30.06.2014 Views

fiscaal tijdschrift Vermogen - Sdu

fiscaal tijdschrift Vermogen - Sdu

fiscaal tijdschrift Vermogen - Sdu

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

27 ftV<br />

slechts uitbreiden indien en voor zover de wet dat<br />

uitdrukkelijk toestaat. 58<br />

Een executeur heeft in het wettelijke systeem drie<br />

taken. 59 In de eerste plaats moet hij de goederen van<br />

de nalatenschap beheren. Dit beheer is exclusief, de<br />

erfgenamen zijn daartoe niet bevoegd. 60 In het kader<br />

van dit beheer 61 is de executeur zonodig bevoegd tot<br />

beschikking over de goederen.<br />

In de tweede plaats heeft de executeur als taak het<br />

voldoen van de schulden van de nalatenschap, die<br />

tijdens zijn beheer uit de goederen van de nalatenschap<br />

behoren te worden voldaan. Daartoe kent de<br />

wet hem een bevoegdheid tot tegeldemaking ofwel<br />

verkoop toe. Bij de uitoefening van die bevoegdheid<br />

dient de executeur in overleg te treden met de erfgenamen<br />

62 . Dat overleg moet betrekking hebben op<br />

de keuze en de wijze van tegeldemaking van goederen<br />

van de nalatenschap. De wet geeft de testateur de<br />

mogelijkheid de executeur van deze verplichting tot<br />

overleg te bevrijden. 63<br />

Tot slot moet de executeur de hem opgelegde testamentaire<br />

lasten nakomen. In dat geval heeft de executeur<br />

die bevoegdheden die nodig zijn tot het volvoeren van<br />

de desbetreffende last. 64 Deze ruimhartige regeling<br />

zou een testateur kunnen verleiden om de bevoegdheden<br />

van de executeur uit te breiden door het<br />

opleggen van lasten welke uitsluitend op de executeur<br />

en niet mede op de erfgenamen 65 rusten. Door de last<br />

alleen op de executeur te leggen, voorkomt de testateur<br />

dat een legitimaris met succes 66 een beroep doet<br />

op zijn legitieme portie, immers de executele sec is<br />

niet inferieur en de in principe wél inferieure last 67<br />

leidt in dit geval niet tot inferioriteit omdat zij<br />

uitsluitend op de executeur rust en niet (mede) op de<br />

legitimaris.<br />

Het is niet duidelijk in hoeverre de testateur het<br />

fenomeen van de testamentaire last kan inzetten om<br />

de beperkingen die afdeling 4.5.6 BW stelt aan het<br />

uitbreiden van de bevoegdheden van de executeur, te<br />

ontgaan. Gezien het dwingendrechtelijke karakter van<br />

de executele, is het naar mijn mening niet mogelijk<br />

binnen de regeling van de executele de executeur de<br />

vrije hand te geven bij de uitvoering van een last, voor<br />

zover de uitvoering of nakoming van die last gepaard<br />

gaat met beschikkingshandelingen anders dan die<br />

bedoeld in art. 4:147 BW of met verdelingshandelingen.<br />

Een executeur die een last naar eigen inzicht mag<br />

uitvoeren, is gelijk te stellen aan een afwikkelingsbewindvoerder.<br />

68 Een zodanige beschikking moet,<br />

voor zover het betreft bevoegdheden op het gebied<br />

van beheer, beschikken en verdeling, worden<br />

geconverteerd in een afwikkelingsbewind. 69<br />

Het voorgaande samenvattend blijkt dat een executeur<br />

slechts in drie gevallen over goederen van de nalatenschap<br />

mag beschikken en dat een uitbreiding van de<br />

beschikkingsbevoegdheid van de executeur niet<br />

mogelijk is.<br />

Een andere reden waarom een testateur niet altijd kan<br />

volstaan met uitsluitend een executele, ligt in het feit<br />

dat de erfgenamen 70 in een tweetal in de wet genoemde<br />

gevallen 71 de beheersbevoegdheid van een executeur<br />

kunnen beëindigen. Deze bevoegdheid tot beëindiging,<br />

die van dwingend recht is en dus niet door de erflater<br />

terzijde kan worden geschoven, komt toe aan de erfgenamen.<br />

Het besluit tot beëindiging van het beheer<br />

moet door de erfgenamen unaniem worden genomen.<br />

Door de executeur ook tot erfgenaam te benoemen, 72<br />

kan de testateur op eenvoudige wijze voorkomen dat<br />

tegen de zin van de executeur/mede-erfgenaam van<br />

deze bevoegdheid wordt gebruikgemaakt.<br />

6.2 Afwikkelingsbewind als verlengstuk van de<br />

executele<br />

De testateur kan aan de executeur ruimere bevoegdheden<br />

toekennen door een afwikkelingsbewind in te<br />

stellen en de executeur (of een ander 73 ) tot afwikke-<br />

58 Asser-Perrick 6B (2005), nr. 515; Handboek<br />

Nieuw Erfrecht (2006), p. 525;<br />

Pitlo/Van der Burght, Ebben, Erfrecht<br />

(2004), nr. 434.<br />

59 Art. 4:144, lid 1, BW.<br />

60 Art. 4:145, lid 1, BW.<br />

61 De wetgever geeft geen definitie wat in<br />

het kader van de executele als beheer<br />

moet worden beschouwd. De literatuur<br />

sluit vaak aan bij de omschrijving van<br />

beheer bij de regeling van de gemeenschap,<br />

art. 3:170 BW.<br />

62 De executeur is overigens verplicht niet<br />

alleen met de erfgenamen te overleggen,<br />

maar ook met de vruchtgebruiker van de<br />

gehele of gedeeltelijke nalatenschap (art.<br />

4:147, lid 4, BW) en met de ‘onterfde’<br />

echtgenoot aan wie een vruchtgebruik<br />

toekomt in de zin van art. 4:29 en/of 30 BW.<br />

63 Art. 4:147, lid 2, BW.<br />

64 Handboek Nieuw Erfrecht (2006), p. 534;<br />

Pitlo/Van der Burght, Ebben, Erfrecht<br />

(2004), nr. 435.<br />

65 Art. 4:130, lid 2, BW.<br />

66 Dit succes zal beperkt zijn, omdat een<br />

legitimaris dan alleen nog recht heeft op<br />

een bedrag in geld. Hij loopt daarbij nog<br />

het risico dat giften aan hem worden toegerekend<br />

op zijn legitieme portie (art.<br />

4:70 BW). Erft ook nog een langstlevende,<br />

dan kan de erflater bepalen dat de vordering<br />

van de legitimaris uitsluitend tegen<br />

deze kan worden ingesteld en dat de vordering<br />

pas opeisbaar is bij het overlijden<br />

van de langstlevende (art. 4:87 resp. 82 en<br />

83 BW).<br />

67 Art. 4:72, aanhef en onder a, en art. 73,<br />

lid 1, aanhef en onder a,BW.<br />

68 Zie M.J.A. van Mourik, WPNR (2004)<br />

6560, inzake de bevoegdheid tot verdeling<br />

door een executeur.<br />

69 Dit heeft tot gevolg dat de making in het<br />

kader van de legitieme portie als inferieur<br />

moet worden aangemerkt.<br />

70 Deze bevoegdheid heeft volgens art. 4:152<br />

BW ook de ‘onterfde’ echtgenoot aan wie<br />

een vruchtgebruik toekomt in de zin van<br />

art. 4:29 en 30 BW.<br />

71 Art. 4:150, lid 2, BW.<br />

72 Een (zeer) klein erfdeel volstaat al.<br />

73 Wanneer een ander dan de executeur tot<br />

afwikkelingsbewindvoerder wordt<br />

benoemd, moet goed in de gaten worden<br />

gehouden wie in een bepaalde fase van de<br />

afwikkeling met betrekking tot de goederen<br />

van de nalatenschap bevoegd is tot<br />

een bepaalde rechtshandeling.<br />

32<br />

Juni – 2007<br />

<strong>Sdu</strong> Uitgevers

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!