fiscaal tijdschrift Vermogen - Sdu
fiscaal tijdschrift Vermogen - Sdu
fiscaal tijdschrift Vermogen - Sdu
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
26 ftV<br />
26 Certificeren van vermogen<br />
Certificering van vermogen vindt onder meer plaats in het kader van bedrijfsopvolging<br />
en met het oog op de vererving van het vermogen. Door de certificering<br />
wordt een onderscheid bereikt tussen het economisch belang bij het vermogen<br />
en de zeggenschap daarover. Om die zeggenschap aan de economisch belanghebbenden<br />
te onthouden wordt in de certificeringsvoorwaarden gewoonlijk<br />
opgenomen dat de certificaten niet royeerbaar zijn, dat wil zeggen dat de<br />
houders van de certificaten de de certificering niet ongedaan kunnen maken.<br />
Wat kan een certificaathouder doen om zeggenschap te krijgen over het<br />
gecertificeerde vermogen?<br />
1 Inleiding<br />
Onder het certificeren van vermogen wordt verstaan<br />
het overdragen van vermogen ten titel van beheer aan<br />
(gewoonlijk) een rechtspersoon. De rechten en verplichtingen<br />
die in verband met deze overdracht zullen<br />
gelden tussen de overdragende partij en de rechtspersoon<br />
worden vastgelegd in een overeenkomst, de<br />
certificeringsvoorwaarden. De rechten die de overdragende<br />
partij aan deze overeenkomst jegens de<br />
rechtspersoon ontleent, worden gewoonlijk certificaten<br />
genoemd. Waarom men in deze van certificering<br />
en certificaten spreekt, is mij overigens niet bekend.<br />
In de certificeringsvoorwaarden wordt, indien van<br />
toepassing, overeengekomen dat de baten van het<br />
overgedragen vermogen (huur, rente of de opbrengst<br />
bij verkoop) zullen worden uitgekeerd aan de overdragende<br />
partij. Door deze overdracht ten titel van<br />
beheer wordt bereikt dat de juridische eigendom<br />
terechtkomt bij de rechtspersoon, zodat deze als enige<br />
de zeggenschap heeft over het goed, terwijl de economische<br />
eigendom, het economisch belang bij het<br />
vermogen, berust bij de certificaathouder.<br />
Certificering vindt of vond plaats bij beursgenoteerde<br />
vennootschappen, waarbij de aandelen worden<br />
beheerd door een stichting (Stichting Administratiekantoor<br />
X). In een dergelijk geval kan de belegger niet<br />
meer verkrijgen dan een certificaat of recht jegens het<br />
administratiekantoor. Zeggenschap met betrekking tot<br />
het aandeel zelf geeft dit certificaat niet. De huidige<br />
verwikkelingen rond de ABN-Amro doen mij<br />
vermoeden dat van deze mogelijkheid niet in alle<br />
gevallen meer gebruik wordt gemaakt, maar ik laat dit<br />
aspect van certificering verder buiten beschouwing.<br />
Ik beperk mij tot de bespreking van de certificering<br />
zoals die voorkomt bij het (kleine) familiebedrijf of<br />
bij bepaalde familievermogens. Bij het familiebedrijf<br />
vindt certificering wel plaats in het kader van de<br />
bedrijfsopvolging en de vererving van het vermogen.<br />
Certificering van familievermogens vindt gewoonlijk<br />
plaats om het beheer over het vermogen dat aan de<br />
kinderen als begiftigden of toekomstige erfgenamen<br />
toekomt, aan die kinderen te onthouden, voor altijd<br />
of totdat zij een leeftijd hebben bereikt waarop zij<br />
naar verwacht mag worden zelfstandig het beheer<br />
over dit vermogen kunnen voeren. 1 Bij deze vormen<br />
van certificering wordt vrijwel altijd in de certificeringsvoorwaarden<br />
opgenomen dat de certificaten niet<br />
royeerbaar zijn, dat wil zeggen dat de certificering niet<br />
op verzoek van de houder ongedaan kan worden<br />
gemaakt. Ik ga hierna vooral in op de vraag in hoeverre<br />
de certificaathouders zich tegen de certificering<br />
en tegen de niet-royeerbaarheid van hun certificaten<br />
kunnen verzetten.<br />
2 Bedrijfsopvolging<br />
Stel, de ondernemer O is enig aandeelhouder en<br />
bestuurder van de florerende besloten vennootschap<br />
O BV. O is voorts in privé eigenaar van het pand<br />
waarin deze besloten vennootschap haar bedrijf<br />
uitoefent. Dit pand wordt door O aan de bv verhuurd.<br />
O heeft niet alleen alle aandelen in de besloten<br />
1 Ik verwijs in dit kader graag naar de<br />
boeiende bijdrage van J.B. Vegter,<br />
‘Bescherming van familievermogens met<br />
behulp van de rechtsfiguur van eigendom<br />
ten titel van beheer’, opgenomen in het<br />
pre-advies van de KNB van 2004, Bewind<br />
en aan bewind verwante vormen.<br />
20<br />
Juni – 2007<br />
<strong>Sdu</strong> Uitgevers