02.07.2014 Views

Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV

Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV

Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 1 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

<strong>Cadillac</strong><br />

<strong>SRX</strong><br />

Instructieboekje<br />

<strong>Inhoudsopgave</strong><br />

Gebruik van dit instructieboekje ....................... 3<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften ................. 5<br />

Hoofdstuk 1<br />

Instrumenten en bedieningsorganen ............. 21<br />

Hoofdstuk 2<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging ................ 185<br />

Hoofdstuk 3<br />

Starten en bedieningsvoorschriften.............. 229<br />

Hoofdstuk 4<br />

Onderhoud en verzorging............................. 289<br />

Hoofdstuk 5<br />

Werkzaamheden in noodgevallen ................ 355<br />

Index................................................................ 389<br />

05AKDUT48


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 2 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke informatie over dit instructieboekje<br />

Wij danken u voor het kiezen van<br />

product van General Motors en wij<br />

verzekeren u dat wij ons in zullen<br />

blijven zetten voor uw rijplezier en<br />

tevredenheid.<br />

Dit instructieboekje moet als vast<br />

onderdeel van de auto worden<br />

beschouwd. Dit instructieboekje<br />

dient in de auto te worden achtergelaten<br />

wanneer de auto wordt<br />

verkocht, zodat de nieuwe eigenaar<br />

alle informatie over gebruik, onderhoud<br />

en veiligheid ter beschikking<br />

heeft.<br />

Voor de ontwikkeling en productie<br />

van uw auto is gebruik gemaakt van<br />

milieuvriendelijke en gerecyclede<br />

materialen. De productiemethoden<br />

die zijn toegepast voor de fabricage<br />

van uw auto zijn eveneens<br />

milieuvriendelijk.<br />

Productieafval wordt gerecycled,<br />

waarbij een deel van het afvalmateriaal<br />

kan worden teruggewonnen<br />

voor hergebruik. De benodigde<br />

hoeveelheid water is verlaagd, om<br />

natuurlijke bronnen te sparen.<br />

Alle beschrijvingen, illustraties en<br />

specificaties in dit boekje zijn gebaseerd<br />

op de stand van zaken bij het<br />

ter perse gaan. Wij behouden ons<br />

het recht voor zonder voorafgaande<br />

kennisgeving onze producten te<br />

wijzigen.<br />

De afbeeldingen in dit boekje<br />

dienen slechts ter verduidelijking<br />

van de tekst en zijn niet bedoeld om<br />

een exacte weergave te geven van<br />

de onderdelen van uw auto.<br />

Verder dient u er rekening mee te<br />

houden dat de door u gekochte<br />

auto niet over alle accessoires hoeft<br />

te beschikken die in dit boekje<br />

worden beschreven.<br />

Naast dit instructieboekje ontvangt<br />

u het boekje "Onderhoudsschema<br />

en garantie en aanwijzingen voor de<br />

eigenaar". Hoewel wij van mening<br />

zijn dat dit instructieboekje alle<br />

noodzakelijke aanwijzingen bevat<br />

voor het gebruik van de auto, dient<br />

u voor de juiste verzorging tevens<br />

het onderhoudsoverzicht te<br />

raadplegen.<br />

. . . 2


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 3 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Gebruik van dit instructieboekje<br />

Wanneer onderhoud nodig is,<br />

vergeet dan niet dat uw dealer uw<br />

auto beter kent dan wie dan ook,<br />

terwijl hij alles in het werk zal stellen<br />

om u volledig tevreden te stellen.<br />

Uw dealer nodigt u uit om alle<br />

onderhouds- en reparatiewerkzaamheden<br />

door hem te laten<br />

verrichten, niet alleen tijdens, maar<br />

ook na de garantieperiode.<br />

Raadpleeg het Onderhouds- en<br />

Garantieboekje indien eventuele<br />

problemen niet tot uw volle tevredenheid<br />

mochten zijn opgelost. In dit<br />

boekje is aangegeven welke stappen<br />

u in zo'n geval kunt ondernemen.<br />

HOUD UW AUTO ORIGINEEL<br />

DOOR BIJ VERVANGING UITSLUI-<br />

TEND GM-ONDERDELEN TE<br />

GEBRUIKEN. ALLEEN DAN KAN EEN<br />

OPTIMALE KWALITEIT EN LANGE<br />

LEVENSDUUR VAN UW AUTO<br />

WORDEN VERZEKERD. ORIGINELE<br />

ONDERDELEN VAN GENERAL<br />

MOTORS ZIJN TE HERKENNEN AAN<br />

DE VOLGENDE HANDELSMERKEN:<br />

Gebruik dit instructieboekje om<br />

vertrouwd te raken met alle functies<br />

van uw nieuwe auto en de juiste<br />

bedieningswijze.<br />

Het boekje is bedoeld als een gids<br />

die u helpt om snel de verschillende<br />

functies van de auto te herkennen<br />

en te gebruiken. Om deze reden zijn<br />

in het instructieboekje de plaatsen<br />

van de speciale voorzieningen<br />

vermeld en niet de werking<br />

daarvan.<br />

Hierin is ook zeer belangrijke informatie<br />

over veiligheid en onderhoud<br />

opgenomen terwijl ook problemen<br />

die tijdens het rijden kunnen optreden<br />

ter sprake komen.<br />

Dit instructieboekje is onderverdeeld<br />

in vijf hoofdstukken.<br />

• Hoofdstuk 1: Instrumenten en<br />

bedieningsorganen<br />

Om een idee te krijgen hoe de informatie<br />

in dit instructieboekje is<br />

onderverdeeld, moet u zich voorstellen<br />

dat u heeft plaatsgenomen in<br />

de bestuurdersstoel. Uw aandacht is<br />

dan allereerst gericht op het instrumentenpaneel<br />

recht voor u, dan<br />

wat hoger en naar buiten toe op de<br />

spiegels, ramen en portieren, vervolgens<br />

op de bagageruimte aan de<br />

achterzijde en tenslotte op de ruimte<br />

boven uw hoofd en het dak. De<br />

inhoud van dit instructieboek is zo<br />

georganiseerd dat het deze volgorde<br />

volgt. De meeste instrumenten<br />

en regelaars zijn ingebouwd in deze<br />

ruimten en worden eerst besproken<br />

in dit boekje, in hoofdstuk 1.<br />

3 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 4 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Gebruik van dit instructieboekje<br />

• Hoofdstuk 2: Zitplaatsen en<br />

inzittendenbeveiliging<br />

Richt vervolgens uw aandacht<br />

op het centrum van de auto: de<br />

zitplaatsen en de veiligheidsgordels.<br />

Informatie hierover en over<br />

het airbagsysteem van uw auto<br />

vindt u in hoofdstuk 2, waarin<br />

bovendien informatie is opgenomen<br />

over veiligheidssystemen<br />

voor kinderen.<br />

• Hoofdstuk 3: Starten en<br />

bedieningsvoorschriften<br />

Nadat u in hoofdstuk 1 en 2 vertrouwd<br />

bent geraakt met de<br />

werking van de instrumenten en<br />

bedieningsorganen en het<br />

gebruik van stoelen en gordelen<br />

airbagsystemen, worden in<br />

hoofdstuk 3 instructies gegeven<br />

over het starten en rijden met de<br />

auto. In dit hoofdstuk vindt u<br />

informatie over uw sleutels en de<br />

sloten met afstandsbediening<br />

(indien van toepassing), over het<br />

ontstekingssysteem, starten,<br />

transmissie, verdeelbak (indien<br />

van toepassing), parkeren, tractie,<br />

stuurinrichting, het remsysteem<br />

en de wielophanging.<br />

Verder wordt hier informatie<br />

gegeven over de maximale belading<br />

van de auto en over het rijden<br />

met een aanhanger.<br />

• Hoofdstuk 4: Onderhoud en<br />

verzorging<br />

Het hoofdstuk Onderhoud en<br />

verzorging<br />

- bevat gegevens over de juiste<br />

brandstof<br />

- geeft aan waar diverse onderdelen<br />

in de motorruimte te<br />

vinden zijn<br />

- geeft basisinformatie over<br />

onderhoud en vloeistoffen<br />

voor belangrijke en gemakkelijk<br />

toegankelijke motorcomponenten<br />

(bijv. motorolie,<br />

koelvloeistof, transmissievloeistof,<br />

stuurbekrachtigingsvloeistof,<br />

remvloeistof, koelmiddel<br />

voor airconditioningsysteem,<br />

ruitensproeiervloeistof,<br />

accuvloeistof)<br />

. . . 4


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 5 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Gebruik van dit instructieboekje<br />

- bevat informatie over bandenspanning<br />

en over het inspecteren,<br />

verwisselen en vervangen<br />

- geeft aan waar en welk type<br />

zekeringen en stroomonderbrekers<br />

in uw auto gemonteerd<br />

zijn<br />

- bevat instructies en specificaties<br />

over het vervangen van<br />

gloeilampen<br />

- geeft de specificaties en capaciteit/inhoud<br />

aan van belangrijke<br />

componenten<br />

• Hoofdstuk 5: Werkzaamheden<br />

in noodgevallen<br />

In dit hoofdstuk is beschreven<br />

hoe u zou moeten handelen als<br />

er tijdens het rijden bepaalde<br />

problemen optreden. Het<br />

betreft:<br />

- Starten met een hulpaccu<br />

- Slepen van uw auto<br />

- Oververhitting van de motor<br />

- Lekke band verwisselen<br />

Aan het begin van elk hoofdstuk<br />

vindt u een inhoudsopgave om het<br />

snel opzoeken te vergemakkelijken.<br />

5 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 6 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

DE AANDUIDINGEN WAARSCHU-<br />

WING EN OPMERKING<br />

De WAARSCHUWINGEN en<br />

OPMERKINGEN in de tekst dienen<br />

om u te wijzen op toestanden die<br />

lichamelijk letsel of beschadiging<br />

van de auto tot gevolg kunnen<br />

hebben.<br />

WAARSCHUWING<br />

Betekent: Kan letsel veroorzaken.<br />

OPMERKING<br />

Betekent: Kan beschadiging<br />

veroorzaken.<br />

Zitpositie<br />

WAARSCHUWING<br />

Verstel de bestuurdersstoel niet<br />

tijdens het rijden. De stoel kan<br />

plotseling in beweging komen<br />

hetgeen gevaarlijke situaties tot<br />

gevolg kan hebben.<br />

Rijden met naar beneden gekantelde<br />

rugleuning kan gevaar<br />

opleveren. Ook al heeft u uw<br />

veiligheidsgordel goed sluitend<br />

omgedaan, dan nog kan de<br />

gordel geen volledige bescherming<br />

bieden wanneer de rugleuning<br />

te ver naar achteren is<br />

gekanteld.<br />

Veiligheidsgordels<br />

WAARSCHUWING<br />

Draag altijd uw veiligheidsgordel.<br />

Zorg dat deze altijd goed is<br />

afgesteld.<br />

Vervoer geen personen in de<br />

auto waar een veiligheidsgordel<br />

niet goed kan worden gedragen.<br />

Personen die geen veiligheidsgordel<br />

dragen kunnen tijdens<br />

een aanrijding ernstig gewond<br />

raken of zelfs om het leven<br />

komen. Wanneer onder dezelfde<br />

omstandigheden alle inzittenden<br />

een veiligheidsgordel dragen,<br />

dan kunnen verwondingen<br />

worden voorkomen. Draag<br />

tijdens het rijden altijd uw veiligheidsgordel<br />

en verzeker uzelf<br />

ervan dat uw passagiers dat ook<br />

doen.<br />

. . . 6


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 7 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Het verkeerd dragen van een<br />

veiligheidsgordel kan leiden tot<br />

ernstig lichamelijk letsel.<br />

Het heupgedeelte van de gordel<br />

moet laag en comfortabel op de<br />

heupen liggen, juist boven de<br />

dijen. Bij een botsing zullen<br />

stoten dan worden opgevangen<br />

door het sterke bekken en zult u<br />

minder gemakkelijk onder de<br />

heupgordel doorglijden. Als u<br />

wel onder de gordel door glijdt,<br />

moeten stoten worden opgevangen<br />

door de onderbuik. Daarbij<br />

kunt u ernstig en zelfs dodelijk<br />

letsel oplopen.<br />

WAARSCHUWING<br />

De veiligheidsgordels moeten<br />

nauwsluitend om het lichaam<br />

worden gedragen. Laat de<br />

schoudergordel niet onder uw<br />

arm doorlopen. Zorg dat de<br />

gordelriemen niet gedraaid<br />

zitten.<br />

Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk<br />

als u uw gordel in het verkeerde<br />

gordelslot vastzet. Druk de<br />

slottong steeds vast in het meest<br />

nabije gordelslot.<br />

WAARSCHUWING<br />

De schoudergordel moet over de<br />

schouder en diagonaal over de<br />

borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />

zijn het beste in staat om grote<br />

krachten op te vangen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een veiligheidsgordel mag steeds<br />

slechts door 1 persoon tegelijk<br />

worden gedragen. Sta niet toe<br />

dat twee kinderen van dezelfde<br />

gordel gebruik maken.<br />

Uit ongevallenstatistieken is<br />

gebleken dat kinderen meer<br />

veiligheid wordt geboden<br />

wanneer ze gebruikmaken van<br />

de veiligheidsvoorzieningen<br />

achterin het voertuig.<br />

7 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 8 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Airbags<br />

WAARSCHUWING<br />

Een zwangere vrouw dient altijd<br />

een heup-/schoudergordel te<br />

dragen (zgn. driepuntsgordel).<br />

Daarbij moet de heupgordel zo<br />

laag mogelijk over de heupen<br />

lopen.<br />

WAARSCHUWING<br />

De veiligheidsgordels en het<br />

airbagsysteem zijn ontworpen<br />

om volwassenen de best mogelijke<br />

bescherming te bieden.<br />

Personen die met het airbagsysteem<br />

in aanraking komen of die<br />

zich te dicht bij een airbag bevinden<br />

die wordt opgeblazen,<br />

kunnen ernstige verwondingen<br />

oplopen met mogelijk dodelijke<br />

gevolgen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg er voor dat indien kinderen<br />

die te klein zijn om van een<br />

gordel gebruik te maken, goed<br />

worden beveiligd met een veiligheidssysteem<br />

voor kinderen.<br />

De aanwezigheid van een airbag<br />

mag u er nooit toe verleiden om<br />

geen veiligheidsgordel te<br />

dragen, aangezien de airbags<br />

alleen effectief zijn in combinatie<br />

met veiligheidsgordels.<br />

. . . 8


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 9 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Airbags bieden aanvullende<br />

bescherming bij het gebruik van<br />

veiligheidsgordels. Ook in een<br />

auto met airbags bestaat er<br />

grotere kans op letsel indien u bij<br />

een aanrijding geen veiligheidsgordel<br />

draagt.<br />

Wanneer u zich te dicht bevindt<br />

bij een airbag die wordt opgeblazen,<br />

kunt u ernstige verwondingen<br />

oplopen. Veiligheidsgordels<br />

houden u bij een aanrijding op<br />

uw plaats wanneer de airbag<br />

wordt opgeblazen. De bestuurder<br />

moet zo ver mogelijk naar<br />

achteren zitten maar toch de<br />

auto volledig onder controle<br />

hebben.<br />

Het gebied waarin een airbag<br />

zich vult, moet altijd worden<br />

vrijgehouden.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij het opblazen van een airbag<br />

komt enig stof vrij dat in de lucht<br />

blijft hangen. Deze stof kan de<br />

ademhaling bemoeilijken bij<br />

mensen die last hebben van<br />

astma of van andere aandoeningen<br />

aan de luchtwegen. Om dit<br />

te voorkomen dient iedereen de<br />

auto te verlaten zodra dat veilig<br />

mogelijk is. Als uitstappen onmogelijk<br />

is, open dan een portier of<br />

een ruit.<br />

Kinderen en kinderzitjes<br />

WAARSCHUWING<br />

Houd in een rijdende auto nooit<br />

een baby in uw armen. Bij een<br />

botsing wordt de baby zo zwaar<br />

dat u niet in staat zult zijn deze<br />

vast te houden. Zo zal bijvoorbeeld<br />

een baby van 5,5 kg bij een<br />

botsing bij 40 km/u al een<br />

gewicht van 110 kg op uw<br />

armen uitoefenen. U zult dan vrijwel<br />

zeker niet in staat zijn de<br />

baby vast te houden. Zet een<br />

baby altijd vast in een babyzitje.<br />

9 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 10 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Een naar achteren gericht kinderzitje<br />

op de voorstoel kan bij het<br />

opblazen van de passagiersairbag<br />

tegen de rugleuning worden<br />

gedrukt. Een kind in een dergelijk<br />

zitje kan daardoor ernstige<br />

verwondingen oplopen. Als het<br />

voertuig is uitgerust met een<br />

airbag voor de voorstoel, moet<br />

een naar achteren gericht kinderzitje<br />

altijd op de achterbank<br />

worden geplaatst.<br />

WAARSCHUWING<br />

Kinderen die in een naar achteren<br />

gericht kinderzitje moeten<br />

worden vervoerd, kunnen niet<br />

veilig in een voertuig met airbag<br />

aan de passagierszijde zonder<br />

achterbank worden vervoerd.<br />

Wanneer u echter een voorwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

stoel voor de rechter passagier<br />

voorin vastzet, moet deze stoel<br />

zo ver mogelijk naar achteren<br />

worden geschoven.<br />

Auto verlaten<br />

WAARSCHUWING<br />

Stap niet uit terwijl de motor nog<br />

draait.<br />

Laat kinderen niet achter in een<br />

auto met de contactsleutel. Ze<br />

kunnen de elektrisch bediende<br />

ramen of andere bedieningen<br />

gebruiken en zelfs de auto in<br />

beweging brengen. Zo kan een<br />

kind zichzelf of anderen letsel<br />

toebrengen met mogelijk fatale<br />

gevolgen.<br />

. . . 10


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 11 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Het is buitengewoon gevaarlijk<br />

om kinderen gedurende lange<br />

tijd in de auto achter te laten -<br />

vooral bij warm weer. Neem de<br />

kinderen met u mee wanneer u<br />

de auto achterlaat.<br />

Auto's met automatische<br />

transmissie<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer uw auto met een automatische<br />

transmissie is uitgerust,<br />

dienen de volgende voorzorgsmaatregelen<br />

te worden opgevolgd<br />

om goede en veilige<br />

werking te waarborgen. De auto<br />

kan dan niet plotseling in beweging<br />

komen en/of een ongeval<br />

veroorzaken.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Zet bij het verlaten van de auto<br />

altijd de keuzehendel in P (parkeerstand)<br />

en gebruik tevens<br />

de parkeerrem.<br />

• Houd het rempedaal stevig<br />

ingedrukt en geef geen gas<br />

wanneer u vanuit P (parkeren)<br />

of N (neutraal) naar een van de<br />

rijstanden schakelt.<br />

• Schakel niet in D (vooruit) of R<br />

(achteruit) wanneer de motor<br />

sneller dan met stationair toerental<br />

draait.<br />

• Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />

terwijl de auto nog in<br />

beweging is.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 3 "Starten<br />

en bedieningsvoorschriften",<br />

voor meer informatie.<br />

11 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 12 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Waarschuwingen m.b.t. het<br />

uitlaatsysteem<br />

WAARSCHUWING<br />

• Brandbare voorwerpen kunnen<br />

in aanraking komen met<br />

hete delen van de uitlaat en<br />

ontbranden. Parkeer de auto<br />

niet op papier, droge bladeren,<br />

droog gras of andere voorwerpen<br />

die vlam kunnen vatten.<br />

• Uitlaatgassen kunnen dodelijk<br />

zijn. Zij bevatten koolmonoxide<br />

(CO), dat onzichtbaar en reukloos<br />

is. Inademing kan bewusteloosheid<br />

en de dood tot<br />

gevolg hebben.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Laat de motor niet in een afgesloten<br />

ruimte, zoals een<br />

garage, draaien. Koolmonoxide<br />

(CO) kan het interieur<br />

binnenstromen.<br />

• Als de motor stationair draait<br />

terwijl de ramen gesloten zijn<br />

en de aanjager van de airconditioning<br />

(indien van toepassing)<br />

uitgeschakeld is, kunnen<br />

giftige uitlaatgassen in het interieur<br />

stromen.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Rijden met geopende achterruiten,<br />

kofferdeksel of achterdeuren<br />

kan ook bijzonder<br />

gevaarlijk zijn. Wanneer u toch<br />

met geopende of slecht sluitende<br />

achterramen, achterklep<br />

of achterdeuren moet rijden,<br />

sluit dan alle overige ramen en<br />

zet de aanjager in de hoogste<br />

stand, ingesteld op aanzuiging<br />

van buitenlucht. Op deze wijze<br />

zal buitenlucht de auto<br />

doorstromen.<br />

• Let erop dat achterramen, achterportieren<br />

of kofferdeksel<br />

gesloten zijn als u gaat rijden<br />

met een aanhanger.<br />

. . . 12


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 13 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

• Uitlaatgassen kunnen ook het<br />

interieur binnenstromen<br />

indien:<br />

– de uitlaat vreemd of anders<br />

klinkt<br />

– uw auto aan de onderzijde<br />

roestig wordt<br />

– uw auto is beschadigd of<br />

slecht is onderhouden<br />

– de auto aan de onderzijde,<br />

met name de uitlaat, is<br />

geblokkeerd door sneeuw of<br />

vuil<br />

Indien u vermoedt dat uitlaatgassen<br />

het interieur binnendringen,<br />

open dan alle ramen, zet de<br />

airconditioning aan (indien van<br />

toepassing), ingesteld op aanzuiging<br />

van buitenlucht, en laat uw<br />

auto onmiddellijk repareren.<br />

Water en uw auto<br />

WAARSCHUWING<br />

Na het wassen van de auto of het<br />

rijden door plassen kunnen de<br />

remmen tijdelijk minder goed<br />

werken. Houdt u het rempedaal<br />

licht ingedrukt tot de remmen<br />

weer normaal functioneren.<br />

Rijdt u niet door poelen of diepe<br />

plassen. Als er water in een luchtinlaat<br />

komt, kan dat de motor<br />

ernstig beschadigen. Als u door<br />

een plas moet rijden, doe dit dan<br />

voorzichtig zodat het water niet<br />

tegen de bodemplaat en het<br />

schutbord kan spatten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Stromend water of water dat in<br />

heftige beweging is, heeft grote<br />

kracht. Indien u tracht om door<br />

stromend water te rijden, zoals<br />

een doorwaadplaats bij laag<br />

water, dan kan uw auto worden<br />

meegesleurd. Zelfs 15 cm stromend<br />

water kan een kleine auto<br />

meesleuren. In dergelijke gevallen<br />

kunnen de inzittenden<br />

verdrinken. Let op waarschuwingsborden<br />

van de politie en<br />

neem in andere gevallen de<br />

grootst mogelijke zorg in acht<br />

tijdens het rijden door stromend<br />

water.<br />

13 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 14 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Rijden op hellingen<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u op een helling moet stoppen,<br />

probeer dan nooit om de<br />

auto met het gaspedaal op zijn<br />

plaats te houden. Door deze<br />

handelwijze kan schade aan de<br />

transmissie ontstaan. Gebruik de<br />

remmen om de auto op zijn<br />

plaats te houden.<br />

Schakel bij het afdalen van een<br />

steile helling terug naar een lagere<br />

versnelling om de auto op de<br />

motor te laten afremmen.<br />

Rijdt u nooit heuvelafwaarts met<br />

de transmissie in neutraal of met<br />

uitgeschakeld contact. De<br />

remmen kunnen dan oververhit<br />

raken en een ongeval is dan niet<br />

denkbeeldig.<br />

Voertuig beladen<br />

WAARSCHUWING<br />

Belaadt de auto niet zwaarder<br />

dan is aangegeven bij Gross Vehicle<br />

Weight Rating (Maximaal<br />

Toelaatbaar Totaalgewicht) of bij<br />

Gross Axle Weight Rating (Maximaal<br />

Toelaatbare Asbelasting).<br />

Door te zware belasting kan<br />

breuk optreden in sommige<br />

onderdelen en wordt slechte<br />

invloed uitgeoefend op de<br />

wegligging. Door te zwaar te<br />

beladen kunt u de macht over<br />

het stuur verliezen, met mogelijk<br />

letsel tot gevolg. Ook kan de<br />

levensduur van de auto worden<br />

bekort.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij een noodstop, een botsing of<br />

een plotselinge ruk aan het stuur<br />

kunnen losse voorwerpen in het<br />

interieur in beweging komen en<br />

zo inzittenden letsel toebrengen.<br />

Berg losse voorwerpen op in de<br />

bagageruimte en verdeel het<br />

gewicht gelijkmatig. Stapel<br />

bagage nooit op tot boven de<br />

rugleuningen. Laat geen kinderzitjes<br />

los in de auto zitten. Tracht<br />

losse voorwerpen in de auto vast<br />

te zetten.<br />

. . . 14


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 15 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Brandstof en andere ontvlambare<br />

stoffen<br />

WAARSCHUWING<br />

Zet de motor af voordat u brandstof<br />

tankt.<br />

Draai bij het openen de tankvuldop<br />

eerst gedeeltelijk los om<br />

de druk in de tank te laten<br />

ontsnappen en verwijder daarna<br />

de dop.<br />

Vul nooit een jerrycan met benzine<br />

terwijl deze zich in uw auto<br />

bevindt.<br />

Benzine mag alleen worden afgetapt<br />

in goedgekeurde vaten.<br />

Rook niet tijdens het tanken van<br />

benzine.<br />

Vervoer geen ontvlambare stoffen,<br />

zoals benzine, in de auto.<br />

WAARSCHUWING<br />

Plaats geen papier of ander<br />

brandbaar materiaal in de asbak,<br />

om te voorkomen dat dit door<br />

een sigaret vlam vat.<br />

Vul de tank slechts tot het vulpistool<br />

van de brandstofpomp automatisch<br />

afsluit, waardoor er<br />

ruimte overblijft voor het uitzetten<br />

van de brandstof in de brandstoftank<br />

(veroorzaakt door<br />

warmte van de motor).<br />

Accu's<br />

WAARSCHUWING<br />

Een accu kan letsel toebrengen.<br />

Accu's bevatten bijtende vloeistoffen<br />

en elektriciteit die brandwonden<br />

kunnen veroorzaken en<br />

gassen die kunnen exploderen of<br />

vlamvatten. Wees voorzichtig en<br />

volg alle van toepassing zijnde<br />

instructies nauwgezet op als u<br />

nabij een accu werkt.<br />

Zorg er voor dat geen accuzuur<br />

met de huid in aanraking kan<br />

komen. Mocht u accuzuur in uw<br />

ogen of op uw huid krijgen, spoel<br />

de plek dan met water en consulteer<br />

onmiddellijk een arts.<br />

Gebruik nabij een accu nooit lucifers<br />

of open vuur. Gebruik een<br />

zaklantaarn als u moet bijlichten.<br />

15 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 16 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Nieuwe GM-auto's zijn altijd<br />

voorzien van een onderhoudsvrije<br />

AC Delco ® accu. Wanneer<br />

echter toch een ander type accu<br />

met celdoppen gemonteerd is,<br />

controleer dan of de cellen<br />

voldoende vloeistof bevatten. Vul<br />

bij met gedistilleerd water als het<br />

niveau laag staat, zodat geen<br />

explosieve gassen aanwezig<br />

kunnen zijn.<br />

Slepen van uw auto<br />

WAARSCHUWING<br />

Let op het onderstaande om<br />

uzelf en anderen zoveel mogelijk<br />

te beschermen tegen verwondingen<br />

en letsel:<br />

• Laat niemand rijden in een<br />

auto die wordt gesleept.<br />

• Rijdt u niet sneller dan veilig is<br />

en overschrijdt de snelheidsbeperkingen<br />

niet.<br />

• Zet alle losse en beschadigde<br />

onderdelen stevig vast.<br />

•Werk nooit onder een auto die<br />

omhoog is gebracht.<br />

• Gebruik steeds afzonderlijke<br />

veiligheidskettingen aan elke<br />

kant van de auto.<br />

Motorruimte<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom van een oververhitte<br />

motor kan ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Blijf bij de<br />

motor vandaan wanneer u<br />

stoom hoort of ziet ontsnappen.<br />

Wees voorzichtig als u in of nabij<br />

de motorruimte bezig bent.<br />

Sommige motoronderdelen<br />

worden zeer heet en kunnen<br />

brandwonden veroorzaken.<br />

. . . 16


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 17 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Wees voorzichtig in de buurt van<br />

de elektrische ventilator. De<br />

ventilator kan plotseling in<br />

werking treden, ook als de motor<br />

is afgezet.<br />

Koelsysteem<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat de motor niet lopen indien<br />

er lekkage is. Als alle koelvloeistof<br />

naar buiten lekt dan kan motorbrand<br />

ontstaan en kan u brandwonden<br />

oplopen.<br />

Het kan gevaar opleveren indien<br />

alleen water of andere vloeistof<br />

dan de aanbevolen koelvloeistof<br />

wordt toegevoegd. De motor<br />

kan oververhit raken, maar de<br />

waarschuwingslamp gaat niet<br />

branden. De motor kan in brand<br />

vliegen en u of anderen<br />

verwonden.<br />

WAARSCHUWING<br />

Onder sommige omstandigheden<br />

is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />

ontvlambaar. Voorkom<br />

brandwonden en zorg dat nooit<br />

koelvloeistof wordt gemorst op<br />

het uitlaatsysteem of op hete<br />

motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />

laat het bijvullen dan uitvoeren<br />

door een vakkundig<br />

automecanicien.<br />

17 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 18 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom en hete vloeistof kunnen<br />

uit een heet koelsysteem naar<br />

buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Draai de<br />

dop niet los wanneer de motor<br />

en het koelsysteem heet zijn.<br />

Lekke band verwisselen<br />

WAARSCHUWING<br />

Het verwisselen van een wiel is<br />

niet zonder gevaar. De auto kan<br />

van de krik glijden en zo uzelf of<br />

andere mensen verwonden.<br />

Het is gevaarlijk onder de auto te<br />

werken wanneer deze is opgekrikt.<br />

U kunt zwaar gewond<br />

raken of zelfs omkomen,<br />

wanneer de auto van de krik valt.<br />

Werk nooit onder een auto die<br />

alleen wordt ondersteund door<br />

een krik.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer er roest of vuil zit op het<br />

wiel of op die delen van de auto<br />

waarmee het wiel in aanraking<br />

komt, kan dat tot gevolg hebben<br />

dat de wielbouten na verloop<br />

van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />

het wiel geheel loskomen en een<br />

ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />

een wiel verwisselt, maak dan de<br />

plaatsen schoon waar het wiel<br />

met de auto in aanraking komt.<br />

In noodgevallen kunt u daarvoor<br />

een doek of een stuk papier<br />

gebruiken. Zorg er echter voor<br />

dat u later, als dat nodig is, met<br />

behulp van een schraper of een<br />

staalborstel de contactvlakken<br />

goed reinigt.<br />

. . . 18


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 19 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Problemen met componenten<br />

van de auto<br />

WAARSCHUWING<br />

Doorrijden met een brandende<br />

waarschuwingslamp van het<br />

remsysteem kan een ongeval tot<br />

gevolg hebben. Laat het remsysteem<br />

onmiddellijk controleren<br />

zodra de waarschuwingslamp<br />

van het remsysteem blijft<br />

branden.<br />

Blijf niet doorrijden met een te<br />

laag oliepeil. De motor kan te<br />

heet worden en in brand vliegen.<br />

U en anderen kunnen hierdoor<br />

ernstig gewond raken. Controleer<br />

zo spoedig mogelijk het oliepeil<br />

en laat een onderhoudsbeurt<br />

uitvoeren.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer tijdens het rijden een<br />

waarschuwingslampje op het<br />

instrumentenpaneel gaat branden,<br />

dient u de auto onmiddellijk op een<br />

veilige plaats te parkeren waarna de<br />

aanwijzingen in dit boekje moeten<br />

worden opgevolgd.<br />

Als de motor tijdens het rijden<br />

afslaat, werken de systemen voor<br />

stuurbekrachtiging en rembekrachtiging<br />

niet langer naar behoren. Er<br />

is dan aanzienlijk meer kracht<br />

vereist om te sturen en te remmen.<br />

Probeer de auto op een veilige plek<br />

langs de weg neer te zetten voordat<br />

hij uit zichzelf tot stilstand komt.<br />

OPMERKING<br />

Aanvullende elektronische apparatuur,<br />

zoals een autotelefoon,<br />

zend-/ontvanginstallaties of navigatiesystemen<br />

kunnen negatieve<br />

invloed uitoefenen op de<br />

werking van de motor, de radio<br />

of de overige elektrische apparatuur<br />

en zelfs beschadiging<br />

veroorzaken. Alvorens extra<br />

apparatuur te installeren is het<br />

raadzaam contact op te nemen<br />

met een erkende GM-dealer.<br />

19 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 20 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Aanvullende waarschuwingen<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden onder invloed is zeer<br />

gevaarlijk. Ook een geringe<br />

hoeveelheid alcohol heeft al een<br />

nadelige invloed op uw reflexen,<br />

aandachtsniveau en beoordelingsvermogen.<br />

Rijden nadat u<br />

alcohol heeft gedronken kan een<br />

ernstig of zelfs dodelijk ongeval<br />

tot gevolg hebben. Rjijdt nooit<br />

als u alcohol gedronken heeft en<br />

rijdt ook nooit mee met iemand<br />

die gedronken heeft. Ga naar<br />

huis met een taxi of vraag of u<br />

kunt meerijden met iemand die<br />

niet drinkt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Uit medisch research is gebleken<br />

dat alcohol in het lichaam van<br />

een persoon verwondingen<br />

tijdens een ongeval ernstiger<br />

kunnen maken. Dat is met name<br />

het geval met letsel aan de hersenen,<br />

ruggenmerg of hart. Dit<br />

betekent dat wanneer een<br />

persoon die alcohol heeft<br />

gedronken - hetzij een bestuurder<br />

of passagier - een aanrijding<br />

krijgt, deze persoon meer kans<br />

heeft om gedood of permanent<br />

invalide te worden dan iemand<br />

die geen alcohol heeft<br />

gedronken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden met niet behoorlijk afgesloten<br />

portieren is gevaarlijk.<br />

Controleer of alle portieren en de<br />

bagageruimte zijn afgesloten<br />

voordat u gaat rijden.<br />

Zet de cruise control-schakelaar<br />

af wanneer de cruise control niet<br />

wordt gebruikt.<br />

. . . 20


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 21 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

–<br />

Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Instrumenten en bedieningsorganen op dashboard<br />

en middenconsole....................................24<br />

Instrumentengroep.............................................. 26<br />

Waarschuwingslampen........................................28<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder................ 40<br />

Toetsen van het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder .........................................................41<br />

Menu Reis-/brandstofinformatie ..........................43<br />

Menu Voertuiginformatie.....................................46<br />

Bijzondere eigenschappen...................................50<br />

Mededelingen van het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder .....................................................64<br />

Analoge klok ........................................................ 78<br />

Toets sleep-/trekfunctie ........................................ 79<br />

Waarschuwingsknipperlichten ............................80<br />

Tractieregelsysteem .............................................80<br />

Stabilitrak ® -systeem .............................................82<br />

Aansluitpunten voor elektrische accessoires ......83<br />

Verlichting.............................................................85<br />

Verlichting hoofdschakelaar .................................85<br />

Dimmer voor de instrumentenverlichting............88<br />

Koplampsproeiers ................................................89<br />

Hoogteregelaar voor koplampen.........................89<br />

Parkeerlichten .....................................................89<br />

Instapverlichting ..................................................90<br />

Leeslampen..........................................................91<br />

Bescherming tegen ontlading van accu...............91<br />

Verwarmings- en airconditioningsysteem ......... 92<br />

Airconditioning met twee zones ......................... 92<br />

Sensoren ............................................................. 98<br />

Luchtroosters....................................................... 99<br />

Tips voor het gebruik ........................................ 100<br />

Achterruitverwarming ....................................... 100<br />

Airconditioning achter (waar aanwezig) ........... 101<br />

Luchtfilter voor passagiersruimte ...................... 102<br />

Geluidsinstallatie en klok .................................. 103<br />

RDS-geluidsinstallatie met cd-speler of<br />

cd-speler voor 6 cd's ........................................ 104<br />

Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie met<br />

cd-speler) ......................................................... 105<br />

Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie met<br />

cd-speler voor 6 cd's)....................................... 107<br />

Bediening van de radio ..................................... 109<br />

CD-speler ......................................................... 118<br />

Cd-speler voor 6 cd's (indien aanwezig) ........... 121<br />

Cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen .... 125<br />

Foutmeldingen.................................................. 134<br />

Draagbaar muziekapparaat ............................... 135<br />

Zorg voor uw CD's ............................................ 136<br />

Zorg voor uw CD-speler.................................... 136<br />

Beveiliging tegen diefstal................................... 136<br />

Audiotoetsen op stuurwiel ................................ 137<br />

Antenne............................................................. 138<br />

Entertainmentsysteem voor achterpassagiers ... 138<br />

Audiosysteem voor inzittenden achterin .......... 139<br />

21 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 22 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen<br />

. . . 22<br />

Navigatiesysteem ..............................................143<br />

Bedieningsorganen op stuurwiel/stuurkolom .144<br />

Stuurkolomschakelaar........................................144<br />

Claxon ...............................................................144<br />

Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar .............144<br />

Hendel stuurwielverstelling................................145<br />

Contactslot ........................................................145<br />

Stuurwielschakelaars ..........................................145<br />

Bediening instelbare gas- en rempedalen .........146<br />

Bedieningsorganen verwarmd stuurwiel ..........146<br />

Ruitenwissers-/<br />

ruitensproeierschakelaar.................................147<br />

Ruitenwissers......................................................147<br />

Ruitensproeiers...................................................148<br />

Ruitenwisser/ruitensproeier, achter ....................149<br />

Stuurkolomschakelaar........................................150<br />

Richtingaanwijzers .............................................150<br />

Schakelaars koplampen......................................150<br />

Grootlicht-/dimlichtschakelaar...........................151<br />

Cruise control .....................................................151<br />

Spiegels ...............................................................155<br />

Buitenspiegels ....................................................156<br />

Dag-/nacht binnenspiegel .................................158<br />

Make-up spiegels ...............................................159<br />

Ramen .................................................................159<br />

Elektrisch bediende portierramen ......................160<br />

Portieren ............................................................ 162<br />

Handbediende portiersloten.............................. 163<br />

Centrale portiervergrendeling........................... 164<br />

Elektrisch bediende portiersloten....................... 165<br />

Uitgestelde vergrendeling ................................. 165<br />

Automatische portiersloten ............................... 166<br />

Voorziening om buitensluiten te voorkomen .... 167<br />

Kinderveiligheidssloten op de achterportieren .. 167<br />

Bagageruimte achterin ..................................... 168<br />

Elektrisch bediende achterklep.......................... 168<br />

Bagagenet......................................................... 171<br />

Hoofdruimte en dak .......................................... 171<br />

Zonnekleppen................................................... 171<br />

Zonnedak ......................................................... 172<br />

Bagagerek ......................................................... 175<br />

Bergvakken......................................................... 175<br />

Middenconsole ................................................. 175<br />

Handschoenenkastje ......................................... 176<br />

Opbergvak in het instrumentenpaneel ............ 176<br />

Bekerhouders .................................................... 176<br />

Bagagenet......................................................... 176<br />

Bagageafdekhoes .............................................. 177<br />

Beheersysteem voor de bagageruimte ............. 177<br />

Asbak en aansteker............................................ 177<br />

Accessoirevoeding ............................................. 178<br />

Bescherming tegen leeglopen accu ................. 178<br />

Beheer elektrisch vermogen ............................. 179<br />

Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren............................................. 180<br />

Geheugen........................................................... 183


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 23 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

1 2 3 4 1 5 1 1<br />

–<br />

6 7 8 9 10 11 12 9 13 14 15 16 17 18 19 20<br />

23 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 24 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ INSTRUMENTEN EN<br />

BEDIENINGSORGANEN<br />

OP DASHBOARD EN<br />

MIDDENCONSOLE<br />

1. Luchtroosters<br />

2. Stuurkolomschakelaar<br />

3. Instrumentengroep<br />

4. Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar<br />

5. Analoge klok<br />

6. Toetsen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

7. Ontgrendeling parkeerrem,<br />

ontgrendeling motorkap<br />

8. Bediening dimmer<br />

instrumentenpaneel<br />

9. Stuurwielschakelaars<br />

10. Hendel stuurwielverstelling<br />

11. Bediening instelbare gas- en<br />

rempedalen (indien van<br />

toepassing)<br />

12. Claxon<br />

13. Asbak<br />

14. Knop voor de tractieregeling<br />

15. Toets sleep-/trekfunctie<br />

16. Schakelaar<br />

waarschuwingsknipperlichten<br />

17. Verwarmings- en<br />

airconditioningsysteem<br />

18. Navigatiesysteem (indien van<br />

toepassing)/Geluidsinstallatie<br />

19. Handschoenenkastje<br />

20. Opbergvak in het instrumentenpaneel<br />

. . . 24


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 25 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

3<br />

2<br />

7 1 5 2 6<br />

–<br />

4<br />

8<br />

25 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 26 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

INSTRUMENTENGROEP<br />

De afgebeelde instrumentengroep<br />

dient slechts als voorbeeld. Afhankelijk<br />

van de door u gekozen opties<br />

kan de instrumentengroep in uw<br />

auto hiervan afwijken.<br />

De instrumentengroep is zodanig<br />

ontworpen dat u snel kunt zien of<br />

alle systemen in uw auto goed<br />

functioneren.<br />

1. Controlelamp grootlicht<br />

Dit lampje gaat branden wanneer<br />

het grootlicht ingeschakeld<br />

is.<br />

2. Controlelampen<br />

richtingaanwijzers<br />

Bij inschakeling van de richtingaanwijzers<br />

zal een pijl gaan<br />

knipperen in de richting van de<br />

voorgenomen richtingsverandering<br />

of rijbaanwisseling.<br />

3. Koelvloeistoftemperatuurmeter<br />

Deze meter geeft de temperatuur<br />

van de koelvloeistof aan. Als<br />

de wijzer in het gearceerde<br />

waarschuwingsvlak komt, is de<br />

temperatuur van de motor te<br />

hoog!<br />

Indien het koelsysteem oververhit<br />

is geraakt, zet dan onmiddellijk<br />

de motor af. Raadpleeg<br />

hoofdstuk 4 en 5 voor meer informatie<br />

over het koelsysteem<br />

van uw auto.<br />

4. Kilometerteller<br />

De kilometerteller en dagtellers<br />

worden weergegeven op het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

De kilometerteller geeft aan<br />

hoeveel kilometer uw auto in totaal<br />

heeft gereden.<br />

Elke dagteller geeft aan hoeveel<br />

kilometer het voertuig heeft afgelegd<br />

sinds de dagteller voor<br />

het laatst op nul werd gezet.<br />

Raadpleeg "Menu Reis-/brandstofinformatie"<br />

onder "Informatiecentrum<br />

voor de bestuurder"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie over de<br />

dagtellers.<br />

. . . 26


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 27 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

5. Snelheidsmeter<br />

De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid<br />

van de auto weer.<br />

Zie "Menu Voertuiginformatie"<br />

onder "Informatiecentrum voor<br />

de bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor informatie over<br />

de snelheidsmeter.<br />

6. Brandstofmeter<br />

De brandstofmeter geeft aan<br />

hoeveel brandstof in de tank<br />

aanwezig is. De brandstofmeter<br />

werkt uitsluitend als het contact<br />

is ingeschakeld.<br />

U hoort een geluidssignaal wanneer<br />

het brandstofpeil laag is.<br />

De pijl op de meter geeft de zijde<br />

van het voertuig aan waar de<br />

brandstofvulklep zich bevindt.<br />

7. Toerenteller<br />

De toerenteller geeft het aantal<br />

toeren weer in duizend omwentelingen<br />

per minuut (omw/<br />

min).<br />

Wanneer het motortoerental te<br />

hoog wordt, wordt de brandstoftoevoer<br />

naar de motor<br />

beperkt.<br />

Zie "Snelheidsbegrenzer" in<br />

hoofdstuk 3 voor informatie<br />

over de maximale begrensde<br />

snelheid van het voertuig.<br />

8. Display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder geeft aan in welke<br />

staat de diverse systemen van<br />

uw voertuig verkeren.<br />

Het display bevindt zich aan de<br />

onderzijde van het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Informatiecentrum voor de bestuurder"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

27 . . .<br />


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 28 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Waarschuwingslampen<br />

Uw auto is voorzien van een aantal<br />

waarschuwingslampen.<br />

De waarschuwingslampen gaan<br />

branden wanneer er in een of meer<br />

systemen zich een storing voordoet<br />

of de kans daartoe bestaat. Sommige<br />

waarschuwingslampen branden<br />

kort na het aanzetten van het<br />

contact om aan te geven dat de<br />

gloeilampen goed functioneren.<br />

In uw auto is een informatiecentrum<br />

voor de bestuurder aanwezig dat<br />

samenwerkt met de waarschuwingslampen<br />

en meetinstrumenten.<br />

Zie "Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Waarschuwingslamp oliedruk<br />

Deze lamp gaat even branden<br />

wanneer u het contact aanzet.<br />

Zodra de motor start, moet deze<br />

doven.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Indien er een probleem is met de<br />

smeerolie, zal deze lamp blijven<br />

branden nadat u de motor start,<br />

maar het is ook mogelijk dat de<br />

lamp tijdens het rijden plotseling<br />

aangaat. Dit duidt er op dat de olie<br />

niet snel genoeg door de motor<br />

circuleert om voor voldoende<br />

smering te zorgen. Het oliepeil kan<br />

te laag zijn of er kan zich een ander<br />

probleem in het smeersysteem<br />

hebben voorgedaan. Laat onmiddellijk<br />

een onderhoudsbeurt<br />

uitvoeren.<br />

Wanneer de motor stationair draait<br />

en tot stilstand komt, kan het lampje<br />

soms gaan knipperen. Dit is<br />

normaal.<br />

Er kan tevens een gongsignaal klinken<br />

als het licht wordt ingeschakeld.<br />

. . . 28


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 29 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

WAARSCHUWING<br />

Blijf niet doorrijden met een te<br />

laag oliepeil. De motor kan te<br />

heet worden en in brand vliegen.<br />

U en anderen kunnen hierdoor<br />

ernstig gewond raken. Controleer<br />

zo spoedig mogelijk het oliepeil<br />

en laat een onderhoudsbeurt<br />

uitvoeren.<br />

OPMERKING<br />

Schade aan de motor die is<br />

ontstaan door het negeren van<br />

de waarschuwingslamp kan kostbare<br />

reparaties tot gevolg<br />

hebben die niet onder de garantie<br />

vallen.<br />

Vervang de motorolie met de<br />

tussenpozen die in het onderhoudsoverzicht<br />

zijn vermeld.<br />

Laadstroomcontrolelamp<br />

Om aan te geven dat de gloeilamp<br />

goed functioneert, brandt deze<br />

lamp wanneer het contact aanstaat,<br />

maar de motor niet draait.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Wanneer het lampje blijft branden<br />

of tijdens het rijden gaat branden,<br />

kan dit duiden op een storing in dit<br />

systeem. Laat het meteen nakijken.<br />

Als er een probleem is met het laadsysteem<br />

van de accu, wordt het<br />

volgende bericht weergegeven op<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder:<br />

• SERVICE BATTERY CHARGING<br />

SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />

accu)<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Als u blijft doorrijden terwijl deze<br />

lamp brandt, kan de accu worden<br />

ontladen.<br />

Wanneer u een korte afstand moet<br />

rijden terwijl de lamp brandt, schakel<br />

dan alle accessoires uit, zoals de<br />

radio en de airconditioning.<br />

–<br />

29 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 30 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur<br />

Deze lamp gaat even branden zodra<br />

u de motor start, om aan te geven<br />

dat het systeem goed werkt.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Wanneer het lampje blijft branden<br />

of tijdens het rijden gaat branden,<br />

geeft dit lampje aan dat de koelvloeistof<br />

van de motor te heet is. Zet<br />

het voertuig zo snel mogelijk als dat<br />

veilig kan stil en schakel de motor<br />

onmiddellijk uit.<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom van een oververhitte<br />

motor kan ernstige brandwonden<br />

veroorzaken.<br />

OPMERKING<br />

Rijd niet verder terwijl het lampje<br />

voor de temperatuur van de<br />

motorkoelvloeistof brandt.<br />

Als u blijft rijden terwijl uw voertuig<br />

oververhit is, kan de motor<br />

ernstig beschadigd raken.<br />

Wanneer u een waarschuwing<br />

voor oververhitting krijgt, stop<br />

dan zo snel mogelijk.<br />

Anders kan het voertuig beschadigd<br />

raken en deze reparaties<br />

vallen niet onder garantie.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 4 en 5 voor<br />

meer informatie over het koelsysteem<br />

van uw auto.<br />

. . . 30


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 31 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Controlelamp remsysteem<br />

Uw auto is voorzien van een<br />

gescheiden remsysteem. Indien een<br />

van beide systemen uitvalt, kunt u<br />

de auto met behulp van het andere<br />

systeem veilig tot stilstand brengen.<br />

Om aan te geven dat de gloeilamp<br />

goed functioneert, brandt deze<br />

lamp wanneer het contact aanstaat,<br />

maar de motor niet draait.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Breng, zodra dit veilig kan, de auto<br />

voorzichtig tot stilstand als de lamp<br />

tijdens het rijden gaat branden.<br />

Het kan nodig zijn grotere druk uit<br />

te oefenen op het rempedaal en het<br />

pedaal kan zich verder omlaag<br />

bewegen. Het kan meer tijd in<br />

beslag nemen om het voertuig tot<br />

stilstand te brengen.<br />

Laat, wanneer de lamp blijft branden,<br />

de auto naar de dichtstbijzijnde<br />

GM-dealer slepen. Het remsysteem<br />

moet onmiddellijk worden<br />

gecontroleerd.<br />

Deze lamp gaat ook branden<br />

wanneer u de parkeerrem inschakelt<br />

terwijl het contact is ingeschakeld.<br />

Als de lamp blijft branden na het vrijzetten<br />

van de parkeerrem, duidt dit<br />

op een storing in het remsysteem.<br />

Laat het systeem zo spoedig mogelijk<br />

controleren.<br />

Indien de lamp niet gaat branden<br />

nadat de parkeerrem is ingeschakeld,<br />

moet u uw auto voor onderhoud<br />

naar de dealer brengen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Doorrijden met een brandende<br />

waarschuwingslamp van het<br />

remsysteem kan een ongeval tot<br />

gevolg hebben. Laat het remsysteem<br />

onmiddellijk controleren<br />

zodra de waarschuwingslamp<br />

van het remsysteem blijft<br />

branden.<br />

Laat het voertuig voor reparatie<br />

wegslepen.<br />

–<br />

31 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 32 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

ABS<br />

Controlelamp ABS<br />

Dit lampje gaat bij het aanzetten<br />

van het contact branden en kan<br />

daarna nog enkele seconden blijven<br />

branden. Als de lamp niet gaat branden,<br />

dient u dit spoedig te laten<br />

herstellen, zodat het gereed is om u<br />

te waarschuwen indien er zich een<br />

probleem voordoet.<br />

Indien de lamp blijft branden, of<br />

tijdens het rijden gaat branden, kan<br />

dit duiden op een storing in het<br />

systeem.<br />

Breng, zodra dit veilig kan, het voertuig<br />

tot stilstand en zet het contact<br />

af. Start de motor opnieuw om het<br />

waarschuwingssysteem weer in<br />

werking te stellen.<br />

Laat een onderhoudsbeurt uitvoeren<br />

wanneer de lamp blijft branden<br />

of tijdens het rijden gaat branden.<br />

Tot de reparatie voltooid is, kunnen<br />

de remmen nog wel worden<br />

gebruikt, maar zonder ABS-functie.<br />

In de display van het informatiecentrum<br />

kan een bericht verschijnen.<br />

Raadpleeg het volgende onder<br />

"Berichten van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie:<br />

• SERVICE BRAKE ASSIST<br />

(servicerembekrachtiging)<br />

• SERVICE BRAKE SYSTEM<br />

(onderhoud remsysteem)<br />

Indien de normale controlelamp<br />

van het remsysteem ook brandt,<br />

werkt het antiblokkeersysteem niet<br />

en is er sprake van een storing in het<br />

remsysteem. Parkeer de auto voorzichtig<br />

aan de kant van de weg. Laat<br />

het voertuig voor reparatie<br />

wegslepen.<br />

Raadpleeg de rubriek "Controlelamp<br />

remsysteem" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

. . . 32


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 33 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Controlelamp voor<br />

voertuigstoring<br />

Om aan te geven dat de gloeilamp<br />

goed functioneert, brandt deze<br />

lamp wanneer het contact aanstaat,<br />

maar de motor niet draait.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Indien de lamp blijft branden, of<br />

tijdens het rijden gaat branden, kan<br />

dit duiden op een storing in het<br />

systeem.<br />

Laat het systeem zo spoedig mogelijk<br />

controleren.<br />

Dit lampje gaat branden wanneer<br />

het computersysteem dat de brandstof-,<br />

ontstekings- en emissieregelsystemen<br />

controleert een storing<br />

heeft gevonden.<br />

Wanneer na een tankstop de lamp<br />

blijft branden, kunt u de storing<br />

misschien verhelpen door te controleren<br />

of de tankdop correct is<br />

aangebracht.<br />

OPMERKING<br />

Als u blijft doorrijden terwijl dit<br />

lampje brandt, zal na verloop van<br />

tijd mogelijk de emissieregeling<br />

minder goed functioneren, de<br />

motor kan meer brandstof gaan<br />

verbruiken en zal wellicht minder<br />

soepel functioneren. Uiteindelijk<br />

kunnen kostbare reparaties<br />

nodig zijn die niet door de garantie<br />

worden gedekt.<br />

–<br />

33 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 34 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

OPMERKING (vervolg)<br />

Modificaties aan de motor, de<br />

versnellingsbak, het uitlaat-,<br />

luchtinlaat- of brandstofsysteem<br />

van uw auto of de vervanging<br />

van de oorspronkelijke banden<br />

door banden die niet voldoen<br />

aan dezelfde bandenspecificaties,<br />

kunnen van invloed zijn op<br />

het emissiesysteem voor uitlaatgassen<br />

en zorgen er mogelijk<br />

voor dat dit lampje gaat branden.<br />

Modificaties aan deze systemen<br />

kunnen leiden tot dure<br />

reparaties die niet onder de<br />

garantie vallen.<br />

Het storingslampje moet goed<br />

werken, anders komt het voertuig<br />

niet door een controle van de<br />

emissieregelapparatuur.<br />

• Wanneer de motor draait, moet<br />

het lampje uit zijn.<br />

• Wanneer het contact is ingeschakeld<br />

en de motor uit staat, moet<br />

het lampje branden.<br />

Indien de accu van uw auto kortgeleden<br />

is vervangen, of als de accu<br />

ontladen is, kan het boorddiagnosesysteem<br />

vaststellen dat het emissiesysteem<br />

van de auto niet gereed is<br />

om te worden geïnspecteerd. Het<br />

kan nodig zijn een aantal dagen<br />

normaal te rijden om het diagnosesysteem<br />

voldoende gegevens te<br />

verstrekken voor de inspectie.<br />

. . . 34


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 35 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Nadat enige dagen is gereden met<br />

de auto (met geheel geladen accu)<br />

voordat de inspectie plaatsvindt,<br />

maar de auto nog steeds niet<br />

gecontroleerd kan worden omdat<br />

het boorddiagnosesysteem niet<br />

gereed is, neem dan contact op met<br />

uw dealer of met een goedgekeurd<br />

servicecentrum om de auto klaar te<br />

maken voor de inspectie.<br />

Lampje tractieregelsysteem<br />

Deze lamp gaat even branden zodra<br />

u de motor start om aan te geven<br />

dat hij goed werkt.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Het lampje knippert wanneer het<br />

tractieregelsysteem in werking is om<br />

het doorslippen van de wielen te<br />

verminderen.<br />

U hoort of voelt mogelijk dat het<br />

systeem actief is, maar dat is<br />

normaal.<br />

Als het lampje voor het tractieregelsysteem<br />

gaat branden en blijft branden,<br />

is er misschien een probleem<br />

met het systeem en moet uw voertuig<br />

voor onderhoud naar de<br />

garage.<br />

Wanneer dit lampje brandt, is het<br />

tractiesysteem uitgeschakeld en zal<br />

het systeem het doorslippen van de<br />

wielen niet beperken.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />

in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

35 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 36 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Waarschuwingslamp voor niet<br />

dragen veiligheidsgordel<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2.<br />

Controlelamp airbag<br />

Deze lamp gaat branden zodra u de<br />

motor start en kan enkele seconden<br />

blijven knipperen.<br />

Wanneer het lampje niet gaat branden<br />

wanneer u de motor start, dan<br />

kan er een probleem zijn met een<br />

zekering of gloeilamp. Laat dit zo<br />

snel mogelijk verhelpen zodat het<br />

waarschuwingslampje u kan attenderen<br />

op eventuele storingen.<br />

Indien de lamp blijft branden, of<br />

tijdens het rijden gaat branden, kan<br />

dit duiden op een storing in het<br />

systeem.<br />

Laat de auto onmiddellijk repareren.<br />

Indien er een probleem is met het<br />

airbagsysteem, dan zal het bericht<br />

SERVICE AIR BAG (onderhoud<br />

airbag) op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

verschijnen. Raadpleeg "Informatiecentrum<br />

voor de bestuurder"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 2 voor meer<br />

informatie omtrent de werking van<br />

het controlelampje van de airbag.<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de airbaglamp blijft branden,<br />

of tijdens het rijden gaat<br />

branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem. De<br />

airbags kunnen niet in werking<br />

komen tijdens een aanrijding of<br />

kunnen in werking komen<br />

wanneer geen aanrijding heeft<br />

plaatsgevonden. Om u en anderen<br />

te beschermen tegen letsel is<br />

het nodig om het defect onmiddellijk<br />

te laten verhelpen.<br />

. . . 36


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 37 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

–<br />

Aan/uit-indicator airbag aan<br />

passagierszijde<br />

Zie "Passagiersdetectiesysteem" in<br />

hoofdstuk 2.<br />

Waarschuwingslampje voor veiligheidsgordel<br />

passagier<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2.<br />

Controlelamp alarmsysteem<br />

Zie tevens "Immobilisatiesysteem"<br />

onder "Sleutels" in hoofdstuk 3.<br />

Zie ook "Antidiefstalsysteem" in<br />

hoofdstuk 3 voor meer informatie<br />

over dit lampje.<br />

37 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 38 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Mistlampcontrolelamp<br />

Deze lamp zal branden wanneer de<br />

mistlampen zijn ingeschakeld. Raadpleeg<br />

voor meer informatie de<br />

rubriek "Mistlampen" in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Controlelamp mistachterlicht<br />

Deze lamp zal branden wanneer de<br />

mistachterlichten zijn ingeschakeld.<br />

Raadpleeg voor meer informatie de<br />

rubriek "Mistachterlichten" in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />

verlichting<br />

Deze lamp begint te branden<br />

wanneer de parkeerlichten zijn<br />

ingeschakeld.<br />

. . . 38


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 39 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Controlelamp cruise control<br />

Deze lamp begint te branden<br />

wanneer de cruise control is<br />

ingeschakeld.<br />

Zie onder "Cruise control" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />

informatie.<br />

Lampje voor lage<br />

bandenspanning<br />

Deze lamp gaat even branden zodra<br />

u de motor start om aan te geven<br />

dat hij goed werkt.<br />

Wanneer het lampje niet gaat branden<br />

wanneer u de motor start, dan<br />

kan er een probleem zijn met een<br />

zekering of gloeilamp. Laat dit zo<br />

snel mogelijk verhelpen zodat het<br />

waarschuwingslampje u kan attenderen<br />

op eventuele storingen.<br />

Als het systeem een lage bandendruk<br />

in een of meer banden waarneemt,<br />

kan het<br />

waarschuwingslampje voor een lage<br />

bandenspanning gaan branden en<br />

kan de melding CHECK TIRE<br />

PRESSURE (controleer bandenspanning)<br />

op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

verschijnen.<br />

Wanneer er een probleem wordt<br />

waargenomen, knippert het controlelampje<br />

60 seconden en daarna<br />

blijft het branden.<br />

Wanneer u een waarschuwing krijgt<br />

dat de spanning van een band laag<br />

is, dan moet u zo snel mogelijk stoppen,<br />

alle banden controleren op<br />

beschadiging en ze daarna tot de<br />

juiste bandenspanning opblazen.<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"Controlesysteem bandenspanning"<br />

in de paragraaf "Banden" in hoofdstuk<br />

4.<br />

–<br />

39 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 40 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

. . . 40<br />

Controlelampje sleep-/trekfunctie<br />

Dit lampje gaat branden wanneer<br />

sleep-/trekfunctie gekozen is. Zie<br />

onder "Sleep-/trekfunctie" in de<br />

rubriek "Het rijden met een aanhanger"<br />

in hoofdstuk 3.<br />

INFORMATIECENTRUM<br />

VOOR DE BESTUURDER<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder geeft aan in welke staat<br />

de diverse systemen van uw voertuig<br />

verkeren.<br />

Met behulp van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder kunt u de<br />

bijzondere functies en waarschuwingsberichten<br />

aanpassen en laten<br />

weergeven.<br />

De bedieningsknoppen bevinden<br />

zich op het instrumentenpaneel bij<br />

het bestuurdersportier.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Toetsen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Het display bevindt zich aan de onderzijde<br />

van het instrumentenpaneel.<br />

De bovenste regel van het display<br />

toont informatie over de<br />

voertuigsystemen.<br />

De onderste regel van het display<br />

toont het volgende:<br />

• Kilometerteller<br />

• Buitentemperatuur<br />

• indicator voor schakelstand<br />

Zie "Automatische transmissie" in<br />

hoofdstuk 3 voor meer informatie.<br />

• S wanneer de sportieve modus<br />

actief is of M als de modus voor<br />

handmatig schakelen actief is<br />

Zie "Handmatige schakelstand"<br />

onder "Automatische transmissie"<br />

in hoofdstuk 3 voor meer<br />

informatie.<br />

Indien het systeem een storing<br />

waarneemt, verschijnt een melding<br />

op het display.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 41 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Toetsen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

De bedieningsknoppen bevinden<br />

zich op het instrumentenpaneel bij<br />

het bestuurdersportier.<br />

TOETS OMHOOG/OMLAAG<br />

MENU<br />

Druk op het pijltje omhoog of<br />

omlaag om omhoog of omlaag<br />

door een geopend menu te<br />

bladeren.<br />

TOETS REIS-/BRANDSTOFINFOR-<br />

MATIE<br />

Druk op deze toets om het menu<br />

voor reis-/brandstofinformatie te<br />

openen.<br />

Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />

indrukt, kunt u door de volgende<br />

displays te bladeren:<br />

• Dagtellers<br />

• Brandstofbereik<br />

• Gemiddeld brandstofverbruik<br />

• Brandstofverbruik op het<br />

moment<br />

• Verbruikte brandstof<br />

• Timer<br />

• Gemiddelde snelheid<br />

• Accuspanning<br />

• Leeg display<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Menu Reis-/brandstofinformatie<br />

–<br />

41 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 42 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

VOERTUIGINFORMATIETOETS<br />

Druk op deze toets om het voertuiginformatiemenu<br />

te openen.<br />

Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />

indrukt, kunt u door de volgende<br />

displays te bladeren:<br />

• Levensduur motorolie<br />

• Engelse/metrische eenheden<br />

selecteren<br />

• Parkeerhulpsysteem<br />

• Displays van het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning<br />

• Het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning resetten<br />

• De afstandsbediening aanpassen<br />

• Snelheidsmeter<br />

• Leeg display<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Menu Voertuiginformatie<br />

AANPASSINGSTOETS<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder kan ook worden<br />

gebruikt voor het programmeren<br />

van diverse functies die op uw voertuig<br />

beschikbaar kunnen zijn.<br />

Druk op deze toets om het menu<br />

Bijzondere eigenschappen te<br />

openen.<br />

Zie onder "Bijzondere eigenschappen"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

. . . 42


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 43 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

KNOP RESET<br />

Druk op deze toets om functies van<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder opnieuw in te stellen of<br />

om berichten uit te schakelen of de<br />

ontvangst ervan te bevestigen.<br />

Menu Reis-/brandstofinformatie<br />

Druk op deze toets om het menu<br />

voor reis-/brandstofinformatie te<br />

openen.<br />

Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />

indrukt, kunt u door de volgende<br />

displays te bladeren:<br />

Dagtellers<br />

• TRIP A (dagteller A)<br />

• TRIP B (dagteller B)<br />

Elke dagteller geeft aan hoeveel kilometer<br />

het voertuig heeft afgelegd<br />

sinds de dagteller voor het laatst op<br />

nul werd gezet.<br />

Opmerking:<br />

Dagtellers A en B kunnen gelijktijdig<br />

worden gebruikt.<br />

De waarde wordt in metrische<br />

eenheden (kilometers) of in Engelse<br />

eenheden(mijl) aangegeven.<br />

Wanneer u een dagteller op nul wilt<br />

zetten, moet u de gewenste dagteller<br />

op het display laten weergeven<br />

en dan de toets houden.<br />

Alleen de dagteller op het display zal<br />

dan weer op nul komen te staan.<br />

–<br />

43 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 44 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

FUEL RANGE (brandstofbereik)<br />

Dit display toont hoe ver u volgens<br />

de computer nog kunt rijden met de<br />

resterende hoeveelheid brandstof in<br />

de tank.<br />

De waarde wordt in metrische<br />

eenheden (kilometers) of in Engelse<br />

eenheden(mijl) aangegeven.<br />

De geschatte actieradius wordt<br />

berekend aan de hand van de huidige<br />

rijomstandigheden.<br />

Wanneer het bereik onder ongeveer<br />

48 km daalt, wordt op het display<br />

FUEL RANGE LOW (laag brandstofbereik)<br />

weergegeven.<br />

AVERAGE ECONOMY (gemiddeld<br />

brandstofverbruik)<br />

Dit display toont het gemiddelde<br />

brandstofverbruik sinds u het<br />

systeem voor het laatst op nul hebt<br />

ingesteld.<br />

De waarde wordt aangegeven in<br />

metrische eenheden van L/100 KM<br />

(de hoeveelheid verbruikte brandstof<br />

in liters per 100 km) of in Engelse<br />

MPG-eenheden (mijl per gallon).<br />

Wanneer u deze waarde weer op nul<br />

wilt zetten, moet u de waarde eerst<br />

weergeven en vervolgens de toets<br />

ingedrukt houden.<br />

INST ECONOMY (brandstofverbruik<br />

op het moment)<br />

Het display zal aangeven hoeveel<br />

het brandstofverbruik bedraagt op<br />

het moment.<br />

De waarde wordt aangegeven in<br />

metrische eenheden van L/100 KM<br />

(de hoeveelheid verbruikte brandstof<br />

in liters per 100 km) of in Engelse<br />

MPG-eenheden (mijl per gallon).<br />

Dit item kan niet worden gereset.<br />

. . . 44


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 45 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

FUEL USED (verbruikte brandstof)<br />

Dit display toont hoeveel brandstof<br />

er is verbruikt sinds u het systeem<br />

voor het laatst op nul heeft<br />

ingesteld.<br />

De waarde wordt weergegeven in<br />

metrische eenheden (liters) of<br />

Engelse eenheden (gallons).<br />

Wanneer u deze waarde weer op nul<br />

wilt zetten, moet u de waarde eerst<br />

weergeven en vervolgens de toets<br />

ingedrukt houden.<br />

00:00:00 TIMER OFF (timer uit)<br />

Deze functie werkt als een<br />

stopwatch.<br />

Met de timerfunctie kunt u de af te<br />

leggen afstand in tijd tussen twee<br />

punten berekenen.<br />

U kunt de timer starten door deze<br />

eerst weer te geven en daarna op de<br />

toets te drukken.<br />

00:00:00 TIMER ON (timer aan)<br />

wordt weergegeven.<br />

De timer start.<br />

U kunt de timer stoppen door deze<br />

eerst weer te geven en daarna<br />

opnieuw op de toets te drukken.<br />

Als de timer is uitgeschakeld, toont<br />

het display de timerwaarde en<br />

TIMER OFF.<br />

Wanneer u de timer terug wilt<br />

zetten naar 00:00:00, houdt u de<br />

toets ingedrukt nadat de timer is<br />

gestopt.<br />

AVERAGE SPEED (gemiddelde<br />

snelheid)<br />

Dit display toont de gemiddelde<br />

rijsnelheid sinds de laatste keer dat<br />

het systeem werd teruggesteld.<br />

De waarde wordt aangegeven in<br />

metrische eenheden, KM/H (kilometer<br />

per uur), of in Engelse eenheden,<br />

MPH (mijl per uur).<br />

Wanneer u deze waarde weer op nul<br />

wilt zetten, moet u de waarde eerst<br />

weergeven en vervolgens de toets<br />

ingedrukt houden.<br />

–<br />

45 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 46 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

BATTERY VOLTAGE<br />

(accuspanning)<br />

Dit display maakt het mogelijk de<br />

accuspanning te controleren om<br />

vast te stellen of de accu goed opgeladen<br />

wordt.<br />

De waarde kan schommelen. Dat is<br />

normaal.<br />

Zie "Lampje laadsysteem" onder<br />

"Waarschuwingslampjes" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Zie ook onder "Beheer elektrisch<br />

vermogen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Als er een probleem is met het laadsysteem<br />

van de accu, wordt er een<br />

bericht weergegeven. Raadpleeg<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Leeg display<br />

Dit menu eindigt met een blanco<br />

pagina.<br />

Menu Voertuiginformatie<br />

Druk op deze toets om het voertuiginformatiemenu<br />

te openen.<br />

Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />

indrukt, kunt u door de volgende<br />

displays te bladeren:<br />

OIL LIFE REMAINING (resterende<br />

levensduur olie)<br />

Op het display verschijnt het<br />

percentage van de levensduur van<br />

de olie die nog resteert.<br />

Als u bijvoorbeeld 95% ziet, betekent<br />

dit dat op de wijze waarop u<br />

met uw voertuig rijdt, de olie nog<br />

95% van zijn levensduur ter beschikking<br />

heeft.<br />

Wanneer de levensduur van de olie<br />

laag is, verschijnt het bericht CHAN-<br />

GE ENGINE OIL SOON (binnenkort<br />

olie verversen) op het display.<br />

Wanneer het lampje voor olie<br />

verversen gaat branden, moet u de<br />

motorolie zo snel mogelijk binnen<br />

1000 kilometer verversen.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />

4 voor aanvullende informatie.<br />

Zie het boekje met het onderhoudsschema<br />

voor meer informatie.<br />

. . . 46


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 47 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

UNITS (eenheden)<br />

U kunt tussen Engelse en metrische<br />

eenheden schakelen door eerst dit<br />

item weer te geven en daarna op de<br />

toets te drukken.<br />

PARKING ASSIST<br />

(parkeerhulpsysteem)<br />

Met deze functie kunt u het Ultrasone<br />

hulpsysteem bij inparkeren voor<br />

de huidige motorcyclus in- of<br />

uitschakelen.<br />

Ga als volgt te werk om deze functie<br />

in of uit te schakelen:<br />

1. Druk herhaaldelijk op om<br />

dit display te selecteren.<br />

2. Druk op de toets om tussen<br />

ON (aan) en OFF (uit) te<br />

schakelen.<br />

Wanneer u OFF (uit) selecteert om<br />

het systeem uit te schakelen, wordt<br />

het bericht PARKING ASSIST OFF<br />

(parkeerhulp uit) op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder weergegeven<br />

wanneer de<br />

versnellingsbak uit stand P (parkeren)<br />

wordt geschakeld.<br />

Wanneer de motor wordt uitgeschakeld<br />

en weer ingeschakeld, wordt<br />

het systeem automatisch opnieuw<br />

ingeschakeld.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

• Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren<br />

–<br />

47 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 48 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Displays van het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning<br />

• FRONT TIRES kPa LEFT XX<br />

RIGHT XX (bandenspanning<br />

links- en rechtsvoor)<br />

• REAR TIRES kPa LEFT XX<br />

RIGHT XX (bandenspanning<br />

links- en rechtsachter)<br />

Op deze displays wordt de luchtdruk<br />

voor elke band van het voertuig<br />

weergegeven.<br />

Druk herhaaldelijk op de toets<br />

totdat de bandenspanning voor de<br />

voorbanden wordt weergegeven.<br />

Druk nog een keer op de toets<br />

om de bandenspanning voor de<br />

achterbanden weer te geven.<br />

De waarde wordt weergegeven in<br />

metrische eenheden (kPa) of in<br />

Engelse eenheden (PSI).<br />

Wanneer het systeem merkt dat de<br />

bandenspanning laag is onder het<br />

rijden, wordt CHECK TIRE PRESS-<br />

URE (bandenspanning controleren)<br />

op het display weergegeven.<br />

Het systeem geeft ook aan welke<br />

band moet worden gecontroleerd.<br />

Raadpleeg het volgende onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie:<br />

• Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

CHECK TIRE PRESSURE (bandenspanning<br />

controleren)<br />

Raadpleeg ook "Controlesysteem<br />

bandenspanning" onder "Banden"<br />

in hoofdstuk 4 voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 48


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 49 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

PRESS TO RELEARN REMOTE<br />

KEY (druk op om de afstandsbediening<br />

opnieuw te<br />

programmeren)<br />

Met dit display kunt u de afstandsbedieningen<br />

aan uw voertuig<br />

koppelen.<br />

Zenders voor uw auto aanpassen:<br />

1. Druk herhaaldelijk op totdat<br />

PRESS TO RELEARN<br />

REMOTE KEY (druk op om<br />

de afstandsbediening opnieuw<br />

te programmeren) wordt<br />

weergegeven.<br />

2. Druk de toets in.<br />

REMOTE KEY LEARNING AC-<br />

TIVE (programmeren afstandsbediening<br />

actief) wordt op het<br />

display weergegeven.<br />

3. Druk op de vergrendel- en ontgrendelknoppen<br />

op de<br />

afstandsbediening en houd<br />

beide 15 seconden lang<br />

ingedrukt.<br />

U hoort een geluid als de afstandsbediening<br />

aan het voertuig<br />

wordt gekoppeld.<br />

De eerste afstandsbediening die<br />

aan het voertuig is gekoppeld,<br />

wordt door het systeem aangemerkt<br />

als "Bestuurder 1". De<br />

tweede afstandsbediening<br />

wordt aangemerkt met "Bestuurder<br />

2".<br />

4. Wanneer er meer afstandsbedieningen<br />

moeten worden<br />

gekoppeld, herhaalt u de vorige<br />

stappen.<br />

Er kunnen maximaal acht afstandsbedieningen<br />

voor uw<br />

voertuig worden<br />

geprogrammeerd.<br />

5. Schakel het contact uit om de<br />

programmeerfunctie uit te<br />

schakelen.<br />

Snelheidsmeter<br />

Naast de analoge standaardsnelheidsmeter<br />

kan uw voertuig zijn<br />

voorzien van dit digitale<br />

snelheidsdisplay.<br />

Druk herhaaldelijk op om de<br />

digitale snelheidsmeter weer te<br />

geven.<br />

U kunt het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder gebruiken om het<br />

display om te zetten in Engelse of<br />

metrische eenheden.<br />

Zie "UNITS (eenheden)" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Leeg display<br />

Dit menu eindigt met een blanco<br />

pagina.<br />

–<br />

49 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 50 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Bijzondere eigenschappen<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder kan ook worden<br />

gebruikt voor het programmeren<br />

van diverse functies die op uw voertuig<br />

beschikbaar kunnen zijn.<br />

PROGRAMMEERMODUS<br />

OPENEN<br />

1. Het contact moet zijn aangezet<br />

en de stand P (parkeren) moet<br />

zijn gekozen.<br />

2. Schakel de koplampen uit om<br />

te voorkomen dat de accu<br />

leegloopt.<br />

3. Druk op de toets op het<br />

display.<br />

Wanneer het voertuig niet in P<br />

(parkeren) staat, wordt FEATU-<br />

RE SETTINGS AVAILABLE IN<br />

PARK (instellingen functie beschikbaar<br />

in P) op het display<br />

weergegeven. Schakel naar P.<br />

4. Druk op de toets om de programmeermodus<br />

te openen.<br />

MENU BIJZONDERE<br />

EIGENSCHAPPEN<br />

Toen uw voertuig de fabriek verliet,<br />

zijn de bijzondere eigenschappen<br />

ingesteld op de standaardinstellingen,<br />

maar de instellingen kunnen<br />

ondertussen zijn veranderd.<br />

Gebruik dit menu om de gewenste<br />

opties te programmeren.<br />

Zie "Programmeermodus openen"<br />

eerder in dit hoofdstuk om dit menu<br />

te openen.<br />

Wanneer u in de programmeermodus<br />

bent, kunt u door de lijst met<br />

bijzondere eigenschappen die voor<br />

uw voertuig beschikbaar zijn bladeren<br />

door de toets herhaaldelijk in<br />

te drukken.<br />

Alleen beschikbare opties worden in<br />

het display weergegeven.<br />

De volgende functies, die automatisch<br />

worden opgeroepen, kunnen<br />

alleen in één voertuiginstelling<br />

worden geprogrammeerd:<br />

. . . 50


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 51 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

DISPLAY IN ENGLISH (display in<br />

Engels)<br />

Opmerking:<br />

Deze menuoptie wordt niet<br />

weergegeven wanneer het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder al in het<br />

Engels wordt weergegeven.<br />

Wanneer deze optie wordt weergegeven,<br />

kunt u met de toets<br />

Engels selecteren als de taal voor het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

DISPLAY LANGUAGE (Displaytaal)<br />

Gebruik dit menu om de taal te<br />

selecteren die het voertuig moet<br />

gebruiken voor de weergave van<br />

informatie.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

talen te bladeren:<br />

• ENGLISH (Engelse taal)<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• FRANÇAIS (Franse taal)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

–<br />

• ESPAÑOL (Spaanse taal)<br />

• ARABIC (Arabisch)<br />

• DEUTSCH (Duitse taal)<br />

• ITALIANO (Italiaanse taal)<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

51 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 52 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

AUTO DOOR LOCK (automatische<br />

portiervergrendeling)<br />

Met deze voorziening kunt u uw<br />

automatische portiersloten op uw<br />

persoonlijke wensen aanpassen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• SHIFT OUT OF PARK (uit parkeerstand<br />

schakelen)<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

vergrendeld wanneer de<br />

portieren worden gesloten en<br />

het voertuig uit P (parkeren)<br />

wordt geschakeld.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• AT VEHICLE SPEED (bij<br />

rijsnelheid)<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

vergrendeld wanneer de<br />

snelheid van het voertuig gedurende<br />

drie seconden hoger is<br />

dan 8 km/u.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Portieren" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

AUTO DOOR UNLOCK (automatische<br />

portierontgrendeling)<br />

Met deze voorziening kunt u de<br />

functie voor automatische portierontgrendeling<br />

van uw voertuig<br />

aanpassen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Wanneer deze instelling geactiveerd<br />

is, worden de portieren<br />

niet automatisch ontgrendeld.<br />

• DRIVER AT KEY OUT (bestuurdersportier<br />

bij sleutel uit<br />

contactslot)<br />

Het bestuurdersportier wordt<br />

automatisch ontgrendeld wanneer<br />

de contactsleutel uit het<br />

contact wordt verwijderd.<br />

. . . 52


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 53 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• DRIVER IN PARK (bestuurdersportier<br />

in parkeerstand)<br />

Het bestuurdersportier ontgrendelt<br />

automatisch wanneer u in P<br />

(parkeren) schakelt.<br />

• ALL AT KEY OUT (alle portieren<br />

bij sleutel uit contactslot)<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

ontgrendeld, wanneer de<br />

sleutel uit het contactslot wordt<br />

verwijderd.<br />

• ALL IN PARK (alle portieren in<br />

parkeerstand)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Portieren" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

REMOTE DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />

met<br />

afstandsbediening)<br />

Met deze functie kunt u het type<br />

feedback selecteren dat u krijgt<br />

wanneer u het voertuig vergrendelt<br />

met de afstandsbediening.<br />

Opmerking:<br />

U krijgt alleen feedback wanneer<br />

de portieren worden<br />

vergrendeld.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

–<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

ontgrendeld wanneer u uit<br />

P (parkeren) schakelt.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

53 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 54 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Er is geen feedback via claxon of<br />

verlichting wanneer de vergrendelingstoets<br />

op de afstandsbediening<br />

wordt ingedrukt.<br />

• LIGHTS ONLY (alleen<br />

verlichting)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

knippert de buitenverlichting<br />

wanneer u de<br />

vergrendelknop op de afstandsbediening<br />

indrukt.<br />

• HORN ONLY (alleen claxon)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

hoort u de claxon wanneer<br />

u de vergrendelknop op de<br />

afstandsbediening twee keer<br />

indrukt.<br />

• HORN & LIGHTS (claxon en<br />

verlichting)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

knippert de buitenverlichting<br />

wanneer u de<br />

vergrendelknop op de afstandsbediening<br />

indrukt.<br />

U hoort de claxon wanneer u de<br />

vergrendelknop binnen vijf<br />

seconden opnieuw indrukt.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

. . . 54


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 55 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

REMOTE DOOR UNLOCK (portierontgrendeling<br />

met<br />

afstandsbediening)<br />

Met deze functie kunt u het type<br />

feedback selecteren dat u krijgt<br />

wanneer u het voertuig ontgrendelt<br />

met de afstandsbediening.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• LIGHTS OFF (verlichting uit)<br />

• LIGHTS ON (verlichting aan)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

knippert de buitenverlichting<br />

wanneer u de<br />

ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />

indrukt.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

Opmerking:<br />

U krijgt alleen feedback wanneer<br />

de portieren worden<br />

vergrendeld.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

–<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

knippert de buitenverlichting<br />

niet wanneer u op de<br />

ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />

drukt.<br />

55 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 56 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

DELAY DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />

met vertraging)<br />

Met deze functie kunt u de vergrendeling<br />

van het voertuig 5 seconden<br />

uitstellen wanneer het voertuig een<br />

opdracht tot portiervergrendeling<br />

ontvangt terwijl de achterklep of<br />

een portier is geopend.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

De portieren worden meteen<br />

vergrendeld wanneer de vergrendelknop<br />

voor de elektrisch<br />

bedienbare portieren of de vergrendelknop<br />

op de afstandsbediening<br />

wordt ingedrukt.<br />

• ON (aan)<br />

Wanneer de vergrendelknop<br />

voor de elektrisch bedienbare<br />

portieren of de vergrendelknop<br />

op de afstandsbediening wordt<br />

ingedrukt terwijl de achterklep of<br />

een portier is geopend, wordt de<br />

vergrendeling van de portieren<br />

vijf seconden uitgesteld.<br />

U hoort drie geluidssignalen.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

Opmerking:<br />

De uitgestelde vergrendeling<br />

werkt niet wanneer de sleutel<br />

in het contactslot zit.<br />

U kunt deze functie annuleren<br />

en de portieren meteen vergrendelen<br />

door twee keer op de<br />

schakelaar voor het elektrische<br />

bedienbare portier of twee keer<br />

op de vergrendeltoets op de<br />

afstandsbediening te drukken.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

. . . 56


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 57 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

EXIT LIGHTING<br />

(uitstapverlichting)<br />

Met deze functie kunt u de tijd<br />

instellen dat de buitenverlichting<br />

aan moet blijven (wanneer het<br />

buiten donker is) nadat het contact<br />

is uitgeschakeld.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

De buitenverlichting blijft niet<br />

aan.<br />

• 30 SECONDS (30 seconden)<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• 1 MINUTE (1 minuut)<br />

• 2 MINUTES (2 minuten)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

APPROACH LIGHTING<br />

(naderingslichten)<br />

Deze voorziening maakt het mogelijk<br />

de buitenverlichting zodanig te<br />

programmeren dat de lampen ingeschakeld<br />

worden of uitgeschakeld<br />

blijven wanneer u de afstandsbediening<br />

gebruikt om het voertuig te<br />

ontgrendelen wanneer het buiten<br />

donker is.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

De verlichting wordt niet ingeschakeld,<br />

wanneer u het voertuig<br />

ontgrendeld met de<br />

afstandsbediening.<br />

–<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

57 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 58 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• ON (aan)<br />

Wanneer het voertuig wordt<br />

ontgrendeld met de afstandsbediening,<br />

dan wordt de buitenverlichting<br />

ook ingeschakeld. De<br />

verlichting blijft 20 seconden<br />

branden of totdat het contactslot<br />

wordt ingeschakeld of de<br />

vergrendelknop op de afstandsbediening<br />

wordt ingedrukt.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

CHIME VOLUME (volume<br />

geluidssignaal)<br />

Met deze functie kunt u het volumeniveau<br />

van het gongsignaal wijzigen.<br />

Het gongsignaal kan niet<br />

volledig worden uitgeschakeld.<br />

Het systeem beschikt over twee<br />

volumeniveaus voor het gongsignaal,<br />

normaal en luid.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• NORMAL (normaal)<br />

• LOUD (luid)<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

. . . 58


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 59 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

PARK TILT MIRRORS (spiegels<br />

kantelen bij parkeren)<br />

Wanneer deze functie is ingeschakeld,<br />

wordt de spiegel aan de<br />

bestuurderszijde en/of passagierszijde<br />

omlaag gekanteld wanneer de<br />

versnellingshendel van het voertuig<br />

in R (achteruit) wordt gezet zodat u<br />

de trottoirband kunt zien terwijl u<br />

inparkeert.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

De buitenspiegels kantelen niet<br />

omlaag wanneer de keuzehendel<br />

in de stand R (achteruit)<br />

wordt geschakeld.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• DRIVER MIRROR (spiegel<br />

bestuurderszijde)<br />

De buitenspiegel aan de bestuurderszijde<br />

van het voertuig kantelt<br />

omlaag naar de trottoirband<br />

wanneer de versnellingshendel<br />

in R (achteruit) wordt gezet.<br />

• PASSENGER MIRROR (spiegel<br />

passagierszijde)<br />

De buitenspiegel aan de passagierszijde<br />

van het voertuig kantelt<br />

omlaag naar de trottoirband<br />

wanneer de versnellingshendel<br />

in R (achteruit) wordt gezet.<br />

• BOTH MIRRORS (beide<br />

spiegels)<br />

Beide buitenspiegels kantelen<br />

omlaag naar de trottoirband<br />

wanneer de versnellingshendel<br />

in R (achteruit) wordt gezet.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Spiegels<br />

Instellingen voor de spiegels<br />

voor het zien van de<br />

trottoirband<br />

–<br />

59 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 60 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

EASY EXIT SEAT<br />

(Uitstapvoorziening)<br />

Met deze functie kunt u het automatisch<br />

oproepen van de in het<br />

geheugen opgeslagen uitstapstand<br />

wanneer de sleutel uit het contact<br />

wordt verwijderd in- of uitschakelen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

dan kan de in het<br />

geheugen opgeslagen uitstapstand<br />

niet automatisch worden<br />

opgeroepen.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• ON (aan)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

wordt de in het geheugen<br />

opgeslagen uitstapstand<br />

automatisch opgeroepen wanneer<br />

de sleutel uit het contactslot<br />

wordt verwijderd.<br />

Wanneer de sleutel in het contact<br />

wordt gestoken en weer<br />

wordt verwijderd zonder dat de<br />

geheugenfunctie wordt geactiveerd,<br />

blijft de stoel in de originele<br />

uitstapstand staan.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Geheugen<br />

. . . 60


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 61 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

MEMORY SEAT RECALL (stoelstand<br />

oproepen)<br />

Met deze functie kunt u het automatisch<br />

oproepen van instellingen<br />

uit het geheugen in- en<br />

uitschakelen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Wanneer deze instelling is ingeschakeld<br />

dan kunnen de geheugeninstellingen<br />

niet automatisch<br />

worden opgeroepen.<br />

Wanneer deze instelling is gekozen,<br />

worden de geheugeninstellingen<br />

automatisch opgeroepen<br />

wanneer u het voertuig ontgrendelt<br />

met de afstandsbediening.<br />

Opmerking:<br />

De standen voor de instelbare<br />

gas- en rempedalen (waar van<br />

toepassing) kunnen ook worden<br />

opgeroepen. Raadpleeg<br />

"Instelbare gas- en rempedalen"<br />

in hoofdstuk 3 voor meer<br />

informatie.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Geheugen<br />

–<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• ON (aan)<br />

61 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 62 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

REMOTE START (starten op<br />

afstand)<br />

Met deze functie kunt u de startfunctie<br />

op afstand in- en<br />

uitschakelen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Als deze instelling is geactiveerd,<br />

staat de startfunctie op afstand<br />

uit.<br />

• ON (aan)<br />

Als deze instelling is geactiveerd,<br />

staat de startfunctie op afstand<br />

aan.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Raadpleeg "Voertuig op afstand starten"<br />

in hoofdstuk 3 voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 62


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 63 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

FACTORY SETTINGS<br />

(fabrieksinstellingen)<br />

Met deze functie kunt u alle<br />

programmeerbare functies instellen<br />

op hun standaardinstellingen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• RESTORE ALL (alles herstellen)<br />

Wanneer u deze optie selecteert,<br />

worden alle programmeerbare<br />

functies van het systeem op<br />

de standaardinstellingen<br />

hersteld.<br />

• DO NOT RESTORE (niet<br />

herstellen)<br />

Wanneer u deze optie selecteert,<br />

worden de huidige instellingen<br />

niet gewijzigd.<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

DE PROGRAMMEERMODUS<br />

AFSLUITEN<br />

Ga als volgt te werk om de programmeermodus<br />

af te sluiten:<br />

• Haal de keuzehendel van de<br />

transmissie uit de stand P<br />

(parkeren).<br />

• Zet het contact af.<br />

• Druk op de toets voor reis-/<br />

brandstofinformatie van het<br />

informatiecentrum voor de<br />

bestuurder of de<br />

voertuiginformatietoets.<br />

• Druk herhaaldelijk op de aanpassingstoets<br />

totdat FEATURE<br />

SETTINGS PRESS TO EXIT<br />

(functie instellingen druk op<br />

om af te sluiten) wordt weergegeven.<br />

Druk op de toets om<br />

dit te selecteren.<br />

• Druk niet op een knop.<br />

Na 40 seconden inactiviteit<br />

treedt een time-out op van het<br />

display.<br />

–<br />

63 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 64 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de<br />

bestuurder<br />

Deze meldingen verschijnen<br />

wanneer zich een storing in een van<br />

de systemen in het voertuig<br />

voordoet.<br />

U kunt het bericht op het display<br />

van het informatiecentrum wissen<br />

door op de resettoets te drukken.<br />

Door het bericht te wissen,<br />

verdwijnt alleen het bericht. Hierdoor<br />

wordt niet het probleem<br />

verholpen. Neem het bericht<br />

serieus.<br />

De displays die in deze handleiding<br />

worden getoond, zijn typerend. De<br />

werkelijke displays in uw auto zijn<br />

afhankelijk van de bepaalde opties<br />

die in uw auto aanwezig zijn en van<br />

de taal waarop het systeem is<br />

ingesteld.<br />

• AUTOMATIC LIGHT CONTROL<br />

OFF (automatische lichtbediening<br />

uit)<br />

Dit bericht verschijnt wanneer<br />

het systeem van de automatische<br />

koplampverlichting niet<br />

goed werkt.<br />

Zie voor meer informatie "Verlichting"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

• AUTOMATIC LIGHT CONTROL<br />

ON (automatische lichtbediening<br />

aan)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het systeem van de<br />

automatische koplampverlichting<br />

niet goed werkt.<br />

Zie voor meer informatie "Verlichting"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

• BATTERY SAVER ACTIVE (accubesparing<br />

actief)<br />

Dit bericht verschijnt indien blijkt<br />

dat de accuspanning terugloopt<br />

tot een onaanvaardbare waarde.<br />

Als de accuspanning daalt, zal<br />

het accubesparingssysteem de<br />

voeding verlagen naar een aantal<br />

voorzieningen wat wellicht<br />

niet merkbaar is. Indien het<br />

nodig is een functie uit te schakelen,<br />

dan zal dit bericht op het<br />

display verschijnen om u te laten<br />

weten dat het voertuig tracht<br />

om de acculading te handhaven.<br />

Schakel onnodige stroomverbruikers<br />

uit.<br />

De accuspanning kan met<br />

behulp van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder worden<br />

gecontroleerd. Bij draaiende<br />

motor moet de accuspanning<br />

11,5 tot 15,5 volt bedragen.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

- Menu Reis-/brandstofinformatie<br />

. . . 64


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 65 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• CHANGE ENGINE OIL SOON<br />

(motorolie binnenkort verversen)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de levensduur van de<br />

olie is verlopen en de olie moet<br />

worden ververst.<br />

Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />

4 voor aanvullende<br />

informatie.<br />

Zie het boekje met het onderhoudsschema<br />

voor meer<br />

informatie.<br />

Wanneer het lampje voor olie<br />

verversen gaat branden, moet u<br />

de motorolie zo snel mogelijk<br />

binnen 1000 kilometer<br />

verversen.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

• CHECK TIRE PRESSURE (bandenspanning<br />

controleren)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de bandenspanning in<br />

één van de banden moet worden<br />

gecontroleerd.<br />

Een van de volgende displays<br />

wordt ook weergegeven om aan<br />

te geven welke band moet worden<br />

gecontroleerd:<br />

- LEFT FRONT (linksvoor)<br />

- RIGHT FRONT (rechtsvoor)<br />

- LEFT REAR (linksachter)<br />

- RIGHT REAR (rechtsachter)<br />

U kunt meerdere berichten voor<br />

de bandenspanning tegelijkertijd<br />

ontvangen.<br />

Wanneer u andere berichten wilt<br />

lezen die tegelijkertijd zijn verzonden,<br />

druk u op de toets .<br />

Stop zodra dit veilig kan en laat<br />

de bandenspanning controleren<br />

en zo nodig corrigeren.<br />

Pomp de band tot de voorgeschreven<br />

spanning op.<br />

Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk<br />

4 voor meer informatie.<br />

Zie ook de volgende informatie:<br />

- Menu Voertuiginformatie<br />

Displays van het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning<br />

-Waarschuwingslampen<br />

Lampje voor lage<br />

bandenspanning<br />

–<br />

65 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 66 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• CRUISE SET TO XXX KM/H<br />

(cruise control ingesteld op XXX<br />

km/u)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

de cruise control is ingesteld.<br />

Zie "Cruise control" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

• DRIVER DOOR OPEN (bestuurdersportier<br />

geopend)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het bestuurdersportier<br />

geopend of niet goed gesloten<br />

is.<br />

• ENGINE HOT -- A/C OFF<br />

(motor heet -- airconditioning<br />

uit)<br />

Verschijnt wanneer de koelvloeistoftemperatuur<br />

hoger is dan de<br />

normale bedieningstemperatuur.<br />

Om extra spanning op een hete<br />

motor te voorkomen, wordt de<br />

airconditioning automatisch<br />

uitgeschakeld.<br />

Wanneer de koelvloeistoftemperatuur<br />

weer normaal is, wordt de<br />

werking van de airconditioningcompressor<br />

weer hervat.<br />

U kunt door blijven rijden met<br />

het voertuig.<br />

Wanneer dit bericht terug blijft<br />

komen, laat dan het systeem zo<br />

spoedig mogelijk repareren om<br />

schade aan de motor te<br />

voorkomen.<br />

• ENGINE OVERHEATED -- IDLE<br />

ENGINE (motor oververhit -- stationair<br />

toerental)<br />

Verschijnt wanneer de koelvloeistof<br />

te heet wordt.<br />

Breng de auto zo snel mogelijk<br />

op een veilige plaats tot stilstand.<br />

Laat de motor stationair draaien<br />

totdat de motor afgekoeld is.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

-Waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur<br />

- Bescherming tegen<br />

oververhitting<br />

. . . 66


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 67 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

OPMERKING<br />

Als u blijft rijden terwijl uw voertuig<br />

oververhit is, kan de motor<br />

ernstig beschadigd raken.<br />

Wanneer u een waarschuwing<br />

voor oververhitting krijgt, stop<br />

dan zo snel mogelijk.<br />

Verhoog het motortoerental niet<br />

tot boven normaal stationair<br />

toerental.<br />

Zie "Oververhitting van de<br />

motor" in hoofdstuk 5.<br />

• ENGINE POWER REDUCED<br />

(verminderd motorvermogen)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het motorvermogen<br />

wordt verminderd om de motor<br />

tegen beschadiging te<br />

beschermen.<br />

Dit kan ook invloed hebben op<br />

het acceleratievermogen van het<br />

voertuig.<br />

Er zijn verschillende storingen<br />

die dit bericht kunnen<br />

veroorzaken.<br />

Wanneer deze melding wordt<br />

weergegeven zonder vermindering<br />

van de prestaties van het<br />

voertuig, rijd dan verder naar uw<br />

bestemming. De volgende keer<br />

dat er met het voertuig wordt<br />

gereden, kunnen de acceleratie<br />

en snelheid zijn verminderd. Rijd<br />

met een lagere snelheid.<br />

Laat het voertuig zo spoedig<br />

mogelijk repareren.<br />

• HOOD OPEN (motorkap open)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de motorkap niet volledig<br />

gesloten is.<br />

• ICE POSSIBLE -- DRIVE WITH<br />

CARE (ijzelgevaar -- rijd<br />

voorzichtig)<br />

Deze melding verschijnt wanneer<br />

de buitentemperatuur voldoende<br />

laag is om het<br />

wegoppervlak te laten bevriezen.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

• LEFT REAR DOOR AJAR (achterportier<br />

links geopend)<br />

Het bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het achterportier<br />

links geopend of niet goed<br />

gesloten is.<br />

–<br />

67 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 68 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• OIL PRESSURE LOW -- STOP<br />

ENGINE (oliedruk laag -- stop<br />

motor)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de motoroliedruk laag<br />

is.<br />

U hoort meerdere geluidssignalen<br />

wanneer dit bericht wordt<br />

weergegeven.<br />

Indien dit bericht op het display<br />

verschijnt terwijl de motor draait,<br />

breng dan het voertuig tot stilstand<br />

en zet de motor onmiddellijk<br />

af. Rijdt u niet met het<br />

voertuig totdat het probleem is<br />

verholpen. Het waarschuwingssignaal<br />

klinkt meerdere keren.<br />

Het waarschuwingslampje voor<br />

de motoroliedruk gaat ook<br />

branden.<br />

OPMERKING<br />

Als u in uw auto blijft rijden, kan<br />

dit resulteren in ernstige<br />

motorschade.<br />

Wanneer u een waarschuwing<br />

voor lage oliedruk krijgt, stop het<br />

voertuig dan zo snel mogelijk.<br />

Gebruik het voertuig niet zolang<br />

het probleem niet is verholpen.<br />

Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />

4 voor aanvullende<br />

informatie.<br />

• PARKING ASSIST OFF (parkeerhulpsysteem<br />

uitgeschakeld)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het voertuig wordt gestart terwijl<br />

het ultrasone parkeerhulpsysteem<br />

is uitgeschakeld.<br />

Dit is een herinnering dat het<br />

systeem is uitgeschakeld en dat<br />

u dus niet wordt gewaarschuwd<br />

voor obstakels.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

- Menu Voertuiginformatie<br />

PARKING ASSIST<br />

(parkeerhulpsysteem)<br />

Zie ook de volgende informatie:<br />

- Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren<br />

. . . 68


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 69 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• PASSENGER DOOR OPEN (passagiersportier<br />

geopend)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het voorportier aan<br />

passagierszijde geopend of niet<br />

goed gesloten is.<br />

• REMOTE KEY LEARNING<br />

ACTIVE (programmeren<br />

afstandsbediening actief)<br />

Dit wordt weergegeven als de<br />

afstandsbediening aan het voertuig<br />

wordt aangepast.<br />

• REPLACE BATTERY IN REMOTE<br />

KEY (batterij in afstandsbediening<br />

vervangen)<br />

Het bericht verschijnt als de batterij<br />

van de afstandsbediening<br />

leeg is. Vervang de batterij.<br />

• REAR ACCESS OPEN (achterklep<br />

geopend)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de achterklep niet volledig<br />

is gesloten.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

-Menu Voertuiginformatie<br />

PRESS TO RELEARN<br />

REMOTE KEY (druk op om<br />

de afstandsbediening opnieuw<br />

te programmeren)<br />

Zie tevens "Sloten met afstandsbediening"<br />

in hoofdstuk 3.<br />

Zie "Batterij vervangen" onder<br />

"Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

• RIGHT REAR DOOR OPEN (achterportier<br />

rechts geopend)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het achterportier rechts geopend<br />

of niet goed gesloten is.<br />

–<br />

69 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 70 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• SERVICE AIR BAG (onderhoud<br />

airbag)<br />

Wordt weergegeven wanneer er<br />

een probleem met het airbagsysteem<br />

is. Neem contact op met<br />

uw dealer voor onderhoud.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

-Waarschuwingslampen<br />

Controlelamp airbag<br />

• SERVICE A/C SYSTEM (onderhoud<br />

airconditioningssysteem)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de klep van de luchtverdelingsmodus<br />

of de elektronische<br />

sensoren die de<br />

airconditioning en het verwarmingssysteem<br />

regelen niet meer<br />

werken. Ga naar de dealer voor<br />

onderhoud wanneer u merkt dat<br />

de airconditioning en het verwarmingssysteem<br />

niet goed<br />

meer werken.<br />

• SERVICE BATTERY CHARGING<br />

SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />

accu)<br />

Deze melding verschijnt op het<br />

display bij storingen in het laadstroomcircuit.<br />

Laat het systeem<br />

onmiddellijk controleren. Wanneer<br />

u blijft rijden met deze melding<br />

op het display, kan de accu<br />

worden ontladen.<br />

Wanneer u een korte afstand<br />

moet rijden, schakel dan alle<br />

niet-noodzakelijke accessoires<br />

uit.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Het lampje voor het opladen van<br />

de accu kan op het instrumentenpaneel<br />

branden.<br />

Zie "Lampje laadsysteem" onder<br />

"Waarschuwingslampjes" eerder<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 70


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 71 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• SERVICE BRAKE ASSIST<br />

(servicerembekrachtiging)<br />

Laat het voertuig zo spoedig<br />

mogelijk repareren.<br />

• SERVICE PARKING ASSIST<br />

(onderhoud parkeerhulpsysteem)<br />

Dit bericht verschijnt indien er<br />

een probleem is met het<br />

remsysteem.<br />

Het waarschuwingslampje van<br />

het remsysteem en het waarschuwingslampje<br />

voor het ABSsysteem<br />

kunnen ook gaan<br />

branden.<br />

Breng, zodra dit veilig kan, het<br />

voertuig tot stilstand en zet het<br />

contact af. Start de motor<br />

opnieuw om het waarschuwingssysteem<br />

weer in werking te<br />

stellen.<br />

Als het bericht niet verdwijnt of<br />

opnieuw wordt weergegeven tijdens<br />

het rijden, is er een probleem<br />

met het remsysteem.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

- Controlelamp remsysteem<br />

- Controlelamp ABS<br />

Zie ook "Remmen" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie over het<br />

remsysteem.<br />

• SERVICE BRAKE SYSTEM<br />

(onderhoud remsysteem)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het contact ingeschakeld<br />

is en het remvloeistofpeil<br />

laag is. Laat het voertuig zo snel<br />

mogelijk nakijken.<br />

Het waarschuwingslampje van<br />

het remsysteem wordt ook<br />

ingeschakeld.<br />

Dit wordt weergegeven bij problemen<br />

met het ultrasone<br />

parkeerhulpsysteem.<br />

Gebruik het parkeerhulpsysteem<br />

niet wanneer deze melding<br />

wordt weergegeven.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

- Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren<br />

–<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

- Controlelamp remsysteem<br />

71 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 72 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• SERVICE POWER STEERING<br />

(onderhoud stuurbekrachtiging)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

er zich een storing voordoet in<br />

het stuursysteem met variabele<br />

werking.<br />

Wanneer dit bericht wordt weergegeven,<br />

zult u merken dat het<br />

sturen zwaarder gaat, maar u<br />

kunt nog wel sturen.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

• SERVICE STABILITRAK (onderhoud<br />

Stabilitrak)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het systeem voor optimale stabiliteit<br />

storingen vertoont.<br />

Wanneer u het systeem wilt resetten,<br />

stopt u en schakelt u het<br />

contact uit en weer in.<br />

Wanneer de melding blijft of<br />

opnieuw wordt weergegeven<br />

onder het rijden, moet uw voertuig<br />

voor een onderhoudsbeurt<br />

naar de werkplaats.<br />

Breng het voertuig zo snel<br />

mogelijk naar de dealer om het<br />

systeem na te laten kijken.<br />

Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

• SERVICE SUSPENSION SYS<br />

(onderhoud ophangingssysteem)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het elektronisch schokdempsysteem<br />

of systeem voor<br />

automatische niveauregeling<br />

niet goed werkt.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

. . . 72


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 73 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• SERVICE THEFT DETERRENT<br />

SYSTEM (onderhoud<br />

antidiefstalsysteem)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

er een probleem is met het antidiefstalsysteem<br />

dat in de sleutel<br />

is geprogrammeerd.<br />

Het systeem wordt uitgeschakeld<br />

en kan het voertuig niet<br />

meer beschermen.<br />

Het voertuig kan meestal weer<br />

worden gestart, maar het is toch<br />

het beste om het voertuig naar<br />

een betrouwbaar servicecentrum<br />

te brengen voordat u de motor<br />

uitschakelt.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Zie tevens "Immobilisatiesysteem"<br />

onder "Sleutels" in hoofdstuk<br />

3.<br />

• SERVICE TIRE MONITOR<br />

SYSTEM (onderhoud<br />

bandencontrolesysteem)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning niet goed<br />

werkt.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Wanneer dit bericht wordt weergegeven<br />

en niet verdwijnt, is er<br />

een probleem met het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning.<br />

Raadpleeg ook "Controlesysteem<br />

bandenspanning" onder "Banden"<br />

in hoofdstuk 4.<br />

Het lampje voor lage bandenspanning<br />

kan ook op het instrumentenpaneel<br />

worden<br />

weergegeven. Zie voor meer<br />

informatie "Lampje voor lage<br />

bandenspanning" onder "Waarschuwingslampjes"<br />

eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

• SERVICE TRACTION<br />

CONTROL (onderhoud<br />

tractieregeling)<br />

Deze melding wordt getoond als<br />

het tractieregelsysteem gebreken<br />

vertoont.<br />

Wanneer dit bericht wordt weergegeven,<br />

zal het tractieregelsysteem<br />

het spinnen van de wielen<br />

niet beperken.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor<br />

meer gegevens.<br />

–<br />

73 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 74 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• SERVICE TRANSMISSION<br />

(onderhoud transmissie)<br />

Dit bericht verschijnt indien er<br />

een probleem is met de<br />

transmissie.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

• SERVICE VEHICLE SOON<br />

(onderhoud voertuig<br />

binnenkort)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

er een storing is die geen verband<br />

houdt met het emissiesysteem.<br />

Laat het voertuig zo<br />

spoedig mogelijk repareren.<br />

• SPEED LIMITED TO XXX KM/H<br />

(snelheid begrensd tot xxx km/u)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het voertuig de snelheid<br />

beperkt omdat er een storing<br />

is waargenomen in één van<br />

de volgende systemen:<br />

- Stuursysteem met variabele<br />

werking<br />

- Automatische stabilisatieregeling<br />

(indien van toepassing)<br />

- Automatische niveauregeling<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

• STABILITRAK NOT READY (Stabilitrak<br />

niet klaar)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het Stabilitrak-systeem niet klaar<br />

is.<br />

Wanneer u begint te rijden, kan<br />

het bericht STABILITRAK NOT<br />

READY (Stabilitrak niet klaar)<br />

worden weergegeven en kan het<br />

systeemlampje gaan branden<br />

wanneer de rijsnelheid 30 seconden<br />

hoger is dan 30 km/u.<br />

Wanneer het systeem gereed is,<br />

verdwijnt het bericht.<br />

Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

. . . 74


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 75 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• STABILITRAK OFF (Stabilitrak<br />

uit)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het stabiliteitssysteem wordt<br />

uitgeschakeld.<br />

Dit bericht kan ook onder de volgende<br />

omstandigheden worden<br />

weergegeven wanneer het systeem<br />

automatisch is<br />

uitgeschakeld:<br />

- Het stabiliteitssysteem is oververhit<br />

als gevolg van continu<br />

gebruik gedurende een lange<br />

periode.<br />

- De controlelamp van het remsysteem<br />

brandt.<br />

Raadpleeg de rubriek "Controlelamp<br />

remsysteem" eerder in<br />

dit hoofdstuk.<br />

- Het stabiliteitssysteem heeft te<br />

veel tijd nodig om diens diagnostische<br />

controles te voltooien<br />

als gevolg van de<br />

rijomstandigheden.<br />

- Er is een storing in de motor of<br />

het voertuig waargenomen en<br />

het voertuig moet voor onderhoud<br />

naar de garage.<br />

Wanneer Stabilitrak automatisch<br />

was uitgeschakeld, verdwijnt het<br />

bericht als de omstandigheden<br />

weer normaal zijn.<br />

Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

–<br />

75 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 76 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• STARTING DISABLED --<br />

SERVICE THROTTLE (starten<br />

niet mogelijk - onderhoud<br />

gasklep)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

zich een storing voordoet in het<br />

gasklepsysteem. Laat het systeem<br />

zo spoedig mogelijk door<br />

een dealer herstellen.<br />

• THEFT ATTEMPTED (poging tot<br />

diefstal)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het antidiefstalsysteem heeft<br />

waargenomen dat een poging<br />

tot inbraak heeft plaatsgevonden<br />

terwijl u niet aanwezig was.<br />

Zie "Anti-diefstalsysteem" in<br />

hoofdstuk 3 voor meer<br />

informatie.<br />

• TIGHTEN GAS CAP (benzinedop<br />

vastdraaien)<br />

Dit bericht verschijnt wanneer<br />

de benzinevuldop niet goed is<br />

aangebracht. Controleer of de<br />

benzinevuldop juist is<br />

vastgedraaid.<br />

• TIRE LEARNING ACTIVE (programmeren<br />

band actief)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning de<br />

bandenposities op uw voertuig<br />

opnieuw programmeert.<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"Controlesysteem bandenspanning"<br />

in de paragraaf "Banden"<br />

in hoofdstuk 4.<br />

. . . 76


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 77 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• TRACTION CONTROL OFF<br />

(tractieregeling uit)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het tractieregelingssysteem is<br />

uitgeschakeld.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor<br />

meer gegevens.<br />

• TRACTION CONTROL ON<br />

(tractieregeling aan)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het tractieregelsysteem<br />

is ingeschakeld.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor<br />

meer gegevens.<br />

• TRANSMISSION HOT -- IDLE<br />

ENGINE (transmissie heet, stationair<br />

toerental)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

de transmissievloeistof te heet is.<br />

Stop en laat de motor stationair<br />

draaien tot het bericht is<br />

verdwenen.<br />

• TURN SIGNAL ON (richtingaanwijzer<br />

aan)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

om u er aan te herinneren dat de<br />

richtingaanwijzer na ongeveer<br />

1,6 km nog is ingeschakeld.<br />

U hoort ook een meervoudig<br />

geluidssignaal.<br />

• WASHER FLUID LOW -- ADD<br />

FLUID (sproeiervloeistofpeil laag<br />

-- vloeistof bijvullen)<br />

Dit bericht verschijnt wanneer<br />

het vloeistofpeil van de ruitensproeiers<br />

laag is.<br />

Voeg ruitensproeiervloeistof toe.<br />

Zie "Ruitensproeiervloeistof" in<br />

hoofdstuk 4 voor informatie.<br />

–<br />

77 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 78 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

VERLICHTING<br />

De bedieningsorganen van de<br />

buitenverlichting bevinden zich op<br />

de multifunctionele hendel.<br />

De dimmer voor de instrumentenverlichting<br />

bevindt zich op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Zie "Verlichting" en "Multifunctionele<br />

hendel" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

VERWARMINGS- EN AIR-<br />

CONDITIONINGSYSTEEM<br />

Uw auto is uitgerust met een<br />

verwarmings- en airconditioningsysteem.<br />

Raadpleeg de rubriek<br />

"Verwarming en airconditioning" in<br />

dit hoofdstuk voor gegevens over de<br />

bediening van het systeem.<br />

GELUIDSINSTALLATIE EN<br />

KLOK<br />

Raadpleeg de rubriek "Geluidsinstallatie<br />

en klok" in dit hoofdstuk voor<br />

informatie omtrent de bediening<br />

van uw autoradio.<br />

ENTERTAINMENTSYSTEEM<br />

VOOR ACHTERPASSAGIERS<br />

(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />

Zie de afzonderlijke handleiding<br />

voor meer informatie over de wijze<br />

waarop dit systeem moet worden<br />

gebruikt.<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />

Zie "Navigatiesysteem" later in dit<br />

hoofdstuk en raadpleeg het afzonderlijke<br />

handboek voor het navigatiesysteem<br />

voor meer informatie.<br />

ANALOGE KLOK<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

analoge klok op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Het gelijkzetten van de klok<br />

geschiedt als volgt:<br />

1. Zoek de tijdinsteltoets onder de<br />

klok.<br />

2. Druk de klok in en houd hem<br />

ingedrukt om de wijzers te<br />

verdraaien.<br />

Laat de knop los voor u de gewenste<br />

tijdinstelling hebt<br />

bereikt.<br />

3. Druk de knop in en laat hem los<br />

om de tijdsaanduiding één<br />

minuut vooruit te zetten tot de<br />

gewenste tijdinstelling is<br />

bereikt.<br />

. . . 78


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 79 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

digitale klok die zich in het display<br />

van de geluidsinstallatie of het navigatiesysteem<br />

bevindt.<br />

Zie voor meer informatie "Geluidsinstallatie<br />

en klok" verderop in dit<br />

hoofdstuk of de aparte handleiding<br />

voor het navigatiesysteem over het<br />

in- en uitschakelen van de weergave<br />

van de digitale klok.<br />

ONTGRENDELING VAN DE<br />

MOTORKAP<br />

Gebruik de handgreep bij het<br />

bestuurdersportier voor het openen<br />

van de motorkap. Zie hoofdstuk 4<br />

voor meer informatie.<br />

ONTGRENDELING<br />

PARKEERREM<br />

De hendel voor het ontgrendelen<br />

van de parkeerrem bevindt zich op<br />

het instrumentenpaneel bij het<br />

bestuurdersportier. Trek aan de<br />

hendel om de parkeerrem te lossen.<br />

Raadpleeg de rubriek "Parkeerrem"<br />

in hoofdstuk 3 voor informatie over<br />

de juiste wijze waarop de parkeerrem<br />

in werking gesteld en gelost<br />

moet worden.<br />

TOETS SLEEP-/TREKFUNCTIE<br />

Wanneer u op de toets drukt,<br />

worden afremmen op hellingen en<br />

de sleep-/trekfunctie samen in- en<br />

uitgeschakeld. Ze kunnen niet apart<br />

worden in- en uitgeschakeld.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

• Automatische transmissie<br />

• Trekken van een aanhanger<br />

• Sleep-/trekfunctie<br />

–<br />

79 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 80 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

. . . 80<br />

■ WAARSCHUWINGS-<br />

KNIPPERLICHTEN<br />

De knop voor de waarschuwingsknipperlichten<br />

bevindt zich in het<br />

midden van het instrumentenpaneel,<br />

onder het bedieningspaneel<br />

voor de verwarming en<br />

airconditioning.<br />

Druk de schakelaar voor de waarschuwingsknipperlichten<br />

in zodat<br />

de richtingaanwijzers aan de vooren<br />

achterzijde van het voertuig knipperen.<br />

Hierdoor laat u anderen<br />

weten dat u een probleem heeft. U<br />

kunt de waarschuwingsknipperlichten<br />

uitschakelen door nog een keer<br />

op de schakelaar te drukken.<br />

■ TRACTIEREGELSYSTEEM<br />

Op een glad wegdek beperkt dit<br />

systeem het doordraaien van de<br />

wielen.<br />

Bij voertuigen met achterwielaandrijving<br />

worden de remmen<br />

selectief gebruikt en/of wordt het<br />

motorvermogen verminderd om<br />

het slippen te beperken als het<br />

systeem merkt dat een of beide<br />

achterwielen gaan slippen of grip<br />

verliezen.<br />

Bij voertuigen met vierwielaandrijving<br />

worden de remmen selectief<br />

gebruikt en/of wordt het motorvermogen<br />

verminderd om het slippen<br />

te beperken als het systeem merkt<br />

dat een van de wielen gaat slippen<br />

of grip verliest.<br />

U hoort of voelt mogelijk dat het<br />

systeem actief is, maar dat is<br />

normaal.<br />

Het lampje voor het tractieregelsysteem<br />

knippert als het systeem het<br />

doorslippen van de wielen<br />

vermindert.<br />

Bij het starten van de motor wordt<br />

het systeem automatisch<br />

geactiveerd.<br />

Normaliter moet u het systeem in<br />

diens normale bedrijfsmodus laten,<br />

zorg er echter voor dat het systeem<br />

wordt uitgeschakeld wanneer de<br />

auto vast komt te zitten in modder,<br />

zand of sneeuw.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 81 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

OPMERKING<br />

OPMERKING<br />

Schakel het tractieregelsysteem<br />

uit zodra de auto vast komt te<br />

zitten in modder, los zand of<br />

sneeuw.<br />

Zie "Als uw voertuig vast komt te<br />

zitten" in hoofdstuk 5.<br />

Druk kort op de toets TC, onder het<br />

klimaatregelsysteem, om het<br />

systeem uit te schakelen.<br />

Het bericht TRACTION CONTROL<br />

OFF (tractieregeling uit) wordt op<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder weergegeven.<br />

De lamp voor het tractieregelsysteem<br />

zal ook branden om u er op te<br />

wijzen dat het systeem is uitgeschakeld<br />

en het doordraaien van de<br />

wielen niet kan begrenzen.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

Rem niet herhaaldelijk en accelereer<br />

niet te veel als het tractieregelsysteem<br />

is uitgeschakeld om<br />

schade aan de aandrijflijn te<br />

voorkomen.<br />

Als het tractieregelsysteem is uitgeschakeld,<br />

kunt u het nog wel voelen<br />

werken bij voertuigen met vierwielaandrijving.<br />

Dit is normaal.<br />

Druk nogmaals op de toets om het<br />

systeem weer in te schakelen.<br />

Het bericht TRACTION CONTROL<br />

ON (tractieregeling aan) wordt op<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder weergegeven.<br />

Zie "Stabilitrak-systeem" verderop in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het in- en uitschakelen van het<br />

Stabilitrak ® -systeem.<br />

–<br />

81 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 82 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Wanneer het lampje voor het tractieregelsysteem<br />

gaat branden terwijl<br />

u rijdt en het tractieregelsysteem<br />

niet heeft uitgeschakeld, dan moet<br />

uw voertuig naar de garage voor<br />

onderhoud. Laat het tractieregelsysteem<br />

zo snel mogelijk nakijken.<br />

Wanneer u accessoires die niet door<br />

GM zijn geproduceerd aan uw voertuig<br />

toevoegt, kan dit de prestaties<br />

en veiligheid van uw voertuig<br />

beïnvloeden.<br />

Zie "Accessoires en aanpassingen" in<br />

hoofdstuk 4 voor meer informatie.<br />

■ STABILITRAK ® -SYSTEEM<br />

Dit systeem past selectief een van de<br />

remmen toe om zo te helpen richtingscontrole<br />

te handhaven in moeilijke<br />

rijomstandigheden.<br />

Wanneer het systeem voelt dat er<br />

een verschil is tussen de bedoelde<br />

richting en de richting waarin de<br />

auto gaat, past het selectief de<br />

remmen toe om te helpen de auto<br />

onder controle te houden.<br />

Bij het starten van de motor wordt<br />

het systeem automatisch<br />

geactiveerd.<br />

Wanneer het systeem actief is, knippert<br />

het controlelampje.<br />

Dit lampje knippert ook als de tractieregeling<br />

actief is.<br />

Blijf in de richting sturen waarin u<br />

wilt gaan.<br />

U hoort of voelt mogelijk dat het<br />

systeem actief is, maar dat is<br />

normaal.<br />

U moet het systeem altijd ingeschakeld<br />

laten. Met behulp van de tractieregeltoets<br />

kunt u Stabilitrak<br />

uitschakelen.<br />

. . . 82


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 83 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

U kunt het systeem uitschakelen<br />

door de toets TC ingedrukt te<br />

houden totdat het lampje voor het<br />

tractieregelsysteem gaat branden.<br />

STABILITRAK OFF (stabilitrak uit)<br />

wordt op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

weergegeven. Raadpleeg "Mededelingen<br />

van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het in- en uitschakelen van het<br />

tractieregelsysteem.<br />

SERVICE STABILITRAK (onderhoud<br />

stabiliteitssysteem) wordt ook op<br />

het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder weergegeven<br />

als uw systeem voor optimale<br />

stabiliteit niet goed werkt. Raadpleeg<br />

voor meer informatie "Mededelingen<br />

van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Wanneer dit bericht wordt weergegeven,<br />

is het systeem niet ingeschakeld<br />

en moet u uw rijstijl<br />

overeenkomstig aanpassen.<br />

Wanneer de cruise control is ingeschakeld<br />

wanneer het Stabilitraksysteem<br />

wordt ingeschakeld, zal de<br />

cruise control automatisch worden<br />

uitgeschakeld.<br />

Zodra de omstandigheden weer<br />

normaal zijn, mag u de cruise<br />

control weer inschakelen.<br />

Zie onder "Cruise control" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />

informatie.<br />

■ AANSLUITPUNTEN<br />

VOOR ELEKTRISCHE<br />

ACCESSOIRES<br />

De aansluitpunten kunnen worden<br />

gebruikt om elektrische apparatuur<br />

zoals een mobiele telefoon aan te<br />

sluiten.<br />

De contacten bevinden zich op de<br />

volgende plaatsen:<br />

• op het instrumentenpaneel<br />

• op de achterzijde van de<br />

middenconsole<br />

• in het achtercompartiment<br />

Verwijder het kapje.<br />

–<br />

83 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 84 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

OPMERKING<br />

Wanneer elektrische uitrusting<br />

langdurig ingeschakeld blijft, kan<br />

de accu ontladen raken.<br />

Schakel altijd alle elktrische apparatuur<br />

uit die niet in gebruik is.<br />

Elektrische apparatuur mag niet<br />

meer stroom vragen dan de<br />

maximum doorsmeltwaarde<br />

voor de aansluiting.<br />

Sluit de aansluitingen altijd met de<br />

kapjes af wanneer ze niet worden<br />

gebruikt.<br />

Aansluitstekkers van bepaalde accessoires<br />

zijn wellicht niet geschikt voor<br />

de aansluitpunten in uw voertuig.<br />

Het gebruik van dergelijke aansluitstekkers<br />

kan resulteren in defecte<br />

zekeringen. Als u problemen ondervindt,<br />

neem dan contact op met uw<br />

dealer voor meer informatie over de<br />

aansluitpunten voor elektrische<br />

accessoires.<br />

OPMERKING<br />

Het toevoegen van elektrische<br />

apparatuur aan uw voertuig kan<br />

het voertuig beschadigen of<br />

ertoe leiden dat andere dingen<br />

niet juist werken. Een dergelijke<br />

beschadiging valt niet onder de<br />

garantie. Raadpleeg uw dealer<br />

voordat u elektrische apparatuur<br />

toevoegt.<br />

Zorg er tijdens het toevoegen<br />

van elektrische apparatuur voor<br />

dat u de juiste installatie-instructies<br />

volgt die bij de apparatuur<br />

zijn geleverd.<br />

Elektrische apparatuur mag niet<br />

meer stroom vragen dan 20<br />

ampère.<br />

OPMERKING<br />

De aansluitpunten zijn uitsluitend<br />

bedoeld voor accessoirestekkers.<br />

Bevestig geen enkel<br />

type accessoire of beugel aan de<br />

accessoirestekker. Onjuist<br />

gebruik van de aansluitingspunten<br />

kan leiden tot schade die niet<br />

door de garantie wordt gedekt.<br />

. . . 84


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 85 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

■ VERLICHTING<br />

Verlichting hoofdschakelaar<br />

De hoofdlichtschakelaar bedient de<br />

volgende verlichtingssystemen:<br />

• Koplampen<br />

• Parkeerlichten<br />

• Contourverlichting<br />

• Achterlichten<br />

• Kentekenverlichting<br />

• Verlichting van het<br />

instrumentenpaneel<br />

C<br />

A<br />

Draai de knop in de stand om het<br />

parkeerlicht en de overige verlichting<br />

in te schakelen. De koplampen<br />

branden niet.<br />

Draai de ring naar om de koplampen<br />

in te schakelen. De parkeerlichten<br />

en de overige verlichting<br />

worden ook ingeschakeld.<br />

B<br />

Druk de schakelaar in de richting<br />

van het instrumentenpaneel om van<br />

dimlicht over te schakelen op grootlicht.<br />

Trek de schakelaar in de richting<br />

van het stuurwiel om het<br />

dimlicht weer in te schakelen. Bij<br />

ingeschakeld grootlicht brandt de<br />

controlelamp op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Draai de ring in de stand AUTO om<br />

het automatische koplampsysteem<br />

te activeren.<br />

Draai de ring in de stand om de<br />

koplampen en de overige verlichting<br />

uit te schakelen.<br />

–<br />

85 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 86 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Automatisch koplampsysteem<br />

Als deze functie actief is, worden de<br />

koplampen en andere verlichting<br />

automatisch aan- of uitgeschakeld<br />

dankzij sensors die gevoelig zijn<br />

voor omgevingslicht.<br />

Om deze voorziening goed te laten<br />

werken, mag de lichtsensor op de<br />

bovenkant van het instrumentenpaneel<br />

niet worden bedekt.<br />

Draai de ring in de stand AUTO om<br />

dit systeem in te schakelen.<br />

Wanneer het buiten donker is,<br />

worden de koplampen en andere<br />

verlichting automatisch<br />

ingeschakeld.<br />

Als het buiten weer licht genoeg is,<br />

gaan de koplampen en andere<br />

verlichting automatisch weer uit.<br />

De verlichting kan ook worden ingeschakeld<br />

wanneer u in een donkere<br />

omgeving rijdt.<br />

Door wissers ingeschakelde<br />

koplampen<br />

Wanneer de schakelaar voor de<br />

automatische verlichting in de ingeschakelde<br />

stand staat, dan zullen de<br />

koplampen in werking komen<br />

indien de voorruitwissers ongeveer<br />

zes seconden in werking zijn<br />

geweest.<br />

De koplampen gaan onmiddellijk uit<br />

nadat het contact is uitgeschakeld of<br />

nadat de ruitenwissers uitgeschakeld<br />

zijn.<br />

Lichtsignaal van grootlicht<br />

Deze voorziening maakt het mogelijk<br />

om de koplampen op grootlicht<br />

te laten knipperen om de aandacht<br />

te trekken van andere<br />

weggebruikers.<br />

Wanneer de koplampen uitgeschakeld<br />

zijn, in de dimlichtstand of de<br />

dagverlichtingsstand (indien van<br />

toepassing) wordt het grootlicht<br />

ingeschakeld.<br />

Om het te gebruiken, houdt u de<br />

multifunctionele hendel zo lang<br />

naar u toegetrokken als u het grootlicht<br />

ingeschakeld wilt hebben. Laat<br />

de hendel los om het grootlicht uit<br />

te schakelen.<br />

. . . 86


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 87 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />

verlichting<br />

Wanneer het contact is uitgeschakeld<br />

en u het bestuurdersportier<br />

opent terwijl de handmatige bediening<br />

voor de verlichting in de stand<br />

voor de koplampen of parkeerlichten<br />

staat, dan hoort u een<br />

waarschuwingssignaal.<br />

–<br />

Mistlampen<br />

Draai de ring naar en laat deze los<br />

om uw mistlampen in en uit te schakelen.<br />

De mistlampen branden<br />

alleen bij ingeschakelde parkeerlichten<br />

of koplampen.<br />

Als de mistlampen ingeschakeld<br />

zijn, gaat deze lamp in de instrumentengroep<br />

eveneens branden.<br />

Volgens de wetgeving in sommige<br />

landen moeten de koplampen zijn<br />

ingeschakeld wanneer de mistlampen<br />

aan staan.<br />

Mistachterlichten<br />

Draai de ring naar en laat deze<br />

los om uw mistachterlichten in en<br />

uit te schakelen.<br />

De mistachterlichten kunnen alleen<br />

werken wanneer het contact aan<br />

staat en de voorste mistlampen zijn<br />

ingeschakeld.<br />

Als de mistlampen achter ingeschakeld<br />

zijn, brandt het controlelampje<br />

voor de mistlampen achter in het<br />

instrumentenpaneel ook.<br />

87 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 88 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Schakel de mistlampen niet in<br />

wanneer het zicht goed is. U hindert<br />

hiermee andere verkeersdeelnemers.<br />

Het verdient geen aanbeveling<br />

de mistachterlichten in te<br />

schakelen tijdens het rijden in de<br />

stad. Mistachterlichten mogen<br />

alleen worden gebruikt bij slecht<br />

zicht en dienen alleen om de achterzijde<br />

van uw voertuig zichtbaar te<br />

maken voor andere weggebruikers.<br />

Dimmer voor de<br />

instrumentenverlichting<br />

De dimmer voor de instrumentenverlichting<br />

regelt de helderheid van de<br />

verlichting van het instrumentenpaneel.<br />

Draai de knop helemaal naar<br />

rechts om de interieurverlichting in te<br />

schakelen.<br />

De knop bevindt zich op instrumentenpaneel,<br />

naast het stuurwiel.<br />

Wanneer het dimlicht is ingeschakeld<br />

en het buiten licht is, dan vindt<br />

het dimmen van de interieurverlichting<br />

niet plaats. Hiermede wordt<br />

bewerkstelligd dat de bestuurder<br />

alle instrumenten, de displays van<br />

de radio en van de airconditioning<br />

goed kan lezen.<br />

. . . 88


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 89 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Koplampsproeiers<br />

Om de koplampen te wassen is het<br />

nodig de voorruitsproeiers in te<br />

schakelen terwijl de koplampen<br />

branden.<br />

Als het peil van de ruitenwisservloeistof<br />

laag is, werken de koplampsproeiers<br />

niet.<br />

De koplampsproeiers worden elke<br />

vijfde keer ingeschakeld dat de<br />

ruitenwissers voor de voorruit<br />

worden geactiveerd.<br />

Hoogteregelaar voor<br />

koplampen<br />

De hoogteregeling voor de koplampen<br />

kan automatisch plaatsvinden<br />

in overeenstemming met de belading<br />

van de auto.<br />

Parkeerlichten (indien van<br />

toepassing)<br />

Deze functie maakt het gemakkelijker<br />

voor anderen om uw voertuig te<br />

zien terwijl dit staat geparkeerd.<br />

U kunt de voorste parkeerlamp en<br />

het achterlicht rechts als volgt laten<br />

branden:<br />

• Zet met het contact uitgeschakeld<br />

de multifunctionele hendel<br />

helemaal omhoog alsof u wilt<br />

aangeven dat u rechtsaf slaat.<br />

–<br />

89 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 90 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

U kunt de voorste parkeerlamp en<br />

het achterlicht links als volgt laten<br />

branden:<br />

• Zet met het contact uitgeschakeld<br />

de multifunctionele hendel<br />

helemaal omlaag alsof u wilt<br />

aangeven dat u linksaf slaat.<br />

Instapverlichting<br />

Bij het openen van een portier of bij<br />

het indrukken van de ontgrendeltoets<br />

op de afstandsbediening van<br />

de sloten gaat de interieurverlichting<br />

even branden als het buiten<br />

donker is.<br />

De interieurverlichting dooft na ca.<br />

25 seconden nadat alle portieren<br />

zijn gesloten, de contactsleutel in de<br />

stand ON is gedraaid of een elektrische<br />

deurvergrendelingsschakelaar<br />

is ingedrukt.<br />

Om deze voorziening goed te laten<br />

werken, mag de lichtsensor op de<br />

bovenkant van het instrumentenpaneel<br />

niet worden bedekt.<br />

Wanneer het voertuig wordt<br />

ontgrendeld met de afstandsbediening,<br />

dan wordt de buitenverlichting<br />

ook ingeschakeld. De<br />

verlichting blijft 20 seconden branden<br />

of totdat het contactslot wordt<br />

ingeschakeld of de vergrendelknop<br />

op de afstandsbediening wordt<br />

ingedrukt.<br />

Waar gewenst kunt u de buitenverlichting<br />

zo programmeren dat deze<br />

niet automatisch wordt ingeschakeld.<br />

Raadpleeg "Bijzondere eigenschappen"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

. . . 90


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 91 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Leeslampen<br />

Uw auto kan zijn uitgerust met leeslampen.<br />

De aan/uit-schakelaars<br />

hiervan zijn naast de lampen<br />

aangebracht.<br />

Druk op de aan/uit-schakelaar om<br />

een kaartleeslamp in of uit te<br />

schakelen.<br />

Wanneer de verlichting ingeschakeld<br />

blijft, wordt deze automatisch<br />

uitgeschakeld, 10 minuten nadat de<br />

ontsteking uitgeschakeld is.<br />

Deze lampen worden automatisch<br />

ingeschakeld wanneer het openen<br />

of ontgrendelen van een portier<br />

plaatsvindt wanneer het buiten<br />

duister is.<br />

Bescherming tegen ontlading<br />

van accu<br />

Exterieurverlichting<br />

Indien de handbediende schakelaar<br />

voor de verlichting in de ingeschakelde<br />

stand blijft, nadat het contact<br />

is afgezet, dan vindt het uitschakelen<br />

van de interieurverlichting automatisch<br />

plaats na 10 minuten om<br />

het ontladen van de accu te<br />

voorkomen.<br />

Wanneer het de bedoeling is dat de<br />

verlichting blijft branden, zet dan de<br />

verlichting uit en vervolgens weer<br />

aan om de buitenverlichting weer in<br />

te schakelen.<br />

Interieurverlichting<br />

De interieurverlichting wordt<br />

10 minuten nadat het contact is<br />

afgezet automatisch uitgeschakeld.<br />

–<br />

91 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 92 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ VERWARMINGS- EN<br />

AIRCONDITIONINGSYS-<br />

TEEM<br />

Airconditioning met twee<br />

zones<br />

Op de volgende bladzijden wordt<br />

de bediening van het twee-zone<br />

klimaatregelsysteem beschreven.<br />

Bij dit automatische, elektronische<br />

airconditioningssysteem is het<br />

mogelijk dat de bestuurder en de<br />

voorpassagier ieder afzonderlijk een<br />

temperatuur kunnen kiezen.<br />

U kunt het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder gebruiken om het<br />

display om te zetten in Engelse of<br />

metrische eenheden.<br />

Zie "UNITS (eenheden)" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

A B C D<br />

Aan/uit-toets<br />

Druk op in om het systeem in en<br />

uit te schakelen.<br />

Met het klimaatregelsysteem uitgeschakeld<br />

schakelt de luchtuitlaatmodus<br />

over naar de buitenluchtinstelling.<br />

E<br />

Wanneer u een willekeurige knop<br />

instelt, wordt het systeem ingeschakeld.<br />

Wanneer u echter op de recirculatietoets<br />

of de knop voor de<br />

achterruitverwarming drukt, wordt<br />

het systeem niet ingeschakeld.<br />

. . . 92


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 93 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

AUTOMATISCHE<br />

TEMPERATUURREGELING<br />

Teneinde het automatische klimaatregelsysteem<br />

juist te laten werken,<br />

mogen de sensoren niet afgedekt<br />

zijn.<br />

1. Draai de linkerknop in de stand<br />

AUTO om het systeem de ventilatorsnelheid<br />

automatisch te<br />

laten variëren. De ventilatorsnelheid<br />

varieert zodat het systeem<br />

te ingestelde temperatuur<br />

behoudt.<br />

2. Draai de rechterknop in de<br />

stand AUTO om het systeem de<br />

luchtverdelingsmodus automatisch<br />

aan te laten passen.<br />

3. Druk op de pijltjes omhoog of<br />

omlaag om de temperatuur in<br />

te stellen op een comfortabele<br />

waarde tussen 21°C en 27°C.<br />

Wanneer de automatische werking<br />

is ingeschakeld, wordt het woord<br />

AUTO op het display weergegeven.<br />

Het klimaatregelsysteem gebruikt<br />

de informatie van de sensoren om<br />

de temperatuur, ventilatorsnelheid<br />

en luchtverdelingsmodus automatisch<br />

in te stellen.<br />

De buitentemperatuur en de tijd die<br />

is verstreken sinds de laatste keer dat<br />

er met het voertuig is gereden,<br />

hebben invloed op hoe snel het<br />

interieur warm wordt.<br />

Bij heet of koud weer kan het enkele<br />

minuten duren voordat het systeem<br />

is ingesteld.<br />

Door de warmste of koudste temperatuurinstelling<br />

te kiezen, zal het<br />

systeem niet sneller verwarmen of<br />

koelen.<br />

Bij koud weer zal het systeem beginnen<br />

met een verlaagde ventilatorsnelheid<br />

om te voorkomen dat<br />

koude lucht in de auto wordt<br />

geblazen.<br />

Pas zonodig de temperatuur aan.<br />

–<br />

93 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 94 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

TEMPERATUURREGELING<br />

Temperatuurregeling voor de<br />

bestuurder<br />

Druk op het pijltje omhoog of<br />

omlaag aan de bestuurderszijde om<br />

de temperatuur voor de bestuurderszijde<br />

aan te passen.<br />

Als u de automatische modus van<br />

het klimaatregelsysteem wilt gebruiken,<br />

moet u de temperatuur instellen<br />

op een comfortabele instelling<br />

tussen 21°C (70°F) en 27°C (80°F).<br />

A B C D<br />

Temperatuurregeling voor de<br />

passagier<br />

Druk op om de temperatuurregeling<br />

aan de passagierszijde in of uit<br />

te schakelen.<br />

Druk nog een keer op om de<br />

temperatuur aan de passagierszijde<br />

op dezelfde waarde als aan de<br />

bestuurderszijde in te stellen.<br />

Druk op het pijltje omhoog of<br />

omlaag aan de passagierszijde om<br />

de temperatuur voor de passagierszijde<br />

aan te passen.<br />

E<br />

Als de temperatuurregeling voor de<br />

passagier niet is ingeschakeld, regelt<br />

de temperatuurregeling voor de<br />

bestuurder de temperatuur voor het<br />

volledige voertuig.<br />

De temperatuur aan passagierszijde<br />

wordt alleen weergegeven wanneer<br />

de temperatuurschakelaar voor de<br />

passagierszijde is ingeschakeld.<br />

. . . 94


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 95 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

HANDMATIGE BEDIENING<br />

Regelaar voor ventilatorsnelheid<br />

Draai de linkerknop om de ventilatorsnelheid<br />

te verhogen of te<br />

verlagen.<br />

Draai de linkerknop in de stand<br />

AUTO om het systeem de ventilatorsnelheid<br />

automatisch te laten<br />

variëren. De ventilatorsnelheid varieert<br />

zodat het systeem te ingestelde<br />

temperatuur behoudt.<br />

Regelaar voor luchtverdeling<br />

De rechterknop is voor het regelen<br />

van de luchtverdelingsmodus.<br />

U kunt kiezen uit een van de onderstaande<br />

standen:<br />

Met deze modus wordt de<br />

lucht naar de luchtroosters<br />

in het instrumentenpaneel<br />

gevoerd.<br />

De luchtverdelingsmodus<br />

leidt de luchtstroom naar zowel<br />

de blaasmonden in het<br />

instrumentenpaneel als de<br />

blaasmonden in de vloer. De<br />

lucht uit de blaasmonden in<br />

de vloer kan iets worden<br />

verwarmd.<br />

De verwarmingsstand leidt<br />

de meeste lucht naar de<br />

luchtroosters in de beenruimte,<br />

terwijl een kleine<br />

hoeveelheid lucht naar het<br />

ventilatiesysteem van de<br />

voorruit en de zijruiten<br />

wordt geleid.<br />

De recirculatiefunctie wordt<br />

automatisch uitgeschakeld.<br />

In de stand voor ontwasemen<br />

wordt de lucht verdeeld over<br />

de ontwasemingsroosters<br />

voor de voorruit, de luchtroosters<br />

in de beenruimten en<br />

de ontwasemingsroosters<br />

voor de zijruiten.<br />

Gebruik deze stand om beslagen<br />

voor- en zijruiten te<br />

ontwasemen.<br />

Als de stand voor ontwasemen<br />

wordt geselecteerd terwijl<br />

de recirculatiefunctie is<br />

ingeschakeld, dan wordt de<br />

recirculatiefunctie automatisch<br />

uitgeschakeld.<br />

Als de recirculatieknop<br />

wordt ingedrukt terwijl de<br />

ontdooi- of de verwarmen/<br />

ontwasemen-stand is geselecteerd,<br />

schakelt de recirculatiefunctie<br />

na tien minuten<br />

automatisch uit.<br />

In deze stand wordt bij een<br />

buitentemperatuur van<br />

meer dan 0°C de compressor<br />

van de airconditioning<br />

ingeschakeld.<br />

–<br />

95 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 96 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Gebruik deze stand bij koud<br />

weer om condens of ijs van<br />

de voorruit te verwijderen.<br />

De meeste lucht wordt naar<br />

de ontdooiroosters voor de<br />

voorruit gevoerd waarbij een<br />

klein gedeelte naar de ontwasemingssleuven<br />

voor de<br />

zijruiten wordt gevoerd.<br />

De recirculatiefunctie wordt<br />

automatisch uitgeschakeld.<br />

In deze stand wordt bij een<br />

buitentemperatuur van<br />

meer dan 0°C de compressor<br />

van de airconditioning<br />

ingeschakeld.<br />

Veeg altijd de condens, sneeuw, ijs<br />

of iets anders van de ramen dat het<br />

zicht kan belemmeren voordat u<br />

met het voertuig gaat rijden.<br />

Draai de knop in de stand AUTO om<br />

het systeem de luchtverdelingsmodus<br />

automatisch aan te laten<br />

passen.<br />

A B C D<br />

Regelaar voor luchtinlaat<br />

Druk herhaaldelijk op de toets voor<br />

de buitenluchtstand om één van<br />

de volgende standen te selecteren:<br />

Deze modus selecteert automatisch<br />

de beste luchtinlaatstand<br />

voor het koelen of<br />

verwarmen van het<br />

voertuig.<br />

U kunt het automatische klimaatregelsysteem<br />

activeren<br />

door de regelaar voor de<br />

ventilatorsnelheid en de regelaar<br />

voor de luchtuitlaat<br />

naar AUTO te draaien.<br />

E<br />

De instelling AUTO zorgt<br />

dat het systeem in de automatische<br />

stand werkt. Het<br />

systeem schakelt automatisch<br />

de recirculatiestand in<br />

en uit.<br />

Selecteer deze modus om de<br />

luchtkwaliteitssensor (waar<br />

van toepassing) te activeren.<br />

Raadpleeg "Luchtkwaliteitssensor"<br />

voor meer informatie.<br />

. . . 96


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 97 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Bij deze modus wordt de<br />

lucht in het voertuig gerecirculeerd.<br />

Dit is nuttig om<br />

geurtjes buiten te houden<br />

en om het interieur snel te<br />

koelen.<br />

Deze functie werkt niet samen<br />

met de functie<br />

"ontdooien".<br />

Als de ontdooi- of de verwarmen/ontwasemen-stand<br />

is<br />

geselecteerd, wordt de recirculatiefunctie<br />

automatisch<br />

uitgeschakeld.<br />

Ga terug naar de buitenluchtmodus<br />

om de normale<br />

werking weer in te schakelen<br />

en om te voorkomen dat de<br />

lucht in de passagiersruimte<br />

muf wordt.<br />

Wanneer het systeem op<br />

AUTO staat, komt er geen<br />

muffe licht in de<br />

passagiersruimte.<br />

De buitenluchtmodus schakelt<br />

de recirculatiefunctie uit<br />

en circuleert buitenlucht in<br />

het voertuig.<br />

Wanneer er een ontwasemings-<br />

of ontdooistand is<br />

geselecteerd, schakelt het<br />

systeem automatisch over<br />

op de buitenluchtstand.<br />

Airconditioningmodus<br />

De compressor van de airconditioning<br />

koelt af en ontvochtigt de lucht<br />

in het voertuig.<br />

Druk op om de compressor van<br />

de airconditioning handmatig in en<br />

uit te schakelen.<br />

In de automatische stand wordt de<br />

compressor van de airconditioning<br />

wanneer nodig ingeschakeld.<br />

Soms loopt er water onder de motor<br />

uit wanneer u met de airconditioning<br />

ingeschakeld heeft gereden.<br />

Dit is normaal, omdat het koelsysteem<br />

het vocht uit de lucht haalt.<br />

–<br />

97 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 98 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Sensoren<br />

Het klimaatregelsysteem gebruikt<br />

de informatie van de sensoren om<br />

de temperatuur, ventilatorsnelheid<br />

en luchtverdelingsmodus automatisch<br />

in te stellen.<br />

Teneinde het automatische klimaatregelsysteem<br />

juist te laten werken,<br />

mogen de sensoren niet afgedekt<br />

zijn.<br />

Zonlichtsensor<br />

De sensor bevindt zich bovenop het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Temperatuursensor<br />

De binnentemperatuursensor<br />

bevindt zich onder het<br />

klimaatregelpaneel.<br />

De buitentemperatuursensor<br />

bevindt zich aan de voorzijde van<br />

het voertuig, achter de grille.<br />

Luchtkwaliteitssensor (indien van<br />

toepassing)<br />

Druk met het klimaatregelsysteem in<br />

de automatische stand herhaaldelijk<br />

op de toets voor de buitenluchtstand<br />

om de luchtkwaliteitssensor te<br />

activeren.<br />

Het display van het klimaatregelsysteem<br />

geeft AUTO weer onder het<br />

silhouet van een voertuig.<br />

Wanneer de sensor waarneemt dat<br />

de luchtkwaliteit slecht is (schadelijke<br />

uitlaatgassen van oudere, slechter<br />

draaiende voertuigen of<br />

voertuigen met dieselmotor), wordt<br />

de recirculatiestand van het klimaatregelsysteem<br />

automatisch<br />

ingeschakeld.<br />

Wanneer de sensor een slechte<br />

luchtkwaliteit waarneemt, wordt er<br />

een recirculatiesymbool in het<br />

silhouet weergegeven.<br />

. . . 98


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 99 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Onder bepaalde omstandigheden<br />

activeert de sensor de recirculatiestand<br />

niet, zelfs niet als de luchtkwaliteit<br />

slecht is.<br />

• Bij koud weer kan het gebeuren<br />

dat de sensor de recirculatiestand<br />

niet activeert om te<br />

voorkomen dat de ramen<br />

beslaan.<br />

•Wanneer de recirculatiefunctie<br />

langere tijd gebruikt wordt, kan<br />

de lucht in het voertuig te<br />

droog worden.<br />

De sensor kan dan de recirculatie<br />

uitschakelen hoewel de luchtkwaliteit<br />

nog altijd slecht is.<br />

De luchtkwaliteitssensor neemt<br />

geen organische of chemische geurtjes<br />

waar. U kunt deze soorten geurtjes<br />

verminderen door handmatig<br />

de recirculatiestand in te schakelen.<br />

Zie "Recirculatie" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Opmerking:<br />

Het systeem van de luchtkwaliteitssensor<br />

neemt geen koolmonoxide<br />

(CO) waar; dit is een<br />

onzichtbaar en reukloos gas.<br />

Luchtroosters<br />

Gebruik de knop in het midden van<br />

het rooster om de richting van de<br />

luchtstroom te wijzigen.<br />

Beweeg de roosters omhoog,<br />

omlaag, naar rechts of naar links om<br />

de luchtstroom in de gewenste richting<br />

te leiden.<br />

U kunt een rooster openen of sluiten<br />

met het kartelwieltje.<br />

–<br />

99 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 100 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Tips voor het gebruik<br />

Voor u de airconditioning gebruikt,<br />

moet u eerst enkele minuten de<br />

ramen openen om de warme lucht<br />

te laten ontsnappen. Houd tijdens<br />

het gebruik van de airconditioning<br />

de ramen gesloten.<br />

Houd de motorkap en de luchtinlaten<br />

aan de voorzijde vrij van ijs,<br />

sneeuw, bladeren of andere<br />

obstakels.<br />

Gebruik op uw auto alleen door GM<br />

goedgekeurde luchtgeleiders voor<br />

de motorkap.<br />

Leg geen voorwerpen onder de<br />

voorstoelen, zodat de lucht door het<br />

voertuig kan circuleren.<br />

Indien weinig lucht door het<br />

klimaatregelsysteem stroomt, dan<br />

kan het nodig zijn dat het filter moet<br />

worden vervangen. Zie "Luchtfilter<br />

voor luchttoevoer interieur" in<br />

hoofdstuk 4 voor meer gegevens.<br />

Wanneer het systeem in de automatische<br />

stand staat, kunt u de temperatuur<br />

naar wens opnieuw afstellen.<br />

A B C D<br />

Achterruitverwarming<br />

Om deze functie te laten werken<br />

moet de motor lopen.<br />

Druk op om de achterruit te<br />

ontwasemen. De achterruitverwarming<br />

wordt automatisch na 20<br />

minuten uitgeschakeld wanneer uw<br />

voertuig langzaam rijdt. Bij hogere<br />

snelheden is de achterruitverwarming<br />

continu ingeschakeld.<br />

Wanneer de achterruitverwarming<br />

na de eerste cyclus van 20 minuten<br />

onmiddellijk opnieuw wordt ingeschakeld,<br />

blijft hij iedere keer slechts<br />

10 minuten werken.<br />

E<br />

. . . 100


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 101 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

De verwarming van de buitenspiegels<br />

werkt in combinatie met de<br />

achterruitverwarming.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik voor het reinigen van de<br />

binnenzijde van de achterruit<br />

geen scherpe voorwerpen. U<br />

kunt zo het dradennet voor<br />

verwarming of de antenne die in<br />

de achterruit geïntegreerd is,<br />

beschadigen. De reparaties<br />

worden niet gedekt door uw<br />

garantie.<br />

Bevestig geen tijdelijke kentekenplaat,<br />

plakband of stickers op de<br />

achterruitverwarming.<br />

Airconditioning achter<br />

(waar aanwezig)<br />

Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />

met de airconditioning voor de<br />

passagiers achterin, dan zijn er twee<br />

regelaars voor de ventilatorsnelheid<br />

waarmee u koele lucht achter in het<br />

voertuig kunt laten stromen.<br />

Een regelaar voor de aanjagersnelheid<br />

in de dakconsole kan worden<br />

bereikt door de inzittenden voorin.<br />

Het andere paneel, in de hemelbekleding<br />

boven de tweede rij zitplaatsen,<br />

kan door de passagiers achterin<br />

de auto worden bereikt.<br />

De airconditioning voor de passagiers<br />

achterin kan geen lucht<br />

verwarmen.<br />

Er komt alleen koele lucht uit de<br />

luchtroosters achter.<br />

Bediening voor<br />

Draai de knop voorin voor de aanjager<br />

van het klimaatregelsysteem<br />

achterin naar de gewenste ventilatorsnelheid<br />

achterin. Draai de knop<br />

in de stand O om de aanjager<br />

achterin uit te schakelen.<br />

–<br />

101 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 102 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Bediening achter<br />

U kunt de ventilatorsnelheid als<br />

volgt met de bedieningstoetsen<br />

achter instellen:<br />

1. Draai de aanjagerknop in het<br />

voorste bedieningspaneel in de<br />

stand AUX zodat de achterpassagiers<br />

de achterste bedieningsknoppen<br />

kunnen gebruiken.<br />

2. Draai de achterste knop naar<br />

rechts om de ventilatorsnelheid<br />

te verhogen of naar links om de<br />

ventilatorsnelheid te verlagen.<br />

Draai de knop naar om de airconditioning<br />

achterin uit te schakelen.<br />

Luchtfilter voor<br />

passagiersruimte<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

luchtfilter in het passagierscompartiment<br />

dat de buitenlucht filtert die<br />

het voertuig binnenkomt.<br />

Vervang het filter met de tussenpozen<br />

die in het onderhoudsoverzicht<br />

is vermeld.<br />

Het toegangspaneel voor het filter<br />

bevindt zich aan de passagierszijde<br />

van de motorruimte, onder de<br />

motorkap bij de onderzijde van de<br />

voorruit.<br />

Zie "Luchtfilter voor de passagiersruimte"<br />

in hoofdstuk 4 voor meer<br />

sgegevens.<br />

. . . 102


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 103 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

■ GELUIDSINSTALLATIE<br />

EN KLOK<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u uitgebreid met het<br />

entertainmentsysteem bezig<br />

bent, hebt u meer kans op een<br />

aanrijding met letsel of de dood<br />

tot gevolg.<br />

Veilig rijden gaat voor alles.<br />

Gebruik het systeem alleen<br />

wanneer de weg- en verkeersomstandigheden<br />

dit toelaten.<br />

De bestuurder moet zijn volledige<br />

aandacht bij het rijden<br />

houden.<br />

OPMERKING<br />

Extra gemonteerde elektronische<br />

apparatuur zoals een geluidsinstallatie,<br />

een cd-speler, MCzender/ontvanger,<br />

autotelefoon<br />

of zend-/ontvanginstallatie<br />

kunnen een negatieve invloed<br />

uitoefenen op de werking van<br />

motor, radio of overige systemen<br />

en deze zelfs beschadigen. Neem<br />

bij twijfel contact op met uw<br />

dealer.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik van een mobiele telefoon<br />

kan storing veroorzaken bij<br />

de ontvangst van autoradio.<br />

Deze storing wordt omschreven<br />

als een verhoogd niveau statische<br />

ruis als er naar de radio wordt<br />

geluisterd. Als u statische ruis<br />

hoort, terwijl u naar de radio luistert,<br />

verwijder dan de mobiele<br />

telefoon en schakel deze uit.<br />

Indien uw voertuig is uitgerust met<br />

een navigatiesysteem dan is de radio<br />

samengebouwd met het regelpaneel<br />

van dat systeem. Zie het afzonderlijke<br />

handboek voor het<br />

navigatiesysteem en de radio voor<br />

meer informatie.<br />

Als uw voertuig ook is uitgerust met<br />

een entertainmentsysteem voor<br />

achterpassagiers, zie dan de aparte<br />

handleiding voor het<br />

navigatiesysteem.<br />

In andere gevallen is uw voertuig<br />

voorzien van één van de volgende<br />

geluidsinstallaties:<br />

• RDS-geluidsinstallatie met cdspeler<br />

of cd-speler voor 6 cd's<br />

Neem wanneer uw voertuig staat<br />

geparkeerd de tijd om de knoppen<br />

en bediening van het systeem te<br />

leren kennen en de verschillende<br />

functies in te stellen.<br />

Op die manier kunt u het systeem<br />

gemakkelijker gebruiken en op de<br />

weg blijven letten.<br />

–<br />

103 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 104 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

RDS-GELUIDSINSTALLATIE<br />

MET CD-SPELER OF CD-SPE-<br />

LER VOOR 6 CD'S<br />

Op de volgende bladzijden vindt u<br />

uitgebreide informatie over hoe u<br />

de geluidsinstallatie in uw auto het<br />

beste kunt bedienen.<br />

Om de radio te kunnen inschakelen,<br />

moet het contact aangezet zijn of de<br />

accessoirevoeding ingeschakeld<br />

zijn.<br />

Zie "Accessoirevoeding" voor<br />

informatie.<br />

Uw auto is voorzien van een RDS<br />

radio. RDS betekent Radio Data<br />

System, hetgeen inhoudt dat gecodeerde<br />

informatie via de FMfrequentie<br />

kan worden<br />

doorgegeven.<br />

RDS-voorzieningen zijn alleen<br />

beschikbaar voor FM-zenders die<br />

RDS-informatie uitzenden.<br />

In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />

is, werkt de stand RDS (radio<br />

data system) niet en moet niet<br />

worden ingeschakeld.<br />

De displays die in deze handleiding<br />

worden getoond, zijn typerend. De<br />

werkelijke displays in uw auto zijn<br />

afhankelijk van de bepaalde opties<br />

die in uw auto aanwezig zijn en van<br />

de taal waarop het systeem is<br />

ingesteld.<br />

. . . 104


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 105 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie<br />

met cd-speler)<br />

Uw auto is voorzien van een digitale<br />

klok die zich in het display van de<br />

geluidsinstallatie bevindt.<br />

Druk op om de tijdsweergave te<br />

openen terwijl het contact is<br />

uitgeschakeld.<br />

Weergave van de tijd en datum<br />

inschakelen/uitschakelen<br />

1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />

om het systeem in te<br />

schakelen.<br />

2. Druk op totdat de menu's<br />

voor het instellen van de tijd en<br />

datum worden weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoets onder de<br />

pijl naar voren totdat het menu<br />

voor de standaardinstellingen<br />

voor tijd en datum wordt<br />

weergegeven.<br />

4. Druk op de druktoets onder ON<br />

of OFF om de tijdsweergave in<br />

en uit te schakelen.<br />

Wanneer de klok is ingeschakeld,<br />

wordt RADIO CLOCK ON<br />

(radioklok aan) tien seconden<br />

weergeven en daarna wordt het<br />

klokmenu weergegeven.<br />

Wanneer de klok is uitgeschakeld,<br />

wordt RADIO CLOCK OFF<br />

(radioklok uit) tien seconden<br />

weergegeven en daarna wordt<br />

ON weergegeven om aan te geven<br />

dat de tijdsweergave eventueel<br />

kan worden ingeschakeld.<br />

De radio- en analoge klokken zijn<br />

niet gesynchroniseerd. Zie "De tijd<br />

en datum instellen" verderop in dit<br />

hoofdstuk om beide klokken te<br />

synchroniseren.<br />

De tijd en datum instellen<br />

1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />

om het systeem in te<br />

schakelen.<br />

2. Druk de toets in.<br />

HR, MIN, MM, DD en YYYY<br />

(uur, minuut, maand, dag en<br />

jaar) wordt op het display boven<br />

de druktoetsen weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

–<br />

105 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 106 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Ga als volgt te werk om de datum<br />

of tijd aan te passen:<br />

- Druk nog een keer op de druktoets<br />

om de tijd of datum met<br />

één toe te laten nemen.<br />

- Druk op het rechterpijltje SEEK<br />

of de toets FWD om de tijd of<br />

datum te verhogen.<br />

- Druk op het linkerpijltje SEEK<br />

of de toets REV om de tijd of<br />

datum te verlagen.<br />

- Draai de knop om de tijd of<br />

datum aan te passen.<br />

De standaardinstellingen voor de<br />

tijd en datum aanpassen<br />

U kunt de tijdsweergave op 12 uur<br />

of 24 uur en de datumweergave als<br />

maand/dag/jaar of dag/maand/jaar<br />

instellen:<br />

1. Druk de toets in.<br />

2. Druk op de druktoets onder het<br />

pijltje vooruit totdat 12H, 24H,<br />

MM/DD/YYYY (maand/dag/<br />

jaar) en DD/MM/YYYY (dag/<br />

maand/jaar) op het display<br />

boven de druktoetsen wordt<br />

weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

4. Druk nog een keer op de toets<br />

om de geselecteerde standaardweergave<br />

toe te passen of<br />

het display automatisch uit te<br />

laten schakelen door niets te<br />

doen.<br />

. . . 106


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 107 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie<br />

met cd-speler voor<br />

6 cd's)<br />

Uw auto is voorzien van een digitale<br />

klok die zich in het display van de<br />

geluidsinstallatie bevindt.<br />

Druk op om de tijdsweergave te<br />

openen terwijl het contact is<br />

uitgeschakeld.<br />

Weergave van de tijd en datum<br />

inschakelen/uitschakelen<br />

1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />

om het systeem in te<br />

schakelen.<br />

2. Druk op de toets MENU totdat<br />

het kloksymbool wordt<br />

weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoets onder het<br />

kloksymbool totdat de tijds- en<br />

datuminstellingen worden<br />

weergegeven.<br />

4. Druk op de druktoets onder de<br />

pijl naar voren totdat het menu<br />

voor de standaardinstellingen<br />

voor tijd en datum wordt<br />

weergegeven.<br />

5. Druk op de druktoets onder ON<br />

of OFF om de tijdsweergave in<br />

en uit te schakelen.<br />

Wanneer de klok is ingeschakeld,<br />

wordt RADIO CLOCK ON<br />

(radioklok aan) tien seconden<br />

weergeven en daarna wordt het<br />

klokmenu weergegeven.<br />

Wanneer de klok is uitgeschakeld,<br />

wordt RADIO CLOCK OFF<br />

(radioklok uit) tien seconden<br />

weergegeven en daarna wordt<br />

ON weergegeven om aan te geven<br />

dat de tijdsweergave eventueel<br />

kan worden ingeschakeld.<br />

De radio- en analoge klokken zijn<br />

niet gesynchroniseerd. Zie "De tijd<br />

en datum instellen" verderop in dit<br />

hoofdstuk om beide klokken te<br />

synchroniseren.<br />

–<br />

107 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 108 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

De tijd en datum instellen<br />

1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />

om het systeem in te<br />

schakelen.<br />

2. Druk op de toets MENU totdat<br />

het kloksymbool wordt<br />

weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoets onder het<br />

kloksymbool en HR, MIN, MM,<br />

DD en YYYY (uur, minuut,<br />

maand, dag en jaar) worden op<br />

het display boven de druktoetsen<br />

weergegeven.<br />

4. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

Ga als volgt te werk om de datum<br />

of tijd aan te passen:<br />

- Druk nog een keer op de druktoets<br />

om de tijd of datum met<br />

één toe te laten nemen.<br />

- Druk op het rechterpijltje SEEK<br />

of de toets FWD om de tijd of<br />

datum te verhogen.<br />

- Druk op het linkerpijltje SEEK<br />

of de toets REV om de tijd of<br />

datum te verlagen.<br />

- Draai de knop om de tijd of<br />

datum aan te passen.<br />

. . . 108


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 109 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

De standaardinstellingen voor de<br />

tijd en datum aanpassen<br />

U kunt de tijdsweergave op 12 uur<br />

of 24 uur en de datumweergave als<br />

maand/dag/jaar of dag/maand/jaar<br />

instellen:<br />

1. Druk op de toets MENU totdat<br />

het kloksymbool wordt<br />

weergegeven.<br />

2. Druk op de druktoets onder het<br />

kloksymbool totdat de tijd- en<br />

datuminstellingen samen met<br />

het pijltje vooruit worden<br />

weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoets onder het<br />

pijltje vooruit totdat 12H, 24H,<br />

MM/DD/YYYY (maand/dag/<br />

jaar) en DD/MM/YYYY (dag/<br />

maand/jaar) op het display<br />

boven de druktoetsen wordt<br />

weergegeven.<br />

4. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

5. Druk nog een keer op de toets<br />

MENU om de geselecteerde<br />

standaardweergave toe te passen<br />

of het display automatisch<br />

uit te laten schakelen door niets<br />

te doen.<br />

Bediening van de radio<br />

AAN/UIT-TOETS<br />

Druk lichtjes op de knop om het<br />

systeem in te schakelen. Druk nog<br />

een keer op de knop om het<br />

systeem uit te schakelen.<br />

VOLUMEREGELAAR<br />

Draai de knop naar rechts om het<br />

volume te laten toenemen en naar<br />

links om het te laten afnemen.<br />

–<br />

109 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 110 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

AUTOMATISCHE<br />

VOLUMEREGELING<br />

Automatische volumeregeling is<br />

beschikbaar in voertuigen die zijn<br />

uitgerust met het Bose ® -audiosysteem.<br />

Deze voorziening zorgt ervoor dat<br />

het geluidsvolume bij het toenemen<br />

van de rijgeluiden bij hogere snelheden<br />

automatisch wordt<br />

gecompenseerd.<br />

1. Zet het volume op het<br />

gewenste niveau door de toets<br />

te draaien.<br />

2. Druk op de toets MENU om het<br />

instellingenmenu voor de radio<br />

weer te geven.<br />

3. Druk op de druktoets onder<br />

AUTO VOLUM om de vier<br />

volumecompensatieniveaus<br />

weer te geven.<br />

4. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

U kunt kiezen tussen LOW (laag),<br />

MEDIUM (normaal), HIGH (hoog)<br />

en OFF (uit).<br />

Elke hogere instelling geeft meer<br />

volumecompensatie bij hogere<br />

rijsnelheden. In de stand OFF is deze<br />

functie uitgeschakeld.<br />

Wanneer het display tien seconden<br />

niet wordt gebruikt, wordt het<br />

uitgeschakeld.<br />

Als deze voorziening is ingeschakeld,<br />

stelt de geluidsinstallatie automatisch<br />

het volume bij zodat de<br />

geluidssterkte die u hoort steeds<br />

gelijk blijft.<br />

. . . 110


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 111 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

TOONREGELING MET DE HAND<br />

1. Druk op de toets totdat<br />

BASS (lage tonen), MID (middentonen)<br />

en TREB (hoge<br />

tonen) op het display wordt<br />

weergegeven.<br />

2. Blijf herhaaldelijk op de toets<br />

drukken om de gewenste regeling<br />

te markeren of druk op de<br />

druktoets onder de gewenste<br />

regeling.<br />

3. Nadat u de juiste regeling heeft<br />

geselecteerd, draait u de knop<br />

naar rechts of links, druk u<br />

op de pijltjestoetsen links of<br />

rechts SEEK of drukt u op de<br />

toetsen FWD of REV om het<br />

niveau van de geselecteerde<br />

toon te verhogen of verlagen.<br />

De middenstand zorgt voor balans<br />

in het niveau.<br />

U kunt een toonregeling snel instellen<br />

op de middelste stand door de<br />

druktoets onder BASS (lage tonen),<br />

MID (middentonen) of TREB (hoge<br />

tonen) meer dan twee seconden in<br />

te drukken.<br />

U zult één pieptoon horen.<br />

U kunt snel alle luidspreker- en<br />

geluidsregelingen op hun middenposities<br />

instellen door geen regeling<br />

te selecteren. Houd dan gewoon de<br />

knop ingedrukt.<br />

U zult één pieptoon horen.<br />

Wanneer een zender zwak of met<br />

veel ruis doorkomt, is een lagere<br />

instelling voor hoge tonen soms<br />

nuttig.<br />

LUIDSPREKERS AFSTELLEN<br />

Om de balans of de fade van de luidspreker<br />

aan te passen, doet u het<br />

volgende:<br />

1. Draai de knop totdat BAL/<br />

FADE (balans/fade) op het display<br />

wordt weergegeven.<br />

2. Blijf herhaaldelijk op de toets<br />

drukken om de gewenste regeling<br />

te markeren of druk op de<br />

druktoets onder de gewenste<br />

regeling.<br />

Door BAL te kiezen, kunt u het<br />

geluid tussen de rechter- en linkerluidsprekers<br />

regelen. Door<br />

FADE te kiezen kunt u het geluid<br />

tussen de voor- en achterluidsprekers<br />

regelen.<br />

–<br />

111 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 112 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

3. Nadat u de juiste regeling heeft<br />

geselecteerd, draait u de knop<br />

naar rechts of links, druk u<br />

op de pijltjestoetsen links of<br />

rechts SEEK of drukt u op de<br />

toetsen FWD of REV om het<br />

niveau van de geselecteerde<br />

regeling te verhogen of<br />

verlagen.<br />

U kunt een luidsprekerregeling snel<br />

instellen op de middenpositie door<br />

de druktoets onder de gewenste<br />

regeling meer dan twee seconden<br />

ingedrukt te houden.<br />

U zult één pieptoon horen.<br />

U kunt snel beide luidsprekerregelingen<br />

snel op hun middenposities<br />

instellen door de knop meer dan<br />

twee seconden ingedrukt te<br />

houden.<br />

U zult één pieptoon horen.<br />

EEN ZENDER ZOEKEN<br />

Golfbandkeuze<br />

Druk op BAND om AM of FM te<br />

selecteren.<br />

Afstemmen<br />

Draai de knop naar rechts om<br />

naar de volgende zender en naar<br />

links om naar de vorige zender te<br />

gaan.<br />

Automatisch zoeken van<br />

radiozenders<br />

Druk op het rechterpijltje SEEK; de<br />

radio gaat naar de volgende zender<br />

en blijft daar staan. Druk op het<br />

linkerpijltje SEEK om naar de vorige<br />

zender te gaan en daar te blijven<br />

staan.<br />

De radio zoekt alleen naar zenders<br />

die zich binnen de geselecteerde<br />

band bevinden.<br />

De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />

met zwakke ontvangst.<br />

. . . 112


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 113 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Radiozenders scannen<br />

U kunt langs zenders scannen door<br />

het pijltje links of rechts SEEK drie<br />

seconden ingedrukt te houden<br />

totdat u een piep hoort. De radio<br />

gaat naar de volgende of vorige<br />

zender, blijft daar enkele seconden<br />

staan en gaat daarna naar de<br />

volgende zender.<br />

Druk de toets opnieuw in om met<br />

scannen te stoppen.<br />

De radio scant alleen zenders die<br />

zich binnen de geselecteerde band<br />

bevinden.<br />

De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />

met zwakke ontvangst.<br />

Radiozenders<br />

voorprogrammeren<br />

Uw geluidsinstallatie kan maximaal<br />

36 extra voorkeurzenders opslaan<br />

met de zes beschikbare voorkeurzenderlijsten<br />

voor meerdere<br />

banden.<br />

Er kunnen op elke lijst 6 voorkeurzenders<br />

worden opgeslagen.<br />

De voorkeurzenders op een lijst<br />

kunnen van verschillende radiobanden<br />

zijn.<br />

Druk op de toets FAV (favorieten)<br />

om door de lijsten te bladeren.<br />

De opgeslagen zenders voor elke<br />

lijst worden weergegeven op het<br />

display boven de druktoetsen voor<br />

voorkeurzenders.<br />

U kunt het aantal pagina's Favorieten<br />

instellen:<br />

1. Druk op de toets MENU om het<br />

instellingenmenu voor de radio<br />

weer te geven.<br />

2. Druk op de druktoets onder<br />

FAV 1-6.<br />

3. Selecteer het aantal pagina's<br />

voor Favorieten door op de<br />

druktoets onder het paginanummer<br />

te drukken.<br />

4. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />

of laat het display automatisch<br />

uitschakelen. Ga terug<br />

naar het display voor de hoofdradio<br />

om met het programmeren<br />

van zenders te beginnen.<br />

–<br />

113 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 114 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

U kunt een radiozender als volgt<br />

op een voorkeurzenderlijst<br />

opslaan:<br />

1. Druk op BAND om AM of FM<br />

te selecteren.<br />

2. Stem op een radiozender af.<br />

3. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />

om één van de maximaal<br />

zes lijsten weer te geven<br />

waarop zenders worden<br />

opgeslagen.<br />

4. Houd één van de zes voorkeurtoets<br />

ingedrukt tot u een pieptoon<br />

hoort. Als u die toets<br />

opnieuw indrukt, wordt op de<br />

voorkeurzender afgestemd.<br />

5. Het zendernummer wordt op<br />

het display boven de drukknop<br />

weergegeven.<br />

6. Herhaal deze handelingen voor<br />

iedere voorkeuzetoets.<br />

U kunt als volgt een voorkeurzender<br />

uit de lijst met voorkeurzenders<br />

voor meerdere banden<br />

oproepen:<br />

1. Druk herhaaldelijk op FAV<br />

(favorieten) om door de<br />

gewenste lijst te bladeren.<br />

2. Raak de toets van de gewenste<br />

voorkeurzender aan.<br />

Er wordt tussen de banden van<br />

de radio geschakeld (indien nodig)<br />

en de geselecteerde zender<br />

wordt opgeroepen.<br />

BESCHIKBAARHEID VAN RADIO<br />

DATA SYSTEM (RDS)<br />

RDS-voorzieningen zijn alleen<br />

beschikbaar voor FM-zenders die<br />

RDS-informatie uitzenden.<br />

Als het audiosysteem is afgestemd<br />

op een zender die geen RDS informatie<br />

uitzendt, dan zal de frequentie<br />

van de zender op het display<br />

blijven.<br />

In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />

is, werkt de stand RDS (radio<br />

data system) niet en moet niet<br />

worden ingeschakeld.<br />

In uitzonderlijke gevallen kan een<br />

radiozender onjuiste informatie<br />

uitzenden waardoor de radiofuncties<br />

niet juist zullen werken. Als dit<br />

gebeurt, moet u contact opnemen<br />

met de radiozender.<br />

. . . 114


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 115 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Als u hebt afgestemd op een RDSzender,<br />

verschijnt de naam van de<br />

radiozender op het display in plaats<br />

van de frequentie.<br />

De meeste RDS-zenders geven hun<br />

zendernaam, de tijd en het<br />

programmatype voor het actuele<br />

programma.<br />

Zenders kunnen ook de naam weergeven<br />

van het programma dat<br />

wordt uitgezonden.<br />

Eigenschappen en bediening van<br />

het RDS<br />

Het RDS-systeem:<br />

• biedt u de mogelijkheid alleen<br />

radiozenders op te zoeken met<br />

het type programma waarnaar u<br />

wenst te luisteren.<br />

• onderbreekt de radio-ontvangst<br />

of CD om berichten te ontvangen<br />

betreffende plaatselijke of<br />

nationale noodtoestanden.<br />

• biedt u de mogelijkheid om zenders<br />

te zoeken die verkeersberichten<br />

uitzenden.<br />

• biedt u de mogelijkheid om<br />

berichten van radiozenders te<br />

ontvangen en op het display<br />

weer te geven.<br />

• de radio blijft nu automatisch op<br />

een zender met sterkere ontvangst<br />

met hetzelfde type programma<br />

afgestemd.<br />

Berichten over noodtoestanden<br />

Het systeem zal automatisch de<br />

uitzending onderbreken voor het<br />

ontvangen van plaatselijke of landelijke<br />

belangrijke berichten. ALERT<br />

(waarschuwing) verschijnt op het<br />

display. Uitzendingen over noodtoestanden<br />

kunnen niet worden<br />

afgezet.<br />

De berichten zijn ook hoorbaar<br />

wanneer het volume is gedempt, of<br />

een CD wordt afgespeeld.<br />

Wanneer de uitzending over noodtoestanden<br />

ten einde komt, zal de<br />

radio weer worden afgestemd op de<br />

volume-instelling en de zender waar<br />

u naar luisterde voor aanvang van<br />

de uitzending of zal het inschakelen<br />

van de CD weer plaatsvinden.<br />

–<br />

115 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 116 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Verkeersinformatie<br />

De geluidsinstallatie kan het afspelen<br />

van de radio of een CD onderbreken<br />

om u naar een<br />

verkeersbericht te laten luisteren.<br />

1. Druk op de toets MENU om het<br />

instellingenmenu voor de radio<br />

weer te geven.<br />

2. Raak de toets RDS aan om het<br />

RDS-menu te openen.<br />

3. Raak de toets TA aan.<br />

ON wordt op het display<br />

weergegeven.<br />

Als de functie Verkeersinformatie is<br />

ingeschakeld en u niet heeft afgestemd<br />

op een zender die verkeersinformatie<br />

uitzendt, zoekt de radio<br />

automatisch de volgende zender<br />

waarop dit wel gebeurt.<br />

Als een zender een verkeersbericht<br />

uitzendt, onderbreekt de radio de<br />

huidige weergavemodus om u dit<br />

bericht te laten horen.<br />

TRAFFIC (verkeer) wordt op het<br />

display weergegeven.<br />

De berichten zijn ook hoorbaar<br />

wanneer een CD wordt afgespeeld.<br />

Raak de toets TA opnieuw aan om<br />

de verkeersinformatiefunctie uit te<br />

schakelen.<br />

. . . 116


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 117 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Informatietoets<br />

Druk op om meer tekstinformatie<br />

te zien over de huidige RDS FMzender<br />

of MP3-nummer. Blijf op de<br />

toets drukken om de gewenste categorie<br />

te markeren of druk op een<br />

druktoets onder een gewenste categorie<br />

voor meer informatie.<br />

Wanneer de toets wordt ingedrukt<br />

terwijl er geen informatie is, wordt<br />

NO INFO (geen informatie) op het<br />

display weergegeven.<br />

Programmatype (PTY)<br />

Met deze functie kunt u naar<br />

zenders met specifieke programmatypen<br />

zoeken.<br />

Druk op de knop CAT om een<br />

programmatype te selecteren.<br />

Zodra de programmatypefunctie is<br />

ingeschakeld, wordt er een te selecteren<br />

programmatypenaam weergegeven<br />

op het display boven elke<br />

druktoets in plaats van de voorkeurzenders<br />

(indien geprogrammeerd).<br />

Deze functie heeft instellingen voor<br />

de volgende muziek- of zendertypes:<br />

pop (POP), rock (ROCK), jazz<br />

(JAZZ), klassiek (CLASSICAL), country<br />

(COUNTRY) of willekeurig<br />

(ANY).<br />

Wanneer de programmatypenaam<br />

niet op het display wordt weergegeven,<br />

drukt u de toets CAT nog een<br />

keer in.<br />

Druk op de druktoets voor het<br />

programmatype waarnaar u wilt<br />

luisteren.<br />

Draai nadat u het gewenste<br />

programmatype heeft gekozen de<br />

knop naar rechts of links, druk op<br />

de rechter- of linkerpijltjes SEEK of<br />

druk op de toetsen FWD of REV om<br />

RDS-zenders te zoeken die het laatst<br />

geselecteerde programmatype<br />

uitzenden.<br />

Druk op FAV of BAND om deze<br />

functie uit te schakelen en de voorkeurzenders<br />

weer te geven(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

Niet alle zenders ondersteunen de<br />

programmatypefunctie.<br />

Door het indrukken van een druktoets<br />

met programmatype krijgt u<br />

wellicht niet alle zenders met dit<br />

type uitzendingen te horen.<br />

–<br />

117 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 118 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Alternatieve frequenties<br />

Deze voorziening zorgt ervoor dat<br />

de radio automatisch op een krachtigere<br />

zender afstemt met hetzelfde<br />

type programma.<br />

1. Druk op de toets MENU om het<br />

instellingenmenu voor de radio<br />

weer te geven.<br />

2. Raak de toets RDS aan om het<br />

RDS-menu te openen.<br />

3. Raak de toets AF aan.<br />

ON wordt op het display<br />

weergegeven.<br />

Raak de toets AF aan om deze functie<br />

uit te schakelen.<br />

CD-speler (indien van<br />

toepassing)<br />

Deze speler is geen CD-wisselaar. U<br />

kunt slechts een schijf tegelijkertijd<br />

in deze speler plaatsen.<br />

Schuif de CD gedeeltelijk in de<br />

opening met de label aan de bovenkant.<br />

De speler zal de CD dan geheel<br />

naar binnen trekken.<br />

Als de geluidsinstallatie is ingeschakeld,<br />

begint de disk met afspelen.<br />

Wanneer het contact of de radio<br />

uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />

speler. Wanneer het contact en de<br />

radio ingeschakeld worden, gaat de<br />

cd verder met afspelen op het punt<br />

waar de cd was gestopt.<br />

Op het display wordt een CD- pictogram<br />

getoond.<br />

Het nummer van het muziekstuk<br />

verschijnt op het display wanneer<br />

elk muziekstuk met afspelen begint.<br />

. . . 118


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 119 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Wanneer er een CD-R wordt afgespeeld,<br />

kan de geluidskwaliteit<br />

minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />

van de CD-R, de opnamemethode,<br />

de kwaliteit van de opgenomen<br />

muziek of de manier waarop de CD-<br />

R is behandeld. Het gevolg kan zijn<br />

overslaan, problemen met het<br />

vinden van tracks en/of met het inen<br />

uitvoeren van CD-R's. Als deze<br />

problemen zich voordoen, controleer<br />

dan de onderzijde op schade.<br />

OPMERKING<br />

Breng geen papieren labels aan<br />

op cd's. De labels kunnen vast<br />

komen te zitten in de speler.<br />

Steek slechts een cd per keer in<br />

het apparaat.<br />

Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />

cd's.<br />

Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />

en vuil uit de buurt van de<br />

laadsleuf.<br />

Als er ooit een foutmelding op het<br />

display verschijnt, raadpleeg dan<br />

"Foutmeldingen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />

toon en de toetsen voor de<br />

luidsprekers op dezelfde manier als<br />

voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />

kunnen verschillende<br />

functies hebben wanneer de CDbron<br />

is ingeschakeld.<br />

Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />

de CD-spelerfuncties boven<br />

elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />

(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

Snel vooruitspoelen/ Snel<br />

terugspoelen<br />

Houd de toets FWD of <br />

REV ingedrukt om snel naar voren<br />

of terug naar een ander deel van de<br />

disk te gaan.<br />

U hoort het geluid bij een lager volume<br />

terwijl u vooruit of achteruit<br />

door de disk bladert.<br />

Laat de toets los voor de normale<br />

afspeelsnelheid.<br />

De verstreken tijd verschijnt op het<br />

display terwijl het systeem de CD<br />

voor- of achteruitspoelt.<br />

–<br />

119 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 120 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Willekeurig afspelen<br />

Druk op de druktoets onder RDM<br />

om de nummers in een willekeurige<br />

volgorde af te spelen.<br />

Het symbool "willekeurig" wordt op<br />

het display weergegeven.<br />

Druk de toets nogmaals in om deze<br />

voorziening uit te schakelen.<br />

Deze functie is niet beschikbaar in<br />

de afspeellijstmodus.<br />

Zoeken<br />

Draai de knop naar rechts of links<br />

om naar het volgende of vorige<br />

nummer te gaan.<br />

Druk op het rechterpijltje van de<br />

toets SEEK om snel naar het begin<br />

van de volgende track te gaan.<br />

Druk op het linkerpijltje op de toets<br />

SEEK om snel naar het begin van de<br />

huidige of vorige track te gaan.<br />

Als u de toets ingedrukt houdt of<br />

deze meermalen indrukt, zal de<br />

speler de CD verder voorwaarts of<br />

achterwaarts blijven doorspoelen.<br />

Display-regeling<br />

Druk herhaaldelijk op de toets<br />

toets om het volgende weer te<br />

geven:<br />

• tracknummer<br />

• verstreken tijd van de track<br />

• tijd (als de digitale klok is<br />

ingeschakeld)<br />

Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen<br />

Zie "Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Druk op de toets BAND om de CD<br />

te stoppen en over te schakelen op<br />

radioweergave.<br />

Druk op CD AUX om de disk<br />

opnieuw af te laten spelen.<br />

Druk nog een keer op CD/AUX om<br />

naar een extra apparaat te zoeken.<br />

Wanneer er geen extra apparaat<br />

wordt gevonden, wordt NO AUX<br />

INPUT DEVICE (geen extra apparaat)<br />

op het display weergegeven.<br />

Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie over het gebruik<br />

van een extra apparaat met de<br />

geluidsinstallatie.<br />

. . . 120


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 121 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

CD's uitwerpen<br />

Voor het uitwerpen van de CD drukt<br />

u op de toets (bevindt zich naast de<br />

sleuf voor de CD).<br />

U hoort een pieptoon.<br />

EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />

wordt op het display weergegeven.<br />

Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />

wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />

op het display weergegeven.<br />

Als de disk niet binnen korte tijd<br />

wordt verwijderd, wordt hij automatisch<br />

teruggenomen door de<br />

speler.<br />

Cd-speler voor 6 cd's (indien<br />

aanwezig)<br />

Met de CD-wisselaar kunt u maximaal<br />

6 CD's achter elkaar afspelen.<br />

Een CD in de CD-wisselaar<br />

plaatsen<br />

1. Druk op de laadtoets .<br />

2. Wanneer het bericht op het display<br />

wordt weergegeven,<br />

plaatst u de cd met het label<br />

omhoog gedeeltelijk in de sleuf.<br />

De cd wordt dan automatisch<br />

naar binnen getrokken door de<br />

cd-speler.<br />

Meerdere CD's in de CD-wisselaar<br />

plaatsen<br />

1. Houd de laadtoets vijf<br />

seconden ingedrukt.<br />

U hoort een piep en LOAD ALL<br />

DISC (alle cd's laden) wordt op<br />

het display weergegeven.<br />

2. Wanneer het bericht op het display<br />

wordt weergegeven,<br />

plaatst u de volgende cd met<br />

het label omhoog gedeeltelijk<br />

in de sleuf. De cd wordt dan<br />

automatisch naar binnen<br />

getrokken door de cd-speler.<br />

–<br />

121 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 122 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

3. Herhaal de voorgaande stap tot<br />

alle cd's geplaatst zijn.<br />

Probeer niet meer dan zes CD's<br />

te plaatsen.<br />

4. Druk op de laadtoets om de<br />

laadfunctie te annuleren wanneer<br />

u alle cd's heeft geladen.<br />

Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />

de CD-spelerfuncties boven<br />

elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />

(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

Op het display wordt een CD- pictogram<br />

getoond.<br />

Het nummer van het muziekstuk<br />

verschijnt op het display wanneer<br />

elk muziekstuk met afspelen begint.<br />

Wanneer het contact of de radio<br />

uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />

speler. Wanneer het contact en de<br />

radio ingeschakeld worden, gaat de<br />

cd verder met afspelen op het punt<br />

waar de cd was gestopt.<br />

Wanneer er een CD-R wordt afgespeeld,<br />

kan de geluidskwaliteit<br />

minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />

van de CD-R, de opnamemethode,<br />

de kwaliteit van de opgenomen<br />

muziek of de manier waarop de CD-<br />

R is behandeld. Het gevolg kan zijn<br />

overslaan, problemen met het<br />

vinden van tracks en/of met het inen<br />

uitvoeren van CD-R's. Als deze<br />

problemen zich voordoen, controleer<br />

dan de onderzijde op schade.<br />

OPMERKING<br />

Breng geen papieren labels aan<br />

op cd's. De labels kunnen vast<br />

komen te zitten in de speler.<br />

Steek slechts een cd per keer in<br />

het apparaat.<br />

Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />

cd's.<br />

Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />

en vuil uit de buurt van de<br />

laadsleuf.<br />

Als er ooit een foutmelding op het<br />

display verschijnt, raadpleeg dan<br />

"Foutmeldingen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />

toon en de toetsen voor de<br />

luidsprekers op dezelfde manier als<br />

voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />

kunnen verschillende<br />

functies hebben wanneer een CD<br />

naar binnen wordt gestoken.<br />

Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />

de CD-spelerfuncties boven<br />

elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />

(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

. . . 122


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 123 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Snel vooruitspoelen/ Snel<br />

terugspoelen<br />

Houd de toets FWD of <br />

REV ingedrukt om snel naar voren<br />

of terug naar een ander deel van de<br />

disk te gaan.<br />

U hoort het geluid bij een lager volume<br />

terwijl u vooruit of achteruit<br />

door de disk bladert.<br />

Laat de toets los voor de normale<br />

afspeelsnelheid.<br />

De verstreken tijd verschijnt op het<br />

display terwijl het systeem de CD<br />

voor- of achteruitspoelt.<br />

Willekeurig afspelen<br />

Druk op de druktoets onder RDM<br />

(willekeurig) totdat RANDOMIZE<br />

CURRENT DISC (huidige disk willekeurig<br />

afspelen) op het display<br />

wordt weergegeven, waarna de<br />

tracks op de geselecteerde disk<br />

willekeurig en niet op volgorde<br />

worden afgespeeld.<br />

Druk op de druktoets onder RDM<br />

(willekeurig) totdat RANDOMIZE<br />

ALL DISCS (alle disks willekeurig<br />

afspelen) op het display wordt weergegeven,<br />

waarna de cd's en tracks<br />

willekeurig worden afgespeeld.<br />

Druk de toets nogmaals in om deze<br />

voorziening uit te schakelen.<br />

Zoeken<br />

Draai de knop naar rechts of links<br />

om naar het volgende of vorige<br />

nummer te gaan.<br />

Druk op het rechterpijltje van de<br />

toets SEEK om snel naar het begin<br />

van de volgende track te gaan.<br />

Druk op het linkerpijltje op de toets<br />

SEEK om snel naar het begin van de<br />

huidige of vorige track te gaan.<br />

Als u de toets ingedrukt houdt of<br />

deze meermalen indrukt, zal de<br />

speler de CD verder voorwaarts of<br />

achterwaarts blijven doorspoelen.<br />

–<br />

123 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 124 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Display-regeling<br />

Druk herhaaldelijk op de toets<br />

toets om het volgende weer te<br />

geven:<br />

• tracknummer<br />

• verstreken tijd van de track<br />

• tijd (als de digitale klok is<br />

ingeschakeld)<br />

Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen<br />

Zie "Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Druk op de toets BAND om de CD<br />

te stoppen en over te schakelen op<br />

radioweergave.<br />

Druk op CD AUX om de disk<br />

opnieuw af te laten spelen.<br />

Druk nog een keer op CD/AUX om<br />

naar een extra apparaat te zoeken.<br />

Wanneer er geen extra apparaat<br />

wordt gevonden, wordt NO AUX<br />

INPUT DEVICE (geen extra apparaat)<br />

op het display weergegeven.<br />

Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie over het gebruik<br />

van een extra apparaat met de<br />

geluidsinstallatie.<br />

CD's uitwerpen<br />

Druk in en laat deze weer los om<br />

de CD uit te werpen die wordt<br />

afgespeeld.<br />

U hoort een pieptoon.<br />

EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />

wordt op het display weergegeven.<br />

Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />

wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />

op het display weergegeven.<br />

Als de disk niet binnen korte tijd<br />

wordt verwijderd, wordt hij automatisch<br />

teruggenomen door de<br />

speler.<br />

Houd de uitwerptoets twee seconden<br />

ingedrukt om alle disks uit te<br />

werpen.<br />

. . . 124


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 125 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Cd's met MP3- of WMAbestanden<br />

afspelen<br />

De speler herkent MP3- en WMAbestanden<br />

die zijn opgenomen op<br />

CD-R- of CD-RW-cd's. De bestanden<br />

moeten op de cd zijn opgenomen<br />

met een van de volgende<br />

bitsnelheden:<br />

• 32 kbps<br />

• 40 kbps<br />

• 56 kbps<br />

• 64 kbps<br />

• 80 kbps<br />

• 96 kbps<br />

• 112 kbps<br />

• 128 kbps<br />

• 160 kbps<br />

• 192 kbps<br />

• 224 kbps<br />

• 256 kbps<br />

• 320 kbps<br />

• variabele bitsnelheid<br />

De titel van een nummer, de naam<br />

van een artiest en de naam van de<br />

cd zijn beschikbaar wanneer de cd is<br />

opgenomen met ID3-tags versies 1<br />

en 2.<br />

De speler speelt ook disks af met<br />

niet-gecomprimeerde, normale CDaudio-<br />

en MP3-/WMA-bestanden.<br />

Standaard leest de radio alleen de<br />

niet-gecomprimeerde audiobestanden<br />

en worden de MP3- of WMAbestanden<br />

genegeerd. Druk op de<br />

toets CAT om te wisselen tussen<br />

gecomprimeerde of niet-gecomprimeerde<br />

audiobestanden.<br />

Wanneer u uw eigen MP3-of WMAcd<br />

op een computer brandt:<br />

• Zorg dat de MP3-/WMA-bestanden<br />

op een CD-R of CD-RW worden<br />

opgenomen.<br />

• Combineer standaardaudio- en<br />

MP3-/WMA-bestanden niet op<br />

één disk.<br />

• Voltooi de cd wanneer u een<br />

MP3-cd met meerdere sessies<br />

brandt.<br />

Het is vaak beter om de cd in<br />

een keer te branden.<br />

• Zorg dat de speellijsten de volgende<br />

extensies hebben:<br />

-.m3u<br />

- .wpl<br />

Bestanden met andere extensies<br />

werken niet altijd.<br />

–<br />

125 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 126 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

De speler kan maximaal 50<br />

mappen, 50 afspeellijsten en 255<br />

bestanden lezen en afspelen. Lange<br />

bestands-, map- of afspeellijstnamen<br />

of een combinatie van een<br />

groot aantal bestanden en mappen<br />

of afspeellijsten kunnen ervoor<br />

zorgen dat de speler niet het maximaal<br />

aantal bestanden, mappen,<br />

afspeellijsten of sessies kan afspelen.<br />

Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />

door op de toetsen voor de<br />

volgende en vorige map of de zoektoetsen<br />

te drukken of aan de tunerknop<br />

te draaien.<br />

Wanneer u een groot aantal bestanden,<br />

mappen, afspeellijsten of<br />

sessies wilt afspelen, minimaliseer<br />

dan de lengte van de bestands-,<br />

map- of afspeellijstnaam.<br />

Er kunnen ook cd's met MP3's<br />

zonder bestandsmappen worden<br />

afgespeeld.<br />

U kunt de nummers organiseren op<br />

album door per album een map te<br />

gebruiken. Elke map of album mag<br />

maximaal 18 liedjes bevatten.<br />

De speler kan lagen van maximaal<br />

acht mappen ondersteunen, maar<br />

houd het aantal maplagen minimaal<br />

zodat het eenvoudiger is een<br />

bestand voor afspelen te zoeken.<br />

Wanneer een cd meer dan het maximaal<br />

aantal mappen, afspeellijsten,<br />

sessies of bestanden bevat, zal de<br />

speler het maximaal aantal<br />

nummers op de cd afspelen en<br />

wordt de rest genegeerd.<br />

Hoofddirectory<br />

De hoofddirectory wordt behandeld<br />

als een map. Wanneer de hoofddirectory<br />

gecomprimeerde audiobestanden<br />

bevat, wordt de directory<br />

weergegeven als F1 ROOT.<br />

De speler krijgt toegang tot alle<br />

bestanden die direct onder de<br />

hoofddirectory staan voor toegang<br />

tot mappen op de hoofddirectory.<br />

Afspeellijsten (PX) gaan echter altijd<br />

voor hoofdmappen of -bestanden.<br />

Lege directory of map<br />

Wanneer een hoofddirectory of een<br />

map leeg is of alleen mappen bevat,<br />

dan gaat de speler automatisch naar<br />

de volgende map in de bestandsstructuur<br />

die een gecomprimeerd<br />

audiobestand bevat. De lege<br />

map(pen) worden niet weergegeven<br />

of genummerd.<br />

. . . 126


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 127 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Geen map<br />

Wanneer de cd alleen gecomprimeerde<br />

audiobestanden bevat<br />

zonder mappen of afspeellijsten,<br />

dan werken de functies voor de<br />

volgende en vorige map niet. ROOT<br />

wordt op het display weergegeven<br />

als de naam van de map.<br />

Wanneer de cd alleen gecomprimeerde<br />

audiobestanden en afspeellijsten<br />

zonder mappen bevat,<br />

worden alle bestanden onder de<br />

hoofdmap geplaatst. De omhoogen<br />

omlaagknoppen voor de map<br />

doorzoeken eerst afspeellijsten (PX)<br />

en gaan daarna naar de hoofdmap.<br />

ROOT wordt op het display weergegeven<br />

als de naam van de map.<br />

Afspeelvolgorde<br />

De nummers worden afgespeeld<br />

vanaf het eerste nummer in de<br />

eerste afspeellijst en worden op<br />

volgorde alle nummers op elke<br />

speellijst afgespeeld. Wanneer het<br />

laatste nummer van de laatste<br />

afspeellijst wordt afgespeeld, wordt<br />

het afspelen voortgezet vanaf het<br />

eerste nummer van het afspeellijst.<br />

Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />

door op de druktoets onder<br />

of of het linker- of rechterpijltje<br />

SEEK te drukken of door de knop<br />

te draaien.<br />

Wanneer de cd geen afspeellijsten<br />

bevat, wordt het eerste nummer<br />

onder de hoofddirectory eerst afgespeeld.<br />

Wanneer alle nummers van<br />

de hoofddirectory zijn afgespeeld,<br />

worden de overige nummers in de<br />

volgorde van de nummering afgespeeld.<br />

Wanneer het laatste<br />

nummer van de laatst map is afgespeeld,<br />

gaat het afspelen verder met<br />

het eerste nummer in de eerst map<br />

of hoofddirectory.<br />

Wanneer er een nummer uit een<br />

nieuwe map wordt afgespeeld, dan<br />

wordt de naam van het nieuwe<br />

nummer weergegeven. Wanneer de<br />

mapstand is geselecteerd als de<br />

standaardweergavestand, dan<br />

wordt de mapnaam weergegeven.<br />

Zie "Een MP3-audiobestand afspelen"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

127 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 128 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Bestandssysteem en namen<br />

De weergegeven titel van het<br />

nummer wordt overgenomen uit de<br />

ID3-tag van het bestand. Wanneer<br />

er geen titel voor het nummer in de<br />

ID3-tag wordt vermeld, geeft de<br />

radio de bestandsnaam als de naam<br />

van het nummer weer.<br />

Namen van nummers die langer zijn<br />

dan 32 tekens of 4 pagina's worden<br />

ingekort.<br />

Ingeprogrammeerde<br />

afspeellijsten<br />

De radio herkent ingeprogrammeerde<br />

afspeellijsten die zijn<br />

gemaakt met de software van<br />

WinAmp, Music- Match of Real<br />

Jukebox. De bestanden kunnen<br />

echter niet worden bewerkt. Deze<br />

afspeellijsten worden behandeld als<br />

speciale mappen met gecomprimeerde<br />

audiobestanden.<br />

De voorgeprogrammeerde speellijsten<br />

moeten de volgende extensies<br />

hebben:<br />

- .pls<br />

- .m3u<br />

- .wpl<br />

Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />

door op de druktoets onder<br />

of of het linker- of rechterpijltje<br />

SEEK te drukken of door de knop<br />

te draaien.<br />

Houd de toets FWD of <br />

REV ingedrukt om snel vooruit of<br />

achteruit in een track te gaan.<br />

Een MP3-audiobestand afspelen<br />

• Voertuigen met cd-speler voor<br />

één cd:<br />

Schuif de CD gedeeltelijk in de<br />

opening met de label aan de<br />

bovenkant. De speler zal de CD<br />

dan geheel naar binnen trekken.<br />

Raadpleeg "Cd-speler" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 128


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 129 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• Voertuigen met cd-wisselaar<br />

voor zes cd's:<br />

Druk op de laadtoets .<br />

Wanneer het bericht op het display<br />

wordt weergegeven, plaatst<br />

u de cd met het label omhoog<br />

gedeeltelijk in de sleuf. De cd<br />

wordt dan automatisch naar binnen<br />

getrokken door de cd-speler.<br />

Zie "De cd-wisselaar voor 6 cd's"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

De disk wordt afgespeeld.<br />

Op het display wordt een CD- pictogram<br />

getoond.<br />

Wanneer het contact of de radio<br />

uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />

speler. Wanneer het contact en de<br />

radio ingeschakeld worden, gaat de<br />

cd verder met afspelen op het punt<br />

waar de cd was gestopt.<br />

Het nummer van het muziekstuk<br />

verschijnt op het display wanneer<br />

elk muziekstuk met afspelen begint.<br />

Wanneer er een CD-R wordt afgespeeld,<br />

kan de geluidskwaliteit<br />

minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />

van de CD-R, de opnamemethode,<br />

de kwaliteit van de opgenomen<br />

muziek of de manier waarop de CD-<br />

R is behandeld. Het gevolg kan zijn<br />

overslaan, problemen met het<br />

vinden van tracks en/of met het inen<br />

uitvoeren van CD-R's. Als deze<br />

problemen zich voordoen, controleer<br />

dan de onderzijde op schade.<br />

OPMERKING<br />

Breng geen papieren labels aan<br />

op cd's. De labels kunnen vast<br />

komen te zitten in de speler.<br />

Steek slechts een cd per keer in<br />

het apparaat.<br />

Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />

cd's.<br />

Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />

en vuil uit de buurt van de<br />

laadsleuf.<br />

–<br />

129 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 130 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Als er ooit een foutmelding op het<br />

display verschijnt, raadpleeg dan<br />

"Foutmeldingen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />

toon en de toetsen voor de<br />

luidsprekers op dezelfde manier als<br />

voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />

kunnen verschillende<br />

functies hebben wanneer een CD<br />

naar binnen wordt gestoken.<br />

Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />

de CD-spelerfuncties boven<br />

elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />

(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

Vorige/Volgende map<br />

Druk op de druktoets onder om<br />

naar de eerste track in de volgende<br />

map te gaan.<br />

Druk op de druktoets onder om<br />

de eerste track in de vorige map af te<br />

spelen.<br />

Snel vooruitspoelen/ Snel<br />

terugspoelen<br />

Houd de toets FWD of <br />

REV ingedrukt om snel naar voren<br />

of terug naar een ander deel van de<br />

disk te gaan.<br />

U hoort het geluid bij een lager volume<br />

terwijl u vooruit of achteruit<br />

door de disk bladert.<br />

Laat de toets los voor de normale<br />

afspeelsnelheid.<br />

De verstreken tijd verschijnt op het<br />

display terwijl het systeem de CD<br />

voor- of achteruitspoelt.<br />

Willekeurig afspelen<br />

• Voertuigen met cd-speler voor<br />

één cd:<br />

Druk op de druktoets onder<br />

RDM om de nummers in een<br />

willekeurige volgorde af te<br />

spelen.<br />

Het symbool "willekeurig" wordt<br />

op het display weergegeven.<br />

Druk de toets nogmaals in om<br />

deze voorziening uit te<br />

schakelen.<br />

Deze functie is niet beschikbaar<br />

in de afspeellijstmodus.<br />

. . . 130


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 131 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• Voertuigen met cd-wisselaar<br />

voor zes cd's:<br />

Druk op de druktoets onder<br />

RDM (willekeurig) totdat<br />

RANDOMIZE CURRENT DISC<br />

(huidige disk willekeurig afspelen)<br />

op het display wordt weergegeven,<br />

waarna de tracks op de<br />

geselecteerde disk willekeurig en<br />

niet op volgorde worden<br />

afgespeeld.<br />

Druk op de druktoets onder<br />

RDM (willekeurig) totdat<br />

RANDOMIZE ALL DISCS (alle<br />

disks willekeurig afspelen) op het<br />

display wordt weergegeven,<br />

waarna de cd's en tracks willekeurig<br />

worden afgespeeld.<br />

Druk de toets nogmaals in om<br />

deze voorziening uit te<br />

schakelen.<br />

Music Navigator<br />

Druk op de druktoets onder om<br />

MP3-bestanden per artiest of album<br />

af te spelen. Het kan enkele minuten<br />

duren voordat de disk is gescand en<br />

de bestanden op ID3-tag voor<br />

artiest of album zijn gesorteerd, dit<br />

is afhankelijk van het aantal MP3-<br />

bestanden op de disk.<br />

De radio kan gewoon worden<br />

gebruikt terwijl de speler de disk<br />

scant.<br />

Wanneer de scan is voltooid, wordt<br />

de disk afgespeeld.<br />

De speler speelt MP3-bestanden<br />

standaard op volgorde per artiest af.<br />

De huidige artiest wordt op de<br />

tweede regel van het display tussen<br />

de pijlen weergegeven. Wanneer<br />

alle tracks van een artiest zijn afgespeeld,<br />

gaat de speler op alfabetische<br />

volgorde naar de volgende<br />

artiest.<br />

Wanneer u naar MP3-bestanden<br />

van een andere artiest wilt luisteren,<br />

drukt u op de druktoets onder een<br />

van de pijltjes om op alfabetische<br />

volgorde naar de volgende of vorige<br />

artiest te gaan. Blijf op een van de<br />

toetsen drukken, totdat de gewenste<br />

artiest is geselecteerd.<br />

U kunt van afspelen op artiest overschakelen<br />

op afspelen op album<br />

door op de druktoets onder SORT<br />

BY (sorteren op) te drukken. Druk<br />

op een van de druktoetsen om een<br />

album te selecteren.<br />

Druk op de druktoets onder BACK<br />

(vorige) om naar het hoofdscherm<br />

voor de Music Navigator te gaan.<br />

Het huidige album wordt op de<br />

tweede regel van het display tussen<br />

de pijlen weergegeven. Wanneer<br />

alle tracks van een album zijn afgespeeld,<br />

gaat de speler op alfabetische<br />

volgorde naar het volgende<br />

album.<br />

U kunt de Music Navigator afsluiten<br />

met de druktoets onder BACK<br />

(vorige).<br />

–<br />

131 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 132 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Zoeken<br />

Draai de knop naar rechts of links<br />

om naar het volgende of vorige<br />

nummer te gaan.<br />

Druk op het rechterpijltje van de<br />

toets SEEK om snel naar het begin<br />

van de volgende track te gaan.<br />

Druk op het linkerpijltje op de toets<br />

SEEK om snel naar het begin van de<br />

huidige of vorige track te gaan.<br />

Als u de toets ingedrukt houdt of<br />

deze meermalen indrukt, zal de<br />

speler de CD verder voorwaarts of<br />

achterwaarts blijven doorspoelen.<br />

Informatietoets<br />

Druk op terwijl er een cd met MP3-<br />

bestanden is geladen om meer<br />

informatie, zoals de naam van de<br />

artiest en het album, weer te geven.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Druk op de toets BAND om de CD<br />

te stoppen en over te schakelen op<br />

radioweergave.<br />

Druk op CD AUX om de disk<br />

opnieuw af te laten spelen.<br />

Wanneer er een disk is geladen,<br />

worden een cd-symbool en het<br />

tracknummer op het display weergegeven.<br />

Wanneer uw voertuig is<br />

voorzien van een cd-speler voor 6<br />

cd's wordt het disknummer ook<br />

weergegeven.<br />

Druk nog een keer op CD/AUX om<br />

naar een extra apparaat te zoeken.<br />

Wanneer er geen extra apparaat<br />

wordt gevonden, wordt NO AUX<br />

INPUT DEVICE FOUND (geen extra<br />

apparaat gevonden) op het display<br />

weergegeven.<br />

Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie over het gebruik<br />

van een extra apparaat met de<br />

geluidsinstallatie.<br />

. . . 132


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 133 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

CD's uitwerpen<br />

• Voertuigen met cd-speler voor<br />

één cd:<br />

Voor het uitwerpen van de CD<br />

drukt u op de toets (bevindt zich<br />

naast de sleuf voor de CD).<br />

U hoort een pieptoon.<br />

EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />

wordt op het display<br />

weergegeven.<br />

Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />

wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />

op het display<br />

weergegeven.<br />

• Voertuigen met cd-wisselaar<br />

voor zes cd's:<br />

Druk in en laat deze weer los<br />

om de CD uit te werpen die<br />

wordt afgespeeld.<br />

U hoort een pieptoon.<br />

EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />

wordt op het display<br />

weergegeven.<br />

Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />

wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />

op het display<br />

weergegeven.<br />

Als de disk niet binnen korte tijd<br />

wordt verwijderd, wordt hij<br />

automatisch teruggenomen<br />

door de speler.<br />

Houd de uitwerptoets twee<br />

seconden ingedrukt om alle<br />

disks uit te werpen.<br />

–<br />

Als de disk niet binnen korte tijd<br />

wordt verwijderd, wordt hij<br />

automatisch teruggenomen<br />

door de speler.<br />

133 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 134 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Foutmeldingen<br />

Wanneer DISC ERROR wordt weergegeven<br />

en/of de cd uit het apparaat<br />

komt, dan is er een storing. De<br />

oorzaak kan extreme hitte, oneffen<br />

wegdek, vocht of een beschadigde<br />

of onjuist geplaatste cd zijn. De cd<br />

kan niet worden afgespeeld of kan<br />

uit het apparaat worden geworpen.<br />

Tenzij de cd beschadigd is, zal de cd<br />

normaal afspelen wanneer de<br />

omstandigheden weer normaal zijn.<br />

Er kan zich een storing voordoen<br />

wanneer de afspeellijst, gecomprimeerde<br />

audiobestanden of gegevensbestanden<br />

een formaat hebben<br />

dat niet door de speler wordt<br />

ondersteund.<br />

Bij het afspelen van een CD-R kan de<br />

geluidskwaliteit minder zijn als<br />

gevolg van de kwaliteit van de CD-<br />

R, de opnamemethode, de kwaliteit<br />

van de opgenomen muziek of de<br />

manier waarop de CD-R is behandeld.<br />

Het gevolg kan zijn overslaan,<br />

problemen met het vinden van<br />

tracks en/of met het in- en uitvoeren<br />

van CD-R's.<br />

Plak geen papieren labels op de cd's<br />

omdat ze in de cd-speler kunnen<br />

blijven steken.<br />

Indien storingen steeds weer plaatsvinden<br />

of indien een storing niet kan<br />

worden verholpen, neem dan<br />

contact op met uw dealer.<br />

Geef foutcodes die misschien op het<br />

display zijn verschenen aan uw<br />

dealer.<br />

. . . 134


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 135 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

DRAAGBAAR<br />

MUZIEKAPPARAAT<br />

Er kan een draagbaar muziekapparaat,<br />

zoals een MP3-speler, iPod,<br />

PDA, laptop (met microfooningang)<br />

of een cassettespeler, worden<br />

aangesloten op de geluidsinstallatie;<br />

dit kan via de radio en de luidsprekers<br />

worden afgespeeld.<br />

Sluit een kabel met een stekker van<br />

3,5 mm van het draagbare muziekapparaat<br />

aan op de extra aansluiting<br />

op het voorpaneel van de radio.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u uitgebreid met het<br />

entertainmentsysteem bezig<br />

bent, hebt u meer kans op een<br />

aanrijding met letsel of de dood<br />

tot gevolg.<br />

Bestuurders wordt aangeraden<br />

extra apparatuur in te stellen terwijl<br />

het voertuig in P (parkeren) staat.<br />

Druk wanneer er een apparaat is<br />

aangesloten op CD/AUX om de<br />

audio van het apparaat via de luidsprekers<br />

van de radio af te spelen.<br />

Draai de knop naar rechts om het<br />

volume te laten toenemen en naar<br />

links om het te laten afnemen.<br />

U kunt het volume van het draagbare<br />

apparaat instellen op het gewenste<br />

volume.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Druk op BAND om terug te schakelen<br />

naar de radio.<br />

Het draagbare muziekapparaat blijft<br />

afspelen. Gebruik de knoppen om te<br />

stoppen met afspelen.<br />

Druk op CD/AUX om over te schakelen<br />

van het draagbare apparaat<br />

naar een cd.<br />

Druk nog een keer op CD/AUX om<br />

naar een extra apparaat te zoeken.<br />

Wanneer er geen extra apparaat<br />

wordt gevonden, wordt NO AUX<br />

INPUT DEVICE FOUND (geen extra<br />

apparaat gevonden) op het display<br />

weergegeven.<br />

–<br />

135 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 136 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

ZORG VOOR UW CD'S<br />

Hanteer de schijven met grote zorg.<br />

Bewaar ze in de originele doosjes of<br />

andere verpakking en stel ze niet<br />

bloot aan direct zonlicht en stof.<br />

Indien het oppervlak van een schijf<br />

vervuild is, maak dan een schone,<br />

zachte doek vochtig met een zacht<br />

sopje en veeg de schijf schoon<br />

vanuit het midden naar de<br />

zijkanten.<br />

Raak het signaaloppervlak onder<br />

geen enkele omstandigheid aan<br />

tijdens het hanteren van een schijf.<br />

Houd schijven vast bij de buitenrand<br />

of bij het middelste gat en de<br />

buitenrand.<br />

ZORG VOOR UW CD-SPELER<br />

Het gebruik van reinigings-CD's<br />

voor de CD-lens wordt afgeraden.<br />

Het gebruik van lensreinigings-CD's<br />

kan resulteren in de vervuiling van<br />

de optische lens van de CD-speler.<br />

BEVEILIGING TEGEN<br />

DIEFSTAL<br />

De antidiefstalfunctie leert automatisch<br />

een deel van het<br />

voertuigidentificatienummer.<br />

Uw radio werkt niet als hij is gestolen<br />

of in een ander voertuig is<br />

gemonteerd.<br />

. . . 136


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 137 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

A<br />

AUDIOTOETSEN OP<br />

STUURWIEL<br />

De bediening voor de radio is bij uw<br />

voertuig op het stuurwiel<br />

gemonteerd.<br />

Zoeken<br />

Druk op de bovenkant of onderkant<br />

van schakelaar om snel naar de<br />

volgende of vorige vooraf ingestelde<br />

radiozender op de huidige golflengte<br />

te gaan.<br />

B<br />

C<br />

De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />

met zwakke ontvangst.<br />

Als er een cd wordt afgespeeld, kunt<br />

u met het pijltje omhoog of omlaag<br />

de volgende of vorige track op de<br />

disk selecteren.<br />

Volumeregelaar<br />

Druk op de omhoog of omlaag<br />

wijzende pijl op de volumetoets <br />

om het volume te verhogen of te<br />

verlagen.<br />

Toets Mute op het stuurwiel/<br />

Toets stemherkenning navigatiesysteem<br />

(indien van toepassing)<br />

Druk op om het geluid uit de luidsprekers<br />

van het systeem te<br />

dempen. Wanneer de inzittenden<br />

op de achterbank via de koptelefoon<br />

luisteren, wordt het geluid niet<br />

gedempt.<br />

Druk nog een keer op om het<br />

geluid weer in te schakelen.<br />

Bij het navigatiesysteem regelt de<br />

toets het spraakherkenningssysteem.<br />

Zie de afzonderlijke handleiding<br />

van het navigatiesysteem voor<br />

meer informatie over hoe u dit<br />

systeem moet gebruiken.<br />

Spraakherkenning is alleen te<br />

gebruiken wanneer er een kaartendvd<br />

voor het navigatiesysteem in<br />

het systeem is geplaatst.<br />

Wanneer de kaarten-dvd niet in het<br />

apparaat is geplaatst of in gebieden<br />

waarvoor de kaarten-dvd niet<br />

geschikt is, is de schakelaar niet<br />

beschikbaar.<br />

–<br />

137 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 138 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

ANTENNE<br />

De antenne is in de achterraampjes<br />

ingebouwd.<br />

OPMERKING<br />

Breng later geen getinte folie aan<br />

op de ruiten. De metallic laag in<br />

sommige getinte folie-producten<br />

zorgt voor interferentie met of<br />

verstoort de binnenkomende<br />

radio-ontvangst.<br />

U kunt zo de antenne beschadigen<br />

en een heldere ontvangst<br />

door de radio belemmeren. De<br />

reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

Indien u gebruik maakt van een<br />

draagbare telefoon die niet met het<br />

voertuig is bijgeleverd, en de antenne<br />

aan de ruit moet worden bevestigd,<br />

voorkom dan beschadiging<br />

van de bestaande verwarmingsdraden<br />

in de ruit. Plaats de antenne van<br />

de draagbare telefoon niet op de<br />

verwarmingsdraden in de ruit.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik geen scherpe voorwerpen<br />

zoals een scheermesje om de<br />

achterraampjes te reinigen.<br />

U kunt zo de antenne beschadigen<br />

en een heldere ontvangst<br />

door de radio belemmeren. De<br />

reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

ENTERTAINMENTSYSTEEM<br />

VOOR ACHTERPASSAGIERS<br />

(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />

Zie de afzonderlijke handleiding<br />

voor meer informatie over de wijze<br />

waarop dit systeem moet worden<br />

gebruikt.<br />

. . . 138


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 139 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

AUDIOSYSTEEM VOOR<br />

INZITTENDEN ACHTERIN<br />

(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />

Met deze functies kunnen de passagiers<br />

op de achterbank de beschikbare<br />

audiobronnen (AM-FM, cd,<br />

dvd of extra bron, indien aanwezig)<br />

selecteren en bedienen.<br />

De passagiers op de achterbank<br />

kunnen alleen gebruikmaken van de<br />

geluidsbronnen waarnaar de passagiers<br />

op de voorstoelen niet luisteren.<br />

De knoppen voor het<br />

audiosysteem voor in het voertuig<br />

hebben voorrang op de knoppen<br />

achter in het voertuig.<br />

Als bijvoorbeeld de passagiers voorin<br />

de auto reeds luisteren naar AM of<br />

FM radio, dan kan de achterste<br />

geluidsregelaar niet schakelen<br />

tussen de frequenties en kan niet<br />

een andere frequentieband kiezen.<br />

SRCE<br />

PROG<br />

–<br />

Het geluid van het systeem kan met<br />

de bedrade koptelefoon (niet<br />

meegeleverd) worden beluisterd.<br />

Dit systeem is geschikt voor maximaal<br />

twee bedrade koptelefoons.<br />

U kunt de bedrade koptelefoon<br />

gebruiken door de koptelefoon in<br />

de aansluiting op het paneel voor<br />

het audiosysteem voor achterpassagiers<br />

te steken.<br />

Wanneer uw voertuig is voorzien<br />

van het entertainmentsysteem voor<br />

achterpassagiers, is het geluid van<br />

het audiosysteem voor achterpassagiers<br />

ook via kanaal 2 van de draadloze<br />

koptelefoons van het<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers<br />

te horen.<br />

Als uw voertuig ook is uitgerust<br />

met een entertainmentsysteem<br />

voor achterpassagiers, zie dan de<br />

aparte handleiding voor het<br />

navigatiesysteem.<br />

139 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 140 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Er kan nog geluid uit de luidsprekers<br />

achter hoorbaar zijn als de geluidsinstallatie<br />

voor achterpassagiers actief<br />

is via de koptelefoons.<br />

Het audiosysteem achterin kan ook<br />

worden gebruikt wanneer het voorste<br />

hoofdsysteem is afgezet.<br />

Aan/uit-toets<br />

Druk op om het audiosysteem<br />

voor de achterbank in te schakelen.<br />

Druk nog een keer op de toets om<br />

het systeem uit te schakelen.<br />

Wanneer het systeem is ingeschakeld,<br />

wordt het symbool voor de<br />

koptelefoon op het voorste radiodisplay<br />

weergegeven.<br />

Volumeregelaar<br />

De linkerknop regelt het volume<br />

voor de bedrade koptelefoon links<br />

en de rechterknop regelt het volume<br />

voor de bedrade koptelefoon<br />

rechts.<br />

Draai de volumeknop om het volume<br />

te vergroten of te verkleinen.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Wanneer u herhaaldelijk op SRCE<br />

drukt, bladert het audiosysteem<br />

voor achterpassagiers door de<br />

volgende geluidsbronnen:<br />

• AM-band<br />

• FM-band<br />

• tv (indien van toepassing)<br />

• disk<br />

• extra apparaat (indien<br />

aangesloten)<br />

Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />

eerder in dit hoofdstuk<br />

voor informatie over het gebruik<br />

van een extra apparaat met de<br />

geluidsinstallatie.<br />

Zoeken<br />

Wanneer de AM-radio, FM-radio of<br />

televisie (indien aanwezig) actief is,<br />

druk dan op of om naar de<br />

volgende of vorige zender/kanaal te<br />

gaan en daar te blijven staan.<br />

Wanneer u naar een cd of audio-dvd<br />

luistert, kunt u met de toets de<br />

volgende track/hoofdstuk zoeken.<br />

Wanneer u naar een cd of audio-dvd<br />

luistert, kunt u met de toets het<br />

begin van de huidige of vorige<br />

track/hoofdstuk zoeken.<br />

. . . 140


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 141 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Als er minder dan 10 seconden van<br />

de track of het hoofdstuk is afgespeeld,<br />

gaat het systeem terug naar<br />

de vorige track. Als er meer dan 10<br />

seconden van de track is afgespeeld,<br />

start het systeem de huidige track/<br />

hoofdstuk opnieuw.<br />

Opmerking:<br />

Deze voorzieningen werken niet<br />

wanneer de passagiers voorin en<br />

achterin de auto naar dezelfde<br />

geluidsbron luisteren.<br />

SRCE<br />

Afstemmen<br />

Wanneer u handmatig op een<br />

volgende of vorige zender wilt<br />

afstemmen, kunt u of ingedrukt<br />

houden totdat het display<br />

knippert.<br />

Wanneer het display knippert, drukt<br />

u de gewenste pijltjestoets in en laat<br />

u deze weer los om de frequentie<br />

één stap te verhogen of verlagen.<br />

Wanneer er enkele seconden niets<br />

gebeurt, stopt het display met knipperen<br />

en stopt het handmatig<br />

afstemmen.<br />

PROG<br />

Opmerking:<br />

Deze voorziening werkt niet<br />

wanneer de passagiers voorin en<br />

achterin de auto naar dezelfde<br />

geluidsbron luisteren.<br />

–<br />

141 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 142 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Navigatie door het dvd-menu<br />

Terwijl er een dvd-videomenu op<br />

het videoscherm wordt weergegeven,<br />

kunt u de toetsen en<br />

gebruiken om de cursor te<br />

verplaatsen.<br />

• Druk op het pijltje links of rechts<br />

en laat weer los om de cursor<br />

omhoog en omlaag door het<br />

menu te laten gaan.<br />

• Houd het pijltje links of rechts<br />

ingedrukt om de cursor naar<br />

rechts en links door het menu te<br />

laten gaan.<br />

Druk terwijl er een dvd-videomenu<br />

op het videoscherm wordt weergegeven<br />

op PROG om een gemarkeerde<br />

menuoptie te selecteren of een<br />

"enter"-functie uit te voeren.<br />

PROG-toets<br />

Wanneer de radio geselecteerd is als<br />

audiobron voor de achterpassagiers,<br />

druk dan op de toets PROG om<br />

door de zenders te bladeren die zijn<br />

opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen<br />

van de hoofdradio.<br />

Wanneer u naar een cd of audio-dvd<br />

in de cd-speler luistert, kunt u met<br />

deze toets terug naar het begin van<br />

de disk.<br />

Wanneer u naar een cd of dvd luistert,<br />

gaat het systeem naar de<br />

volgende track/hoofdstuk of naar de<br />

volgende disk, als er meerdere disks<br />

in de cd-wisselaar zijn geplaatst.<br />

Druk terwijl er een dvd-videomenu<br />

op het videoscherm wordt weergegeven<br />

op PROG om een gemarkeerde<br />

menuoptie te selecteren of een<br />

"enter"-functie uit te voeren.<br />

Opmerking:<br />

Deze voorzieningen werken niet<br />

wanneer de passagiers voorin en<br />

achterin de auto naar dezelfde<br />

geluidsbron luisteren.<br />

. . . 142


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 143 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Het systeem bestaat uit bedieningstoetsen<br />

en een scherm en is<br />

uitgerust met een navigatie-geleidingssysteem<br />

met routeplanner.<br />

Zie de afzonderlijke handleiding<br />

voor meer informatie over de wijze<br />

waarop dit systeem moet worden<br />

gebruikt.<br />

NAV<br />

DEST<br />

RPT<br />

FAV<br />

AUDIO<br />

MENU<br />

SEEK<br />

SEEK<br />

Het navigatiesysteem kan ook interactief<br />

met de radio reageren voor<br />

het ontvangen van verkeersinformatie,<br />

weerberichten en<br />

noodtoestanden.<br />

–<br />

■ NAVIGATIESYSTEEM<br />

(INDIEN VAN<br />

TOEPASSING)<br />

Het navigatiesysteem bevindt zich<br />

in het midden van het instrumentenpaneel.<br />

143 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 144 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ BEDIENINGSORGANEN<br />

OP STUURWIEL/STUUR-<br />

KOLOM<br />

De volgende bedieningsorganen<br />

zijn op het stuurwiel en de stuurkolom<br />

aangebracht.<br />

Stuurkolomschakelaar<br />

Gebruik deze toets om de volgende<br />

functies te regelen:<br />

• Richtingaanwijzers<br />

• Koplampen<br />

• Mistlampen<br />

Raadpleeg voor meer informatie de<br />

rubriek "Stuurkolomschakelaar"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Claxon<br />

De claxon wordt ingeschakeld door<br />

op de symbolen op het stuurwiel<br />

te drukken.<br />

A<br />

Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar<br />

Beweeg de grote schakelaar aan<br />

de zijkant van het stuurwiel naar<br />

boven of beneden om de ruitenwissers<br />

in of uit te schakelen.<br />

F<br />

D<br />

G<br />

B<br />

E<br />

C<br />

F<br />

Zie "Ruitenwisser/ruitensproeierschakelaar"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

. . . 144


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 145 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Hendel stuurwielverstelling<br />

Hiermee kunt u het stuurwiel<br />

omhoog of omlaag kantelen. Houd,<br />

om het stuurwiel te kantelen, het<br />

stuurwiel vast en trek de hendel <br />

naar u toe.<br />

Plaats het stuurwiel in de gewenste<br />

stand en laat de hendel los.<br />

Wijzig de stand van het stuurwiel<br />

niet tijdens het rijden.<br />

Contactslot<br />

Zie Starten en bedieningsvoorschriften<br />

voor meer informatie over het<br />

contactslot .<br />

Stuurwielschakelaars<br />

Uw voertuig is voorzien van bedieningsorganen<br />

op het stuurwiel <br />

voor de volgende systemen:<br />

• Cruise control<br />

Zie onder "Cruise control" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />

informatie.<br />

• Verwarmd stuurwiel<br />

Raadpleeg "Bedieningsorganen<br />

verwarmd stuurwiel" verderop in<br />

dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

• Audiosysteem<br />

Uw voertuig is uitgerust met<br />

radiotoetsen op het stuurwiel.<br />

Raadpleeg "Geluidsinstallatie en<br />

klok" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

–<br />

145 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 146 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• Toets spraakherkenning navigatiesysteem<br />

(waar van toepassing)<br />

Bij het navigatiesysteem regelt<br />

de toets systeem. Zie afzonderlijke<br />

handboek voor het navigatiesysteem<br />

voor meer<br />

informatie.<br />

Bediening instelbare gas- en<br />

rempedalen (indien van<br />

toepassing)<br />

Als uw auto is uitgerust met instelbare<br />

gas- en rempedalen, dan bevindt<br />

het bedieningsorgaan zich op de<br />

stuurkolom. Zie "Instelbare gas- en<br />

rempedalen" in hoofdstuk 3 voor<br />

meer informatie.<br />

Bedieningsorganen verwarmd<br />

stuurwiel (indien van<br />

toepassing)<br />

Uw voertuig kan zijn voorzien van<br />

een verwarmd stuurwiel.<br />

Druk op de toets om het stuurwiel te<br />

verwarmen. Het controlelampje in<br />

de toets brandt wanneer het<br />

systeem is ingeschakeld.<br />

Druk de toets nogmaals in om deze<br />

voorziening uit te schakelen.<br />

Het duurt enkele minuten voordat<br />

het stuurwiel de hoogste temperatuur<br />

bereikt.<br />

. . . 146


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 147 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

OPMERKING<br />

Verwijder sneeuw en ijs van de<br />

wisserbladen voordat ze worden<br />

ingeschakeld, om beschadiging<br />

van de wisserbladen en de<br />

wissermotor te voorkomen.<br />

■ RUITENWISSERS-/<br />

RUITENSPROEIER-<br />

SCHAKELAAR<br />

Ruitenwissers<br />

Duw de schakelaar omlaag richting<br />

en laat hem vervolgens los om<br />

de ruitenwissers een enkele wisbeweging<br />

te laten maken. Houd de<br />

schakelaar in deze stand om de<br />

ruitenwissers meerdere wisbewegingen<br />

te laten maken.<br />

Om de wisbewegingen met intervallen<br />

te laten plaatsvinden moet de<br />

schakelaar in de eerste stand<br />

omhoog worden geplaatst. U kunt<br />

het interval tussen de cycli aanpassen<br />

door de knop omhoog of<br />

omlaag te draaien.<br />

Plaats, afhankelijk van de omstandigheden,<br />

de schakelaar in de tweede<br />

of de derde stand voor<br />

ononderbroken wisbewegingen.<br />

Draai het schakelaardeel naar de<br />

"uit"-stand om de wissers uit te<br />

schakelen.<br />

De ruitenwissers worden beschermd<br />

door een stroomonderbreker. Als er<br />

een elektrische overbelasting plaats<br />

vindt, stopt het wissersysteem tot de<br />

motor is afgekoeld.<br />

–<br />

147 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 148 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Door wissers ingeschakelde<br />

koplampen<br />

Wanneer de schakelaar voor de<br />

automatische verlichting in de ingeschakelde<br />

stand staat, dan zullen de<br />

koplampen in werking komen<br />

indien de voorruitwissers ongeveer<br />

zes seconden in werking zijn<br />

geweest.<br />

Raadpleeg "Verlichting" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Ruitensproeiers<br />

Druk de schakelaar op het uiteinde<br />

van de hefboom in om de ruitensproeiers<br />

in werking te laten treden.<br />

De sproeiers blijven werken tot u de<br />

schakelaar loslaat. De wissers zullen<br />

de ruit schoonvegen en dan tot stilstand<br />

komen of weer werken met de<br />

vooraf afgestelde snelheid.<br />

Wanneer het ruitensproeierreservoir<br />

bijna leeg is, wordt op het display<br />

van het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder WASHER FLUID LOW --<br />

ADD FLUID (sproeiervloeistofpeil<br />

laag -- voleistof bijvullen)<br />

weergegeven.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" eerder<br />

in dit hoofdstuk.<br />

WAARSCHUWING<br />

Gebruik als het vriest pas ruitensproeier<br />

als de voorruit is<br />

verwarmd; anders kan zich ijsvorming<br />

voordoen, wat uw zicht<br />

ernstig belemmerd.<br />

. . . 148


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 149 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Druk op het midden van de toets<br />

om sproeiervloeistof op de achterruit<br />

te spuiten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Koplampsproeiers<br />

Om de koplampen te wassen is het<br />

nodig de voorruitsproeiers in te<br />

schakelen terwijl de koplampen<br />

branden.<br />

Als het peil van de ruitenwisservloeistof<br />

laag is, werken de koplampsproeiers<br />

niet.<br />

De koplampsproeiers worden elke<br />

vijfde keer ingeschakeld dat de<br />

ruitenwissers voor de voorruit<br />

worden geactiveerd.<br />

Ruitenwisser/ruitensproeier,<br />

achter<br />

Uw auto is uitgerust met een ruitenwisser<br />

voor de achterruit.<br />

De schakelaar bevindt zich in het<br />

schakelaarpaneel in de voorste<br />

dakconsole.<br />

Druk het bovenste of onderste deel<br />

van de schakelaar in om de achterruitwisser<br />

in te schakelen.<br />

• Druk voor ononderbroken wisbewegingen<br />

op . Druk op<br />

om de achterruitenwisser uit te<br />

schakelen.<br />

• Druk op om de wisbewegingen<br />

met intervallen uit te<br />

schakelen.<br />

Gebruik als het vriest pas ruitensproeier<br />

als de voorruit is<br />

verwarmd; anders kan zich ijsvorming<br />

voordoen, wat uw zicht<br />

ernstig belemmerd.<br />

De achterruitsproeier maakt gebruik<br />

van hetzelfde sproeierreservoir als<br />

de voorruitsproeiers.<br />

Indien de voorruitsproeiers werken,<br />

maar niet die van de achterruit, dan<br />

is het vloeistofpeil in het ruitensproeierreservoir<br />

waarschijnlijk te<br />

laag.<br />

–<br />

149 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 150 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ STUURKOLOMSCHAKE-<br />

LAAR<br />

Richtingaanwijzers<br />

Wanneer u wilt aangeven dat u gaat<br />

afslaan, zet u de hendel helemaal<br />

omhoog of omlaag. Na de bocht<br />

gaat de hendel automatisch terug<br />

naar de beginstand.<br />

Wanneer u wilt aangeven dat u van<br />

rijbaan wilt wisselen, zet u de hendel<br />

omhoog totdat de pijl begint te<br />

knipperen. Houd de hendel hier<br />

totdat u op de andere rijbaan bent.<br />

Er gaat een pijl op het instrumentenpaneel<br />

knipperen in de richting van<br />

de bocht of rijbaanwisseling.<br />

Wanneer een richtingaanwijzer langer<br />

dan 1,2 km (3/4 mijl) blijft ingeschakeld,<br />

klinkt er een geluidssignaal en<br />

wordt het bericht TURN SIGNAL ON<br />

(richtingaanwijzer aan) op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

weergegeven om u eraan te herinneren<br />

deze uit te schakelen. Wanneer de<br />

richtingaanwijzer langer moet blijven<br />

werken, schakel hem dan even uit en<br />

meteen weer in.<br />

Indien een pijl sneller knippert dan<br />

normaal wanneer u de richtingaanwijzers<br />

laat werken om verandering van<br />

richting of rijbaan aan te geven, dan<br />

kan een gloeilamp defect zijn. Controleer<br />

de gloeilampen van de voorste en<br />

achterste richtingaanwijzers.<br />

Wanneer een gloeilamp kapot is,<br />

moet u deze vervangen om ongevallen<br />

te voorkomen.<br />

Indien de pijlen in het geheel niet<br />

knipperen wanneer u richtingverandering<br />

of verandering van rijbaan<br />

aangeeft, controleer dan op defecte<br />

gloeilampen en op een defecte<br />

zekering.<br />

Zie "Zekeringen en stroomonderbrekers"<br />

in hoofdstuk 4 voor meer<br />

informatie.<br />

Schakelaars koplampen<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"VERLICHTING" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

. . . 150


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 151 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Grootlicht-/dimlichtschakelaar<br />

Wanneer de koplampen zijn ingeschakeld<br />

en de schakelaararm in de<br />

middenstand staat, dan branden de<br />

koplampen op dimlicht.<br />

Beweeg de schakelaararm in de richting<br />

van de voorkant van het voertuig<br />

om het grootlicht in te<br />

schakelen.<br />

Bij ingeschakeld grootlicht brandt<br />

de controlelamp op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Beweeg de schakelaararm weer<br />

terug in de middenstand voor het<br />

weer inschakelen van het dimlicht.<br />

Het is mogelijk met grootlicht een<br />

signaal te geven om de aandacht te<br />

trekken van andere weggebruikers.<br />

Trek de multifunctionele hendel<br />

naar u toe en laat weer los.<br />

Wanneer de koplampen op groot<br />

licht staan terwijl het contact wordt<br />

uitgeschakeld, gaat het groot licht<br />

branden wanneer u de volgende<br />

keer het voertuig start.<br />

■ CRUISE CONTROL<br />

Cruise control biedt de mogelijkheid<br />

om uw auto met een snelheid van<br />

ongeveer 40 km/u of sneller met<br />

constante snelheid te laten rijden,<br />

zonder dat u uw voet op het gaspedaal<br />

houdt.<br />

De bedieningsschakelaars bevinden<br />

zich op het stuurwiel.<br />

Wanneer de cruise control wordt<br />

ingeschakeld, zal de cruise controlelamp<br />

in de instrumentengroep ook<br />

gaan branden.<br />

–<br />

151 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 152 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Wanneer de cruise control is ingeschakeld<br />

en het als optie leverbare<br />

tractieregelsysteem wordt geactiveerd,<br />

zal de cruise control automatisch<br />

worden uitgeschakeld.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

• Stabilitrak ® -systeem<br />

Zodra de omstandigheden weer<br />

normaal zijn, mag u de cruise<br />

control weer inschakelen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het is gevaarlijk om de cruise<br />

control in druk verkeer te gebruiken,<br />

evenals op gladde of bochtige<br />

wegen.<br />

De cruise control werkt niet<br />

wanneer de handrem is ingesteld of<br />

wanneer het remvloeistofpeil in de<br />

hoofdremcilinder laag is.<br />

Cruise control inschakelen<br />

1. Druk op de toets voor de<br />

cruise control.<br />

2. Geef gas tot u met de gewenste<br />

snelheid rijdt.<br />

3. Druk op de toets SET en laat<br />

deze los.<br />

4. Neem uw voet van het<br />

gaspedaal.<br />

. . . 152


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 153 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat de cruise controlschakelaar<br />

niet in de ingeschakelde stand<br />

staan wanneer u de cruise<br />

control niet gebruikt.<br />

Cruise control uitschakelen<br />

Wanneer u de cruise control wilt<br />

uitschakelen zonder het geheugen<br />

voor de ingestelde snelheid te<br />

wissen, moet u het volgende doen:<br />

• Druk het rempedaal in.<br />

of<br />

• Druk op de annuleertoets<br />

van de cruise control.<br />

Wanneer u de cruise control wilt<br />

uitschakelen en het geheugen voor<br />

de ingestelde snelheid wilt wissen,<br />

moet u het volgende doen:<br />

• Druk op de toets voor de<br />

cruise control.<br />

of<br />

• Zet het contact af.<br />

–<br />

153 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 154 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Rijden met de eerder afgestelde<br />

snelheid<br />

Wanneer u de cruise control tijdelijk<br />

heeft uitgeschakeld zonder het<br />

geheugen voor de ingestelde snelheid<br />

te wissen, kunt u de cruise<br />

control als volgt weer inschakelen:<br />

• Druk zodra u ongeveer 40 km/u<br />

of sneller rijdt even op de toets<br />

RES (hervatten/accelereren). Het<br />

voertuig gaat dan automatisch<br />

terug naar de eerder afgestelde<br />

snelheid en blijft deze snelheid<br />

aanhouden.<br />

Ingestelde snelheid verhogen<br />

Zo verhoogt u de ingestelde<br />

snelheid:<br />

• Houd de toets RES ingedrukt. U<br />

kunt de toets ingedrukt houden<br />

terwijl u accelereert naar de<br />

nieuwe snelheid. Wanneer het<br />

voertuig de gewenste snelheid<br />

heeft bereikt, laat u de toets los.<br />

Het voertuig blijft nu met de<br />

hogere snelheid rijden.<br />

• Wanneer u de toets RES aantikt,<br />

neemt de voertuigsnelheid toe<br />

met 1,6 km/u voor elke tik.<br />

Ingestelde snelheid verlagen<br />

• Houd de toets SET ingedrukt.<br />

De auto gaat langzamer rijden.<br />

Zodra de gewenste, lagere snelheid<br />

is bereikt, laat u de toets los.<br />

De auto zal nu de lagere snelheid<br />

handhaven.<br />

• Wanneer u de toets SET aantikt,<br />

neemt de voertuigsnelheid af<br />

met 1,6 km/u voor elke tik.<br />

. . . 154


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 155 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Andere weggebruikers inhalen<br />

wanneer cruise control is<br />

ingeschakeld<br />

Druk eenvoudig het gaspedaal in<br />

om de snelheid te verhogen. Na het<br />

loslaten van de gaspedaal zal de<br />

auto weer automatisch met de<br />

eerder ingestelde snelheid gaan<br />

rijden en deze snelheid handhaven.<br />

De cruise control op heuvels<br />

gebruiken<br />

Hoe goed het cruise-controlsysteem<br />

werkt op heuvels, hangt af van<br />

verschillende factoren:<br />

• voertuigsnelheid<br />

• voertuigbelasting<br />

• steilheid van de heuvel<br />

Wanneer u een steile heuvel oprijdt,<br />

moet u eventueel het gaspedaal<br />

gebruiken om de snelheid te<br />

handhaven.<br />

Wanneer u bergafwaarts rijdt, moet<br />

u eventueel het rempedaal gebruiken<br />

of terugschakelen om de snelheid<br />

van het voertuig te regelen.<br />

Wanneer de rem wordt ingedrukt,<br />

wordt de cruise control<br />

uitgeschakeld.<br />

■ SPIEGELS<br />

Zie "Geheugenfunctie" later in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het programmeren van twee<br />

sets buitenspiegelstanden in het<br />

geheugen.<br />

–<br />

155 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 156 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Buitenspiegels<br />

Stel de buitenspiegels zodanig af dat<br />

u juist de zijkant van de auto kunt<br />

zien wanneer u in een comfortabele<br />

rijpositie zit.<br />

De buitenspiegel aan de passagierszijde<br />

is convex. Een convexe spiegel<br />

is bolrond zodat u meer kunt zien<br />

vanaf de bestuurdersstoel.<br />

WAARSCHUWING<br />

Convex (bolstaand) spiegelglas<br />

heeft een verkleinende werking,<br />

waardoor voorwerpen verder<br />

weg lijken dan ze in werkelijkheid<br />

zijn. Gebruik ook de binnenspiegel<br />

of kijk over uw schouder<br />

voordat een andere rijbaan<br />

wordt gekozen.<br />

A<br />

C<br />

Elektrisch bediende<br />

buitenspiegels<br />

Gebruik de knoppen op het<br />

bestuurdersportier om de buitenspiegels<br />

te verstellen.<br />

Druk op om de linkerspiegel of op<br />

om de rechterspiegel te<br />

selecteren.<br />

De controlelamp in de toets brandt.<br />

Gebruik de ronde regelaar om de<br />

spiegel af te stellen.<br />

B<br />

D<br />

De stand van de spiegel wordt<br />

versteld door de pijlentoets in de<br />

richting te drukken waarin u de spiegel<br />

wilt verstellen.<br />

Druk wanneer u klaar bent opnieuw<br />

op de toets of om de selectie<br />

van de spiegel op te heffen.<br />

Het controlelampje gaat uit.<br />

Indien de automatische voorziening<br />

voor het dimmen van de dag-/<br />

nachtspiegel in het interieur is ingeschakeld,<br />

dan wordt de spiegel aan<br />

de bestuurderszijde automatisch<br />

gedimd om verblinding te voorkomen<br />

en het zicht achteruit te verbeteren.<br />

Wanneer het lichtschijnsel<br />

afneemt, neemt het spiegelglas zijn<br />

oorspronkelijke kleur weer aan.<br />

Zie voor meer informatie over de<br />

bediening van de automatische<br />

dimfunctie onder "Dimmende<br />

binnenspiegel" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

. . . 156


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 157 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Zie "Geheugenfunctie" later in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het programmeren van twee<br />

sets buitenspiegelstanden in het<br />

geheugen.<br />

Verwarmde spiegels<br />

De verwarming van de buitenspiegels<br />

werkt in combinatie met de<br />

achterruitverwarming.<br />

Zie "Achterruitverwarming" onder<br />

"Verwarmings- en airconditioningsysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

A<br />

B<br />

–<br />

Elektrisch inklapbare<br />

buitenspiegels<br />

Uw voertuig is uitgerust met elektrisch<br />

inklapbare buitenspiegels. Bij<br />

het binnenrijden van een wasstraat<br />

of in smalle straten raden wij u aan<br />

om altijd de spiegels in te klappen.<br />

Druk op om de spiegels uit te<br />

klappen.<br />

Druk op om de spiegels in te<br />

klappen.<br />

Wanneer u nog verder af moet stellen,<br />

kunt u de bediening van de<br />

elektrisch bedienbare spiegel<br />

gebruiken.<br />

157 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 158 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Klap de spiegels niet met de hand in<br />

of uit.<br />

Wanneer u de spiegels handmatig<br />

heeft ingeklapt, kan de motor<br />

mogelijk worden uitgeschakeld<br />

Een spiegel die niet goed vastzit kan<br />

bij normale snelheden schudden of<br />

klapperen en niet op zijn plaats blijven<br />

zitten.<br />

Wanneer de spiegel ooit los komt te<br />

zitten, moet de spiegel worden<br />

gereset.<br />

Wanneer u een spiegel wilt resetten,<br />

moet u de spiegel in- en uitklappen<br />

met de bediening.<br />

Instellingen voor de spiegels voor<br />

het zien van de trottoirband<br />

Wanneer deze functie is ingeschakeld,<br />

wordt de spiegel aan de<br />

bestuurderszijde en/of passagierszijde<br />

omlaag gekanteld wanneer de<br />

versnellingshendel van het voertuig<br />

in R (achteruit) wordt gezet zodat u<br />

de trottoirband kunt zien terwijl u<br />

inparkeert.<br />

Enkele seconden nadat weer uit de<br />

stand R (achteruit) is geschakeld, zal<br />

de spiegel weer de oorspronkelijke<br />

stand innemen.<br />

U kunt het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder gebruiken om deze<br />

functie in of uit te schakelen.<br />

Raadpleeg het volgende onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie:<br />

• Bijzondere eigenschappen<br />

- PARK TILT MIRRORS (spiegels<br />

kantelen bij parkeren)<br />

Dag-/nacht binnenspiegel<br />

OPMERKING<br />

Spuit geen ruitreiniger rechtstreeks<br />

op de spiegel. Gebruik<br />

een vochtige doek of keukenpapier<br />

om de spiegel te reinigen.<br />

De spiegel heeft draaipunten zodat<br />

u hem zowel omhoog en omlaag als<br />

naar links en rechts kunt bewegen.<br />

. . . 158


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 159 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Automatisch dimmende<br />

binnenspiegel<br />

Uw voertuig is uitgerust met een<br />

volledig automatische<br />

achteruitkijkspiegel.<br />

Overdag reflecteert de spiegel al het<br />

licht aan de achterkant van uw auto.<br />

Wanneer in het donker te veel licht<br />

wordt opgevangen, zal het spiegelglas<br />

donker kleuren, zodat slechts<br />

een deel van het licht wordt<br />

gereflecteerd.<br />

Bij het starten van de motor wordt<br />

het systeem automatisch<br />

geactiveerd.<br />

U kunt de toetsen onder op de spiegel<br />

gebruiken om deze functie in of<br />

uit te schakelen.<br />

Druk op AUTO om de functie in te<br />

schakelen. Druk op O om de functie<br />

uit te schakelen.<br />

Make-up spiegels<br />

Make-up spiegels bevinden zich op<br />

de zonnekleppen. De verlichting<br />

van de spiegels wordt automatisch<br />

in- en uitgeschakeld door het klepje<br />

te bewegen.<br />

■ RAMEN<br />

WAARSCHUWING<br />

Kinderen, hulpeloze volwassenen<br />

of huisdieren achterlaten in een<br />

voertuig met gesloten ramen is<br />

gevaarlijk. Zij kunnen onwel<br />

worden door extreme hitte en<br />

permanent letsel overhouden of<br />

zelfs overlijden door de hitte. Laat<br />

een kind, hulpeloze volwassene<br />

of huisdier nooit alleen achter in<br />

een voertuig, met name niet<br />

wanneer de ramen gesloten zijn<br />

bij warm of heet weer.<br />

Laat kinderen niet achter in een<br />

auto met de contactsleutel. Ze<br />

kunnen de elektrisch bediende<br />

ramen of andere bedieningen<br />

gebruiken en zelfs de auto in<br />

beweging brengen. Zo kan een<br />

kind zichzelf of anderen letsel<br />

toebrengen met mogelijk fatale<br />

gevolgen.<br />

–<br />

159 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 160 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

WAARSCHUWING<br />

Kinderen kunnen de elektrisch<br />

bedienbare ramen bedienen en<br />

vast komen te zitten. Hierdoor<br />

kan ernstig of dodelijk letsel<br />

ontstaan. Gebruik de blokkering<br />

voor de elektrisch bedienbare<br />

ramen wanneer er kinderen op<br />

de achterbank zitten.<br />

Elektrisch bediende<br />

portierramen<br />

Met behulp van de schakelaars in de<br />

armsteun van het portier kunnen de<br />

ruiten worden bediend.<br />

Druk op de schakelaar om het raam<br />

te openen.<br />

Trek de schakelaar omhoog om het<br />

raam te sluiten.<br />

Gedurende tien minuten na het<br />

afzetten van het contact of tot een<br />

portier wordt geopend kunnen de<br />

ruiten nog elektrisch worden<br />

bediend.<br />

Zie "Accessoirevoeding" voor<br />

informatie.<br />

Elk passagiersportier heeft een schakelaar<br />

voor het bijbehorende<br />

portierraam.<br />

Elk raam is voorzien van de Express<br />

Up en Down-functie.<br />

Druk de schakelaar in tot de tweede<br />

stand en laat daarna de schakelaar<br />

los om de Express Down-functie te<br />

activeren.<br />

Druk de schakelaar omhoog tot de<br />

tweede stand en laat daarna de<br />

schakelaar los om de Express Upfunctie<br />

te activeren.<br />

. . . 160


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 161 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

U kunt een raam tijdens het openen<br />

of sluiten stoppen door op de schakelaar<br />

te tikken.<br />

De elektrisch bedienbare ramen<br />

worden door een stroomonderbreker<br />

beschermd. Als het elektrisch<br />

systeem overbelast wordt,<br />

stopt het systeem voor de elektrisch<br />

bedienbare ramen totdat de<br />

belasting weer normaal of het<br />

probleem verholpen is.<br />

Als de elektrische spanning naar de<br />

ramen wordt onderbroken, moet u<br />

de tiptoets-voorziening voor elke<br />

voorportierruit opnieuw<br />

inprogrammeren.<br />

Om een ruit opnieuw te programmeren<br />

als elektrische spanning weer<br />

is hersteld:<br />

1. Zorg dat de accu is opgeladen.<br />

2. De contactsleutel moet in de<br />

stand ON of ACC (accessoires)<br />

staan of de accessoirevoeding<br />

moet ingeschakeld zijn.<br />

3. Sluit alle portieren.<br />

4. Houd de raamschakelaar ingedrukt<br />

om het raam volledig te<br />

openen.<br />

5. Trek de raamschakelaar<br />

omhoog om het raam helemaal<br />

te sluiten en houd de schakelaar<br />

nog ongeveer twee seconden<br />

in die stand.<br />

Herhaal de stappen voor elk raam.<br />

Beveiliging tegen afklemmen<br />

Als er zich tijdens het sluiten van het<br />

raam een hoofd, hand of ander<br />

voorwerp in de baan van het raam<br />

bevindt, zal het raam onmiddellijk<br />

stoppen en tot een vooringestelde<br />

stand openen.<br />

Het raam werkt weer normaal als<br />

het obstakel is verwijderd.<br />

De beveiliging tegen afklemmen<br />

kan ook door bepaalde omstandigheden<br />

worden geactiveerd, bijvoorbeeld<br />

door ernstige ijsvorming.<br />

Als u de beveiliging tegen afklemmen<br />

wilt uitschakelen, houdt u de<br />

schakelaar voor de elektrisch<br />

bedienbare ramen in de expressstand<br />

ingedrukt. Het raam gaat<br />

omhoog zolang de schakelaar<br />

wordt ingedrukt. In deze stand sluit<br />

het raam op een voorwerp in de<br />

baan van het raam. Gebruik de<br />

beveiliging tegen afklemmen daarom<br />

met beleid.<br />

–<br />

161 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 162 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

. . . 162<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u de schakelaar voor<br />

het elektrisch bedienbare raam<br />

omhoog houdt, wordt de beveiliging<br />

tegen afklemmen opgeheven.<br />

Als dit gebeurt, stopt het<br />

elektrisch bedienbare raam niet<br />

als er zich iets in de baan bevindt.<br />

U en anderen kunnen gewond<br />

raken en het raam kan beschadigd<br />

raken. Zorg dat u niet per<br />

ongeluk de schakelaar voor het<br />

elektrisch bedienbare raam<br />

omhoog houdt.<br />

Controleer voordat u de beveiliging<br />

tegen afklemmen uitschakelt<br />

of er zich geen mensen of<br />

voorwerpen in de baan van het<br />

raam bevinden.<br />

Blokkering raambediening<br />

Er is een schakelaar aanwezig voor<br />

het blokkeren van de raambediening<br />

achter zodat de bestuurder kan<br />

voorkomen dat de achterramen<br />

door de passagiers worden bediend.<br />

De bedieningstoets bevindt zich op<br />

de armsteun van het bestuurdersportier,<br />

nabij de schakelaars voor de<br />

elektrische raambediening.<br />

Druk op de rechterzijde van de blokkeertoets<br />

om de bediening van de<br />

achterportierramen uit te schakelen.<br />

Druk nog een keer op de toets om<br />

de bediening weer in te schakelen.<br />

Het controlelampje in de toets<br />

brandt wanneer de blokkering is<br />

ingeschakeld.<br />

■ PORTIEREN<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden met niet-afgesloten<br />

portieren is gevaarlijk.<br />

• Passagiers - met name kinderen<br />

- kunnen de portieren gemakkelijk<br />

openen en uit een rijdend<br />

voertuig vallen als de portieren<br />

onvergrendeld blijven. Als een<br />

portier vergrendeld is, kan deze<br />

niet met de hendel worden<br />

geopend.<br />

• Jonge kinderen die in niet-afgesloten<br />

voertuigen komen, zijn<br />

wellicht niet in staat deze te<br />

verlaten. Een kind kan onwel<br />

worden door de extreme hitte<br />

en permanent letsel overhouden<br />

of zelfs overlijden door de<br />

hitte. Sluit uw voertuig altijd af<br />

als u deze verlaat.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 163 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

WAARSCHUWING<br />

• Als de portieren niet vergrendeld<br />

zijn, is de kans groter om<br />

tijdens een ongeluk uit het<br />

voertuig te worden geslingerd.<br />

Draag uw veiligheidsgordels op<br />

de juiste wijze en vergrendel de<br />

portieren altijd als u rijdt.<br />

• Het vergrendelen van uw portieren<br />

als u rijdt, kan voorkomen<br />

dat ongewenste<br />

buitenstaanders uw voertuig<br />

kunnen binnendringen wanneer<br />

u snelheid mindert of uw<br />

voertuig tot stilstand brengt.<br />

HANDBEDIENDE<br />

PORTIERSLOTEN<br />

Aan de buitenzijde kunt u de sleutel<br />

of afstandsbediening gebruiken om<br />

de portieren te vergrendelen of te<br />

ontgrendelen.<br />

Opmerking:<br />

Wanneer het systeem voor<br />

inbraakbeveiliging is geactiveerd,<br />

vergeet dan niet om de portieren<br />

met de afstandsbediening te<br />

ontgrendelen om te voorkomen<br />

dat het alarmsysteem in werking<br />

komt.<br />

Als u daarna uw hand door het<br />

open raam steekt en het portier<br />

met de handmatige vergrendeling<br />

ontgrendelt, moet het alarm<br />

worden geactiveerd.<br />

Van binnen kunt u elk portier afzonderlijk<br />

op slot doen en ontsluiten<br />

met behulp van het handbediende<br />

slot.<br />

–<br />

163 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 164 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Centrale portiervergrendeling<br />

Wanneer het bestuurdersportier van<br />

buitenaf wordt ontgrendeld,<br />

kunnen de andere portieren worden<br />

ontgrendeld door de sleutel enkele<br />

seconden in de ontgrendelingsstand<br />

te houden of door de sleutel<br />

snel tweemaal achtereen in de slotcilinder<br />

te draaien.<br />

. . . 164<br />

Extra vergrendeling<br />

Wanneer u de sleutel enkele seconden<br />

in de vergrendelingsstand<br />

houdt of als u de sleutel twee keer<br />

snel in de slotcilinder draait, worden<br />

de portieren vergrendeld met de<br />

extra vergrendeling.<br />

Wanneer de portieren zijn vergrendeld<br />

met de extra vergrendeling,<br />

worden de portieren niet ontgrendeld<br />

met de knoppen voor handmatige<br />

vergrendeling van het portier.<br />

Als bovendien het antidiefstalalarm<br />

is geactiveerd, kunnen de portieren<br />

niet worden ontgrendeld met de<br />

knoppen van de elektrische portiervergrendeling<br />

in het voertuig.<br />

Wanneer u het bestuurdersportier<br />

vanaf de buitenzijde met de sleutel<br />

ontgrendelt, wordt de extra<br />

vergrendeling voor alle portieren<br />

uitgeschakeld. Let op: alleen het<br />

bestuurdersportier wordt<br />

ontgrendeld.<br />

U moet de passagiersportieren<br />

handmatig of met de elektrische<br />

bediening ontgrendelen.<br />

U kunt ook de afstandsbediening<br />

gebruiken om de portieren te<br />

vergrendelen of ontgrendelen en de<br />

extra vergrendeling in of uit te<br />

schakelen.<br />

• Druk één keer op de vergrendelknop<br />

op de afstandsbediening<br />

om alle portieren te vergrendelen.<br />

Wanneer u binnen drie<br />

seconden nog een keer op de<br />

knop drukt, wordt de extra vergrendeling<br />

ingeschakeld.<br />

• Druk één keer op de ontgrendelknop<br />

om de extra vergrendeling<br />

te openen en het bestuurdersportier<br />

te ontgrendelen. Wanneer<br />

u binnen drie seconden<br />

nog een keer op de knop drukt,<br />

worden alle portieren<br />

ontgrendeld.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 165 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

ELEKTRISCH BEDIENDE<br />

PORTIERSLOTEN<br />

Met behulp van het elektrische<br />

portierslotsysteem kunnen alle<br />

portieren op slot worden gedaan en<br />

ontsloten.<br />

De bedieningstoetsen bevinden zich<br />

op de armsteunen van het<br />

voorportier.<br />

Druk op de zijde van de schakelaar<br />

met het vergrendelingssymbool om<br />

alle portieren te vergrendelen.<br />

Druk op de zijkant van de schakelaar<br />

met het ontgrendelingssymbool om<br />

alle portieren te ontgrendelen.<br />

Uitgestelde vergrendeling<br />

Als de toets voor centrale portiervergrendeling<br />

of de vergrendelknop op<br />

de afstandsbediening wordt ingedrukt<br />

terwijl de sleutel uit het<br />

contact verwijderd is en het bestuurdersportier<br />

geopend is, klinken er<br />

drie gonggeluiden en wordt het<br />

vergrendelen vertraagd tot vijf<br />

seconden nadat alle portieren gesloten<br />

zijn.<br />

Wanneer tijdens deze eerste uitstelperiode<br />

een portier wordt geopend,<br />

wordt het vergrendelen opnieuw<br />

uitgesteld tot vijf seconden nadat<br />

het laatste portier is gesloten.<br />

Om deze voorziening uit te schakelen<br />

en de portieren onmiddellijk te<br />

vergrendelen, drukt u opnieuw op<br />

de vergrendelingsschakelaar of de<br />

vergrendelingstoets op de<br />

afstandsbediening.<br />

Zie voor meer informatie over het<br />

gebruik van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder voor het aanpassen<br />

of uitschakelen van deze functie<br />

"Bijzondere eigenschappen" onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

165 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 166 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Automatische portiersloten<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

vergrendeld wanneer u de versnellingshendel<br />

uit de stand P (parkeren)<br />

zet.<br />

Het contact moet zijn aangezet om<br />

het werken van deze voorziening<br />

mogelijk te maken.<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

ontgrendeld wanneer u uit P (parkeren)<br />

schakelt.<br />

U kunt de portieren altijd gewoon<br />

met de hand of met de slotbedieningsschakelaars<br />

vergrendelen en<br />

ontgrendelen.<br />

De binnenhandgrepen van de voorportieren<br />

kunnen ook worden<br />

gebruikt om de voorportieren te<br />

ontgrendelen en openen. Maar de<br />

binnenhandgrepen van de achterportieren<br />

werken niet als de achterportieren<br />

zijn vergrendeld. Gebruik<br />

de met de hand te bedienen hendel<br />

of de slotbedieningsschakelaar om<br />

de achterportieren te ontgrendelen.<br />

Als een portier wordt ontgrendeld<br />

nadat alle portieren reeds automatisch<br />

vergrendeld zijn, wordt het<br />

portier niet automatisch vergrendeld<br />

nadat het opnieuw wordt<br />

gesloten.<br />

Zie voor meer informatie over het<br />

gebruik van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder voor het aanpassen<br />

of uitschakelen van deze functie<br />

"Bijzondere eigenschappen" onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.<br />

. . . 166


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 167 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Voorziening om buitensluiten<br />

te voorkomen<br />

Wanneer de elektrische portierslotschakelaar<br />

wordt ingedrukt terwijl<br />

een portier nog geopend is en de<br />

sleutel zich nog in het contactslot<br />

bevindt, worden alle portiersloten<br />

vergren-deld maar het bestuurdersportier<br />

ontgrendeld.<br />

Om deze voorziening te annuleren<br />

en de portieren meteen te vergrendelen,<br />

drukt u tweemaal op de elektrische<br />

portierslotschakelaar of op<br />

de vergrendeltoets op de<br />

afstandsbediening.<br />

KINDERVEILIGHEIDSSLOTEN<br />

OP DE ACHTERPORTIEREN<br />

De achterportieren zijn uitgerust<br />

met kinderveiligheidssloten om te<br />

voorkomen dat passagiers, in het<br />

bijzonder kinderen, de portieren van<br />

binnenuit kunnen openen.<br />

De sloten bevinden zich op de rand<br />

van elk achterportier.<br />

Kinderveiligheidsslot activeren<br />

U kunt deze functie inschakelen<br />

door met de contactsleutel het<br />

veiligheidsslot voor de achterportier<br />

in de horizontale stand te zetten en<br />

daarna het portier te sluiten. Open<br />

het portier door het vanaf de buitenzijde<br />

te ontgrendelen en te openen.<br />

U kunt de functie uitschakelen door<br />

met de contactsleutel het veiligheidsslot<br />

van het achterportier in de<br />

verticale stand te draaien.<br />

–<br />

167 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 168 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ BAGAGERUIMTE<br />

ACHTERIN<br />

WAARSCHUWING<br />

Het rijden met geopende achterklep<br />

kan groot gevaar opleveren.<br />

Er kan koolmonoxide (CO) in uw<br />

auto komen. CO is niet zichtbaar<br />

en is reukloos. Het kan bewusteloosheid<br />

veroorzaken en zelfs<br />

dodelijk zijn.<br />

Indien het nodig is om t e rijden<br />

met geopende achterklep of<br />

wanneer de afdichting tussen de<br />

carrosserie en de achterklep<br />

gebroken is, sluit dan alle ramen,<br />

laat de aanjager op de hoogste<br />

snelheid draaien en kies een functie<br />

die buitenlucht in het interieur<br />

laat stromen. Op deze wijze zal<br />

buitenlucht de auto<br />

doorstromen.<br />

Controleer of de luchtroosters op<br />

of onder het instrumentenpaneel<br />

volledig open staan.<br />

Elektrisch bediende<br />

achterklep<br />

WAARSCHUWING<br />

U of andere inzittenden kunnen<br />

gewond raken wanneer u of een<br />

inzittende zich in de baan van de<br />

elektrisch bedienbare achterklep<br />

bevindt. Controleer of de baan<br />

van de achterklep vrij is voordat u<br />

de elektrisch bedienbare achterklep<br />

opent of sluit.<br />

WAARSCHUWING<br />

Controleer voordat u de achterklep<br />

opent altijd het gebied<br />

boven en achter het voertuig.<br />

Controleer of er geen obstakels<br />

boven (bijvoorbeeld een garagedeur)<br />

en in de baan van de<br />

achterklep staan voordat u deze<br />

opent.<br />

Anders kan de achterklep of het<br />

glas van de achterklep beschadigd<br />

raken.<br />

. . . 168


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 169 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Uw voertuig heeft een elektrisch<br />

bediende achterklep.<br />

De elektrisch bediende achterklep<br />

kan alleen onder de volgende voorwaarden<br />

worden bediend:<br />

• De achterklep moet volledig<br />

geopend of volledig gesloten<br />

zijn.<br />

• De transmissie moet in de stand<br />

P (parkeren) staan.<br />

Als de transmissie uit P (parkeren)<br />

wordt gezet terwijl de achterklep<br />

beweegt, dan blijft de<br />

achterklep openen of sluiten.<br />

Wanneer u gaat rijden terwijl de<br />

achterklep nog niet volledig is<br />

gesloten, dan kan de achterklep<br />

stoppen en in de andere richting<br />

gaan tot de volledig geopende<br />

stand.<br />

Houd om de elektrisch bediende<br />

achterklep te bedienen de knop<br />

voor de achterklep op de afstandsbediening<br />

ingedrukt totdat de<br />

achterklep open of dicht gaat.<br />

Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

De achterlichten knipperen en u<br />

hoort een geluidssignaal wanneer<br />

de achterklep wordt geopend en<br />

gesloten.<br />

Als de achterklep open is, gaat de<br />

elektrische achterklep dicht als u op<br />

de knop naast het slot van de<br />

achterklep drukt.<br />

Wanneer u nog een keer op de toets<br />

drukt terwijl de achterklep in beweging<br />

is, dan gaat de achterklep in de<br />

andere richting.<br />

Wanneer de steunarmen waarmee<br />

de achterklep wordt geopend niet<br />

meer onder druk staan terwijl de<br />

achterklep met de elektrische bediening<br />

wordt geopend, blijft de<br />

achterklep tijdelijk open en sluit<br />

daarna voorzichtig.<br />

De achterlichten knipperen en u<br />

hoort een geluidssignaal.<br />

–<br />

169 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 170 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Ga naar uw dealer voor onderhoud<br />

voordat u de achterklep opnieuw<br />

gebruikt.<br />

Als de portieren van het voertuig zijn<br />

ontgrendeld, kan de achterklep<br />

handmatig worden geopend of<br />

gesloten.<br />

• Open de achterklep door aan de<br />

handgreep op de buitenzijde<br />

van de achterklep te trekken.<br />

• Als u de achterklep wilt sluiten,<br />

trekt u de handgreep omlaag.<br />

De elektrische sluitfunctie zorgt<br />

dat de vergrendeling van de<br />

achterklep goed wordt<br />

vergrendeld.<br />

Gebruik geen kracht om de achterklep<br />

te sluiten. Doe de achterklep<br />

omlaag totdat de<br />

automatische sluitfunctie wordt<br />

geactiveerd.<br />

Rijd nooit met de achterklep<br />

geopend.<br />

Het bericht REAR ACCESS OPEN<br />

(achterklep open) wordt op het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder<br />

weergegeven als de achterklep<br />

niet volledig is gesloten.<br />

Zie "Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

Onder de volgende omstandigheden<br />

kan de elektrisch bedienbare<br />

achterklep tijdelijk worden<br />

uitgeschakeld:<br />

• bij zeer lage temperaturen<br />

• wanneer de accu bijna leeg is<br />

Open of sluit de achterklep handmatig<br />

totdat de functie van de elektrisch<br />

bediende achterklep weer<br />

wordt geactiveerd.<br />

Functie obstakeldetectie<br />

Als de elektrisch bediende achterklep<br />

tegen een obstakel komt<br />

wanneer de achterklep wordt<br />

geopend of gesloten, dan gaat de<br />

achterklep automatisch in de andere<br />

richting.<br />

Tevens klinkt er een gongsignaal.<br />

De elektrisch bediende achterklep<br />

werkt weer normaal als het obstakel<br />

is verwijderd.<br />

Als de elektrisch bedienbare achterklep<br />

niet volledig kan worden<br />

geopend vanwege een obstakel en<br />

in dezelfde cyclus niet kan sluiten<br />

vanwege een obstakel, dan wordt<br />

de elektrische bediening uitgeschakeld<br />

en gaat de achterklep weer<br />

over op handmatige bediening.<br />

. . . 170


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 171 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Het bericht REAR ACCESS OPEN<br />

(achterklep open) wordt op het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder<br />

weergegeven als de achterklep<br />

niet volledig is gesloten.<br />

Zie "Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

U kunt de functie van de elektrisch<br />

bediende achterklep als volgt<br />

herstellen:<br />

1. Verwijder het obstakel.<br />

2. Open en sluit de achterklep volledig<br />

met de hand.<br />

Als er een voorwerp tegen de sensoren<br />

op het achterraam komt terwijl<br />

de elektrisch bediende achterklep<br />

aan het sluiten is, dan gaat de elektrisch<br />

bediende achterklep in de<br />

andere richting en gaat de achterklep<br />

helemaal open.<br />

De elektrisch bediende achterklep<br />

blijft open totdat de achterklep weer<br />

wordt geactiveerd of handmatig<br />

wordt gesloten.<br />

Bagagenet<br />

Het net dat in de bagageruimte kan<br />

worden gemonteerd, is bedoeld om<br />

te voorkomen dat kleine voorwerpen,<br />

zoals boodschappentassen,<br />

omvallen in scherpe bochten of bij<br />

plotseling optrekken of remmen.<br />

Zie "Opbergvakken" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

■ HOOFDRUIMTE EN DAK<br />

Zonnekleppen<br />

Trek de zonneklep naar beneden of<br />

opzij om verblinding te voorkomen.<br />

Make-up spiegels<br />

Make-up spiegels bevinden zich op<br />

de zonnekleppen. De verlichting<br />

van de spiegels wordt automatisch<br />

in- en uitgeschakeld door het klepje<br />

te bewegen.<br />

–<br />

171 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 172 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Zonnedak (indien van<br />

toepassing)<br />

WAARSCHUWING<br />

Als het voertuig omslaat of<br />

betrokken raakt bij een ongeval,<br />

kan het zonnedak beschadigd of<br />

vernietigd worden. Mensen die<br />

hun veiligheidsgordel niet<br />

dragen hebben dan meer kans<br />

uit het voertuig te worden<br />

gegooid.<br />

Vervoer geen personen in de auto<br />

waar een veiligheidsgordel niet<br />

goed kan worden gedragen.<br />

Personen die geen veiligheidsgordel<br />

dragen kunnen tijdens een<br />

aanrijding ernstig gewond raken of<br />

zelfs om het leven komen.<br />

Wanneer onder dezelfde omstandigheden<br />

alle inzittenden een<br />

veiligheidsgordel dragen, dan<br />

kunnen verwondingen worden<br />

voorkomen. Draag tijdens het<br />

rijden altijd uw veiligheidsgordel<br />

en verzeker uzelf ervan dat uw<br />

passagiers dat ook doen.<br />

A<br />

Uw voertuig kan een enkel zonnedak<br />

over de eerste twee rijen stoelen<br />

hebben.<br />

Het contact moet zijn ingeschakeld<br />

om het zonnedak te bedienen.<br />

De schakelaars zitten in de hemelbekleding<br />

tussen de bestuurder en de<br />

passagier op de voorstoel.<br />

Het zonnedak heeft twee schakelaars:<br />

één voor het zonnedak zelf<br />

en een andere voor voor het<br />

zonnescherm.<br />

B<br />

Zet het achterste gedeelte van de<br />

zonnedakschakelaar in de eerste<br />

stand om het zonnedak in de<br />

gewenste stand te zetten.<br />

Laat de schakelaar los als het zonnedak<br />

in de gewenste stand staat.<br />

Druk het achterste deel van de<br />

zonnedakschakelaar in de tweede<br />

stand om het zonnedak snel in een<br />

ingestelde comfortstand te zetten.<br />

. . . 172


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 173 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Als u het zonnedak volledig wilt<br />

openen, drukt u het achterste deel<br />

van de zonnedakschakelaar twee<br />

keer in de tweede stand.<br />

Als u het zonnedak wilt sluiten,<br />

drukt u het voorste deel van de<br />

schakelaar in de eerste stand en<br />

houdt u de schakelaar in die stand.<br />

Het zonnedak stopt wanneer u de<br />

schakelaar loslaat.<br />

Als u het zonnedak volledig wilt sluiten,<br />

drukt u het voorste deel van de<br />

schakelaar volledig omlaag in de<br />

tweede stand en laat u de schakelaar<br />

los.<br />

Druk het achterste deel van de<br />

zonneschermschakelaar in de eerste<br />

stand om het zonnescherm in de<br />

gewenste stand te openen.<br />

Laat de schakelaar los als het zonnescherm<br />

in de gewenste stand staat.<br />

Druk het achterste deel van de<br />

zonneschermschakelaar in de tweede<br />

stand om het zonnescherm volledig<br />

te openen.<br />

Als u het zonnescherm wilt sluiten,<br />

drukt u het voorste deel van de<br />

schakelaar in de eerste stand en<br />

houdt u de schakelaar in die stand.<br />

Het zonnescherm stopt wanneer u<br />

de schakelaar loslaat.<br />

Als u het zonnescherm volledig wilt<br />

sluiten, drukt u het voorste deel van<br />

de schakelaar volledig omlaag in de<br />

tweede stand en laat u de schakelaar<br />

los.<br />

OPMERKING<br />

Zorg dat er geen vuil op de<br />

buitenkant van het zonnedak<br />

blijft liggen.<br />

Door het vuil kan het zonnedak<br />

beschadigd raken en kan het<br />

waterafvoersysteem verstopt<br />

raken.<br />

Laat het zonnedak niet lange tijd<br />

open staan. Dan kan vuil zich<br />

verzamelen in de geleiders.<br />

–<br />

173 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 174 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Beveiliging tegen afklemmen<br />

Indien de beweging van het zonnedak<br />

tijdens het sluiten wordt belemmerd<br />

door een hoofd, hand of een<br />

voorwerp, dan zal het glaspaneel<br />

stoppen en terugbewegen in de<br />

volledig geopende stand. Na het<br />

verwijderen van de obstructie kan<br />

het glaspaneel worden gesloten.<br />

Hersynchronisatie van het<br />

zonnedak<br />

Voer deze procedure uit om het<br />

zonnedak en het zonnescherm<br />

opnieuw te synchroniseren.<br />

1. Start de motor.<br />

2. Druk tegelijkertijd de zonnedakschakelaar<br />

in de openingsstand<br />

en de zonneschermschakelaar<br />

in de gesloten stand en houd ze<br />

zes seconden ingedrukt.<br />

3. Laat beide schakelaars los.<br />

Wanneer het zonnedak in de<br />

volledig gesloten stand staat,<br />

sluit het zonnescherm.<br />

4. Nadat het zonnedak en het<br />

zonnescherm volledig zijn<br />

gesloten, moet u de zonnedakschakelaar<br />

nog drie of vier<br />

seconden in de gesloten stand<br />

houden om de hersynchronisatie<br />

te voltooien.<br />

. . . 174


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 175 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Bagagerek<br />

WAARSCHUWING<br />

Vervoer geen voorwerpen - zoals<br />

kasten, panelen, matrassen e.d. -<br />

op het dak van het voertuig die<br />

langer of breder zijn dan het<br />

bagagerek. De wind zou er vat<br />

op kunnen krijgen. Tijdens het<br />

rijden kan de wind onder de<br />

lading komen en de gehele<br />

daklast van het voertuig rukken,<br />

waardoor ernstige schade en<br />

verkeersongelukken kunnen<br />

ontstaan. Het is mogelijk om<br />

grote voorwerpen binnenin het<br />

voertuig te vervoeren. Maar<br />

vervoer nooit voorwerpen op het<br />

dak die langer of breder zijn dan<br />

uw bagagerek.<br />

Gebruik het bagagerek om voorwerpen<br />

op het voertuig te<br />

vervoeren.<br />

Op het dak zijn zijrails gemonteerd.<br />

Er zijn ook verplaatsbare dwarsrails<br />

verkrijgbaar om voorwerpen op vast<br />

te binden. Deze zijn bij uw dealer te<br />

koop.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer voorwerpen met een<br />

gewicht van meer dan 45 kg op<br />

het bagagerek worden vervoerd,<br />

dan kan het dak worden<br />

beschadigd.<br />

■ BERGVAKKEN<br />

Uw auto heeft vele bergplaatsen.<br />

Middenconsole<br />

Uw voertuig heeft een middenconsole<br />

met opbergvakken tussen de<br />

voorstoelen.<br />

Ook kunnen er achterste aansluitpunten<br />

aan de achterkant van de<br />

middenconsole aanwezig zijn.<br />

–<br />

175 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 176 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Handschoenenkastje<br />

Het handschoenenkastje kan<br />

worden gebruikt voor het opbergen<br />

van kleine voorwerpen. Gebruik een<br />

sleutel om het te ontgrendelen en te<br />

vergrendelen.<br />

Om het handschoenenkastje te<br />

openen trekt u aan de onderzijde<br />

van de hendel op de klep van het<br />

handschoenenkastje.<br />

Opbergvak in het instrumentenpaneel<br />

Boven het handschoenenkastje is<br />

een opbergvak.<br />

Druk op de toets naast het portier<br />

om het te openen.<br />

Bekerhouders<br />

Tussen de voorstoelen zijn bekerhouders<br />

geplaatst.<br />

Schuif de afdekking naar achteren<br />

om de bekerhouders te openen.<br />

In de armleuning van de middelste<br />

stoel op de tweede rij zijn ook bekerhouders<br />

aangebracht.<br />

Druk op het paneel voor de armleuning<br />

en laat het los om de bekerhouders<br />

bloot te leggen.<br />

Er kunnen ook bekerhouders zijn<br />

aangebracht bij de buitenste<br />

zitplaatsen van de derde zitrij.<br />

Bagagenet<br />

Het net dat in de bagageruimte kan<br />

worden gemonteerd, is bedoeld om<br />

te voorkomen dat kleine voorwerpen,<br />

zoals boodschappentassen,<br />

omvallen in scherpe bochten of bij<br />

plotseling optrekken of remmen.<br />

Het net wordt aan de vloer of de<br />

achterwand van de bagageruimte<br />

met behulp van zes bevestigingspunten<br />

bevestigd.<br />

Het net kan als een hangmat of op<br />

de vloer worden bevestigd.<br />

Het net is niet bedoeld voor grotere,<br />

zwaardere dingen.<br />

Plaats zwaardere bagage zo ver<br />

mogelijk naar achteren in het<br />

voertuig.<br />

. . . 176


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 177 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Bagageafdekhoes<br />

Voorwerpen die in de bagageruimte<br />

liggen kunnen aan het zicht worden<br />

onttrokken met behulp van de<br />

bagageafdekhoes.<br />

Als u het zonnescherm wilt gebruiken,<br />

trekt u het van de rechterzijde<br />

van het voertuig naar de linkerzijde.<br />

Schuif de uiteinden in de sleuven<br />

om het scherm vast te zetten.<br />

Als het niet gebruikt wordt, haalt u<br />

de uiteinden uit de sleuven zodat<br />

het weer wordt opgerold.<br />

Beheersysteem voor de<br />

bagageruimte (indien van<br />

toepassing)<br />

Het beheersysteem voor de bagageruimte<br />

biedt extra bergruimte<br />

achter in het voertuig.<br />

Er zijn drie opbergvakken.<br />

Het voorste vak kan achter de tweede<br />

rij stoelen worden geopend.<br />

Het middelste vak heeft een<br />

afscheiding.<br />

Het achterste vak heeft een opbergbak<br />

dat verwijderd kan worden.<br />

■ ASBAK EN AANSTEKER<br />

De voorste asbak zit op het voorste<br />

deel van de middenconsole.<br />

Druk op de deksel van de asbak om<br />

de asbak te openen.<br />

Om de asbak te verwijderen, pakt u<br />

de randen beet en trekt u de asbak<br />

recht naar u toe eruit.<br />

Op elk binnenste portierpaneel<br />

zitten ook asbakken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Deponeer geen papier of ander<br />

brandbaar materiaal in de asbakken.<br />

Als u dergelijke materialen in<br />

de asbak deponeert, kan dit<br />

brand veroorzaken.<br />

–<br />

177 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 178 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Druk de aansteker in en wacht tot hij<br />

gedeeltelijk naar buiten springt,<br />

gereed voor het gebruik.<br />

OPMERKING<br />

Houd de aansteker niet ingedrukt<br />

terwijl hij opwarmt. Hierdoor kan<br />

het verwarmingselement en het<br />

mechanisme dat ervoor zorgt dat<br />

de aansteker omhoog springt<br />

worden beschadigd.<br />

Ook kan daardoor de zekering<br />

doorbranden.<br />

■ ACCESSOIREVOEDING<br />

Uw auto heeft een voorziening voor<br />

accessoirevoeding waarmee u de<br />

onderstaande stroomverbruikers<br />

gedurende een periode van 10<br />

minuten na het afzetten van het<br />

contact kunt gebruiken, tenzij een<br />

portier wordt geopend:<br />

• Radio<br />

• Elektrisch bediende portierramen<br />

• bedieningstoetsen voor het<br />

audiosysteem op het stuurwiel<br />

Wanneer u van deze accessoires nog<br />

tien minuten langer gebruik wilt<br />

maken, moeten alle portieren<br />

worden gesloten en de contactsleutel<br />

even in ON en dan weer terug in<br />

de stand OFF worden gedraaid.<br />

■ BESCHERMING TEGEN<br />

LEEGLOPEN ACCU<br />

Deze functie is bedoeld om de accu<br />

van uw auto te beschermen.<br />

Exterieurverlichting<br />

Indien de handbediende schakelaar<br />

voor de verlichting in de ingeschakelde<br />

stand blijft, nadat het contact<br />

is afgezet, dan vindt het uitschakelen<br />

van de interieurverlichting automatisch<br />

plaats na 10 minuten om<br />

het ontladen van de accu te<br />

voorkomen.<br />

Wanneer het de bedoeling is dat de<br />

verlichting blijft branden, zet dan de<br />

verlichting uit en vervolgens weer<br />

aan om de buitenverlichting weer in<br />

te schakelen.<br />

Interieurverlichting<br />

De interieurverlichting wordt 10<br />

minuten nadat het contact is afgezet<br />

automatisch uitgeschakeld.<br />

. . . 178


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 179 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

■ BEHEER ELEKTRISCH<br />

VERMOGEN<br />

Dit systeem controleert de temperatuur-<br />

en laadstatus van de accu en<br />

past automatisch de spanning aan<br />

om de prestaties te verbeteren en de<br />

levensduur van de accu te<br />

verlengen.<br />

U kunt de accuspanning in de gaten<br />

houden op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

De waarde kan schommelen. Dat is<br />

normaal.<br />

Wanneer het systeem een probleem<br />

waarneemt, wordt er een bericht<br />

weergegeven op het display van het<br />

informatiecentrum voor de<br />

bestuurder.<br />

• BATTERY SAVER ACTIVE (accubesparing<br />

actief)<br />

• SERVICE BATTERY CHARGING<br />

SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />

accu)<br />

U kunt de elektrische belasting<br />

verminderen door alle onnodige<br />

accessoires uit te schakelen, zoals de<br />

radio en de airconditioning.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

• Laadstroomcontrolelamp<br />

• Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder<br />

- Menu Reis-/brandstofinformatie<br />

• Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

–<br />

Het lampje voor het opladen van de<br />

accu kan op het instrumentenpaneel<br />

branden.<br />

179 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 180 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ ULTRASOON HULPSYS-<br />

TEEM VOOR ACHTERUIT-<br />

PARKEREN<br />

Deze voorziening is bedoeld om<br />

achteruit- en evenwijdig parkeren<br />

gemakkelijker te maken door u<br />

behulpzaam te zijn bij het bepalen<br />

van de afstand tussen uw voertuig<br />

en een voorwerp.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wees voorzichtig wanneer u uw<br />

voertuig parkeert. Controleer of<br />

er geen mensen, andere voertuigen<br />

of obstakels in de buurt<br />

aanwezig zijn. Controleer ook of<br />

het zicht is geblokkeerd.<br />

Het systeem kan alleen voorwerpen<br />

detecteren op basis van de<br />

parameters in dit hoofdstuk.<br />

Het systeem neemt geen voorwerpen<br />

die zich onder de<br />

bumper of onder het voertuig<br />

bevinden of voorwerpen die zeer<br />

dicht bij het voertuig staan waar.<br />

De maximale afstand waarop het<br />

systeem voorwerpen kan waarnemen,<br />

kan afnemen wanneer<br />

het warm is of de vochtigheidsgraad<br />

hoog is.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het systeem is niet ontworpen<br />

om kinderen, voetgangers, fietsers<br />

of dieren waar te nemen.<br />

Als u deze voorzorgsmaatregelen<br />

niet neemt, kan dat leiden tot<br />

ernstig of zelfs dodelijk letsel.<br />

De sensoren van het systeem op de<br />

achterbumper kunnen voorwerpen<br />

waarnemen die minstens 25,4 cm<br />

hoog zijn en zich onder de achterklep<br />

en binnen een afstand van<br />

1,5 meter vanaf het voertuig<br />

bevinden.<br />

Wanneer de achterbumper is<br />

beschadigd, kan het parkeerhulpsysteem<br />

mogelijk niet goed werken.<br />

. . . 180


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 181 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

U kunt het display van het systeem<br />

dat zich in het voertuig boven de<br />

achterruit bevindt, zien door over<br />

uw rechterschouder te kijken.<br />

Wanneer de rijsnelheid minder dan<br />

8 km/u is en u naar de achteruitversnelling<br />

schakelt, dan wordt het<br />

systeem automatisch ingeschakeld.<br />

Er gaan drie lampjes op het display<br />

branden om aan te geven dat het<br />

systeem functioneert.<br />

Het systeem maakt gebruikt van een<br />

combinatie van display-lampjes en<br />

klokgeluiden om u te waarschuwen<br />

als de achterzijde van het voertuig<br />

een voorwerp nadert.<br />

Er klinkt een klokgeluid zodra een<br />

voorwerp wordt gedetecteerd.<br />

Gebruik de onderstaande tabel om<br />

de waarschuwingssignalen op het<br />

display te leren interpreteren en de<br />

afstand tussen voertuig en voorwerp<br />

te bepalen.<br />

Waarschuwingssignalen<br />

(Lampen en<br />

klokgeluiden)<br />

• een geel<br />

lampje<br />

• twee gele<br />

lampjes<br />

• twee gele<br />

lampjes en één<br />

rood lampje<br />

• twee knipperende<br />

gele<br />

lampjes en één<br />

knipperend<br />

rood lampje<br />

• continu<br />

geluidssignaal<br />

gedurende<br />

5 seconden<br />

Afstand<br />

1,0 m tot<br />

1,5 m<br />

0,5 m tot<br />

1,0 m<br />

0,3 m tot<br />

0,5 m<br />

0,3 m of<br />

minder<br />

–<br />

181 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 182 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Als het displaylampje rood knippert,<br />

beweegt het voertuig mogelijk sneller<br />

dan 8 km/h achteruit of ontvangt<br />

het systeem tijdelijke trillingen van<br />

bijvoorbeeld een grote<br />

vrachtwagen.<br />

De lampjes kunnen ook rood knipperen<br />

als er een aanhanger, fiets,<br />

trekstang of ander voorwerp aan de<br />

achterzijde van het voertuig is<br />

bevestigd of als er een voorwerp uit<br />

de achterklep hangt. De lampjes<br />

blijven knipperen totdat het voorwerp<br />

is verwijderd en het voertuig<br />

voorwaarts wordt gereden met een<br />

snelheid van minimaal 25 km/u.<br />

In alle andere gevallen dat de lamp<br />

blijft branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem. Wellicht<br />

moeten de sensoren worden<br />

schoongemaakt. Als na het schoonmaken<br />

van de achterbumper en het<br />

voorwaarts rijden met een snelheid<br />

van minimaal 25 km/h het display<br />

rood blijft knipperen, moet u<br />

contact opnemen met de dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Wanneer de displaylampjes rood<br />

knipperen, dan is het systeem uitgeschakeld.<br />

Het bericht PARK ASSIST<br />

OFF (parkeerhulp uit) wordt op het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder<br />

weergegeven.<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder kan worden gebruikt om<br />

het ultrasone parkeerhulpsysteem<br />

voor de huidige motorcyclus in of<br />

uit te schakelen.<br />

Raadpleeg "Mededelingen van het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder"<br />

en "Menu Voertuiginformatie"<br />

eerder in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

Wanneer de motor wordt uitgeschakeld<br />

en weer ingeschakeld, wordt<br />

het systeem automatisch opnieuw<br />

ingeschakeld.<br />

. . . 182


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 183 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

■ GEHEUGEN<br />

Deze voorziening maakt het mogelijk<br />

voor twee verschillende bestuurders<br />

(bestuurdernummer 1 of<br />

bestuurdernummer 2) om de door<br />

hun gekozen bestuurdersstoelposities<br />

(waaronder rugleuning en<br />

lendensteunaanpassing, indien van<br />

toepassing), buitenspiegelstanden<br />

en instelbare pedaalstanden (indien<br />

van toepassing) in het geheugen<br />

van het systeem op te slaan en weer<br />

op te roepen.<br />

De bedieningstoetsen bevinden zich<br />

op het paneel van het bestuurdersportier.<br />

Invoeren van de zitpositie in het<br />

geheugen:<br />

1. Stel de stand van de bestuurdersstoel,<br />

de buitenspiegels en<br />

de instelbare pedalen (indien<br />

van toepassing) naar wens in.<br />

2. Druk de toets 1 in en houd deze<br />

drie seconden ingedrukt.<br />

U hoort tweemaal een gongsignaal<br />

dat aangeeft dat uw instelling<br />

in het geheugen is<br />

opgenomen.<br />

Herhaal bovenstaande handelingen<br />

om de tweede zitpositie te programmeren,<br />

maar druk daarbij de geheugentoets<br />

2 in.<br />

Wanneer nu bij een auto met automatische<br />

transmissie de keuzehendel<br />

in P (parkeren) staat en u drukt<br />

op een van de geheugentoetsen 1<br />

of 2, hoort u een gonggeluid en de<br />

geheugeninstellingen worden<br />

opgeroepen.<br />

–<br />

183 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 184 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

U kunt het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder gebruiken voor het<br />

programmeren van de geheugenfunctie<br />

en deze aanpassen aan de<br />

door u gekozen instellingen<br />

wanneer u de ontgrendelknop op<br />

de afstandsbediening indrukt.<br />

U kunt de geheugenuitlezing afbreken<br />

door op een willekeurige bedieningstoets<br />

voor stoel of spiegel te<br />

drukken.<br />

A<br />

Uitstappen:<br />

Om het in- en uitstappen te vergemakkelijken,<br />

dient u gebruik te<br />

maken van de uitstaptoets <br />

wanneer de transmissie in de stand<br />

P (parkeren) staat.<br />

Wanneer u op deze toets drukt, gaat<br />

de stoel helemaal naar achteren<br />

zodat het instappen makkelijker<br />

gaat.<br />

U hoort een pieptoon.<br />

Wanneer de functie voor de automatische<br />

uitstapstand van de stoel<br />

in het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder is ingeschakeld, gaat de<br />

stoel naar de ingestelde uitstapstand<br />

wanneer u de sleutel uit het contactslot<br />

verwijdert.<br />

Raadpleeg het volgende onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie:<br />

• Bijzondere eigenschappen<br />

- EASY EXIT SEAT<br />

(Uitstapvoorziening)<br />

. . . 184


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 185 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

––<br />

2<br />

Sto<br />

ele<br />

n<br />

en<br />

Bedieningsorganen voor de stoelen.................186<br />

Elektrisch verstelbare stoelen..............................186<br />

Verwarmde voorstoelen.....................................187<br />

Hoofdsteunen ....................................................188<br />

Tweede rij zitplaatsen.........................................189<br />

Derde rij zitplaatsen ..........................................190<br />

Veiligheidsgordels ..............................................192<br />

Heup-/schoudergordel.......................................193<br />

Verlenger voor veiligheidsgordel........................198<br />

Veiligheidsgordels vervangen.............................198<br />

Gebruik van veiligheidsgordel tijdens<br />

zwangerschap...................................................199<br />

Waarschuwingslamp voor niet dragen<br />

veiligheidsgordel ................................................... 200<br />

Waarschuwingslampje voor<br />

veiligheidsgordel passagier ...............................200<br />

Hoofdstuk 2 - Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Extra Inzittendenbeveiliging ............................ 201<br />

Gordelspanners................................................. 201<br />

Airbag ............................................................... 202<br />

Passagiersdetectiesysteem................................. 209<br />

Veiligheid voor kinderen.................................... 215<br />

185 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 186 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

■ BEDIENINGSORGANEN<br />

VOOR DE STOELEN<br />

Elektrisch verstelbare stoelen<br />

De bedieningsorganen bevinden<br />

zich aan de zijkant van de stoel.<br />

U kunt de zitting met de horizontale<br />

schakelaar verstellen.<br />

Druk op de voorzijde van de schakelaar<br />

om de voorzijde van de zitting<br />

omhoog of omlaag te laten<br />

bewegen.<br />

Druk op de achterzijde van de schakelaar<br />

om de achterzijde van de<br />

zitting omhoog of omlaag te laten<br />

bewegen.<br />

Schuif de complete schakelaar naar<br />

boven of beneden om de complete<br />

zitting omhoog of omlaag te laten<br />

bewegen.<br />

Beweeg de schakelaar naar voren of<br />

naar achteren om de stoel naar<br />

voren of naar achteren te laten<br />

bewegen.<br />

Schakelaar elektrisch verstelbare<br />

rugleuning van voorstoelen<br />

De rugleuning kan worden versteld<br />

met de verticale schakelaar.<br />

Druk de schakelaar naar voren of<br />

naar achteren om de rugleuning te<br />

verstellen.<br />

Zet de rugleuning niet naar achteren<br />

wanneer het voertuig rijdt.<br />

. . . 186


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 187 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden met naar beneden gekantelde<br />

rugleuning kan gevaar<br />

opleveren. Ook al heeft u uw<br />

veiligheidsgordel goed sluitend<br />

omgedaan, dan nog kan de<br />

gordel geen volledige bescherming<br />

bieden wanneer de rugleuning<br />

te ver naar achteren is<br />

gekanteld.<br />

Een verkeerd geplaatste veiligheidsgordel<br />

kan nekletsel of letsel<br />

aan kwetsbare organen in de<br />

buik veroorzaken.<br />

Zet de rugleuning rechtop voor<br />

de juiste bescherming wanneer<br />

het voertuig rijdt.<br />

Ga daarna goed in de stoel zitten<br />

en draag uw veiligheidsgordel.<br />

Aan/uit-toets/Elektrische<br />

lendensteunverstelling<br />

De schakelaar bevindt zich aan de<br />

zijkant van elke voorstoel.<br />

Druk op het voorstel deel van de<br />

schakelaar voor meer lendensteun<br />

of op het achterste deel van de schakelaar<br />

voor minder lendensteun.<br />

A<br />

B<br />

Verwarmde voorstoelen<br />

Uw voertuig is uitgerust met<br />

verwarmde stoelen.<br />

De verwarming werkt alleen bij<br />

aangezet contact.<br />

De bedieningstoetsen bevinden zich<br />

op het paneel van beide<br />

voorportieren.<br />

• Druk op wanneer het systeem<br />

alleen de rugleuning moet<br />

verwarmen.<br />

–<br />

–<br />

• Druk op wanneer u de verwarming<br />

van de stoel en de rugleuning<br />

wilt inschakelen.<br />

187 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 188 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Druk herhaaldelijk op de toets om<br />

tussen de hoogste, middelste en<br />

laagste verwarmingsinstellingen te<br />

schakelen.<br />

Er gaat een controlelampje branden<br />

om de geselecteerde temperatuurinstelling<br />

aan te geven.<br />

• 3 lampjes (hoogste stand<br />

verwarming)<br />

• 2 lampjes (middelste stand<br />

verwarming)<br />

• 1 lampje (laagste stand<br />

verwarming)<br />

Druk de toets nogmaals in voor het<br />

uitschakelen.<br />

Het uitschakelen van de stoelverwarming<br />

vindt automatisch plaats<br />

wanneer het contact wordt afgezet.<br />

Hoofdsteunen<br />

De hoofdsteunen kunnen worden<br />

afgesteld.<br />

De bovenrand van de hoofdsteun<br />

moet zich ter hoogte van de bovenzijde<br />

van uw hoofd bevinden.<br />

De hoofdsteunen van de voorste rij<br />

afstellen:<br />

• Trek aan de hoofdsteun om hem<br />

omhoog te zetten.<br />

• Druk op de knop onder de<br />

hoofdsteun om de hoofdsteun<br />

omlaag te schuiven.<br />

De hoofdsteunen van de voorstoelen<br />

kunnen ook naar voren of naar<br />

achteren worden gekanteld.<br />

Zet een hoofdsteun van de tweede<br />

rij op de gewenste hoogte door<br />

hem omhoog of omlaag te<br />

schuiven.<br />

De hoofdsteunen van de tweede rij<br />

kunnen niet kantelen.<br />

. . . 188


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 189 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Tweede rij zitplaatsen<br />

Stoel naar voren/achteren<br />

verstellen<br />

De stoelen van de tweede rij kunnen<br />

naar voeren en naar achteren<br />

worden versteld.<br />

Trek de hendel onder het zitkussen<br />

omhoog.<br />

Schuif de stoel naar de gewenste<br />

plek. Laat de hendel los en zorg dat<br />

de stoel op zijn plaats is<br />

vergrendeld.<br />

Instapvergrendeling voor de stoelen<br />

van de tweede rij<br />

De stoel aan de rechterzijde op de<br />

tweede rij heeft een functie waardoor<br />

het eenvoudiger wordt in en<br />

uit het voertuig te stappen.<br />

Boven op de rugleuning zit een<br />

ontgrendelingshendel.<br />

Trek de hendel omhoog en klap de<br />

rugleuning naar voren.<br />

Trek aan de hendel om de stoel los<br />

te halen en kantel de stoel naar<br />

voren.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de stoel wordt neergeklapt<br />

terwijl de veiligheidsgordels<br />

zijn bevestigd, kunnen de achterste<br />

stoelen en de veiligheidsgordels<br />

beschadigd raken.<br />

Haal de veiligheidsgordels los en<br />

berg de gordels op voordat u een<br />

stoel neerklapt.<br />

–<br />

–<br />

189 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 190 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Een stoel die niet goed is vergrendeld,<br />

kan bij een aanrijding of<br />

noodstop losschieten. Hierdoor<br />

kunnen de inzittenden gewond<br />

raken. Zorg dat de stoel is<br />

vergrendeld.<br />

Laat passagiers nooit op een<br />

zitplaats op de derde rij plaatsnemen<br />

terwijl de stoel van de tweede<br />

rij naar voren is geklapt.<br />

Controleer of de stoel, wanneer<br />

hij weer in de oorspronkelijke<br />

stand staat, stevig vastzit.<br />

Derde rij zitplaatsen (indien<br />

van toepassing)<br />

Als uw voertuig een derde rij met<br />

zitplaatsen heeft, zijn deze elektrisch<br />

bedienbaar. De rugleuning kan naar<br />

voren worden geklapt zodat er extra<br />

opbergruimte ontstaat voor bijvoorbeeld<br />

een lekke band, of plat<br />

worden gelegd zodat er een laadvloer<br />

ontstaat.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de stoel wordt neergeklapt<br />

terwijl de veiligheidsgordels<br />

zijn bevestigd, kunnen de achterste<br />

stoelen en de veiligheidsgordels<br />

beschadigd raken.<br />

Haal de veiligheidsgordels los en<br />

berg de gordels op voordat u een<br />

stoel neerklapt.<br />

. . . 190


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 191 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

A<br />

B<br />

Druk op de knop of op de knop<br />

achter de tweede rij zitplaatsen om<br />

de achterbank op de derde rij in te<br />

klappen.<br />

Als de baan van de neer te klappen<br />

achterbank wordt gehinderd, stopt<br />

de achterbank en gaat hij terug.<br />

Druk opnieuw op de knop om de<br />

achterbank in de vorige stand te<br />

zetten.<br />

Klap daarna het paneel op de<br />

achterbank naar voren zodat er een<br />

laadruimte ontstaat.<br />

Voordat u de achterbank in de<br />

passagiersstand zet, moet het<br />

paneel zelf eerst worden<br />

teruggeklapt.<br />

Houd de knop nog een keer ingedrukt<br />

om de achterbank weer in de<br />

oorspronkelijke stand te zetten.<br />

Als de achterbank niet volledig in de<br />

zitpositie wordt geklapt, hoort u een<br />

geluid als het voertuig uit de stand P<br />

(parkeren) wordt gezet.<br />

Druk op de toets in de bagageruimte<br />

om de rugleuning naar voren<br />

te klappen.<br />

Wanneer u de achterbank omhoog<br />

of omlaag wilt klappen, moet u eerst<br />

de achterklep of het achterportier<br />

rechts openen. Als het contact uit is,<br />

drukt u drie keer op de ontgrendeltoets<br />

op de afstandsbediening of het<br />

portier zodat de achterbank twee<br />

minuten van voeding wordt voorzien.<br />

De transmissie moet in P<br />

(parkeren) staan en de accu van het<br />

voertuig moet voldoende zijn<br />

opgeladen.<br />

–<br />

–<br />

191 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 192 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

■ VEILIGHEIDSGORDELS<br />

WAARSCHUWING<br />

Vervoer geen personen in het<br />

voertuig op plaatsen waar een<br />

veiligheidsgordel niet goed kan<br />

worden gedragen. Als u geen<br />

veiligheidsgordel draagt, kunt u<br />

tijdens een aanrijding ernstig<br />

gewond raken of zelfs om het<br />

leven komen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij een aanrijding kan een inzittende<br />

die niet met de veiligheidsgordel<br />

vastzit een ander persoon<br />

in het voertuig raken en verwonden<br />

of uit het voertuig worden<br />

geworpen.<br />

Als u uw veiligheidsgordel heeft<br />

bevestigd, is er een kleinere kans<br />

dat u gewond raakt. Bevestig<br />

altijd de veiligheidsgordel en<br />

controleer of alle passagiers ook<br />

hun veiligheidsgordel goed<br />

hebben bevestigd.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het is buitengewoon gevaarlijk<br />

om in een laadruimte te rijden,<br />

zowel binnen als buiten de auto.<br />

Tijdens een botsing is de kans<br />

groter dat mensen op deze plaatsen<br />

ernstig of fataal letsel ondervinden.<br />

Zorg ervoor dat iedereen<br />

in de auto in een stoel zit en de<br />

veiligheidsriem op de juiste wijze<br />

gebruikt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat niemand in een deel van het<br />

voertuig rijden waar geen stoelen<br />

en veiligheidsgordels zijn<br />

voorzien.<br />

. . . 192


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 193 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

OPMERKING<br />

Controleer, voordat u het portier<br />

sluit, dat de veiligheidsgordels<br />

niet ingeklemd kunnen raken.<br />

Beschadiging van de gordel en/<br />

of carrosserie wordt dan<br />

voorkomen.<br />

De veiligheidsgordelinformatie is<br />

bedoeld voor volwassen bestuurders/passagiers<br />

en voor oudere<br />

kinderen die kinderzitjes zijn<br />

ontgroeid.<br />

Oudere kinderen die te groot zijn<br />

geworden voor een zitverhoger,<br />

moeten op de achterbank zitten,<br />

met de veiligheidsgordel goed<br />

bevestigd.<br />

U kunt bepalen of een kind te groot<br />

is geworden voor een zitverhoger<br />

en op de achterbank kan zitten aan<br />

de hand van de informatie in<br />

"Oudere kinderen" onder "Kinderzitjes"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Zorg er voor dat kinderen die te<br />

klein zijn om van een gordel gebruik<br />

te maken goed worden beveiligd<br />

door een veiligheidssysteem voor<br />

kinderen. Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een veiligheidsgordel mag steeds<br />

slechts door 1 persoon tegelijk<br />

worden gedragen. Sta niet toe<br />

dat twee kinderen van dezelfde<br />

gordel gebruik maken.<br />

Heup-/schoudergordel<br />

De heup/schoudergordel moet op<br />

de juiste manier worden gedragen,<br />

zoals hieronder is beschreven.<br />

Veiligheidsgordel vastmaken:<br />

1. Stel de stoel in en ga rechtop<br />

zitten.<br />

2. Pak de gordel bij de slottong<br />

vast.<br />

–<br />

–<br />

193 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 194 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

3. Trek de gordel over het<br />

lichaam. Zorg dat de riemen<br />

niet gedraaid zitten.<br />

De heup-/schoudergordel kan<br />

blokkeren wanneer hij te snel<br />

wordt uitgetrokken. U kunt de<br />

gordel ontgrendelen door de<br />

gordel eerst weer iets op te laten<br />

rollen en hem daarna langzamer<br />

naar buiten te trekken.<br />

4. Druk de slottong in het gordelslot<br />

tot u een tikgeluid hoort.<br />

Wanneer de achterste veiligheidsgordel<br />

blokkeert voordat<br />

het slot is bereikt, moet de slottong<br />

worden gekanteld. Trek<br />

hierna verder aan de gordel tot<br />

deze kan worden vastgegespt.<br />

Overtuig u ervan dat de ontsluitknop<br />

op het gordelslot naar<br />

boven of naar buiten wijst.<br />

Trek aan de slottong om er zeker<br />

van te zijn dat deze stevig vast<br />

zit.<br />

WAARSCHUWING<br />

Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk<br />

als u uw gordel in het verkeerde<br />

gordelslot vastzet. Druk de<br />

slottong steeds vast in het meest<br />

nabije gordelslot.<br />

. . . 194


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 195 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

–<br />

5. Trek de gordelsluiting van de<br />

riem omlaag terwijl u de schouderriem<br />

omhoog trekt om de<br />

heupgordel af te stellen.<br />

Bij kleinere inzittenden kan het<br />

nodig zijn het stiksel op de<br />

heupgordel door de slottong te<br />

halen om de gordel volledig<br />

vast te zetten.<br />

De veiligheidsgordel blokkeert als<br />

het voertuig plotseling stopt of bij<br />

een aanrijding.<br />

Veiligheidsgordel losmaken:<br />

• Druk de knop op het slotmechanisme<br />

in.<br />

Controleer, voordat u het portier<br />

sluit, dat de veiligheidsgordels niet<br />

ingeklemd kunnen raken. Beschadiging<br />

van de gordel en/of carrosserie<br />

wordt dan voorkomen.<br />

De heup-/schoudergordel moet<br />

worden gedragen zoals hierboven is<br />

afgebeeld.<br />

WAARSCHUWING<br />

De veiligheidsgordels moeten<br />

nauwsluitend om het lichaam<br />

worden gedragen. Laat de<br />

schoudergordel niet onder uw<br />

arm doorlopen. Zorg dat de<br />

gordelriemen niet gedraaid<br />

zitten.<br />

–<br />

195 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 196 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Wanneer u een veiligheidsgordel<br />

gebruikt, moet u rechtop zitten met<br />

uw voeten op de vloer voor u.<br />

De schoudergordel moet over de<br />

schouder en diagonaal over de borst<br />

lopen. Deze lichaamsdelen zijn het<br />

beste in staat om grote krachten op<br />

te vangen.<br />

De schouderriem moet voor het<br />

gezicht of de nek lopen.<br />

Het heupgedeelte van de gordel<br />

moet laag en comfortabel op de<br />

heupen liggen, juist boven de dijen.<br />

Bij een botsing zullen stoten dan<br />

worden opgevangen door het sterke<br />

bekken en zult u minder gemakkelijk<br />

onder de heupgordel<br />

doorglijden. Als u wel onder de<br />

gordel door glijdt, moeten stoten<br />

worden opgevangen door de<br />

onderbuik. Daarbij kunt u ernstig en<br />

zelfs dodelijk letsel oplopen.<br />

Comfortgeleiders voor<br />

schoudergordel<br />

Uw voertuig kan zijn uitgerust met<br />

achterste schoudergordelgeleiders<br />

voor het comfort en de veiligheid<br />

van kleine personen en kinderen.<br />

Deze geleiders zorgen ervoor dat de<br />

gordels niet nabij de hals en het<br />

hoofd komen te liggen.<br />

Er is één geleider voor elke buitenste<br />

zitplaats van de tweede rij.<br />

Comfortgeleiders aanbrengen:<br />

1. Neem de geleider uit het klem<br />

aan de zijkant van de<br />

rugleuning.<br />

2. Plaats de geleider op de gordel<br />

door de randen van de gordel<br />

in de sleuven van de geleider te<br />

schuiven.<br />

. . . 196


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 197 Thursday, June 12, 2008 9:38 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

4. Bevestig de sluiting en laat de<br />

veiligheidsgordel los.<br />

Zie voor meer informatie over<br />

het gebruik van heup-/schoudergordels<br />

"Heup-/schoudergordel"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

Comfortgeleider verwijderen:<br />

1. Knijp de gordelranden samen<br />

en verwijder de gordel uit de<br />

comfortgeleider.<br />

2. Schuif de comfortgeleider terug<br />

naar de opbergklem als deze<br />

niet wordt gebruikt.<br />

–<br />

3. Let erop dat de gordel niet is<br />

gedraaid en dat het trekkoord<br />

onder de gordel zit. De geleider<br />

moet zich aan de bovenkant<br />

bevinden.<br />

–<br />

WAARSCHUWING<br />

De schoudergordel moet over de<br />

schouder en diagonaal over de<br />

borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />

zijn het beste in staat om grote<br />

krachten op te vangen.<br />

Het verkeerd dragen van een<br />

veiligheidsgordel kan leiden tot<br />

ernstig lichamelijk letsel.<br />

197 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 198 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Verlenger voor<br />

veiligheidsgordel<br />

Indien de veiligheidsgordel niet lang<br />

genoeg is voor uw postuur, kan uw<br />

dealer een verlengstuk bestellen.<br />

Het verdient aanbeveling om de<br />

gordelverlengers tevoren met uw<br />

dikste jas aan te passen, zodat een<br />

voldoende lang exemplaar wordt<br />

besteld.<br />

Gebruik de gordelverlenger alleen<br />

op de stoel waarvoor hij is gemaakt.<br />

Laat niemand anders er gebruik van<br />

maken. De gordelverlengers kunnen<br />

aan de gebruikelijke veiligheidsgordels<br />

worden bevestigd.<br />

Gebruik de gordelverlenger nooit<br />

voor het vastmaken van een<br />

kinderzitje.<br />

Volg de instructies van de fabrikant<br />

op.<br />

Veiligheidsgordels<br />

vervangen<br />

WAARSCHUWING<br />

Een botsing kan schade veroorzaken<br />

aan de inzittendenbeveiliging,<br />

zodat deze niet de juiste<br />

bescherming biedt. Dit kan<br />

tijdens een botsing resulteren in<br />

ernstig of zelfs fataal letsel. Om er<br />

zeker van te zijn dat de systemen<br />

voor inzittendenbeveiliging nog<br />

correct werken na een botsing,<br />

moet u deze zo snel mogelijk<br />

laten controleren en vervangen.<br />

Indien u bij een aanrijding betrokken<br />

bent geweest, kunnen de veiligheidsgordels<br />

zijn uitgerekt,<br />

ingesneden of anderszins beschadigd<br />

waardoor vervanging noodzakelijk<br />

is. Zelfs wanneer de<br />

veiligheidsgordel niet werd gebruikt<br />

ten tijde van de aanrijding kunnen<br />

reparaties nodig zijn. Laat na een<br />

aanrijding altijd de systemen voor<br />

inzittendenbeveiliging inspecteren.<br />

Wanneer u betrokken raakt bij een<br />

aanrijding die ernstig genoeg is om<br />

de voorairbags te activeren, dan<br />

moeten de veiligheidsgordeleenheden<br />

van de bestuurder en de voorpassagier<br />

worden vervangen.<br />

. . . 198


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 199 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Uw voertuig is met gordelspanners<br />

uitgerust. Gordelspanners werken<br />

slechts éénmaal. Als de spanners bij<br />

een botsing werden geactiveerd,<br />

moeten ze worden vervangen. Als<br />

het airbaglampje blijft branden of<br />

gaat branden terwijl u rijdt, laat dan<br />

de gordelspanner controleren. Zie<br />

"Gordelspanners" onder "Extra inzittendenbeveiliging"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie<br />

over deze functie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij het verwijderen (sloop) van<br />

het voertuig of voertuigonderdelen<br />

moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />

in acht worden<br />

genomen. Verwijdering mag<br />

uitsluitend worden uitgevoerd<br />

door een erkend onderhoudsbedrijf<br />

om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

Gebruik van veiligheidsgordel<br />

tijdens zwangerschap<br />

Veiligheidsgordels zijn nuttig voor<br />

iedereen, dus ook voor zwangere<br />

vrouwen. Ook bij hen is de kans op<br />

ernstig letsel groter indien geen<br />

veiligheidsgordel wordt gedragen.<br />

Een zwangere vrouw dient altijd een<br />

heup-/schoudergordel te dragen<br />

(zgn. driepuntsgordel). Daarbij<br />

moet de heupriem zo laag mogelijk<br />

over de heupen liggen.<br />

De beste manier om de foetus te<br />

beschermen, is het beschermen van<br />

de moeder. Wanneer een veiligheidsgordel<br />

goed wordt gedragen,<br />

is de kans groter dat de foetus ongedeerd<br />

blijft bij een aanrijding. Voor<br />

zwangere vrouwen geldt, net als<br />

voor iedereen, dat de effectiviteit<br />

van de veiligheidsgordels aanzienlijk<br />

wordt verhoogd indien ze goed<br />

worden gedragen.<br />

–<br />

–<br />

199 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 200 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Waarschuwingslamp voor<br />

niet dragen veiligheidsgordel<br />

Wanneer u de motor inschakelt,<br />

hoort u enkele seconden een<br />

geluidssignaal om u eraan te herinneren<br />

de veiligheidsgordels vast te<br />

maken. Ook gaat het lampje voor<br />

de veiligheidsgordels enkele seconden<br />

branden, waarna het lampje<br />

nog enkele seconden blijft knipperen.<br />

Wanneer de bestuurder zijn<br />

gordel heeft vastgemaakt, gaat het<br />

lampje niet branden en hoort u<br />

geen geluidssignaal.<br />

De gong en het lampje worden<br />

opnieuw geactiveerd als de bestuurder<br />

zijn veiligheidsgordel niet heeft<br />

vastgedaan terwijl het voertuig rijdt.<br />

. . . 200<br />

Waarschuwingslampje voor<br />

veiligheidsgordel passagier<br />

Het waarschuwingslampje voor de<br />

veiligheidsgordel van de passagier<br />

zit midden in het instrumentenpaneel,<br />

in de statusbalk van het<br />

passagiersdetectiesysteem.<br />

Wanneer de airbag aan de passagierszijde<br />

is ingeschakeld wanneer u<br />

het voertuig start, hoort u enkele<br />

seconden lang een geluidssignaal<br />

om de passagier op de voorstoel<br />

eraan te herinneren de veiligheidsgordel<br />

te bevestigen. Ook gaat het<br />

waarschuwingslampje voor de<br />

veiligheidsgordel van de passagier<br />

enkele seconden branden. Daarna<br />

blijft het lampje nog enkele seconden<br />

knipperen. Wanneer de passagier<br />

zijn gordel heeft vastgemaakt,<br />

gaat het lampje niet branden en<br />

hoort u geen geluidssignaal.<br />

De geluidssignaal en het lampje<br />

worden opnieuw geactiveerd als de<br />

passagier zijn veiligheidsgordel niet<br />

heeft bevestigd terwijl het voertuig<br />

rijdt.<br />

Zie "Passagiersdetectiesysteem"<br />

verderop in dit hoofdstuk.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 201 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

■ EXTRA INZITTENDEN-<br />

BEVEILIGING<br />

WAARSCHUWING<br />

Een botsing kan de inzittendenbeveiligingen<br />

van uw auto<br />

beschadigen. Een beschadigd<br />

inzittendenbeveiligingssysteem<br />

kan de persoon die het gebruikt<br />

niet goed beschermen, wat kan<br />

leiden tot ernstig en zelfs fataal<br />

letsel bij een botsing.<br />

Laat na een aanrijding altijd de<br />

systemen voor inzittendenbeveiliging<br />

inspecteren.<br />

Zorg er zo spoedig mogelijk voor<br />

dat de noodzakelijke vervangingen<br />

worden uitgevoerd.<br />

Gordelspanners<br />

Uw voertuig is uitgerust met gordelspanners.<br />

Deze gordelspanners<br />

zorgen dat de gordel wordt aangetrokken<br />

bij het begin van een<br />

gemiddelde tot ernstige frontale<br />

aanrijding wanneer er aan de drempelvoorwaarden<br />

voor de gordelspanners<br />

wordt voldaan.<br />

Gordelspanners helpen ook de<br />

veiligheidsgordels aan te spannen<br />

bij een aanrijding van opzij of<br />

wanneer het voertuig omslaat.<br />

De gordelspanners bevinden zich in<br />

de veiligheidsgordeleenheden voor<br />

de bestuurder en de voorpassagier.<br />

Gordelspanners werken slechts<br />

éénmaal. Als de spanners bij een<br />

botsing werden geactiveerd,<br />

moeten ze worden vervangen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij het verwijderen (sloop) van<br />

het voertuig of voertuigonderdelen<br />

moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />

in acht worden<br />

genomen. Verwijdering mag<br />

uitsluitend worden uitgevoerd<br />

door een erkend onderhoudsbedrijf<br />

om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

–<br />

–<br />

201 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 202 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

. . . 202<br />

Airbag<br />

Uw voertuig is uitgerust met twee<br />

airbags in de stuurwielnaaf en aan<br />

de passagierszijde van het instrumentenpaneel.<br />

Bij een frontale<br />

aanrijding kunnen de airbags<br />

worden opgeblazen.<br />

Dit zijn tweetraps voorairbags waarvan<br />

het weerstandsniveau wordt<br />

aangepast aan de ernst van de<br />

botsing. Bij lichtere frontale botsingen<br />

worden de airbags niet volledig<br />

opgeblazen. Bij ernstigere frontale<br />

botsingen worden de airbags volledig<br />

opgeblazen.<br />

Aan de passagierszijde is een tweetraps<br />

voorairbag aangebracht waarvan<br />

het weerstandsniveau wordt<br />

aangepast aan de ernst van de<br />

aanrijding, de locatie van de stoel en<br />

de status van de veiligheidsgordel.<br />

Wanneer de passagierstoel naar<br />

voren staat, is het activeringsniveau<br />

van de airbag lager dan bij volledige<br />

activering. Wanneer de passagiersstoel<br />

verder naar achteren staat,<br />

wordt de airbag dieper geactiveerd<br />

(volledige activering).<br />

Uw voertuig heeft ook aan de<br />

buitenkant van de rugleuningen van<br />

de voorste stoelen twee airbags die<br />

in werking kunnen komen tijdens<br />

een botsing aan de zijkant van het<br />

voertuig.<br />

Uw voertuig is ook voorzien van<br />

twee in het dak gemonteerde<br />

zijairbags.<br />

De twee zijairbags in het dak<br />

kunnen worden geactiveerd bij een<br />

aanrijding vanaf de zijkant, bij een<br />

ernstige frontale aanrijding of<br />

wanneer het voertuig omslaat om<br />

de bestuurder, de voorpassagier en<br />

de twee passagiers direct achter<br />

deze voorste stoelen te beschermen.<br />

Wanneer een airbag in werking<br />

komt en accuspanning beschikbaar<br />

is dan zullen de portieren automatisch<br />

worden ontgrendeld en zal de<br />

interieurverlichting worden<br />

ingeschakeld.<br />

De waarschuwingsknipperlichten<br />

worden ook ingeschakeld als er een<br />

airbag wordt geactiveerd.<br />

U kunt de portieren vergrendelen,<br />

de interieurverlichting uitschakelen<br />

en de waarschuwingsknipperlichten<br />

uitschakelen met de knoppen voor<br />

die functies.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 203 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

De veiligheidsgordels en het<br />

airbagsysteem zijn ontworpen<br />

om volwassenen de best mogelijke<br />

bescherming te bieden.<br />

Personen die met het airbagsysteem<br />

in aanraking komen of die<br />

zich te dicht bij een airbag bevinden<br />

die wordt opgeblazen,<br />

kunnen ernstige verwondingen<br />

oplopen met mogelijk dodelijke<br />

gevolgen.<br />

Iedereen in het voertuig die te<br />

groot is voor een kinderzitje,<br />

moet een veiligheidsgordel op de<br />

juiste manier dragen. Het maakt<br />

daarbij niet uit of er een airbag<br />

voor die persoon aanwezig is.<br />

Zorg er voor dat kinderen die te<br />

klein zijn om van een gordel<br />

gebruik te maken goed worden<br />

beveiligd door een veiligheidssysteem<br />

voor kinderen. Zie "Veiligheid<br />

voor kinderen" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />

dat kinderen veiliger in een<br />

voertuig worden vervoerd wanneer<br />

ze in een kinderstoeltje op de<br />

achterbank zitten.<br />

Daarom raden wij u aan kinderen in<br />

kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />

kinderen die groot genoeg zijn om<br />

een veiligheidsgordel te dragen op<br />

de achterbank te zetten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een kind in een achterwaarts<br />

gekeerd kinderzitje op de<br />

zitplaats voor de passagier voor<br />

in de auto kan ernstig worden<br />

gewond of de gevolgen kunnen<br />

fataal zijn indien de airbag voor<br />

de passagier in werking komt. De<br />

achterkant van het kinderzitje<br />

kan zich namelijk dichtbij de<br />

ontstoken airbag bevinden.<br />

Een kind in een naar voren<br />

gericht kinderzitje op de zitplaats<br />

van de passagier voor in het voertuig<br />

kan ernstig of dodelijk<br />

gewond raken als de airbag voor<br />

de passagier in werking treedt en<br />

de passagiersstoel naar voren<br />

staat.<br />

Wanneer u echter een voorwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

stoel voor de rechter passagier<br />

voorin vastzet, moet deze stoel<br />

zo ver mogelijk naar achteren<br />

worden geschoven.<br />

–<br />

–<br />

203 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 204 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Hoewel uw voertuig is voorzien<br />

van een uitschakelfunctie voor de<br />

airbag aan de passagierszijde die<br />

is ontworpen om de airbag aan<br />

passagierszijde onder bepaalde<br />

omstandigheden uit te schakelen,<br />

is geen enkel systeem 100%<br />

storingvrij. Niemand kan garanderen<br />

dat een airbag onder<br />

ongebruikelijke omstandigheden<br />

niet kan worden ingeschakeld,<br />

zelfs als het systeem is<br />

uitgeschakeld.<br />

We raden u daarom aan kinderzitjes<br />

op een stoel achterin vast te<br />

maken, zelfs als de voorairbag is<br />

uitgeschakeld.<br />

WAARSCHUWING<br />

Omdat het risico bij een naar<br />

achteren gericht kinderzitje groot<br />

is als de airbag wordt geactiveerd,<br />

zit er een sticker op de<br />

zonneklep die u waarschuwt<br />

nooit een naar achteren gericht<br />

kinderzitje op de voorstoel te<br />

zetten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Airbags bieden aanvullende<br />

bescherming bij het gebruik van<br />

veiligheidsgordels. Ook in een<br />

auto met airbags bestaat er<br />

grotere kans op letsel indien u bij<br />

een aanrijding geen veiligheidsgordel<br />

draagt.<br />

Bij een aanrijding kan een inzittende<br />

die niet met de veiligheidsgordel<br />

vastzit een ander persoon<br />

in het voertuig raken en verwonden<br />

of uit het voertuig worden<br />

geworpen.<br />

. . . 204


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 205 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u zich te dicht bevindt<br />

bij een airbag die wordt opgeblazen,<br />

kunt u ernstige verwondingen<br />

oplopen. Veiligheidsgordels<br />

houden u bij een aanrijding op<br />

uw plaats wanneer de airbag<br />

wordt opgeblazen. De bestuurder<br />

moet zo ver mogelijk naar<br />

achteren zitten maar toch de<br />

auto volledig onder controle<br />

hebben.<br />

Airbags vóór in de auto treden<br />

helemaal niet in werking<br />

wanneer de auto om de lengteas<br />

rolt, bij aanrijdingen van achteren<br />

en bij veel zij-aanrijdingen.<br />

Zijairbags die in de stoelen zijn<br />

ingebouwd, worden niet geactiveerd<br />

wanneer het voertuig om<br />

de lengteas rolt, bij aanrijdingen<br />

van achteren of bij frontale<br />

botsingen.<br />

De airbags in het dak kunnen<br />

worden geactiveerd bij een<br />

aanrijding vanaf opzij, bij een<br />

ernstige frontale aanrijding of<br />

wanneer het voertuig omslaat.<br />

Ze worden niet geactiveerd bij<br />

een aanrijding van achteren.<br />

Bevestig niets in de ruimte waar<br />

het opblazen van de airbag<br />

plaatsvindt.<br />

Als er zich iets tussen inzittende<br />

en een airbag bevindt, kan de<br />

airbag niet juist worden opgeblazen,<br />

of kan het voorwerp tegen<br />

de inzittende duwen, met ernstig<br />

of fataal letsel tot gevolg.<br />

Het gebied waarin een airbag<br />

zich vult, moet altijd worden<br />

vrijgehouden.<br />

–<br />

–<br />

205 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 206 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Het aanpassen of verplaatsen van<br />

onderdelen van de voorstoelen,<br />

veiligheidsgordels, sensor- en<br />

diagnosemodule voor de airbags,<br />

stuurwiel, instrumentenpaneel,<br />

dakairbagmodules, hemelbekleding<br />

of stijlbekleding, voorsensoren,<br />

zijbotsingssensoren, omrolsensormodule<br />

of bedrading van de airbags<br />

kan invloed hebben op de werking<br />

van het airbagsysteem.<br />

Wanneer u opties aan de voorzijde<br />

of zijkanten van het voertuig<br />

toevoegt, is het mogelijk dat airbags<br />

niet goed meer functioneren. Raadpleeg<br />

uw dealer voordat u opties<br />

aan de buitenzijde van uw auto<br />

monteert.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bevestig niets op het dak van uw<br />

voertuig door touwen of spanbanden<br />

door portier- of raamopeningen<br />

te leiden. Hierdoor<br />

wordt de opblaaszone van de<br />

airbags geblokkeerd.<br />

Gebruik geen stoelaccessoires die<br />

zich in de opblaaszone van de in<br />

de stoel gemonteerde airbags<br />

kunnen bevinden.<br />

Inzittenden van de auto mogen<br />

niet tegen de portieren leunen of<br />

slapen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer er een airbag wordt<br />

geactiveerd, kan er stof vrijkomen<br />

dat in de lucht blijft hangen.<br />

Dit kan de ademhaling bemoeilijken<br />

bij mensen die last hebben<br />

van astma of andere aandoeningen<br />

aan de luchtwegen. U kunt<br />

dit voorkomen door ervoor te<br />

zorgen dat iedereen meteen het<br />

voertuig verlaat zodra dat veilig<br />

is. Als uitstappen onmogelijk is,<br />

open dan een raam of portier.<br />

Als u ademhalingsproblemen<br />

ondervindt nadat een airbag is<br />

geactiveerd, moet u een arts<br />

raadplegen.<br />

. . . 206


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 207 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Bij vele ernstige botsingen barst de<br />

voorruit als gevolg van de vervorming<br />

van het voertuig. De voorruit<br />

kan ook beschadigen wanneer de<br />

airbag van de passagier rechtsvoor<br />

wordt geactiveerd.<br />

De airbag treedt slechts eenmaal in<br />

werking. Na een botsing moet hij<br />

worden vervangen. Laat alleen<br />

speciaal opgeleid personeel aan het<br />

airbagsysteem werken.<br />

Uw voertuig is voorzien van computermodules<br />

die informatie na een<br />

aanrijding kunnen registreren.<br />

Tijdens een aanrijding kan uw voertuig<br />

informatie opslaan over de<br />

conditie van het voertuig en hoe dit<br />

werd bediend.<br />

Zie "Gegevensverzameling en gegevensrecorders<br />

voor gebeurtenissen"<br />

in hoofdstuk 5 voor meer<br />

informatie.<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

omrolsensor die werkt met banden<br />

en wielen in de originele afmetingen<br />

en van het originele type waarmee<br />

uw voertuig is afgeleverd. Andere<br />

banden of wielen kunnen de<br />

werking van het in het dak gemonteerde<br />

airbagsysteem beïnvloeden.<br />

Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk 4<br />

voor meer informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer een airbag is geactiveerd,<br />

kunnen de onderdelen<br />

van de airbag heet zijn. Raak de<br />

onderdelen van de airbag niet<br />

aan.<br />

OPMERKING<br />

Voorkom beschadiging van de<br />

airbagbekleding.<br />

Wanneer een afdekking van een<br />

airbag beschadigd is, moet in<br />

sommige gevallen de airbagmodule<br />

of de module en afdekking<br />

van de airbag worden<br />

vervangen.<br />

De kappen van de airbags<br />

mogen niet worden geopend of<br />

gebroken.<br />

–<br />

–<br />

207 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 208 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Een airbag kan bij onjuiste<br />

behandeling tot maximaal tien<br />

minuten na het afzetten van het<br />

contact en na het verbreken van<br />

de stroomverbinding alsnog<br />

worden geactiveerd.<br />

Wanneer u zich te dicht bij een<br />

geactiveerde airbag bevindt,<br />

kunt u ernstig gewond raken.<br />

Raak draden met gele stekkers<br />

niet aan.<br />

Wees er zeker van dat u of de<br />

persoon die de werkzaamheden<br />

verricht goed is opgeleid en de<br />

voorgeschreven handelingen kan<br />

opvolgen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij het verwijderen (sloop) van<br />

het voertuig of voertuigonderdelen<br />

moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />

in acht worden<br />

genomen. Verwijdering mag<br />

uitsluitend worden uitgevoerd<br />

door een erkend onderhoudsbedrijf<br />

om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

Controlelamp airbag<br />

Wanneer u de motor start, knippert<br />

het controlelampje voor de airbags<br />

om aan te geven dat het systeem<br />

operationeel is.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 1 voor meer<br />

informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat onmiddellijk onderhoud<br />

verrichten indien bij het aanzetten<br />

van het contact de controlelamp<br />

van de airbag niet aangaat<br />

of blijft branden, of als hij tijdens<br />

het rijden gaat branden.<br />

. . . 208


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 209 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Passagiersdetectiesysteem<br />

Uw voertuig is uitgerust met het<br />

passagiersdetectiesysteem.<br />

De lampjes voor airbag "aan" en<br />

"uit" branden kort in de statusbalk<br />

van het passagiersdetectiesysteem<br />

(op het instrumentenpaneel).<br />

Wanneer de zelfcontrole van het<br />

systeem is voltooid, blijft één van de<br />

lampjes branden om aan te geven<br />

dat de airbag van de passagier<br />

rechtsvoor is in- of uitgeschakeld.<br />

U kunt de zelfcontrole van het<br />

systeem niet altijd zien wanneer u<br />

de functie voertuig starten op<br />

afstand gebruikt om de motor te<br />

starten.<br />

Sensoren in de voorstoel rechts<br />

nemen waar of er een inzittende in<br />

de voorstoel zit. Deze sensoren<br />

bepalen of de airbag voor de voorpassagier<br />

moet worden in- of<br />

uitgeschakeld.<br />

Het passagiersdetectiesysteem schakelt<br />

de voorairbag aan de passagierszijde<br />

onder de volgende<br />

omstandigheden uit:<br />

• Er is gedurende een bepaalde<br />

periode geen gewicht geplaatst<br />

op de voorstoel rechts.<br />

• Het systeem detecteert een kind<br />

in een naar achteren gericht<br />

kinderzitje.<br />

• Het systeem detecteert een kind<br />

in een kinderzitje.<br />

• Het systeem detecteert een kind<br />

in een stoelverhoger.<br />

–<br />

–<br />

209 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 210 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

• Op de voorstoel rechts zit een<br />

kleine persoon, zoals een kind<br />

dat te groot is voor een kinderzitje<br />

of een hele kleine<br />

volwassene.<br />

Het is belangrijk hierbij op te<br />

merken dat bij sommige kinderen<br />

die te groot zijn geworden<br />

voor een kinderzitje en bij zeer<br />

kleine volwassenen het systeem<br />

de airbag niet altijd kan inschakelen,<br />

afhankelijk van de zithouding<br />

en lichaamsbouw van die<br />

persoon.<br />

Iedereen in het voertuig die te<br />

groot is voor een kinderzitje,<br />

moet een veiligheidsgordel op<br />

de juiste manier dragen. Het<br />

maakt daarbij niet uit of er een<br />

airbag voor die persoon aanwezig<br />

is.<br />

De voorairbag aan de passagierszijde<br />

wordt ook uitgeschakeld als er<br />

een ernstig probleem met het<br />

airbagsysteem of het passagiersdetectiesysteem<br />

is.<br />

Het lampje voor "uit" blijft branden<br />

wanneer de voorairbag aan de<br />

passagierszijde is uitgeschakeld.<br />

Wanneer het systeem een persoon<br />

met volwassen afmetingen waarneemt<br />

in de voorstoel rechts, wordt<br />

de airbag voor de voorstoel rechts<br />

opnieuw ingeschakeld en wordt de<br />

"aan"-indicator in de aan/uit-indicator<br />

voor de passagiersairbag<br />

weergegeven.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Werking van het systeem met<br />

een kinderzitje<br />

• Werking van het systeem met<br />

volwassen passagiers<br />

Accessoires van andere producenten,<br />

zoals stoelhoezen, kunnen de<br />

prestaties van het passagiersdetectiesysteem<br />

beïnvloeden. Gebruik<br />

geen accessoires van andere producenten<br />

als uw voertuig is uitgerust<br />

met dit systeem.<br />

WAARSCHUWING<br />

Houd het gebied onder de passagierstoel<br />

of tussen stoelkussen en<br />

rugleuning vrij van voorwerpen<br />

waardoor het passagiersdetectiesysteem<br />

op de juiste manier kan<br />

functioneren.<br />

. . . 210


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 211 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de airbaglamp blijft branden,<br />

of tijdens het rijden gaat<br />

branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem.<br />

Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />

voor meer informatie.<br />

Werking van het systeem met een<br />

kinderzitje<br />

Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />

dat kinderen veiliger in een<br />

voertuig worden vervoerd wanneer<br />

ze in een kinderstoeltje op de<br />

achterbank zitten.<br />

Het wordt daarom aangeraden het<br />

kinderzitje op een stoel achterin vast<br />

te maken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een kind in een achterwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

zitplaats voor de passagier voor<br />

in het voertuig kan ernstig of<br />

dodelijk gewond raken als de<br />

voorairbag aan de passagierszijde<br />

wordt geactiveerd. De achterkant<br />

van het kinderzitje kan zich<br />

namelijk dicht bij de geactiveerde<br />

airbag bevinden.<br />

Een kind in een naar voren<br />

gericht kinderzitje op de zitplaats<br />

van de passagier voor in het voertuig<br />

kan ernstig of dodelijk<br />

gewond raken als de airbag voor<br />

de passagier in werking treedt en<br />

de passagiersstoel naar voren<br />

staat.<br />

Wanneer u echter een voorwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

stoel voor de rechter passagier<br />

voorin vastzet, moet deze stoel<br />

zo ver mogelijk naar achteren<br />

worden geschoven.<br />

–<br />

–<br />

211 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 212 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Sommige voertuigen zijn uitgerust<br />

met een uitschakelfunctie<br />

voor de airbag aan passagierszijde<br />

waarbij de voorairbag aan de<br />

passagierszijde onder bepaalde<br />

omstandigheden wordt uitgeschakeld.<br />

Toch is geen enkel<br />

systeem 100% storingvrij.<br />

Niemand kan garanderen dat<br />

een airbag onder ongebruikelijke<br />

omstandigheden niet kan<br />

worden geactiveerd, zelfs als het<br />

systeem is uitgeschakeld.<br />

Het wordt daarom aangeraden<br />

het kinderzitje op een stoel<br />

achterin vast te maken.<br />

Omdat het risico bij een naar<br />

achteren gericht kinderzitje groot<br />

is als de airbag wordt geactiveerd,<br />

zit er een sticker op de<br />

zonneklep die u waarschuwt<br />

nooit een naar achteren gericht<br />

kinderzitje op de voorstoel te<br />

zetten.<br />

Wanneer het voertuig wordt gestart<br />

met een kinderzitje op de passagiersstoel<br />

voor, dan moet het lampje<br />

voor "uit" in de statusbalk van het<br />

passagiersdetectiesysteem branden<br />

nadat het systeem de zelfcontrole<br />

heeft doorlopen.<br />

Wanneer er een kinderzitje is<br />

geplaatst en het passagiersdetectiesysteem<br />

de airbag niet heeft uitgeschakeld,<br />

schakel de motor dan uit.<br />

Verwijder het kinderzitje en plaats<br />

het opnieuw.<br />

Een dikke laag materiaal (bijvoorbeeld<br />

een deken) of later gemonteerde<br />

voorzieningen (zoals<br />

stoelhoezen, -verwarming of -<br />

massagesystemen) tussen het<br />

zitkussen en het kinderzitje of een<br />

kleine inzittende kan invloed<br />

hebben op de werking van het<br />

passagiersdetectiesysteem. Verwijder<br />

alle extra materiaal van het<br />

zitkussen voordat u een kinderzitje<br />

monteert of een kleine inzittende<br />

vastzet.<br />

Als na het opnieuw starten van het<br />

voertuig de "aan"-indicator nog<br />

altijd verschijnt, controleer dan of de<br />

rugleuning van het voertuig het<br />

kinderzitje niet in het zitkussen<br />

drukt. Als dit het geval is, kantelt u<br />

de rugleuning van het voertuig iets<br />

en stelt u indien mogelijk het zitkussen<br />

af.<br />

. . . 212


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 213 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Controleer ook of het kinderzitje<br />

niet vastzit onder de hoofdsteun van<br />

het voertuig. Als dit wel het geval is,<br />

moet u de hoofdsteun afstellen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Als de "aan"-indicator nog steeds<br />

verschijnt, kunt u het zitje beter<br />

op de achterbank plaatsen en uw<br />

auto zo snel mogelijk na laten<br />

kijken in de garage.<br />

Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Werking van het systeem met volwassen<br />

passagiers<br />

Wanneer het systeem een persoon<br />

met volwassen afmetingen waarneemt<br />

in de voorstoel rechts, wordt<br />

de airbag voor de voorstoel rechts<br />

opnieuw ingeschakeld en wordt de<br />

"aan"-indicator in de aan/uit-indicator<br />

voor de passagiersairbag<br />

weergegeven.<br />

Wanneer een persoon met volwassen<br />

afmetingen in de passagiersstoel<br />

voor zit en de voorairbag aan de<br />

passagierszijde blijft uitgeschakeld,<br />

kan het zijn dat de persoon niet<br />

goed in de stoel zit.<br />

De passagier moet de veiligheidsgordel<br />

dragen om in de juiste zitpositie<br />

te zitten, vooral bij manoeuvres<br />

van het voertuig en bij remmen.<br />

Zorg dat de veiligheidsgordel altijd<br />

goed is afgesteld.<br />

Als het passagiersdetectiesysteem<br />

niet kan waarnemen of er een<br />

persoon van volwassen afmetingen<br />

in de stoel zit, zet de motor dan uit.<br />

Een dikke laag materiaal (zoals een<br />

deken) of optionele uitrusting (zoals<br />

stoelhoezen, verwarming of massagesystemen)<br />

kan effect op de<br />

werking van het passagiersdetectiesysteem<br />

hebben. Verwijder alle extra<br />

materiaal van de stoel.<br />

Plaats de rugleuning in rechtopstand.<br />

–<br />

–<br />

213 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 214 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Zorg ervoor dat de passagier rechtop<br />

in het midden van de stoel op<br />

het stoelkussen zit met de benen<br />

comfortabel gestrekt.<br />

Start de motor opnieuw. Hierdoor<br />

zou het systeem de persoon moeten<br />

kunnen waarnemen en de voorairbag<br />

aan de passagierszijde<br />

inschakelen.<br />

Het kan twee tot drie minuten duren<br />

voordat het systeem de passagier<br />

heeft waargenomen en de airbags<br />

inschakelt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de airbaglamp blijft branden,<br />

of tijdens het rijden gaat<br />

branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem.<br />

De volwassen passagier wordt<br />

dan niet beschermd door de<br />

airbag. Laat de auto onmiddellijk<br />

repareren.<br />

Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />

voor meer informatie.<br />

AAN/UIT-INDICATOR AIRBAG<br />

AAN PASSAGIERSZIJDE<br />

De lampjes voor airbag "aan" en<br />

"uit" branden kort in de statusbalk<br />

van het passagiersdetectiesysteem<br />

(op het instrumentenpaneel).<br />

U kunt de zelfcontrole van het<br />

systeem niet altijd zien wanneer u<br />

de functie voertuig starten op<br />

afstand gebruikt om de motor te<br />

starten.<br />

Eén van de indicatoren blijft aan om<br />

aan te geven of de airbag van de<br />

passagier rechtsvoor aan of uit is.<br />

Als de twee lampjes nooit gaan<br />

branden wanneer het voertuig voor<br />

het eerst wordt gestart of wanneer<br />

beide lampjes na een aantal seconden<br />

blijven branden, kan er een<br />

probleem zijn met het systeem.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de airbaglamp blijft branden,<br />

of tijdens het rijden gaat<br />

branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem.<br />

De volwassen passagier wordt<br />

dan niet beschermd door de<br />

airbag. Laat de auto onmiddellijk<br />

repareren.<br />

. . . 214


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 215 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Zie "Werking van het systeem met<br />

een kinderzitje" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor extra belangrijke informatie<br />

over de veiligheid.<br />

Zie ook "Waarschuwingslampje voor<br />

veiligheidsgordel passagier" eerder<br />

in dit hoofdstuk.<br />

Veiligheid voor kinderen<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u een kinderzitje heeft<br />

geplaatst, moet u de schoudergordel<br />

helemaal uit het oprolmechanisme<br />

trekken om de gordel<br />

vast te zetten.<br />

Zet niet-gebruikte veiligheidsgordels<br />

achter het kinderzitje vast<br />

zodat kinderen er niet bij<br />

kunnen.<br />

–<br />

–<br />

Laat geen kinderen in het voertuig<br />

zonder toezicht.<br />

Kinderen die zonder toezicht in<br />

het voertuig achterblijven<br />

kunnen met de veiligheidsgordels<br />

spelen. De gordel kan hierbij<br />

rond de nek van het kind worden<br />

gedraaid en vastklemmen. Het<br />

kind kan ernstig gewond raken of<br />

zelfs overlijden.<br />

Laat kinderen nooit met de veiligheidsgordels<br />

spelen.<br />

215 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 216 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Kleine kinderen moeten altijd in<br />

een baby- of kinderzitje worden<br />

vervoerd. Houd in een rijdende<br />

auto nooit een baby in uw<br />

armen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een niet goed aangebracht<br />

kinderzitje kan tijdens een<br />

botsing of een noodstop door de<br />

auto worden geslingerd. U en uw<br />

passagiers kunnen daarbij<br />

gewond raken. Zorg ervoor dat<br />

het kinderzitje correct is bevestigd,<br />

ook als een kind geen<br />

gebruik maakt van het zitje.<br />

De meeste kinderzitjes zijn in<br />

verschillende modellen verkrijgbaar.<br />

Bij het kiezen van een veiligheidssysteem<br />

voor kinderen dient u niet<br />

alleen rekening te houden met het<br />

gewicht, de grootte en de leeftijd<br />

van het kind, maar ook met de<br />

geschiktheid van het systeem voor<br />

uw auto.<br />

. . . 216


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 217 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

In de aanwijzingen van de fabrikant<br />

van het veiligheidssysteem moeten<br />

het gewicht en de hoogtebeperkingen<br />

voor het specifieke veiligheidssysteem<br />

staan vermeld.<br />

WAARSCHUWING<br />

Pasgeboren kinderen hebben<br />

volledige ondersteuning nodig,<br />

inclusief ondersteuning van<br />

hoofd en nek. Tijdens een<br />

botsing wordt een kind in een<br />

ruggelings geplaatst kinderzitje<br />

in het veiligheidssysteem<br />

gedrukt, zodat de kracht van de<br />

botsing kan worden verdeeld<br />

over de sterkste delen van het<br />

kinderlichaam, de rug en de<br />

schouders.<br />

Kinderen moeten altijd veilig<br />

bevestigd zijn in geschikte<br />

kinderzitjes.<br />

WAARSCHUWING<br />

De heupbeenderen van een jong<br />

kind zijn nog zo klein dat de<br />

normale veiligheidsgordel van<br />

een voertuig niet laag blijft zitten<br />

op de heupbotten, zoals het zou<br />

moeten. In plaats daarvan kan<br />

het opkruipen tot rond de ingewanden<br />

van het kind. Tijdens een<br />

botsing oefent de gordel een<br />

kracht uit op een lichaamsdeel<br />

dat helemaal niet wordt<br />

beschermd door een botstructuur.<br />

Dit alleen kan al ernstig en<br />

zelfs dodelijk letsel veroorzaken.<br />

Jonge kinderen moeten altijd<br />

veilig in geschikte kinderzitjes<br />

worden vastgezet om de kans op<br />

ernstig of dodelijk letsel te<br />

verkleinen.<br />

Bij deze zitjes wordt het veiligheidsgordelsysteem<br />

of bevestigingssysteem<br />

van uw voertuig gebruikt,<br />

maar het kind moet echter ook de<br />

veiligheidsgordels van het zitje<br />

dragen om de kans op verwondingen<br />

te verminderen. Volg de<br />

gebruiksaanwijzing die bij het zitje<br />

wordt geleverd.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer een kinderzitje niet<br />

goed met de veiligheidsgordels<br />

wordt bevestigd, kan het zitje het<br />

kind dat zich in het zitje bevindt<br />

niet beschermen. Tijdens een<br />

ongeluk kan het kind ernstig en<br />

zelfs fataal letsel oplopen.<br />

–<br />

–<br />

217 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 218 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Wanneer u een kinderzitje op de<br />

passagiersstoel voor plaatst, moet u<br />

eerst extra materiaal, zoals dekens,<br />

kussens, stoelhoezen, stoelverwarming<br />

of stoelmassagesystemen, van<br />

de stoel verwijderen.<br />

Raadpleeg "Passagiersdetectiesysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie.<br />

Wanneer u de schouderriem van de<br />

heup-schoudergordel van bepaalde<br />

passagierszitplaatsen geheel naar<br />

buiten trekt, dan komt de vergrendelingsvoorziening<br />

voor het kinderveiligheidssysteem<br />

in werking. De<br />

gordel kan niet weer naar buiten<br />

worden getrokken voordat eerst het<br />

oprollen heeft plaatsgevonden.<br />

Wanneer u een veiligheidsgordel<br />

gebruikt die voorzien is van een<br />

vergrendelingsvoorziening voor het<br />

kinderzitje, zorg er dan voor dat u<br />

de schoudergordel uit het terugtrekmechanisme<br />

trekt om de gordelvergrendeling<br />

te activeren nadat u de<br />

gordel door het kinderzitje hebt<br />

geleid en de gordel hebt vastgegespt.<br />

Voer vervolgens de schoudergordel<br />

terug in het<br />

terugtrekmechanisme terwijl u het<br />

kinderzitje omlaag duwt.<br />

Beweeg het kinderzitje in verschillende<br />

richtingen om er zeker van te<br />

zijn dat hij goed is bevestigd.<br />

Wanneer uw auto is uitgerust met<br />

verankeringspunten voor kinderzitjes<br />

en uw kinderzitje is voorzien<br />

van bevestigingspunten voor verankeringen,<br />

raadpleeg dan "Bevestigingspunten<br />

voor kinderzitjes met<br />

lage bevestigingspunten en bovenbescherming"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk voor de wijze waarop het<br />

kinderzitje moet worden bevestigd.<br />

Kinderzitjes met bovenriemen<br />

kunnen alleen op de tweede rij<br />

zitplaatsen worden gebruikt. Er zijn<br />

geen bevestigingssteunen beschikbaar<br />

op andere zitplaatsen.<br />

Zie "Locaties voor de bovenriem"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />

dat kinderen veiliger in een<br />

voertuig worden vervoerd wanneer<br />

ze in een kinderstoeltje op de<br />

achterbank zitten.<br />

Daarom raden wij u aan kinderen in<br />

kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />

kinderen die groot genoeg zijn om<br />

een veiligheidsgordel te dragen op<br />

de achterbank te zetten.<br />

. . . 218


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 219 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

Een kind in een achterwaarts<br />

gekeerd kinderzitje op de<br />

zitplaats voor de passagier voor<br />

in de auto kan ernstig worden<br />

gewond of de gevolgen kunnen<br />

fataal zijn indien de airbag voor<br />

de passagier in werking komt. De<br />

achterkant van het kinderzitje<br />

kan zich namelijk dichtbij de<br />

ontstoken airbag bevinden.<br />

Alhoewel sommige auto's uitgerust<br />

zijn met een uitschakelfunctie<br />

voor de airbag aan<br />

passagierszijde die ontworpen<br />

zijn om de frontairbag aan passagierszijde<br />

onder bepaalde<br />

omstandigheden uit te schakelen,<br />

is geen enkel systeem 100%<br />

storingvrij. Niemand kan garanderen<br />

dat een airbag onder<br />

ongebruikelijke omstandigheden<br />

niet kan worden ingeschakeld,<br />

zelfs als het systeem is<br />

uitgeschakeld.<br />

Het wordt daarom aangeraden<br />

het kinderzitje op een stoel<br />

achterin vast te maken.<br />

Omdat het risico bij een naar<br />

achteren gericht kinderzitje groot<br />

is als de airbag wordt geactiveerd,<br />

zit er een sticker op de<br />

zonneklep die u waarschuwt<br />

nooit een naar achteren gericht<br />

kinderzitje op de voorstoel te<br />

zetten.<br />

Een kind in een naar voren<br />

gericht kinderzitje op de zitplaats<br />

van de passagier voor in het voertuig<br />

kan ernstig of dodelijk<br />

gewond raken als de airbag voor<br />

de passagier in werking treedt en<br />

de passagiersstoel naar voren<br />

staat.<br />

Wanneer u echter een voorwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

stoel voor de rechter passagier<br />

voorin vastzet, moet deze stoel<br />

zo ver mogelijk naar achteren<br />

worden geschoven.<br />

–<br />

–<br />

219 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 220 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer het voertuig wordt<br />

gestart met een kinderzitje op de<br />

passagiersstoel voor, dan moet<br />

het lampje voor "uit" in het aan/<br />

uitlampje voor de passagiersairbag<br />

(in het instrumentenpaneel)<br />

branden nadat het systeem de<br />

zelfcontrole heeft doorlopen.<br />

Wanneer het lampje voor "aan"<br />

gaat branden wanneer u een<br />

kinderzitje in de passagiersstoel<br />

voor heeft geplaatst, dan betekent<br />

dit dat de voorairbag voor<br />

de passagier nog steeds is<br />

ingeschakeld.<br />

Zie "Passagiersdetectiesysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

Maak gebruik van de onderstaande grafiek om na te gaan welke stoelen in<br />

het voertuig geschikt zijn voor de bevestiging van kinderzitjes.<br />

Gewichtsklasse<br />

(Leeftijdsgroep)<br />

< 10 kg<br />

(0-9 maanden)<br />

< 13 kg<br />

(0-24<br />

maanden)<br />

9-18 kg<br />

(9-48<br />

maanden)<br />

15-36 kg<br />

(4-12 jaar)<br />

Passagiersstoel<br />

voor<br />

Buitenste<br />

zitplaatsen<br />

van de<br />

tweede rij<br />

Stoel<br />

Tweede<br />

rij<br />

midden<br />

Passagierszijde<br />

van<br />

de derde<br />

rij<br />

> X > > ><br />

> X > > ><br />

> X > > ><br />

> X > > ><br />

Bestuur<br />

derszijde<br />

van de<br />

derde<br />

rij<br />

*: Geschikt voor alle naar voren gerichte kinderzitjes die goedgekeurd zijn<br />

voor deze leeftijds/gewichts-groep.<br />

>: Geschikt voor bepaalde zitjes die goedgekeurd zijn voor deze leeftijds/<br />

gewichts-groep.<br />

X: Stoelpositie niet geschikt voor kinderen uit deze leeftijdsgroep.<br />

. . . 220


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 221 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Oudere kinderen<br />

Oudere kinderen die te groot zijn<br />

geworden voor een zitverhoger,<br />

moeten op de achterbank zitten,<br />

met de veiligheidsgordel goed<br />

bevestigd.<br />

In de gebruiksaanwijzing van de<br />

fabrikant van het kinderzitje moeten<br />

het gewicht en de hoogtebeperkingen<br />

voor het specifieke kinderzitje<br />

staan vermeld.<br />

Bepaal aan de hand van de plaatselijke<br />

wetgeving of een kind te groot<br />

is geworden voor een zitverhoger<br />

en op de achterbank kan zitten.<br />

Controleer daarbij het volgende:<br />

• Laat het kind helemaal naar achteren<br />

op de achterbank zitten.<br />

Buigen de knieën van het kind<br />

bij de rand van de achterbank?<br />

Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, ga naar de<br />

volgende vraag.<br />

Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, dan moet<br />

het kind op een zitverhoger blijven<br />

zitten.<br />

• Bevestig de veiligheidsgordel<br />

rond het kind terwijl het helemaal<br />

naar achteren op de achterbank<br />

zit, met de knieën<br />

gebogen bij de rand van de<br />

achterbank.<br />

Ligt de schouderriem op de<br />

schouder?<br />

Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, ga naar de<br />

volgende vraag.<br />

Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, probeer<br />

dan de comfortgeleiders voor de<br />

schouderriem op de achterbank.<br />

Zie "Comfortgeleiders voor<br />

schoudergordel" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Wanneer de schouderriem nog<br />

steeds niet op de schouder ligt,<br />

moet het kind op een zitverhoger<br />

zitten.<br />

• Past de heupriem laag en strak<br />

rond de heupen, waarbij de riem<br />

net de dijen raakt?<br />

Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, ga naar de<br />

volgende vraag.<br />

Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, dan moet<br />

het kind op een zitverhoger blijven<br />

zitten.<br />

• Blijft de veiligheidsgordel goed<br />

zitten tijdens de rit?<br />

Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, dan moet<br />

het kind op een zitverhoger blijven<br />

zitten.<br />

Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, moet een<br />

ouder kind een heup-/schoudergordel<br />

dragen, waardoor het<br />

kind de extra bescherming krijgt<br />

die een schoudergordel kan<br />

bieden.<br />

–<br />

–<br />

221 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 222 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

De schouderriem moet voor het<br />

gezicht of de nek lopen.<br />

Het heupgedeelte van de riem moet<br />

laag en passend rond de heupen<br />

worden gedragen, waarbij de riem<br />

net de dijen moet raken. Bij een<br />

aanrijding oefent de riem dan druk<br />

uit op de sterke botten van het<br />

bekken.<br />

Wanneer dit niet het geval is, drukt<br />

de riem bij een aanrijding op de buik<br />

van het kind. Dit kan ernstig of zelfs<br />

dodelijk letsel veroorzaken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat een kind nooit een veiligheidsgordel<br />

dragen met de<br />

schouderriem achter de rug.<br />

Het kind kan dan te ver naar<br />

voren bewegen, met kans op<br />

hoofd- en nekletsel bij een<br />

aanrijding.<br />

Het kind kan ook onder de heupriem<br />

door schuiven. De riem kan<br />

druk uitoefenen op de buik. Dit<br />

kan ernstig of zelfs dodelijk letsel<br />

veroorzaken.<br />

De schoudergordel moet over de<br />

schouder en diagonaal over de<br />

borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />

zijn het beste in staat om grote<br />

krachten op te vangen.<br />

Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />

dat kinderen veiliger in een<br />

voertuig worden vervoerd wanneer<br />

ze in een kinderstoeltje op de<br />

achterbank zitten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij een aanrijding kan een inzittende<br />

die niet met de veiligheidsgordel<br />

vastzit een ander persoon<br />

in het voertuig raken en verwonden<br />

of uit het voertuig worden<br />

geworpen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een veiligheidsgordel mag steeds<br />

slechts door 1 persoon tegelijk<br />

worden gedragen. Sta niet toe<br />

dat twee kinderen van dezelfde<br />

gordel gebruik maken.<br />

Zie "Veiligheidsgordels" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie<br />

over veiligheidsgordels en<br />

veiligheid.<br />

. . . 222


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 223 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Ankers voor kinderzitjes met lage<br />

bevestigingspunten en<br />

bovenriem<br />

Dit systeem is bedoeld om het<br />

installeren van kinderzitjes te<br />

vergemakkelijken.<br />

Gebruik dit systeem in plaats van de<br />

veiligheidsgordels van het voertuig<br />

om het kinderzitje vast te zetten.<br />

A B A<br />

Met deze voorziening beschikt u<br />

over ankerpunten waar de onderkant<br />

van de rugleuning samenkomt<br />

met de achterkant van de stoelzitting<br />

in de buitenste zitplaatsen van<br />

de tweede zitbank.<br />

U kunt dit systeem gebruiken met<br />

een kinderzitje met bevestigingspunten<br />

aan de onderzijde (en<br />

mogelijk bovenriem).<br />

WAARSCHUWING<br />

Als een kinderzitje niet aan diens<br />

verankeringspunten is bevestigd,<br />

is het zitje niet in staat om het<br />

kind dat zich in het zitje bevindt,<br />

te beschermen. Tijdens een<br />

ongeluk kan het kind ernstig en<br />

zelfs fataal letsel oplopen.<br />

Zorg ervoor dat het kinderzitje<br />

op de juiste manier is bevestigd<br />

met behulp van de ankerpunten,<br />

of gebruik de veiligheidsgordels<br />

van het voertuig om het zitje te<br />

bevestigen. Volg de richtlijnen op<br />

die in de gebruiksaanwijzing zijn<br />

vermeld.<br />

Zie "Veiligheid voor kinderen" eerder<br />

in dit hoofdstuk.<br />

Raadpleeg tevens "Een kinderzitje<br />

met onderste bevestigingspunten<br />

en bovenriem vastzetten" verderop<br />

in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

–<br />

223 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 224 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

A<br />

B<br />

Bovenriem<br />

Een kinderzitje kan een enkele of<br />

een dubbele bovenriem hebben.<br />

Een enkele bevestiging aan het<br />

uiteinde van de bovenriem verbindt<br />

het kinderzitje met het verankeringspunt<br />

voor de bovenriem in uw<br />

voertuig.<br />

Als de gebruiksaanwijzing of de<br />

plaatselijke wetgeving vereisen dat<br />

het kinderzitje met de bovenriem<br />

moet worden bevestigd, gebruik<br />

het zitje dan niet tenzij het goed is<br />

bevestigd.<br />

C<br />

B<br />

WAARSCHUWING<br />

Bevestig een kinderzitje nooit<br />

alleen met het verankeringspunt<br />

voor de bovenriem.<br />

Zorg ervoor dat het kinderzitje<br />

op de juiste manier is bevestigd<br />

met behulp van de ankerpunten,<br />

of gebruik de veiligheidsgordels<br />

van het voertuig om het zitje te<br />

bevestigen. Volg de richtlijnen op<br />

die in de gebruiksaanwijzing zijn<br />

vermeld.<br />

Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

Kinderzitjes met bovenriemen<br />

kunnen alleen op de tweede rij<br />

zitplaatsen worden gebruikt. Er zijn<br />

geen bevestigingssteunen beschikbaar<br />

op andere zitplaatsen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Elk steunpunt is ontworpen om<br />

een kinderzitje aan te bevestigen.<br />

Het bevestigen van meer dan een<br />

kinderzitje aan een enkel bevestigingspunt<br />

kan ertoe leiden dat<br />

bij een botsing het bevestigingspunt<br />

loslaat of zelfs afbreekt. Een<br />

kind of andere personen kunnen<br />

gewond raken. Om verwonding<br />

van mensen en schade aan de<br />

auto te voorkomen, slechts een<br />

kinderzitje per steunpunt<br />

bevestigen.<br />

. . . 224


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 225 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

–<br />

Met dit symbool kunt u de bevestigingspunten<br />

voor de bovenriem<br />

lokaliseren.<br />

De buitenste zitplaatsen van de<br />

tweede rij hebben bevestigingspunten<br />

voor de bovenriem op de zijkant<br />

van de wielkast.<br />

Zorg ervoor dat u een ankerpunt<br />

gebruikt dat zich aan dezelfde zijde<br />

van het voertuig bevindt als de<br />

zitpositie waar het kinderzitje wordt<br />

geplaatst.<br />

Er zit nog een bevestigingspunt voor<br />

de bovenriem in het midden van de<br />

bagageruimte.<br />

Voor een naar voren gericht kinderzitje<br />

bevestigt u de bovenste riem<br />

aan het ankerpunt voor de bovenste<br />

riem.<br />

• Wanneer de stoel geen hoofdsteun<br />

heeft, moet u de bovenriem<br />

direct over de rugleuning<br />

van de stoel leiden.<br />

–<br />

225 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 226 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

• Wanneer de stoel een verstelbare<br />

hoofdsteun heeft en het kinderzitje<br />

een enkele of dubbele<br />

bovenriem heeft, leid de bovenriem<br />

dan onder de hoofdsteun<br />

en tussen de twee stijlen door.<br />

Raadpleeg de instructies van de<br />

fabrikant van het kinderzitje om vast<br />

te stellen wanneer en hoe de bovenriem<br />

moet worden bevestigd.<br />

Een kinderzitje met onderste bevestigingspunten<br />

en bovenriem<br />

vastzetten<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat geen kinderen in het voertuig<br />

zonder toezicht.<br />

Kinderen die zonder toezicht in<br />

het voertuig achterblijven<br />

kunnen met de veiligheidsgordels<br />

spelen. De gordel kan hierbij<br />

rond de nek van het kind worden<br />

gedraaid en vastklemmen. Het<br />

kind kan ernstig gewond raken of<br />

zelfs overlijden.<br />

Laat kinderen nooit met de veiligheidsgordels<br />

spelen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Nadat u een kinderzitje heeft<br />

geplaatst, moet u de schoudergordel<br />

helemaal uit het oprolmechanisme<br />

trekken om de gordel<br />

vast te zetten.<br />

Zet niet-gebruikte veiligheidsgordels<br />

achter het kinderzitje vast<br />

zodat kinderen er niet bij<br />

kunnen.<br />

. . . 226


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 227 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

OPMERKING<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de onderste bevestigingsonderdelen<br />

van het kinderzitje<br />

en de veiligheidsgordel van<br />

het voertuig elkaar raken, kan dit<br />

beschadigingen veroorzaken.<br />

Verplaats eventueel de bevestigde<br />

veiligheidsgordel zodat de<br />

riem en de onderste bevestigingsonderdelen<br />

niet tegen<br />

elkaar aan wrijven.<br />

Wanneer een lege achterbank<br />

wordt neergeklapt met de veiligheidsgordels<br />

bevestigd, kunnen<br />

de veiligheidsgordels of de stoel<br />

beschadigd raken.<br />

Vergeet nooit de veiligheidsgordels<br />

weer in de normale, opgeborgen<br />

stand te doen voordat u<br />

de achterbank neerklapt.<br />

Om een kinderzitje te bevestigen<br />

dat ontworpen is voor dit systeem,<br />

volgt u de volgende procedure:<br />

1. Zoek de ankerpunten waar de<br />

onderkant van de rugleuning<br />

samenkomt met het<br />

zittingkussen.<br />

2. Plaats het kinderzitje op de<br />

stoel.<br />

3. Bevestig de ankerpunten van<br />

het kinderzitje aan de ankerpunten<br />

in het voertuig. Volg de<br />

richtlijnen op die in de<br />

gebruiksaanwijzing zijn<br />

vermeld.<br />

–<br />

–<br />

227 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 228 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Elk verankeringspunt voor de<br />

bovenriem of stel bevestigingspunten<br />

is ontworpen om één<br />

kinderzitje te bevestigen. Het<br />

bevestigen van meer dan één<br />

kinderzitje aan een enkel verankeringspunt<br />

of bevestigingspunt<br />

kan ertoe leiden dat bij een<br />

botsing het verankeringspunt of<br />

het bevestigingspunt loslaat of<br />

zelfs afbreekt. Het kind of andere<br />

personen kunnen gewond raken.<br />

Bevestig om letsel bij mensen en<br />

schade aan de auto te voorkomen<br />

slechts een kinderzitje per<br />

verankerings- of<br />

bevestigingspunt.<br />

4. Wanneer het kinderzitje met<br />

een bovenriem is uitgerust,<br />

moet u de bovenriem aan het<br />

ankerpunt voor de bovenriem<br />

bevestigen.<br />

Leid de bovenriem volgens de<br />

instructies van het kinderzitje en<br />

volgens de instructies onder<br />

"Bovenriem" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Raadpleeg de instructies van de<br />

fabrikant om vast te stellen wanneer<br />

en hoe de bovenriem moet<br />

worden bevestigd.<br />

5. Beweeg het kinderzitje in verschillende<br />

richtingen om er<br />

zeker van te zijn dat hij goed is<br />

bevestigd.<br />

Voor het verwijderen van het kinderzitje<br />

maakt u de bovenste riem<br />

(indien van toepassing) los van het<br />

ankerpunt voor de bovenste riem en<br />

vervolgens maakt u de ankerpunten<br />

los.<br />

Als u een ernstig ongeluk heeft<br />

gehad, kan het bevestigingssysteem<br />

beschadigd zijn. Sommige onderdelen<br />

moeten mogelijk worden gerepareerd<br />

of vervangen. Laat na een<br />

aanrijding altijd het bevestigingssysteem<br />

inspecteren.<br />

. . . 228


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 229 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

–––<br />

3<br />

Star<br />

ten<br />

en<br />

bed<br />

ienin<br />

gs-<br />

Inrijperiode bij nieuwe voertuigen....................231<br />

Sleutels ................................................................231<br />

Immobilisatie .....................................................232<br />

Anti-diefstalsysteem ............................................234<br />

Indringingssensor...............................................236<br />

Extra vergrendeling............................................237<br />

Immobilisatie .....................................................238<br />

Sloten met afstandsbediening ..........................238<br />

Werkingsprincipe ...............................................239<br />

Zendbereik.........................................................240<br />

Batterij vervangen..............................................241<br />

Aanpassen van zenders......................................242<br />

Akkoordcode voor zenderfrequenties ................242<br />

Het voertuig starten op afstand .........................242<br />

Contactslot..........................................................246<br />

Accessoirevoeding .............................................247<br />

Instructies voor het starten ...............................247<br />

Motor starten.....................................................247<br />

Startproblemen..................................................249<br />

Instelbare gas- en rempedalen .........................250<br />

Verwarming motorblok ....................................250<br />

Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Transmissie......................................................... 251<br />

Allwheelaandrijving .......................................... 256<br />

Rijvoorschriften voor voertuigen met<br />

vierwielaandrijving (waar aanwezig).............. 257<br />

Terreinrijden met uw voertuig met aandrijving<br />

op alle wielen................................................... 257<br />

Voordat u gaat terreinrijden .............................. 258<br />

Het laden van uw auto voor terreinrijden ......... 258<br />

Milieuzorg......................................................... 259<br />

Naar afgelegen gebieden reizen ....................... 260<br />

Vertrouwd raken met terreinrijden.................... 260<br />

Terreinrijden ...................................................... 260<br />

Het terrein verkennen ....................................... 261<br />

Rijden op hellingen ........................................... 262<br />

Het naderen van een helling ............................. 262<br />

Omhoog rijden ................................................. 263<br />

De helling afrijden............................................. 264<br />

Overdwars op een helling rijden ....................... 265<br />

Rijden in modder, zand, sneeuw of ijs............... 266<br />

Rijden in water .................................................. 267<br />

229 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 230 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Parkeren..............................................................268<br />

Torsievergrendeling ...........................................268<br />

Uit de stand P (parkeren) schakelen...................269<br />

Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren ............................................269<br />

Tractie..................................................................270<br />

Tractieregelsysteem............................................270<br />

Stabilitrak ® -systeem ...........................................270<br />

Stuurinrichting....................................................270<br />

Stuurbekrachtiging ............................................270<br />

Snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging ..........270<br />

Remmen..............................................................270<br />

Remblokslijtageindicators...................................270<br />

Remmen stellen .................................................271<br />

Slag van het rempedaal .....................................271<br />

Antiblokkeerremsysteem (ABS) ..........................272<br />

Parkeerrem.........................................................272<br />

Wielophanging .................................................. 274<br />

Automatische niveauregeling ........................... 274<br />

Automatische stabilisatieregeling ..................... 274<br />

Snelheidsbegrenzer........................................... 274<br />

Begrenzer motortoerental................................. 274<br />

Voertuig beladen ............................................... 275<br />

Informatieplaatje voor banden en belasting...... 276<br />

Identificatieplaatje............................................. 276<br />

Trekken van een aanhanger.............................. 277<br />

Sleep-/trekfunctie.............................................. 282<br />

Trekhaak............................................................ 283<br />

Veiligheidskettingen .......................................... 283<br />

Aanhangerremmen........................................... 283<br />

Richtingaanwijzers aanhanger........................... 284<br />

Parkeren op hellingen ....................................... 284<br />

Onderhoudswerkzaamheden bij het gebruik<br />

van een aanhanger .......................................... 285<br />

Rijden met recreatieve voertuigen................... 285<br />

. . . 230


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 231 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

■ INRIJPERIODE BIJ<br />

NIEUWE VOERTUIGEN<br />

OPMERKING<br />

Uw voertuig behoeft niet uitvoerig<br />

te worden "ingereden". Let<br />

echter op de volgende aanwijzingen<br />

die het prestatievermogen<br />

op de lange duur ten goede<br />

komen:<br />

• Rijd tijdens de eerste 800 km<br />

niet met constante snelheid -<br />

snel of langzaam.<br />

• Rijd tijdens de eerste 800 km<br />

niet sneller dan 113 km/h.<br />

Als deze procedures niet worden<br />

opgevolgd, kunnen motor, as en<br />

andere onderdelen beschadigd<br />

raken.<br />

OPMERKING<br />

•Voorkom hard remmen tijdens<br />

de eerste 320 km. Hard remmen<br />

met nieuwe remvoeringen<br />

kan voortijdige slijtage<br />

veroorzaken. Neem telkens<br />

nadat nieuwe remvoeringen<br />

en/of remblokken zijn gemonteerd<br />

deze richtlijnen in acht.<br />

•Vermijd terugschakelen om te<br />

remmen of te vertragen.<br />

• Rijd tijdens de inrijperiode niet<br />

met een aanhanger.<br />

Na het inrijden kunnen het<br />

toerental en de belasting langzaam<br />

worden verhoogd.<br />

■ SLEUTELS<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat kinderen niet achter in een<br />

auto met de contactsleutel. Ze<br />

kunnen de elektrisch bediende<br />

ramen of andere bedieningen<br />

gebruiken en zelfs de auto in beweging<br />

brengen. Zo kan een kind<br />

zichzelf of anderen letsel toebrengen<br />

met mogelijk fatale gevolgen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

De sleutel is voor het contact, de<br />

portieren en alle overige sloten.<br />

De sleutel beschikt over een ingebouwde<br />

immobilisatietransponder.<br />

Zie "Immobilisatie" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

231 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 232 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Uw voertuig kan worden geleverd<br />

met een sleutel voor het ontgrendelen<br />

van de tankdop.<br />

Let op: er is geen slotcilinder voor de<br />

bagageruimte of het<br />

passagiersportier.<br />

OPMERKING<br />

Anti-diefstalmaatregelen kunnen<br />

het lastig maken om in uw auto<br />

te komen als u uw sleutels hebt<br />

binnengesloten. Wellicht moet u<br />

zelfs uw auto beschadigen om<br />

een portier te kunnen openen.<br />

Zorg ervoor dat u een reservesleutel<br />

hebt.<br />

Laat de sleutel of afstandsbediening<br />

waarmee het antidiefstalsysteem<br />

kan worden uitgeschakeld niet<br />

achter in het voertuig.<br />

Extra sleutels kunnen worden<br />

besteld bij een erkende dealer.<br />

Immobilisatie<br />

Let op: als er aanpassingen aan dit<br />

systeem worden aangebracht in een<br />

niet-bevoegde werkplaats, dan kan<br />

de toestemming om het systeem te<br />

gebruiken komen te vervallen.<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

passief antidiefstalsysteem.<br />

De contactsleutel heeft een ingebouwde<br />

transponder. De transponder<br />

gebruikt een radiofrequentie die<br />

overeenkomt met de decoder in uw<br />

voertuig.<br />

Het systeem wordt geactiveerd<br />

wanneer de sleutel uit het contact<br />

wordt verwijderd.<br />

Wanneer u het systeem wilt uitschakelen,<br />

schakelt u het contact in.<br />

Alleen met de juiste sleutel kan de<br />

auto worden gestart.<br />

Wanneer het lampje voor het alarmsysteem<br />

gaat branden, kan er een<br />

probleem zijn met het in- of uitschakelen<br />

van het systeem.<br />

Wanneer er een beschadigde of<br />

verkeerde sleutel is gebruikt, zorgt<br />

het systeem dat de motor niet kan<br />

worden gestart.<br />

Zet het contact uit en probeer nog<br />

een keer.<br />

Wanneer de motor nog steeds niet<br />

start en de sleutel onbeschadigd<br />

lijkt, probeer dan een andere<br />

contactsleutel.<br />

In zo'n geval kan het nuttig zijn de<br />

zekeringen te controleren.<br />

Laat het voertuig repareren wanneer<br />

de motor nog steeds niet gestart<br />

kan worden.<br />

Wanneer de motor nu wel start, kan<br />

de eerste sleutel defect zijn. Ga naar<br />

uw dealer voor een nieuwe sleutel.<br />

. . . 232


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 233 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

EXTRA SLEUTELS<br />

PROGRAMMEREN<br />

Alle nieuwe sleutels moeten worden<br />

geprogrammeerd, anders kunt u uw<br />

voertuig er niet mee starten.<br />

Er kunnen maximaal tien sleutels<br />

voor uw voertuig worden<br />

geprogrammeerd.<br />

U kunt maximaal acht extra sleutels<br />

naast de twee originele sleutels<br />

programmeren. Zo programmeert<br />

u een extra sleutel:<br />

1. Controleer of op de sleutel is<br />

gestanst.<br />

2. Start de motor met één van de<br />

eerder geprogrammeerde<br />

sleutels.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

als de motor niet wil starten.<br />

3. Zet het contact af en verwijder<br />

de sleutel.<br />

4. Steek binnen vijf seconden<br />

nadat u het contact heeft uitgeschakeld<br />

de eerder geprogrammeerde<br />

sleutel in het contact en<br />

start de motor.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

als de motor niet wil starten.<br />

5. Zet het contact af en verwijder<br />

de sleutel.<br />

6. Steek binnen vijf seconden<br />

nadat u het contact heeft uitgeschakeld<br />

de sleutel die u aan<br />

het programmeren bent in het<br />

contact en start de motor.<br />

Wanneer de sleutel is geprogrammeerd,<br />

gaat het controlelampje<br />

van het alarmsysteem<br />

uit.<br />

Wanneer er meer sleutels moeten<br />

worden geprogrammeerd, herhaalt<br />

u de vorige stappen.<br />

Wanneer u slechts één sleutel heeft<br />

waarmee u het voertuig kunt bedienen,<br />

neem dan contact op met uw<br />

dealer om extra sleutels te laten<br />

programmeren.<br />

Wanneer alle contactsleutels kwijt of<br />

beschadigd zijn, neem dan contact<br />

op met uw dealer of een slotenmaker<br />

die onderhoud mag uitvoeren<br />

aan Pass-Key ® III Plus-systemen om<br />

een nieuwe sleutel te maken en te<br />

programmeren.<br />

Wanneer het veiligheidslampje<br />

tijdens het rijden begint te branden,<br />

dan kan er een probleem aanwezig<br />

zijn. De motor kan mogelijk niet<br />

opnieuw worden gestart. Rijd uw<br />

auto naar een plaats waar u op uw<br />

gemak onderhoud kunt regelen,<br />

voordat u de motor uitschakelt.<br />

Laat de sleutel of afstandsbediening<br />

waarmee het antidiefstalsysteem<br />

kan worden uitgeschakeld niet<br />

achter in het voertuig.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

233 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 234 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ ANTI-DIEFSTALSYSTEEM<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

alarmsysteem.<br />

Als uw auto is uitgerust met dit<br />

systeem, dan zal het alarmsysteemlampje<br />

knipperen als het contact uit<br />

staat en een van de portieren wordt<br />

geopend. Dit dient om u eraan te<br />

herinneren dat het alarmsysteem<br />

moet worden geactiveerd.<br />

Om de waakfunctie te activeren:<br />

1. Wanneer u de motor uitschakelt,<br />

wordt PRESS TO TURN<br />

OFF MOTION SENSOR (druk<br />

op om de bewegingssensor<br />

uit te schakelen) op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

weergegeven.<br />

U kunt het antidiefstalsysteem<br />

inschakelen zonder de indringingssensor<br />

te activeren met de<br />

toets op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

Zie 'Indringingssensor' verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

2. Open het portier.<br />

3. Vergrendel het portier met de<br />

elektrische portierslotschakelaar<br />

of met de<br />

afstandsbediening.<br />

Het alarm wordt niet geactiveerd<br />

als u de portieren vergrendelt<br />

met de sleutel of de<br />

handvergrendeling of wanneer<br />

de achterklep open staat.<br />

4. Sluit alle portieren (ook de achterklep<br />

en de motorkap).<br />

5. De controlelamp van het alarmsysteem<br />

blijft continu branden.<br />

6. Het controlelampje van het<br />

alarmsysteem gaat binnen<br />

ongeveer 30 seconden uit.<br />

Zodra de lamp gedoofd is, is het<br />

systeem ingeschakeld.<br />

. . . 234


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 235 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Wanneer het antidiefstalsysteem is<br />

ingeschakeld, wordt het alarm geactiveerd<br />

wanneer er een portier, de<br />

achterklep of de motorkap wordt<br />

geopend zonder dat de sleutel of<br />

afstandsbediening wordt gebruikt.<br />

De autoverlichting gaat dan knipperen<br />

en de claxon klinkt gedurende<br />

ca. 30 seconden.<br />

Dit waarschuwingspatroon kan zich<br />

tien keer herhalen.<br />

Om het systeem uit te schakelen<br />

moet één van de portieren of de<br />

achterklep met een sleutel of de<br />

afstandsbediening worden<br />

ontgrendeld.<br />

Naast het standaard antidiefstalsysteem<br />

beschikt dit systeem ook over<br />

andere functies.<br />

• elektrische geluidsgenerator<br />

• Indringingssensor<br />

• neigingshoeksensor<br />

OPMERKING<br />

Verander het immobilizer/antidiefstalsysteem<br />

of het alarmsysteem<br />

niet. Dit kan de prestatie<br />

van het systeem nadelig<br />

beïnvloeden.<br />

Het alarm kan ook afgaan door een<br />

wijziging in de positie van de auto<br />

(zoals wanneer de auto wordt opgetild)<br />

of door een onderbreking van<br />

het voedingsspanning van de auto.<br />

De indringingssensor van het voertuig<br />

(in de voorste dakconsole) bewaakt<br />

ook de passagiersruimte van het voertuig<br />

en zorgt voor een alarmsignaal<br />

naar de antidiefstalmodule in het<br />

geval van ongeoorloofd binnendringen<br />

in de passagiersruimte.<br />

Zie 'Indringingssensor' verderop in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Indien het alarmsysteem onvoorzien<br />

in werking wordt gesteld, dan is het<br />

afzetten mogelijk door het bestuurdersportier<br />

met de sleutel te<br />

ontgrendelen, door de sleutel in de<br />

contactschakelaar te steken en de<br />

motor te starten, of door de<br />

ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />

in te drukken.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

235 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 236 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Indringingssensor<br />

De indringingssensor van het voertuig<br />

(in de voorste dakconsole)<br />

bewaakt de passagiersruimte van<br />

het voertuig en zorgt voor een<br />

alarmsignaal naar de antidiefstalmodule<br />

in het geval van ongeoorloofd<br />

binnendringen in de<br />

passagiersruimte.<br />

Laat geen passagiers of huisdieren<br />

achter in het voertuig wanneer de<br />

indringingssensor is geactiveerd.<br />

Wanneer u de portieren vergrendelt<br />

met de afstandsbediening, wordt<br />

het antidiefstalsysteem geactiveerd<br />

en gaat het alarm af bij elke beweging<br />

in het voertuig.<br />

Zie 'Uitschakelknop indringingssensor'<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie.<br />

Voordat u op de vergrendeltoets op<br />

de afstandsbediening drukt om het<br />

antidiefstalsysteem en de indringingssensor<br />

te activeren, moet u het<br />

volgende doen:<br />

• Controleer of alle portieren,<br />

ramen en het zonnedak volledig<br />

zijn gesloten.<br />

• Schakel alle aanjagers en ventilatoren<br />

uit. Bewegende lucht kan<br />

het alarm activeren.<br />

• Zorg dat alle losse voorwerpen<br />

goed vastzitten, zoals het zonnescherm<br />

en de raamschermen.<br />

• Zorg dat de sensoren niet worden<br />

gehinderd door obstakels.<br />

• Hang niets aan de<br />

achteruitkijkspiegel.<br />

Uitschakelknop indringingssensor<br />

Wanneer er passagiers in het voertuig<br />

achterblijven, moeten de<br />

portieren met de vergrendelingsschakelaar<br />

van binnenuit worden<br />

vergrendeld, nadat de portieren zijn<br />

gesloten.<br />

De indringingssensor wordt niet<br />

geactiveerd.<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder kan ook worden<br />

gebruikt om het antidiefstalsysteem<br />

te activeren zonder de indringingssensor<br />

in te schakelen.<br />

Wanneer u de motor uitschakelt,<br />

wordt PRESS TO TURN OFF<br />

MOTION SENSOR (druk op om<br />

de bewegingssensor uit te schakelen)<br />

op het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder weergegeven.<br />

Druk de toets in.<br />

. . . 236


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 237 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Het bericht MOTION SENSOR OFF<br />

(bewegingssensor uit) wordt op het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder weergegeven.<br />

De indringingssensor wordt niet<br />

geactiveerd.<br />

Het systeem schoonmaken<br />

U kunt de sensor reinigen door het<br />

reinigingsmiddel op een zachte,<br />

schone doek te spuiten en voorzichtig<br />

af te vegen.<br />

Zorg dat er geen resten van het<br />

reinigingsmiddel achterblijven.<br />

OPMERKING<br />

Spuit reinigingsmiddel niet<br />

rechtstreeks op de<br />

indringingssensor.<br />

Gebruik geen borstels. De haren<br />

van de borstel beschadigen de<br />

sensor.<br />

Raak de sensor niet aan met<br />

pennen of andere scherpe<br />

voorwerpen.<br />

Extra vergrendeling<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

extra vergrendeling, naast de gewone<br />

portiersloten.<br />

Zie "Extra vergrendeling" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

237 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 238 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Immobilisatie<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

passief antidiefstalsysteem.<br />

De contactsleutel heeft een ingebouwde<br />

transponder. De transponder<br />

gebruikt een radiofrequentie die<br />

overeenkomt met de decoder in uw<br />

voertuig.<br />

Zie "Immobilisatiesysteem" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

■ SLOTEN MET<br />

AFSTANDSBEDIENING<br />

Wanneer aanpassingen aan dit<br />

systeem door personen buiten een<br />

erkend servicefaciliteit worden<br />

gedaan, kan de toestemming om<br />

het systeem te gebruiken komen te<br />

vervallen.<br />

Met dit systeem kunt u de portieren<br />

vergrendelen en ontgrendelen en<br />

de achterklep openen tot op een<br />

afstand van 60 meter van het voertuig<br />

met een toets op de<br />

afstandsbediening.<br />

De aangepaste instellingen van elke<br />

bestuurder kunnen worden opgeroepen<br />

door op de ontgrendeltoets<br />

van de afstandsbediening te<br />

drukken.<br />

De nummers op de afstandsbedieningen<br />

komen overeen met geheugentoetsen<br />

1 en 2.<br />

Raadpleeg voor meer informatie de<br />

rubriek "Geheugen" in hoofdstuk 1.<br />

Met de afstandsbediening kunt u<br />

ook een voertuiglocator activeren of<br />

het alarm van het voertuig vanaf een<br />

afstand activeren.<br />

Het systeem voor sleutelloze<br />

toegang kan samen met het antidiefstalsysteem<br />

van het voertuig<br />

werken.<br />

Raadpleeg de rubriek "Anti-diefstalsysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

. . . 238


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 239 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

A<br />

Werkingsprincipe<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

Voor de knoppen op de afstandsbediening<br />

kunnen verschillende feedbackopties<br />

worden gekozen. Voor<br />

meer informatie, zie "Bijzondere<br />

eigenschappen" onder "Informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

Vergrendelen<br />

Druk in om alle portieren op slot<br />

te doen.<br />

Raadpleeg "Centrale portiervergrendeling"<br />

onder "Portieren" in hoofdstuk<br />

1 voor meer informatie.<br />

Ontgrendelen<br />

Druk op om het bestuurdersportier<br />

te ontgrendelen en de interieurverlichting<br />

in te schakelen. Druk<br />

binnen vijf seconden twee keer maal<br />

op de knop om alle portieren te<br />

ontgrendelen.<br />

Door de ontgrendeltoets op de<br />

afstandsbediening in te drukken,<br />

wordt het anti-diefstalsysteem ook<br />

uitgeschakeld. Raadpleeg de rubriek<br />

"Anti-diefstalsysteem" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Raadpleeg "Centrale portiervergrendeling"<br />

onder "Portieren" in hoofdstuk<br />

1 voor meer informatie.<br />

Starten op afstand<br />

Druk op om de functie voor starten<br />

op afstand te bedienen.<br />

Raadpleeg "Voertuig starten op<br />

afstand" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

Voertuiglocator/paniekalarm<br />

Druk op en laat weer los om uw<br />

voertuig te lokaliseren.<br />

De claxon klinkt drie keer en de richtingaanwijzers<br />

knipperen drie keer.<br />

Wanneer het contact is uitgeschakeld,<br />

kunt u door ingedrukt te<br />

houden het alarm activeren.<br />

U kunt het alarm uitschakelen door<br />

nog een keer op de toets te drukken<br />

of het contact in te schakelen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

Het anti-diefstalsysteem wordt ook<br />

geactiveerd door de vergrendeltoets<br />

op de afstandsbediening in te drukken.<br />

Raadpleeg de rubriek "Antidiefstalsysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

239 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 240 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

Knop voor de elektrisch bediende<br />

achterklep<br />

Houd ingedrukt om de elektrisch<br />

bediende achterklep te openen en<br />

te sluiten.<br />

De achterlichten knipperen en u<br />

hoort een geluidssignaal wanneer<br />

de achterklep wordt geopend en<br />

gesloten.<br />

Als de elektrisch bediende achterklep<br />

tegen een obstakel komt<br />

wanneer de achterklep wordt<br />

geopend of gesloten, dan gaat de<br />

achterklep automatisch in de andere<br />

richting.<br />

Zie "Functie obstakeldetectie" onder<br />

"Elektrisch bediende achterklep" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

. . . 240<br />

Zendbereik<br />

Soms kan het bereik van de<br />

afstandsbediening afnemen. Dat is<br />

normaal.<br />

Wanneer de afstandsbediening niet<br />

werkt of wanneer u dichter dan<br />

normaal bij uw voertuig moet staan<br />

om de afstandsbediening te kunnen<br />

gebruiken:<br />

• U staat misschien te ver verwijderd<br />

van uw auto. Controleer de<br />

afstand. Het kan nodig zijn om<br />

dichter bij uw auto te gaan staan<br />

bij regen of sneeuw.<br />

• Controleer de locatie. Andere<br />

voertuigen of voorwerpen kunnen<br />

het signaal blokkeren. Ga<br />

een paar stappen naar links of<br />

naar rechts.<br />

• Kan de batterij van de afstandsbediening<br />

leeg zijn. Zie de aanwijzingen<br />

voor het vervangen<br />

van de batterij.<br />

Indien geen van het bovenstaande<br />

van toepassing is, laat dan service<br />

verrichten door uw dealer of een<br />

bevoegde monteur.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 241 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Batterij vervangen<br />

Wanneer REPLACE BATTERY IN<br />

REMOTE KEY (batterij in afstandsbediening<br />

vervangen) op het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder wordt weergegeven,<br />

is de batterij in de afstandsbediening<br />

bijna leeg.<br />

OPMERKING<br />

Raak de bedrading niet aan<br />

wanneer een batterij wordt<br />

vervangen. Statische elektriciteit<br />

op deze bedrading kan beschadiging<br />

van de zender veroorzaken.<br />

Vervangen van een batterij:<br />

1. Steek een dun, plat, niet-metalen<br />

voorwerp naar binnen om<br />

de onderste helft en de bovenste<br />

helft van de afstandsbediening<br />

van elkaar te scheiden.<br />

2. Gebruik een potlood of een<br />

ander niet-metalen voorwerp<br />

om de oude batterij te<br />

verwijderen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg ervoor dat u oude accu's in<br />

overeenstemming met de milieubeschermende<br />

voorschriften laat<br />

verwerken om het milieu en uw<br />

gezondheid te helpen<br />

beschermen.<br />

3. Plaats de nieuwe batterij met de<br />

pluszijde (+) omhoog.<br />

Gebruik batterijtype CR2032.<br />

Gebruik hetzelfde type batterij<br />

als de oude. Wanneer u een ander<br />

type batterij gebruikt, kan<br />

de afstandsbediening beschadigd<br />

raken.<br />

4. Breng de afdekking weer aan.<br />

Druk de onderkant weer vast op<br />

de bovenkant.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

241 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 242 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Aanpassen van zenders<br />

Soms moeten de afstandsbedieningen<br />

aan uw voertuig worden aangepast,<br />

bijvoorbeeld wanneer een<br />

afstandsbediening verloren is<br />

geraakt of wordt vervangen. Ook<br />

wanneer slechts één afstandsbediening<br />

wordt vervangen, moeten ook<br />

alle overige afstandsbedieningen<br />

opnieuw aan het voertuig worden<br />

aangepast. U kunt maximaal acht<br />

afstandsbedieningen aan uw voertuig<br />

aanpassen.<br />

U kunt nieuwe afstandsbedieningen<br />

bij uw dealer bestellen.<br />

U moet de afstandsbedieningen<br />

programmeren met het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

Raadpleeg "Menu Voertuiginformatie"<br />

in hoofdstuk 1 voor meer<br />

informatie.<br />

Akkoordcode voor<br />

zenderfrequenties<br />

Hieronder volgt de <strong>Europe</strong>se certificatiecode<br />

voor de afstandsbedieningsfrequentie<br />

voor dit systeem:<br />

•<br />

Het voertuig starten op<br />

afstand<br />

Wanneer de functie is ingeschakeld,<br />

kunt u de motor starten terwijl u zelf<br />

buiten het voertuig staat.<br />

Deze functie activeert automatisch<br />

bepaalde klimaatregelfuncties<br />

wanneer u de afstandsbediening<br />

gebruikt om het voertuig te starten.<br />

. . . 242


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 243 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

A<br />

U kunt het voertuig als volgt starten<br />

met de functie voor starten op<br />

afstand:<br />

1. Richt de afstandsbediening op<br />

het voertuig.<br />

2. Druk op de vergrendeltoets <br />

en laat weer los. Houd daarna<br />

meteen de toets voor starten<br />

op afstand ingedrukt totdat de<br />

richtingaanwijzers knipperen.<br />

B<br />

Wanneer het voertuig start, worden<br />

de parkeerlichten ingeschakeld. De<br />

lichten blijven branden terwijl de<br />

motor draait.<br />

De portieren van het voertuig<br />

worden vergrendeld.<br />

De instellingen van de klimaatregeling<br />

worden automatisch afgesteld<br />

op de stand die het laatst was<br />

ingesteld.<br />

Wanneer het contact op ON wordt<br />

gezet, gaat het klimaatregelsysteem<br />

terug naar de normale werking.<br />

De functie Voertuig op afstand starten<br />

kan de volgende functies activeren<br />

wanneer het buiten koud is:<br />

• De ontwaseming van de achterruit<br />

wordt ingeschakeld.<br />

Raadpleeg "Verwarmings- en airconditioningsysteem"<br />

in hoofdstuk<br />

1.<br />

• De stoelverwarming wordt<br />

ingeschakeld.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Bedieningsorganen voor de<br />

stoelen" in hoofdstuk 2.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

Wanneer de verlichting van het<br />

voertuig niet zichtbaar is, houd<br />

u minstens vier seconden<br />

ingedrukt.<br />

243 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 244 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Wanneer de motor blijft ingeschakeld,<br />

wordt deze na 10 minuten<br />

automatisch uitgeschakeld tenzij u<br />

deze tijd verlengt door de procedure<br />

voor starten op afstand te<br />

herhalen.<br />

De motorlooptijd bij gebruik van de<br />

functie starten op afstand kan<br />

slechts één keer worden verlengd.<br />

Wanneer u twee keer heeft geprobeerd<br />

de motor op afstand te starten,<br />

moet u de sleutel in het contact<br />

steken en de motor starten.<br />

Tijdens de motorlooptijd bij gebruik<br />

van de functie starten op afstand,<br />

moet u het volgende doen om het<br />

voertuig vanuit de functie starten op<br />

afstand over te schakelen naar de<br />

normale bediening:<br />

1. Ga in het voertuig zitten.<br />

2. Steek de sleutel in het contactslot<br />

en draai deze naar ON.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat de motor niet in een afgesloten<br />

ruimte, zoals een garage,<br />

draaien. Koolmonoxide (CO) kan<br />

het interieur binnenstromen.<br />

U kunt de motorlooptijd bij starten<br />

op afstand als volgt beëindigen<br />

zonder naar de normale voertuigbediening<br />

te gaan:<br />

• Richt de afstandsbediening op<br />

het voertuig en druk op de knop<br />

voor starten op afstand totdat de<br />

parkeerlichten worden<br />

uitgeschakeld.<br />

Het bereik van de zender van de<br />

afstandsbediening kan minder<br />

zijn wanneer de motor draait. U<br />

moet dichter bij het voertuig<br />

staan om het voertuig met de<br />

functie voor starten op afstand<br />

uit te schakelen dan wanneer u<br />

het voertuig start.<br />

• Schakel de waarschuwingsknipperlichten<br />

in.<br />

• Schakel het contact in en daarna<br />

weer uit.<br />

. . . 244


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 245 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

In sommige regio's kan het starten<br />

op afstand door de wet verboden<br />

zijn.<br />

Controleer de plaatselijke en nationale<br />

wetgeving voor eventuele<br />

vereisten.<br />

Opmerking:<br />

Gebruik de functie voor starten<br />

op afstand niet wanneer de tank<br />

bijna leeg is.<br />

De tank kan dan helemaal leeg<br />

raken.<br />

De functie voor starten op afstand<br />

werkt niet onder de volgende<br />

omstandigheden:<br />

• De sleutel staat in het<br />

contactslot.<br />

• De motorkap van het voertuig<br />

staat open.<br />

• Het storingslampje is<br />

ingeschakeld.<br />

• De temperatuur van de motorkoelvloeistof<br />

is te hoog.<br />

• De motoroliedruk is laag.<br />

Zie voor informatie over andere<br />

omstandigheden die invloed<br />

hebben op de prestaties van de<br />

afstandsbediening "Bereik van de<br />

afstandsbediening" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Uw voertuig wordt afgeleverd met<br />

deze functie ingeschakeld.<br />

U kunt deze functie als volgt<br />

uitschakelen:<br />

• Zie "Bijzondere eigenschappen"<br />

onder "Informatiecentrum voor<br />

de bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

245 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 246 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

1<br />

2<br />

■ CONTACTSLOT<br />

3<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat kinderen niet achter in een<br />

auto met de contactsleutel. Ze<br />

kunnen de elektrisch bediende<br />

ramen of andere bedieningen<br />

gebruiken en zelfs de auto in<br />

beweging brengen. Zo kan een<br />

kind zichzelf of anderen letsel<br />

toebrengen met mogelijk fatale<br />

gevolgen.<br />

4<br />

Wanneer de sleutel in de contactschakelaar<br />

is gestoken, kan de sleutel<br />

in vier standen worden gedraaid:<br />

1. OFF: in deze stand kunt u de<br />

sleutel in het contactslot steken<br />

en eruithalen. De ontsteking en<br />

de transmissie zijn dan<br />

geblokkeerd.<br />

2. ACC (accessoires): stuurslot en<br />

keuzehendel vrij. In deze stand<br />

kunnen de elektrische accessoires<br />

worden ingeschakeld, terwijl<br />

de motor is uitgeschakeld.<br />

3. ON: het contact keert terug<br />

naar de stand ON wanneer u<br />

de motor start en het contact<br />

loslaat. U kunt ON gebruiken<br />

om elektrische accessoires te<br />

bedienen en een aantal controlelampjes<br />

in de instrumentengroep<br />

te laten branden.<br />

4. START: Startmotor ingeschakeld.<br />

Laat de sleutel los zodra de<br />

motor aanslaat. De sleutel keert<br />

automatisch terug in de stand<br />

ON.<br />

Wanneer u uit P (parkeren) moet<br />

schakelen, moet het contact in de<br />

stand ACC of ON staan.<br />

Tenzij de motor draait, loopt de<br />

accu leeg als de sleutel langere tijd in<br />

de stand ACC of ON blijft staan.<br />

OPMERKING<br />

Indien de sleutel in de stand OFF<br />

klemt, controleer dan of de sleutel<br />

geheel naar binnen is gestoken.<br />

Draai het stuurwiel<br />

vervolgens naar links of rechts en<br />

houd het in deze stand vast,<br />

terwijl u de sleutel met de andere<br />

hand draait. Gebruik geen<br />

gereedschap voor het draaien<br />

van de sleutel.<br />

Wanneer het bestuurdersportier<br />

wordt geopend terwijl de sleutel<br />

zich in het contact bevindt, klinkt er<br />

een gongsignaal om u eraan te<br />

herinneren de sleutel uit het contact<br />

te nemen.<br />

. . . 246


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 247 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Accessoirevoeding<br />

Na het afzetten van het contact<br />

kunnen de volgende accessoires<br />

nog steeds worden gebruikt:<br />

• Radio<br />

• Elektrisch bediende portierramen<br />

• bedieningstoetsen voor het<br />

audiosysteem op het stuurwiel<br />

De elektrische voeding wordt<br />

10 minuten na het afzetten van het<br />

contact of na het openen van een<br />

portier verbroken.<br />

Wanneer u van deze accessoires nog<br />

tien minuten langer gebruik wilt<br />

maken, moeten alle portieren<br />

worden gesloten en de contactsleutel<br />

even in ON en dan weer terug in<br />

de stand OFF worden gedraaid.<br />

■ INSTRUCTIES VOOR<br />

HET STARTEN<br />

OPMERKING<br />

De werking van de motor is<br />

gebaseerd op de aanwezige elektronica<br />

in de auto. Wanneer u<br />

extra elektrische onderdelen of<br />

accessoires laat monteren, zal de<br />

motor mogelijk anders gaan<br />

functioneren. Informeer bij uw<br />

dealer alvorens extra elektrische<br />

apparatuur te monteren.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

Motor starten<br />

Controleer voor het starten van de<br />

auto dat de parkeerrem in werking is.<br />

Om te kunnen starten, moet bij<br />

voertuigen met een automatische<br />

transmissie de keuzehendel in stand<br />

P (parkeren) of N (neutraal) staan.<br />

Kies stand N (neutraal) om de motor<br />

opnieuw te starten wanneer het<br />

voertuig al in beweging is.<br />

OPMERKING<br />

Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />

terwijl de auto nog in beweging<br />

is.<br />

Anders kan de transmissie<br />

beschadigd worden.<br />

Draai de contactsleutel in de stand<br />

START. Raak het gaspedaal niet aan.<br />

Laat de sleutel los zodra de motor<br />

aanslaat. Het stationaire toerental<br />

zal dalen naarmate de motor op<br />

temperatuur komt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

247 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 248 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Wanneer de motor niet binnen<br />

15 seconden start, stopt het<br />

systeem met het starten van de<br />

motor om schade aan de tandwielen<br />

van de startmotor te<br />

voorkomen.<br />

Laat de motor niet meteen na het<br />

starten met een hoog motortoerental<br />

draaien.<br />

Geef de motor genoeg tijd om op te<br />

warmen en de olie naar de verschillende<br />

onderdelen van de motor die<br />

moeten worden gesmeerd te laten<br />

stromen.<br />

Draai het contact naar ACC of OFF<br />

om de startpoging te stoppen en de<br />

motor uit te schakelen.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer u uw sleutel in START<br />

houdt meteen nadat de motor is<br />

aangeslagen, kan de startmotor<br />

oververhit en beschadigd raken<br />

en kan de accu leeglopen.<br />

Wacht ongeveer 15 seconden<br />

tussen elke startpoging om te<br />

voorkomen dat de accu leegloopt<br />

of de startmotor beschadigd<br />

raakt.<br />

Laat de motor na het starten ongeveer<br />

10 seconden warmdraaien. Ga<br />

niet hard rijden wanneer de motor<br />

nog koud is.<br />

Wanneer de temperatuur lager dan<br />

0° C is, moet u de motor enkele<br />

minuten warm laten lopen.<br />

OPMERKING<br />

De werking van de motor is<br />

gebaseerd op de aanwezige elektronica<br />

in de auto. Wanneer u<br />

extra elektrische onderdelen of<br />

accessoires laat monteren, zal de<br />

motor mogelijk anders gaan<br />

functioneren. Informeer bij uw<br />

dealer alvorens extra elektrische<br />

apparatuur te monteren.<br />

. . . 248


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 249 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Startproblemen<br />

Wanneer de motor niet binnen tien<br />

seconden aanslaat, druk dan het<br />

gaspedaal volledig in en houd de<br />

sleutel nog eens vijf seconden in de<br />

stand START. Laat de sleutel los<br />

zodra de motor aanslaat en laat het<br />

gaspedaal los. Wacht steeds ongeveer<br />

15 seconden na elke startpoging,<br />

om beschadiging van de<br />

startmotor en het ontladen van de<br />

accu te voorkomen.<br />

Starten bij koud weer<br />

Om de motor onder zeer koude<br />

weersomstandigheden (kouder dan<br />

-18°C) te starten, moet de contactsleutel<br />

in de stand START worden<br />

gedraaid en dan 15 seconden<br />

worden vastgehouden. Laat de sleutel<br />

los zodra de motor aanslaat.<br />

Wacht ongeveer 15 seconden<br />

tussen elke startpoging om te voorkomen<br />

dat de accu leegloopt of de<br />

startmotor beschadigd raakt.<br />

Motor "verzopen"<br />

Wanneer de motor na 10 seconden<br />

nog niet wil aanslaan, dan kan de<br />

motor "verzopen" zijn.<br />

Trap het gaspedaal helemaal in en<br />

houd de sleutel nog maximaal vijf<br />

seconden in START.<br />

Wanneer de motor start, laat u de<br />

sleutel en het gaspedaal los.<br />

Wanneer de motor even draait,<br />

maar daarna weer stopt, doet u<br />

hetzelfde. Het teveel aan benzine<br />

kan zo uit de motor lopen.<br />

Wacht ongeveer 15 seconden<br />

tussen elke startpoging om te voorkomen<br />

dat de accu leegloopt of de<br />

startmotor beschadigd raakt.<br />

Laat de motor niet meteen na het<br />

starten met een hoog motortoerental<br />

draaien.<br />

Geef de motor genoeg tijd om op te<br />

warmen en de olie naar de verschillende<br />

onderdelen van de motor die<br />

moeten worden gesmeerd te laten<br />

stromen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

249 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 250 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ INSTELBARE GAS- EN<br />

REMPEDALEN (INDIEN<br />

VAN TOEPASSING)<br />

Instelbare pedalen zijn bedoeld voor<br />

kleinere bestuurders.<br />

Wanneer u niet bij het rempedaal<br />

kunt komen of wanneer u het<br />

pedaal niet volledig kunt indrukken,<br />

moet u de pedaalstand afstellen.<br />

Het bedieningsorgaan bevindt zich<br />

aan de linkerzijde van de<br />

stuurkolom.<br />

Trek de bediening naar u toe om de<br />

pedalen dichterbij te halen of druk<br />

de bediening van u af om de pedalen<br />

van u af te verplaatsen.<br />

Voordat u gaat rijden, moet u het<br />

rempedaal indrukken om te controleren<br />

of het pedaal in de juiste stand<br />

staat voor u.<br />

De pedalen kunnen niet worden<br />

afgesteld wanneer de transmissie in<br />

R (achteruit) staat of wanneer het<br />

cruise-controlsysteem is<br />

geactiveerd.<br />

■ VERWARMING MOTOR-<br />

BLOK (INDIEN VAN<br />

TOEPASSING)<br />

Deze optie kunt u gebruiken<br />

wanneer u het voertuig onder zeer<br />

koude omstandigheden moet<br />

stallen (temperaturen minder dan<br />

-18°C). Het voertuig zal beter starten<br />

en zal tijdens de warmdraaiperiode<br />

ook zuiniger rijden.<br />

Uw voertuig kan ook zijn voorzien<br />

van een interne thermostaat in het<br />

stekkeruiteinde van het snoer. Hierdoor<br />

wordt voorkomen dat de<br />

motorblokverwarming wordt ingeschakeld<br />

wanneer de temperatuur<br />

-18°C of meer is zoals op het snoer<br />

wordt vermeld.<br />

. . . 250


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 251 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

• V6-motor van 3,6 l<br />

De kabel bevindt in de motorruimte,<br />

vóór de zekeringhouder.<br />

• Motor van 4,6 l<br />

Het koord bevindt zich voorin in<br />

het midden van het voertuig,<br />

boven de radiateur.<br />

Houd de stekker van de verwarming<br />

minimaal vier uur in het contact<br />

voor u de motor start.<br />

Om de motorblokverwarming te<br />

kunnen gebruiken, dient u eerst de<br />

motor af te zetten. Open dan de<br />

motorkap, rol het elektrische snoer<br />

af en sluit de stekker aan op een<br />

stopcontact. Het systeem gebruikt<br />

normale netspanning.<br />

U moet de kunststof dop verwijderen<br />

om bij het stopcontact te<br />

kunnen komen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het snoer aansluiten op een nietgeaard<br />

aansluitpunt kan een<br />

elektrische schok veroorzaken.<br />

Daarnaast kan een verkeerd<br />

verlengsnoer oververhit raken en<br />

een brand veroorzaken. U kunt<br />

ernstig gewond raken.<br />

Sluit het snoer aan op een stopcontact<br />

met randaarde. U kunt<br />

ook gebruikmaken van een<br />

verlengsnoer dat geschikt is voor<br />

grote belasting (minimaal goedgekeurd<br />

voor 15 A), aangesloten<br />

op een goed geaard stopcontact.<br />

Zorg ervoor dat u het snoer loskoppelt<br />

en opbergt voordat u de motor<br />

start. Anders kan het beschadigd<br />

raken door de draaiende<br />

motoronderdelen.<br />

Vraag uw dealer hoe lang de verwarming<br />

moet worden ingeschakeld.<br />

■ TRANSMISSIE<br />

WAARSCHUWING<br />

Schakel bij een sneldraaiende<br />

motor niet vanuit P (parkeren) of<br />

N (neutraal).<br />

U kunt de macht over het stuur<br />

verliezen en uzelf en anderen in<br />

gevaar brengen.<br />

Overschakelen naar een rijstand<br />

terwijl de motor met verhoogd<br />

motortoerental draait, is gevaarlijk.<br />

Houdt uw voet op het<br />

rempedaal en raak het gaspedaal<br />

niet aan. Wacht een ogenblik na<br />

het schakelen en laat vervolgens<br />

het rempedaal langzaam los.<br />

Hierdoor wordt voorkomen dat<br />

de auto onverwachts in beweging<br />

komt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

251 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 252 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

OPMERKING<br />

Schade aan de transmissie die is<br />

veroorzaakt doordat u de keuzehendel<br />

bij sneldraaiende motor<br />

vanuit P (parkeren) of N<br />

(neutraal) in een rijstand hebt<br />

geplaatst, wordt niet gedekt<br />

door de garantie.<br />

OPMERKING<br />

De wielen te snel laten doorslippen<br />

of het voertuig tegen een<br />

helling op zijn plaats houden<br />

door alleen het gaspedaal et<br />

gebruiken kan de transmissie<br />

beschadigen.<br />

Als de auto vast komt te zitten,<br />

moet u de wielen niet te snel<br />

laten doorslippen.<br />

Wanneer u de auto tot stilstand<br />

brengt tijdens het oprijden van<br />

een helling, houdt de auto dan<br />

op zijn plaats met behulp van de<br />

remmen.<br />

SCHAKELSTANDEN<br />

De keuzehendel van de transmissie<br />

kent verschillende schakelstanden.<br />

P (parkeren)<br />

In deze stand zijn de achterwielen<br />

geblokkeerd. Gebruik deze stand<br />

voor het parkeren van de auto en<br />

tijdens het starten van de motor.<br />

Uw auto is voorzien van een<br />

vergrendelingssysteem voor de<br />

keuzehendel van de automatische<br />

transmissie. Terwijl de motor draait,<br />

moet u het rempedaal volledig<br />

intrappen voordat u uit de stand P<br />

(parkeren) kan schakelen.<br />

Raadpleeg "Voertuig parkeren"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zet bij het verlaten van de auto<br />

altijd de keuzehendel in de stand<br />

P (parkeren) en gebruik tevens<br />

de parkeerrem.<br />

Als u het voertuig niet correct<br />

parkeert, kan het gaan rollen. Als<br />

u de motor aanlaat, kan het voertuig<br />

snel bewegen. U of andere<br />

personen kunnen gewond raken.<br />

Stap niet uit terwijl de motor nog<br />

draait.<br />

Als u zich niet in een auto met<br />

stationair draaiende motor<br />

bevindt, kan de motor oververhit<br />

raken en zelfs in brand vliegen. U<br />

kunt zo uzelf of anderen letsel<br />

toebrengen. Laat de motor niet<br />

draaien terwijl u zich niet in de<br />

auto bevindt.<br />

. . . 252


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 253 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

OPMERKING<br />

Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />

terwijl de auto nog in beweging<br />

is.<br />

Anders kan de transmissie beschadigd<br />

worden.<br />

R (achteruit)<br />

Deze stand dient voor het<br />

achteruitrijden.<br />

Bij lage snelheden kunt u R (achteruit)<br />

gebruiken om uw auto heen en<br />

weer te laten rollen, mocht uw auto<br />

vast komen te zitten in zand,<br />

modder, ijs of sneeuw. Zie "Als uw<br />

voertuig vast komt te zitten" in<br />

hoofdstuk 5.<br />

OPMERKING<br />

Schakel de stand R (achteruit)<br />

alleen in wanneer het voertuig niet<br />

in beweging is. Indien de achteruit<br />

bij rijdende auto wordt ingeschakeld,<br />

kan dit beschadiging van de<br />

transmissie tot gevolg hebben.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

N (neutraal)<br />

Met de keuzehendel in deze stand<br />

staat de motor niet met de wielen in<br />

verbinding. De stand N (neutraal)<br />

kan worden gekozen om een afgeslagen<br />

motor tijdens het rijden weer<br />

te starten. Kies de stand N (neutraal)<br />

tijdens het slepen van het voertuig.<br />

WAARSCHUWING<br />

Schakel bij een sneldraaiende<br />

motor niet vanuit P (parkeren) of<br />

N (neutraal).<br />

U kunt de macht over het stuur<br />

verliezen en uzelf en anderen in<br />

gevaar brengen.<br />

OPMERKING<br />

Schade aan de transmissie die is<br />

veroorzaakt doordat u de keuzehendel<br />

bij sneldraaiende motor<br />

vanuit P (parkeren) of N<br />

(neutraal) in een rijstand hebt<br />

geplaatst, wordt niet gedekt<br />

door de garantie.<br />

D (normaal rijden)<br />

Kies deze stand voor normaal rijden<br />

in de stad en op autowegen. Als u<br />

over meer motorvermogen wilt<br />

beschikken en:<br />

• u langzamer dan 55 km/u rijdt,<br />

druk dan het gaspedaal ongeveer<br />

voor de helft in.<br />

• u sneller rijdt dan 55 km/u, druk<br />

dan het gaspedaal geheel in.<br />

Wanneer het wegdek glad is, kan<br />

terugschakelen ervoor zorgen dat<br />

het voertuig gaat slippen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

253 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 254 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

HANDMATIG SCHAKELEN BIJ AU-<br />

TOMATISCHE TRANSMISSIE<br />

OPMERKING<br />

Terwijl het voertuig in de handmatige<br />

schakelstand staat, moet<br />

u de motor niet bij hoge toerentallen<br />

gebruiken zonder op te<br />

schakelen.<br />

Beschadiging veroorzaakt door<br />

verkeerd rijgedrag valt niet onder<br />

de garantie van uw voertuig.<br />

Deze functie geeft de bestuurder<br />

meer handmatige controle over de<br />

bediening van de transmissie.<br />

U kunt deze functie gebruiken door<br />

de versnellingshendel uit de stand D<br />

(normaal rijden) naar rechts te<br />

zetten, naar de klep voor de handmatige<br />

schakelstand.<br />

Wanneer u de versnellingshendel<br />

niet naar voren of naar achteren zet,<br />

staat het voertuig in de sportieve<br />

stand.<br />

Wanneer het voertuig in de sportieve<br />

modus rijdt, schakelt de transmissie<br />

nog altijd automatisch.<br />

Het is normaal dat de transmissie<br />

langer in een versnelling blijft als de<br />

sportieve modus gekozen is.<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder geeft een S weer<br />

wanneer de sportieve modus actief<br />

is of een M wanneer de handmatige<br />

schakelstand actief is.<br />

Wanneer u de versnellingshendel<br />

naar voren of naar achteren zet,<br />

wordt de handmatige schakelstand<br />

geactiveerd.<br />

Het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder wordt<br />

veranderd en geeft de gewenste<br />

wijziging in het schakelbereik weer.<br />

Het voertuig schakelt strakker en<br />

levert betere prestaties.<br />

. . . 254


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 255 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Om te hoge toerentallen te voorkomen<br />

heeft elk versnellingsbereik een<br />

maximaal ingestelde rijsnelheid.<br />

U mag alleen de versnellingen<br />

gebruiken die geschikt zijn voor de<br />

rijsnelheid en het motortoerental.<br />

De transmissie schakelt niet automatisch<br />

door naar de volgende versnelling<br />

als het motortoerental te hoog is.<br />

Wanneer de schakelbegrenzer van<br />

de transmissie actief is, gaat het<br />

lampje voor de geselecteerde<br />

versnelling knipperen.<br />

De transmissie schakelt automatisch<br />

terug wanneer het voertuig<br />

vertraagt of wanneer het gaspedaal<br />

snel wordt ingedrukt om de snelheid<br />

te verhogen.<br />

Gebruik de tweede versnelling voor<br />

meer tractiecontrole wanneer u<br />

vanuit stilstand op een gladde weg<br />

start.<br />

U kunt de handmatige schakelstand<br />

weer uitschakelen en terugkeren<br />

naar de automatische bediening<br />

door de versnellingshendel uit de<br />

klep voor de handmatige schakelstand<br />

naar links te verplaatsen, weer<br />

in de stand D (normaal rijden).<br />

SLEEP-/TREKFUNCTIE<br />

Wanneer u op de toets drukt,<br />

worden afremmen op hellingen en<br />

de sleep-/trekfunctie samen in- en<br />

uitgeschakeld. Ze kunnen niet apart<br />

worden in- en uitgeschakeld.<br />

Gebruik deze functie om een zware<br />

aanhanger of vracht effectiever te<br />

trekken of te slepen. Zie "Sleep-/<br />

trekfunctie" onder "Het rijden met<br />

een aanhanger" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

255 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 256 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Afremmen op hellingen<br />

Deze functie is bedoeld om u te<br />

helpen wanneer u heuvel af rijdt.<br />

Bij het afremmen op hellingen<br />

wordt de rijsnelheid gehandhaafd<br />

omdat er automatisch een schakelschema<br />

wordt ingesteld dat de<br />

motor en de transmissie gebruikt<br />

om het voertuig af te remmen.<br />

Afremmen op hellingen vermindert<br />

de slijtage van het remsysteem en<br />

vergroot de controle over het<br />

voertuig.<br />

Het systeem controleert continu de<br />

rijsnelheid, de acceleratie, de<br />

gasklepstand en het gebruik van het<br />

rempedaal en bepaalt wanneer de<br />

juiste rijsnelheid moet worden vastgehouden<br />

of wanneer de snelheid<br />

moet worden verlaagd.<br />

Bij afremmen op hellingen neemt<br />

het systeem waar wanneer het voertuig<br />

accelereert op een helling<br />

omlaag; het voertuig schakelt automatisch<br />

terug totdat de remmen<br />

niet meer hoeven te worden<br />

ingeschakeld.<br />

Wanneer u de handmatige schakelstand<br />

gebruikt, worden afremmen<br />

op hellingen automatisch uitgeschakeld<br />

zodat de bestuurder de<br />

gewenste versnelling kan selecteren.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

• Trekken van een aanhanger<br />

• Sleep-/trekfunctie<br />

■ ALLWHEELAANDRIJ-<br />

VING (INDIEN VAN<br />

TOEPASSING)<br />

De allwheel-aandrijving brengt het<br />

vermogen over op alle vier wielen.<br />

Dit lijkt op vierwielaandrijving, maar<br />

er is geen aparte hendel of schakelaar<br />

om de vooras in of uit te schakelen.<br />

Het is volautomatisch en past<br />

zichzelf, waar nodig, aan de<br />

wegomstandigheden aan.<br />

. . . 256


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 257 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

■ RIJVOORSCHRIFTEN<br />

VOOR VOERTUIGEN MET<br />

VIERWIELAANDRIJVING<br />

(WAAR AANWEZIG)<br />

Deze aanwijzingen voor terreinrijden<br />

zijn bedoeld voor voertuigen<br />

met vierwielaandrijving.<br />

Wanneer uw auto geen vierwielaandrijving<br />

heeft, moet u eigenlijk niet<br />

in het terrein rijden, tenzij u op een<br />

stevige en vlakke ondergrond rijdt.<br />

Veel van de ontwerpkenmerken die<br />

ervoor zorgen dat uw voertuig bij<br />

slechte weersomstandigheden op<br />

bestrate wegen reageert (zoals de<br />

aandrijving op alle wielen), maken<br />

het voertuig veel geschikter voor<br />

terreinrijden dan een normale<br />

personenauto.<br />

Maar uw voertuig heeft geen speciale<br />

bodemplaat en een verdeelbak<br />

met lage overbrengingsverhouding,<br />

die meestal nodig zijn voor langdurig<br />

of serieus gebruik naast de weg.<br />

Het airbagsysteem is bedoeld voor<br />

gebruik wanneer u off-road rijdt.<br />

Draag altijd uw veiligheidsgordel.<br />

Zorg dat deze altijd goed is<br />

afgesteld.<br />

Deze handleiding helpt u bij het<br />

terreinrijden.<br />

Terreinrijden met uw voertuig<br />

met aandrijving op alle<br />

wielen<br />

Rijden in het terrein kan veel plezier<br />

opleveren, maar het brengt ook<br />

gevaren met zich mee. Het grootste<br />

gevaar is het terrein zelf.<br />

Rijbanen worden niet aangegeven.<br />

Bochten worden niet aangegeven.<br />

Er staan nergens verkeersborden. De<br />

grond kan glibberig, hobbelig,<br />

heuvel op of heuvel af zijn.<br />

Vermijd waar mogelijk scherpe bochten<br />

of abrupte manoeuvres. Net als bij<br />

andere voertuigen van dit type kunt u<br />

de controle over het voertuig verliezen<br />

of kan het voertuig omslaan<br />

wanneer u het voertuig niet op de<br />

juiste manier bedient.<br />

Terreinrijden vereist enkele nieuwe<br />

vaardigheden. En daarom is het zo<br />

belangrijk dat u deze aanwijzingen<br />

aandachtig leest. Hierin treft u vele<br />

tips en aanwijzingen aan. Dit kan u<br />

helpen om het rijden in het terrein<br />

voor u veiliger en plezieriger te<br />

maken.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

257 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 258 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Voordat u gaat terreinrijden<br />

Lees alle informatie over de vierwielaandrijving<br />

in dit boekje.<br />

Er moeten enkele handelingen<br />

worden uitgevoerd, voordat u gaat<br />

terreinrijden. Zorg er voor dat alle<br />

nodige service- en onderhoudsbeurten<br />

zijn verricht. Controleer dat alle<br />

bodemplaten (indien van toepassing)<br />

op de juiste manier zijn aangebracht.<br />

Heeft u voldoende<br />

brandstof? Heeft de reserveband<br />

voldoende spanning? Zijn alle vloeistofniveaus<br />

correct? Welke plaatselijke<br />

voorschriften gelden voor<br />

terreinrijden in het gebied waarin u<br />

wenst te rijden? Wanneer u dit niet<br />

weet, dient u contact op te nemen<br />

met de plaatselijke politie in dit<br />

gebied. Komt u over terrein dat niet<br />

voor het publiek open is? Indien dit<br />

het geval is, moet u voor de noodzakelijke<br />

toestemming zorgen.<br />

Het laden van uw auto voor<br />

terreinrijden<br />

Bij het laden van uw auto moet u<br />

enkele belangrijke richtlijnen<br />

opvolgen.<br />

• De zwaarste voorwerpen moeten<br />

op de laadvloer, voor de achteras<br />

worden geplaatst. Plaats<br />

zware voorwerpen zo ver mogelijk<br />

naar voren.<br />

• Zorg dat de lading op de juiste<br />

wijze is vastgezet, zodat de voorwerpen<br />

tijdens het terreinrijden<br />

niet door uw auto kunnen<br />

slingeren.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Lading op de laadvloer die<br />

hoger is opgestapeld dan de<br />

rugleuning kan tijdens een<br />

noodstop naar voren vliegen. U<br />

en uw passagiers kunnen daarbij<br />

gewond raken.<br />

Zet alle bagage onder de<br />

bovenkant van de rugleuning<br />

vast.<br />

• Niet goed bevestigde lading op<br />

de laadvloer kan tijdens het rijden<br />

door ruw terrein door de<br />

auto slingeren. U en uw passagiers<br />

kunnen door deze voorwerpen<br />

worden geraakt. Zet<br />

de lading goed vast.<br />

. . . 258


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 259 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

WAARSCHUWING<br />

• Zware lading op het dak<br />

brengt het zwaartepunt van de<br />

auto omhoog, waardoor het<br />

risico van over de kop slaan<br />

wordt vergroot. U kunt ernstig<br />

of zelfs dodelijk gewond raken<br />

wanneer de auto over de kop<br />

slaat. Plaats zware lading in de<br />

bagageruimte achterin en niet<br />

op het dak. Plaats bagage in de<br />

bagageruimte zo ver mogelijk<br />

naar voren en zo laag mogelijk.<br />

Milieuzorg<br />

Terreinrijden kan een heilzame en<br />

ontspannende recreatie zijn. Er zijn<br />

echter ook bezwaren met betrekking<br />

tot het milieu. General Motors<br />

erkent deze bezwaren en adviseert<br />

elke terreinrijder om de basisregels<br />

ter bescherming van het milieu op<br />

te volgen.<br />

• Gebruik altijd gebaande paden,<br />

wegen en gebieden die speciaal<br />

bedoeld zijn voor recreatief terreinrijden<br />

en houd u aan alle<br />

regels.<br />

• Voorkom steeds dat struikgewas,<br />

bloemen, bomen, gras worden<br />

beschadigd of dieren<br />

worden gestoord (dus laat de<br />

wielen niet doordraaien, rijd<br />

geen bomen omver, rijd niet<br />

onnodig door beekjes en rijd niet<br />

op zachte grond).<br />

• Neem altijd een vuilniszak mee...<br />

zorg voordat u een kampeerplaats<br />

verlaat dat al het afval is<br />

verwijderd.<br />

• Wees uiterst voorzichtig bij het<br />

gebruik van open vuur, kampeerbranders<br />

en lantaarns.<br />

• Parkeer uw auto nooit in droog<br />

gras of ander ontvlambaar materiaal<br />

dat vlam kan vatten door de<br />

hitte van het uitlaatsysteem van<br />

uw auto.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

259 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 260 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Naar afgelegen gebieden<br />

reizen<br />

Het is verstandig om uw trip te plannen,<br />

met name wanneer u naar<br />

afgelegen gebieden reist. Zorg<br />

ervoor dat u het terrein kent en plan<br />

uw route. U komt dan minder snel<br />

voor vervelende verrassingen te<br />

staan. Zorg voor goede kaarten van<br />

de wegen en het terrein. Controleer<br />

op geblokkeerde of afgesloten<br />

wegen.<br />

Ook is het een goed idee om samen<br />

met tenminste een andere auto te<br />

reizen. Wanneer iets met een van<br />

deze auto's gebeurt, kan de andere<br />

snel hulp bieden.<br />

Heeft uw auto een lier? Wanneer dit<br />

het geval is, moet u de instructies<br />

die bij de lier horen zeker doorlezen.<br />

In een verlaten gebied kan een lier<br />

uitkomst bieden wanneer uw auto<br />

vastzit, maar u dient zich van te<br />

voren op de hoogte te stellen van<br />

het gebruik.<br />

Vertrouwd raken met<br />

terreinrijden<br />

Het is verstandig om in een gebied<br />

te oefenen dat veilig is en dicht bij<br />

huis ligt, voordat u de wildernis<br />

intrekt. Terreinrijden vraagt nieuwe<br />

en andere rijvaardigheden. Dit is<br />

wat wij bedoelen:<br />

• Train uw zintuigen op andere<br />

signalen. Uw ogen bijvoorbeeld<br />

moeten voortdurend over het<br />

terrein dwalen om onverwachte<br />

obstakels te herkennen. Uw oren<br />

moeten bedacht zijn op het<br />

horen van ongewone geluiden<br />

van de banden of de motor. Met<br />

uw armen, handen, voeten en<br />

lichaam moet u reageren op trillingen<br />

en bewegingen van de<br />

auto.<br />

Terreinrijden<br />

Beheersing van uw auto is de sleutel<br />

tot succesvol terreinrijden. Een van<br />

de beste manieren om uw auto<br />

onder controle te houden, is om uw<br />

snelheid onder controle te houden.<br />

Hier volgen enkele zaken die u in<br />

gedachten moet houden. Bij hogere<br />

snelheden:<br />

• u nadert dingen sneller en heeft<br />

minder tijd om obstakels in het<br />

terrein te herkennen.<br />

• u heeft minder tijd om te<br />

reageren.<br />

• Wanneer u over obstakels rijdt,<br />

veren de wielen meer in en uit.<br />

• uw remweg wordt langer, vooral<br />

wanneer u op onverharde grond<br />

rijdt.<br />

. . . 260


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 261 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u in het terrein rijdt,<br />

kunnen de op en neer gaande<br />

bewegingen van uw auto en de<br />

snelle richtingsveranderingen u<br />

gemakkelijk uit positie brengen.<br />

Dit kan ertoe leiden dat u de<br />

controle over de auto verliest en<br />

verongelukt. Dus wanneer u op<br />

verharde wegen of in het terrein<br />

rijdt, moeten u en uw passagiers<br />

de veiligheidsgordels dragen.<br />

Het terrein verkennen<br />

Bij terreinrijden kunt u veel verschillende<br />

soorten terrein tegenkomen,<br />

die op diverse manieren invloed<br />

hebben op het sturen, accelereren<br />

en remmen van het voertuig.<br />

Afhankelijk van het oppervlak kunt u<br />

te maken krijgen met slippen, schuiven,<br />

wielspin, vertraagde acceleratie,<br />

slechte tractie en een langere<br />

remweg.<br />

Onzichtbare of verborgen obstakels<br />

kunnen gevaarlijk zijn. Vaak worden<br />

deze obstakels aan het zicht onttrokken<br />

door gras, struiken, sneeuw of<br />

het dalen en stijgen van het terrein<br />

zelf.<br />

Wanneer u over obstakels of ruw<br />

terrein rijdt, moet u het stuurwiel<br />

stevig vasthouden. Stenen, geulen<br />

of andere dingen in of op de grond<br />

kunnen ervoor zorgen dat het stuurwiel<br />

uit uw handen wordt gerukt,<br />

wanneer u hierop niet bedacht<br />

bent.<br />

Wanneer u over hobbels, stenen of<br />

andere obstakels rijdt, kunnen uw<br />

wielen los van de grond komen.<br />

Wanneer dit gebeurt, zelfs met een<br />

of twee wielen, kunt u de auto<br />

minder of zelfs helemaal niet meer<br />

besturen.<br />

Omdat u op onverharde grond rijdt,<br />

is het belangrijk om plotselinge<br />

acceleratie, plotselinge bochten of<br />

plotseling remmen te voorkomen.<br />

Bij terreinrijden moet u op een<br />

andere manier alert zijn dan<br />

wanneer u op de weg rijdt. Er staan<br />

geen verkeersborden, borden met<br />

snelheidslimieten of verlichting.<br />

Gebruik daarom uw gezonde<br />

verstand over wat veilig is en wat<br />

niet.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

261 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 262 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Rijden op hellingen<br />

Vaak gebeurt het tijdens terreinrijden<br />

dat u heuvel op, heuvel af of<br />

zelfs overdwars op hellingen rijdt.<br />

Voor het veilig rijden op hellingen is<br />

het belangrijk om te weten en te<br />

begrijpen wat uw auto wel en niet<br />

kan doen. Er zijn hellingen waarop<br />

beslist niet kan worden gereden,<br />

ongeacht hoe goed de auto<br />

gebouwd is.<br />

WAARSCHUWING<br />

Veel hellingen zijn gewoonweg<br />

te steil voor ieder voertuig.<br />

Wanneer u omhoog wilt rijden,<br />

zal de motor afslaan. Wanneer u<br />

de heuvel af wilt rijden, kunt u de<br />

snelheid niet onder controle<br />

houden. Wanneer u overdwars<br />

op hellingen rijdt, zal de auto om<br />

de lengteas naar beneden rollen.<br />

U kunt ernstig gewond raken of<br />

zelfs gedood worden. Wanneer u<br />

twijfel heeft over de steilheid van<br />

de helling, neem dan geen risico's<br />

en kies een andere route.<br />

Het naderen van een helling<br />

Wanneer u een helling nadert, moet<br />

u beslissen of het een helling is die te<br />

steil is om op te rijden, af te rijden of<br />

er overdwars op te rijden. Het<br />

beoordelen van de steilheid van een<br />

helling is erg moeilijk. Op een korte<br />

helling bijvoorbeeld, kan er een<br />

gemakkelijke constante hellingshoek<br />

met slechts een gering hoogteverschil<br />

zijn, terwijl u gemakkelijk<br />

de hele weg naar de top kunt zien.<br />

Op een langere helling kan de<br />

hellingshoek steiler worden naarmate<br />

u de top nadert, maar u kunt dat<br />

niet zien door de vorm van de<br />

helling omdat dit wordt verborgen<br />

door struiken, gras of bomen.<br />

Hier zijn nog enkele zaken waarmee<br />

rekening moet worden gehouden<br />

wanneer u een helling nadert.<br />

• Is er een constante hellingshoek<br />

of wordt de helling op bepaalde<br />

plaatsen veel steiler?<br />

• Is een goede grip op de helling<br />

mogelijk of zullen de wielen op<br />

het oppervlak doorslippen?<br />

• Is er een recht pad naar boven of<br />

beneden, zodat u geen bochten<br />

hoeft te maken?<br />

. . . 262


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 263 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

• Zijn er obstakels op de helling<br />

die uw route kunnen blokkeren<br />

(rotsen, bomen, houtblokken of<br />

geulen)?<br />

• Wat bevindt zich aan de andere<br />

kant van de helling? Bevindt zich<br />

daar een klif, een wal, een ravijn,<br />

een hek? Stap uit en inspecteer<br />

de helling wanneer u het niet<br />

weet. Dit is de beste manier om<br />

erachter te komen.<br />

• Is de helling gewoon te ruig?<br />

Steile hellingen hebben vaak<br />

wagensporen, geulen en rotsblokken<br />

die in verhoogde mate<br />

staan blootgesteld aan erosie.<br />

Omhoog rijden<br />

Wanneer u heeft besloten dat u de<br />

helling veilig op kunt rijden, moet u<br />

enkele speciale handelingen<br />

uitvoeren.<br />

• Kies een lage versnelling en<br />

houd het stuurwiel stevig vast.<br />

• Laat de auto soepel in beweging<br />

komen en tracht uw snelheid tijdens<br />

het omhoog rijden te<br />

handhaven. Gebruik niet meer<br />

vermogen dan u nodig heeft,<br />

anders kunnen de wielen beginnen<br />

door te draaien of te<br />

slippen.<br />

• Probeer indien mogelijk recht<br />

omhoog te rijden. Wanneer het<br />

pad wendt of keert, wilt u misschien<br />

een andere route proberen<br />

te vinden.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het draaien op, of het overdwars<br />

rijden op steile hellingen kan<br />

gevaarlijk zijn. U kunt tractie<br />

verliezen, opzij glijden en mogelijk<br />

over de kop slaan. U kunt<br />

ernstig gewond raken of zelfs<br />

gedood worden. Wanneer u een<br />

helling oprijdt, tracht dit dan zo<br />

recht mogelijk te doen.<br />

• Verlaag uw snelheid wanneer u<br />

de top van de helling nadert.<br />

• Maak een vlag aan uw auto vast<br />

zodat u beter zichtbaar bent<br />

voor tegemoetkomend verkeer<br />

op paden of hellingen.<br />

• Druk op de claxon wanneer u de<br />

top nadert om de tegenliggers<br />

te laten horen dat u eraan komt.<br />

• Gebruik uw koplampen ook<br />

overdag. Deze zorgen ervoor dat<br />

u beter zichtbaar bent voor tegemoetkomend<br />

verkeer.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

263 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 264 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Het op volle snelheid naar de top<br />

(hoogste punt) van de helling<br />

rijden kan een ongeval veroorzaken.<br />

Daar kan zich een ravijn,<br />

wal, klif of zelfs een andere auto<br />

bevinden. U kunt ernstig<br />

gewond raken of zelfs gedood<br />

worden. Wanneer u de top van<br />

een helling nadert, verlaag dan<br />

uw snelheid en blijf alert.<br />

De helling afrijden<br />

Wanneer u tijdens het terreinrijden<br />

een helling af moet rijden, moet u<br />

aan een aantal zaken denken:<br />

• Hoe steil is de helling? Ben ik in<br />

staat om de controle over het<br />

voertuig te behouden?<br />

• Hoe is het rijoppervlak? Vlak?<br />

Oneffen? Glad? Hard geworden<br />

modder? Steenslag?<br />

• Zijn er verborgen obstakels in de<br />

grond? Wagensporen? Houtblokken?<br />

Rotsen?<br />

• Wat bevindt zich beneden aan<br />

de helling? Bevindt zich daar een<br />

verborgen slootwal of zelfs een<br />

rivierbodem met grote stenen?<br />

Wanneer u heeft besloten dat u<br />

veilig de helling kunt afrijden, tracht<br />

dan om recht naar beneden te<br />

rijden en kies een lage versnelling.<br />

Op deze manier kan het remmend<br />

vermogen van de motor worden<br />

benut, zodat de remmen niet al het<br />

werk alleen hoeven te doen. Rijd<br />

langzaam van de helling af terwijl u<br />

op ieder moment uw auto onder<br />

controle heeft.<br />

WAARSCHUWING<br />

Hard afremmen tijdens het afrijden<br />

kan oververhitting en fading<br />

van de remmen veroorzaken. Dit<br />

kan ertoe leiden dat u de controle<br />

over de auto verliest en een<br />

ernstig ongeluk veroorzaakt.<br />

Druk de remmen tijdens het afrijden<br />

matig in en kies een lage<br />

versnelling om de rijsnelheid<br />

onder controle te houden.<br />

. . . 264


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 265 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Overdwars op een helling<br />

rijden<br />

Vroeger of later zal een pad u waarschijnlijk<br />

overdwars langs een<br />

helling leiden. Wanneer dit het geval<br />

is, moet u beslissen of u deze helling<br />

overdwars wil gaan berijden. U<br />

dient het volgende in overweging te<br />

nemen:<br />

• Een helling waarop zowel recht<br />

naar boven of beneden kan worden<br />

gereden, kan te steil zijn om<br />

er overdwars op te rijden. Wanneer<br />

u op een helling recht naar<br />

boven of naar beneden rijdt, zal<br />

de lengte van de wielbasis (de<br />

afstand tussen de voor- en achterwielen)<br />

de kans verminderen<br />

dat de auto over de lengteas<br />

over de kop slaat.<br />

Wanneer u echter in dwarsrichting<br />

op een helling rijdt, kan de<br />

auto kantelen door de geringere<br />

spoorbreedte (de afstand tussen<br />

de linker en rechter wielen).<br />

Bovendien worden de wielen<br />

aan de lage kant het zwaarst<br />

belast. Hierdoor kan het voertuig<br />

naar beneden glijden of over de<br />

kop slaan.<br />

• Grondtoestanden kunnen een<br />

probleem zijn wanneer u overdwars<br />

op een helling rijdt. Los<br />

grind, modderpoelen of zelfs nat<br />

gras kunnen er de oorzaak van<br />

zijn dat u naar beneden glijdt.<br />

Indien de auto zijwaarts wegslipt,<br />

bestaat de kans dat het iets<br />

raakt (een steen, een wagenspoor,<br />

enz.) en daardoor kantelt.<br />

• Verborgen obstakels kunnen de<br />

steilheid van de helling zelfs verergeren.<br />

Wanneer u overdwars op<br />

een helling rijdt en een steen met<br />

de bovenste wielen raakt, of wanneer<br />

de laagste wielen in een geul<br />

of gat terechtkomen kan uw auto<br />

zelfs sneller kantelen.<br />

U dient dus zorgvuldig te overwegen<br />

of het verstandig is om overdwars op<br />

een helling te rijden. Wanneer een<br />

pad overdwars over een helling loopt,<br />

hoeft dit niet te betekenen dat u dit<br />

pad moet kiezen. De laatste auto die<br />

op dit pad reed, kan over de kop<br />

geslagen zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

Overdwars op een te steile<br />

helling rijden, zal het over de kop<br />

slaan van uw auto tot gevolg<br />

hebben. U kunt ernstig gewond<br />

raken of zelfs gedood worden.<br />

Wanneer u twijfelt over de steilheid<br />

van de helling, rijd deze<br />

helling dan niet overdwars. Zoek<br />

in plaats daarvan een andere<br />

route.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

265 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 266 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Uitstappen aan de dalzijde (laagste<br />

punt) van een auto die overdwars<br />

op een helling tot stilstand<br />

is gekomen, is gevaarlijk.<br />

Wanneer de auto kantelt, zou u<br />

bekneld kunnen raken of zelfs<br />

gedood kunnen worden. Stap<br />

altijd aan de bergzijde (hoogste<br />

punt) van de auto uit en blijf uit<br />

de buurt van het kanteltraject.<br />

Rijden in modder, zand,<br />

sneeuw of ijs<br />

Wanneer u in modder, sneeuw, ijs of<br />

zand rijdt, hebben uw wielen geen<br />

tractie. U kunt niet zo snel accelereren,<br />

het maken van bochten is moeilijker<br />

en u heeft een langere<br />

remweg.<br />

Het verdient aanbeveling om in<br />

modder een lage versnelling te<br />

kiezen - hoe dieper de modder, hoe<br />

lager de versnelling. In erg diepe<br />

modder moet u uw auto in beweging<br />

houden, zodat u niet vast komt<br />

te zitten.<br />

Wanneer u op zand rijdt, zult u een<br />

verandering in de wieltractie waarnemen.<br />

Dit is echter afhankelijk van<br />

de mulheid van het zand. In mul<br />

zand (op het strand of in de duinen)<br />

hebben de wielen de neiging in het<br />

zand weg te zakken. Dit heeft<br />

invloed op de besturing, de acceleratie<br />

en de remweg.<br />

Rijd met aangepaste snelheid.<br />

Voorkom indien mogelijk scherpe<br />

bochten of plotselinge manoeuvres.<br />

Harde sneeuw en ijs veroorzaken de<br />

slechtste tractie. Op deze oppervlakken<br />

is het gemakkelijk om de<br />

controle over de auto te verliezen.<br />

Op nat ijs bijvoorbeeld, is de tractie<br />

zo slecht dat u zelfs problemen heeft<br />

om weg te rijden. En wanneer u<br />

toch in beweging komt, zullen de<br />

slechte controle over de besturing<br />

en de moeilijkheden bij het remmen<br />

tot gevolg kunnen hebben dat u<br />

door het glijden de controle over de<br />

auto verliest.<br />

. . . 266


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 267 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

WAARSCHUWING<br />

Het rijden op bevroren meren,<br />

vijvers of rivieren kan gevaarlijk<br />

zijn. Onderwaterbronnen, stromingen<br />

onder het ijs of plotselinge<br />

dooiaanvallen kunnen het ijs<br />

verzwakken. Uw auto kan door<br />

het ijs zakken en u en uw passagiers<br />

kunnen verdrinken. Rijd<br />

met uw auto alleen op veilige<br />

oppervlakken.<br />

Rijden in water<br />

Zware regenval kan plotselinge<br />

overstromingen veroorzaken en dan<br />

moet u extra goed opletten.<br />

Controleer eerst hoe diep het water<br />

is, voordat u er doorheen rijdt.<br />

Wanneer het water zo diep is dat uw<br />

wieldoppen, assen of uitlaatpijp<br />

worden bedekt, moet u hier niet<br />

doorheen rijden. Ook kan water dat<br />

zo diep is, uw as en andere onderdelen<br />

van uw auto beschadigen.<br />

Wanneer het water niet te diep is,<br />

rijd er dan langzaam doorheen. Met<br />

hoge snelheden zal het water op uw<br />

ontstekingssysteem spatten zodat<br />

de motor kan afslaan. Het afslaan<br />

van de motor kan ook optreden,<br />

wanneer de uitlaatpijp onder water<br />

komt. Zolang uw uitlaatpijp zich<br />

onder water bevindt, zal u niet in<br />

staat zijn de motor te starten.<br />

Wanneer u door water rijdt, denk er<br />

dan aan dat de remmen nat worden<br />

en dat daardoor uw remweg langer<br />

wordt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het rijden door snelstromend<br />

water kan gevaarlijk zijn. Diep<br />

water kan uw voertuig met de<br />

stroom meesleuren en u en uw<br />

passagiers kunnen verdrinken.<br />

Wanneer het slechts ondiep<br />

water is, kan het nog altijd de<br />

grond onder uw wielen vandaan<br />

spoelen en u kunt de grip verliezen<br />

en het voertuig kan kantelen.<br />

Rijd niet door stromend water.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

267 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 268 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ PARKEREN<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u het voertuig niet correct<br />

parkeert, kan het gaan rollen. Als<br />

u de motor aanlaat, kan het snel<br />

gaan. U of andere personen<br />

kunnen gewond raken. Volg de<br />

stappen hieronder om er zeker<br />

van te zijn dat het voertuig niet<br />

meer beweegt.<br />

1. Druk het rempedaal in en houd<br />

in ingedrukte stand.<br />

2. Druk de knop op de versnellingspook<br />

in terwijl u de versnellingspook<br />

helemaal in de<br />

parkeerstand zet.<br />

3. De parkeerrem wordt in werking<br />

gesteld door het rempedaal<br />

met uw rechter voet<br />

ingedrukt te houden en vervolgens<br />

het parkeerrempedaal met<br />

uw linker voet in te drukken.<br />

4. Zet het contact af.<br />

5. Verwijder de sleutel uit het<br />

contactslot.<br />

Als u de sleutel kunt verwijderen,<br />

dan staat de versnellingshendel<br />

in P (parkeren).<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer<br />

informatie:<br />

- Uit de stand P (parkeren)<br />

schakelen<br />

Wanneer het bestuurdersportier<br />

wordt geopend terwijl de sleutel<br />

zich in het contact bevindt,<br />

klinkt er een gongsignaal om u<br />

eraan te herinneren de sleutel<br />

uit het contact te nemen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Stap niet uit terwijl de motor nog<br />

draait.<br />

Torsievergrendeling<br />

Wanneer u uw voertuig op een<br />

helling parkeert, moet u eerst de<br />

parkeerrem bedienen voordat u de<br />

keuzehendel in stand P (parkeren)<br />

plaatst. Anders zal te veel druk<br />

worden uitgeoefend op de parkeervergrendeling<br />

in de transmissie,<br />

waardoor de keuzehendel zich<br />

moeilijk uit stand P (parkeren) laat<br />

verwijderen. Schakel bij het wegrijden<br />

altijd eerst de keuzehendel uit<br />

stand P (parkeren) en zet eerst daarna<br />

de parkeerrem los.<br />

Als u niet uit P (parkeren) kunt schakelen,<br />

hebt u wellicht een andere<br />

auto nodig die u een stukje<br />

heuvelop trekt. Hierdoor wordt de<br />

druk op het parkeermechanisme in<br />

de transmissie verminderd, zodat u<br />

de keuzehendel uit P (parkeren)<br />

kunt schakelen.<br />

. . . 268


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 269 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Uit de stand P (parkeren)<br />

schakelen<br />

Uw auto is voorzien van een<br />

vergrendelingssysteem voor de<br />

keuzehendel van de automatische<br />

transmissie. Terwijl de motor draait,<br />

moet u het rempedaal volledig<br />

intrappen voordat u uit de stand P<br />

(parkeren) kan schakelen.<br />

Dit systeem is ontworpen om ervoor<br />

te zorgen dat de contactsleutel<br />

alleen kan worden verwijderd<br />

wanneer de versnellingshendel in P<br />

(parkeren) staat en de knop op de<br />

versnellingshendel is uitgeschakeld.<br />

Draai het contact naar ACC (accessoire)<br />

of OFF om ervoor te zorgen<br />

dat de rem blijft ingeschakeld.<br />

Druk de knop op de versnellingshendel<br />

in en probeer uit de<br />

stand P (parkeren) in de gewenste<br />

versnelling te schakelen.<br />

Wanneer u de versnellingshendel<br />

nog altijd niet uit de stand P (parkeren)<br />

kunt halen, volg dan de volgende<br />

stappen:<br />

1. Laat de knop op de versnellingshendel<br />

los.<br />

2. Houd het rempedaal ingedrukt<br />

tot het einde van stap 4.<br />

3. Druk nog een keer op de knop<br />

op de versnellingshendel.<br />

4. Probeer uit P (parkeren) en in<br />

de gewenste versnelling te<br />

schakelen.<br />

Wanneer u de versnellingshendel<br />

niet uit de stand P (parkeren) kunt<br />

halen, breng uw voertuig dan zo<br />

snel mogelijk naar de garage voor<br />

onderhoud.<br />

Het vergrendelingssysteem voor de<br />

versnellingshendel kan mogelijk niet<br />

werken wanneer de accu leeg of<br />

bijna leeg is.<br />

Wanneer de accu leeg is, kunt u het<br />

voertuig starten met een hulpaccu.<br />

Raadpleeg "Starten met een hulpaccu"<br />

in hoofdstuk 5.<br />

Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren<br />

U kunt het display voor het systeem<br />

bekijken via de achteruitkijkspiegel.<br />

Zie "Ultrasoon parkeerhulpsysteem"<br />

in hoofdstuk 1 voor informatie over<br />

dit systeem.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

269 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 270 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ TRACTIE<br />

Er zijn drie hoofdsystemen voor het<br />

bedienen van de auto: stuurinrichting,<br />

remmen en gasmechanisme.<br />

Om het voertuig onder controle te<br />

houden, mag bij geen van deze<br />

systemen de limiet worden<br />

overschreden.<br />

Tractieregelsysteem<br />

Op een glad wegdek beperkt dit<br />

systeem het doordraaien van de<br />

wielen.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 1 voor aanvullende<br />

informatie over het<br />

tractieregelsysteem.<br />

Stabilitrak ® -systeem<br />

Dit systeem helpt bij het behoud<br />

van de richtingscontrole onder gladde<br />

wegomstandigheden.<br />

Zie onder "Stabilitrak-systeem" in<br />

hoofdstuk 1 voor informatie over<br />

het Stabilitrak-systeem.<br />

■ STUURINRICHTING<br />

Stuurbekrachtiging<br />

Wanneer de bekrachtiging wegvalt<br />

doordat de motor afslaat of het<br />

systeem niet goed functioneert, kan<br />

de auto nog wel worden bestuurd<br />

maar is hiervoor aanzienlijk meer<br />

kracht nodig.<br />

Snelheidsafhankelijke<br />

stuurbekrachtiging<br />

Dit systeem zorgt ervoor dat de<br />

mate van bekrachtiging wordt<br />

aangepast aan de rijsnelheid. Naarmate<br />

de snelheid toeneemt is meer<br />

kracht voor het sturen vereist.<br />

Wanneer uw auto moeilijker<br />

bestuurbaar is dan normaal tijdens<br />

parkeren of langzaam rijden, kan er<br />

een probleem zijn met het systeem.<br />

U beschikt nog wel over stuurbekrachtiging<br />

maar het kost wel veel<br />

meer inspanning bij lage snelheden.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

■ REMMEN<br />

Wanneer de motor tijdens het rijden<br />

afslaat, kunt u de auto normaal tot<br />

stilstand brengen, maar pomp de<br />

remmen niet. Als de motor afslaat, is<br />

er nog voldoende rembekrachtiging<br />

aanwezig, maar de bekrachtiging<br />

vermindert tijdens het remmen.<br />

Remblokslijtageindicators<br />

Uw voertuig heeft voor en achter<br />

schijfremmen.<br />

De schijfremmen hebben ingebouwde<br />

slijtage-indicators, die een<br />

hoogtonig waarschuwingssignaal<br />

laten horen indien de remblokken<br />

versleten zijn en moeten worden<br />

vernieuwd.<br />

Het geluid kan onder het rijden wel<br />

of niet continu hoorbaar zijn.<br />

. . . 270


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 271 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

In sommige omstandigheden of in<br />

bepaalde klimaten kunnen de schijfremmen<br />

piepen wanneer ze voor de<br />

eerste keer of lichtjes worden ingedrukt.<br />

Dit duidt niet op een<br />

probleem met de remmen.<br />

Remvoeringen moeten altijd<br />

worden vervangen als complete<br />

assets.<br />

WAARSCHUWING<br />

Dit waarschuwingssignaal geeft<br />

aan dat binnen afzienbare tijd uw<br />

remmen niet meer goed zullen<br />

functioneren. Dit zou tot een<br />

ongeval kunnen leiden. Breng<br />

het voertuig naar de garage voor<br />

onderhoud, zodra u het waarschuwingssignaal<br />

voor de<br />

remblokken hoort.<br />

Wanneer de wielmoeren niet met<br />

het juiste aanhaalmoment zijn vastgezet,<br />

kunnen trillingen ontstaan<br />

tijdens het remmen en kan de<br />

remschijf worden beschadigd. Om<br />

kostbare reparaties aan het remsysteem<br />

te voorkomen, moeten de<br />

wielmoeren gelijkmatig en in de<br />

juiste volgorde met het voorgeschreven<br />

aanhaalmoment worden<br />

vastgezet.<br />

Zie "Specificaties en inhouden" in<br />

hoofdstuk 4 voor het juiste aanhaalmoment<br />

van de wielmoeren.<br />

Remmen stellen<br />

Telkens wanneer het rempedaal<br />

wordt ingedrukt om te stoppen,<br />

wordt de speling die door slijtage<br />

ontstaat, automatisch opgeheven.<br />

Slag van het rempedaal<br />

Neem contact op met uw dealer als<br />

het rempedaal niet meer geheel<br />

omhoog komt of als de slag van het<br />

pedaal plotseling groter wordt. Dit<br />

kan duiden op een defect in het<br />

remsysteem.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

OPMERKING<br />

Door blijven rijden met versleten<br />

remblokken kan resulteren in<br />

dure reparaties aan de remmen.<br />

271 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 272 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Antiblokkeerremsysteem<br />

(ABS)<br />

Het antiblokkeerremsysteem (ABS)<br />

helpt de bestuurder om de auto<br />

onder controle te houden tijdens<br />

krachtig remmen op natte of gladde<br />

wegen. Het systeem regelt automatisch<br />

de remdruk tijdens het<br />

remmen.<br />

Terwijl u remt, ontvangt het systeem<br />

nieuwe informatie over wielsnelheid<br />

en regelt de remdruk bij elk wiel<br />

afzonderlijk om optimaal gebruik te<br />

maken van band- en<br />

wegomstandigheden.<br />

ABS treedt alleen in werking indien<br />

er tijdens het remmen gevaar<br />

bestaat dat een of meer wielen<br />

zullen blokkeren. U behoeft niet<br />

pompend te remmen. Druk het<br />

rempedaal normaal in. U kunt het<br />

voelen of horen pulseren, maar dat<br />

is normaal.<br />

Raadpleeg voor meer informatie het<br />

gedeelte "Controlelamp ABS" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

Rembekrachtiging<br />

Uw voertuig is voorzien van rembekrachtiging.<br />

Wanneer u hard moet<br />

remmen, gebruikt het stabiliteitssysteem<br />

de hydraulische remregelmodule<br />

voor extra remkracht op de<br />

wielen totdat het ABS-systeem<br />

wordt geactiveerd.<br />

Houd het rempedaal gewoon ingetrapt.<br />

Soms kunt u het voelen of<br />

horen pulseren, maar dat is<br />

normaal.<br />

De remmen werken weer normaal<br />

zodra het rempedaal wordt losgelaten<br />

of de druk op het rempedaal<br />

snel afneemt.<br />

Parkeerrem<br />

Het parkeerrempedaal bevindt zich<br />

links van de linker voet van de<br />

bestuurder.<br />

De parkeerrem wordt in werking<br />

gesteld door het rempedaal met uw<br />

rechter voet ingedrukt te houden en<br />

vervolgens het parkeerrempedaal<br />

met uw linker voet in te drukken.<br />

Wanneer het contact ingeschakeld<br />

is, moet het waarschuwingslampje<br />

van het remsysteem gaan branden.<br />

Raadpleeg tevens de rubriek<br />

"Controlelamp remsysteem" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

. . . 272


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 273 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Indien u begint te rijden wanneer de<br />

parkeerrem nog in werking is, dan<br />

zal een waarschuwingssignaal uw<br />

aandacht hierop vestigen.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer een voertuig met een<br />

automatische transmissie op een<br />

helling wordt geparkeerd, moet<br />

eerst de parkeerrem worden<br />

bediend voordat de keuzehendel in<br />

stand P (parkeren) wordt geplaatst.<br />

Raadpleeg "Parkeren op hellingen"<br />

onder "Trekken van een aanhanger"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />

gegevens.<br />

Rijd niet met aangetrokken<br />

parkeerrem.<br />

Het rijden met aangetrokken<br />

parkeerrem kan oververhitting<br />

van de remmen veroorzaken. De<br />

remmen of andere delen van de<br />

auto kunnen dan worden<br />

beschadigd.<br />

Controleer of de controlelamp<br />

van het remsysteem niet brandt.<br />

Druk, om de rem te ontgrendelen,<br />

het rempedaal met uw rechtervoet<br />

in en trek aan de parkeerremhendel<br />

op het instrumentenpaneel bij het<br />

bestuurdersportier.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

273 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 274 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ WIELOPHANGING<br />

De wielophanging in uw voertuig is<br />

er op gericht om het voertuig horizontaal<br />

te houden en een gelijkmatige,<br />

gecontroleerde rit te<br />

verschaffen.<br />

Automatische niveauregeling<br />

(indien van toepassing)<br />

Dit systeem dient om de achterkant<br />

van uw voertuig horizontaal te<br />

houden wanneer de druk van de<br />

lading verandert.<br />

Dit systeem werkt geheel<br />

automatisch.<br />

Automatische stabilisatieregeling<br />

(indien van<br />

toepassing)<br />

Dit systeem past de schokdemping<br />

aan uw rijstijl, de rijsnelheid en het<br />

wegdek aan.<br />

Als het systeem waarneemt dat er<br />

een probleem met de stabilisatieregeling<br />

is, dan wordt bericht SERVI-<br />

CE SUSPENSION SYS (onderhoud<br />

wielophanging) op het display van<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder weergegeven. Neem<br />

contact op met uw dealer voor<br />

onderhoud.<br />

■ SNELHEIDSBEGRENZER<br />

Begrenzer motortoerental<br />

De brandstoftoevoer naar de motor<br />

wordt beperkt zodra het toerental te<br />

hoog is.<br />

De bediening van het gas en de<br />

brandstoftoevoer werken weer<br />

normaal als het motortoerental is<br />

gedaald.<br />

. . . 274


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 275 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

■ VOERTUIG BELADEN<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij een noodstop, een botsing of<br />

een plotselinge ruk aan het stuur<br />

kunnen losse voorwerpen in het<br />

interieur in beweging komen en<br />

zo inzittenden letsel toebrengen.<br />

Berg losse voorwerpen op in de<br />

bagageruimte en verdeel het<br />

gewicht gelijkmatig. Stapel<br />

bagage nooit op tot boven de<br />

rugleuningen. Laat geen losse<br />

kinderzitjes achter in de auto.<br />

Tracht losse voorwerpen in de<br />

auto vast te zetten. Laat de<br />

rugleuning van een stoel niet<br />

neergeklapt tenzij dit noodzakelijk<br />

is.<br />

Het is belangrijk dat u weet hoeveel<br />

gewicht uw auto kan dragen.<br />

Dit gewicht wordt het laadvermogen<br />

(Vehicle Capacity Weight)<br />

genoemd.<br />

Dit is inclusief het gewicht van alle<br />

inzittenden, bagage en alle optionele<br />

accessoires.<br />

Zie "Informatieplaatje voor banden"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Belaadt de auto niet zwaarder<br />

dan is aangegeven bij Gross Vehicle<br />

Weight Rating (Maximaal<br />

Toelaatbaar Totaalgewicht) of bij<br />

Gross Axle Weight Rating (Maximaal<br />

Toelaatbare Asbelasting).<br />

Door te zware belasting kan<br />

breuk optreden in sommige<br />

onderdelen en wordt slechte<br />

invloed uitgeoefend op de<br />

wegligging. Door te zwaar te<br />

beladen kunt u de macht over<br />

het stuur verliezen, met mogelijk<br />

letsel tot gevolg. Ook kan de<br />

levensduur van de auto worden<br />

bekort.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

275 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 276 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

TIRE<br />

FRONT<br />

REAR<br />

SPARE<br />

TIRE AND LOADING INFORMATION<br />

SEATING CAPACITY TOTAL FRONT REAR<br />

The combined weight of occupants and cargo should never exceed XXX kg or XXX lbs.<br />

ORIGINAL SIZE<br />

COLD TIRE PRESSURE<br />

SEE OWNER’S<br />

MANUAL FOR<br />

ADDITIONAL<br />

INFORMATION<br />

Informatieplaatje voor banden<br />

en belasting<br />

Het bandenplaatje bevindt zich op<br />

het frame van het portier linksvoor,<br />

net onder het<br />

portierslotmechanisme.<br />

Op dit plaatje vindt u de gegevens<br />

over de juiste bandenmaat en de<br />

aanbevolen bandenspanning voor<br />

uw auto.<br />

Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk 4<br />

voor meer informatie.<br />

Het vermeldt ook het maximum<br />

aantal inzittenden en het laadvermogen<br />

(Vehicle Capacity Weight)<br />

van de auto.<br />

Overschrijd het laadvermogen van<br />

uw voertuig niet.<br />

Zie "Identificatieplaatje" voor meer<br />

informatie.<br />

Identificatieplaatje<br />

Op deze sticker op de middelste stijl<br />

boven de onderbrekerarm aan de<br />

linkerzijde van het voertuig staat het<br />

maximaal toelaatbare totaalgewicht<br />

(GVWR).<br />

Het GVWR is het maximaal toelaatbare<br />

gewicht van de auto in beladen<br />

toestand. Hierbij is inbegrepen het<br />

gewicht van de auto, alle inzittenden,<br />

de brandstof en de bagage<br />

plus het gewicht op de trekhaak als<br />

u een aanhanger trekt.<br />

. . . 276


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 277 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Maximaal toegestane voor- en<br />

achterasbelasting<br />

Op de sticker worden verder het<br />

maximale gewicht op de vooras (de<br />

maximaal toelaatbare asbelasting<br />

voor) en het maximale gewicht op<br />

de achteras (de maximaal toelaatbare<br />

asbelasting achter) vermeld.<br />

Het gewicht van de te vervoeren<br />

lading moet gelijkmatig worden<br />

verdeeld over de voor- en achteras.<br />

Als u twijfelt aan de gewichten aan<br />

de voorkant en achterkant van uw<br />

auto of het totaalgewicht, dan kan u<br />

de auto laten wegen op een weegbrug.<br />

Uw dealer kan u hierbij<br />

behulpzaam zijn.<br />

Overschrijd het maximaal toelaatbaar<br />

totaalgewicht of de maximaal<br />

toelaatbare asbelasting van het<br />

voertuig niet.<br />

■ TREKKEN VAN EEN<br />

AANHANGER<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u niet het juiste materieel<br />

gebruikt en op de juiste wijze<br />

rijdt, kunt u de macht over de<br />

auto verliezen wanneer u een<br />

aanhanger achter uw auto trekt.<br />

U kunt bij een ernstig ongeluk<br />

betrokken raken.<br />

Als bijvoorbeeld de aanhanger te<br />

zwaar is, kunnen de remmen niet<br />

goed of in het geheel niet<br />

werken.<br />

Hierdoor kunnen u en uw passagiers<br />

ernstig gewond raken.<br />

OPMERKING<br />

Het niet juist trekken van een<br />

aanhanger kan uw auto beschadigen<br />

en dure reparaties tot<br />

gevolg hebben die niet gedekt<br />

worden door de garantie. Volg<br />

het onderstaande advies om uw<br />

aanhanger op juiste wijze te<br />

trekken.<br />

Vraag uw dealer wat het maximaal<br />

toelaatbare aanhangergewicht<br />

voor uw voertuig is.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

277 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 278 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer het achterste raam of<br />

de achterklep onder het rijden<br />

met een aanhanger open staat,<br />

kan er koolmonoxide (CO) in het<br />

interieur binnendringen. CO is<br />

reukloos en niet zichtbaar. CO<br />

kan bewusteloosheid veroorzaken<br />

en fatale gevolgen hebben.<br />

Voor de maximale veiligheid<br />

tijdens het trekken van een<br />

aanhanger:<br />

• Laat uw uitlaatsysteem controleren<br />

op lekken en voer de<br />

benodigde reparaties uit voordat<br />

u aan uw reis begint.<br />

• Rij nooit met de achterklep of<br />

de achterste ramen open.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Zet de ventilator op de hoogste<br />

snelheid met een van de instellingen<br />

die buitenlucht naar binnen<br />

voert. Zo komt er<br />

buitenlucht in uw voertuig.<br />

• Controleer of de luchtroosters<br />

op of onder het instrumentenpaneel<br />

volledig open staan.<br />

OPMERKING<br />

Maak geen scherpe bochten<br />

terwijl u een aanhanger sleept<br />

omdat de aanhanger dan uw<br />

voertuig kan raken.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer u een aanhanger<br />

sleept, kan de vloer van het voertuig<br />

erg warm worden. Leg dus<br />

geen voorwerpen op de vloer<br />

van het voertuig die niet tegen<br />

hoge omgevingstemperaturen<br />

kunnen.<br />

. . . 278


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 279 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Het maximum totaalgewicht van<br />

een geladen aanhanger hangt af<br />

van het doel van de aanhanger en<br />

van de speciale aanhangeruitrusting.<br />

Uw dealer verstrekt u gaarne<br />

de gegevens over het aanhangergewicht,<br />

speciale uitrusting die is<br />

vereist en leverbare opties.<br />

Sleepuitrusting dient alleen door uw<br />

dealer te worden aangebracht. Uw<br />

dealer heeft de juiste specificaties<br />

voor het installeren en is op de<br />

hoogte van wijzigingen aan de auto<br />

die vereist kunnen zijn.<br />

Hier volgen enkele belangrijke gegevens<br />

voor het rijden met een<br />

aanhanger:<br />

• De maximaal toelaatbare<br />

asbelastingen en het maximaal<br />

toelaatbare totaalgewicht<br />

(GVWR) mogen nooit worden<br />

overschreden.<br />

Het disselgewicht van een aanhanger<br />

moet worden opgeteld<br />

bij het totale gewicht van de<br />

auto.<br />

Zie "Voertuig beladen" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

• Het maximum toegestane aanhangergewicht<br />

hangt ook af van<br />

het gewicht van uw auto in beladen<br />

toestand.<br />

De maximum nuttige last die uw<br />

auto kan vervoeren is het maximum<br />

laadgewicht, inclusief het<br />

gewicht van alle inzittenden.<br />

Het maximaal toelaatbaar treingewicht<br />

is het maximum toelaatbare<br />

totaalgewicht van de auto<br />

en de aanhanger in beladen toestand.<br />

Vergeet niet het gewicht<br />

van de personen in het interieur<br />

van de auto.<br />

Het totaal gewicht van de auto<br />

en het aanhangergewicht<br />

mogen niet groter zijn dan het<br />

maximaal toelaatbaar<br />

treingewicht.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

279 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 280 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

• Wanneer u een aanhanger<br />

sleept, houd dan rekening met<br />

de wettelijke snelheidslimiet, de<br />

snelheid van het verkeer om u<br />

heen en de<br />

weersomstandigheden.<br />

Rijd niet harder dan 90 km/u om<br />

voortijdige slijtage aan de voertuigonderdelen<br />

te voorkomen.<br />

• Met uw nieuwe auto mag gedurende<br />

de eerste 800 km helemaal<br />

geen aanhanger worden<br />

getrokken. De motor, assen en<br />

andere onderdelen kunnen dan<br />

worden beschadigd.<br />

• Gedurende de eerste 800 km dat<br />

u met een aanhanger rijdt, mag<br />

u niet sneller dan 80 km/u rijden<br />

en niet met volgas wegrijden.<br />

• Schakel naar een lagere versnelling<br />

als de transmissie te vaak<br />

schakelt onder zware belastingen<br />

en/of op heuvelachtig<br />

terrein.<br />

Gebruik de sleep-/trekfunctie om<br />

een zware lading efficiënter te<br />

slepen/trekken.<br />

Zie "Sleep-/trekfunctie" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie.<br />

• Controleer of de banden van uw<br />

auto in koude toestand de voorgeschreven<br />

spanning hebben.<br />

Zie het bandenplaatje voor de<br />

bandenspanningsspecificaties<br />

van uw auto.<br />

Zie ook "Voertuig beladen" eerder<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 280


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 281 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

• Parkeer een auto met aangekoppelde<br />

aanhanger niet op een<br />

helling. Indien dit echter beslist<br />

nodig is dan moet iemand u helpen<br />

om blokken tegen de aanhangerwielen<br />

te plaatsen.<br />

Raadpleeg "Parkeren op hellingen"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer gegevens.<br />

• Uw voertuig kan tekenen van<br />

oververhitting vertonen wanneer<br />

u uw motor meteen uitschakelt<br />

nadat u uw voertuig op grote<br />

hoogte op steile hellingen<br />

omhoog heeft laten slepen.<br />

Rem waar mogelijk op een<br />

vlakke ondergrond. Schakel de<br />

handrem goed in. Schakel de<br />

automatische transmissie naar P<br />

(parkeren).<br />

Laat de motor enkele minuten<br />

stationair draaien en schakel<br />

daarna pas de motor uit.<br />

Wanneer u een waarschuwing<br />

voor oververhitting krijgt, zie<br />

dan "Oververhitting van de<br />

motor" in hoofdstuk 5 voor<br />

aanwijzingen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Aanhangers met een gewicht<br />

van meer dan 450 beladen<br />

toestand moeten zijn voorzien<br />

van deugdelijke remmen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

281 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 282 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Sleep-/trekfunctie<br />

Gebruik deze functie wanneer u rijdt<br />

met een zware aanhanger. Het<br />

systeem draagt bij tot het minder<br />

vaak behoeven te schakelen of meer<br />

of minder gas te geven terwijl<br />

hetzelfde schakelgevoel aanwezig is<br />

als wanneer de auto niet is belast.<br />

U kan deze functie inschakelen door<br />

op de toets voor de sleep-/trekfunctie<br />

midden op het instrumentenpaneel,<br />

onder het klimaatregelpaneel,<br />

te drukken. Het waarschuwingslampje<br />

voor de sleep-/trekfunctie<br />

gaat branden.<br />

Wanneer u op de toets drukt,<br />

worden afremmen op hellingen en<br />

de sleep-/trekfunctie samen in- en<br />

uitgeschakeld. Ze kunnen niet apart<br />

worden in- en uitgeschakeld.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

• Automatische transmissie<br />

- Afremmen op hellingen<br />

De functie kan worden uitgeschakeld<br />

door de knop opnieuw in te<br />

drukken, of door de motor af te<br />

zetten. Elke keer dat het starten van<br />

de motor plaatsvindt, wordt het<br />

systeem automatisch uitgeschakeld.<br />

De sleep-/trekfunctie werkt op de<br />

meest doeltreffende wijze wanneer<br />

het gecombineerde gewicht van de<br />

auto en de aanhanger tenminste<br />

75% bedraagt van het maximaal<br />

toelaatbare gecombineerde<br />

gewicht.<br />

De sleep-/trekfunctie is vooral nuttig<br />

wanneer u onder de volgende<br />

omstandigheden een zware<br />

aanhanger of lading trekt:<br />

• rijden in heuvelachtige gebieden<br />

• langzaam rijden in druk verkeer<br />

of steeds stoppen en wegrijden<br />

• wanneer u meer controle bij een<br />

lage snelheid op drukke parkeerplaatsen<br />

nodig heeft<br />

Als u met de auto rijdt en de sleep-/<br />

trekfunctie is ingeschakeld maar<br />

geen aanhanger wordt getrokken of<br />

wanneer de auto licht beladen is,<br />

zult u mogelijk meer brandstof<br />

verbruiken en kan de werking van<br />

motor en transmissie minder soepel<br />

zijn.<br />

Kies de sleep-/trekfunctie alleen<br />

wanneer een aanhanger wordt<br />

gesleept of het vervoeren van grote<br />

en zware lasten nodig is.<br />

. . . 282


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 283 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Trekhaak<br />

Veiligheidskettingen<br />

Aanhangerremmen<br />

Het is van groot belang dat het juiste<br />

type trekuitrusting wordt gebruikt.<br />

Zijwind en slechte wegen zijn<br />

slechts enkele redenen hiervoor.<br />

Hierna volgen enkele tips:<br />

• De achterbumper van uw voertuig<br />

is niet bedoeld voor trekhaken.<br />

Bevestig geen tijdelijke<br />

trekhaken of andere sleepuitrusting<br />

van het bumper-type aan<br />

de bumper. Monteer uitsluitend<br />

trekhaken die aan het onderstel<br />

worden bevestigd.<br />

• Als u gaten in de carrosserie<br />

moet boren om een trekhaak te<br />

monteren, moeten deze na het<br />

monteren goed worden afgedicht.<br />

Anders kunnen vuil, water<br />

en zelfs het dodelijke koolmonoxide<br />

in uw voertuig<br />

binnendringen.<br />

Breng altijd veiligheidskettingen aan<br />

tussen de auto en de aanhanger.<br />

Kruis de kettingen onder de aanhangerkoppeling,<br />

zodat wanneer de<br />

aanhangerkoppeling mocht losraken<br />

van de trekhaak, de koppeling<br />

niet in contact kan komen met het<br />

wegdek. Instructies over veiligheidskettingen<br />

worden verstrekt door de<br />

fabrikant van de trekhaak of van de<br />

aanhanger.<br />

Volg tijdens het bevestigen van de<br />

veiligheidskettingen de aanwijzingen<br />

op van de fabrikant.<br />

Bevestig geen veiligheidskettingen<br />

aan de bumper.<br />

Trek de kettingen niet strak, anders<br />

is het niet mogelijk met uw aanhanger<br />

door bochten te rijden. De<br />

kettingen mogen nooit de grond<br />

kunnen raken.<br />

Aanhangers met een gewicht van<br />

meer dan 450 beladen toestand<br />

moeten zijn voorzien van deugdelijke<br />

remmen.<br />

Omdat uw voertuig is uitgerust met<br />

het Stabilitrak-systeem, kunt u niets<br />

aansluiten op het hydraulische<br />

remsysteem van het voertuig.<br />

Anders werken wellicht beide systemen<br />

niet goed. De remmen kunnen<br />

dan zelfs weigeren.<br />

Lees alle aanwijzingen die bij het<br />

aanhangerremmen worden geleverd<br />

en volg deze op.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

283 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 284 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Richtingaanwijzers<br />

aanhanger<br />

Wanneer een aanhanger wordt<br />

gesleept dan zullen de pijlen op het<br />

instrumentenpaneel knipperen<br />

wanneer de richtingaanwijzers in<br />

werking zijn, en dit vindt ook plaats<br />

indien de gloeilampen van de<br />

aanhanger defect zijn. U kan denken<br />

dat achter u rijdende weggebruikers<br />

uw richtingaanwijzersignalen<br />

kunnen zien, hoewel dat niet het<br />

geval is. Het is belangrijk om nu en<br />

dan te controleren of de gloeilampen<br />

van de aanhanger goed<br />

werken.<br />

Parkeren op hellingen<br />

WAARSCHUWING<br />

Voorkom het parkeren op een<br />

helling wanneer de auto een<br />

aanhanger trekt. Als er iets mis<br />

gaat, zou de combinatie in beweging<br />

kunnen komen. Mensen in<br />

de nabijheid kunnen zo letsel<br />

oplopen en zowel de auto als de<br />

aanhanger kunnen worden<br />

beschadigd.<br />

Parkeer een auto met aangekoppelde<br />

aanhanger niet op een helling.<br />

Wanneer het echter noodzakelijk is<br />

om op een helling te parkeren, let<br />

dan op het volgende:<br />

1. Druk het rempedaal in, maar<br />

kies nog niet de stand P<br />

(parkeren).<br />

2. Indien de auto in de afrijstand<br />

op de helling staat, draai de<br />

wielen dan in de richting van de<br />

trottoirband. Met de auto in de<br />

oprijstand dient u de wielen in<br />

de richting van het verkeer te<br />

draaien.<br />

3. Verzoek iemand om blokken<br />

tegen de aanhangerwielen te<br />

plaatsen.<br />

4. Wanneer de wielblokken zijn<br />

aangebracht moet u het rempedaal<br />

loslaten zodat de belasting<br />

door de wielblokken wordt<br />

opgenomen.<br />

. . . 284


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 285 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

5. Druk het rempedaal nogmaals<br />

in. Stel vervolgens de parkeerrem<br />

in werking en plaats de<br />

keuzehendel van de transmissie<br />

in de stand P (parkeren).<br />

6. Laat het rempedaal los.<br />

Wanneer u op een helling bent<br />

geparkeerd en gereed bent om weg<br />

te rijden, houd dan het rempedaal<br />

ingedrukt tijdens het starten van de<br />

motor, het inschakelen van een<br />

versnelling en het loszetten van de<br />

parkeerrem.<br />

Laat het rempedaal los.<br />

Rijd langzaam tot de aanhanger vrij<br />

is van de blokken.<br />

Breng de auto tot stilstand en vraag<br />

iemand om de wiggen op te rapen<br />

en op te bergen.<br />

Onderhoudswerkzaamheden<br />

bij het gebruik van een<br />

aanhanger<br />

Wanneer met een aanhanger wordt<br />

gereden moeten de onderhoudswerkzaamheden<br />

met kortere<br />

intervallen worden uitgevoerd.<br />

Raadpleeg het onderhoudsoverzicht<br />

voor meer informatie.<br />

Controleer regelmatig of alle<br />

moeren en bouten van de trekhaak<br />

goed aangedraaid zijn.<br />

■ RIJDEN MET RECREA-<br />

TIEVE VOERTUIGEN<br />

Als u besluit uw auto achter een<br />

andere auto te slepen om op uw<br />

bestemming te worden gebruikt,<br />

dan is het belangrijk gebruik te<br />

maken van de juiste sleepuitrusting.<br />

Let op alle aanwijzingen die met de<br />

sleepuitrusting worden geleverd.<br />

De meest gebruikelijke methoden<br />

voor het trekken van recreatieve<br />

voertuigen zijn:<br />

• Uw auto vervoeren met alle vier<br />

wielen op de grond<br />

• Uw auto vervoeren met twee<br />

wielen op de grond en twee wielen<br />

in een dolly<br />

• Uw voertuig op een auto-ambulance<br />

slepen, met alle vier de<br />

wielen van de grond<br />

–<br />

–<br />

–<br />

285 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 286 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

UW AUTO VERVOEREN MET ALLE<br />

VIER WIELEN OP DE GROND<br />

Uw auto is niet ontwikkeld om te<br />

worden gesleept met alle vier wielen<br />

op de grond.<br />

OPMERKING<br />

De componenten van de<br />

aandrijflijn zullen worden<br />

beschadigd wanneer het voertuig<br />

met alle vier wielen op de<br />

grond wordt gesleept.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

UW AUTO VERVOEREN MET<br />

TWEE WIELEN OP DE GROND EN<br />

TWEE WIELEN IN EEN DOLLY<br />

Auto's met allwheel-aandrijving<br />

Als uw auto is uitgerust met allwheel-aandrijving,<br />

kan deze alleen<br />

met alle vier wielen van de grond<br />

worden gesleept.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Uw voertuig op een auto-ambulance<br />

slepen<br />

Auto's met tweewielaandrijving<br />

Volg de onderstaande handelingen<br />

op:<br />

1. Monteer de dolly op het<br />

sleepvoertuig.<br />

Volg de instructies van de fabrikant<br />

op.<br />

2. Rijd de achterwielen op de<br />

dolly.<br />

3. Trek de parkeerrem stevig aan.<br />

4. Plaats de keuzehendel van de<br />

transmissie in de stand P<br />

(parkeren).<br />

. . . 286


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 287 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

5. Zet het voertuig vast op de<br />

sleep-dolly.<br />

Volg de instructies van de fabrikant<br />

op.<br />

6. Vergrendel de voorwielen in de<br />

stand recht vooruit. Gebruik<br />

een klem die is bedoeld voor<br />

slepen.<br />

7. Zet het contact af.<br />

UW VOERTUIG OP EEN AUTO-<br />

AMBULANCE SLEPEN<br />

Auto's met allwheel-aandrijving<br />

Als uw auto is uitgerust met allwheel-aandrijving,<br />

kan deze alleen<br />

met alle vier wielen van de grond<br />

worden gesleept.<br />

OPMERKING<br />

De onderdelen van de aandrijflijn<br />

zullen worden beschadigd<br />

wanneer het voertuig met de<br />

wielen op de grond wordt<br />

gesleept.<br />

Sleep een voertuig met vierwielaandrijving<br />

niet met de wielen op<br />

de grond.<br />

–<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de portieren vergrendeld<br />

zijn met het alarmsysteem,<br />

dan wordt het alarm geactiveerd<br />

als de auto tijdens het wegslepen<br />

schuin komt te staan.<br />

–<br />

–<br />

287 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 288 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 289 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

––––<br />

4<br />

Onderhou<br />

d en<br />

verz<br />

orging<br />

Onderhoudsrichtlijnen.......................................290<br />

Accessoires en aanpassingen.............................290<br />

Brandstof ............................................................291<br />

Brandstofverbruik en emissiegegevens ..............292<br />

Brandstof tanken................................................293<br />

Ontgrendeling van de motorkap ......................296<br />

Motorruimte.......................................................297<br />

Motorolie ...........................................................299<br />

Koelvloeistof.......................................................304<br />

Automatische transmissievloeistof......................307<br />

Smeermiddel voor de verdeelbak<br />

(Auto's met allwheel-aandrijving) .....................308<br />

Smeermiddel vooras ..........................................309<br />

Smeermiddel achteras .......................................310<br />

Stuurbekrachtigingsvloeistof..............................310<br />

Remvloeistof ......................................................311<br />

Ruitensproeiervloeistof.......................................313<br />

Accu...................................................................314<br />

Luchtfilter/filterelement .....................................315<br />

Luchtfilter voor passagiersruimte .......................316<br />

Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen....318<br />

Hoofdstuk 4 - Onderhoud en verzorging<br />

Banden ............................................................... 320<br />

Op spanning brengen....................................... 321<br />

Bediening bij hogere snelheden........................ 322<br />

Controlesysteem bandenspanning .................. 323<br />

Inspecteren en verwisselen van de banden....... 328<br />

Banden vervangen ............................................ 329<br />

Sneeuwkettingen....................................................332<br />

Winterbanden ................................................... 332<br />

Wielsloten.......................................................... 333<br />

Reservewiel........................................................ 333<br />

Wielen................................................................. 333<br />

Uitlijning van de wielen en uitbalancering<br />

van banden...................................................... 333<br />

Wiel vervangen ................................................. 334<br />

Voertuig Identificatie Nummer ........................ 337<br />

Identificatieplaatje voor onderdelen................ 338<br />

Zekeringen en stroomonderbrekers ................ 338<br />

Zekeringenhouder in motorcompartiment ....... 341<br />

Zekeringenhouder achterbank linkerzijde ......... 344<br />

Zekeringenhouder achterbank rechterzijde ...... 346<br />

Gloeilampen vervangen.................................... 348<br />

Specificaties en inhouden ................................. 349<br />

Specificaties van de onderdelen........................ 349<br />

Inhouden (richtwaarden) .................................. 351<br />

Brandstofverbruik en emissiegegevens ........... 352<br />

3,6 l motor........................................................ 352<br />

4,6 l motor........................................................ 352<br />

Zorg voor de buitenkant................................... 353<br />

289 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 290 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ ONDERHOUDSRICHT-<br />

LIJNEN<br />

Afhankelijk van de klimatologische<br />

omstandigheden, de geografische<br />

positie, het terrein en de<br />

gebruiksomstandigheden, kunnen<br />

de voorgeschreven onderhoudsintervallen<br />

aanzienlijk<br />

verschillen. In het onderhoudsboekje<br />

zijn de voorgeschreven intervallen<br />

en de diverse<br />

onderhoudswerkzaamheden<br />

voor uw gebied opgenomen. Let<br />

erop dat de in het Nederlandstalig<br />

onderhoudsboekje genoemde<br />

onderhoudsintervallen worden<br />

opgevolgd en niet die uit de Engelstalige<br />

uitgave die in uw auto<br />

aanwezig kan zijn.<br />

. . . 290<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg ervoor dat alle materialen in<br />

overeenstemming met de milieubeschermende<br />

voorschriften<br />

worden verwerkt om het milieu<br />

en uw gezondheid te helpen<br />

beschermen.<br />

Sommige onderdelen kunnen<br />

niet worden gerecycled.<br />

■ ACCESSOIRES EN<br />

AANPASSINGEN<br />

Het toevoegen van accessoires aan<br />

uw voertuig kan de prestaties en<br />

veiligheid van uw voertuig<br />

beïnvloeden.<br />

Aanpassingen kunnen problemen of<br />

schade veroorzaken aan voertuigsystemen<br />

voor bijvoorbeeld airbags,<br />

remmen, stabiliteit, rij-eigenschappen,<br />

emissie, aërodynamica, duurzaamheid<br />

en elektronische<br />

systemen als ABS, tractieregeling en<br />

stabiliteitsregeling.<br />

Deze schade valt niet onder de<br />

garantie en kan invloed hebben op<br />

de resterende garantie voor de<br />

betreffende onderdelen.<br />

Wanneer er uitrusting aan de<br />

buitenzijde van het voertuig wordt<br />

toegevoegd, kan de mate van windruis<br />

toenemen. Bovendien kan dit<br />

invloed hebben op het brandstofverbruik<br />

en de prestaties van de<br />

ruitensproeier.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voordat u extra uitrusting toevoegt.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 291 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

OPMERKING<br />

OPMERKING (vervolg)<br />

■ BRANDSTOF<br />

WAARSCHUWING<br />

Benzinedampen zijn zeer brandbaar.<br />

Vermijd vonken, open vuur<br />

en roken in de nabijheid van<br />

brandstof.<br />

Gebruik alleen schone brandstof.<br />

Verontreinigde benzine kan de<br />

levensduur van het brandstoftoevoersysteem<br />

en de motor<br />

bekorten.<br />

Tank geen brandstof met meer<br />

dan 10% ethanol voor uw<br />

voertuig.<br />

Brandstoffen met het octaanverhogende<br />

toevoegingsmiddel<br />

methylcyclopentadieenmangaan-tricarbonyl<br />

(MMT)<br />

worden niet aanbevolen.<br />

Uw voertuig is niet ontworpen<br />

voor brandstoffen die methanol<br />

bevatten. Methanol kan metalen<br />

delen in uw brandstofsysteem<br />

laten corroderen en tevens schade<br />

veroorzaken aan kunststof en<br />

rubberen onderdelen. Schade<br />

veroorzaakt door het gebruik van<br />

brandstoffen die methanol<br />

bevatten, wordt niet gedekt door<br />

de garantie.<br />

De motor van uw auto is uitsluitend<br />

geschikt voor ongelode benzine.<br />

Het gebruik van gelode benzine kan<br />

de prestaties van uw auto beïnvloeden<br />

alsmede de garantie van de<br />

auto.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

291 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 292 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Gebruik van de aanbevolen brandstof<br />

is een belangrijk onderdeel van<br />

het juiste onderhoud van uw auto.<br />

U moet brandstof van hoge kwaliteit<br />

gebruiken die voldoet aan het<br />

aanbevolen minimum<br />

octaangehalte.<br />

Gebruik voor de 3,6L V6-motor<br />

benzine met een octaangehalte van<br />

91 (researchmethode) of hoger.<br />

Gebruik voor de beste prestaties en<br />

als er een aanhanger achter het<br />

voertuig hangt benzine van gemiddelde<br />

of bovengemiddelde<br />

kwaliteit.<br />

Gebruik voor de 4,6L V8-motor<br />

benzine met een octaangehalte van<br />

95 (researchmethode) of hoger. Er<br />

kan ook een gemiddelde kwaliteit<br />

benzine met een octaangehalte van<br />

91 of hoger worden gebruikt, maar<br />

hierdoor kan het acceleratievermogen<br />

van het voertuig iets afnemen.<br />

Wanneer benzine met een lager<br />

octaangetal dan voorgeschreven<br />

wordt gebruikt, kan dit tot gevolg<br />

hebben dat de motor gaat pingelen.<br />

Voortdurend gebruik van dergelijke<br />

brandstof kan beschadiging van de<br />

motor veroorzaken terwijl dan ook<br />

de garantie vervalt.<br />

Wanneer er zich toch ernstig pingelen<br />

voordoet wanneer u wel de juiste<br />

benzine heeft getankt, moet de<br />

motor worden nagekeken. Korte<br />

momenten van pingelen tijdens het<br />

oprijden van een helling of bij acceleratie<br />

zijn acceptabel.<br />

Ga naar uw dealer voor informatie<br />

over het voorkomen van problemen<br />

met afzettingen om de brandstofverstuivers<br />

en inlaatkleppen schoon<br />

te houden.<br />

Brandstofverbruik en<br />

emissiegegevens<br />

Zie "Brandstofverbruik en emissiegegevens"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor informatie met betrekking tot<br />

brandstofverbruik en kooldioxideemissies.<br />

. . . 292


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 293 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Brandstof tanken<br />

De brandstofvuldop bevindt zich<br />

achter een scharnierende klep aan<br />

de rechterzijde van uw auto.<br />

Druk op het midden van de achterste<br />

rand van de brandstofvulopening<br />

om deze te openen.<br />

Wanneer uw voertuig is voorzien<br />

van een brandstofdop met vergrendeling,<br />

moet u de sleutel van de<br />

brandstofdop gebruiken om deze te<br />

ontgrendelen.<br />

Verwijder de vuldop door deze langzaam<br />

linksom te draaien. In de tankdop<br />

is een veer aanwezig. Indien de<br />

dop te snel wordt losgelaten, dan<br />

zal hij terugspringen naar rechts.<br />

Breng de vuldop weer aan door<br />

hem rechtsom te draaien. Voor het<br />

aanbrengen moet u de dop zover<br />

rechtsom draaien tot u een tikgeluid<br />

hoort.<br />

Als de brandstofdop niet goed is<br />

geplaatst, wordt de melding<br />

TIGHTEN GAS CAP (benzinedop<br />

controleren) op het display van het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder<br />

weergegeven. Zie "Berichten<br />

van het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />

Zie tevens "Controlelamp voor voertuigstoring"<br />

onder "Waarschuwingslampen"<br />

in hoofdstuk 1 voor meer<br />

informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Benzinedampen zijn zeer brandbaar.<br />

Vermijd vonken, open vuur<br />

en roken in de nabijheid van<br />

brandstof.<br />

Wanneer benzine over u heen<br />

spat en dit wordt vervolgens<br />

ontstoken, dan kunt u ernstig<br />

verbranden.<br />

Om verwonding van uzelf en<br />

andere te voorkomen, alle<br />

instructies op de brandstofpomp<br />

lezen en opvolgen.<br />

Zet de motor af voordat u brandstof<br />

tankt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

293 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 294 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u de dop snel losdraait<br />

terwijl overdruk in de tank<br />

aanwezig is, kan er brandstof<br />

naar buiten spatten. Draai daarom<br />

de dop altijd eerst gedeeltelijk<br />

los om de druk te laten<br />

ontsnappen.<br />

OPMERKING<br />

Indien u een nieuwe dop nodig<br />

heeft, dient u er voor te zorgen<br />

dat het juiste type wordt<br />

gekocht. Een dop van een<br />

verkeerd type is misschien niet<br />

voorzien van de juiste ventilatieopening,<br />

hetgeen kan leiden tot<br />

beschadiging van het brandstofsysteem<br />

en het uitlaatsysteem.<br />

Uw dealer weet welke dop voor<br />

uw auto geschikt is.<br />

Wanneer de brandstofdop niet<br />

goed is bevestigd, kan er brandstof<br />

verdampen. Wanneer dit<br />

gebeurt, gaat het storingslampje<br />

branden.<br />

Zie "Storingslampje" onder<br />

"Controle- en waarschuwingslampjes"<br />

in hoofdstuk 1 voor<br />

meer informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

•Vul nooit een jerrycan met benzine<br />

terwijl deze zich in uw<br />

auto bevindt.<br />

• Benzine mag alleen worden<br />

afgetapt in goedgekeurde<br />

vaten.<br />

• Laat de brandstofpomp tijdens<br />

het tanken niet onbeheerd<br />

achter.<br />

• Houdt kinderen uit de buurt<br />

van de brandstofpomp.<br />

• Laat het mondstuk voor het<br />

vullen in aanraking komen met<br />

de binnenkant van de vulhals<br />

voordat het mondstuk wordt<br />

bediend.<br />

•Voer geen gesprekken met uw<br />

mobiele telefoon.<br />

• Rook niet tijdens het tanken<br />

van benzine.<br />

. . . 294


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 295 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

WAARSCHUWING<br />

Benzinedampen kunnen door<br />

statische elektriciteit ontsteken. U<br />

kunt hierdoor brandwonden<br />

oplopen en uw voertuig kan<br />

erdoor beschadigd raken.<br />

Wanneer u de tankdop wilt<br />

openen, raak dan eerst een metalen<br />

onderdeel van uw voertuig<br />

aan om de statische elektriciteit<br />

in uw lichaam te ontladen.<br />

Ga niet op uw stoel zitten tijdens<br />

het tanken. Wanneer u op uw<br />

stoel gaat zitten, kan uw lichaam<br />

zich weer opladen met statische<br />

elektriciteit.<br />

WAARSCHUWING<br />

Vul de tank slechts tot het vulpistool<br />

van de brandstofpomp automatisch<br />

afsluit, waardoor er<br />

ruimte overblijft voor het uitzetten<br />

van de brandstof in de brandstoftank<br />

(veroorzaakt door<br />

warmte van de motor).<br />

WAARSCHUWING<br />

Als er brand ontstaat terwijl u<br />

tankt, neem dan niet het<br />

vulmondstuk uit de tankopening.<br />

Stop de brandstofstroom door<br />

de pomp uit te zetten. Waarschuw<br />

het personeer van het<br />

benzinestation en verlaat onmiddellijk<br />

het gebied.<br />

Zorg dat u niet te veel brandstof in<br />

de brandstoftank giet. Vul de tank<br />

totdat het automatische mondstuk<br />

afslaat. Wacht een paar minuten<br />

voordat u het mondstuk verwijdert.<br />

OPMERKING<br />

Lek geen brandstof op externe<br />

delen van de auto. Hierdoor kan<br />

de lak beschadigd raken. Mocht<br />

u brandstof lekken, maak het dan<br />

zo snel mogelijk schoon.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

295 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 296 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ ONTGRENDELING VAN<br />

DE MOTORKAP<br />

De motorkap kan worden geopend<br />

door eerst aan de handgreep in het<br />

voertuig te trekken, bij het portier<br />

aan de bestuurderszijde van het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Beweeg dan de veiligheidshaak aan<br />

de voorkant van het voertuig weg<br />

en licht de motorkap op.<br />

WAARSCHUWING<br />

De koelventilator kan zelfs bij<br />

niet-draaiende motor worden<br />

ingeschakeld. Kom daarom niet<br />

te dicht in de buurt van de<br />

ventilator.<br />

Laat geen brandbare vloeistoffen<br />

of materialen op een hete motor<br />

vallen. Hierdoor kan brand<br />

ontstaan, waardoor u en anderen<br />

gewond kunnen raken.<br />

Voordat u de motorkap sluit, moet u<br />

controleren of de vuldoppen goed<br />

gesloten zijn.<br />

. . . 296


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 297 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

■ MOTORRUIMTE<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat geen brandbare vloeistoffen<br />

of materialen op een hete motor<br />

vallen. Hierdoor kan brand<br />

ontstaan, waardoor u en anderen<br />

gewond kunnen raken.<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12<br />

–<br />

Bij het openen van de motorkap ziet<br />

u het volgende:<br />

V6-motor van 3,6 l<br />

1. Zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment<br />

2. Externe minpool van de accu<br />

3. Positieve accuklem<br />

4. Ruitensproeierreservoir<br />

5. Accu 6. Luchtfilter voor<br />

passagiersruimte<br />

7. Stuurbekrachtigingsreservoir<br />

8. Olievuldop<br />

9. Motoroliepeilstaaf<br />

10. Remvloeistofreservoir<br />

11. Expansietank van koelsysteem<br />

12. Luchtfilter/filterelement<br />

–<br />

–<br />

–<br />

297 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 298 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Motor van 4,6 l<br />

1. Zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment<br />

2. Externe minpool van de accu<br />

3. Positieve accuklem<br />

4. Ruitensproeierreservoir<br />

5. Accu<br />

6. Luchtfilter voor<br />

passagiersruimte<br />

7. Stuurbekrachtigingsreservoir<br />

8. Olievuldop<br />

1 2 6 4 3 5<br />

7 8 9 10 11 12<br />

9. Motoroliepeilstaaf<br />

10. Remvloeistofreservoir<br />

11. Expansietank van koelsysteem<br />

12. Luchtfilter/filterelement<br />

. . . 298


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 299 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Motorolie<br />

WAARSCHUWING<br />

Gebruikte oliefilters en lege olieblikken<br />

mogen niet met het<br />

reguliere huisvuil worden<br />

verwerkt.<br />

Laat olie en oliefilter door een<br />

erkend onderhoudscentrum<br />

vervangen, dat bekend is met<br />

wettelijke eisen met betrekking<br />

tot de verwerking van oude olie<br />

om het milieu en uw gezondheid<br />

te beschermen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Oude motorolie bevat bestanddelen<br />

die ongezond zijn voor uw<br />

huid en kankerverwekkend<br />

kunnen zijn. Was uw handen na<br />

de omgang.<br />

OPMERKING<br />

Het gebruik van een verkeerd<br />

type motorolie kan leiden tot<br />

motorschade die niet door de<br />

garantie wordt gedekt.<br />

Teneinde een goede smering van de<br />

motor te bewerkstelligen moet de<br />

motorolie op het juiste peil worden<br />

gehouden.<br />

Enig olieverbruik is normaal, maar<br />

sommige motoren gebruiken meer<br />

olie wanneer ze nieuw zijn. De eigenaar<br />

is verantwoordelijk voor het<br />

regelmatig controleren van het<br />

oliepeil.<br />

Als het waarschuwingslampje voor<br />

lage motoroliedruk gaat branden<br />

en/of het bericht OIL PRESSURE<br />

LOW -- STOP ENGINE (lage oliedruk<br />

-- stop motor) verschijnt, moet<br />

u het oliepeil meteen controleren.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

299 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 300 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Zie ook "Waarschuwingslampje voor<br />

motoroliepeil" onder "Waarschuwingslampjes"<br />

in hoofdstuk 1 voor<br />

meer informatie.<br />

Het motoroliepeil kan het beste als<br />

volgt worden gecontroleerd<br />

wanneer de olie warm is:<br />

Controleer het oliepeil als volgt:<br />

1. Plaats de auto op een vlakke<br />

ondergrond en trek de parkeerrem<br />

aan.<br />

2. Zet de motor af en wacht<br />

enkele minuten zodat de olie<br />

terug kan stromen in het carter.<br />

3. Trek de peilstaaf naar buiten en<br />

veeg deze af.<br />

4. Steek de peilstaaf weer geheel<br />

naar binnen.<br />

5. Trek de peilstaaf nogmaals naar<br />

buiten en controleer het<br />

oliepeil.<br />

Houd de peilstok omlaag om<br />

een juiste waarde te krijgen.<br />

Het oliepeil moet in het gearceerde<br />

deel op de peilstok staan.<br />

Wanneer het oliepeil lager dan het<br />

gearceerde deel staat, voeg dan<br />

minstens één liter van de aanbevolen<br />

olie toe.<br />

Vul niet te veel bij, omdat hierdoor<br />

schade aan de motor kan ontstaan.<br />

OPMERKING<br />

Vul niet teveel olie bij. Als uw<br />

motor teveel olie bevat, zodat<br />

het oliepeil boven het bovenste<br />

merkteken dat het juiste bedrijfsbereik<br />

aangeeft, staat, kan uw<br />

motor worden beschadigd.<br />

Plaats de peilstaaf weer terug.<br />

. . . 300


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 301 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

FOR<br />

GASOLINE<br />

ENGINES<br />

C E R TIFIE D<br />

• AMERICAN PETROLEUM INSTITUTE •<br />

Kiezen van de juiste kwaliteit<br />

motorolie<br />

Gebruik in uw auto een synthetische<br />

olie die voldoet aan de GM norm<br />

GM4718M.<br />

Uw voertuig is in de fabriek voorzien<br />

van synthetische olie Mobil 1 ® , die<br />

voldoet aan alle specificaties voor<br />

uw voertuig.<br />

Gebruik indien mogelijk uitsluitend<br />

olie met het Starburst-symbool van<br />

het American Petroleum Institute op<br />

de verpakking.<br />

Wanneer er geen olie die voldoet<br />

aan de GM-norm GM4718M<br />

beschikbaar is, gebruik dan olie die<br />

voldoet aan de Service SM- of GM-<br />

LL-A-025-servicevereisten van het<br />

American Petroleum Institute.<br />

Wanneer u de olie niet ververst,<br />

maar alleen bijvult om het motoroliepeil<br />

te handhaven, kan het zijn dat<br />

olie die aan de GM-norm GM<br />

4718M voldoet niet verkrijgbaar is.<br />

Bij alle temperaturen kunt u dan<br />

5W-30-olie met het Starburstsymbool<br />

op de verpakking als<br />

vervanger gebruiken.<br />

Vervangende olie die niet voldoet<br />

aan de GM-norm GM4718M mag<br />

niet worden gebruikt bij het verversen<br />

van de olie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

301 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 302 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Gebruik geen SAE 20W-50 olie of<br />

olie met een andere viscositeit die<br />

niet wordt aanbevolen.<br />

SAE 0W-30<br />

SAE 5W-30<br />

SAE 10W-30<br />

SAE 5W-40<br />

OPMERKING<br />

Het gebruik van motorolie met<br />

andere viscositeit dan aanbevolen<br />

kan schade veroorzaken aan<br />

de motor.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

SAE 10W-40<br />

°C -30 -20 -10 0 10 20 30 40 50<br />

°F -22 -4 14 32 50 68 86 104 122<br />

Kiezen van olie met de juiste<br />

viscositeit<br />

SAE 5W-30 is het beste voor uw<br />

voertuig.<br />

Als u geen olie kunt vinden van de<br />

aanbevolen viscositeit, maak dan<br />

een inschatting van de temperatuur<br />

waaronder uw auto gebruikt zal<br />

worden tot aan de keer dat de olie<br />

ververst wordt en gebruik bovenstaande<br />

tabel om een alternatief te<br />

kiezen dat vodloet aan de<br />

kwaliteitsstandaarden.<br />

. . . 302


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 303 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Additieven<br />

Wanneer u de aanbevolen kwaliteit<br />

olie gebruikt en de olie ververst met<br />

de aanbevolen tussenpozen, heeft<br />

uw motor geen extra additieven<br />

(doop) nodig.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

wanneer u een probleem denkt te<br />

hebben dat met de motorolie te<br />

maken heeft.<br />

Motorolie spoelen<br />

Spoel het motoroliesysteem niet.<br />

De motor kan beschadigd raken en<br />

deze reparaties vallen niet onder<br />

garantie.<br />

Verversingstermijnen van<br />

motorolie<br />

Afhankelijk van de klimatologische<br />

omstandigheden, de geografische<br />

positie, het terrein en de rijomstandigheden<br />

kunnen de voorgeschreven<br />

intervallen voor het verversen<br />

van de olie en het vervangen van<br />

het oliefilter aanzienlijk verschillen.<br />

In het onderhoudsboekje zijn de<br />

voorgeschreven intervallen vermeld<br />

voor het verversen van de olie en<br />

vervangen van het oliefilter die in<br />

uw gebied van toepassing zijn. Let<br />

erop dat de in het Nederlandse<br />

onderhoudsboekje genoemde<br />

onderhoudsintervallen worden<br />

opgevolgd en niet die uit het Engelstalige<br />

boekje dat in uw auto aanwezig<br />

kan zijn.<br />

Hoe vaak u de olie moet verversen,<br />

hangt af van uw rijstijl, motortoerentallen<br />

en motortemperatuur.<br />

Afhankelijk van uw rijomstandigheden<br />

kan het kilometerinterval waarna<br />

een olieverversing noodzakelijk<br />

is, aanzienlijk variëren.<br />

Wanneer de melding CHANGE<br />

ENGINE OIL SOON (motorolie snel<br />

verversen) wordt weergegeven,<br />

moet u de motorolie binnen de<br />

volgende 1000 km verversen.<br />

Zelfs als het systeem voor de levensduur<br />

van de olie niet aangeeft dat<br />

olie verversen noodzakelijk is,<br />

moeten motorolie en filter minimaal<br />

eenmaal per jaar worden<br />

vervangen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

303 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 304 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Wanneer u de olie heeft ververst,<br />

moet het controlesysteem voor de<br />

levensduur van de olie worden gereset.<br />

Ga naar uw dealer voor een<br />

onderhoudsbeurt.<br />

Enig olieverbruik is normaal, maar<br />

sommige motoren gebruiken meer<br />

olie wanneer ze nieuw zijn. De eigenaar<br />

is verantwoordelijk voor het<br />

regelmatig controleren van het<br />

oliepeil.<br />

Beschadiging van de motor door<br />

het niet nakomen van de onderhoudsadviezen<br />

valt niet onder de<br />

garantie van het nieuwe voertuig.<br />

Koelvloeistof<br />

WAARSCHUWING<br />

Raadpleeg "Oververhitting van<br />

de motor" in hoofdstuk 5 als de<br />

motor te heet wordt. Door een<br />

oververhitte motor te laten<br />

draaien, zelfs gedurende korte<br />

tijd, kan brand ontstaan met de<br />

mogelijkheid van verwondingen<br />

en/of ernstig lichamelijk letsel en<br />

ernstige schade aan het voertuig.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het koelsysteem van uw auto<br />

staat onder druk. Vul alleen koelvloeistof<br />

bij wanneer het koelsysteem<br />

koud is.<br />

Het koelsysteem van uw auto is<br />

ontworpen voor koelvloeistof (een<br />

mengsel van ethyleenglycol, anticorrosiemiddelen<br />

en water), in<br />

plaats van alleen water. Gebruik een<br />

50/50-mengsel van schoon water<br />

en DEX-COOL ® -koelvloeistof. Als u<br />

dit mengsel gebruikt, hoeft u niets<br />

anders bij te voegen.<br />

. . . 304


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 305 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

OPMERKING<br />

OPMERKING<br />

WAARSCHUWING<br />

Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />

niet door andere<br />

typen vloeistoffen. Wanneer u dit<br />

wel doet, kan voortijdige corrosie<br />

ontstaan en de koelvloeistof<br />

moet dan vaker worden ververst.<br />

Schade veroorzaakt doordat niet<br />

de aanbevolen koelvloeistof is<br />

gebruikt, wordt niet gedekt door<br />

de garantie.<br />

Als u de juiste koelvloeistof<br />

gebruikt, hebt u geen extra<br />

toevoegingen of inhibitors<br />

nodig. Deze kunnen schadelijk<br />

zijn voor het voertuig.<br />

Als het peil laag is, zie het overzicht<br />

"Aanbevolen vloeistoffen en<br />

smeermiddelen" verderop in dit<br />

hoofdstuk om na te gaan wat<br />

voor soort vloeistof moet worden<br />

toegevoegd.<br />

Gebruikte koelvloeistof mag niet<br />

met het reguliere huisvuil<br />

worden verwerkt.<br />

Laat de koelvloeistof door een<br />

erkend onderhoudscentrum<br />

vervangen, dat bekend is met<br />

wettelijke eisen met betrekking<br />

tot de verwerking van oude koelvloeistof<br />

om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

Raadpleeg het onderhoudsboekje<br />

om vast te stellen wanneer de koelvloeistof<br />

moet worden ververst.<br />

Het controleren van het koelvloeistofpeil<br />

kan plaatsvinden op de<br />

doorzichtige expansietank zonder<br />

de dop te verwijderen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

305 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 306 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Plaats de auto op vlakke grond.<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom en hete vloeistof kunnen<br />

uit een heet koelsysteem naar<br />

buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Draai de<br />

dop niet los wanneer de motor<br />

en het koelsysteem heet zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

De elektrische ventilator kan ook<br />

in werking komen wanneer de<br />

motor niet loopt. Kom daarom<br />

niet te dicht in de buurt van de<br />

ventilator.<br />

Lokaliseer het expansievat en volg<br />

de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />

vat en langs zijkant omlaag naar de<br />

horizontale markering.<br />

Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />

heeft gekookt, draai dan de<br />

dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />

is afgekoeld.<br />

Wanneer de motorruimte koel is,<br />

moet het peil bij of boven de markering<br />

FULL COLD/FROID staan.<br />

Wanneer het koelvloeistofpeil laag<br />

is, voeg dan een 50/50 mengsel van<br />

water en DEX-COOL ® -koelvloeistof<br />

toe aan het koelvloeistofreservoir tot<br />

het voorgeschreven peil is bereikt.<br />

OPMERKING<br />

Dit voertuig heeft een specifieke<br />

vulprocedure voor de koelvloeistof.<br />

Wanneer u deze procedure<br />

niet volgt, dan kan de motor<br />

oververhit en ernstig beschadigd<br />

raken.<br />

Raadpleeg "Koelvloeistof controleren<br />

en bijvullen" onder "Oververhitting<br />

van de motor" in hoofdstuk 5<br />

voor de juiste vulprocedure.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het kan gevaar opleveren indien<br />

alleen water of andere vloeistof<br />

dan de aanbevolen koelvloeistof<br />

wordt toegevoegd. De motor<br />

kan oververhit raken, maar de<br />

waarschuwingslamp gaat niet<br />

branden. De motor kan in brand<br />

vliegen en u of anderen<br />

verwonden.<br />

. . . 306


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 307 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

OPMERKING<br />

Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel<br />

is, kan de vloeistof<br />

bevriezen en de motor en<br />

andere auto-onderdelen laten<br />

barsten.<br />

Deze schade wordt niet door uw<br />

garantie gedekt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Onder sommige omstandigheden<br />

is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />

ontvlambaar. Voorkom<br />

brandwonden en zorg dat nooit<br />

koelvloeistof wordt gemorst op<br />

het uitlaatsysteem of op hete<br />

motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />

laat het bijvullen dan uitvoeren<br />

door een vakkundig<br />

automecanicien.<br />

OPMERKING<br />

De expansietankdop is een dop<br />

met een drukventiel en moet<br />

stevig worden vastgedraaid om<br />

verlies van koelvloeistof en<br />

mogelijke motorschade door<br />

oververhitting te voorkomen.<br />

Controleer dat de dop handvast<br />

is aangedraaid en volledig<br />

aansluit.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de motor zonder koelvloeistof<br />

draait, kan dit ernstige<br />

schade aan de motor tot gevolg<br />

hebben, die niet onder de garantie<br />

valt.<br />

Zie onder "Bescherming tegen<br />

oververhitting" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Automatische<br />

transmissievloeistof<br />

Het peil van de transmissievloeistof<br />

hoeft niet te worden gecontroleerd.<br />

Laat het voertuig nakijken wanneer<br />

er vloeistof lekt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

307 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 308 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

De vloeistof en het filter moeten<br />

alleen worden vervangen wanneer<br />

uw auto voornamelijk onder één of<br />

meer van de volgende omstandigheden<br />

wordt gebruikt:<br />

• In druk stadsverkeer waar vaak<br />

buitentemperaturen van 32°C of<br />

hoger worden gehaald.<br />

• In heuvel- en bergachtig terrein.<br />

• Als u regelmatig een aanhanger<br />

trekt.<br />

• Taxi, politie of koeriersdienst.<br />

Als u de auto niet onder een van<br />

deze omstandigheden gebruikt,<br />

hoeven vloeistof en filter niet<br />

vervangen te worden.<br />

Aangezien het moeilijk is om de<br />

procedure zelf te verrichten, kunt u<br />

het controleren van het vloeistofpeil<br />

het beste overlaten aan uw dealer of<br />

servicecentrum.<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

OPMERKING<br />

Schade veroorzaakt doordat niet<br />

de aanbevolen koelvloeistof is<br />

gebruikt, wordt niet gedekt door<br />

de garantie.<br />

Smeermiddel voor de verdeelbak<br />

(Auto's met<br />

allwheel-aandrijving)<br />

Het is niet nodig om de vloeistof<br />

regelmatig te controleren, tenzij u<br />

denkt dat het systeem kan lekken of<br />

u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />

Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />

duiden op een probleem. Laat het<br />

systeem controleren.<br />

1. Plaats de auto op een vlakke<br />

ondergrond en trek de parkeerrem<br />

aan.<br />

2. Zet de motor af.<br />

3. Controleer het peil van het<br />

smeermiddel na het verwijderen<br />

van de plug.<br />

. . . 308


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 309 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

A<br />

Smeermiddel vooras<br />

Het is niet nodig om de vloeistof<br />

regelmatig te controleren, tenzij u<br />

denkt dat het systeem kan lekken of<br />

u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />

A<br />

Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />

duiden op een probleem. Laat het<br />

systeem controleren.<br />

–<br />

4. Voeg indien nodig smeermiddel<br />

toe tot het peil de onderkant<br />

van het vulpluggat bereikt .<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

1. Plaats de auto op een vlakke<br />

ondergrond en trek de parkeerrem<br />

aan.<br />

2. Zet de motor af.<br />

3. Controleer het peil van het<br />

smeermiddel na het verwijderen<br />

van de plug.<br />

4. Voeg indien nodig smeermiddel<br />

toe tot het peil de onderkant<br />

van het vulpluggat bereikt .<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

–<br />

–<br />

Draai de plug tijdens het aanbrengen<br />

niet overmatig stevig vast.<br />

–<br />

309 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 310 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Smeermiddel achteras<br />

Het is niet nodig om de vloeistof<br />

regelmatig te controleren, tenzij u<br />

denkt dat het systeem kan lekken of<br />

u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />

Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />

duiden op een probleem. Laat het<br />

systeem controleren.<br />

1. Plaats de auto op een vlakke<br />

ondergrond en trek de parkeerrem<br />

aan.<br />

2. Zet de motor af.<br />

3. Controleer het peil van het<br />

smeermiddel na het verwijderen<br />

van de plug.<br />

4. Voeg smeermiddel toe indien<br />

nodig tot het peil de onderkant<br />

van het vulpluggat bereikt.<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

Stuurbekrachtigingsvloeistof<br />

Het is niet nodig om de stuurbekrachtigingsvloeistof<br />

regelmatig te<br />

controleren, tenzij u denkt dat het<br />

systeem kan lekken of u ongebruikelijke<br />

geluiden hoort.<br />

Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />

duiden op een probleem. Laat het<br />

systeem controleren.<br />

. . . 310


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 311 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Het vloeistofpeil controleren:<br />

1. Zet het contact af en laat de<br />

motorruimte afkoelen.<br />

2. Veeg de dop en de bovenzijde<br />

van het reservoir schoon.<br />

3. Draai de dop los en veeg de<br />

peilstaaf schoon. Plaats de dop<br />

terug en draai deze stevig vast.<br />

4. Verwijder de dop opnieuw en<br />

controleer het vloeistofniveau<br />

op de peilstaaf.<br />

Het peil moet binnen de markering<br />

met HOT staan.<br />

Als het peil laag is, vul dan voldoende<br />

vloeistof bij zodat het peil weer<br />

op het juiste punt op de peilstok<br />

staat.<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

OPMERKING<br />

Verkeerde remvloeistof kan de<br />

componenten van het systeem<br />

beschadigen en lekkages veroorzaken.<br />

Gebruik steeds de juiste<br />

remvloeistof.<br />

Remvloeistof<br />

Er zijn twee redenen waarom het<br />

remvloeistofpeil in de hoofdremcilinder<br />

lager kan worden. De eerste is<br />

dat het remvloeistofpeil aanvaardbaar<br />

lager wordt tijdens normale slijtage<br />

van de remvoeringen. Zodra<br />

nieuwe remvoeringen worden<br />

aangebracht, zal het vloeistofpeil<br />

weer hoger worden. De andere<br />

reden is dat er sprake kan zijn van<br />

lekkage in het remsysteem. Indien<br />

dit het geval is, moet u het remsysteem<br />

laten repareren.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

311 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 312 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Wanneer het remvloeistofniveau<br />

laag is, gaat het waarschuwingslampje<br />

voor het remsysteem ook<br />

branden.<br />

Het is niet aan te bevelen steeds<br />

remvloeistof bij te vullen. Remvloeistof<br />

bijvullen zal lekkage niet verhelpen.<br />

Wanneer u vloeistof toevoegt<br />

wanneer de remvoeringen zijn gesleten,<br />

zal het vloeistofreservoir te vol<br />

raken na het monteren van nieuwe<br />

remvoeringen. Alleen bij werkzaamheden<br />

aan het hydraulische systeem<br />

van de remmen mag remvloeistof<br />

worden bijgevuld of afgetapt.<br />

. . . 312<br />

WAARSCHUWING<br />

Eventuele overtollige remvloeistof<br />

kan op de motor lekken. De<br />

vloeistof kan, wanneer de motor<br />

heet is, tot ontbranding komen.<br />

U, maar ook anderen, kunnen<br />

ernstige brandwonden oplopen<br />

en de auto kan worden beschadigd.<br />

Voeg alleen remvloeistof<br />

toe bij het uitvoeren van werkzaamheden<br />

aan het hydraulische<br />

remsysteem.<br />

WAARSCHUWING<br />

Gebruikte remvloeistof mag niet<br />

met het reguliere huisvuil<br />

worden verwerkt.<br />

Laat de remvloeistof door een<br />

erkend onderhoudscentrum<br />

vervangen, dat bekend is met de<br />

wettelijke eisen met betrekking<br />

tot de verwerking van oude<br />

remvloeistof om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

Controleer het vloeistofpeil in het<br />

'doorzichtige' reservoir van de<br />

hoofdremcilinder met de tussenpozen<br />

die zijn vermeld in het<br />

onderhoudsoverzicht.<br />

Het peil moet tussen de merktekens<br />

MAX en MIN staan.<br />

Als het peil laag is, vult u het bij tot<br />

het juiste niveau met DOT-3-vloeistof<br />

uit een afgesloten verpakking.<br />

Om verontreiniging van de<br />

remvloeistof te voorkomen, controleert<br />

u of het remreservoir en dop<br />

goed schoon zijn voordat u de dop<br />

verwijdert.<br />

DOT-4-remvloeistof is ook compatibel<br />

met de onderdelen van uw<br />

remsysteem.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 313 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Voordat u DOT-4-remvloeistof<br />

bijvult, moet u het hydraulische<br />

remsysteem spoelen.<br />

Vul het systeem met DOT-4-<br />

remvloeistof uit een afgesloten<br />

verpakking tijdens de regelmatige<br />

onderhoudsbeurten.<br />

Wanneer u ervoor kiest Dot-4-<br />

remvloeistof te gebruiken, spoel dan<br />

het remsysteem en vul het systeem<br />

elke twee jaar met nieuwe<br />

remvloeistof.<br />

Zie "Aanbevolen vloeistoffen en<br />

smeermiddelen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

WAARSCHUWING<br />

Met verkeerde vloeistof in het<br />

remsysteem kunnen de remmen<br />

niet goed of in het geheel niet<br />

werken. U kunt zo een botsing<br />

veroorzaken. Gebruik steeds de<br />

juiste remvloeistof.<br />

OPMERKING<br />

•Verkeerde remvloeistof kan de<br />

componenten van het systeem<br />

ernstig beschadigen. Gebruik<br />

steeds de juiste remvloeistof.<br />

• Lek geen brandstof op externe<br />

delen van de auto. Hierdoor<br />

kan de lak beschadigd raken.<br />

Mocht u brandstof lekken,<br />

maak het dan zo snel mogelijk<br />

schoon.<br />

Ruitensproeiervloeistof<br />

Gebruik ruitensproeiervloeistof zoals<br />

GM Optikleen ® in plaats van water<br />

om bevriezing te voorkomen en de<br />

ruiten beter te reinigen.<br />

Wanneer het reservoir bijna leeg is,<br />

wordt op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

WASHER FLUID LOW -- ADD<br />

FLUID (ruitensproeier laag -- vloeistof<br />

bijvullen) weergegeven.<br />

1. Open de dop met het<br />

sproeiersymbool.<br />

2. Vul ruitensproeiervloeistof bij,<br />

tot het reservoir vol is.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

313 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 314 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

OPMERKING<br />

•Wanneer u een geconcentreerde<br />

sproeiervloeistof<br />

gebruikt, moet u de instructies<br />

van de fabrikant volgen.<br />

•Voeg geen water toe aan<br />

gebruiksklare ruitensproeiervloeistof.<br />

De vloeistof kan<br />

bevriezen, waardoor het ruitensproeiersysteem<br />

wordt<br />

beschadigd.<br />

•Vul het reservoir van de ruitensproeiers<br />

bij zeer lage buitentemperaturen<br />

slechts 3/4,<br />

zodat de vloeistof kan<br />

uitzetten.<br />

• Gebruik geen koelvloeistof voor<br />

de ruitensproeiers. Het<br />

sproeiersysteem en de lak kunnen<br />

worden beschadigd door<br />

motorkoel vloeistof.<br />

Accu<br />

WAARSCHUWING<br />

Accu's bevatten zuur dat brandwonden<br />

kan veroorzaken en gas<br />

dat kan exploderen. Handel<br />

uiterst voorzichtig om ernstig<br />

letsel te voorkomen. Zie het<br />

hoofdstuk "Gebruik van dit<br />

instructieboekje" voor aanwijzingen<br />

hoe veilig nabij de accu kan<br />

worden gewerkt.<br />

Accupolen, aansluitklemmen en<br />

aanverwante accessoires bevatten<br />

lood en loodcomponenten<br />

die kanker en verminderde<br />

vruchtbaarheid kunnen veroorzaken.<br />

Was uw handen na de<br />

omgang.<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

onderhoudsvrije accu.<br />

• Wanneer er weinig met het voertuig<br />

wordt gereden, koppel dan<br />

de kabel van de minpool ("-")<br />

van de accu los om te voorkomen<br />

dat de accu leegloopt.<br />

• Wanneer het voertuig langere<br />

tijd niet wordt gebruikt, moet u<br />

de kabel van de minpool ("-")<br />

van de accu loskoppelen of een<br />

druppellader op de accu aansluiten<br />

om te voorkomen dat de<br />

accu leegloopt.<br />

Wanneer het tijd is voor een nieuwe<br />

accu, koop dan één met hetzelfde<br />

vervangingsnummer als op het label<br />

van de oorspronkelijke accu.<br />

. . . 314


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 315 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zie "Motorruimte" eerder in dit<br />

hoofdstuk om de locatie te bepalen.<br />

4. Verwijder de schroeven van de<br />

behuizing.<br />

Luchtfilter/filterelement<br />

Het luchtfilter is voorzien van een<br />

wegwerpfilterelement.<br />

Vervang het filter met de tussenpozen<br />

die in het onderhoudsoverzicht<br />

zijn vermeld.<br />

1. Om bij het filter te kunnen<br />

komen moeten de schroeven<br />

waarmee het luchtfilterdeksel is<br />

vastgezet worden verwijderd.<br />

2. Ontkoppel de retourslang voor<br />

de koelvloeistof zodat deze niet<br />

over het motorluchtfilter/filterelement<br />

stroomt.<br />

3. De twee zijden van het luchtfilter/filterelement<br />

scharnieren<br />

aan de onderzijde. Open het<br />

deksel door de bovenzijde van<br />

het deksel in de richting van de<br />

motor te drukken.<br />

Probeer zo weinig mogelijk vuil<br />

los te maken.<br />

5. Weg van het motorcompartiment<br />

het filter zachtjes uitschudden<br />

om stof en vuil te<br />

verwijderen.<br />

Vervang het filter als er vuil aangekoekt<br />

blijft.<br />

Zie Specificaties van de onderdelen<br />

onder Specificaties en inhouden,<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk voor het filtertype.<br />

Verricht de handelingen voor het<br />

terugzetten in omgekeerde<br />

volgorde.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

315 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 316 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer de motor draait zonder<br />

dat het luchtfilter goed is gemonteerd,<br />

kunnen u of anderen<br />

brandwonden oplopen<br />

Rijd niet met het voertuig terwijl<br />

het luchtfilter niet goed is<br />

gemonteerd.<br />

OPMERKING<br />

Het luchtfilter moet goed zijn<br />

aangebracht, tenzij reparaties of<br />

onderhoudswerkzaamheden<br />

worden uitgevoerd.<br />

Indien de motor wordt gestart en<br />

het luchtfilter niet goed is aangebracht,<br />

kan de motor terugslaan<br />

en kan brand ontstaan.<br />

Wanneer u rijdt zonder dat het<br />

luchtfilter goed is gemonteerd,<br />

kan er vuil of andere troep in de<br />

motor komen.<br />

Luchtfilter voor<br />

passagiersruimte<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

luchtfilter in het passagierscompartiment<br />

dat de buitenlucht filtert die<br />

het voertuig binnenkomt.<br />

Het filter verwijdert verontreinigers<br />

zoals stuifmeel en stof uit de lucht<br />

die het voertuig binnenstroomt.<br />

Vervang het filter met de tussenpozen<br />

die in het onderhoudsoverzicht<br />

is vermeld.<br />

. . . 316


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 317 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Verwijderen en vervangen van het<br />

luchtfilter:<br />

1. Open de motorkap.<br />

Het toegangspaneel voor het filter<br />

bevindt zich aan de passagierszijde<br />

van de motorruimte,<br />

onder de motorkap bij de onderzijde<br />

van de voorruit.<br />

2. Druk de twee lippen op het toegangspaneel<br />

in de richting van<br />

de voorruit.<br />

3. Terwijl u deze naar voren drukt,<br />

tilt u het toegangspaneel uit de<br />

vastgeklemde positie en trekt u<br />

het naar de voorzijde van het<br />

voertuig. Hierdoor komen de<br />

klemmen los en kan het paneel<br />

worden verwijderd.<br />

4. Vervang het luchtfilter.<br />

Zie Specificaties van de onderdelen<br />

onder Specificaties en inhouden,<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk voor het filtertype.<br />

Zorg ervoor dat de pijl op het filter<br />

in de richting van de passagiersruimte<br />

wijst.<br />

5. Voer deze handelingen in<br />

omgekeerde volgorde uit om<br />

het toegangspaneel terug te<br />

plaatsen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

317 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 318 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN<br />

GEBRUIK<br />

Motorolie<br />

Koelvloeistof<br />

VLOEISTOF/SMEERMIDDEL<br />

Om de vereiste kwaliteit en viscositeit te bepalen van de olie voor de motor van uw<br />

auto, zie "Motorolie" eerder in dit hoofdstuk.<br />

50/50-mengsel van schoon drinkwater en gebruik uitsluitend DEX-COOL ® -koelvloeistof.<br />

Zie "Koelvloeistof" eerder in dit hoofdstuk.<br />

Hydraulisch<br />

Delco Supreme 11 ® remvloeistof of gelijkwaardige DOT-3 remvloeistof.<br />

remsysteem<br />

Ruitensproeiervloeistof GM Optikleen ® -ruitensproeiervloeistof.<br />

Stuurbekrachtigingssysteem<br />

GM stuurbekrachtigingsvloeistof (GM onderdeelnummer 89021184).<br />

Automatische<br />

DEXRON ® -VI automatische-transmissievloeistof.<br />

transmissie<br />

Slotcilinders Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />

Chassissmering Chassissmeermiddel dat aan de voorwaarden van NLGI-klasse 2 voldoet, categorie LB<br />

of GC-LB (GM onderdeelnummer 12377985)<br />

Voor- en achteras SAE 75W-90 synthetisch assmeermiddel (GM-onderdeelnummer 89021677) dat<br />

voldoet aan GM-specificatie 9986115.<br />

Verdeelbak Vloeistof voor handgeschakelde transmissie (GM-onderdeelnr. 88861800).<br />

Motorkapscharnieren Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />

. . . 318


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 319 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN (VERVOLG)<br />

GEBRUIK<br />

Motorkap- en portierscharnierpennen,<br />

achterklepscharnieren,<br />

neerklapbare zitplaatsen,<br />

zonnedakrails en<br />

brandstofklepscharnier<br />

Buitenste draaipunten<br />

van de<br />

achterklephandgreep<br />

Onderhoud<br />

afdichtstrip<br />

Piepen van portier- en<br />

kofferbakrubbers<br />

VLOEISTOF/SMEERMIDDEL<br />

Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />

Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />

Smeermiddel voor afdichtstrips (GM-onderdeelnummer 3634770) of diëlektrisch siliconenvet<br />

(GM-onderdeelnummer 12345579).<br />

Synthetisch vet met teflon, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12371287).<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

319 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 320 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ BANDEN<br />

Uw nieuwe auto wordt geleverd<br />

met banden van hoge kwaliteit,<br />

gemaakt door een gerenommeerde<br />

bandenfabrikant.<br />

Raadpleeg voor vragen over de<br />

garantie van uw banden het garantieboekje<br />

van de fabrikant dat bij de<br />

gebruikershandleiding van uw voertuig<br />

wordt geleverd of vraag uw<br />

dealer.<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden met slecht onderhouden<br />

of een verkeerd type banden is<br />

gevaarlijk.<br />

•Voorkom overbelasting van de<br />

banden. Overbelaste banden<br />

kunnen oververhit worden.<br />

Zo'n band kan klappen en een<br />

ernstig ongeval veroorzaken.<br />

• Zorg voor voldoende bandenspanning.<br />

Te lage bandenspanning<br />

kan oververhitting<br />

veroorzaken. Zo'n band kan<br />

klappen en een ernstig ongeval<br />

veroorzaken.<br />

•Voorkom te hoge bandenspanning.<br />

Banden met te hoge<br />

spanning raken gemakkelijker<br />

lek.<br />

WAARSCHUWING<br />

•Versleten, oude banden kunnen<br />

ongevallen veroorzaken.<br />

Wanneer het loopvlak ernstig<br />

versleten is of de band beschadigd<br />

is, moet deze vervangen<br />

worden<br />

• Controleer de bandenspanning<br />

regelmatig. De bandenspanning<br />

moet worden gecontroleerd<br />

terwijl de banden koud<br />

zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u van plan bent met hogere<br />

snelheden te gaan rijden, zie dan<br />

"Bediening bij hogere snelheden"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

informatie over de<br />

bandenspanning.<br />

. . . 320


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 321 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Op spanning brengen<br />

Zie het bandenplaatje voor de<br />

bandenspanningsspecificaties van<br />

uw auto.<br />

Om de plaats te bepalen van het<br />

bandenplaatje van uw auto, zie<br />

"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />

Op het bandenplaatje zijn de juiste<br />

bandenspanningen vermeld voor<br />

banden in koude toestand. Koud<br />

betekent dat de auto drie uur of<br />

langer heeft stilgestaan of - indien er<br />

toch mee is gereden - niet meer dan<br />

1,5 km heeft afgelegd.<br />

Voor optimale prestaties van de<br />

banden moet de bandenspanning<br />

worden aangehouden die op het<br />

plaatje onder "cold" is vermeld.<br />

Voorkom echter overbelasting van<br />

uw auto. Zie Voertuig beladen in<br />

hoofdstuk 3.<br />

Het handhaven van de bandenspanning<br />

voor koude banden, zoals<br />

vermeld op het bandenplaatje, zal<br />

lager brandstofverbruik, langere<br />

levensduur van de banden, meer<br />

rijcomfort en beter algeheel rijgedrag<br />

tot gevolg hebben.<br />

Wanneer u de originele banden van<br />

uw voertuig vervangt door banden<br />

met andere afmetingen, kan de<br />

sticker met bandeninformatie niet<br />

juist zijn. Zorg dat u de juiste<br />

bandenspanning weet voor de<br />

banden op het voertuig.<br />

Controleer uw banden minstens<br />

eens per maand. Vergeet daarbij<br />

niet het reservewiel.<br />

Zie "Compact reservewiel" in hoofdstuk<br />

5 voor meer gegevens.<br />

OPMERKING<br />

Verkeerde bandenspanning heeft<br />

een negatieve invloed op de<br />

levensduur van de banden en de<br />

prestaties van de auto.<br />

Door te lage bandenspanning<br />

ontstaat overmatige doorbuiging<br />

en oververhitting van de band,<br />

waardoor de sterkte van de band<br />

vermindert en beschadiging kan<br />

ontstaan. Ook overbelasting,<br />

abnormale slijtage, slechte rijeigenschappen<br />

en een hoog<br />

brandstofverbruik zijn het<br />

gevolg.<br />

Te hoge bandenspanning<br />

veroorzaakt abnormale slijtage<br />

van de banden en slechte rijeigenschappen<br />

die kunnen leiden<br />

tot beschadiging van de auto<br />

door stootbelastingen tijdens het<br />

rijden.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

321 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 322 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Om de bandenspanning te controleren<br />

en aan te passen:<br />

Met alleen een visuele inspectie van<br />

de banden kunt u niet nagaan of deze<br />

de correcte spanning hebben.<br />

Radiaalbanden kunnen eruit zien alsof<br />

ze de juiste spanning hebben, ook als<br />

de bandenspanning te laag is.<br />

Voor het controleren van de<br />

bandenspanning wordt het gebruik<br />

aanbevolen van een kleine bandenspanningmeter<br />

van goede kwaliteit.<br />

Verwijder het ventieldopje.<br />

Druk de meter stevig tegen het<br />

ventiel om de druk te meten.<br />

Als de druk laag is, voegt u lucht toe<br />

totdat de aanbevolen druk is bereikt.<br />

. . . 322<br />

Als u te veel lucht toevoegt, laat de<br />

lucht dan weglopen door op het<br />

metalen staafje in het midden van<br />

het ventiel te drukken.<br />

Controleer de bandenspanning<br />

opnieuw.<br />

Zorg ervoor dat u de ventieldopjes<br />

terugplaatst op de ventielen. Ze helpen<br />

lekkages te voorkomen door<br />

vuil en vocht uit de band te weren.<br />

Bediening bij hogere<br />

snelheden<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u bij hoge snelheden van<br />

160 km/u of harder rijdt, komen<br />

de banden meer onder druk te<br />

staan. Langdurig bij hogere snelheden<br />

rijden zorgt dat de banden<br />

overmatig warm worden en zelfs<br />

beschadigd kunnen raken. Het<br />

voertuig kan bij een aanrijding<br />

betrokken raken, waarbij u of uw<br />

medepassagiers kunnen<br />

overlijden.<br />

Sommige banden die geschikt zijn<br />

voor hogere snelheden moeten<br />

worden aangepast als u er hard<br />

mee wilt rijden. Waar de maximale<br />

snelheid en de wegomstandigheden<br />

toelaten dat er hard met een<br />

voertuig wordt gereden, moet u<br />

ervoor zorgen dat de banden<br />

geschikt zijn voor hogere snelheden,<br />

in uitstekende conditie zijn en<br />

op de juiste koude bandenspanning<br />

voor de voertuigbelasting zijn<br />

ingesteld.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 323 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Indien u 160 km/u of sneller wenst<br />

te rijden, indien dergelijke snelheden<br />

wettelijk zijn toegestaan, dan<br />

moet de spanning van de banden in<br />

koude toestand overeenkomen met<br />

de hoogste spanning voor koude<br />

banden die is vermeld op de<br />

zijwand, of op 265 kPa, indien deze<br />

spanning lager is. Zodra u weer<br />

minder snel gaat rijden, brengt u de<br />

banden weer op de koude bandenspanning<br />

zoals vermeld op het informatieplaatje<br />

voor bandenspanning.<br />

Zie "Auto beladen" in hoofdstuk 3<br />

voor meer informatie.<br />

Op de zijkanten van de band zijn de<br />

maximale belasting en bandenspanning<br />

aangebracht.<br />

Controlesysteem bandenspanning<br />

(Indien van<br />

toepassing)<br />

Let op: als er aanpassingen aan dit<br />

systeem worden aangebracht in een<br />

niet-bevoegde werkplaats, dan kan<br />

de toestemming om het systeem te<br />

gebruiken komen te vervallen.<br />

Dit systeem maakt gebruikt van<br />

radio- en sensortechnologie om de<br />

bandenspanning te bewaken.<br />

Op elk wiel (behalve het reservewiel)<br />

bevinden zich sensoren die de<br />

bandenspanningsmetingen naar<br />

een ontvanger in het voertuig<br />

zenden.<br />

Gebruik het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder om de bandenspanning<br />

te controleren. Zie "Informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

Als het systeem een lage bandendruk<br />

in een of meer banden waarneemt,<br />

kan het waarschuwingslampje voor<br />

een lage bandenspanning gaan branden<br />

en kan de melding CHECK TIRE<br />

PRESSURE (controleer bandenspanning)<br />

op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

verschijnen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

323 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 324 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder geeft ook aan welke<br />

band een lage bandenspanning<br />

heeft.<br />

Stop zodra dit veilig kan en laat de<br />

bandenspanning controleren en zo<br />

nodig corrigeren.<br />

Het bericht en het waarschuwingslampje<br />

voor lage bandenspanning<br />

worden weergegeven aan het begin<br />

van elke ontstekingscyclus, totdat<br />

de banden goed zijn opgepompt.<br />

Zie voor meer informatie "Lampje<br />

lage bandenspanning" onder<br />

"Waarschuwingslampjes" in hoofdstuk<br />

1.<br />

Bij koelere weersomstandigheden<br />

kan bij het starten van de motor de<br />

waarschuwingslamp voor te lage<br />

bandenspanning gaan branden en/<br />

of het bericht CHECK TIRE<br />

PRESSURE verschijnen. Dit bericht<br />

verdwijnt zodra u gaat rijden. Hiermee<br />

kan vroegtijdig worden aangegeven<br />

dat de bandenspanning te<br />

laag wordt en moet worden gecontroleerd<br />

of op de juiste spanning<br />

moet worden gebracht.<br />

Wanneer u rijdt met banden die<br />

onvoldoende op spanning zijn, kan<br />

de band oververhit raken en kapot<br />

gaan. Banden die niet voldoende op<br />

spanning zijn zorgen voor een<br />

hoger brandstofverbruik en een<br />

kortere levensduur van het loopvlak<br />

van de band en ze kunnen de rijeigenschappen<br />

en het stopvermogen<br />

van het voertuig beïnvloeden.<br />

Het is de verantwoordelijkheid van<br />

de eigenaar ervoor te zorgen dat de<br />

banden op de juiste spanning zijn<br />

gebracht.<br />

Controleer uw banden minstens<br />

eens per maand. Vergeet daarbij<br />

niet het reservewiel.<br />

Zie het bandenplaatje voor de<br />

bandenspanningsspecificaties van<br />

uw auto.<br />

Om de plaats te bepalen van het<br />

bandenplaatje van uw auto, zie<br />

"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />

. . . 324


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 325 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning kan u voor een<br />

lage of een hoge bandenspanning<br />

waarschuwen, maar is geen vervanging<br />

van het normale<br />

bandenonderhoud.<br />

Zie "Controle en rouleren" verderop<br />

in dit hoofdstuk.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik in uw banden geen<br />

vloeibare afdichtingsmiddelen.<br />

Het gebruik van vloeibare afdichtingmiddelen<br />

kan de controlesensors<br />

voor de bandenspanning<br />

beschadigen.<br />

Het reservewiel heeft geen bandenspanningssensor.<br />

Wanneer u het<br />

reservewiel onder het voertuig heeft<br />

gemonteerd, wordt het bericht<br />

SERVICE TIRE MONITOR (onderhoud<br />

aan bandencontrolesysteem)<br />

op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder weergegeven.<br />

Het bericht verdwijnt als<br />

er opnieuw een band met een<br />

bandenspanningssensor wordt<br />

gemonteerd.<br />

Het bericht SERVICE TIRE MONI-<br />

TOR SYSTEM wordt ook weergegeven<br />

als een van de<br />

bandenspanningssensoren<br />

ontbreekt of niet werkt. Ga naar uw<br />

dealer voor onderhoud.<br />

Dit bericht en/of waarschuwingslampje<br />

voor lage bandenspanning<br />

kan onder de volgende omstandigheden<br />

worden geactiveerd:<br />

• Een of meer bandensensoren<br />

kunnen ontbreken of niet<br />

werken.<br />

• Het reservewiel is op het voertuig<br />

gemonteerd.<br />

• Het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning is niet goed<br />

gereset zodat de identificatiecode<br />

van de nieuwe sensor niet<br />

overeenkomt met de juiste positie<br />

voor de band.<br />

Raadpleeg "Identificatiecodes<br />

voor de bandenspanningssensoren"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

325 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 326 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

• De oorspronkelijke banden of<br />

wielen van uw voertuig zijn vervangen<br />

door banden of wielen<br />

die niet compatibel zijn met het<br />

controlesysteem voor de<br />

bandenspanning.<br />

Raadpleeg uw dealer wanneer<br />

een wiel of een sensor moet worden<br />

vervangen.<br />

• Het voertuig bevindt zich bij een<br />

faciliteit of elektronisch apparaat<br />

dat radiogolffrequenties gebruikt<br />

die gelijkaardig zijn aan die van<br />

het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning.<br />

Wanneer het probleem blijft<br />

aanhouden, moet het voertuig voor<br />

onderhoud naar de dealer.<br />

Identificatiecodes voor de<br />

bandenspanningssensoren<br />

Elke sensor heeft een unieke<br />

identificatiecode.<br />

Als er een sensor wordt vervangen<br />

of de banden worden gerouleerd,<br />

moet het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning worden gereset<br />

zodat de identificatiecode van de<br />

nieuwe sensor overeenkomt met de<br />

juiste positie voor het wiel of de<br />

band.<br />

Aangezien het moeilijk voor u kan<br />

zijn om de volgende werkzaamheden<br />

zelf te verrichten, kunt u dit<br />

beter laten doen door uw dealer of<br />

servicecentrum.<br />

Zo reset u het controlesysteem voor<br />

de bandenspanning:<br />

Opmerking:<br />

Lees de volgende aanwijzigen<br />

aandachtig door voordat u met<br />

het programmeren begint.<br />

Bij het programmeren van de<br />

eerste band mag niet meer dan<br />

twee minuten verstrijken en de<br />

volledige procedure voor alle<br />

wielen mag niet meer dan vijf<br />

minuten duren. Anders moet u<br />

overnieuw beginnen.<br />

. . . 326


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 327 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

1. Trek de parkeerrem aan.<br />

2. Zet het contact aan maar start<br />

de motor nog niet.<br />

3. Houd de vergrendel- en ontgrendeltoetsen<br />

op de afstandsbediening<br />

gedurende 5<br />

seconden tegelijkertijd<br />

ingedrukt.<br />

De claxon klinkt twee keer om<br />

aan te geven dat het verificatieproces<br />

is gestart.<br />

TIRE LEARNING ACTIVE (programmeren<br />

band actief) wordt<br />

op het display weergegeven.<br />

4. Begin met de band linksvoor.<br />

5. Verwijder het ventieldopje en<br />

verhoog of verlaag de bandenspanning<br />

vijf seconden of totdat<br />

de claxon klinkt.<br />

Als er lucht uit de band moet,<br />

drukt u op het metalen staafje in<br />

het midden van het ventiel.<br />

Het kan maximaal 30 seconden<br />

duren voordat u de claxon<br />

hoort ter bevestiging dat de<br />

bandenstand is opgeslagen.<br />

6. Herhaal de vorige stap voor de<br />

andere banden en wel als volgt:<br />

rechtsvoor, rechtsachter en<br />

daarna linksachter.<br />

7. Als de claxon twee keer klinkt<br />

om te bevestigen dat de laatste<br />

bandenstand is opgeslagen,<br />

schakelt u het contactslot uit.<br />

Het bericht op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

wordt automatisch gewist.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

327 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 328 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

8. Stel de bandenspanning op het<br />

juiste niveau in.<br />

Zie het bandenplaatje voor de<br />

bandenspanningsspecificaties<br />

van uw auto.<br />

Om de plaats te bepalen van het<br />

bandenplaatje van uw auto, zie<br />

"Voertuig beladen" in hoofdstuk<br />

3.<br />

9. Zorg ervoor dat u de ventieldopjes<br />

terugplaatst op de ventielen.<br />

Ze helpen lekkages te<br />

voorkomen door vuil en vocht<br />

uit de band te weren.<br />

Inspecteren en verwisselen<br />

van de banden<br />

OPMERKING<br />

Wissel de banden niet, aangezien<br />

de banden van de voor- en<br />

achterwielen een verschillende<br />

maat hebben. Sommige banden<br />

zijn richtinggevoelig en moeten<br />

in de aangegeven richting<br />

worden gemonteerd.<br />

Controleer de banden en wielen<br />

regelmatig op abnormale slijtage of<br />

schade.<br />

Controleer of de wielmoeren goed<br />

zijn aangedraaid.<br />

Zie "Specificaties en inhouden"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

. . . 328


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 329 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer er roest of vuil zit op het<br />

wiel of op die delen van de auto<br />

waarmee het wiel in aanraking<br />

komt, kan dat tot gevolg hebben<br />

dat de wielbouten na verloop<br />

van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />

het wiel geheel loskomen en een<br />

ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />

een wiel verwisselt, maak dan de<br />

plaatsen schoon waar het wiel<br />

met de auto in aanraking komt.<br />

In noodgevallen kunt u daarvoor<br />

een doek of een stuk papier<br />

gebruiken. Zorg er echter voor<br />

dat u later, als dat nodig is, met<br />

behulp van een schraper of een<br />

staalborstel de contactvlakken<br />

goed reinigt.<br />

A<br />

Banden vervangen<br />

Uw banden zijn voorzien van slijtageindicators<br />

. Deze geven aan<br />

wanneer de profieldiepte van het<br />

loopvlak tot 1,6 mm of minder is<br />

gesleten.<br />

Wanneer deze slijtage-indicators op<br />

drie plaatsen rondom de band zichtbaar<br />

worden, zoals is afgebeeld, is<br />

vervanging van de band vereist.<br />

Ook bij het constateren van de<br />

volgende afwijkingen moet de band<br />

worden vernieuwd:<br />

• Insnijdingen, scheuren of andere<br />

beschadigingen in het loopvlak<br />

of de zijkanten van de band, van<br />

een zodanige omvang dat de<br />

koordlagen zichtbaar zijn.<br />

• De band heeft een bult, uitstulping<br />

of inkeping.<br />

Let op: Sommige in de handel<br />

verkrijgbare truckbanden zijn niet<br />

voorzien van slijtage-indicatoren.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

329 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 330 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Het rubber in de banden van uw<br />

voertuig neemt na verloop van tijd<br />

af in kwaliteit, zelfs als de banden<br />

niet worden gebruikt. Hoe snel dit<br />

gaat, is afhankelijk van een aantal<br />

factoren. Rijsnelheid, toestand van<br />

de weg, temperaturen, belasting<br />

van het voertuig en of de banden<br />

regelmatig worden opgepompt<br />

hebben invloed op de verouderingssnelheid<br />

van de banden.<br />

Wanneer de banden worden onderhouden<br />

volgens het onderhoudsschema,<br />

dan moeten de banden<br />

waarschijnlijk worden vervangen<br />

voordat ze door veroudering zijn<br />

afgeschreven.<br />

Als u de banden verwisselt, moeten<br />

de nieuwe banden altijd dezelfde<br />

maat, hetzelfde laadvermogen,<br />

dezelfde maximaal toegestane snelheid<br />

en dezelfde constructie als de<br />

op de fabriek gemonteerde banden<br />

hebben.<br />

Op het informatieplaatje voor de<br />

banden is de juiste bandenmaat<br />

voor uw auto vermeld.<br />

Om de plaats te bepalen van het<br />

bandenplaatje van uw auto, zie<br />

"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />

We raden u aan alle vier de banden<br />

tegelijkertijd te laten vervangen.<br />

Wanneer er minder dan vier banden<br />

worden vervangen, kan dit invloed<br />

hebben op de remprestaties en het<br />

weggedrag van uw voertuig.<br />

Winterbanden met dezelfde maximaal<br />

toegestane snelheid kunnen<br />

soms niet leverbaar zijn voor<br />

banden met een maximaal toegestane<br />

snelheid van H, V, W, Y en ZR.<br />

Als u sneeuwbanden met een lagere<br />

maximaal toegestane snelheid kiest,<br />

mag u nooit de maximaal toegestane<br />

snelheid van de band<br />

overschrijden.<br />

Raadpleeg "Winterbanden" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

Zorg dat de vervangende band<br />

compatibel met uw controlesysteem<br />

voor de bandenspanning is.<br />

Als dat niet het geval is, kan het<br />

systeem verkeerde waarschuwingen<br />

voor lage bandenspanning geven.<br />

Zie "Controlesysteem bandenspanning"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer gegevens.<br />

. . . 330


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 331 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

OPMERKING<br />

Het gebruik van verschillende<br />

bandenmaten en -typen op uw<br />

voertuig (anders dan de bandenmaat<br />

en het type dat oorspronkelijk<br />

op uw voertuig was<br />

gemonteerd) kan ertoe leiden<br />

dat u de macht over het stuur<br />

verliest tijdens het rijden en kan<br />

uw voertuig ook beschadigen.<br />

Gebruik dezelfde bandenmaat<br />

en hetzelfde bandentype op alle<br />

wielen.<br />

U of anderen kunnen gewond<br />

raken bij een aanrijding.<br />

U kunt tijdelijk met het compacte<br />

reservewiel rijden. Het is speciaal<br />

voor gebruik op uw voertuig<br />

ontwikkeld.<br />

Zie "Compact reservewiel" in<br />

hoofdstuk 5 voor meer<br />

gegevens.<br />

Rijdt niet sneller dan de maximumsnelheid<br />

waarvoor de<br />

banden zijn vervaardigd, ongeacht<br />

de wettelijk toegestane snelheid.<br />

Indien dikwijls en/of<br />

gedurende lange perioden zeer<br />

snel moet worden gereden dient<br />

u contact op te nemen met uw<br />

voertuig-/bandendealer betreffende<br />

banden van het juiste type<br />

voor uw doel en de weersomstandigheden<br />

in het gebied waar<br />

het voertuig wordt gebruikt.<br />

Wanneer de auto lange tijd<br />

buiten gebruik wordt gesteld,<br />

kan dit het ontstaan van platte<br />

kanten op de banden<br />

veroorzaken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de auto is voorzien van<br />

diagonaalbanden, dan kunnen er<br />

in de velgflenzen na vele kilometers<br />

rijden scheurtjes ontstaan.<br />

Een band en/of wiel kan dan<br />

plotseling defect raken, met als<br />

gevolg een ongeluk. Gebruik<br />

alleen radiaalbanden voor de<br />

wielen van uw voertuig.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

331 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 332 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

. . . 332<br />

Sneeuwkettingen<br />

WAARSCHUWING<br />

Monteer geen sneeuwkettingen<br />

op de voorbanden.<br />

Gebruik alleen sneeuwkettingen<br />

waar dit is toegestaan en alleen<br />

wanneer dit noodzakelijk is.<br />

Monteer uitsluitend sneeuwkettingen<br />

van de SAE-klasse "S" met een<br />

voor uw banden geschikte maat.<br />

Monteer ze zo strak mogelijk om<br />

de achterbanden, met de uiteinden<br />

stevig bevestigd.<br />

Rijd langzaam en volg de aanwijzingen<br />

van de fabrikant van de<br />

sneeuwkettingen.<br />

Indien de kettingen hoorbaar in<br />

aanraking komen met de auto,<br />

breng het voertuig dan tot stilstand<br />

en trek de kettingen strakker.<br />

Rijd langzamer als de kettingen<br />

nog steeds contact maken, tot<br />

geen geluid meer hoorbaar is.<br />

Door met sneeuwkettingen te snel<br />

te rijden of de wielen te laten slippen,<br />

raakt uw auto beschadigd.<br />

Winterbanden<br />

Uw vierseizoenenbanden bieden u<br />

wellicht niet de tractie of het prestatieniveau<br />

dat u wilt op sneeuw of ijs.<br />

Als u verwacht regelmatig op<br />

wegen met sneeuw en ijs te rijden,<br />

kunt u overwegen winterbanden<br />

aan te schaffen.<br />

Ga naar uw dealer voor meer informatie<br />

over de beschikbaarheid van<br />

winterbanden en voor de keuze van<br />

de juiste banden.<br />

Als u winterbanden gaat gebruiken,<br />

moet u altijd hetzelfde formaat,<br />

belastingbereik, dezelfde maximum<br />

toegestane snelheid en hetzelfde<br />

constructietype als de originele<br />

banden van de auto gebruiken.<br />

Wanneer winterbanden voor uw<br />

voertuig worden gebruikt, voorzie<br />

dan alle vier wielen van deze<br />

banden.<br />

Wanneer u winterbanden gebruikt,<br />

kan dit een negatieve invloed<br />

hebben op het rijgedrag. De tractie<br />

op droge wegen kan afnemen, het<br />

rijgeluid kan toenemen en de<br />

levensduur van de banden kan<br />

afnemen.<br />

Winterbanden met dezelfde maximaal<br />

toegestane snelheid kunnen<br />

soms niet leverbaar zijn voor<br />

banden met een maximaal toegestane<br />

snelheid van H, V, W, Y en ZR.<br />

Als u sneeuwbanden met een lagere<br />

maximaal toegestane snelheid kiest,<br />

mag u nooit de maximaal toegestane<br />

snelheid van de band<br />

overschrijden.<br />

Zie "Band verwisselen" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 333 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Wielsloten<br />

Reservewiel<br />

■ WIELEN<br />

Uw auto is uitgerust met wielsloten.<br />

Het gereedschap voor de wielmoersloten<br />

bevindt zich in een tas achter<br />

in het voertuig.<br />

De set omvat een dopsleutel voor<br />

antidiefstalbouten en voorschriften.<br />

Tevens vindt u in de set een kaartje<br />

waarop het registratienummer is<br />

gedrukt. Zorg ervoor dit kaartje niet<br />

te verliezen; u heeft het nodig<br />

wanneer de sleutel verloren is en<br />

een duplicaat moet worden besteld.<br />

Zie "Compact reservewiel" in hoofdstuk<br />

5 voor meer gegevens.<br />

Uitlijning van de wielen en<br />

uitbalancering van banden<br />

Als er ongebruikelijke bandenslijtage<br />

optreedt of als het voertuig een kant<br />

optrekt, moet de uitlijning eventueel<br />

opnieuw worden ingesteld.<br />

Als het voertuig vibreert wanneer u<br />

rijdt op een gladde weg, moeten de<br />

wielen eventueel worden<br />

uitgebalanceerd.<br />

–<br />

–<br />

Wanneer een wiel moet worden<br />

verwijderd, gebruik dan de antidiefstaldopsleutel.<br />

–<br />

–<br />

333 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 334 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Wiel vervangen<br />

Vervang een wiel waarvan de velg is<br />

vervormd, gescheurd, geroest of<br />

gecorrodeerd. Indien wielmoeren<br />

telkens opnieuw loslopen, moeten<br />

de wielmoeren en -bouten worden<br />

vervangen.<br />

Hoewel sommige aluminium wielen<br />

gerepareerd kunnen worden,<br />

moeten andere typen wielen<br />

worden vervangen indien luchtlekkage<br />

aanwezig is.<br />

Gebruik alleen nieuwe originele<br />

GM-onderdelen. Raadpleeg uw<br />

dealer.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het gebruik van verkeerde<br />

onderdelen kan gevaarlijk zijn.<br />

Het kan invloed hebben op de<br />

werking van het remsysteem en<br />

het rijgedrag van de auto. U kunt<br />

de macht over het stuur verliezen<br />

en uzelf en anderen in gevaar<br />

brengen.<br />

OPMERKING<br />

Het verkeerde wiel kan problemen<br />

veroorzaken voor de levensduur<br />

van de lagers, koeling van<br />

de remmen, kalibratie van snelheidsmeter<br />

en dagteller,<br />

koplampafstelling, bumperhoogte,<br />

bodemvrijheid van het voertuig<br />

en de vrije ruimte tussen<br />

band en carrosserie en chassis.<br />

. . . 334


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 335 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u wielen met verschillende<br />

maten gebruikt en<br />

wanneer er banden worden<br />

geselecteerd die niet worden<br />

aanbevolen voor die wielen,<br />

kunnen de prestaties en veiligheid<br />

van uw voertuig niet<br />

aanvaardbaar zijn.<br />

De kans op aanrijdingen en<br />

ernstig letsel wordt hierdoor<br />

groter.<br />

Gebruik alleen nieuwe originele<br />

GM-onderdelen. Raadpleeg uw<br />

dealer.<br />

Een gebruikt wiel op een voertuig<br />

doen is gevaarlijk.<br />

U weet dan niet hoe het wiel is<br />

gebruikt of hoeveel ermee is<br />

gereden.<br />

Wanneer er roest of vuil zit op het<br />

wiel of op die delen van de auto<br />

waarmee het wiel in aanraking<br />

komt, kan dat tot gevolg hebben<br />

dat de wielbouten na verloop<br />

van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />

het wiel geheel loskomen en een<br />

ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />

een wiel verwisselt, maak dan de<br />

plaatsen schoon waar het wiel<br />

met de auto in aanraking komt.<br />

In noodgevallen kunt u daarvoor<br />

een doek of een stuk papier<br />

gebruiken. Zorg er echter voor<br />

dat u later, als dat nodig is, met<br />

behulp van een schraper of een<br />

staalborstel de contactvlakken<br />

goed reinigt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

335 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 336 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

WAARSCHUWING<br />

Smeer nooit olie of vet op de<br />

wielbouten of wielmoeren. Hierdoor<br />

zouden de moeren kunnen<br />

losraken. Wanneer als gevolg<br />

hiervan het wiel van de auto<br />

loopt, zou een ernstig ongeval<br />

kunnen ontstaan.<br />

WAARSCHUWING<br />

Door verkeerde of niet goed vastgedraaide<br />

wielmoeren kan het<br />

wiel losraken en zelfs van de auto<br />

lopen. Dit zou tot een ernstig<br />

ongeval kunnen leiden. Overtuig<br />

u ervan dat u de juiste wielmoeren<br />

gebruikt. Vooral bij een eventuele<br />

vervanging is het belangrijk<br />

om erop te letten dat u nieuwe<br />

wielmoeren van het juiste type<br />

krijgt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer de wielmoeren niet met<br />

het juiste aanhaalmoment zijn<br />

vastgezet, kunnen trillingen<br />

ontstaan tijdens het remmen en<br />

kan de remschijf worden beschadigd.<br />

Om kostbare reparaties aan<br />

het remsysteem te voorkomen,<br />

moeten de wielmoeren gelijkmatig<br />

en in de juiste volgorde met<br />

het voorgeschreven aanhaalmoment<br />

worden vastgezet.<br />

Zie "Specificaties en inhouden"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

. . . 336


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 337 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

SAMPLE4UX1M072675<br />

U kunt dit nummer op een van de<br />

volgende locaties vinden:<br />

• op de veerpootkolom in de<br />

motorruimte aan de rechterzijde<br />

van het voertuig<br />

• Identificatieplaatje voor<br />

onderdelen<br />

• Identificatieplaatje<br />

Het achtste karakter van het VIN is<br />

de motorcode. Deze code heeft u<br />

nodig ter identificatie van de motor,<br />

voertuigspecificaties en<br />

reserveonderdelen.<br />

Zie voor meer informatie "Specificaties<br />

en vulhoeveelheden" verderop<br />

in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

■ VOERTUIG IDENTIFICA-<br />

TIE NUMMER<br />

–<br />

Dit nummer is het wettelijke identificatienummer<br />

voor uw voertuig.<br />

Het voertuigidentificatienummer<br />

staat vermeld op een plaatje op de<br />

voorste hoek van het instrumentenpaneel,<br />

aan de linkerzijde. Het plaatje<br />

is van buitenaf zichtbaar via de<br />

voorruit van het voertuig.<br />

–<br />

–<br />

337 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 338 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ IDENTIFICATIEPLAATJE<br />

VOOR ONDERDELEN<br />

Dit plaatje bevindt zich in de achterste<br />

opbergruimte aan de passagierszijde<br />

of bij de onderste rand van de<br />

achterklep. Deze informatie is<br />

handig wanneer u onderdelen moet<br />

bestellen.<br />

Op dit plaatje treft u de volgende<br />

informatie aan:<br />

• het identificatienummer van de<br />

auto (VIN)<br />

• de modelaanduiding<br />

• informatie over carrosserielak<br />

• een lijst met alle fabrieksopties<br />

en speciale uitrustingen<br />

Verwijder dit informatieplaatje niet<br />

uit de auto.<br />

■ ZEKERINGEN EN<br />

STROOMONDERBREKERS<br />

OPMERKING<br />

Het toevoegen van elektrische<br />

apparatuur aan uw voertuig kan<br />

het voertuig beschadigen of<br />

ertoe leiden dat andere dingen<br />

niet juist werken. Een dergelijke<br />

beschadiging valt niet onder de<br />

garantie. Raadpleeg uw dealer<br />

voordat u elektrische apparatuur<br />

toevoegt.<br />

De circuits van de elektrische installatie<br />

in uw auto zijn tegen kortsluiting<br />

beveiligd door middel van een<br />

combinatie van zekeringen, stroomonderbrekers<br />

en thermische beveiligingen.<br />

De kans op brand door<br />

kortsluiting wordt hierdoor belangrijk<br />

verminderd.<br />

Wanneer u ooit pech onderweg<br />

krijgt en u heeft geen reservezekering,<br />

kunt u een zekering met dezelfde<br />

doorsmeltwaarde lenen van een<br />

ander circuit. Neem de zekering van<br />

een circuit waar u geen gebruik van<br />

behoeft te maken (bijvoorbeeld van<br />

de radio of de aansteker) en gebruik<br />

deze zekering als de doorsmeltwaarde<br />

overeenkomt met die van de<br />

doorgesmolten zekering. Vervang<br />

de zekering zo spoedig mogelijk.<br />

Uw voertuig heeft drie zekeringenhouders.<br />

Er zit één zekeringenhouder<br />

aan de rechterzijde van de<br />

motorruimte en de andere twee<br />

zitten onder de achterbank.<br />

Til de vloerbedekking omhoog om<br />

de zekeringenhouders onder de<br />

achterbank bloot te leggen.<br />

Als u een zekeringenhouder wilt<br />

blootleggen, drukt u de twee lipjes<br />

op elk uiteinde van het deksel in en<br />

tilt u het deksel eraf.<br />

. . . 338


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 339 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

20<br />

A<br />

OPMERKING<br />

Knoei geen vloeistoffen op de<br />

elektrische onderdelen van uw<br />

voertuig.<br />

Hierdoor kan schade aan uw<br />

voertuig of de motor ontstaan.<br />

U kunt de zekeringen verwijderen<br />

met de speciale zekeringtrekker.<br />

Let op de zilverkleurige draad in de<br />

zekering. Vervang de zekering<br />

indien de draad is gesmolten of<br />

gebroken. De nieuwe zekering moet<br />

dezelfde afmeting en doorsmeltwaarde<br />

hebben als de oude.<br />

Plaats de afdekking van de zekeringenhouder<br />

altijd terug om de<br />

elektrische onderdelen te<br />

beschermen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

Als een zekering doorsmelt, moet u<br />

de auto onmiddellijk laten nakijken.<br />

–<br />

339 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 340 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

1<br />

33 34 35<br />

6 7<br />

36 37<br />

68<br />

2<br />

3<br />

4<br />

21<br />

23<br />

25<br />

27<br />

22<br />

24<br />

26<br />

28<br />

29<br />

38<br />

39<br />

40<br />

41<br />

42<br />

43<br />

44<br />

45<br />

47<br />

48<br />

49<br />

15<br />

56 57<br />

8 9 10<br />

58 60 66<br />

11<br />

59 61 67<br />

62<br />

12<br />

13 14<br />

63<br />

64<br />

69<br />

70<br />

71<br />

72<br />

73<br />

74<br />

5<br />

30<br />

31<br />

46<br />

32<br />

65<br />

50<br />

51<br />

52<br />

53<br />

54<br />

55<br />

75<br />

16 17 18 19 20<br />

. . . 340


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 341 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

Relais<br />

1 Motoren motorkoelventilator<br />

rechts<br />

2 Motoren motorkoelventilator<br />

links<br />

3 Solenoïde startmotor<br />

4 Reserve<br />

5 Pomp koplampsproeiers<br />

6 Seriële/parallelle<br />

motorkoelventilator<br />

7 Pomp voorruitsproeier<br />

8 Mistlampen voor<br />

9 Reserve<br />

10 Contactschakelaar (Aan)<br />

11 Aandrijflijn/Motorregeleenheid<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

12 Grootlicht koplampen<br />

13 Ruitenwissersysteem<br />

voorruit - aan/uit<br />

14 Ruitenwissersysteem<br />

voorruit - laag/hoog<br />

15 Dimlicht koplampen<br />

16 Pomp achterruitsproeier<br />

17 Claxon<br />

18 Compressorkoppeling<br />

aircosysteem<br />

19 Brandstofpomp<br />

20 Accessoirevoeding (Achterruitwisser,<br />

Achteruitkijkspiegel)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

J Cases<br />

21 Koelventilatormotor<br />

rechts<br />

22 Reserve<br />

23 Koelventilatormotor<br />

links<br />

24 Voorste aanjagermotor<br />

25 Solenoïde startmotor<br />

26 Spanningsverdeeldoos 2<br />

linksachter<br />

27 Regelmodule ABS-systeem<br />

28 Spanningsverdeeldoos 1<br />

linksachter<br />

29 Spanningsverdeeldoos 1<br />

rechtsachter<br />

30 Reserve<br />

31 Reserve<br />

32 Spanningsverdeeldoos 2<br />

rechtsachter<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

341 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 342 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Zekeringenhouder in motorcompartiment<br />

(vervolg)<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

Minizekeringen<br />

33 Pomp voorruitsproeier<br />

34 Reserve<br />

35 Reserve<br />

36 Module detectiediagnose;<br />

Display inzittendensensor;<br />

Instrumentenpaneel<br />

37 Contact antiblokkeersysteem;<br />

Stuursysteem met<br />

variabele werking<br />

38 Instrumentenpaneel; Klimaatregelmodule;<br />

Diagnostische<br />

linkconnector<br />

39 Remlicht rechtsachter;<br />

Richtingaanwijzers;<br />

Magneetklep opslaan<br />

sleutel<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

40 Voeding<br />

voertuigregeleenheid<br />

41 Elektronische<br />

regelmodule<br />

42 Richtingaanwijzers linksvoor;<br />

Remlichten achter;<br />

Richtingaanwijzers; Herhalingslicht<br />

voor<br />

43 Centraal/hoog remlicht<br />

; Achteruitrijlichten;<br />

Remlichten<br />

44 Aansluiting elektrische<br />

accessoires instrumentenpaneel<br />

(Aansteker)<br />

45 Aansluiting elektrische<br />

accessoires<br />

middenconsole<br />

46 Transmissieregelmodule<br />

47 Reserve<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

48 Dimmen instrumentenpaneel<br />

led; Plafondverlichting;<br />

Makeupspiegelverlichting<br />

49 Radio<br />

50 Reserve<br />

51 Reserve<br />

52 Pomp achterruitsproeier<br />

53 Claxon<br />

54 Compressorkoppeling<br />

aircosysteem<br />

55 Brandstofpomp<br />

56 Ontstekingsvermogen<br />

motorregelmodule/<br />

transmissieregelmodule;<br />

Luchtmassameter<br />

(V6-motor)<br />

. . . 342


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 343 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zekeringenhouder in motorcompartiment<br />

(vervolg)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

57 Luchtkwaliteitssensor;<br />

Hoogteregelaar voor<br />

koplampen; Verwarmde<br />

sproeiermondstukken;<br />

Alarmsirenemodule<br />

58 Grootlicht koplamp,<br />

links<br />

59 Grootlicht koplamp,<br />

rechts<br />

60 Dimmen schakelaar;<br />

Analoge klok<br />

61 Gereguleerde spanningsregeling<br />

accu<br />

62 Ruitenwissermotor<br />

63 Dimlicht koplamp,<br />

rechts<br />

64 Dimlicht koplamp, links<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

65 Motor en schakelaar<br />

achterruitwisser; Achteruitkijkspiegel<br />

binnen<br />

66 Reserve<br />

67 Mistlampen voor<br />

68 Contactschakelaar;<br />

Immobilizermodule<br />

69 Voorzuurstofsensoren ;<br />

Distributie met verstelbare<br />

nokkenassen (V6-<br />

motor); Benzinedampafvoer<br />

koolstofhouder<br />

(V6-motor); Stelklep<br />

inlaatspruitstuk (V6-<br />

motor)<br />

70 Even bobines; Brandstofinjectoren<br />

met even<br />

nummers<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

71 Oneven bobines; Brandstofinjectoren<br />

met oneven<br />

nummers<br />

72 Koelvinrelais; Relais koppeling<br />

aircosysteem;<br />

Zuurstofsensoren in de<br />

stijl; Luchtmassameter<br />

(V8-motor); Benzinedampafvoer<br />

koolstofhouder<br />

(V8-motor)<br />

73 Elektronische<br />

regelmodule<br />

74 Reserve<br />

Stroomonderbrekers<br />

75 Pomp koplampsproeiers<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

343 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 344 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

1<br />

2<br />

3 4 5 6<br />

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19<br />

20 21<br />

22<br />

23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33<br />

Zekeringenhouder achterbank<br />

linkerzijde<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

1 Remlichten voertuig en<br />

aanhanger (Relais)<br />

2 Luchtcompressormotor<br />

elektronische niveauregeling<br />

(Relais)<br />

3 Kentekenverlichting; Markeringslichten<br />

(Relais)<br />

4 Motoren elektrische<br />

raambediening<br />

(Stroomonderbreker)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

5 Reserve (J Case)<br />

6 Stuurwielschakelaars<br />

(Minizekeringen)<br />

7 Entertainmentsysteem<br />

voor achterpassagiers<br />

(Indien van toepassing);<br />

Audiosysteem voor achterpassagiers<br />

(Indien van<br />

toepassing)<br />

(Minizekeringen)<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

8 Televisietuner (Indien van<br />

toepassing)<br />

(Minizekeringen)<br />

9 Schakelaars voor inklappen<br />

stoel; Module<br />

afstandsbedieningssysteem<br />

(Minizekeringen)<br />

10 Audioversterker<br />

(Minizekeringen)<br />

11 Module achterbank ;<br />

Motoren voor inklappen<br />

stoel (Minizekeringen)<br />

. . . 344


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 345 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zekeringenhouder achterbank<br />

linkerzijde (vervolg)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

12 Module bestuurdersportier<br />

(Sloten, Buitenspiegel,<br />

Raamschakelaars)<br />

(Minizekeringen)<br />

13 Remlichten voertuig en<br />

aanhanger<br />

(Minizekeringen)<br />

14 Kentekenverlichting; Markeringslichten<br />

(Minizekeringen)<br />

15 Achterlichten links; Parkeerlichten<br />

linksvoor;<br />

Markeringslichten<br />

(Minizekeringen)<br />

16 Achterlichten rechts; Parkeerlichten<br />

rechtsvoor;<br />

Markeringslichten<br />

(Minizekeringen)<br />

17 Parkeerlichten aanhanger<br />

(Minizekeringen)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

18 Mistlampen achter<br />

(Relais)<br />

19 Reserve (Relais)<br />

20 Reserve (Minizekeringen)<br />

21 Reserve (Minizekeringen)<br />

22 Zekeringtrekker<br />

23 Lamp rechterpositie<br />

(Relais)<br />

24 Parkeerlichten voor en<br />

achter (Relais)<br />

25 Luchtcompressor elektronische<br />

niveauregeling (J<br />

Case)<br />

26 Reserve (Minizekeringen)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

27 Stoel met geheugenmodule;<br />

Module<br />

ultrasoon parkeerhulpsysteem<br />

(Minizekeringen)<br />

28 Achterste contact voor<br />

extra apparaten<br />

(Minizekeringen)<br />

29 Relais parkeerlamp links<br />

(Minizekeringen)<br />

30 Mistlampen achter<br />

(Minizekeringen)<br />

31 Lamp rechterpositie<br />

(Minizekeringen)<br />

32 Reserve (Relais)<br />

33 Kabelboomstekker<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

345 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 346 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

1 2<br />

3 4 5 6<br />

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19<br />

20 21<br />

22<br />

23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33<br />

Zekeringenhouder achterbank<br />

rechterzijde<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

1 Achterruitverwarming<br />

(Relais)<br />

2 Reserve (Relais)<br />

3 Reserve (Relais)<br />

4 Stoelen met elektrische<br />

verstelmogelijkheid<br />

(Stroomonderbreker)<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

5 Module elektrisch<br />

bediend zonnedak (J<br />

Case)<br />

6 Schakelaar achterruitwisser;<br />

Achteruitkijkspiegel<br />

binnen (Minizekeringen)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

7 Centrale vergrendeling<br />

met afstandsbediening;<br />

Neigingshoeksensor;<br />

Alarmsirenemodule;<br />

Bewegingssensor<br />

(Minizekeringen)<br />

8 Reserve (Minizekeringen)<br />

9 Magneetklep ventilatieklep<br />

(Minizekeringen)<br />

. . . 346


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 347 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zekeringenhouder achterbank<br />

rechterzijde (vervolg)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

10 Eenheid elektrisch<br />

bedienbare achterklep<br />

(Minizekeringen)<br />

11 Achterruitverwarming<br />

(Minizekeringen)<br />

12 Reserve (Minizekeringen)<br />

13 Voetruimteverlichting;<br />

Instapverlichtingseenheid;<br />

Richtingaanwijzer<br />

rechts; Herhalingslicht<br />

rechtsvoor<br />

(Minizekeringen)<br />

14 Airconditioningssysteem<br />

achterin het voertuig<br />

(Minizekeringen)<br />

15 Klimaatregelmodule<br />

(Minizekeringen)<br />

16 Verwarmd stuurwiel<br />

(Minizekeringen)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

17 Reserve (Minizekeringen)<br />

18 Sloten achterportier<br />

(Relais)<br />

19 Reserve (Relais)<br />

20 Reserve (Minizekeringen)<br />

21 Reserve (Minizekeringen)<br />

22 Zekeringtrekker<br />

23 Sloten achterportier<br />

(Relais)<br />

24 Aanjagermotor airconditioning<br />

achterin het voertuig;<br />

Ontsteking<br />

klimaatregeling; Zonnedak<br />

(Relais)<br />

25 Motoren elektrisch<br />

bedienbare achterklep (J<br />

Case)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

26 Sloten achterportier<br />

(Minizekeringen)<br />

27 Module passagiersportier<br />

(Sloten, Buitenspiegel,<br />

Raamschakelaars)<br />

(Minizekeringen)<br />

28 Module detectiediagnose;<br />

Inzittendensensor;<br />

Omrolsensor<br />

(Minizekeringen)<br />

29 Reserve (Minizekeringen)<br />

30 Wielophangingsmodule<br />

(Minizekeringen)<br />

31 Uitlaatmagneetklep compressor<br />

elektronische<br />

niveauregeling; Relais<br />

elektronische niveauregeling<br />

(Minizekeringen)<br />

32 Reserve (Relais)<br />

33 Kabelboomstekker<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

347 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 348 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ GLOEILAMPEN<br />

VERVANGEN<br />

Ga naar uw dealer als een gloeilamp<br />

moet worden vervangen.<br />

Hoge ontladingslampen (HID)<br />

(indien van toepassing)<br />

WAARSCHUWING<br />

De hoge-ontladingslampen van<br />

het dimlicht werken onder een<br />

zeer hoge spanning. Probeer de<br />

systeemcomponenten niet zelf te<br />

repareren. U kunt ernstig<br />

gewond raken. Neem contact op<br />

met uw dealer voor onderhoud.<br />

Uw voertuig kan met hoge-ontladingslampen<br />

zijn uitgerust. Als een<br />

gloeilamp van een koplamp is<br />

vervangen, zult u merken dat de<br />

straal iets anders is dan de oorspronkelijke<br />

gloeilamp. Dit is normaal.<br />

Halogeenlampen<br />

WAARSCHUWING<br />

Halogeen gloeilampen bevatten<br />

onder druk staand gas en kunnen<br />

door een val of krassen barsten. U<br />

en anderen kan dan letsel<br />

worden toegebracht. Volg de<br />

instructies op, die op de verpakking<br />

van de gloeilamp staan.<br />

. . . 348


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 349 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

■ SPECIFICATIES EN INHOUDEN<br />

Specificaties van de onderdelen<br />

V6-motor van 3,6 l<br />

Motorcode ....................................................................................................................................................7<br />

Motorvermogen .........................................................................................................190 kW bij 6500 min -1<br />

Motorkoppel ..............................................................................................................339 KW bij 2700 min -1<br />

Luchtfilter voor luchttoevoer interieur<br />

Deeltjes- en geurfilter.................................................................................................88957450 1 /CF130C 2<br />

Deeltjesfilter .................................................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />

Luchtfilter..................................................................................................................... 25798271 1 /A2944C 2<br />

Motoroliefilter ................................................................................................................25177917 1 /PF2129 2<br />

Bougie............................................................................................................................92220447 1 /41-990 2<br />

Elektrodenafstand...............................................................................................................................1,1 mm<br />

Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 140 Nm<br />

1 GM-onderdeelnummer<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

2 AC Delco-onderdelennummer<br />

349 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 350 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Specificaties van de onderdelen (vervolg)<br />

Motor van 4,6 l<br />

Motorcode ....................................................................................................................................................A<br />

Motorvermogen .........................................................................................................239 kW bij 6500 min -1<br />

Motorkoppel ..............................................................................................................427 KW bij 4400 min -1<br />

Luchtfilter voor luchttoevoer interieur<br />

Deeltjes- en geurfilter.................................................................................................88957450 1 /CF130C 2<br />

Deeltjesfilter .................................................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />

Luchtfilter..................................................................................................................... 25798271 1 /A2944C 2<br />

Motoroliefilter ....................................................................................................................89017342 1 /PF61 2<br />

Bougie............................................................................................................................12571535 1 /41-987 2<br />

Elektrodenafstand.............................................................................................................................1,27 mm<br />

Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 140 Nm<br />

1 GM-onderdeelnummer<br />

2 AC Delco-onderdelennummer<br />

. . . 350


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 351 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Inhouden* (richtwaarden)<br />

Brandstoftank.....................................................................................................................................75,7 L<br />

Koelsysteem<br />

Motor van 3,6 l ..............................................................................................................................11,1 L<br />

Motor van 4,6 l ..............................................................................................................................11,8 L<br />

Krukkast (met filter vervangen)<br />

Motor van 3,6 l ................................................................................................................................5,7 L<br />

Motor van 4,6 l ................................................................................................................................7,6 L<br />

Transmissie (Carter verwijderen en vervangen)<br />

Automatische transmissie met 5 versnellingen.................................................................................7,0 L<br />

Automatische transmissie met 6 versnellingen.................................................................................6,3 L<br />

Verdeelbak................................................................................................................................................0,9L<br />

Airconditioningkoelmiddel (R-134a) ........................................................................................................‡ kg<br />

*Alle vloeistofpeilen na het vullen controleren.<br />

‡ Zie voor de hoeveelheid koelvloeistof van het airconditioningssysteem het waarschuwingslabel voor de<br />

koelvloeistof onder de motorkap. Ga voor meer informatie naar uw dealer.<br />

Zie "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" voor meer informatie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

351 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 352 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ BRANDSTOFVERBRUIK EN EMISSIEGEGEVENS<br />

3,6 l motor<br />

Achterwielaandrijving<br />

Allwheel-aandrijving<br />

Brandstofverbruik in stadsverkeer.......................................18,6l/100 km ................................ 18,8l/100 km<br />

Brandstofverbruik snelweg...................................................9,8l/100 km ................................ 10,2l/100 km<br />

Gemiddeld brandstofverbruik ............................................13,0l/100 km ................................ 13,4l/100 km<br />

Stedelijke kooldioxide-emissie..................................................440 g/km ......................................446 g/km<br />

Buitenstedelijke kooldioxide-emissies.......................................234 g/km ......................................243 g/km<br />

Gemengde kooldioxide............................................................309 g/km ......................................317 g/km<br />

4,6 l motor<br />

Brandstofverbruik in stadsverkeer.............................................................................................. 20,5l/100 km<br />

Brandstofverbruik snelweg........................................................................................................ 10,2l/100 km<br />

Gemiddeld brandstofverbruik ................................................................................................... 14,0l/100 km<br />

Stedelijke kooldioxide-emissie.........................................................................................................483 g/km<br />

Buitenstedelijke kooldioxide-emissies..............................................................................................242 g/km<br />

Gemengde kooldioxide...................................................................................................................331 g/km<br />

. . . 352


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 353 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

■ ZORG VOOR DE BUITENKANT<br />

General Motors heeft producten voor onderhoud van de buitenkant en zorg voor uw voertuig.<br />

Neem contact op met uw dealer als u nadere informatie wenst.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

353 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 354 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 355 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

––––<br />

–<br />

5<br />

Werk<br />

zaa<br />

mhe<br />

den<br />

in<br />

noo<br />

dgevallen<br />

Starten met een hulpaccu..................................356<br />

Slepen van de auto.............................................360<br />

Oververhitting van de motor ............................361<br />

Koelvloeistof controleren en bijvullen ................364<br />

Lekke band verwisselen .....................................368<br />

Wiel verwisselen ................................................. 371<br />

Banden en krikuitrusting opbergen.................... 376<br />

De lekke band opbergen ...................................376<br />

Compacte reservewiel opbergen .......................378<br />

De krikuitrusting opbergen................................379<br />

Veiligheidshaak................................................... 380<br />

Compacte reservewiel........................................ 382<br />

Hoofdstuk 5 - Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Als uw voertuig vast komt te zitten ................. 384<br />

Het voertuig voor- en achteruit laten rollen ...... 384<br />

Sleepogen ......................................................... 385<br />

Gegevensverzameling en gegevensrecorders<br />

voor gebeurtenissen ........................................ 386<br />

355 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 356 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

■ STARTEN MET EEN<br />

HULPACCU<br />

Als de accu in het voertuig ontladen<br />

is kunnen een ander voertuig en<br />

hulpstartkabels worden gebruikt om<br />

de motor te starten.<br />

Het andere voertuig moet over een<br />

12 V-accu met een negatieve massa<br />

beschikken.<br />

OPMERKING<br />

Als het andere voertuig niet over<br />

een 12 V-accu met een negatieve<br />

massa beschikt, kunnen beide<br />

voertuigen beschadigd raken.<br />

OPMERKING<br />

De motor zal niet starten door de<br />

auto aan te duwen of te slepen;<br />

hierdoor kan de auto zelfs<br />

worden beschadigd.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een accu kan letsel toebrengen.<br />

Accu's bevatten bijtende vloeistoffen<br />

en elektriciteit die brandwonden<br />

kunnen veroorzaken en<br />

gassen die kunnen exploderen of<br />

vlamvatten. Wees voorzichtig en<br />

volg alle van toepassing zijnde<br />

instructies nauwgezet op als u<br />

nabij een accu werkt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg er voor dat geen accuzuur<br />

met de huid in aanraking kan<br />

komen. Mocht u accuzuur in uw<br />

ogen of op uw huid krijgen, spoel<br />

de plek dan met water en consulteer<br />

onmiddellijk een arts.<br />

Gebruik nabij een accu nooit lucifers<br />

of open vuur. Gebruik een<br />

zaklantaarn als u moet bijlichten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Nieuwe GM-auto's zijn altijd<br />

voorzien van een onderhoudsvrije<br />

accu. Wanneer echter toch<br />

een ander type accu met celdoppen<br />

gemonteerd is, controleer<br />

dan of de cellen voldoende vloeistof<br />

bevatten. Vul bij met water<br />

als het niveau laag staat, zodat er<br />

geen explosieve gassen aanwezig<br />

kunnen zijn.<br />

. . . 356


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 357 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Verricht de volgende handelingen<br />

om uw auto met een hulpaccu te<br />

starten:<br />

OPMERKING<br />

Als deze aanwijzingen niet<br />

worden opgevolgd, kan ernstige<br />

schade aan uw auto tot gevolg<br />

hebben.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

1. Plaats de auto's voldoende<br />

dicht bij elkaar om de hulpstartkabels<br />

te kunnen aansluiten. De<br />

auto's mogen elkaar niet raken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Voorkom dat de auto's in beweging<br />

komen tijdens de handelingen<br />

voor het starten met een<br />

hulpaccu door de parkeerrem<br />

van beide auto's stevig aan te<br />

trekken.<br />

Kies de stand P (parkeren) bij een<br />

voertuig met automatische transmissie<br />

en zet een handgeschakelde<br />

transmissie in N(neutraal)<br />

voordat u de parkeerrem<br />

aantrekt.<br />

2. Zet van beide auto's het contact<br />

uit. Zet de radio's af en schakel<br />

alle lampen uit die niet nodig<br />

zijn.<br />

Verwijder alle accessoires die<br />

eventueel op de aansluiting van<br />

de accessoires zijn aangesloten.<br />

Wanneer u accessoires uitschakelt,<br />

kan vonkvorming worden<br />

voorkomen.<br />

OPMERKING<br />

Een ingeschakelde radio of andere<br />

accessoires kunnen ernstig<br />

worden beschadigd.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

357 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 358 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

3. Open nu de motorkappen en<br />

zoek de externe pluspool (+) en<br />

de externe minpool (-) van de<br />

accu.<br />

WAARSCHUWING<br />

De koelventilator kan zelfs bij stilstaande<br />

motor worden ingeschakeld.<br />

Neem de nodige zorg in<br />

acht nabij een elektrische ventilator<br />

in de motorruimte.<br />

WAARSCHUWING<br />

Ventilatoren of andere bewegende<br />

motoronderdelen kunnen<br />

ernstig letsel veroorzaken. Houdt<br />

uw handen uit de buurt van<br />

bewegende onderdelen, zodra<br />

de motor draait.<br />

De externe minpool (-) vindt<br />

zich op de veerpootkolom in de<br />

motorruimte aan de rechterzijde<br />

van het voertuig<br />

De externe positieve (+) accuklem<br />

bevindt zich aan de zijde<br />

van de zekeringenhouder in de<br />

motorruimte.<br />

Maak steeds gebruik van de positieve<br />

en negatieve accuklemmen<br />

op afstand in plaats van de<br />

accuklemmen op de accu van<br />

de auto.<br />

. . . 358


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 359 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Controleer dat de hulpstartkabels<br />

geen losse of ontbrekende<br />

isolatie hebben. Indien deze kabels<br />

zijn beschadigd, kunt u een<br />

elektrische schok oplopen en<br />

worden de auto's mogelijk<br />

beschadigd.<br />

Sluit positief (+) niet aan op negatief<br />

(-), hierdoor veroorzaakt u<br />

kortsluiting die de accu en mogelijk<br />

andere delen kan<br />

beschadigen.<br />

Sluit de negatieve (-) kabel niet<br />

aan op de negatieve (-) pool van<br />

de ontladen accu, omdat hierdoor<br />

vonken kunnen ontstaan.<br />

7<br />

6 5<br />

4. Sluit de positieve (+) (rode)<br />

kabel aan op de positieve (+)<br />

pool van de ontladen accu.<br />

Gebruik de speciale, op afstand<br />

van de accu gemonteerde startaansluiting<br />

(+) indien uw auto<br />

hiermee is uitgerust.<br />

5. Laat het andere uiteinde niet in<br />

aanraking komen met metaal<br />

en sluit hem dan aan op de<br />

positieve klem (+) van een goed<br />

geladen accu.<br />

Gebruik de speciale, op afstand<br />

van de accu gemonteerde startaansluiting<br />

(+) indien uw auto<br />

hiermee is uitgerust.<br />

4<br />

6. Neem nu de negatieve (-)<br />

(zwarte) kabel. Sluit hem eerst<br />

aan op de negatieve (-) pool<br />

van de geladen accu. Gebruik<br />

de op afstand van de accu aanwezige<br />

accuklem (-) indien uw<br />

auto hiermee is uitgerust. Laat<br />

het andere einde nog niet met<br />

metaal in aanraking komen.<br />

OPMERKING<br />

Sluit de negatieve kabel niet aan<br />

op de elektronische regeleenheid,<br />

de bevestigingsbeugel van<br />

de elektronische regeleenheid of<br />

de kabels die aan de elektronische<br />

regeleenheid zijn<br />

aangesloten.<br />

Maak steeds gebruik van de<br />

externe negatieve accuklem in<br />

plaats van de accuklem op de<br />

accu van uw voertuig.<br />

Sluit de negatieve (-) kabel niet<br />

aan op de negatieve (-) pool van<br />

de ontladen accu, omdat hierdoor<br />

vonken kunnen ontstaan.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

359 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 360 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

7. Bevestig het andere eind van de<br />

negatieve kabel op een zwaar<br />

metalen onderdeel op de<br />

motor van het voertuig met de<br />

ontladen accu of op een<br />

externe negatieve (-) accuklem<br />

indien het voertuig hiermee is<br />

uitgerust.<br />

De kabel moet op een afstand<br />

van tenminste 45 cm van de<br />

ontladen accu worden aangesloten,<br />

maar niet in de omgeving<br />

van bewegende<br />

motoronderdelen.<br />

8. Start de motor van de auto met<br />

de geladen accu. Laat de motor<br />

even draaien.<br />

9. Probeer de motor van het<br />

andere voertuig te starten.<br />

Als de motor na een aantal startpogingen<br />

niet kon worden gestart,<br />

kan onderhoud nodig zijn.<br />

10. Verwijder de startkabels in<br />

omgekeerde volgorde om kortsluiting<br />

te voorkomen.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de startkabels onjuist<br />

worden aangesloten of ontkoppeld,<br />

kan hierdoor kortsluiting<br />

ontstaan waardoor uw voertuig<br />

beschadigd kan raken. Zorg om<br />

kortsluiting te voorkomen dat de<br />

kabels niet met elkaar of andere<br />

metalen delen in aanraking<br />

komen.<br />

De kabels moeten in de juiste<br />

volgorde worden aangesloten of<br />

ontkoppeld.<br />

Als deze aanwijzingen niet<br />

worden opgevolgd, kan ernstige<br />

schade aan uw auto tot gevolg<br />

hebben.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

■ SLEPEN VAN DE AUTO<br />

Uw voertuig mag alleen worden<br />

vervoerd met alle vier wielen van de<br />

grond. Transporteer het voertuig op<br />

een platformwagen.<br />

Neem contact op met uw dealer of<br />

een erkend sleepbedrijf als uw auto<br />

gesleept moet worden.<br />

Zie tevens "Rijden met recreatieve<br />

voertuigen" in hoofdstuk 3.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de portieren vergrendeld<br />

zijn met het alarmsysteem,<br />

dan wordt het alarm geactiveerd<br />

als de auto tijdens het wegslepen<br />

schuin komt te staan.<br />

. . . 360


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 361 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

■ OVERVERHITTING VAN<br />

DE MOTOR<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom van een oververhitte<br />

motor kan ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Blijf bij de<br />

motor vandaan wanneer u<br />

stoom hoort of ziet ontsnappen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Door een oververhitte motor te<br />

laten draaien, zelfs gedurende<br />

korte tijd, kan brand ontstaan<br />

met de mogelijkheid van<br />

verwondingen en/of ernstig<br />

lichamelijk letsel.<br />

Indien u ziet of hoort dat er<br />

stoom uit de motor komt, moet<br />

u onmiddellijk stoppen en de<br />

motor afzetten. Open de motorkap<br />

niet voordat de motor is<br />

afgekoeld.<br />

Laat alle passagiers uit het voertuig<br />

stappen.<br />

Zie onder "Bescherming tegen<br />

oververhitting" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

De koelvloeistoftemperatuurmeter<br />

geeft de temperatuur van de koelvloeistof<br />

aan. Indien de wijzer de<br />

rechterkant van het instrument<br />

bereikt, dan is de motor te heet!<br />

Er wordt een bericht op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

weergegeven en u ziet een waarschuwingslampje<br />

op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Indien u ziet of hoort dat er stoom<br />

uit de motor komt, moet u onmiddellijk<br />

stoppen en de motor afzetten.<br />

Open de motorkap niet voordat<br />

de motor is afgekoeld.<br />

Wanneer er een waarschuwing voor<br />

oververhitting wordt weergegeven<br />

onder het rijden, kan er een<br />

probleem zijn.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

361 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 362 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Als de controlelamp gaat branden<br />

zonder dat stoom zichtbaar is:<br />

1. Schakel de airconditioning uit<br />

en zet de verwarming aan<br />

(hoogste aanjagersnelheid).<br />

Open eventueel de ramen.<br />

2. Schakel in druk verkeer naar N<br />

(neutraal) wanneer u stilstaat.<br />

3. Breng het voertuig zo snel<br />

mogelijk op een veilige plaats<br />

tot stilstand. Laat de motor<br />

enkele minuten stationair<br />

draaien.<br />

Wanneer de oververhittingswaarschuwing<br />

niet meer wordt weergegeven<br />

of de temperatuurmeter voor<br />

de koelvloeistof geen oververhitting<br />

aangeeft, kunt u 10 minuten lang<br />

doorrijden, maar wel bij een lagere<br />

snelheid.<br />

Wanneer de waarschuwing niet<br />

meer wordt weergegeven, kunt u<br />

normaal rijden.<br />

Wanneer de oververhittingswaarschuwing<br />

nog steeds wordt aangegeven,<br />

moet u het voertuig meteen<br />

stilzetten en parkeren.<br />

Als er nog steeds geen stoom zichtbaar<br />

is, laat de motor dan gedurende<br />

ca. 3 minuten stationair draaien.<br />

Wanneer de oververhittingswaarschuwing<br />

niet verdwijnt, schakelt u<br />

de motor uit totdat deze is<br />

afgekoeld.<br />

Zie onder "Bescherming tegen oververhitting"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

A<br />

Sommige voertuigen zijn voorzien<br />

van een door de motor aangedreven<br />

ventilator, naast de elektrische<br />

drukkende ventilatoren die zich<br />

achter de grille van het voertuig<br />

bevinden.<br />

WAARSCHUWING<br />

De elektrische ventilator kan ook<br />

in werking komen wanneer de<br />

motor niet loopt. Kom daarom<br />

niet te dicht in de buurt van de<br />

ventilator.<br />

. . . 362


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 363 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Wanneer de motor oververhit is,<br />

moeten de koelventilatoren werken.<br />

Als dat niet het geval is, moet u de<br />

motor stoppen en het voertuig voor<br />

onderhoud naar de garage<br />

brengen.<br />

Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />

heeft gekookt, draai dan de<br />

dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />

is afgekoeld.<br />

De auto moet op een vlakke ondergrond<br />

worden geplaatst.<br />

Wanneer de motorruimte koel is,<br />

moet het peil bij of boven de markering<br />

FULL COLD/FROID staan.<br />

Lokaliseer het expansievat en volg<br />

de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />

vat en langs zijkant omlaag naar de<br />

horizontale markering.<br />

Als het peil van de koelvloeistof laag<br />

is, kan er een lek in het koelsysteem<br />

zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

Motoronderdelen kunnen zeer<br />

heet zijn. Raak deze niet aan.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat de motor niet lopen indien<br />

er lekkage is. Alle koelvloeistof<br />

kan naar buiten lekken en motorbrand<br />

veroorzaken. U zou brandwonden<br />

kunnen oplopen.<br />

Wanneer koelvloeistof uit de<br />

motor of de radiator lekt, moet<br />

de oorzaak hiervan onmiddellijk<br />

worden verholpen.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de motor zonder koelvloeistof<br />

draait, kan dit ernstige<br />

schade aan de motor tot gevolg<br />

hebben, die niet onder de garantie<br />

valt.<br />

Zie onder "Bescherming tegen<br />

oververhitting" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Zorg dat de motorkoelventilatoren<br />

draaien. Als dat niet het geval is,<br />

moet er onderhoud aan de ventilatoren<br />

worden uitgevoerd.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

363 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 364 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Bescherming tegen<br />

oververhitting<br />

Als de waarschuwing tegen oververhitting<br />

aanhoudt, schakelt de motor<br />

over op een programma waarbij de<br />

verbranding beurtelings in cilindergroepen<br />

plaatsvindt, om zo motorschade<br />

te beperken en u in staat te<br />

stellen met de auto naar het dichtstbijzijnde<br />

servicecentrum te rijden. U<br />

zult wel een aanzienlijk verlies in<br />

motorprestaties opmerken.<br />

Voorkom het rijden van lange<br />

afstanden en/of het rijden met een<br />

aanhanger wanneer in deze stand<br />

wordt gereden.<br />

OPMERKING<br />

Nadat u met deze functie heeft<br />

gereden, moet u de motor laten<br />

afkoelen alvorens reparaties uit te<br />

voeren. Repareer dan de oorzaak<br />

van het koelvloeistofverlies,<br />

ververs de olie.<br />

Koelvloeistof controleren en<br />

bijvullen<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom en hete vloeistof kunnen<br />

uit een heet koelsysteem naar<br />

buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Draai de<br />

dop niet los wanneer de motor<br />

en het koelsysteem heet zijn.<br />

OPMERKING<br />

Dit voertuig heeft een specifieke<br />

vulprocedure voor de koelvloeistof.<br />

Wanneer u deze procedure<br />

niet volgt, dan kan de motor<br />

oververhit en ernstig beschadigd<br />

raken.<br />

Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />

heeft gekookt, draai dan de<br />

dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />

is afgekoeld.<br />

Plaats de auto op vlakke grond.<br />

Het controleren van het koelvloeistofpeil<br />

kan plaatsvinden op de<br />

doorzichtige expansietank zonder<br />

de dop te verwijderen.<br />

Lokaliseer het expansievat en volg<br />

de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />

vat en langs zijkant omlaag naar de<br />

horizontale markering.<br />

Zie het schema voor de motorruimte<br />

in hoofdstuk 4.<br />

. . . 364


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 365 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Wanneer de motorruimte koel is,<br />

moet het peil bij of boven de markering<br />

FULL COLD/FROID staan.<br />

Als het peil van de koelvloeistof laag<br />

is, kan er een lek in het koelsysteem<br />

zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het kan gevaar opleveren indien<br />

alleen water of andere vloeistof<br />

dan de aanbevolen koelvloeistof<br />

wordt toegevoegd. De motor<br />

kan oververhit raken, maar de<br />

waarschuwingslamp gaat niet<br />

branden. De motor kan in brand<br />

vliegen en u of anderen<br />

verwonden.<br />

OPMERKING<br />

Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel<br />

is, kan de vloeistof<br />

bevriezen en de motor en<br />

andere auto-onderdelen laten<br />

barsten.<br />

Deze schade wordt niet door uw<br />

garantie gedekt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />

niet door andere<br />

typen vloeistoffen. De motor kan<br />

in brand vliegen en u of anderen<br />

verwonden.<br />

Mors geen koelvloeistof op hete<br />

motoronderdelen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Onder sommige omstandigheden<br />

is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />

ontvlambaar. Voorkom<br />

brandwonden en zorg dat nooit<br />

koelvloeistof wordt gemorst op<br />

het uitlaatsysteem of op hete<br />

motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />

laat het bijvullen dan uitvoeren<br />

door een vakkundig<br />

automecanicien.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

365 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 366 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

OPMERKING<br />

Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />

niet door andere<br />

typen vloeistoffen. Wanneer u dit<br />

wel doet, kan voortijdige corrosie<br />

ontstaan en de koelvloeistof<br />

moet dan vaker worden ververst.<br />

Schade veroorzaakt doordat niet<br />

de aanbevolen koelvloeistof is<br />

gebruikt, wordt niet gedekt door<br />

de garantie.<br />

Als koelvloeistof zichtbaar is in het<br />

expansietank:<br />

Als er koelvloeistof zichtbaar is in het<br />

reservoir, maar het peil niet bij of<br />

boven de markering FULL COLD/<br />

FROID staat, wacht dan tot de<br />

motor is afgekoeld en voeg daarna<br />

een 50/50-mengsel van schoon<br />

water en DEX-COOL ® toe aan het<br />

koelvloeistofreservoir. Zie "Motorkoelvloeistof"<br />

in het hoofdstuk<br />

"Onderhoud en verzorging".<br />

Als er geen koelvloeistof zichtbaar<br />

is in de expansietank:<br />

Voeg een 50/50 mengsel van<br />

schoon water en DEX-COOL ® -koelvloeistof<br />

toe aan de expansietank.<br />

Zie onder "Koelvloeistof" in het<br />

hoofdstuk "Onderhoud en<br />

verzorging".<br />

Vul koelvloeistof op de volgende<br />

manier bij:<br />

1. De auto moet op een vlakke<br />

ondergrond worden geplaatst.<br />

. . . 366


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 367 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

6. Als het niveau in de expansietank<br />

gedaald is, voegt u meer<br />

koelvloeistofmengsel toe om<br />

het niveau tot de juiste markering<br />

te brengen.<br />

7. Breng de dop weer aan. Zet de<br />

dop stevig vast.<br />

OPMERKING<br />

–<br />

2. Wanneer u de dop wilt verwijderen<br />

als het koelsysteem,<br />

inclusief de dop van het koelvloeistofreservoir<br />

en de bovenste<br />

radiateurslang, is afgekoeld,<br />

dan moet u de dop langzaam<br />

een kwartslag linksom draaien.<br />

3. Indien u een sissend geluid<br />

hoort, moet u wachten tot dat<br />

niet meer hoorbaar is. Het sissende<br />

geluid betekent dat het<br />

systeem nog steeds onder druk<br />

staat. Verwijder vervolgens de<br />

dop.<br />

4. Vul het koelvloeistofreservoir<br />

met het juiste mengsel bij tot<br />

iets boven de markering FULL<br />

COLD/FROID.<br />

5. Als de dop met het drukventiel<br />

is verwijderd, start u de motor<br />

en laat hem lopen tot de<br />

bovenste radiatorslang heet<br />

aanvoelt (let op de<br />

ventilatoren).<br />

Wanneer u met uw gezicht naar<br />

de voorkant van het voertuig<br />

staat, is de bovenste radiateurslang<br />

de grootste slang die aan<br />

de linkerkant uit de radiateur<br />

komt.<br />

De expansietankdop is een dop<br />

met een drukventiel en moet<br />

stevig worden vastgedraaid om<br />

verlies van koelvloeistof en<br />

mogelijke motorschade door<br />

oververhitting te voorkomen.<br />

Controleer dat de dop handvast<br />

is aangedraaid en volledig<br />

aansluit.<br />

8. Start de motor en laat deze<br />

warm worden.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

367 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 368 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

■ LEKKE BAND<br />

VERWISSELEN<br />

WAARSCHUWING<br />

Het uivoeren van onderhoud of<br />

reparaties onder een opgekrikte<br />

auto is gevaarlijk zonder de<br />

vereiste veiligheidsapparatuur en<br />

opleiding.<br />

De bij uw auto geleverde krik is<br />

alleen bedoeld voor het vervangen<br />

van een lekke band en mag<br />

alleen voor dat doel gebruikt<br />

worden.<br />

Als de krik voor iets anders wordt<br />

gebruikt, dan kunnen u of anderen<br />

ernstig gewond raken of<br />

gedood worden als de auto van<br />

de krik af glijdt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Voorkom verdere beschadiging<br />

aan de band en het wiel door<br />

uiterst langzaam naar een vlakke<br />

parkeerplaats te rijden waar u het<br />

wiel kunt verwisselen. Schakel de<br />

waarschuwingsknipperlichten in.<br />

Het verwisselen van een wiel is<br />

niet zonder gevaar. De auto kan<br />

van de krik glijden en zo uzelf of<br />

andere mensen verwonden.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg dat de auto bij het verwisselen<br />

van het wiel niet kan<br />

bewegen:<br />

• Parkeer op vlakke grond.<br />

•Trek de parkeerrem stevig aan.<br />

• Schakel in de stand P<br />

(parkeren).<br />

• Zet de motor af.<br />

• Start de motor niet als het<br />

voertuig omhoog is gekrikt.<br />

• Alle passagiers moeten het<br />

voertuig verlaten voordat het<br />

voertuig omhoog wordt<br />

gekrikt.<br />

• Plaats blokken voor en achter<br />

het wiel dat zich schuin tegenover<br />

het te verwisselen wiel<br />

bevindt.<br />

. . . 368


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 369 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

WAARSCHUWING<br />

Om lichamelijk letsel en beschadiging<br />

van de auto te voorkomen,<br />

mag u het reservewiel<br />

nooit uit de opbergplaats onder<br />

de auto verwijderen of daarin<br />

opbergen wanneer de auto door<br />

de krik wordt gesteund.<br />

Het reservewiel altijd uit de<br />

opbergplaats onder de auto<br />

verwijderen of daarin opbergen<br />

wanneer de auto op de grond<br />

staat.<br />

Verwijder de krik en de het<br />

krikgereedschap.<br />

Het gereedschap bevindt zich in het<br />

achtercompartiment.<br />

Als uw voertuig een bagagebeheersysteem<br />

heeft, verwijder u het<br />

opbergbakje om bij de krik te<br />

komen.<br />

Als uw voertuig zitplaatsen op de<br />

derde rij heeft, moet u het opbergvak<br />

voor de hoofdsteunen verwijderen<br />

voordat u bij de krik kunt<br />

komen.<br />

Het gereedschap (en eventueel het<br />

vak) is met een vleugelmoer<br />

vastgezet.<br />

B<br />

A<br />

1. Draai de moer linksom om<br />

de krik te verwijderen.<br />

2. Verwijder de krik en de wielmoersleutel<br />

.<br />

Verwijder de sleutel uit de<br />

gereedschapstas.<br />

C<br />

C<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

369 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 370 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Reservewiel verwijderen<br />

Het compacte reservewiel bevindt<br />

zich aan de achterzijde van de auto<br />

onder de bodemplaat.<br />

Toegang tot het reservewiel:<br />

1. Open de achterklep.<br />

2. Open de klep van het opbergvak<br />

die zich het dichtst bij de<br />

achterklep bevindt en verwijder<br />

de bak.<br />

3. Bevestig de wielmoersleutel <br />

in de hefinrichting.<br />

A<br />

B<br />

C<br />

4. Draai de wielmoersleutel<br />

linksom om het reservewiel te<br />

laten zakken. Ga hiermee door<br />

tot het reservewiel onder de<br />

auto vandaan kan worden<br />

getrokken.<br />

Als het reservewiel niet tot op de<br />

grond zakt, kan de veiligheidshaak<br />

ele oorzaak zijn.<br />

Kijk onder het voertuig of de kabel<br />

zichtbaar is.<br />

- Als de kabel niet zichtbaar is,<br />

zie dan "Veiligheidshaaksysteem"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor de juiste procedure.<br />

- Als de kabel wel zichtbaar is,<br />

span de kabel dan door de<br />

wielmoersleutel rechtsom te<br />

draaien tot hij twee keer klikt<br />

of twee keer overslaat. De kabel<br />

kan niet te strak worden<br />

gespannen.<br />

Laat de kabel vieren door de<br />

wielmoersleutel drie of vier slagen<br />

linksom te draaien.<br />

Als het reservewiel niet omlaag<br />

komt, zet de kabel dan helemaal<br />

vast en draai hem daarna<br />

minstens twee keer los.<br />

Als het reservewiel nog steeds<br />

niet tot op de grond zakt, zie<br />

dan "Veiligheidshaaksysteem"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Als het reservewiel wel tot op<br />

de grond zakt, ga dan door<br />

met deze procedure.<br />

. . . 370


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 371 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

A<br />

WIEL VERWISSELEN<br />

1. Leg het compacte reservewiel<br />

op de grond bij de lekke band.<br />

B<br />

C<br />

–<br />

5. Als de band helemaal op de<br />

grond staat, kantel dan de houder<br />

op het uiteinde van de<br />

kabel en trek deze door de<br />

wielopening. Trek de band<br />

onder het voertuig vandaan.<br />

6. Draai de kabel vast door de<br />

wielmoersleutel rechtsom te<br />

draaien tot hij twee keer klikt of<br />

twee keer overslaat.<br />

Sla een normale of lege band niet<br />

onder het voertuig op.<br />

Zie "Lekke band opbergen" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het opbergen van een<br />

wiel met normaal formaat of een<br />

lege band.<br />

2. Draai de wielmoeren los met de<br />

wielmoersleutel. Verwijder de<br />

wielmoeren nog niet.<br />

Voorkom dat u de wielmoersleutel<br />

verwijdert terwijl u de<br />

moeren loshaal door de handgreep<br />

van de wielmoersleutel<br />

180° te draaien en daarna de<br />

handgreep weer in de beginstand<br />

te zetten.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

371 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 372 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

3. Bevestig de wielmoersleutel aan<br />

de krik.<br />

4. Zoek het kriksteunpunt dat zich<br />

het dichtst bij het te vervangen<br />

wiel bevindt.<br />

Op de kunststof lijst staan pijlen<br />

die naar inkepingen wijzen, zodat<br />

u de kriksteunpunten gemakkelijker<br />

kunt vinden.<br />

5. Plaats de krik onder het kriksteunpunt<br />

dat zich het dichtst<br />

bij het te vervangen wiel<br />

bevindt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het is gevaarlijk onder de auto te<br />

werken wanneer deze is opgekrikt.<br />

U kunt zwaar gewond<br />

raken of zelfs omkomen,<br />

wanneer de auto van de krik valt.<br />

Werk nooit onder een auto die<br />

alleen wordt ondersteund door<br />

een krik.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer uw voertuig wordt<br />

opgekrikt terwijl de krik niet goed<br />

is geplaatst, kan de auto worden<br />

beschadigd of kan het voertuig<br />

van de krik vallen. Om persoonlijk<br />

letsel en beschadiging van de<br />

auto te voorkomen moet de krikkop<br />

op de juiste plaats zijn<br />

aangebracht voordat de auto<br />

wordt opgekrikt.<br />

WAARSCHUWING<br />

De bij uw auto geleverde krik is<br />

alleen bedoeld voor het vervangen<br />

van een lekke band en mag<br />

alleen voor dat doel gebruikt<br />

worden.<br />

6. Draai de wielmoersleutel naar<br />

rechts om de krik omhoog te<br />

brengen.<br />

7. Breng de krik omhoog totdat<br />

de kop van de krik onder het<br />

voertuig past.<br />

. . . 372


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 373 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

8. Krik vervolgens de auto op tot<br />

er voldoende ruimte is om het<br />

reservewiel aan te brengen.<br />

OPMERKING<br />

Plaats de krik en breng hem omhoog<br />

zodat de sleuven in de kop<br />

in de metalen flens achter het<br />

pijltje op de kunststof lijst past.<br />

Wanneer de portieren zijn<br />

vergrendeld met het alarmsysteem<br />

geactiveerd, dan wordt het<br />

alarm geactiveerd als het voertuig<br />

omhoog wordt gekrikt.<br />

9. Verwijder de wielmoeren en<br />

verwijder het wiel.<br />

10. Verwijder vuil en roest van de<br />

wielbouten, montagevlakken<br />

en reservewiel.<br />

–<br />

–<br />

OPMERKING<br />

–<br />

Raak de kunststof lijst niet aan.<br />

–<br />

–<br />

373 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 374 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer er roest of vuil zit op het<br />

wiel of op die delen van de auto<br />

waarmee het wiel in aanraking<br />

komt, kan dat tot gevolg hebben<br />

dat de wielbouten na verloop<br />

van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />

het wiel geheel loskomen en een<br />

ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />

een wiel verwisselt, maak dan de<br />

plaatsen schoon waar het wiel<br />

met de auto in aanraking komt.<br />

In noodgevallen kunt u daarvoor<br />

een doek of een stuk papier<br />

gebruiken. Zorg er echter voor<br />

dat u later, als dat nodig is, met<br />

behulp van een schraper of een<br />

staalborstel de contactvlakken<br />

goed reinigt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Smeer nooit olie of vet op de<br />

wielbouten of wielmoeren. Hierdoor<br />

zouden de moeren kunnen<br />

losraken. Wanneer als gevolg<br />

hiervan het wiel van de auto<br />

loopt, zou een ernstig ongeval<br />

kunnen ontstaan.<br />

11. Breng het reservewiel aan. 12. Breng de wielmoeren aan met<br />

het afgeronde deel naar het<br />

wiel. Draai de moeren handvast<br />

tot het wiel aanligt tegen de<br />

naaf.<br />

13. Draai de wielmoersleutel<br />

linksom om de auto te laten<br />

zakken.<br />

Laat de krik geheel zakken.<br />

. . . 374


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 375 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

WAARSCHUWING<br />

OPMERKING<br />

5<br />

3<br />

2<br />

14. Draai de wielbouten met de<br />

wielmoersleutel stevig vast in de<br />

hierboven aangegeven<br />

volgorde.<br />

1<br />

4<br />

6<br />

Door verkeerde of niet goed vastgedraaide<br />

wielmoeren kan het<br />

wiel losraken en zelfs van de auto<br />

lopen. Dit zou tot een ernstig<br />

ongeval kunnen leiden. Overtuig<br />

u ervan dat u de juiste wielmoeren<br />

gebruikt. Vooral bij een eventuele<br />

vervanging is het belangrijk<br />

om erop te letten dat u nieuwe<br />

wielmoeren van het juiste type<br />

krijgt. Laat na het monteren van<br />

een wiel de wielmoeren zo spoedig<br />

mogelijk met een momentsleutel<br />

met het voorgeschreven<br />

aanhaalmoment natrekken.<br />

Wanneer de wielmoeren niet met<br />

het juiste aanhaalmoment zijn<br />

vastgezet, kunnen trillingen<br />

ontstaan tijdens het remmen en<br />

kan de remschijf worden beschadigd.<br />

Om kostbare reparaties aan<br />

het remsysteem te voorkomen,<br />

moeten de wielmoeren gelijkmatig<br />

en in de juiste volgorde met<br />

het voorgeschreven aanhaalmoment<br />

worden vastgezet.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

Zie "Specificaties en inhouden" in<br />

hoofdstuk 4 voor het juiste<br />

aanhaalmoment van de<br />

wielmoeren.<br />

–<br />

–<br />

375 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 376 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Plaats geen wieldop op een<br />

compact reservewiel. Berg de<br />

wieldop in de bagageruimte op tot<br />

de lekke band gerepareerd of<br />

vervangen is.<br />

Berg de krikuitrusting op in de daartoe<br />

bestemde opbergvakken.<br />

Opmerking:<br />

U kunt een wiel met normaal<br />

formaat niet onder het voertuig<br />

opbergen. Het moet in het voertuig<br />

worden opgeborgen. Zie<br />

"Lekke band opbergen" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

Als u een compact reservewiel onder<br />

de achterzijde van het voertuig wilt<br />

opbergen, zorg dan dat het ventiel<br />

van de band naar beneden wijst en<br />

zich aan de achterzijde van de auto<br />

bevindt.<br />

Zie "Opslag van het compacte reservewiel"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

BANDEN EN KRIKUITRUS-<br />

TING OPBERGEN<br />

De lekke band opbergen<br />

WAARSCHUWING<br />

Het in de passagiersruimte<br />

opbergen van de krik, een wiel of<br />

andere uitrusting kan lichamelijk<br />

letsel veroorzaken. Bij een noodstop<br />

of een ongeval kan losliggend<br />

gereedschap iemand<br />

raken. Berg het daarom op de<br />

daarvoor aangewezen plaatsen<br />

op.<br />

. . . 376


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 377 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Auto's met derde rij zitplaatsen<br />

1. Berg alle krikgereedschap op in<br />

het opbergvak en plaats het<br />

deksel van het opbergvak terug.<br />

2. Gebruik bij voertuigen met zitplaatsen<br />

op de derde rij de<br />

knop voor de elektrisch bedienbare<br />

stoelen bij de achterklep<br />

om de zitplaatsen van de derde<br />

rij te kantelen.<br />

3. Plaats de lekke band in de<br />

opbergzak en plaats de band<br />

rechtop tegen de derde rij<br />

zitplaatsen.<br />

4. Leid de bevestigingsband door<br />

de band en bevestig de band in<br />

de snoerbanden voor de<br />

bagage achter in het voertuig.<br />

5. Zet de bevestigingsband vast.<br />

Voertuigen zonder derde rij zitplaatsen/met<br />

een vlakke<br />

laadvloer<br />

1. Berg alle krikgereedschap op in<br />

het opbergvak en plaats het<br />

deksel van het opbergvak terug.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

2. Plaats de lekke band in de<br />

opbergzak en leg de band horizontaal<br />

op de vloer achter in<br />

het voertuig.<br />

–<br />

3. Leid de bevestigingsband door<br />

de band en bevestig de band in<br />

de snoerbanden voor de<br />

bagage achter in het voertuig.<br />

–<br />

4. Zet de bevestigingsband vast.<br />

377 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 378 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Compacte reservewiel<br />

opbergen<br />

WAARSCHUWING<br />

Het onder de bodemplaat<br />

gemonteerd compacte reservewiel<br />

moet met het ventiel<br />

omlaag worden opgeborgen. Als<br />

de band met het ventiel omhoog<br />

wordt opgeborgen, werkt de<br />

veiligheidshaak niet correct en<br />

kan het reservewiel losraken en<br />

plotseling van het voertuig<br />

vallen.<br />

Als dit gebeurt wanneer het voertuig<br />

rijdt, kan de band een<br />

persoon of ander voertuig raken,<br />

waardoor er letsel en schade<br />

ontstaat. Zorg ervoor dat het<br />

onder de bodemplaat gemonteerd<br />

reservewiel met het ventiel<br />

omlaag is opgeborgen.<br />

U kunt de band als volgt weer onder<br />

het voertuig in de reservewielhouder<br />

plaatsen:<br />

1. Leg de band op de grond aan<br />

de achterzijde van het voertuig.<br />

Zorg dat het ventiel van de<br />

band naar beneden en naar de<br />

achterzijde van het voertuig<br />

wijst, zodat u er gemakkelijk bij<br />

kunt als u de bandenspanning<br />

wilt controleren.<br />

2. Bevestig de wielmoersleutel in<br />

de as van de hefinrichting.<br />

3. Draai de wielmoersleutel<br />

linksom om de kabel te laten<br />

zakken.<br />

4. Kantel de houder op het uiteinde<br />

van de kabel en druk<br />

deze door de wielopening.<br />

Zorg dat de houder volledig aan<br />

de onderzijde van het wiel is<br />

bevestigd.<br />

5. Draai de wielmoersleutel naar<br />

rechts om de krik van de grond<br />

te halen.<br />

6. Vlak voordat het wiel volledig is<br />

opgetild in de opbergpositie,<br />

moet u het wiel dusdanig<br />

draaien dat het ventiel naar de<br />

achterzijde van het voertuig<br />

wijst.<br />

Het ventiel is gemakkelijk toegankelijk<br />

wanneer u de bandenspanning<br />

moet controleren.<br />

. . . 378


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 379 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

7. Blijf de wielmoersleutel draaien<br />

totdat de band tegen de onderzijde<br />

van het voertuig ligt.<br />

8. Wanneer het wiel tegen de<br />

onderkant van de auto ligt,<br />

moet u de wielmoersleutel verder<br />

draaien tot u meer dan<br />

twee klikken hoort of de sleutel<br />

tweemaal voelt overslaan. Het is<br />

niet mogelijk de hefinrichting te<br />

stevig vast te draaien.<br />

9. Probeer de band met uw handen<br />

te verplaatsen om er zeker<br />

van te zijn dat de band stevig<br />

vastzit.<br />

Wanneer de band beweegt,<br />

kunt u de wielmoersleutel gebruiken<br />

om de kabel vast te<br />

draaien.<br />

De krikuitrusting opbergen<br />

1. Doe de sleutel terug in de<br />

opbergzak.<br />

2. Monteer de opbergzak en de<br />

krik samen met de vleugelmoer.<br />

Het gereedschap (en eventueel<br />

het vak) is met een vleugelmoer<br />

vastgezet.<br />

3. Draai de vleugelmoer rechtsom.<br />

4. Berg de krikuitrusting op in de<br />

daartoe bestemde<br />

opbergvakken.<br />

- Als uw voertuig een bagagebeheersysteem<br />

heeft, verwijder<br />

dan het opbergbakje om<br />

bij het opbergvak te komen.<br />

- Als uw voertuig zitplaatsen op<br />

de derde rij heeft, moet u het<br />

opbergvak voor de hoofdsteunen<br />

verwijderen om bij het opbergvak<br />

te komen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

379 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 380 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

VEILIGHEIDSHAAK<br />

De veiligheidshaak is ontworpen om<br />

te voorkomen dat het reservewiel<br />

plotseling van het voertuig valt als<br />

de kabel waarmee het reservewiel is<br />

bevestigd, beschadigd raakt.<br />

Teneinde de veiligheidshaak te laten<br />

werken, moet de band worden<br />

opgeborgen met het ventiel<br />

omlaag.<br />

WAARSCHUWING<br />

Lees alle instructies voordat u aan<br />

de procedure begint. Nalatigheid<br />

bij het doorlezen en opvolgen<br />

van de instructies kan schade<br />

veroorzaken aan de hefinrichting<br />

en u of anderen kunnen gewond<br />

raken.<br />

Voer de volgende procedure uit om<br />

het reservewiel uit de tweede<br />

vergrendeling los te maken:<br />

1. Kijk onder het voertuig of de<br />

kabel zichtbaar is.<br />

2. Als de kabel niet zichtbaar is, ga<br />

dan door naar stap 4.<br />

3. Wanneer de kabel zichtbaar is,<br />

plaatst u de sleutel op de<br />

hijsmoer.<br />

Draai de moersleutel linksom tot<br />

ongeveer 15 cm van de kabel<br />

zichtbaar is.<br />

4. Bevestig de wielmoersleutel aan<br />

de krik.<br />

Breng de krik minstens 10 slagen<br />

omhoog.<br />

5. Plaats de krik onder het voertuig<br />

voor de achterbumper.<br />

Plaats het middelste hefpunt<br />

van de krik onder het midden<br />

van het reservewiel.<br />

. . . 380


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 381 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

6. Draai de moersleutel rechtsom<br />

om de krik omhoog te brengen<br />

tot de krikkop de veiligheidshaak<br />

raakt.<br />

7. Blijf de krik omhoog bewegen<br />

tot het reservewiel niet verder<br />

omhoog beweegt en stevig op<br />

zijn plaats wordt gehouden.<br />

De veiligheidshaak moet dan vrij<br />

komen.<br />

8. Laat de krik zakken door de<br />

moersleutel linksom te draaien.<br />

Laat de krik zakken tot het reservewiel<br />

op de moersleutel steunt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Als het reservewiel niet volledig<br />

van de krik afglijdt, zorg er dan<br />

voor dat er zich niemand achter<br />

of links of rechts van u bevindt als<br />

u de krik onder het reservewiel<br />

vandaan trekt. Iemand die te<br />

dichtbij staat kan tijdens deze<br />

procedure gewond raken door<br />

de krik.<br />

9. Trek het wiel onder het voertuig<br />

vandaan.<br />

10. Verwijder de krik en de<br />

wielmoersleutel.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

381 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 382 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

11. Als de band volledig omlaag is<br />

gebracht, kantel de houder bij<br />

het uiteinde van de kabel en<br />

trek deze door de wielopening.<br />

12. Als de kabel onder het voertuig<br />

hangt, bevestig dan de wielmoersleutel<br />

op de hefinrichtingsas<br />

en draai de<br />

wielmoersleutel rechtsom om<br />

de kabel op te winden.<br />

Laat de hefinrichtingsvoorziening<br />

zo spoedig mogelijk nakijken.<br />

Er kan pas een compact<br />

reservewiel worden opgeborgen<br />

als de hefinrichtingsvoorziening<br />

is gerepareerd of<br />

vervangen.<br />

Als u een lekke band moet verwisselen,<br />

kunt u nu beginnen met de<br />

procedure die eerder in dit hoofdstuk<br />

onder "Wiel verwisselen" werd<br />

beschreven.<br />

COMPACTE RESERVEWIEL<br />

Hoewel het compacte reservewiel<br />

op de juiste spanning is gebracht<br />

toen het voertuig nieuw was, kan de<br />

spanning na verloop van tijd afnemen.<br />

Controleer regelmatig de<br />

bandenspanning. De juiste spanning<br />

is 420 kPa (60 psi). Met het<br />

compacte reservewiel mag niet<br />

harder dan 105 km/u en meer dan<br />

5000 km worden gereden. We<br />

raden u aan het compacte reservewiel<br />

zo snel mogelijk te vervangen<br />

door een wiel van normale grootte.<br />

Het reservewiel gaat dan langer mee<br />

en is in goede staat wanneer het<br />

weer moet worden gebruikt.<br />

Wanneer u een compact reservewiel<br />

heeft gemonteerd of verwijderd,<br />

moet u het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning kalibreren. Zie<br />

"Controle systeem voor de bandenspanning"<br />

onder "Banden" in hoofdstuk<br />

4.<br />

. . . 382


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 383 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

WAARSCHUWING<br />

Monteer niet meer dan één<br />

compact reservewiel tegelijk op<br />

uw voertuig.<br />

Rij voorzichtig wanneer het<br />

compacte reservewiel op de auto<br />

gemonteerd is.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik uw reservewiel niet voor<br />

andere voertuigen.<br />

Vervang de compacte reserveband<br />

of het wiel niet met andere wielen of<br />

banden. Deze zullen niet passen.<br />

Houd uw reserveband en de velg<br />

ervan bij elkaar.<br />

OPMERKING<br />

Sneeuwkettingen passen niet op<br />

uw compacte reservewiel.<br />

Wanneer u ze toch gebruikt, kan<br />

er schade ontstaan aan zowel het<br />

voertuig als aan de ketting. Maak<br />

geen gebruik van sneeuwkettingen<br />

op uw compacte<br />

reservewiel.<br />

–<br />

Rijd nooit een wasstraat met<br />

beschermende wielrails binnen<br />

wanneer het compacte reservewiel<br />

is gemonteerd. Het compacte<br />

reservewiel kan dan klem<br />

komen te zitten. Dit kan beschadiging<br />

van de band, de velg en<br />

soms ook andere onderdelen van<br />

het voertuig tot gevolg hebben.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

383 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 384 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

■ ALS UW VOERTUIG<br />

VAST KOMT TE ZITTEN<br />

Als uw voertuig vast komt te zitten<br />

in zand, modder, ijs of sneeuw moet<br />

u de wielen laten doorslippen.<br />

U moet de wielen echter niet te snel<br />

laten doorslippen.<br />

Het tractieregelsysteem kan vaak<br />

helpen een vastgelopen voertuig los<br />

te krijgen.<br />

Het kan echter mogelijk zijn dat u<br />

het voertuig heen en weer moet<br />

laten rollen om het los te krijgen.<br />

Zie "Het voertuig voor- en achteruit<br />

laten rollen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u uw wielen met een te hoge<br />

snelheid laat doorslippen,<br />

kunnen ze exploderen. U kunt zo<br />

uzelf of anderen letsel toebrengen.<br />

Daarnaast kunnen ook de<br />

transmissie of andere onderdelen<br />

van het voertuig oververhit raken<br />

en motorbrand of andere schade<br />

veroorzaken.<br />

Als het voertuig vast komt te<br />

zitten, moet u de wielen zo min<br />

mogelijk laten doorslippen. Laat<br />

de wielen niet doorslippen met<br />

snelheden van meer dan 55 km/<br />

u, zoals op de snelheidsmeter<br />

wordt aangegeven.<br />

Voor informatie over het gebruik<br />

van sneeuwkettingen, zie "Sneeuwkettingen"<br />

onder "Banden" in<br />

hoofdstuk 4.<br />

Het voertuig voor- en achteruit<br />

laten rollen<br />

Uw voertuig los krijgen als deze vast<br />

zit:<br />

1. Draai het stuurwiel naar links en<br />

naar rechts om het gebied rond<br />

de voorwielen vrij te maken.<br />

2. Schakel het tractieregelsysteem<br />

en het Stabilitrak-systeem uit.<br />

Zie hoofdstuk 1 voor meer informatie<br />

over het in- en uitschakelen<br />

van het tractieregel- en<br />

stabiliteitssysteem.<br />

. . . 384


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 385 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

3. Schakel de transmissie heen en<br />

weer tussen R (Achteruit) en<br />

een voorwaartse versnelling,<br />

waarbij de wielen zo min<br />

mogelijk moeten doorslippen.<br />

Wacht tot de wielen stoppen<br />

met draaien en schakel daarna<br />

pas om slijtage aan de transmissie<br />

te voorkomen.<br />

Laat het gaspedaal los terwijl u<br />

schakelt en drukt het iets in<br />

wanneer u hebt geschakeld.<br />

Door de heen-en-weer-beweging<br />

komt het voertuig wellicht vrij.<br />

Als dit niet lukt, moet u het voertuig<br />

los laten trekken.<br />

Sleepogen<br />

Uw voertuig kan uitgerust zijn met<br />

een sleepoog.<br />

De haak zit in de opbergruimte voor<br />

de krik.<br />

De haak kan aan de voorzijde van<br />

het voertuig aan de rechterzijde of<br />

aan de achterzijde van het voertuig<br />

aan de linkerzijde worden<br />

bevestigd.<br />

Verwijder het kapje uit de lijst en<br />

schroef de haak op zijn plaats.<br />

U kunt deze haak gebruiken<br />

wanneer de auto vastzit in zand,<br />

modder of sneeuw, enz.<br />

WAARSCHUWING<br />

Trek de auto altijd rechtuit. Trek<br />

nooit in zijwaartse richting aan<br />

de sleepogen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Houd mensen uit de buurt van<br />

de sleepogen en eventueel<br />

gebruikte kettingen of kabels als<br />

u deze gebruikt.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik de sleepogen nooit om<br />

de auto te laten wegslepen. De<br />

auto kan dan worden beschadigd<br />

en reparaties vallen niet<br />

onder garantie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

385 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 386 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

■ GEGEVENSVERZAME-<br />

LING EN GEGEVENSRE-<br />

CORDERS VOOR<br />

GEBEURTENISSEN<br />

Uw voertuig is voorzien van computermodules<br />

die de voertuigsystemen<br />

en prestaties volgen en regelen.<br />

Deze modules kunnen deze informatie<br />

voor later gebruik opslaan.<br />

De opgeslagen informatie kan<br />

worden gebruikt bij de diagnose en<br />

reparatie van storingen. De informatie<br />

kan ook worden gebruikt om de<br />

rijveiligheidheid en prestaties bij<br />

aanrijdingen te verbeteren.<br />

Sommige modules kunnen ook<br />

gegevens opslaan over hoe u met<br />

het voertuig omgaat, zoals het<br />

brandstofverbruik of de gemiddelde<br />

rijsnelheid.<br />

Deze modules kunnen ook persoonlijke<br />

voorkeuren van de eigenaar<br />

opslaan, zoals voorkeurinstellingen<br />

voor de radio, zitposities en<br />

temperatuurinstellingen.<br />

De gegevensrecorders voor gebeurtenissen<br />

in uw voertuig zijn bedoeld<br />

om gegevens over de voertuigdynamica<br />

en veiligheidssystemen op te<br />

slaan.<br />

Tijdens een aanrijding kan uw voertuig<br />

informatie opslaan over de<br />

toestand van het voertuig, hoe het<br />

voertuig werd gebruikt en wat de<br />

verschillende veiligheidssystemen<br />

deden.<br />

Gegevens worden alleen opgeslagen<br />

wanneer er zich een ernstige<br />

aanrijding voordoet.<br />

In de meeste gevallen wordt er<br />

slechts 30 seconden informatie<br />

opgeslagen.<br />

Er is speciale apparatuur nodig om<br />

deze gegevens op te halen.<br />

Ordehandhavingsinstanties of anderen<br />

kunnen apparatuur hebben<br />

waarmee deze informatie kan<br />

worden opgevraagd wanneer zij<br />

toegang hebben tot het voertuig of<br />

het apparaat waarmee deze gegevens<br />

worden opgeslagen.<br />

Er worden geen persoonlijke gegevens<br />

opgeslagen door de gegevensrecorders<br />

voor gebeurtenissen,<br />

maar ordehandhavingsinstanties of<br />

anderen kunnen de gegevens opgeslagen<br />

in uw voertuig combineren<br />

met persoonlijk informatie die altijd<br />

bij een aanrijding wordt verzameld.<br />

. . . 386


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 387 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

GM kan alleen toegang tot deze<br />

informatie krijgen met toestemming<br />

van de eigenaar of huurder van het<br />

voertuig, in reactie op een officieel<br />

verzoek van de politie of andere<br />

autoriteiten, als onderdeel van de<br />

verdediging tijdens een proces of<br />

wanneer vereist door de wet.<br />

De gegevens die GM verzamelt of<br />

ontvangt kunnen ook worden<br />

gebruikt voor onderzoek door GM<br />

of kunnen aan anderen beschikbaar<br />

worden gesteld voor onderzoek,<br />

wanneer is aangetoond dat dit<br />

nodig is en de gegevens niet aan<br />

een specifiek voertuig of een specifieke<br />

eigenaar kunnen worden<br />

gekoppeld.<br />

Bij voertuigen met navigatiesysteem<br />

kan daarnaast de volgende informatie<br />

worden opgeslagen:<br />

• Adressen<br />

• Bestemmingen<br />

• Telefoonnummers<br />

• Andere reisinformatie<br />

Raadpleeg de afzonderlijke handleiding<br />

voor het navigatiesysteem voor<br />

instructies voor het verwijderen van<br />

de opgeslagen informatie.<br />

Sommige voertuigen gebruiken<br />

identificatietechnologie via radiofrequenties<br />

voor functies zoals het<br />

controlesysteem voor de bandenspanning<br />

en afstandsbedieningssystemen.<br />

Bij deze technologie wordt<br />

geen persoonlijke informatie<br />

gebruikt of opgeslagen of een<br />

koppeling naar andere systemen<br />

met dit soort informatie gemaakt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

387 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 388 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 389 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

A<br />

Aanhanger - aanhanger parkeren op hellingen .......284<br />

Aanhanger - aanhangerremmen .............................283<br />

Aanhanger - rijden met een aanhanger ...................277<br />

Aanhanger - trekhaak ..............................................283<br />

Aanhanger - veiligheidskettingen ............................283<br />

Aanhanger trekken - onderhoud tijdens het rijden<br />

met een aanhanger ...............................................285<br />

Aanhanger trekken - richtingaanwijzers aanhanger .284<br />

Aanpassingen ...........................................................290<br />

Aansluiting - negatieve externe accuklem .......297, 298<br />

Aansluiting elektrische accessoires .............................83<br />

Aansteker .................................................................177<br />

ABS ..........................................................................272<br />

ABS - waarschuwingslamp .........................................32<br />

Accessoires ...............................................................290<br />

Accessoires - accessoirevoeding ...................... 178, 247<br />

Accu ....................................................... 297, 298, 314<br />

Accu - afzonderlijke positieve accuklem ..........297, 298<br />

Accu - beheer elektrisch vermogen ..........................179<br />

Accu - bescherming tegen leeglopen accu ..............178<br />

Accu - controlelamp laadstroom ................................29<br />

Accu - negatieve externe accuklem ................ 297, 298<br />

Accu - spanning .........................................................46<br />

Accu - starten met hulpaccu ....................................356<br />

Accuklemmen - positieve externe accuklem ...297, 298<br />

Achter - bagagebeheersysteem ...............................177<br />

Achter - laadruimte ..................................................168<br />

Achterklep ................................................................168<br />

Achterruit - verwarming .......................................... 100<br />

Achterruit - wis-/wasinstallatie ................................. 149<br />

Afdekhoes - bagageafdekhoes ................................. 177<br />

Afstandsbediening -<br />

akkoordcode voor zenderfrequenties .................... 242<br />

Afstandsbediening - batterij vervangen ................... 241<br />

Afstandsbediening -<br />

bereik van de afstandsbediening .......................... 240<br />

Afstandsbediening -<br />

het voertuig starten op afstand .......................62, 242<br />

Airbag ...................................................................... 202<br />

Airbag - aan/uit-indicator ..................................37, 214<br />

Airbag - passagiersdetectiesysteem ......................... 209<br />

Airbag - waarschuwingslamp ..............................36, 70<br />

Airbags - passagiersdetectiesysteem ........................ 209<br />

Airbagsysteem - aan/uit-indicator van ...............37, 214<br />

Airbagsysteem - Passagiersdetectiesysteem ............. 209<br />

Airconditioning - achter .......................................... 101<br />

Airconditioning -<br />

airconditioning met temperatuurregeling ........24, 92<br />

Airconditioning - airconditioning met twee zones .... 92<br />

Airconditioning - koelmiddel ................................... 351<br />

Airconditioning met twee zones ............................... 92<br />

Airconditioningsstand ............................................... 97<br />

Allwheel-aandrijving - verdeelbak-smeermiddel ...... 308<br />

Allwheel-aandrijving - voorschriften voor het rijden<br />

met auto's met allwheel-aandrijving ..................... 257<br />

Antenne .................................................................. 138<br />

Antidiefstal - indringingssensor ............................... 236<br />

389 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 390 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

A (vervolg)<br />

Antidiefstal - uitschakelknop indringingssensor .......236<br />

Anti-diefstalsysteem - anti-diefstalsysteem ...............234<br />

Anti-diefstalsysteem - immobilisatiesysteem ............232<br />

Armsteun - middenconsole ......................................175<br />

As - maximaal toegestane voor- en ..........................277<br />

As - smeermiddel achteras .......................................310<br />

As - smeermiddel vooras ..........................................309<br />

Asbak ................................................................ 24, 177<br />

Audio .........................................................................24<br />

Audio - antenne .......................................................138<br />

Audio - beveiliging tegen diefstal ............................136<br />

Audio - CD-speler ....................................................121<br />

Audio - Draagbaar muziekapparaat .........................135<br />

Audio - eigenschappen en bediening van het RDS ..115<br />

Audio -<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers ........138<br />

Audio - geluidsinstallatie voor achterpassagiers .......139<br />

Audio - radiotoetsen ................................................109<br />

Audio - radiotoetsen op het stuurwiel .....................137<br />

Audio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler<br />

voor 1 of 6 cd's ......................................................104<br />

Audio - Zorg voor uw cd's .......................................136<br />

Audio - Zorg voor uw cd-speler ...............................136<br />

Auto - heen en weer rollen ......................................384<br />

Automatisch koplampsysteem ...................................86<br />

Automatische niveauregeling ..................................274<br />

Automatische stabilisatieregeling .............................274<br />

B<br />

Bagage - achterste laadruimte ................................. 168<br />

Bagage - bagageafdekhoes ..................................... 177<br />

Bagage - bagagebeheersysteem ............................. 177<br />

Bagage - bagagenet ................................................ 176<br />

Bagage - bagagerek ................................................ 175<br />

Bagage - identificatieplaatje .................................... 276<br />

Bagage - informatieplaatje voor banden ................. 276<br />

Bagage - maximaal toegestane voor- en ................. 277<br />

Bagage - voertuig beladen ................................14, 275<br />

Bagagerek - bagagerek ............................................ 175<br />

Banden .................................................................... 320<br />

Banden - banden opbergen .................................... 378<br />

Banden - banden vervangen ................................... 329<br />

Banden - compacte reservewiel .............................. 382<br />

Banden - controle bandenspanning .......................... 48<br />

Banden - controlesysteem bandenspanning ........... 323<br />

Banden - displays controle bandenspanning ............ 48<br />

Banden - hogere snelheden .................................... 322<br />

Banden - informatieplaatje voor banden ................. 276<br />

Banden - inspecteren en verwisselen van de banden 328<br />

Banden - lampje lage bandenspanning ...............39, 65<br />

Banden - op spanning brengen .............................. 321<br />

Banden - opbergen van het wiel ..........5, 18, 368, 371<br />

Banden - opslag van het compacte reservewiel ...... 378<br />

Banden - opslag van wiel ........................................ 376<br />

Banden - reservewiel ............................5, 18, 368, 371<br />

Banden - sneeuwkettingen ...................................... 332<br />

. . . 390


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 391 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

B (vervolg)<br />

Banden - veiligheidshaak reservewiel .......................380<br />

Banden - wiel met lekke band<br />

vervangen ................................ 5, 18, 349, 350, 368<br />

Banden - wiel verwisselen ........................................371<br />

Banden -<br />

wieluitlijning en uitbalancering van de wielen ......333<br />

Banden - winterbanden ...........................................332<br />

Bedieningsorganen - bedieningsorganen op<br />

dashboard en middenconsole .................................24<br />

Bedieningsorganen - bedieningsorganen op<br />

stuurwiel/stuurkolom ............................................144<br />

Beheer elektrisch vermogen .....................................179<br />

Bekerhouders ...........................................................176<br />

Beladen - identificatieplaatje ....................................276<br />

Beladen - maximaal toegestane voor- en ................277<br />

Beladen - voertuig beladen ............................... 14, 275<br />

Belading - informatieplaatje voor banden ................276<br />

Benzine - brandstof tanken ......................................293<br />

Bergruimte - bagageafdekhoes ................................177<br />

Bergruimte - handschoenenkastje .................... 24, 176<br />

Bergvakken ..............................................................175<br />

Bergvakken - bagagenet ..........................................176<br />

Bergvakken - bekerhouders .....................................176<br />

Bergvakken - handschoenenkastje .................... 24, 176<br />

Bergvakken - laadruimte achterin ............................168<br />

Beschikbaarheid Radio Data System ........................114<br />

Beveiliging - anti-diefstalsysteem .............................234<br />

Beveiliging - immobilisatiesysteem ..........................232<br />

Bougies ........................................................... 349, 350<br />

Brandstof ................................................................. 291<br />

Brandstof - brandstofbereik ....................................... 44<br />

Brandstof - brandstofmeter ....................................... 27<br />

Brandstof - brandstoftank ........................................ 351<br />

Brandstof - brandstofverbruik en emissiegegevens . 352<br />

Brandstof - brandstofverbruik op het moment .......... 44<br />

Brandstof - gemiddeld brandstofverbruik .................. 44<br />

Brandstof - tanken ................................................... 293<br />

Brandstof - Verbruikte brandstof ............................... 45<br />

C<br />

Cd - Zorg voor uw cd's ........................................... 136<br />

Cd - Zorg voor uw cd-speler ................................... 136<br />

CD-speler ....................................................... 118, 121<br />

Cd-speler - cd's met MP3- of<br />

WMA-bestanden afspelen ..................................... 125<br />

Centrale portiervergrendeling -<br />

akkoordcode voor zenderfrequenties .................... 242<br />

Centrale portiervergrendeling met<br />

afstandsbediening - akkoordcode voor<br />

zenderfrequenties ................................................. 242<br />

Claxon ...............................................................24, 144<br />

Compact Disc - RDS-geluidsinstallatie met<br />

cd-speler voor 1 of 6 cd's ...................................... 104<br />

Console - middenconsole ........................................ 175<br />

Controlelamp - controlelamp ABS ............................. 32<br />

Controlelamp - controlelamp airbag ...................36, 70<br />

Controlelamp - controlelamp alarmsysteem ............. 37<br />

391 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 392 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

C (vervolg)<br />

Controlelamp - controlelamp cruise control ..............39<br />

Controlelamp - controlelamp laadsysteem ................29<br />

Controlelamp - controlelamp mistlampen .................38<br />

Controlelamp - controlelamp mistlampen achter ......38<br />

Controlelamp - controlelamp tractieregelsysteem .....35<br />

Controlelamp - controlelamp voor voertuigstoring ...33<br />

Controlelamp - waarschuwingslamp motoroliedruk .28<br />

Controlelamp - waarschuwingslamp remsysteem .....31<br />

Controlelamp - waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur .........................................30<br />

Controlelamp - waarschuwingslamp voor niet<br />

dragen veiligheidsgordel ................................ 36, 200<br />

Controlelamp - waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />

verlichting ...............................................................38<br />

Controlelamp alarmsysteem ......................................37<br />

Controlelamp remsysteem .........................................31<br />

Controlelamp voor voertuigstoring ...........................33<br />

Controlelampje - waarschuwingslampje voor<br />

veiligheidsgordel passagier ............................. 37, 200<br />

Cruise control ..........................................................151<br />

Cruise control - controlelamp ....................................39<br />

D<br />

Dak - bagagerek ......................................................175<br />

Dak - enkel zonnedak ..............................................172<br />

Dak - hoofdruimte en dak ........................................171<br />

Dakconsole - bagagerek ..........................................175<br />

Dakconsole - enkel zonnedak ..................................172<br />

Dakconsole - hoofdruimte en dak ........................... 171<br />

Dashboard - instrumentengroep .........................24, 26<br />

Display - informatiecentrum voor de bestuurder ...... 27<br />

Displays - display in Engels ........................................ 51<br />

E<br />

Eenheden - Engels/Metrisch ...................................... 47<br />

Eigenschappen - bijzondere eigenschappen ............. 50<br />

Elektriciteit - accessoirevoeding ...................... 178, 247<br />

Elektriciteit - zekeringen en stroomonderbrekers ..... 338<br />

Elektriciteit - zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment ............................297, 298, 341<br />

Elektrisch - zekeringenhouder achterbank<br />

linkerzijde .............................................................. 344<br />

Elektrisch - zekeringenhouder achterbank<br />

rechterzijde ........................................................... 346<br />

Elektrische aansluiting - elektrische accessoires .......... 83<br />

Elektrische accessoires - elektrische aansluiting .......... 83<br />

Emissies - brandstofverbruik en emissiegegevens .... 352<br />

Engelse eenheden ..................................................... 47<br />

F<br />

Filter - luchtfilter voor luchttoevoer<br />

interieur ..................... 102, 297, 298, 316, 349, 350<br />

Filter -<br />

luchtfilter/filterelement .......297, 298, 315, 349, 350<br />

Filter - motorolie ............................................. 349, 350<br />

Frequentie - akkoordcode voor zenderfrequenties .. 242<br />

. . . 392


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 393 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

G<br />

Gaspedaal - bediening instelbaar gaspedaal ..............24<br />

Gaspedaal - instelbaar gaspedaal .............................250<br />

Gegevensrecorders voor gebeurtenissen .................386<br />

Gegevensverzameling ..............................................386<br />

Geheugen ................................................................183<br />

Geluidsinstallatie ......................................................103<br />

Geluidsinstallatie - antenne ......................................138<br />

Geluidsinstallatie - anti-diefstalsysteem ....................136<br />

Geluidsinstallatie - audiosysteem voor passagiers<br />

achterin de auto ....................................................139<br />

Geluidsinstallatie -<br />

bedieningsorganen op het stuurwiel .....................137<br />

Geluidsinstallatie - beschikbaarheid van RDS ...........114<br />

Geluidsinstallatie - CD-speler ...................................121<br />

Geluidsinstallatie - eigenschappen en bediening van<br />

het RDS .................................................................115<br />

Geluidsinstallatie -<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers ........138<br />

Geluidsinstallatie - radiotoetsen ...............................109<br />

Geluidsinstallatie - Zorg voor uw cd's ......................136<br />

Geluidsinstallatie - Zorg voor uw cd-speler ..............136<br />

Geluidsinstallatie- RDS-geluidsinstallatie met<br />

cd-speler voor 1 of 6 cd's ......................................104<br />

Geluidssysteem ..........................................................24<br />

Gewicht - maximaal toegestane voor- en ................277<br />

Gloeilampen - vervangen ........................................348<br />

Gonggeluiden -<br />

geluidsvolume van de gong instellen ......................58<br />

Grootlicht - controlelamp .......................................... 26<br />

H<br />

Handschoenenkastje .........................................24, 176<br />

Hellingen - aanhanger parkeren op hellingen ......... 284<br />

Hendel - stuurkolomschakelaar .........................24, 150<br />

Het voertuig starten op afstand .........................62, 242<br />

Het voertuig voor- en achteruit laten rollen ............ 384<br />

Hoofdsteunen - een kinderzitje bevestigen met lage<br />

bevestigingspunten en bovengordel .................... 226<br />

Hoogteverstelling - automatische niveauregeling ... 274<br />

I<br />

Identificatie - Voertuig Identificatie Nummer .......... 337<br />

Immobilisatie - immobilisatiesysteem ...................... 232<br />

Indicator - aan/uit-indicator ..............................37, 214<br />

Indicator - grootlicht ................................................. 26<br />

Indicator - richtingaanwijzers .................................... 26<br />

Informatie - menu Voertuiginformatie ....................... 46<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder ..................... 40<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

brandstofbereik ....................................................... 44<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder - display ....... 27<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

informatietoets ............................................. 117, 132<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

mededelingen ......................................................... 64<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

menu Reis-/brandstofinformatie .......................41, 43<br />

393 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 394 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

I (vervolg)<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

menu Voertuiginformatie ........................................46<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder - resettoets ...43<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder - timer ..........45<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder - toetsen 24, 41<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

verbruikte brandstof ................................................45<br />

Inhouden ........................................................ 349, 351<br />

Inrijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen ............231<br />

Instapverlichting ........................................................90<br />

Instrumenten -<br />

instrumenten op dashboard en middenconsole .....24<br />

Instrumenten en bedieningsorganen op dashboard<br />

en middenconsole ...................................................24<br />

Instrumentengroep ............................................. 24, 26<br />

Instrumentenpaneel - bediening lichtdimmer ...........24<br />

Instrumentenpaneel -<br />

regelbare instrumentenverlichting ..........................88<br />

Inzittendenbeveiliging - aan/uit-indicator ......... 37, 214<br />

Inzittendenbeveiliging - airbag ................................202<br />

Inzittendenbeveiliging - airbags ...............................201<br />

Inzittendenbeveiliging - bevestigingspunten voor<br />

kinderzitjes met lage bevestigingspunten en .........223<br />

Inzittendenbeveiliging - bovenriem kinderzitjes ......224<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

comfortgeleiders voor schoudergordel .................196<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

gebruik van veiligheidsgordel ................................199<br />

. . . 394<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

gordelspanners voor veiligheidsgordels ............... 201<br />

Inzittendenbeveiliging - heup-/schoudergordel ...... 193<br />

Inzittendenbeveiliging - hoofdsteunen .................... 188<br />

Inzittendenbeveiliging - kinderzitjes ........................ 215<br />

Inzittendenbeveiliging - veiligheidsgordels .........6, 192<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

veiligheidsgordels vervangen ................................ 198<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

verlenger voor veiligheidsgordel .......................... 198<br />

Inzittendenbeveiliging - waarschuwingslamp ...36, 200<br />

Inzittendenbeveiliging - waarschuwingslampje .37, 200<br />

K<br />

Kettingen -<br />

aanhanger trekken met veiligheidskettingen ........ 283<br />

Kettingen - sneeuwkettingen .................................. 332<br />

Kilometerteller ........................................................... 26<br />

Kinderen - bevestigingspunten voor kinderzitjes met<br />

lage bevestigingspunten ....................................... 223<br />

Kinderen - bovenriem kinderzitjes ........................... 224<br />

Kinderen - een kinderzitje bevestigen met lage<br />

bevestigingspunten en bovengordel .................... 226<br />

Kinderen - kinderzitjes ............................................. 215<br />

Kinderen - Oudere kinderen .................................... 221<br />

Kinderzitjes - Oudere kinderen ................................ 221<br />

Kleppen - zonnekleppen ......................................... 171<br />

Klimaatregeling - achter .......................................... 101<br />

Klimaatregeling - knop luchtroosters ........................ 95<br />

Klimaatregeling - regelaar voor ventilatorsnelheid .... 95


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 395 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

K (vervolg)<br />

Klimaatregeling - tips bij het gebruik .......................100<br />

Klimaatregeling- airconditioningsstand .....................97<br />

Klimaatregelsysteem ........................................... 24, 92<br />

Klok ........................................... 24, 78, 103, 105, 107<br />

Knop sleep-/trekfunctie ....................................... 24, 79<br />

Koelmiddel ...............................................................351<br />

Koelvloeistof .............................................................304<br />

Koelvloeistof - expansietank .............17, 297, 298, 351<br />

Koelvloeistof -<br />

koelvloeistof controleren en bijvullen ....................364<br />

Koelvloeistof - temperatuurmeter ..............................26<br />

Koelvloeistof - waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur .........................................30<br />

Kooldioxide -<br />

brandstofverbruik en emissiegegevens ..................352<br />

Koplampen -<br />

door wissers ingeschakeld koplampen ........... 86, 148<br />

Koplampen - grootlicht-/dimlichtschakelaar ............151<br />

Koplampen - grootlichtcontrolelamp ........................26<br />

Koplampen - hoogteregelaar voor koplampen ..........89<br />

Koplampen - knipperen met grootlicht .....................86<br />

Koplampen - sproeier ....................................... 89, 149<br />

Koppel - motorkoppel .................................... 349, 350<br />

Krikken ................................................. 5, 18, 368, 371<br />

Krikken - opslag van band- en krikuitrusting ............376<br />

L<br />

Laadsysteem - waarschuwingslamp .......................... 29<br />

Lampje - lampje lage bandenspanning ...............39, 65<br />

Lampje - lampje sleep-/trekfunctie ............................ 40<br />

Lendensteun - elektrisch bediende lendensteun ..... 187<br />

Lucht - luchtfilter/<br />

luchtfilterelement ................297, 298, 315, 349, 350<br />

Luchtfilter in<br />

passagiersruimte ........ 102, 297, 298, 316, 349, 350<br />

Luchtkwaliteitssensor ................................................. 98<br />

Luchtroosters .......................................................24, 99<br />

Luchtroosters - knop ................................................. 95<br />

M<br />

Make-upspiegels ............................................ 159, 171<br />

Meldingen - informatiecentrum voor de bestuurder .64<br />

Menu - menu Voertuiginformatie .............................. 46<br />

Meter - brandstofmeter ............................................. 27<br />

Meter - temperatuurmeter ........................................ 26<br />

Metrische eenheden .................................................. 47<br />

Mist - controlelamp mistlampen ............................... 38<br />

Mist - controlelamp mistlampen achter .................... 38<br />

Mist - mistachterlichten ............................................. 87<br />

Mist - mistlampen ..................................................... 87<br />

Mistachterlichten ....................................................... 87<br />

Mistlampen ............................................................... 87<br />

Motor - begrenzer motortoerental .......................... 274<br />

395 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 396 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

M (vervolg)<br />

Motor - bescherming tegen oververhitting .............364<br />

Motor - expansietank ........................................ 17, 351<br />

Motor - expansietank koelvloeistof ................. 297, 298<br />

Motor - koelvloeistof ................................................304<br />

Motor - koelvloeistof controleren en bijvullen .........364<br />

Motor - levensduur van de olie ..................................46<br />

Motor - motorcode ......................................... 349, 350<br />

Motor - motorkoppel ...................................... 349, 350<br />

Motor - motorolie ........................................... 299, 351<br />

Motor - motoroliefilter .................................... 349, 350<br />

Motor - motorruimte ........................................ 16, 297<br />

Motor - motorvermogen ................................ 349, 350<br />

Motor - oliepeilstaaf ........................................ 297, 298<br />

Motor - olievuldop .......................................... 297, 298<br />

Motor - oververhitting ........................................ 5, 361<br />

Motor - starten ........................................................247<br />

Motor - starten bij koud weer ..................................249<br />

Motor - startproblemen ...........................................249<br />

Motor - temperatuurmeter ........................................26<br />

Motor - verwarming motorblok ...............................250<br />

Motor - verzopen .....................................................249<br />

Motor - waarschuwingslamp oliedruk .......................28<br />

Motor - waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur .........................................30<br />

Motorkap - ontgrendeling ..........................24, 79, 296<br />

MP3 - cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen .125<br />

N<br />

Navigatie - navigatiesysteem .............................24, 143<br />

Net - bagagenet ...................................................... 176<br />

O<br />

Ogen - sleepogen .................................................... 385<br />

Olie - levensduur van de motorolie ........................... 46<br />

Olie - motorolie .............................................. 299, 351<br />

Olie - motoroliefilter ....................................... 349, 350<br />

Olie - oliepeilstaaf motorolie ........................... 297, 298<br />

Olie - olievuldop ............................................. 297, 298<br />

Olie - waarschuwingslamp oliedruk .......................... 28<br />

Onderdelen - identificatieplaatje voor onderdelen .. 338<br />

Onderdelen - specificaties van onderdelen ............. 349<br />

Onderhoud -<br />

aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......... 318<br />

Onderhoud - accu ..................................297, 298, 314<br />

Onderhoud -<br />

automatische transmissievloeistof ................ 307, 351<br />

Onderhoud -<br />

expansietank koelvloeistof ............ 17, 297, 298, 351<br />

Onderhoud - koelvloeistof ....................................... 304<br />

Onderhoud -<br />

koelvloeistof controleren en bijvullen .................... 364<br />

Onderhoud - luchtfilter/<br />

filterelement ........................297, 298, 315, 349, 350<br />

Onderhoud - motorolie .................................. 299, 351<br />

Onderhoud - motoroliefilter ........................... 349, 350<br />

. . . 396


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 397 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

O (vervolg)<br />

Onderhoud - oliepeilstaaf motorolie ............... 297, 298<br />

Onderhoud - olievuldop motorolie ................. 297, 298<br />

Onderhoud - onderhoud tijdens het rijden met een<br />

aanhanger .............................................................285<br />

Onderhoud - onderhoudsrichtlijnen ........................290<br />

Onderhoud - remvloeistof .......................................311<br />

Onderhoud - remvloeistofreservoir ................. 297, 298<br />

Onderhoud - reservoir ruitensproeiervloeistof 297, 298<br />

Onderhoud -<br />

reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof ..........297, 298<br />

Onderhoud - ruitensproeiervloeistof ........................313<br />

Onderhoud - smeermiddel achteras ........................310<br />

Onderhoud - smeermiddel vooras ...........................309<br />

Onderhoud - stuurbekrachtigingsvloeistof ..............310<br />

Onderhoud - verdeelbak-smeermiddel ....................308<br />

Ontsteking - contactslot ................................. 145, 246<br />

Op spanning brengen - banden ..............................321<br />

Op spanning brengen - bandenspanning voor<br />

hogere snelheden ..................................................322<br />

Op spanning brengen -<br />

controlesysteem bandenspanning ........................323<br />

Op spanning brengen -<br />

informatieplaatje voor banden ..............................276<br />

Op spanning brengen -<br />

lampje lage bandenspanning ........................... 39, 65<br />

Opbergvakken - bagagebeheersysteem ..................177<br />

Opslag van band- en krikuitrusting ......................... 376<br />

Oververhitting -<br />

bescherming tegen oververhitting motor ............. 364<br />

Oververhitting - motor ........................................5, 361<br />

P<br />

Parkeerlichten ............................................................ 85<br />

Parkeerrem - ontgrendeling ...................................... 24<br />

Parkeerrem - ontgrendeling parkeerrem ................... 79<br />

Parkeren - aanhanger parkeren op hellingen .......... 284<br />

Parkeren - parkeerrem ............................................. 272<br />

Parkeren - ultrasoon parkeerhulpsysteem ... 47, 68, 180<br />

Parkeren - voertuig parkeren ................................... 268<br />

Passagiersdetectiesysteem ....................................... 209<br />

Passagiersdetectiesysteem - werking van het systeem<br />

met een kinderzitje ............................................... 211<br />

Passagiersdetectiesysteem - werking van het systeem<br />

met volwassen passagiers ..................................... 213<br />

Pedalen - bediening instelbare gas- en rempedalen .. 24<br />

Pedalen - instelbare gas- en rempedalen ................. 250<br />

Portieren .................................................................. 162<br />

Portieren - achterklep .............................................. 168<br />

Portieren - automatische portiersloten ..............52, 166<br />

Portieren - centrale portiervergrendeling ....... 164, 237<br />

Portieren - elektrisch bediende portiersloten ........... 165<br />

Portieren - handbediende portiersloten .................. 163<br />

Portieren -<br />

kinderveiligheidssloten op achterportieren ........... 167<br />

397 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 398 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

P (vervolg)<br />

Portieren - uitgestelde vergrendeling ................ 56, 165<br />

Portieren -<br />

voorziening om buitensluiten te voorkomen ........167<br />

Programmeerbare functies - display in Engels ...........51<br />

Programmeerbare functies - naderingslampen ..........57<br />

Programmeerbare voorzieningen ..............................50<br />

Programmeerbare voorzieningen - feedback sloten<br />

met afstandsbediening ..................................... 53, 55<br />

Programmeerbare voorzieningen -<br />

oroepfunctie uitstapstand ........................................60<br />

Programmeerbare voorzieningen - oproepfunctie<br />

zitplaatspositie - Geheugenfunctie -<br />

oproepfunctie zitplaatspositie ..................................61<br />

Programmeerbare voorzieningen - taalkeuze ............51<br />

R<br />

Radio ................................................................. 24, 103<br />

Radio - antenne .......................................................138<br />

Radio -<br />

audiosysteem voor passagiers achterin de auto ....139<br />

Radio - bedieningsorganen op het stuurwiel ...........137<br />

Radio - beschikbaarheid van RDS .............................114<br />

Radio - beveiliging tegen diefstal .............................136<br />

Radio - CD-speler .....................................................121<br />

Radio - eigenschappen en bediening van RDS ........115<br />

Radio -<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers ........138<br />

Radio - radiotoetsen ................................................ 109<br />

Radio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler voor 1<br />

of 6 cd's ................................................................ 104<br />

Radio - Zorg voor uw cd's ....................................... 136<br />

Radio - Zorg voor uw cd-speler ............................... 136<br />

Radio Data System (RDS), eigenschappen en<br />

bediening van het ................................................. 115<br />

Ramen ..................................................................... 159<br />

Ramen - elektrisch bediende ................................... 160<br />

Rek - bagagerek ....................................................... 175<br />

Remmen .................................................................. 270<br />

Remmen - aanhangerremmen ................................ 283<br />

Remmen - ABS ........................................................ 272<br />

Remmen - bediening instelbaar rempedaal .............. 24<br />

Remmen - instelbaar rempedaal ............................. 250<br />

Remmen - ontgrendeling parkeerrem .................24, 79<br />

Remmen - parkeerrem ............................................ 272<br />

Remmen - Remblokslijtage-indicators ..................... 270<br />

Remmen - remvloeistofreservoir ..................... 297, 298<br />

Remmen - slag van het rempedaal .......................... 271<br />

Remmen - stellen .................................................... 271<br />

Remmen - vloeistof ................................................. 311<br />

Remmen - waarschuwingslamp ................................ 31<br />

Remmen - waarschuwingslamp ABS ......................... 32<br />

Reserveband - opslag van band- en krikuitrusting ... 376<br />

Reservewiel ...........................................5, 18, 368, 371<br />

Reservewiel - compacte reservewiel ........................ 382<br />

Reservewiel - veiligheidshaak reservewiel ................ 380<br />

. . . 398


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 399 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

R (vervolg)<br />

Richtingaanwijzers ...................................................150<br />

Richtingaanwijzers - indicator ....................................26<br />

Richtingaanwijzers - richtingaanwijzers aanhanger ..284<br />

Rijden - automatische stabilisatieregeling ................274<br />

Rijden - het laden van uw auto voor terreinrijden ....258<br />

Rijden - in water .......................................................267<br />

Rijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen ..............231<br />

Rijden - rijden in modder, zand, sneeuw of ijs .........266<br />

Rijden - terreinrijden op hellingen .................... 14, 262<br />

Rijden - voorschriften voor het rijden met auto's<br />

met allwheel-aandrijving .......................................257<br />

Ruiten - ruitvergrendeling ........................................162<br />

Ruitenwissers - voorruit ............................................147<br />

Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar ............ 24, 147<br />

S<br />

Schakelaar - contactslot .................................. 145, 246<br />

Sensor ........................................................................98<br />

Sensor - indringingssensor .......................................236<br />

Sensor - luchtkwaliteit ................................................98<br />

Sensor - uitschakelknop indringingssensor ..............236<br />

Service - identificatieplaatje voor onderdelen ..........338<br />

Sleep-/trekfunctie .....................................................282<br />

Sleep-/trekfunctie - controlelampje ............................40<br />

Sleepogen ................................................................385<br />

Slepen - Alle vier wielen op de grond ......................286<br />

Slepen - knop sleep-/trekfunctie ......................... 24, 79<br />

Slepen - uw voertuig op een<br />

auto-ambulance slepen ............................... 286, 287<br />

Slepen van de auto ...................................... 5, 16, 360<br />

Slepen/trekken - aanhangerremmen ....................... 283<br />

Slepen/trekken - met twee wielen op de grond en<br />

twee wielen in een dolly ....................................... 286<br />

Slepen/trekken - onderhoud tijdens het rijden met<br />

een aanhanger ...................................................... 285<br />

Slepen/trekken - richtingaanwijzers aanhanger ....... 284<br />

Slepen/trekken - rijden met een aanhanger ............ 277<br />

Slepen/trekken - sleep-/trekfunctie .......................... 282<br />

Slepen/trekken - trekhaak voor aanhanger .............. 283<br />

Slepen/trekken - veiligheidskettingen voor<br />

het rijden met een aanhanger .............................. 283<br />

Sleutels .................................................................... 231<br />

Sleutels - bereik van de afstandsbediening .............. 240<br />

Sleutels - immobilisatiesysteem ............................... 232<br />

Sleutels - sloten met afstandsbediening .................. 238<br />

Sloten - automatische portiersloten ...................52, 166<br />

Sloten - centrale portiervergrendeling ............ 164, 237<br />

Sloten - elektrisch bediende sloten .......................... 165<br />

Sloten - extra vergrendeling ........................... 164, 237<br />

Sloten - handbediende portiersloten ....................... 163<br />

Sloten - kinderveiligheidssloten op achterportieren 167<br />

Sloten - uitgestelde vergrendeling ....................56, 165<br />

Sloten -<br />

voorziening om buitensluiten te voorkomen ........ 167<br />

Sloten met afstandsbediening ................................. 238<br />

399 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 400 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

S (vervolg)<br />

Sloten met afstandsbediening - feedback ........... 53, 55<br />

Sloten met afstandsbediening - zender ...................238<br />

Smeermiddel - smeermiddel achteras ......................310<br />

Smeermiddel - smeermiddel vooras ........................309<br />

Smeermiddel - verdeelbak-smeermiddel .................308<br />

Smeermiddelen -<br />

aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..........318<br />

Snelheid - gemiddelde snelheid .................................45<br />

Snelheid - rijsnelheidsbegrenzer ..............................274<br />

Snelheidsmeter ................................................... 27, 49<br />

Spanning - controle bandenspanning .......................48<br />

Spanning - displays controle bandenspanning ..........48<br />

Specificaties .............................................................349<br />

Specificaties - specificaties van de onderdelen .........349<br />

Spiegels ....................................................................155<br />

Spiegels - achteruitkijkspiegel ..................................158<br />

Spiegels - automatisch dimmende binnenspiegels ..159<br />

Spiegels - buitenspiegel ...........................................156<br />

Spiegels - elektrisch bediende spiegels ....................156<br />

Spiegels - elektrisch inklapbare spiegels ...................157<br />

Spiegels -<br />

spiegel voor het zien van de trottoirband ...... 59, 158<br />

Spiegels - spiegels kantelen bij parkeren ....................59<br />

Spiegels - verwarmde spiegel ..................................157<br />

Sproeier - Achterruit .................................................149<br />

Sproeier - koplamp ........................................... 89, 149<br />

Sproeier - reservoir ruitensproeiervloeistof ......297, 298<br />

Sproeier - ruitensproeiervloeistof ............................. 313<br />

Sproeier - voorruit ................................................... 148<br />

Stabilitrak - Stabilitrak-systeem .................................. 82<br />

Starten - contactslot ....................................... 145, 246<br />

Starten - het voertuig starten op afstand ...........62, 242<br />

Starten - instructies voor het starten ........................ 247<br />

Starten - problemen bij het starten van de motor ... 249<br />

Starten - starten bij koud weer ................................ 249<br />

Starten - starten met een hulpaccu ......................... 356<br />

Starten - starten van de motor ................................ 247<br />

Starten - verzuipen van de motor ............................ 249<br />

Steunen - elektrisch bediende lendensteun ............. 187<br />

Sticker - identificatieplaatje ...................................... 276<br />

Sticker - identificatieplaatje voor onderdelen .......... 338<br />

Sticker - informatieplaatje voor banden .................. 276<br />

Sticker - maximaal toegestane voor- en .................. 277<br />

Sticker - Voertuig Identificatie Nummer .................. 337<br />

Stoelen - bedieningsorganen voor de stoel ............. 186<br />

Stoelen - derde rij zitplaatsen .................................. 190<br />

Stoelen - elektrisch bediende lendensteun .............. 187<br />

Stoelen - elektrisch verstelbare rugleuning van de<br />

voorste stoel .......................................................... 186<br />

Stoelen - elektrisch verstelbare stoelen .................... 186<br />

Stoelen - hoofdsteunen ........................................... 188<br />

Stoelen - instapverstelling tweede rij stoelen ........... 189<br />

Stoelen - naar voren/achteren verstellen ................. 189<br />

Stoelen - oproepfunctie uitstapstand ........................ 60<br />

. . . 400


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 401 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

S (vervolg)<br />

Stoelen - oproepfunctie zitplaatspositie .....................61<br />

Stoelen - tweede rij stoelen ......................................189<br />

Stoelen - verwarmd .................................................187<br />

Stroomonderbrekers ................................................338<br />

Stuurinrichting .........................................................270<br />

Stuurinrichting -<br />

reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof ..........297, 298<br />

Stuurinrichting -<br />

snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging ..............270<br />

Stuurinrichting - stuurbekrachtiging ........................270<br />

Stuurinrichting - stuurbekrachtigingsvloeistof .........310<br />

Stuurkolom -<br />

bedieningsorganen op stuurwiel/ stuurkolom ......144<br />

Stuurkolomschakelaar ....................................... 24, 150<br />

Stuurwiel -<br />

bedieningsorganen op stuurwiel/stuurkolom .......144<br />

Stuurwiel - hendel stuurwielverstelling ............. 24, 145<br />

Stuurwiel - radiotoetsen ...........................................137<br />

Stuurwiel - regeling van het verwarmde stuurwiel ..146<br />

Stuurwiel - stuurwielschakelaars .................................24<br />

Stuurwielschakelaars ..................................................24<br />

T<br />

Taal - display in Engels ...............................................51<br />

Taal - taalkeuze ..........................................................51<br />

Tank - brandstoftank vullen .....................................293<br />

Temperatuur - temperatuurmeter ..............................26<br />

Temperatuur - temperatuurregeling ......................... 94<br />

Temperatuurregeling -<br />

airconditioning met twee zones ............................. 92<br />

Temperatuursensor ................................................... 98<br />

Terreinrijden -<br />

het laden van uw auto voor terreinrijden .............. 258<br />

Terreinrijden -<br />

rijden in modder, zand, sneeuw of ijs ................... 266<br />

Terreinrijden - rijden in water .................................. 267<br />

Terreinrijden - rijden op hellingen .....................14, 262<br />

Timer ......................................................................... 45<br />

Toerenteller ............................................................... 27<br />

Tractie ...................................................................... 270<br />

Tractie - controlelamp tractieregelsysteem ................ 35<br />

Tractie - Stabilitrak-systeem ....................................... 82<br />

Tractie - tractieregelknop ........................................... 24<br />

Tractie - tractieregelsysteem ...................................... 80<br />

Trajectkilometerteller ................................................. 43<br />

Transmissie .............................................................. 251<br />

Transmissie - automatisch ......................................... 11<br />

Transmissie -<br />

automatische transmissievloeistof ................ 307, 351<br />

Transmissie - handmatig schakelen bij<br />

automatische transmissie ...................................... 254<br />

Trekhaak .................................................................. 283<br />

Trekken - knop sleep-/trekfunctie ........................24, 79<br />

Trekken - recreatief voertuig trekken ....................... 285<br />

Trekken - sleep-/trekfunctie ..................................... 282<br />

401 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 402 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

U<br />

Uitlaat - waarschuwingen uitlaat ................................12<br />

Ultrasoon parkeerhulpsysteem ....................47, 68, 180<br />

V<br />

Vastzitten - als uw voertuig vast komt te zitten ........384<br />

Vastzitten - sleepogen ..............................................385<br />

Veiligheid - aan/uit-indicator ............................. 37, 214<br />

Veiligheid - airbags ...................................................201<br />

Veiligheid - belangrijke veiligheidsvoorschriften ....... -20<br />

Veiligheid - bevestigingspunten voor kinderzitjes met<br />

lage bevestigingspunten .......................................223<br />

Veiligheid - bovenriem kinderzitjes ..........................224<br />

Veiligheid - comfortgeleiders voor schoudergordel .196<br />

Veiligheid - een kinderzitje bevestigen met lage<br />

bevestigingspunten en bovengordel .....................226<br />

Veiligheid - gebruik van veiligheidsgordel ................199<br />

Veiligheid - gordelspanners voor veiligheidsgordels 201<br />

Veiligheid - heup-/schoudergordel ..........................193<br />

Veiligheid - indringingssensor ..................................236<br />

Veiligheid - kinderzitjes ............................................215<br />

Veiligheid - oudere kinderen ....................................221<br />

veiligheid - passagiersdetectiesysteem .....................209<br />

Veiligheid - uitschakelknop indringingssensor ..........236<br />

Veiligheid - veiligheidsgordels ............................. 6, 192<br />

Veiligheid - veiligheidsgordels vervangen ................198<br />

Veiligheid - veiligheidskettingen voor het rijden met<br />

een aanhanger ......................................................283<br />

Veiligheid - verlenger voor veiligheidsgordel ...........198<br />

Veiligheidsgordels -<br />

comfortgeleiders voor schoudergordel ................. 196<br />

Veiligheidsgordels -<br />

gebruik van veiligheidsgordel ............................... 199<br />

Veiligheidsgordels -<br />

gordelspanners voor veiligheidsgordels ................ 201<br />

Veiligheidsgordels - heup-/schoudergordel ............. 193<br />

Veiligheidsgordels - veiligheidsgordels ................6, 192<br />

Veiligheidsgordels - veiligheidsgordels vervangen ... 198<br />

Veiligheidsgordels -<br />

verlenger voor veiligheidsgordel ........................... 198<br />

Veiligheidsgordels - waarschuwingslamp ..........36, 200<br />

Veiligheidsgordels - waarschuwingslampje .......37, 200<br />

Ventilatie - luchtroosters ............................................ 24<br />

Ventilator - regelaar voor ventilatorsnelheid .............. 95<br />

Verdeelbak - allwheel-aandrijving ................... 256, 352<br />

Verdeelbak - rijvoorschriften voor auto's met<br />

allwheel-aandrijving .............................................. 257<br />

Verdeelbak - verdeelbak-smeermiddel ..................... 308<br />

Verlichting ...........................................................78, 85<br />

Verlichting - automatisch koplampsysteem ............... 86<br />

Verlichting -<br />

bediening lichtdimmer instrumentenpaneel .......... 24<br />

Verlichting -<br />

controlelamp ingeschakelde verlichting ................. 38<br />

Verlichting - gloeilampen vervangen ....................... 348<br />

Verlichting - grootlicht-/dimlichtschakelaar ............. 151<br />

Verlichting - hoofdschakelaar .................................... 85<br />

. . . 402


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 403 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

V (vervolg)<br />

Verlichting - hoogteregelaar voor koplampen ...........89<br />

Verlichting - instapverlichting ....................................90<br />

Verlichting - knipperen met grootlicht .......................86<br />

Verlichting - koplampsproeier ........................... 89, 149<br />

Verlichting - leeslampen .............................................91<br />

Verlichting - mistachterlichten ...................................87<br />

Verlichting - mistlampen ............................................87<br />

Verlichting - naderingslampen ...................................57<br />

Verlichting - parkeerlichten ................................. 85, 89<br />

Verlichting -<br />

regelbare verlichting instrumentenpaneel ...............88<br />

Verlichting - uitstapverlichting ...................................57<br />

Verlichting - waarschuwingsknipperlichten ......... 24, 80<br />

Verlichting -<br />

waarschuwingslampjes instrumentengroep ............28<br />

Vermogen - motorvermogen .......................... 349, 350<br />

Verstelbare rugleuning - elektrisch verstelbare<br />

rugleuning van de voorste stoel ............................186<br />

Verwarming - achterruit ...........................................100<br />

Verwarming -<br />

airconditioning met temperatuurregeling ........ 24, 92<br />

Verwarming - airconditioning met twee zones ..........92<br />

Verwarming - motorblokverwarming ......................250<br />

Verzopen - motor verzopen .................................... 249<br />

Video -<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers ....... 138<br />

Vierwielaandrijving ......................................... 256, 352<br />

Vierwielaandrijving -<br />

het laden van uw auto voor terreinrijden .............. 258<br />

Vierwielaandrijving -<br />

rijden in modder, zand, sneeuw of ijs ................... 266<br />

Vierwielaandrijving - rijden in water ........................ 267<br />

Vierwielaandrijving - terreinrijden op hellingen .14, 262<br />

Vloeistof - automatische transmissievloeistof .. 307, 351<br />

Vloeistof - koelvloeistof ............................................ 304<br />

Vloeistof - koelvloeistof controleren en bijvullen ...... 364<br />

Vloeistof - motorolie ................................................ 299<br />

Vloeistof - remvloeistof ............................................ 311<br />

Vloeistof - ruitensproeiervloeistof ............................ 313<br />

Vloeistof - stuurbekrachtigingsvloeistof ................... 310<br />

Vloeistoffen -<br />

aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......... 318<br />

Voeding - accessoirevoeding .......................... 178, 247<br />

Voertuig - inrijperiode bij nieuwe voertuigen .......... 231<br />

Voertuig Identificatie Nummer ................................ 337<br />

Voorruit - ruitenwissers ............................................ 147<br />

Voorruit - sproeier .................................................... 148<br />

Voorschriften - onderhoudsvoorschriften ................ 290<br />

403 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 404 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

. . . 404<br />

W<br />

Waarschuwingen -<br />

belangrijke veiligheidsvoorschriften ..................... 6-20<br />

Waarschuwingen - waarschuwingen uitlaat ..............12<br />

Waarschuwingsknipperlichten ............................ 24, 80<br />

Waarschuwingslamp - controlelamp airbag ....... 36, 70<br />

Waarschuwingslamp -<br />

controlelamp voor voertuigstoring ..........................33<br />

Waarschuwingslamp -<br />

waarschuwingslamp koelvloeistoftemperatuur .......30<br />

Waarschuwingslamp -<br />

waarschuwingslamp motoroliedruk ........................28<br />

Waarschuwingslamp - waarschuwingssignaal<br />

ingeschakelde verlichting ........................................38<br />

Waarschuwingslamp airbag ................................ 36, 70<br />

Waarschuwingslampen ..............................................28<br />

Waarschuwingslampje -<br />

controlelamp alarminstallatie ..................................37<br />

Waarschuwingslampje -<br />

lampje lage bandenspanning ........................... 39, 65<br />

Waarschuwingssignaal - ingeschakelde verlichting ....87<br />

Weergave - taalkeuze .................................................51<br />

Wielen ......................................................................333<br />

Wielen - aanhaalmoment wielmoeren ............349, 350<br />

Wielen - vervangen ................................ 334, 349, 350<br />

Wielen - Wielsloten ..................................................333<br />

Wielen -<br />

wieluitlijning en uitbalancering van de wielen ......333<br />

Wielophanging ........................................................274<br />

Wielophanging - automatische niveauregeling ....... 274<br />

Wielophanging -<br />

automatische stabilisatieregeling .......................... 274<br />

Wisser - achterruit .................................................... 149<br />

Wissers - door wissers ingeschakelde<br />

koplampen ......................................................86, 148<br />

WMA - cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen ................................................................. 125<br />

Z<br />

Zekeringen .............................................................. 338<br />

Zekeringen - zekeringenhouder achterbank<br />

linkerzijde .............................................................. 344<br />

Zekeringen - zekeringenhouder achterbank<br />

rechterzijde ........................................................... 346<br />

Zekeringen - zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment ............................297, 298, 341<br />

Zender - batterij vervangen ..................................... 241<br />

Zender - bereik van de afstandsbediening .............. 240<br />

Zender - het voertuig starten op afstand ...........62, 242<br />

Zender - sloten met afstandsbediening ................... 238<br />

Zon - enkel zonnedak .............................................. 172<br />

Zon - zonnekleppen ................................................ 171<br />

Zonnescherm - zonnekleppen ................................ 171<br />

Zonnesensor .............................................................. 98<br />

Zorg voor de buitenkant ......................................... 353<br />

Zwangerschap - gebruik van veiligheidsgordel ....... 199

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!