Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV

09euSRX.dut Page 150 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM
Instrumenten en bedieningsorganen
■ STUURKOLOMSCHAKE-
LAAR
Richtingaanwijzers
Wanneer u wilt aangeven dat u gaat
afslaan, zet u de hendel helemaal
omhoog of omlaag. Na de bocht
gaat de hendel automatisch terug
naar de beginstand.
Wanneer u wilt aangeven dat u van
rijbaan wilt wisselen, zet u de hendel
omhoog totdat de pijl begint te
knipperen. Houd de hendel hier
totdat u op de andere rijbaan bent.
Er gaat een pijl op het instrumentenpaneel
knipperen in de richting van
de bocht of rijbaanwisseling.
Wanneer een richtingaanwijzer langer
dan 1,2 km (3/4 mijl) blijft ingeschakeld,
klinkt er een geluidssignaal en
wordt het bericht TURN SIGNAL ON
(richtingaanwijzer aan) op het informatiecentrum
voor de bestuurder
weergegeven om u eraan te herinneren
deze uit te schakelen. Wanneer de
richtingaanwijzer langer moet blijven
werken, schakel hem dan even uit en
meteen weer in.
Indien een pijl sneller knippert dan
normaal wanneer u de richtingaanwijzers
laat werken om verandering van
richting of rijbaan aan te geven, dan
kan een gloeilamp defect zijn. Controleer
de gloeilampen van de voorste en
achterste richtingaanwijzers.
Wanneer een gloeilamp kapot is,
moet u deze vervangen om ongevallen
te voorkomen.
Indien de pijlen in het geheel niet
knipperen wanneer u richtingverandering
of verandering van rijbaan
aangeeft, controleer dan op defecte
gloeilampen en op een defecte
zekering.
Zie "Zekeringen en stroomonderbrekers"
in hoofdstuk 4 voor meer
informatie.
Schakelaars koplampen
Zie voor meer informatie onder
"VERLICHTING" eerder in dit
hoofdstuk.
. . . 150