<strong>Scapino</strong> <strong>Ballet</strong> <strong>Rotterdam</strong> Kranken Katze <strong>SpitZ</strong> 8 ‘De leegtes zijn het belangrijkst’ Felix Landerer fotografie Bryndis Brynjolfsdottir Ondanks zijn jonge leeftijd is Felix Landerer, 31 jaar en afkomstig uit Hannover, met ingang van 2013 door Ed Wubbe benoemd als ‘resident choreographer’. Hij maakte eerder al twee korte dansstukken voor <strong>Scapino</strong>, het eerste werd genomineerd voor de Nederlandse Dansdagen en over zijn tweede stuk schreef een van de dagbladen: ‘Choreografieën maken voor een groot podium is een vak. Felix Landerer kan het’. Met zijn energieke danstaal maakt hij nu zijn eerste grote dansstuk voor <strong>Scapino</strong>, als onderdeel van Le Chat Noir: Kranken Katze. Van Ed Wubbe kreeg hij alle vrijheid, met als enige voorwaarde het gebruik van Franse muziek, gerelateerd aan de periode van Le Chat Noir. Hij koos ‘Gnossiennes No. 2’ van Erik Satie en vroeg zijn landgenoot Christof Littmann een bewerking te maken.“Satie hoort nu bij de gevestigde, klassieke componisten. Zijn muziek ligt makkelijk in het ‘Ik wil een emotionele relatie met het onderwerp hebben.’ gehoor, het is simpel en puur, maar voor die tijd was het revolutionair. Mensen hadden nog nooit zoiets gehoord. Ik wil een soortgelijk gevoel bewerkstellingen, iets van de enorme vibratie en energie uit de tijd van Le Chat Noir proberen terug te halen. Christof combineert muzikale thema’s van Satie tot een nieuw, pulserend arrangement.” De danstaal van Landerer wordt vaak omschreven als vloeiend en tegelijkertijd robuust. Hij maakt zichtbaar hoe bewegingenergie in een groep wordt doorgegeven en speelt met begrippen als kracht en ontspanning, met soms verwijzingen naar zelfverdedigingsporten: ‘Landerer combineert martial artsbewegingen op sublieme wijze met moderne dans.’ of ‘Dans met een ondertoon van tai chi en capoeira’. Hij kiest onderwerpen die hij kan vertalen in dans. Politiek, zegt hij, zal bij hem geen onderwerp zijn. “Het is te groot, te complex, te intellectueel voor de soort dans die ik maak. Ik wil een emotionele relatie met het onderwerp hebben, zodat ik de beweging gevoel en emotie mee kan geven. Dat is waar ik goed in ben. Als het te verhalend wordt haal je de werkelijke kracht van de dans weg. De leegtes tussen de woorden zijn het belangrijkst. Dans is voor mij poëzie.” Het onderwerp van Le Chat Noir Hommage aan Satie Christof Littmann woont en werkt in Hannover. Als producer en componist loopt zijn artistiek bereik van klassieke tot experimentele genres. Naast het componeren van muziek voor film en tv, heeft Littmann ook muziek geschreven voor opera en verschillende theater- en dansstukken. De laatste paar jaar is hij in het bijzonder geïnteresseerd geraakt in het onderzoek naar de relatie tussen geluid en muziek. “Mijn eerste doel is nog steeds om het publiek aan te zetten hun houding van hoe zij geluid ondergaan te veranderen, terwijl ze naar (mijn) muziek luisteren, en natuurlijk omgekeerd ook. In het beste geval heeft deze impuls een duurzaam effect en zal dat ons bewust maken van de schoonheid van geluid en soms van de lelijkheid van zogenaamde muziek.” De tiende samenwerking met Felix Landerer creëert de mogelijkheid te experimenteren en de grenzen van dit concept verder te verleggen. Voor het eerst zal Littmann een bestaand muziekstuk opnemen, de Gnosienne No. 2 van Erik Satie uit 1890. Satie was een pionier van wat 70 jaar later bekend zou worden als minimale muziek. De arrangementen die te horen zijn, zijn een poging een drijvend, pulserend muzikaal gevoel te creëren door verschillende combinaties van de kleinste muzikale thema’s. Er zal een interactie worden gecreëerd tussen de oorspronkelijke Gnossienne en nieuw gearrangeerde fragmenten, die hun oorsprong vinden in hetzelfde stuk van de Franse componist: een geluidsfeer die subtiel een eigen leven gaat leiden, als het de dans voert en een hommage brengt aan Satie. Bryndis Brynjolfsdottir en Maxime Lachaume Bonnie Doets en Besim Hoti koos hij weliswaar niet zelf, maar de ontwikkelingen in de kunst uit de bloeiperiode van het theatercafé boeien hem mateloos, waarbij hij zich in zijn choreografie vooral laat inspireren door de opkomst van het symbolisme en de film. “Met de opkomst van fotografie en film konden schilders het figuratieve steeds meer loslaten en andere wegen inslaan. In het symbolisme zie ik een relatie met mijn eigen werk: in plaats van thema’s realistisch of verhalend neer te zetten, zoek je naar symbolen, naar een groter verband om je boodschap over te brengen.” fotografie Hans Gerritsen Voor deze voorstelling wordt Landerer echter het meest gegrepen door de enorme energie van Le Chat Noir, met z’n levendige, bijna anarchistische sfeer. “Kunstenaars uit allerlei disciplines presenteerden zich daar en kregen direct respons. De energie was voortdurend in beweging. Dit gevoel wil ik overbrengen in mijn stuk. Het moet een vibrerende energie krijgen, waarin dingen ontstaan en transformeren in iets nieuws. Je kunt de acht dansers zien als acht individuen of als één energiebron, één lichaam dat voortdurend op zoek is naar een nieuwe vorm. Dat uit elkaar valt en weer hergroepeert. Dat doen we ook met Satie. We breken zijn muziek in stukken en maken er weer iets nieuws van.” fotografie Hans Gerritsen
<strong>Scapino</strong> <strong>Ballet</strong> <strong>Rotterdam</strong> Kranken Katze <strong>SpitZ</strong> 9 Maya Roest en Mischa van Leeuwen fotografie Hans Gerritsen