />

Specifieke doelstellingen<br />

van het initiatief rond de<br />

slimme steden<br />

Het initiatief rond de slimme steden<br />

heeft zichzelf enkele specifieke doelen<br />

opgelegd. Zo moet de markt gestimuleerd<br />

worden om nieuwe technologieën<br />

te gaan inzetten die energie-efficiënt en<br />

low carbon zijn. Daarnaast is er de reeds<br />

eerder geformuleerde doelstelling om de<br />

uitstoot van broeikasgassen tegen 2020<br />

te verminderen met 40% tegenover het<br />

referentiejaar 1990. Bovendien moeten<br />

de gecreëerde best practices verspreid<br />

worden in Europa, bijvoorbeeld via het<br />

Convenant.<br />

28


De zeven Vlaamse centrumsteden Gent, Antwerpen, Mechelen, Leuven, Oostende, Hasselt en Genk herbevestigden eind vorig jaar hun engagement in het<br />

Vlaams Smart Energy Cities netwerk. (c) VITO<br />

Slimme steden zullen moeten voorzien<br />

in interactieve energie-efficiënte gebouwen.<br />

Dat zijn gebouwen die technisch en<br />

technologisch uitgerust zijn om de energievraag<br />

en -aanbod intelligent en efficiënt<br />

te sturen. In een stedelijke omgeving<br />

mogen we ook de publieke ruimtes niet<br />

vergeten: in parken, langsheen straten of<br />

op andere openbare domeinen kunnen<br />

steden energie opwekken of opslaan.<br />

Lokale overheden moeten zelf een voorbeeldrol<br />

opnemen voor hun eigen (nieuwe)<br />

gebouwen. En bij renovaties moet<br />

gekozen worden voor zo laag mogelijke<br />

energieniveaus die toch de prestaties en<br />

het comfort van het gebouw niet in het<br />

gedrang brengen. Mogelijkheden liggen<br />

hier bijvoorbeeld bij vernieuwende isolatiematerialen.<br />

In Vlaanderen trekken steeds meer centrumsteden de kaart van slimme energie<br />

door het vormen van een eigen lerend netwerk ‘Smart Energy Cities’. Dit netwerk<br />

is een initiatief van onder meer VITO/EnergyVille en heeft als doel om reële<br />

ervaringen over activiteiten rond slimme energiesteden uit te wisselen.<br />

Een voorbeeld? Met de steden Hasselt en Genk start VITO/EnergyVille coaching<br />

op rond marktmodellen voor warmtenetten. De focus ligt op mogelijke organisatorische<br />

modellen voor warmtenetten die het business-concept vastleggen en<br />

op de rol en verantwoordelijkheden van verschillende actoren en het prijsmodel.<br />

De vragen en uitdagingen waarop steden stoten bij de eerste stappen richting de<br />

uitbouw van warmtenetten zijn immers legio.<br />

Wat transport betreft, tenslotte, zijn er eveneens verschillende en uiteenlopende<br />

projecten bezig. De afgelopen jaren maakten onder meer de stad Hasselt en het<br />

Vlaams Instituut voor Mobiliteit (VIM) werk van een CityDepot. Meer over deze<br />

initiatieven van VIM leest u verder in deze Power-Pro.<br />

Auteur : Michaël Herremans, Cedubo


KORTE BERICHTEN<br />

Smart Grid School<br />

Een uniek & intensief opleidings traject<br />

Neem deel aan de Smart Grid School van Smart Grids Flanders en verwerf op drie dagen<br />

tijd een brede basiskennis over het wat, hoe en waarom van slimme energienetten.<br />

Meer dan 30 sprekers uit binnen- en buitenland stellen concrete smart grid projecten<br />

voor en verduidelijken de filosofie en de business cases achter slimme energienetten.<br />

Daarnaast brengen we ook een bezoek aan het Experience Center van ABB.<br />

Ben je een nieuwkomer in het smart grid veld die in sneltempo wil bijbenen? Of wil je als<br />

meer ervaren speler blijven bijleren van concullega’s? Dan is de Smart Grid School iets<br />

voor jou!<br />

Schrijf je in via www.smartgridsflanders.be<br />

Praktisch<br />

7, 8 en 9 oktober <strong>2014</strong><br />

Van 9u tot 18u<br />

Koningsstraat 154-158 (Voka)<br />

1000 Brussel<br />

7, 8 en 9 oktober <strong>2014</strong><br />

• •<br />

Prijs per dag (excl. btw)<br />

leden: € 300 – niet-leden : € 390<br />

Prijs voor 3 dagen (excl. btw)<br />

leden: € 790 – niet-leden : € 1020<br />

Smart Grids Flanders, partner van het Nieuw Industrieel Beleid<br />

Smart toepassing<br />

in Gent<br />

Tine Heyse, schepen van<br />

Milieu, Klimaat en Energie<br />

in Gent:<br />

“Een voorbeeld van een smart toepassing<br />

in Gent is de levering van stoom<br />

door onze afvalintercommunale IVAGO<br />

aan het Universitair Ziekenhuis Gent.<br />

Hiermee wordt een betekenisvolle milieubijdrage<br />

geleverd door het uitsparen<br />

van fossiele brandstoffen én het vermijden<br />

van CO 2<br />

-uitstoot.”<br />

“De afvalenergiecentrale van IVAGO<br />

verwerkt jaarlijks 100.000 ton brandbaar<br />

materiaal. In 2005-2006 werd de installatie<br />

uitgebreid met een stoomketel, zodat<br />

het mogelijk werd de energie te recupereren<br />

die ontstaat bij het verbrandingsproces.<br />

Deze energie wordt in twee vormen<br />

hergebruikt, namelijk stoom en elektriciteit.<br />

De stoom (ongeveer 45.000 MWhth)<br />

wordt vandaag geleverd aan het UZ<br />

Gent en de elektriciteit (ongeveer 20.000<br />

MWhe) dient voor eigen gebruik en<br />

levering aan het openbare elektriciteitsnet.<br />

Aangezien het energie-efficiënter<br />

is om warmte rechtstreeks te verkopen,<br />

werd en wordt nog steeds onderzocht<br />

hoe we bijkomend stoom kunnen leveren<br />

aan bedrijven in de nabijheid. Het<br />

eerstkomende project wordt de levering<br />

van stoom aan het bedrijf Eastman. Op<br />

jaarbasis kan dit een extra warmtelevering<br />

van 16.000 MWhth betekenen. De<br />

doelstelling van IVAGO is om met de<br />

huidige infrastructuur 400-500 MWhth<br />

per 1000 ton afval te verkopen en 90 tot<br />

110 MWhe te vermarkten na invulling<br />

van de interne behoefte. Allemaal stappen<br />

in de richting van een Smart City.”<br />

30


Dirk van Evercooren:<br />

nieuwe voorzitter AIB<br />

Dirk van Evercooren is sinds mei <strong>2014</strong> de nieuwe voorzitter van de organisatie The<br />

Association of Issuing Bodies (AIB). “Het is misschien verrassend dat ze mij hebben<br />

gekozen omdat ik nog geen operationele rol speelde binnen de vereniging”, zegt Dirk.<br />

“Ik heb het voorzitterschap aanvaard omdat de organisatie een heel hoog expertisegehalte heeft en<br />

kan rekenen op een heel enthousiast team van mensen. De sfeer die er heerst is dan ook doorspekt<br />

met positivisme en constructivisme. En we zijn dan wel allemaal vrijwilligers, we bewijzen elke dag<br />

dat AIB er professioneel staat”, vervolgt Dirk.<br />

Momenteel is Dirk van Evercooren directeur marktwerking bij de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits-<br />

en Gasmarkt, kortweg VREG. Daarnaast is hij actief binnen CEER, de Council of European<br />

Energy Regulators en is hij lid van de Customer and Retail Markets Working Group and Chair of the<br />

Customer Empowerment Task Force. In die functies geeft hij tal van presentaties, waaronder bij het<br />

Citizen’s Energy Forum in Londen, het European Consumer Summit en tijdens de RECS Marketing<br />

Meeting. Hij is onder meer gespecialiseerd in energiebeleid, de markt voor groene certificaten, slimme<br />

meters, externe communicatie en marktonderzoek.<br />

Dirk van Evercooren<br />

Nood aan standaardisatie<br />

Europese producenten van groene elektriciteit kunnen met een ‘Garantie van Oorsprong’ bewijzen dat hun stroom echt geproduceerd<br />

wordt door hernieuwbare bronnen. Hoe dit officieel georganiseerd wordt, beslissen de lidstaten voor zich. “Sinds tien<br />

jaar stijgt de nood aan een internationale standaardisatie en coördinatie. AIB heeft die taak spontaan op zich genomen”, vertelt<br />

Dirk. “Daarnaast bevorderen we de uitwisselbaarheid van ‘Garanties van Oorsprong’ over de grenzen heen, via de AIB-Hub,<br />

een soort van kruispuntdatabank. En met succes. Achttien Europese landen nemen al deel aan dit systeem.”<br />

AIB in de schijnwerpers<br />

“AIB heeft de rol van de voorzitter gewijzigd. Ik word de ambassadeur van de organisatie. Het is mijn taak om de organisatie<br />

een gezicht te geven en meer in de schijnwerpers te plaatsen. Daarnaast fungeer ik als klankbord. Omdat ik niet elke dag<br />

middenin AIB zit, is het voor mij gemakkelijker om de zaken van een afstand te bekijken en om een kritische stem te uiten<br />

wanneer dat nodig blijkt”, aldus Dirk.<br />

“Welke zaak ik als één van de eerste wil aanpakken? Ik wil dat ons verhaal niet enkel van technische aard blijft, maar dat onze<br />

activiteit meer bekendheid werft. Dit is een verhaal dat de interesse verdient van wie bezig is met duurzaamheid en milieu. Het<br />

is niet toevallig dat VREG recent een rapport heeft gepubliceerd over het gebruik van Garanties van Oorsprong”, sluit Dirk af.<br />

AIB, de Association of Issuing Bodies is leider in de uitrol van gecertificeerde energieschema’s. AIB promoot het<br />

gebruik van ge standaardiseerde systemen, gebaseerd op een geharmoniseerde omgeving, structuren en procedures<br />

om zo de betrouwbaarheid van de internationale handel van energiecertificatiesystemen te garanderen.<br />

31


KORTE BERICHTEN<br />

Windturbines stilzetten is<br />

gemiste kans voor demand<br />

side management<br />

ODE heeft als hernieuwbare energie organisatie een overkoepelende<br />

visie op de integratie van hernieuwbare energie<br />

in het Belgisch elektriciteitssysteem. Al de actoren die<br />

bereid zijn om deel te nemen aan optimale integratie van<br />

hernieuwbare energie zullen daar snel de vruchten van<br />

plukken.<br />

De productie van hernieuwbare energie blijft voortdurend nieuwe records halen;<br />

bij gunstige weersomstandigheden (veel wind en zon) gekoppeld aan een laag<br />

verbruik kunnen de elektriciteitsprijzen sterk dalen. Om het net in evenwicht<br />

te houden moet er ofwel afgeregeld worden aan de productiekant ofwel opgeregeld<br />

worden aan de consumptiekant. Bij ODE zijn we ervan overtuigd dat<br />

wind turbines systematisch stilzetten een gemiste kans zou zijn om een nieuwe<br />

markt van demand side management (DSM) en opslag te laten ontstaan. Bedrijven<br />

die zich aanpassen aan de beschikbare energie kunnen een financiële voorsprong<br />

nemen op hun concurrenten.<br />

Niet alleen voor de grootverbruikers kan deze demand side management voordelig<br />

zijn. Via smart grids kunnen bijvoorbeeld gedifferentieerde tarieven worden<br />

gehanteerd voor kleinschalige energie-installaties, zoals warmtepompen,<br />

micro-WKK’s of PV-panelen, waarbij deze kunnen worden ingezet om het net<br />

decentraal te stabiliseren via externe controle (via DNB) of integratie in het<br />

smart grid. De mogelijk bufferende werking van deze energiesystemen in het<br />

laag- en middenspanningsnet kan op deze manier worden beloond door een<br />

lager nettarief.<br />

ODE heeft heel wat contacten in het brede netwerk van energieproducenten, netbeheerders<br />

en leveranciers, en legt ook de link met de academische wereld en de<br />

vele projectervaringen in het binnen- en buitenland. Op deze manier kan ODE<br />

op de beste manier het intermediair helpen vormen tussen industrie, overheid<br />

en het maatschappelijke veld.<br />

Auteur: Alice Detollenaere, ODE<br />

32


Duurzame en toegankelijke<br />

steden kiezen voor<br />

een dynamisch stedelijk<br />

mobiliteitsmanagement<br />

Efficiënte verplaatsingen binnen de stad zijn niet altijd evident. Verschillende verkeersstromen van auto’s, motors, fietsers,<br />

openbaar vervoer en voetgangers lijken kriskras door elkaar te lopen. Momenteel worden delen van deze stromen in goede<br />

banen geleid met verkeerssturende systemen zoals bijvoorbeeld verkeersregelaars, informatieborden en parkeergeleiding. Ook<br />

voor deelfietssystemen en het openbaar vervoer kunnen dergelijke technieken ingezet worden.<br />

Echter, meestal staan deze verschillende systemen niet in verbinding met elkaar. Een integraal verkeersmanagement dat<br />

inspeelt op alle modi is dus niet mogelijk. Ook zijn er stadsdelen waarover weinig verkeersinformatie voorhanden is. En last<br />

but not least: kan er met alle beschikbare informatie wel aan integraal dynamisch verkeersmanagement gedaan worden? Welke<br />

informatie ontbreekt nog? En hoe dient integraal stedelijk verkeers- en mobiliteitsmanagement aangepakt te worden?<br />

Het Vlaams Instituut voor Mobiliteit onderzoekt nu, met Stad Gent als proefkonijn en vanuit het standpunt van de eindgebruiker,<br />

jij en ik dus, wat het informatie- en mobiliteitsaanbod binnen een stad moet omvatten om dynamisch mobiliteitsmanagement<br />

als nuttig en wenselijk te kunnen ervaren.<br />

Pilootstad Gent<br />

De Stad Gent zal als testzone fungeren. Vanaf 2015 gaat er een testgroep van een 100-tal<br />

personen aan de slag om gedurende één jaar verschillende mobiliteitsscenario’s te testen,<br />

gebaseerd op informatie uit de verschillende Gentse verkeerssystemen en uit innovatieve verkeersinformatiebronnen.<br />

Uit een bevraging van deze groep zal blijken welke informatie een<br />

dynamisch stadsmobiliteitsmanagementsysteem moet omvatten en welke mobiliteitsscenario’s<br />

kunnen werken.<br />

Voor het opmaken van de testscenario’s stelt het onderzoeksteam een Vlaamse versie van de<br />

‘Gebiedsgericht Benutten’-aanpak van Rijkswaterstaat (Nederland) samen, met als extra focus<br />

‘stadsregio en multimodaliteit’.<br />

Het resultaat van het project wordt een roadmap naar toekomstig dynamische stadsmobiliteitsbeheer:<br />

benodigde basisinfrastructuren, informatiebronnen, aanpak en werkbare scenario’s.<br />

Bron : VIM – Vlaams Instituut voor Mobiliteit<br />

Project DYNAcity Projectmanager Bart Lowyck , Communicatiemanager Sandra Vanderniepen<br />

33


KORTE BERICHTEN<br />

GEN wint opdracht Vlaams Energie Bedrijf<br />

Gen won het uitgebreid Europees aanbestedingstraject<br />

om de opdracht te krijgen<br />

om het Vlaams EnergieBedrijf (VEB)<br />

te ondersteunen bij het realiseren van<br />

hun doelstellingen: de overheid energiezuiniger<br />

maken en de rekening drukken<br />

door goedkoper energie aan te kopen.<br />

Alle Vlaamse overheidsinstanties kunnen hun energieaankopen<br />

vanaf 1 januari 2015 bij het Vlaams EnergieBedrijf<br />

doen. Daardoor kunnen ze de kostprijs drukken en hoeven<br />

ze zich niet meer bezig te houden met ingewikkelde<br />

aanbestedingen. Als aankoopcentrale ontzorgt het VEB de<br />

overheden in alle aspecten van de aanbesteding.<br />

Het VEB streeft er ook naar om het verbruik te drukken.<br />

CEO van VEB, Dirk Meire: “Het energieverbruik van de<br />

Vlaamse Overheid bedraagt ongeveer 300 miljoen euro; de<br />

ambitie van het Vlaams Energiebedrijf is om die kost met<br />

40 miljoen euro te verlagen.”<br />

GEN is verantwoordelijk voor de inrichting, implementatie<br />

en het onderhoud van het systeem dat het hele proces, van<br />

energieaankoop tot facturering, voor zijn rekening neemt.<br />

Nationale WKK-ont moetingsdag – 2 oktober <strong>2014</strong><br />

Op donderdag 2 oktober organiseren<br />

COGEN Vlaanderen en de WKK-facilitatoren<br />

voor het Waalse en Brusselse Gewest de<br />

eerste “nationale WKK-ontmoetingsdag”!<br />

We kijken niet alleen over de taalgrens, maar blikken ook<br />

vooruit en leggen in samenwerking met Smart Grids Flanders<br />

de link met een actueel thema: WKK binnen de energienetten<br />

van vandaag en morgen.<br />

De WKK-ontmoetingsdag is een gelegenheid om op één<br />

dag een pak informatie in te winnen via interessante voordrachten<br />

voor bedrijven en organisaties die hun energieverbruik<br />

willen optimaliseren, maar ook voor de bedrijven<br />

uit de energiesector. Daarnaast is het ook een ideaal netwerkmoment:<br />

op de bijhorende beurs kan men bedrijven<br />

aanspreken voor concreet advies betreffende uw project of<br />

nieuwe contacten leggen met bedrijven uit heel België uit<br />

de WKK- en de bredere energiesector. Bovendien is er de<br />

mogelijkheid om een nabijgelegen WKK te bezoeken en dit<br />

allemaal bij Salons Waerboom in Groot-Bijgaarden.<br />

In afwachting van een gedetailleerd programma vragen wij<br />

u alvast om 2 oktober te reserveren in uw agenda, want dit<br />

evenement bespaart u een hoop tijd en energie!<br />

Voor updates over het programma kan u terecht op de<br />

websites: www.cogenvlaanderen.be en<br />

www.smartgridsflanders.be.<br />

Voor uw vragen kan u terecht bij Jörg Baeten (NL op<br />

016/58 59 97 of info@cogenvlaanderen.be) of Yves Lebbe<br />

(FR/NL op 0495/18.46.91 of yves.lebbe@icedd.be)<br />

34


PUBLIREPORTAGE<br />

35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!