fiscaal tijdschrift Vermogen - Sdu
fiscaal tijdschrift Vermogen - Sdu
fiscaal tijdschrift Vermogen - Sdu
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
24 ftV<br />
Een rechtspersoon kan ook bezwaarde zijn, maar een<br />
rechtspersoon heeft in beginsel het eeuwige leven. Het<br />
recht van een bezwaarde rechtspersoon eindigt echter<br />
bij diens ontbinding en in ieder geval na verloop van<br />
dertig jaren na de aanvang van dat recht (art. 4:138<br />
lid 3 jo. 3:203 lid 3 BW).<br />
In het testamentair erfrecht geldt de hoofdregel dat<br />
men moet bestaan op het moment dat de nalatenschap<br />
openvalt om testamentair erfgenaam of legataris te<br />
kunnen zijn (art. 4:56 BW). Alleen voor de fideïcommissaire<br />
makingen (met of zonder bewaarplicht)<br />
worden uitzonderingen op deze bestaanseis toegestaan.<br />
De verwachter hoeft in een aantal limitatief<br />
in de wet omschreven gevallen niet te bestaan op het<br />
moment van overlijden van de insteller. Voor het<br />
fideï-commis met bewaarplicht maakt de wet twee<br />
uitzonderingen mogelijk op de bestaanseis (art. 4:56<br />
lid 2 en 3 BW). 2<br />
Ook in geval van een fideï-commis making van het<br />
overschot mag men, in afwijking van art. 4:56 lid 1<br />
BW, ongeborenen als verwachters roepen, mits die<br />
personen bloedverwanten van de erflater zijn in de<br />
erfelijke graad (art. 4:56 lid 4) Het maximum van de<br />
erfelijke graad is de zesde graad. Degenen die de erflater<br />
verder dan de zesde graad bestaan, erven niet.<br />
Dit is een beperking ten opzichte van het voorheen<br />
geldende recht, waar de insteller tot verwachters kon<br />
roepen alle kinderen van de bezwaarde, waaronder<br />
ook begrepen diegenen die nog niet bestonden op het<br />
moment van overlijden van de insteller, zonder dat<br />
enige familieband tussen insteller en ongeboren<br />
verwachters was vereist (art. 928 (oud)).<br />
Het is een merkwaardige en omstreden beperking. 3<br />
De bezwaarde mag thans nog steeds een willekeurige<br />
derde zijn, maar de ongeboren verwachters moeten<br />
zijn bloedverwanten in de erfelijke graad van de erflater.<br />
De insteller die onder het huidige recht bijvoorbeeld<br />
zijn echtgenoot – in de terminologie van art. 4:56 BW<br />
een derde – tot bezwaarde benoemt en tot verwachter<br />
een bepaalde broer van zijn echtgenoot, mag als ongeboren<br />
verwachters niet meer roepen de gezamenlijke<br />
kinderen van die zwager.<br />
Wat in de huidige tijd ook wordt gemist, is de mogelijkheid<br />
dat ongeboren afstammelingen van stiefkinderen<br />
als verwachters optreden. Het is mijns<br />
inziens niet te verdedigen dat een erflater onder het<br />
huidige erfrecht zijn stiefkinderen erfrechtelijk wel<br />
min of meer als zijn eigen kinderen kan behandelen<br />
(in het bijzonder art. 4:91 BW), maar zijn stiefkleinkinderen<br />
niet als ongeboren verwachters kan roepen.<br />
In geval van een fideï-commissaire making van het<br />
overschot is het thans niet meer mogelijk ongeboren<br />
afstammelingen van een vooroverleden verwachter,<br />
welke afstammelingen geen bloedverwanten van de<br />
erflater in de erfelijke graad zijn, als verwachters te<br />
roepen.<br />
Men kan derhalve wel rechtstreeks een ongeborene<br />
roepen als verwachter, maar die ongeboren verwachter<br />
moet een bloedverwant van de erflater in erfelijke<br />
graad zijn en (uiteraard) bestaan op het moment van<br />
het einde van het bezwaar.<br />
In de praktijk is behoefte aan de uiterste wilsbeschikking,<br />
waarbij de insteller een willekeurig persoon tot<br />
bezwaarde aanwijst en tot verwachters personen die<br />
hij achtereenvolgens wil bedenken en als deze er niet<br />
meer zijn hun (ongeboren) afstammelingen. Een<br />
insteller zal er weinig begrip voor hebben dat hij die<br />
ongeboren afstammelingen alleen maar kan roepen<br />
als ze bloedverwant van hem zijn in de erfelijke graad.<br />
Het is goed verdedigbaar dat art. 4:56 lid 3 ook geldt<br />
voor het fideï-commis de residuo en niet alleen voor<br />
het fideï-commis met bewaarplicht. 4 Alsdan zou de<br />
beperking tot de zesde graad niet meer van toepassing<br />
zijn, indien de insteller tot verwachter roept een of<br />
meer afstammelingen van zijn ouder en in geval van<br />
vooroverlijden van (een) verwachter(s) diens afstammelingen<br />
staaksgewijze.<br />
Indien de verwachter bestaat ten tijde van het overlijden<br />
van de insteller is er in beginsel geen enkele<br />
beperking. Er wordt immers geen uitzondering<br />
gemaakt op de bestaanseis. Het probleem ontstaat<br />
wanneer de bij het overlijden van de insteller<br />
bestaande verwachter bij het einde van het bezwaar<br />
niet meer blijkt te bestaan.<br />
De insteller kan in die situatie voorzien, mits hij blijft<br />
binnen de uitzondering van art. 4:56 lid 4 BW en<br />
– indien men lid 3 ook van toepassing acht op het<br />
fideï-commis de residuo – die van lid 3. Bij de<br />
redactie van de uiterste wil verdient ‘de ongeboren<br />
verwachter’ bijzondere aandacht.<br />
2 Voor een bespreking van deze twee uitzonderingen<br />
verwijs ik naar Handboek<br />
Erfrecht (2006), p. 268 e.v.; Pitlo/Van der<br />
Burght, Ebben, Erfrecht (2004), p. 223<br />
e.v.;Klaassen-Luijten-Meijer, Erfrecht<br />
(2002), p. 194 e.v. en Asser-Perrick 6A<br />
(2002), p. 201 e.v.<br />
3 ‘Rapport Commissie Erfrecht II’, p. 58-<br />
61; A.H.N. Stollenwerck (diss.) p. 124;<br />
Vegter, WPNR 2003/6521; Klaassen-<br />
Luijten-Meijer, Erfrecht (2002) p. 196,<br />
noot 374. Art. 928 (oud) voorzag in een<br />
behoefte. De insteller wil personen, die<br />
hij kent, tot zijn nalatenschap roepen<br />
zowel als bezwaarde als verwachter. Het is<br />
mogelijk dat de verwachter(s) bij het<br />
einde van het bezwaar niet meer bestaan.<br />
Voor dat geval roept de insteller de<br />
gezamenlijke afstammelingen van de<br />
vooroverleden verwachter(s).<br />
4 Vegter, WPNR 2003/6521.<br />
6<br />
Juni – 2007<br />
<strong>Sdu</strong> Uitgevers