Interactive Keyboard - Roland Keyboard Club

EM-55
Interactive Keyboard
Handleiding
Van harte bedankt voor uw keuze van een EM-55 Interactive Keyboard van Roland, het ideale instrument
voor talloze uren van puur muziekplezier. Dankzij de integratie van DJ-geënte functies zal de EM-55 u helpen
bij het scheren van nóg hogere muzikale toppen.
Om de functies van uw EM-55 zo snel mogelijk te leren kennen en er jaren plezier aan te beleven, leest u
deze handleiding het best in z’n geheel door.
Om u niet onnodig te verwarren, gaan we in deze handleiding het woordje “knop” gebruiken wanneer we
verwijzen naar de druktoetsen op het frontpaneel. Op die manier weet u dat een “toets” enkel naar het klavier
kan verwijzen.
Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, “Important Safety Instructions” en “Belangrijke opmerkingen”.
Daar vindt u namelijk belangrijke tips en een opsomming van wat u wel en niet mag doen. Bewaar deze
handleiding bovendien op een veilige plaats, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
Copyright © 2001 ROLAND EUROPE. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren, verveelvoudigen of openbaar maken van deze handleiding, hetzij gedeeltelijk,
hetzij in z'n geheel is niet toegestaan zonder de schriftelijke toestemming van Roland Europe S.p.a.

Voorstelling van de functies
Voorstelling van de functies
Session Partner-functie
Het nieuwe Session Partner-concept van de EM-55
omvat drie functies: u kunt er de Arranger-partijen
mee in- of uitschakelen; u beschikt over acht frasen
die u hetzij afzonderlijk, hetzij samen met een Music
Style kunt weergeven; of u kunt de Session Partnerknoppen
zoals een DJ gebruiken: voor het “mixen”
van bestaande frasen.
Bovendien kunnen de Session Partner-knoppen voor
het in- en uitschakelen van de sporen van de 16-sporen
Recorder worden gebruikt, zodat u zelfs met
opgenomen muziek bijzonder creatief kunt zijn.
EZ Search & Music Assistant
De EZ Search-functie steekt u een handje toe bij het
opsporen van de benodigde Music Style of klanken –
nu bent u in een mum van tijd aan het werk.
Bovendien is de EM-55 voorzien van een Music
Assistant-functie voor de directe toegang tot 100
voorgeprogrammeerde registraties (die in wezen User
Programs zijn).
Style Morphing- en Orchestrator-functie
Style Morphing laat toe om in “Realtime” (tijdens het
spelen) nieuwe Music Styles (begeleidingen) aan te
maken door de partijen van twee Music Styles met
elkaar te combineren.
De Orchestrator-functie daarentegen dient voor het
varieren van de begeleiding d.m.v. het weglaten of
toevoegen van bepaalde begeleidingspartijen. Deze
intuïtieve controle van de arrangementen vormt dan
ook een belangrijke hulp bij het creëren van de juiste
sfeer – zodat u voor elk nummer de perfecte begeleiding
paraat hebt.
Grafisch display
Uw EM-55 is voorzien van een verlicht display dat u
op elk moment op de hoogte houdt van de status van
uw instrument. De meeste functies worden met
behulp van duidelijke icoontjes aangeduid, zodat u
op elk moment over een hoop informatie beschikt,
die echter nooit voor verwarring zorgt.
64 User Programs
User Programs zijn geheugens waarin u uw eigen
instellingen (registraties) kunt opslaan. Hierbij horen
o.a. de momenteel gekozen Style, de klanken (Tones),
het tempo en nog een groot aantal andere parameters.
Door hooguit twee knoppen in te drukken kunt u
uw instrument dan ook helemaal anders configureren.
3641 Tones (klanken) en 116 Drum Sets
De EM-55 bevat 3.641 buitengewone klanken uit
Roland’s rijke en vooral overtuigende klankbibliotheek
van de opzienbarende VA-serie. In veruit de
meeste gevallen kunt u voor een bepaald geluid kiezen
uit verschillende alternatieven.
De klankopwekking van de EM-55 beantwoordt aan
het General MIDI System Level 2 (“GM2”) en het GSformaat
van Roland.
64 Music Styles
De EM-55 wordt geleverd met 64 Music Styles, die
voor de begeleiding bij uw solo’s en melodieën
instaan. Aangezien er voor elke Music Style verschillende
“divisies” zijn, beschikt u over de nodige variatiemogelijkheden.
Maakt u tevens gebruik van de
Style Morphing- en Orchestrator-functie, dan komt u
trouwens uit bij een veel groter aantal begeleidingsfrasen
dan 64.
Drie modes
Met het oog op een eenvoudige bediening is de
EM-55 uitgerust met een M. Drums-, Arranger- en
een Piano-mode. U hoeft maar op één van de gelijknamige
knoppen te drukken om uw Interactive Keyboard
helemaal anders in te stellen.
118

EM-55 Handleiding
1. Belangrijke opmerkingen
Lees naast “Important Safety Instructions” ook de volgende punten even door:
Voeding
• Sluit de EM-55 niet aan op een stroomkring waarop ook apparaten,
die brom veroorzaken, zijn aangesloten (elektrische motoren,
dimmersystemen enz.).
• Gebruik enkel de bijgeleverde adapter (Roland ACJ). Andere adapters
zouden de EM-55 namelijk kunnen beschadigen.
• Schakel zowel de EM-55 als de overige instrumenten uit voordat u
ze op elkaar aansluit. Op die manier weet u zeker dat u de instrumenten
niet kunt beschadigen en voorkomt u een finale beschadiging
van uw luidsprekers.
Opstelling
• Het gebruik van de EM-55 in de buurt van eindtrappen (of andere
apparaten met krachtige transformatoren) kan voor brom zorgen.
Om dit tegen te gaan zet u de EM-55 het best nooit te dicht in de
buurt van dergelijke apparaten.
• Dit instrument zou de radio- of TV-ontvangst kunnen storen.
Plaats de EM-55 dus nooit te dicht bij dergelijke ontvangers.
• Om problemen te voorkomen dient u de EM-55 te beschermen
tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof. Laat hem nooit in
de auto liggen als deze in de zon staat.
Onderhoud
• Gebruik, voor het schoonmaken van het instrument, enkel een
zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te
verwijderen gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de
EM-55 daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze
kunnen de behuizing beschadigen.
Herstellingen en uw data
• Houd er rekening mee dat alle data in de interne geheugens van de
EM-55 tijdens een herstelling gewist kunnen worden. In bepaalde
gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is)
kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen. Roland
kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van
uw data.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
• Als gevolg van een defect aan de geheugenchips of een foute
bediening kan het gebeuren dat de inhoud van uw geheugens verloren
gaat.
• Behandel de knoppen, regelaars, aansluitingen enz. van dit instrument
met de nodige voorzichtigheid. Een al te brutale behandeling
kan leiden tot storingen of beschadiging van bepaalde onderdelen.
• Sla nooit op het display en zet er geen zware voorwerpen op.
• Trek, voor het verbreken van gelijk welk soort aansluitingen, enkel
aan de stekker en nooit aan de daaraan vastzittende kabel. Op die
manier voorkomt u kortsluitingen en beschadiging van de kabels.
• Tijdens het gebruik wordt dit instrument warm. Dit is volledig normaal.
• Denk eraan dat u het volume laat op de avond of ‘s ochtends best
niet te hard zet om geluidsoverlast bij de buren te voorkomen. Het
best gebruikt u op die momenten een hoofdtelefoon.
• Als u het instrument moet vervoeren, verpakt u het weer in de
leveringsdoos. U kunt echter ook een koffer of Flightcase gebruiken.
Hanteren van diskettes
• Diskettes bevatten een plastic-schijfje met een magnetische laag.
Het opslaan en lezen van data op/van een diskette vereist een
microscopische precisie. Houd daarom de volgende punten in de
gaten:
• Raak nooit de magnetische laag van de diskette aan.
• Bewaar diskettes altijd op schone en stofvrije plaatsen.
• Stel een diskette nooit bloot aan extreme temperaturen (laat ze
nooit in een gesloten auto liggen waar de zon op staat). De aanbevolen
temperatuur bedraagt 10°C~50°C.
• Stel een diskette nooit bloot aan krachtige magnetische velden.
Leg ze bv. nooit op een luidspreker.
• Diskettes zijn uitgerust met een WRITE-beschermingsnokje waarmee
u kunt voorkomen dat ze onvrijwillig worden overschreven.
Zolang het nokje zich in de PROTECT- of WRITE-positie bevindt
kunt u geen data naar de betreffende diskette wegschrijven. Het
verdient dan ook aanbeveling om dit nokje enkel in de onbeveiligde
stand te zetten wanneer u nieuwe data naar de floppy wilt
wegschrijven.
Beschermingsnokje
Achterkant van de diskette
WRITE
(u kunt data wegschrijven)
PROTECT
(de diskette is beveiligd)
• Diskettes met belangrijke data beveiligt u het best zo vaak mogelijk
tegen ongewild overschrijven (zet het nokje in de PROTECT-stand)
alvorens ze in een drive te stoppen.
• Het etiket van een diskette moet altijd goed vastgekleefd worden
om te voorkomen dat het los komt te zitten, zodat de diskette niet
meer uit de drive kan worden gehaald.
• Leg een diskette na gebruik weer in het doosje of de verpakking.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
119

Inhoud
Inhoud
1. Belangrijke opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119
2. Voorzieningen op de panelen . . . . . . . . . . . . . . . . .121
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .123
3. Eerste kennismaking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Voorbereiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
Demosongs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
DJ Pad-Functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125
Game-functie (muzikale spelletjes) . . . . . . . . . . . . .126
4. Spelen met begeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
Andere Music Styles kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .130
Style-keuze via EZ Search . . . . . . . . . . . . . . . . . . .131
Klanken kiezen voor de rechter hand. . . . . . . . . . . .131
Tone-keuze via EZ Search . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132
5. Eén klank bespelen (Piano) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Andere klank met de linker hand bespelen (Split) .133
6. Drummen op het klavier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
7. D Beam Controller gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . 135
8. Opnemen van uw muziek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
9. Bijkomende Music Style-functies . . . . . . . . . . . . . 137
Session Partner-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .137
Uitschakelen van Arranger-partijen (Track) . . . .137
Bijkomende Style-Part toevoegen (Style Pad) . .138
One Touch. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .139
Werken met de Music Assistant van de EM-55 . . .139
Melody Intelligence. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .140
Bass Inversion (Bass Inv). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .140
Orchestrator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141
Style Morphing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141
Werken met Styles op een diskette . . . . . . . . . . . . .142
Nog meer Music Style-functies. . . . . . . . . . . . . . . . .143
10. Bijkomende functies voor de Keyboard-Parts . . 144
Werken met de Upper 2-Part. . . . . . . . . . . . . . . . . . .144
Tone-variaties kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .144
Multi-effectprocessor (M-FX) gebruiken . . . . . . . . .145
Reverb en Chorus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .146
Balance . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Transpositie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .148
Andere functies voor de Keyboard-Parts. . . . . . . . .148
11. Speelhulpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Aanslaggevoeligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Pitch Bend en modulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Voetschakelaar/expressie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
D Beam-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Over de opnamemodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
12. Recorder-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Weergavefuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Standard MIDI Files afspelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
13. Function-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
14. Werken met de User Programs. . . . . . . . . . . . . . . 163
Instellingen opslaan in een User Program . . . . . . . 163
User Program kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
15. MIDI-functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
MIDI Function-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
16. Uitgangen en optionele voetschakelaar
gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
17. Disk-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
User Programs van een diskette laden . . . . . . . . . . 168
Data naar diskette wegschrijven . . . . . . . . . . . . . . . 168
Data op een diskette wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Disk Copy (diskettes kopiëren) . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Format. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
18. Varia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
Functies voor het gebruik in lesverband . . . . . . . . . 172
EM-55 initialiseren (Factory). . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
19. Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
20. Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
21. Overzicht van de Tones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
Tones die via de BANK/NUMBER/VARIATIONknoppen
kunnen worden gekozen . . . . . . . . . . . . . . 175
Tones die enkel via de EZ Search-functie kunnen
worden gekozen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
22. Overzicht van de Music Styles . . . . . . . . . . . . . . . 187
23. Drum Sets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
24. Chord Intelligence . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206
120

EM-55 Handleiding
2. Voorzieningen op de panelen
A POWER ON-knop
Druk op deze knop om de EM-55 in en uit te
schakelen.
B BENDER/MODULATION-hendel
Met links/rechts-bewegingen kunt u de melodienoten
neerwaarts (links) of opwaarts
(rechts) buigen. Druk de hendel naar de achterkant
van de EM-55 om de gespeelde noten
van modulatie (in de regel vibrato) te voorzien.
C D Beam Controller
Met deze speelhulp kunt u de klankkleur van
de gespeelde noten beïnvloeden, de Arranger
aansturen en een groot aantal nieuwe effecten
gebruiken. Alles wat u daarvoor moet
doen is uw hand boven de twee “ogen” op/
neer of van links naar rechts bewegen.
De knoppen dienen voor het toewijzen van de
benodigde functie aan de D Beam Controller.
Zie blz. 150.
D VOLUME-regelaar
Met deze regelaar kunt u het algemene
volume van de EM-55 instellen.
E DEMO-knop
Druk op deze knop om de demosongs van de
EM-55 te beluisteren (zie blz. 124).
F BALANCE [√ACCOMP] [KEYBOARD ®]
knoppen
Met de BALANCE-knoppen kunt u het volume
van de betreffende sectie (begeleiding/song
enerzijds, zelf gespeelde partijen anderzijds)
instellen.
G STYLE MORPHING-knoppen
Met deze knoppen kunt u twee bestaande
Music Styles samenvoegen tot een nieuwe
Style. Zie blz. 141.
H ORCHESTRATOR-knoppen
Met deze knoppen kiest u de benodigde
orkestratie van de geselecteerde Music Style.
Zie blz. 141.
I Display
Hier vindt u uitgebreide informatie over de
status van de EM-55, de beschikbare functies,
de parameterwaarden enz.
J MUSICAL GAME-knop
Druk op deze knop, wanneer u de basisbeginselen
van de muziektheorie wilt leren of
gewoon letterlijk met de EM-55 wilt “spelen”.
K SONG-knop
Met deze knop roept u de Song-mode van de
EM-55 op. In dat geval dienen de knoppen
[INTRO], [ORIGINAL] enz. voor de bediening
van de ingebouwde Recorder.
f g
B
A
D F H
U
C
E G
I
J K L M N O
P Q R S T
a
b
c
d
e
V W X Y Z
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
121

Voorzieningen op de panelen
L STYLE-knop
Druk op deze knop om Music Styles te kunnen selecteren.
Na inschakelen van deze functie dienen de
knoppen [INTRO], [ORIGINAL] enz. voor het selecteren
van Music Style-divisies, terwijl u met [1]~[8] de
benodigde Music Style (11~64) kunt selecteren.
In de DJ PAD-mode dient de [STYLE]-knop voor het
kiezen van de benodigde DJ Phrase-set.
Opmerking: Voor het kiezen van Music Styles kunt u ook
gebruik maken van de EZ Search-functie (zie blz. 131).
M TONE-knop
Druk op deze knop om aan de momenteel geselecteerde
Keyboard-Part met de knoppen [A/B] en
[1]~[8] een andere klank (“Tone”) toe te wijzen. Zie
blz. 131.
Opmerking: Voor het kiezen van de Tones kunt u ook gebruik
maken van de EZ Search-functie (zie blz. 132).
N USER PROGRAM/WRITE-knop
Druk op deze knop om User Programs (gehelen van
registratie-instellingen) te kunnen oproepen. Houd
de knop ingedrukt om de momenteel gehanteerde
instellingen in een User Program op te slaan. Zie
blz. 163.
O MUSIC ASSISTANT-knop
Via deze knop kunt u voorgeprogrammeerde registraties
(een soort User Programs) oproepen. Zie blz. 139.
P METRONOME-knop
Met deze knop kunt u de metronoom in- en uitschakelen.
Houd hem minstens één seconde ingedrukt om
een hiermee samenhangende FUNCTION-parameter
op te roepen.
Q MFX EFFECTS-knop
Met deze knop kunt u de multi-effectprocessor in-/
uitschakelen, hem aan de gewenste Keyboard-Part
toewijzen en het effecttype (algoritme) kiezen. Houd
hem minstens één seconde ingedrukt om een bijbehorende
FUNCTION-parameter op te roepen. Zie
blz. 145.
R MELODY INTELL-knop
Met deze knop kunt u de Melody Intelligence-functie
in-/uitschakelen. Deze functie voorziet de door u
gespeelde melodieën van een harmonie. Zie blz. 140.
Houd hem minstens één seconde ingedrukt om de
FUNCTION-parameter op te roepen waarmee u het
harmonietype kunt kiezen.
S TRANSPOSE-knop
Met deze knop kunt u het klavier transponeren (zie
blz. 148). Houd hem minstens één seconde ingedrukt
om een bijbehorende FUNCTION-parameter op te
roepen.
T REC-knop
Met deze knop kunt u de opname van de EM-55 activeren.
U Style/Song-transportknoppen
(INTRO, ORIGINAL, FILL enz.) Met deze knoppen kunt
u (na op [STYLE] gedrukt te hebben) Music Style-divisies
selecteren of de Recorder van de EM-55 bedienen
(na op de [SONG]-knop gedrukt te hebben).
V EZ SEARCH-knop
Via deze knop kunt u in een mum van tijd de
gewenste Music Style, Tone of Drum Set selecteren.
Zie blz. 131 en blz. 132.
W TEMPO/DATA-wiel
Met dit wiel kunt u het tempo en parameterwaarden
selecteren evenals Music Styles, Tones of Drum Sets
via de EZ SEARCH-functie oproepen.
X DISK-knop
Druk op deze knop om gebruik te maken van de Diskfuncties.
Die dienen voor het laden van data van een
diskette, het wegschrijven naar diskette en het databeheer
op een diskette. Zie blz. 168.
Y EXECUTE/TAP TEMPO-knop
In de FUNCTION- en DISK-mode dient deze knop voor
het bevestigen van een commando. In alle andere
gevallen kunt u er het tempo mee instellen door hem
verschillende keren in te drukken. Houd hem meer
dan één seconde ingedrukt om weer het voorgeprogrammeerde
tempo op te roepen.
In de FUNCTION-mode kunt u hem ingedrukt houden
om weer de voorgeprogrammeerde waarde voor de
geselecteerde parameter op te roepen.
Z FUNCTION-knop
Met deze knop hebt u toegang tot het FUNCTIONmenu.
U kunt hem ingedrukt houden, terwijl u op
een BANK/NUMBER-knop drukt om één van de acht
functies in de lijst rechts naast deze knop op te roepen.
a SESSION PARTNER PADS/TRACKS-sectie
Via deze knoppen hebt u toegang tot de Session Partner-functie
van de EM-55. Bovendien kunnen deze
knoppen ook voor het in- en uitschakelen van de
Recorder-sporen worden gebruikt.
b KEYBOARD MODE-knoppen
Met deze knoppen bepaalt u hoe u de EM-55 wilt
gebruiken:
Knop
M.DRUMS
ARRANGER
PIANO
Functie
U kunt op het klavier “drummen”.
De met de linker hand gespeelde akkoorden
dienen voor het transponeren van de automatische
begeleidingen tijdens het spelen.
Met de rechter hand kunt u daar een solo/
melodie bij spelen.
Er wordt een pianoklank aan het volledige
klavier toegewezen. (In dat geval kunt u
enkel een beroep doen op de drumpartij
van de Arranger, indien nodig).
c ONE TOUCH-knoppen (1–2, 3–4)
Druk op één van deze knoppen om een One Touchgeheugen
te kiezen. Om geheugen “2” of “4” op te
roepen moet u twee keer op de betreffende knop
drukken. De One Touch-geheugens bevatten
geschikte instellingen voor de gekozen Music Style.
Zie blz. 139.
122

EM-55 Handleiding
d KEYBOARD PART-knoppen
Via deze knoppen kunt u drie Keyboard-Parts (Upper
1, Upper 2 en Lower) in- en uitschakelen. “Keyboard-
Parts” zijn klanken die u zelf kunt spelen. Daar tegenover
staan de “Arranger-Parts” die door de automatische
begeleiding van de EM-55 worden aangestuurd.
e A/B-knop, cijferknoppen, VARIATION/STYLE DISK-knop
Met [A/B] kunt u de benodigde Tone-bank kiezen (er
zijn namelijk twee banken à 64 klanken). Met de cijferknoppen
kunt u klanken toewijzen aan de Keyboard-Parts
en Music Styles of User Programs kiezen.
De functie van deze knoppen wordt bepaald door de
ingedrukte knop: [STYLE], [TONE] of [USER PRO-
GRAM].
Achterpaneel
A LCD CONTRAST-regelaar
Gebruik deze regelaar, wanneer de iconen en tekens
in het display van de EM-55 nauwelijks te lezen zijn.
Houd er wel rekening mee dat u het contrast bij varierende
lichtomstandigheden eventueel herhaaldelijk
moet aanpassen.
B MIDI OUT/IN-aansluitingen
Sluit de MIDI OUT-connector van de EM-55 aan op
de MIDI IN-connector van uw computer (of extern
MIDI-instrument) om MIDI-data van de EM-55 naar
de computer of het externe instrument te kunnen
zenden. Sluit de MIDI IN-poort van de EM-55 aan op
de MIDI OUT-connector van de computer enz. om
data van de computer enz. te kunnen ontvangen.
C FOOTSWITCH/EXPR-aansluiting
Hier kunt u een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U
voetschakelaar aansluiten, waarmee u de met de
rechter hand gespeelde noten kunt aanhouden (demperfunctie).
De voetschakelaar kan echter ook voor
het aansturen van andere functies worden gebruikt.
Als u daar geen boodschap aan hebt, kunt u een
optioneel EV-5 zwelpedaal van Roland op deze connector
aansluiten en er het volume van de EM-55
mee instellen.
D OUTPUT R, L/MONO aansluitingen
Via deze connectors kunt u de EM-55 op uw HiFi-versterker,
een mengpaneel, een cassettespeler, een keyboardversterker
enz. aansluiten. Als de externe versterker
enz. mono is, moet u zijn ingang op de OUT L/
MONO-connector aansluiten.
[VARIATION] doet bovendien dienst als [STYLE DISK]-
knop (als u eerst op de [STYLE]-knop ingedrukt hebt).
Zie blz. 142. De cijferknoppen kunnen ook voor het
invoeren van namen worden gebruikt.
f PHONES-aansluitingen
Hier kunt u twee optionele hoofdtelefoons (Roland
RH-25 of RH-50) aansluiten. Door dat te doen schakelt
u de luidsprekers van de EM-55 uit.
g Disk-drive
Hier kunt u een 2DD- of 2HD-diskette met Standard
MIDI Files (SMF) of Music Styles insteken. Bovendien
kunt u uw User Program-instellingen en zelf opgenomen
Songs naar diskette wegschrijven.
E DC 12V IN-aansluiting
Hier moet u de bijgeleverde adapter (ACJ) aansluiten.
Draai de kabel minstens één keer rond de haak rechts
naast de connector om te zorgen dat de aansluiting
op het lichtnet niet bij vergissing kan worden verbroken.
Opmerking: Gebruik uitsluitend de bij de EM-55 geleverde
adapter. Met andere adapters zou u de EM-55 namelijk kunnen
beschadigen.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
123

Eerste kennismaking
3. Eerste kennismaking
Voorbereiding
Eerst en vooral moet u de bijgeleverde adapter op een geschikt stopcontact aansluiten.
(1) Pak de EM-55 uit en zet hem op een stevig
oppervlak.
(2) Verbind de kleine stekker van de adapter
met de DC IN-aansluiting achterop de
EM-55 en de grote stekker met een
geschikt stopcontact.
(3) Druk op de [POWER]-knop om de EM-55
in te schakelen.
Demosongs
De EM-55 bevat 16 Tone- en 8 Style-demo’s.
• De Tone-demo’s geven een goede indruk van de klankkwaliteit van uw EM-55.
• De Style-demo’s daarentegen tonen de kwaliteit van enkele van de Music Styles in de EM-55.
(1) Druk op de [DEMO]-knop (indicator licht
op).
De indicator licht op en de weergave van
alle demosongs begint.
Weergave van een Tone-demosong:
(1) Druk op [START/STOP]-knop. Daardoor
stopt u de weergave van de momenteel
lopende demosong.
(2) Druk op de [TONE]-knop.
DemoTn1
ARRANGER CHORD
TONE
TEMPO
MEASURE
120 120
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
(2) Stel, indien nodig, met de [VOLUME]-
regelaar het gewenste volume in.
(3) Druk nog een keer op [DEMO] om de volgende
Song te beluisteren.
De Tone-demosongs (16 in het totaal) zijn
in twee groepen (A en B) à 8 demo’s onderverdeeld.
(4) Druk op een cijferknop [1]~[8]. Met elke
knop kiest u een andere demosong.
De weergave van de gekozen demosong
begint automatisch. Na de copyright-boodschap
toont het display de naam van de
gekozen Song.
Indien nodig, kunt u nu op [START/STOP]
drukken om de weergave van de huidige
Song te stoppen. Druk nog een keer op deze
knop om de weergave van de volgende
Song te starten.
(5) Druk op [START/STOP] om de weergave
van de demosongs te stoppen. Druk op
[DEMO] (indicator dooft) om de Demofunctie
te verlaten.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
(3) Kies met de [A/B]-knop de groep die de
gewenste Tone-demosong bevat.
124

EM-55 Handleiding
Weergave van een Style-demosong
(1) Druk op de [STYLE]-knop.
(2) Druk op een cijferknop [1]~[8]. Met elke
knop kiest u een andere Style-demosong
(er zijn er acht).
De weergave van de gekozen demosong
begint automatisch. Na de copyright-boodschap
toont het display de naam van de
gekozen Song.
Indien nodig, kunt u nu op [START/STOP]
drukken om de weergave van de huidige
Song te stoppen. Druk nog een keer op deze
knop om de weergave van de volgende
Song te starten.
(3) Druk op [START/STOP] om de weergave te
stoppen.
(4) Druk op [DEMO] (indicator dooft) om de
Demo-functie te verlaten.
DJ Pad-Functie
Laten we nu kijken naar één van de Session Partner-functies via dewelke u de EM-55 zoals een DJ kunt
gebruiken. (Zie blz. 137 en 154 voor de overige Session Partner/Track-functies.)
De DJ PAD-functie laat toe om acht verschillende
frasen te starten en te stoppen door acht
knoppen in te drukken. U hoeft dus in principe
niet op het klavier te spelen.
Na het starten van een frase kunt u er de toonaard
van veranderen door in de linker klavierhelft
het gewenste akkoord te spelen. Dit laat
dus toe om via de knoppen volledige nummers
te “componeren”. Het is zelfs mogelijk om uw
spel met de DJ Pad-functie op te nemen.
O ja… en u kunt ook zonder meer verschillende
frasen tegelijk gebruiken (de DJ Pad-functie is
namelijk polyfoon).
(1) Druk op de [STYLE]-knop. Kijk even of het
[STYLE≈A]-icoontje in het display verschijnt.
(3) Gebruik de [1/9]~[8/16] knoppen om de
toegewezen frasen te starten (de indicators
van de actieve knoppen lichten op).
U kunt ook zonder meer verschillende knoppen
tegelijk indrukken.
Door een knop heel even in te drukken start
u de toegewezen frase, maar die wordt dan
maar één keer afgespeeld.
Als u één van deze knoppen iets langer
ingedrukt houdt, wordt de toegewezen
frase oneindig herhaald (zoiets noem je een
“Loop”). Druk nog een keer op de betreffende
knop om de weergave van die frase
weer te stoppen.
(4) Indien nodig, kunt u met het [TEMPO/
DATA]-wiel een ander tempo instellen.
De bovenste SESSION PARTNER [TRACK]-
indicator licht op.
(2) Druk één of twee keer op de [STYLE PAD/
DJ TRACK]-knop (om te zorgen dat de DJ
PAD-indicator oplicht).
125

Eerste kennismaking
Andere sets kiezen
(5) Als u wilt, kunt u met de BANK/NUMBER
[1]~[8] knoppen een andere set kiezen.
Dance 1 HipHop House 2
Dance 2 House 1 Rap
Techno 1
Techno 2
De EM-55 bevat 8 sets met verschillende
DJ-frasen (telkens 8). Deze sets heten:
Dance 1, Dance 2, HipHop, House 1, House
2, Rap, Techno 1 en Techno 2. In de afbeelding
links ziet u op welke knop u moet
drukken om de gewenste set te selecteren.
De naam van de gekozen set verschijnt in
het display.
Opmerking: Druk niet op de [START/STOP]-knop,
omdat u anders de Arranger start. En dan wordt de
DJ PAD-functie uitgeschakeld.
Opmerking: Er bestaat ook een parameter waarmee
u kunt bepalen of de weergave van de frasen
synchroon moet lopen. Zie blz. 162.
Game-functie (muzikale spelletjes)
Uw EM-55 bevat verschillende spelletjes waarmee u op een speelse manier kennis maakt met enkele belangrijke
muzikale beginselen. Deze spelletjes heten:
• Guess Note: speel de noten die u hoort.
• Guess the Chord: speel de gehoorde
akkoorden na.
• Chord Finder: Hiermee leert u akkoorden
spelen, zodat u geen enkele moeite meer
hebt met het “lezen” van akkoorden.
In het geval van “GuessNte” en “GuessChd”
speelt ook de snelheid een rol: hoe sneller u
de juiste noten speelt, hoe beter u scoort.
(1) Druk op de [MUSICAL GAME]-knop.
In het midden van het display verschijnt het
[MUSICAL≈GAME]-icoontje, terwijl de
boodschap linksboven in het display de
naam van het eerste spel toont.
GuessTne
ARRANGER CHORD
MUSICAL GAME
120 120
(2) Druk nog een keer op [MUSICAL GAME]
om het gewenste spel te selecteren
(“GuessNte”, “GuessChd” of “ChordFnd”).
TONE
TEMPO
MEASURE
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
1 DJ PAD
ARRANGER CHORD
STYLE
TEMPO
120
U kunt het spel ook kiezen door op
ORCHESTRATOR [DRUM & BASS] of
[COMBO] te drukken.
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
(3) Kies met STYLE MORPHING [DRUM],
[BASS] en [ACCOMP] het niveau (enkel
voor “Guess Nte” en “GuessChd”).
Knop
Beginner Advanced Expert
Functie
DRUM Beginner (eenvoudigste niveau)
BASS Advanced (voor gevorderden)
ACCOMP Expert (moeilijkste niveau)
Voorbeeld: om het “Advanced”-niveau van
“GuessNte” te kiezen:
• Druk op [MUSICAL GAME].
• Druk nog twee keer op [MUSICAL GAME] (of
op ORCHESTRATOR [COMBO]).
• Druk op STYLE MORPHING [BASS].
(4) Druk op ORCHESTRATOR [BIG BAND] om
uw keuze te bevestigen (“OK”).
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
126

EM-55 Handleiding
Guess Note
Na op “OK” gedrukt te hebben (zie stap (4) hierboven) speelt de EM-55 een noot, terwijl het display de
boodschap “Listen” afbeeldt. De door de EM-55 gespeelde noot verschijnt tevens op de notenbalken links
in het display.
(1) Speel de noot op het klavier.
Daarna speelt de EM-55 nog vier noten die
u eveneens moet naspelen.
Na vijf noten en uw antwoorden toont het
display hoe lang u erover hebt gedaan en
hoe goed u gepresteerd hebt. Als de noten
juist waren, krijgt u nu een staande ovatie.
Als uw antwoorden fout waren, hoort u nu
een oorverdovende “crash”.
(2) Druk op “OK” om te zorgen dat de EM-55
nog eens vijf noten speelt.
Met de knoppen √ ® of “1”, “2”, “3” kunt u
een ander niveau kiezen. Bevestig uw keuze
door op “OK” te drukken.
(3) Speel ook de nieuwe noten.
Na de ovatie (of de “crash”) keert het display
terug naar de niveau-indicatie. Als u wilt,
kunt u nu met [MUSICAL GAME] een ander
spelletje kiezen.
(4) Druk op [SONG], [STYLE], [TONE], [USER
PROGRAM] of [FUNCTION] om deze functie
te verlaten.
Guess Chord
Eens u op “OK” gedrukt hebt (zie stap (4) onder “Game-functie (muzikale spelletjes)”) speelt de EM-55
een akkoord en beeldt hij de bijbehorende noten op de notenbalken helemaal links in het display af.
(1) Speel de noten van het akkoord op het
klavier.
Daarna speelt de EM-55 nog vier andere
akkoorden. Speel die eveneens.
Na vijf akkoorden en uw antwoorden toont
het display hoeveel tijd u voor het naspelen
van de akkoorden nodig hebt gehad en hoe
goed u gescoord hebt. Waren alle akkoorden
juist, dan krijgt u nu een staande ovatie.
Als uw akkoorden fout waren, hoort u een
oorverdovende “crash”.
(2) Druk op “OK” om te zorgen dat de EM-55
vijf andere akkoorden speelt.
Met de knoppen √ ® of “1”, “2”, “3” kunt u
een ander niveau selecteren. Bevestig uw
keuze door op “OK” te drukken.
(3) Speel de akkoorden nog een keer.
Na de ovatie (of de “crash”) keert het display
terug naar de niveau-indicatie. Als u wilt,
kunt u nu met [MUSICAL GAME] een ander
spelletje kiezen.
(4) Druk op [SONG], [STYLE], [TONE], [USER
PROGRAM] of [FUNCTION] om deze functie
te verlaten.
Chord Finder
De Chord Finder is een leuk spelletje en de geknipte methode voor het aanleren van nieuwe akkoorden.
Dit “spel” werkt als volgt:
(1) Druk op de [MUSICAL GAME]-knop.
Zie blz. 126 voor meer details.
(2) Kies met de [MUSICAL GAME]-knop
“ChordFnd”.
U kunt echter ook op “3” [ACCOMP] drukken
om dit spel direct te selecteren.
(3) Kies met de knop “1” of “2” de benodigde
optie:
Selecteren van de grondtoon (Root):
• Druk op “1”. Het display beeldt nu de boodschap
“1 Root” af.
• Kies de gewenste grondtoon (bv. “C”) door
op √ ® te drukken. De naam van het
betreffende akkoord verschijnt in het
ARRANGER CHORD-venster.
ARRANGER CHORD
Knop Functie
“1” Grondtoon (“naam” van het akkoord)
“2” Type (majeur, mineur enz.)
127

Eerste kennismaking
Keuze van het type:
• Druk op de “2”-knop. In het display verschijnt
nu de boodschap “2 Type”.
• Kies met de knoppen √ ® het type (bv.
“7”). De volledige naam van het akkoord
verschijnt nu in het ARRANGER CHORDveld
van het display, terwijl de naam en de
noten van dat akkoord in het ARRANGER
CHORD-venster en op de notenbalken worden
afgebeeld.
ARRANGER CHORD
Zwarte toetsen die u moet indrukken worden
tijdelijk wit afgebeeld (zie bv. de Bb/A#
in de afbeelding).
(4) Kies nu met de knoppen “1” en “2” evenals
√ ® andere akkoorden die u wilt leren
spelen.
(5) Druk op [SONG], [STYLE], [TONE], [USER
PROGRAM] of [FUNCTION] om deze functie
te verlaten.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
128

EM-55 Handleiding
4. Spelen met begeleiding
Laten we nu een beetje stoeien met de automatische begeleidingsfunctie van de EM-55 – de “Arranger”.
Starten en stopen van de Arranger
(1) Druk op de KBD MODE [ARRANGER]-knop
(indicator licht op).
(5) Kies met de volgende knoppen een ander
patroon van de momenteel geselecteerde
Music Style:
ARRANGER
Het klavier wordt in twee helften verdeeld.
Met de links gespeelde noten bepaalt u de
toonaard van de begeleiding. Met de toetsen
in de rechter helft kunt u een melodie
over de begeleiding spelen.
Na het inschakelen kiest de EM-55 automatisch
de Music Style “A24 TwoStep”.
(2) Druk op de [START/STOP]-knop om de
Arranger-weergave te starten.
Opmerking: Als de [ARRANGER]-indicator oplicht,
hoort u bij het spelen in de linker klavierhelft –wanneer
de Arranger gestopt is– een elektrische piano
en een bas. De linker klavierhelft wordt dus niet op
non-actief gezet (zoals bij de vorige generaties Roland-keyboards).
Dat kunt u echter uitschakelen (zie
“EP Chord (elektr. piano + bas links)”, blz. 159).
(3) Speel met de linker hand een akkoord (of
een enkelvoudige noot).
(4) Speel een ander akkoord (een andere
noot) om de toonaard van de Arranger te
veranderen.
Knop Functie
INTRO Weergave van een inleiding. Druk
eerst op deze knop en vervolgens
op [START/STOP].
ORIGINAL De eenvoudige begeleidingsversie.
FILL Overgang (“Fill In”) naar VARIATION
of ORIGINAL.
VARIA-
TION
ENDING
Een iets complexere begeleidingsversie.
Frase die het einde van een nummer
aangeeft. Druk op deze knop
i.p.v. [START/STOP] om voor een
muzikaal slot van het nummer te
zorgen.
Met deze knoppen kiest u de verschillende
Music Style-“patronen”. De indicator van de
actieve knop licht telkens op.
Bovendien verschijnt in het ARRANGER
CHORD-veld telkens de naam van het laatst
gespeelde akkoord. Dit akkoord wordt door
de begeleiding gehanteerd.
Zodra u vlekkenloos met de Arranger kunt
werken, zou u moeten proberen om met de
rechter hand een melodie bij de begeleiding
te spelen, terwijl u met de linker hand de
toonaard van de Arranger bepaalt.
129

Spelen met begeleiding
Tempo instellen
(6) Met het [TEMPO/DATA]-wiel kunt u het
tempo van de begeleiding verminderen
(naar links draaien) of verhogen (naar
rechts draaien).
Om daarna weer het voorgeprogrammeerde
Music Style-tempo te selecteren, moet u
[EXECUTE/TAP TEMPO] enkele seconden
ingedrukt houden.
U kunt het tempo ook instellen door herhaaldelijk
op de [EXECUTE/TAP TEMPO]-
knop te drukken.
Arranger-weergave stoppen
(7) Druk nog een keer op [START/STOP] om de weergave weer te stoppen.
U zou echter ook op [ENDING] kunnen drukken om een slotfrase te starten. Eens die afgelopen is,
stopt de Arranger.
Automatisch starten van de weergave (Sync Start)
Druk op de [SYNC START]-knop (indicator licht op). Der Arranger-weergave begint nu, zodra u in de
linker helft van het klavier een akkoord of noot speelt.
Andere Music Styles kiezen
Keuze via de cijferknoppen
Uw EM-55 bevat 64 verschillende begeleidingen (zogenaamde “Music Styles”) die in acht banken onderverdeeld
zijn. Deze Music Styles kiest u op de volgende manier:
(1) Druk op de [STYLE]-knop.
(2) Druk op de [A/B]-knop om groep A te kiezen
(linksboven in het display verschijnt
een A).
(3) Kies met de cijferknoppen de benodigde
Music Style-Bank (1~8).
Voorbeeld: druk op [6] om de “LATIN”-bank
te kiezen.
(4) Kies met de cijferknoppen een Music Style
binnen deze bank (x1~x8).
Voorbeeld: druk op [2] om de Style “Bossa 2”
te kiezen.
Opmerking: Indien nodig, kunt u ook verschillende
keren op [STYLE] drukken om de beschikbare Styles
van de momenteel actieve groep (A of B) één voor
één op te roepen.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
Zie het overzicht van de STYLE-banken in de
linker helft van het frontpaneel en blz. 187
voor een overzicht van de banken.
130

EM-55 Handleiding
Style-keuze via EZ Search
Ziehier een andere manier voor het kiezen van
Music Styles:
(1) Druk op de [EZ SEARCH]-knop (indicator
licht op).
Voorbeeld: om een Music Style van de
“POP”-bank te kiezen, moet u op [3] drukken.
In het display verschijnen nu het nummer
en de naam van de momenteel gekozen
Music Style.
(2) Kies in het STYLE-overzicht linksboven in
het display een bank en druk op de BANK/
NUMBER-knop van die bank.
(3) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel een
Music Style uit die bank.
Na de POP-bank gekozen te hebben kunt u
één van de volgende Styles selecteren: Pop
1A~4A, Pop 1B~4B.
Opmerking: EZ Search is enkel beschikbaar voor
groep “A” (d.w.z. de Styles in het interne geheugen
van de EM-55).
Werken met Music Styles op een diskette
De EM-55 wordt met twee diskettes geleverd, waarvan er één 64 bijkomende Music Styles voor gebruik
met de Disk Link-functie bevat. (De tweede diskette bevat nog meer Music Styles die u met STYLE DISK
kunt laden.) Het gebruik van deze Styles is net zo eenvoudig als het werken met de interne Music Styles
– en het laden van de diskette is bijna even snel. Deze functie heet “Disk Link”.
De Music Style, waarnaar het gekozen Disk Linkgeheugen
verwijst, wordt automatisch van de
diskette geladen en naar het Style Disk-geheugen
gekopieerd (zie ook blz. 142).
(1) Stop de “Disk Link”-diskette in de drive
(vooraan onder het klavier).
(2) Druk op de [STYLE]-knop.
(3) Druk op de [A/B]-knop om groep B te kiezen
(de letter B verschijnt linksboven in
het display).
(4) Kies met de cijferknoppen de benodigde
Music Style-Bank (1~8).
(5) Kies met de cijferknoppen een Music Style
binnen deze bank (x1~x8).
Opmerking: U kunt ook zelf Music Styles aan de
geheugens van groep b toewijzen (zie blz. 143).
Opmerking: De EM-55 slaat de Music Styles van
groep b niet intern op. Dergelijke Styles kunt u dan
ook enkel gebruiken, wanneer de juiste diskette zich
in de drive bevindt.
Klanken kiezen voor de rechter hand
Indien nodig, kunt u op gelijk welk moment een andere klank voor de melodiepartij (rechter hand) selecteren.
(1) Druk op de [TONE]-knop.
De “HeavenKey”-klank hoort thuis in de
“TONE B”-groep. Daarom moet u zo vaak op
[A/B] drukken tot het display b afbeeldt.
Het display beeldt nu het [TONE]-icoontje af
om duidelijk te maken dat u klanken
(“Tones”) kunt kiezen. Tones kunnen op twee
manieren worden gekozen.
In dit voorbeeld gaan we de klank “B419
HeavenKey” selecteren.
(2) Druk op de [A/B]-knop om de benodigde
Tone-groep te selecteren.
Piano 2
Opmerking: Dit is enkel noodzakelijk, als de
momenteel geselecteerde klank thuishoort in
groep A.
Opmerking: De naam (“Piano 2” in de illustratie)
verwijst nog steeds naar de eerder gekozen klank.
131

Spelen met begeleiding
(3) Druk op cijferknop [4] om bank “4” te kiezen.
(4) Druk op cijferknop [1] om de “Heaven-
Key”-klank te selecteren.
Piano 2
Opmerking: De naam (“Piano 2” in de illustratie)
verwijst nog steeds naar de eerder gekozen klank.
Nu verandert de naam van de klank in het
display. Speel rechts op het klavier een paar
noten om de “HeavenKey”-klank te beluisteren.
Opmerking: Op blz. 144 komt u te weten hoe u de
Variation-klanken kunt kiezen.
Opmerking: Indien nodig, kunt u met de [TONE]-
knop alle Tones (met uitzondering van de variaties)
één voor één selecteren.
Opmerking: In veruit de meeste gevallen kiest de
EM-55 niet precies de gevraagde klank, maar een
nóg betere. Zie ook blz. 144.
Tone-keuze via EZ Search
Uw EM-55 bevat 3.641 Tones (of klanken), wat dus betekent dat u in elke situatie over een groot aantal
opties beschikt. Het betekent echter ook dat u soms wel even zoet bent met het zoeken naar de geschikte
klank.
Natuurlijk zou u dat via het overzicht op blz. 175 en volgende kunnen doen en het nummer dan via de
BANK/NUMBER-knoppen kunnen intoetsen. Er is echter ook een snellere manier:
(1) Druk op de [TONE]-knop. Het [TONE]-
icoontje verschijnt in het display.
(2) Druk op de [EZ SEARCH]-knop (indicator
licht op).
Het display beeldt nu het nummer en de
naam van de momenteel gekozen klank af.
(3) Kijk even naar de TONE-lijst linksboven in
het display om de geschikte bank te kiezen
(er zijn er 16) en druk vervolgens op
de [A/B]- en een cijferknop [1]~[8] om die
bank te selecteren.
HeavenKey
Voorbeeld: als u een orgelgeluid nodig hebt,
moet u A kiezen en vervolgens op [3] drukken.
Hebt u een solosynthesizergeluid
nodig, dan moet u met [A/B] groep b kiezen
en vervolgens op [3] drukken.
(4) Kies nu met het [TEMPO/DATA]-wiel een
Tone van de actieve bank.
Nu kunt u enkel Tones kiezen die thuishoren
in de zonet gekozen groep en bank. Dat is
de snelste manier om verschillende alternatieven
uit te proberen.
Opmerking: U kunt ook verschillende klanken
tegelijk gebruiken. Zie hiervoor blz. 133 en 144.
Opmerking: EZ Search biedt ook toegang tot klanken
die u niet via de BANK/NUMBER-knoppen kunt
selecteren. (Via de cijferknoppen hebt u toegang tot
1616 Tones.) Die bijkomende geluiden kunnen niet
via SysEx worden geselecteerd.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
132

EM-55 Handleiding
5. Eén klank bespelen (Piano)
Als u wilt, kunt u ook maar één klank via het volledige klavier spelen. Deze mode wordt na inschakelen van de
EM-55 gekozen. Aangezien hij voornamelijk voor het gebruik van de EM-55 als digitale piano is bedoeld, heet hij
“PIANO”.
(1) Druk op de [PIANO]-knop (indicator licht
op).
PIANO
(2) Zie “Klanken kiezen voor de rechter hand”
(blz. 131) als u graag een andere klank
kiest.
Aanvankelijk licht enkel de [UPPER 1]-indicator
op, en dat betekent dat de gelijknamige
Part actief is. “Parts” zijn in wezen
“ramen” waar u klanken aan kunt toewijzen
en die u kunt bespelen.
Metronoom gebruiken
Voor het instuderen van nieuwe nummers kunt u een beroep doen op de metronoom.
(1) Druk op de [METRONOME]-knop.
METRONOME
Het -icoontje verschijnt en u hoort een
metronoomgeluid.
(2) Houd de [METRONOME]-knop ingedrukt
om de Metro TS-functie te selecteren.
(3) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel (let op
de “VALUE”-boodschap in het display) de
benodigde maatsoort.
De mogelijkheden luiden: 1/4, 2/4, 3/4, 4/4,
5/4, 6/4, 6/8, 9/8.
(4) Druk op [SONG], [STYLE], [TONE] of [USER
PROGRAM] om deze functie weer te doen
verdwijnen.
Andere klank met de linker hand bespelen (Split)
Laten we nu kijken hoe je het klavier in twee helften kunt verdelen zonder de Arranger te gebruiken. Dat
laat dan toe om met de linker en rechter hand verschillende klanken te bespelen.
• Eén klank links (Upper).
• En een tweede rechts (Lower). Indien nodig,
kunt u via de linker helft ook een automatische
baspartij (M.Bass) spelen. Zie blz. 159.
Lower (+M. Bass)
(1) Druk op de KBD MODE [ARRANGER]-knop
om de Arranger-mode te activeren.
Dat is noodzakelijk om het klavier op te
splitsen. U mag echter niet op [START/STOP]
drukken. Anders begint de Arranger namelijk
te spelen.
(2) Druk op de [LOWER]-knop.
LOWER
Upper
De bijbehorende indicator licht op (wat ook
het geval is voor de indicator van de
[UPPER 1]-knop). Nu kunt u één partij met
de linker hand (“Lower”) en een tweede met
de rechter hand (“Upper 1”) bespelen.
Om aan de Lower-Part een andere klank toe
te wijzen, moet u de [LOWER]-knop ingedrukt
houden (tot zijn indicator knippert).
De werkwijze voor het kiezen van de klanken
is dan dezelfde als voor de Upper 1-Part
(zie “Klanken kiezen voor de rechter hand”,
blz. 131).
Opmerking: Indien nodig, kunt u een ander splitpunt
kiezen. Zie “ArrSplit (Arranger Split)” (blz. 159).
Opmerking: Als u wilt, kunt u op de [START/STOP]-
knop drukken om een ritmebegeleiding te starten
die op de momenteel gekozen Music Style berust.
Zie blz. 130 voor het kiezen van Styles en blz. 137
voor het uitschakelen van alle Arranger-Parts met
uitzondering van de drums.
133

Drummen op het klavier
6. Drummen op het klavier
Laten we nu kijken hoe je aan alle toetsen van het klavier verschillende drum- en percussieklanken kunt toewijzen.
(1) Druk op de [M.DRUMS]-knop.
M.DRUMS
De indicator licht op. Speel een paar noten
op het klavier. Nu is aan elke toets een
andere klank toegewezen.
Andere Drum Sets kiezen
Met de toets helemaal links speelt u een
basdrum (“Kick”). Met de witte toets daarnaast
speelt u een Snare enz. Probeer ook
de andere toetsen even uit. U mag ook verschillende
toetsen tegelijk indrukken.
In de M.Drums-mode (“M.Drums” is de afkorting voor Manual Drums) worden de beschikbare geluiden
niet door Tones voortgebracht, maar door Drum Sets. Drum Sets bevatten meer dan 90 verschillende
geluiden die aan afzonderlijke toetsen zijn toegewezen. De EM-55 biedt 116 verschillende Drum Sets.
BANK/NUMBER
11 STANDARD 1
12 STANDARD 2
13 STANDARD L/R
14 V-Pop1
15 V-R&B
16 V-Fiesta
21 ROOM
22 HIP HOP
23 JUNGLE
24 TECHNO
25 ROOM L/R
26 HOUSE
31 POWER
32 V-Rock1
33 V-Rock2
41 ELECTRONIC
42 TR-808
43 DANCE
44 CR-78
45 TR-606
46 TR-707
47 TR-909
51 JAZZ
52 JAZZ L/R
61 BRUSH
62 BRUSH 2
63 BRUSH 2 L/R
64 V-JazzBrush
71 ORCHESTRA
72 ETHNIC
73 KICK & SNARE
74 KICK&SNARE 2
75 ASIA
76 CYMBAL&CLAP
77 GAMELAN 1
78 GAMELAN 2
81 SFX
82 RHYTHM FX
83 RHYTHM FX 2
84 RHYTHM FX 3
85 SFX 2
87 CYM&CLAPS 2
88 V-VoxDrum
128 CM-64/32L
EZ SEARCH
11 STANDARD 1
12 STANDARD 2
13 STANDARD 3
21 ROOM
22 Hip-Hop
23 JUNGLE
24 TECHNO
31 POWER
41 ELECTRONIC
42 TR-808
43 DANCE
44 CR-78
45 TR-606
46 TR-707
47 TR-909
51 JAZZ
61 BRUSH
Voor het kiezen van de benodigde Drum Set kunt u op dezelfde manier te werk gaan als voor het kiezen
van Tones:
(1) Druk op een cijferknop [1]~[8] om een
bank te kiezen.
(2) Druk op een cijferknop [1]~[8] om een
geheugen uit die bank te kiezen.
Met de EZ Search-functie hebt u toegang
tot alle Drum Sets, met uitzondering van de
degene die in bovenstaande lijst worden
voorafgegaan door “CC32=” (die Drum Sets
kunnen enkel via MIDI worden geselecteerd).
71 ORCHESTRA
72 ETHNIC
73 KICK & SNARE
75 ASIA
76 CYMBAL&CLAP
81 SFX
82 RHYTHM FX
83 RHYTHM FX 2
128 CM-64/32L
11 STANDARD 1
12 STANDARD 2
21 ROOM
31 POWER
41 ELECTRONIC
42 TR-808/909
43 DANCE
51 JAZZ
61 BRUSH
71 ORCHESTRA
72 ETHNIC
73 KICK&SNARE
74 Oriental
81 SFX
82 RHYTHM FX
128 CM-64/32L
11 STANDARD1
21 ROOM
31 POWER
M.Drums
41 ELECTRONIC
42 TR-808
51 JAZZ
61 BRUSH
71 ORCHESTRA
81 SFX
88 CM-64 / 32L
CC32= 122
(General MIDI 2)
1 GM2 STANDARD
9 GM2 ROOM
17 GM2 POWER
25 GM2 ELECTRIC
26 GM2 ANALOG
33 GM2 JAZZ
41 GM2 BRUSH
49 GM2 ORCHESTRA
57 GM2 SFX
CC32= 119 (XG)
1 standard kit
2 standrd kit2
9 room kit
17 rock kit
25 electro kit
26 analog kit
33 jazz kit
41 brush kit
49 classic kit
121 SFX 1 kit
122 SFX 2 kit
M.Drums
Opmerking: Indien nodig, kunt u op [START/STOP]
drukken om de ritmebegeleiding van de momenteel
geselecteerde Music Style te starten. Op blz. 130
komt u te weten hoe u andere Music Styles kiest.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
134

EM-55 Handleiding
7. D Beam Controller gebruiken
De D Beam Controller laat toe om verschillende muzikale aspecten te beïnvloeden of om iets aan uw muziek toe
te voegen door uw hand, hoofd enz. in de lucht te bewegen. Dat moet u echter wel op een afstand van ten hoogste
40cm boven de twee “ogen” doen. Uw bewegingen worden dan vertaald in muzikale expressie.
(1) Druk op de D BEAM CONTROLLER [ON/
OFF]-knop (indicator moet oplichten).
ON/OFF
Laten we eerst de DJ GEAR-functies uitproberen.
(2) Druk zo vaak op de [ASSIGN]-knop (naast
de [ON/OFF]-knop) tot de DJ GEAR-indicator
oplicht.
(5) Houd de [ASSIGN]-knop ingedrukt tot het
display de boodschap VinylRPM
afbeeldt.
(6) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel
Scratch.
(7) Beweeg uw hand weer boven de D Beam.
Nu zou u een Scratch-geluid moeten horen.
Probeer nu ook de SOUND EFX (geluidseffecten),
INSTRUMENTS (spelen van bepaalde
noten met bijpassende klanken) en CON-
TROLS opties (beïnvloeden van de Arrangerweergave)
even uit.
Opmerking: Op blz. 150 wordt de D Beam Controller
uitvoerig uit de doeken gedaan.
DJ GEAR
SOUND EFX
INSTRUMENTS
CONTROLS
(3) Start de Arranger door op [START/STOP] te
drukken.
(4) Laat uw hand boven de “ogen” van de
D Beam zakken en til ze weer op.
U hoort nu het “VinylRPM”-effect. Laten we
nu een beetje “scratchen”…
135

Opnemen van uw muziek
8. Opnemen van uw muziek
De EM-55 is uitgerust met een 16-sporen Recorder waarmee u uw eigen versies van bestaande nummers of
nieuwe nummers kunt opnemen. Indien nodig, kunt u zich door de Arranger laten begeleiden, terwijl u de melodie
speelt. Dat precies gaan we u hier tonen.
(1) Druk op de [ARRANGER]-knop.
De indicator licht op. Nu kunt u uw linker
hand voor het transponeren van de Arranger
tijdens het spelen gebruiken.
(2) Druk op de [STYLE]-knop.
(3) Kies een Music Style.
Zie ook blz. 130.
(4) Druk op de [START/STOP]-knop.
(5) Stel met het [TEMPO/DATA]-wiel het
gewenste tempo in.
(6) Druk nog een keer op [START/STOP] om de
Arranger-weergave te stoppen.
(7) Wijs aan de rechter klavierhelft de
gewenste klank toe.
Druk op [TONE] en gebruik de knoppen [A/B]
en [1]~[8] (of de EZ Search-functie). Zie ook
blz. 131.
Opmerking: Indien nodig, kunt u met de [VARIA-
TION]-knop een ander Variation-geluid kiezen. Zie
ook blz. 144.
(8) Druk op de [● REC]-knop.
● REC
Het display zou er nu als volgt moeten uitzien.
Als dat niet het geval is, moet u met
het [TEMPO/DATA]-wiel ALL selecteren):
ALL
ARRANGER CHORD
TONE
RECORD
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15 16
TEMPO
MEASURE
120 001
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
(De icoontjes [RECORD≈∏] en [1]~[16] knipperen.)
U bevindt zich nu in de ALL-mode,
en dat betekent dat alle partijen (van de
Arranger en van uzelf) worden opgenomen.
Opmerking: De Song, die zich eventueel nog in het
interne geheugen bevindt, wordt nu gewist. Indien
nodig, moet u die eerst naar een diskette wegschrijven
(zie blz. 168).
(9) Start de opname op één van de volgende
manieren:
• Druk op de [START/STOP]-knop om te zorgen
dat de Arranger-weergave op de eerstkomende
tel begint.
Opmerking: Als u de Arranger niet vanaf het begin
van de Song gebruikt, schakelt u het best de metronoom
in door op de [METRONOME]-knop te drukken.
• Schakel de SYNC START-functie in en speel
links van het splitpunt één of verschillende
noten.
Opmerking: U kunt ook in de PIANO- of
M.DRUMS-mode opnemen (door op de betreffende
modeknop te drukken). Gebruik dan echter de
metronoom. De maatsoort van de Song kunt u via
de MetroTS-functie instellen. Zie blz. 133.
(10) Stop de opname op één van de volgende
manieren:
• Druk op [START/STOP].
• Druk op de [ENDING]-knop om het Endingpatroon
te starten. Zodra dit patroon afgelopen
is, stopt de opname.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
Beluisteren van de opgenomen Song
(1) Druk op de [SONG]-knop.
(2) Druk op [START/STOP] om de weergave te
starten.
(3) Druk nog een keer op START/STOP] om de
weergave weer te stoppen.
(4) Druk op [ORIGINAL |√] om terug te keren
naar het begin van de Song.
136

EM-55 Handleiding
9. Bijkomende Music Style-functies
Naast de op blz. 129 en volgende besproken Music Style-/Arranger-functies beschikt u over de volgende dingen.
Dat is echter enkel het geval als u eerst op de [ARRANGER]-knop drukt (de indicator moet oplichten).
Session Partner-functies
De SESSION PARTNER-sectie van de EM-55 kan ook worden gebruikt voor het “spelen met de Arranger-
Parts” of voor het toevoegen van een negende partij aan de automatische begeleiding (die maximaal 8 partijen
bevat). Laten we deze twee functies even van naderbij bekijken:
Uitschakelen van Arranger-partijen (Track)
De Music Styles van de EM-55 omvatten maximaal acht begeleidingspartijen: drums, bas en Accomp 1~
6. Als u even naar de SESSION PARTNER-sectie kijkt, ziet u dat de overeenkomstige namen boven de cijferknoppen
[1]~[8] verschijnen:
De ACCOMP-Parts bevatten melodische partijen (piano, sax, gitaarakkoorden enz.). Als u wilt, kunt u de
niet benodigde Arranger-partijen tijdens de weergave uitschakelen – en die instellingen in een User Program
opslaan (zie blz. 163). Ziehier wat u daarvoor moet doen:
(1) Druk op de KBD MODE [ARRANGER]-knop
(indicator licht op).
ARRANGER
(2) Kies de benodigde Music Style (zie
blz. 130).
(3) Druk op [START/STOP] om de Arrangerweergave
te starten.
(4) Druk op de [TRACK]-knop (de bovenste
indicator licht op).
• of omdat er geen data zijn voor de betreffende
partij.
Niet alle acht Arranger-sporen worden
namelijk door alle Music Styles of Styledivisies
(Intro, Variation enz.) gebruikt.
(5) Schakel de Arranger-Parts met de SES-
SION PARTNER-knoppen [1/9]~[8/16] in
of uit.
Opmerking: Zodra u ook maar één partij in- of uitschakelt,
verlaat de EM-55 automatisch het
momenteel gekozen Orchestrator-niveau. De tijdens
het spelen doorgevoerde wijzigingen hebben
dus altijd voorrang.
Opmerking: De aan/uit-stand van de Arrangerpartijen
verandert niet, wanneer u tijdens de Arranger-weergave
een andere Music Style kiest. Als u
echter eerst de Arranger stopt en daarna een
andere Music Style kiest, worden alle (bestaande)
Arranger-Parts weer ingeschakeld.
Opmerking: U kunt bovendien het volume van
bepaalde Arranger-Parts instellen. Zie “AccDrums,
AccBass, Accomp: volume” (blz. 159).
Kijk nog een keer naar de SESSION PARTNER
[1/9]~[8/16] knoppen. Sommige lichten op,
terwijl dat voor andere niet het geval is. Er
zijn twee redenen waarom een [1/9]~[8/16]
indicator niet oplicht:
• omdat u de betreffende Arranger-partij uitgeschakeld
hebt (door op de betreffende
knop te drukken of een ander Orchestratorniveau
te kiezen, zie blz. 141)…
137

Bijkomende Music Style-functies
Bijkomende Style-Part toevoegen (Style Pad)
De SESSION PARTNER-knoppen dienen tevens voor het gebruik van de “STYLE PAD”-functie. Op die
manier kunt u een bijkomende partij aan de Arranger-weergave toevoegen, die niet echt deel uitmaakt
van de gekozen Music Style (ROM-geheugen of diskette).
Net zoals de DJ PAD-functie (zie blz. 125) biedt
de STYLE PAD-functie acht verschillende frasen
die u via de SESSION PARTNER-knoppen [1/9]~
[8/16] kunt selecteren. (Bovendien zijn er sets,
zie verderop.) En net zoals bij de DJ PAD-functie
bepaalt u de toonaard van deze frasen via de
noten die u links op het klavier speelt.
Hier kunt u echter telkens maar één frase starten.
(1) Druk op de KBD MODE [ARRANGER]-knop
(indicator licht op).
ARRANGER
(2) Kies de benodigde Music Style (zie
blz. 130).
Daarmee bepaalt u ook welke frasenset er
automatisch wordt geselecteerd. Zie ook
verderop.
(3) Druk op de [STYLE PAD/DJ PAD]-knop. De
STYLE PAD-indicator moet oplichten.
(4) Druk op [START/STOP] om de Arrangerweergave
te starten.
(5) Druk op een SESSION PARTNER-knop
[1/9]~[8/16] om de gewenste bijkomende
Arranger-frase te starten.
Druk die knop nog een keer in om de Style
Pad-weergave weer te stoppen. De daarnet
gestarte frase wordt nu weer uitgeschakeld
(als ze tenminste nog aan is).
De Style Pad-functie is ook beschikbaar, terwijl
de Arranger gestopt is. En zelfs in dat
geval kunt u de toonaard van de frasen via
de links op het klavier gespeelde noten
bepalen.
Opmerking: Druk niet op de [TRACK]-knop, omdat
u de STYLE PAD-functie dan uitschakelt (en in
plaats daarvan de Mute-functie activeert, zie hierboven).
Andere set met frasen kiezen
Zoals we daarnet al zeiden, bepaalt u via de keuze van de Music Style ook welke groep van acht frasen
(set) aan de SESSION PARTNER-knoppen [1]~[8] wordt toegewezen. Als u het met die automatische
keuze niet eens bent, kunt u ook zelf een andere Set kiezen:
(1) Houd de [FUNCTION]-knop ingedrukt, terwijl
u op de BANK/NUMBER-knop [3]
drukt.
3
FUNCTION
(2) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel één van
de volgende sets:
01 Rock
02 ShBallad
03 Sl Rock
04 Dance
05 Pop 1
06 Pop 2
07 Rock’N
08 Swing
09 Latin 1
STYLE
PAD
10 Latin 2
11 Waltz
12 Tango
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
Zodoende kiest u de “PAD SELECT”-functie
(let op de “PAD”-boodschap linksboven in
het display).
VALUE
Pop 1
138

EM-55 Handleiding
One Touch
De One Touch-functie neemt een groot deel van het registratiewerk over als u dat wilt:
• De Arranger kiest het voorgeprogrammeerde Style-tempo.
• Voor het Reverb- (galm) en Chorus-effect worden geschikte instellingen gekozen.
• De EM-55 kiest klanken voor de Upper 1- en Upper 2-Part die bijzonder goed bij de geselecteerde
Music Style passen.
Opmerking: De M-FX-instellingen (zie blz. 145) worden door de One Touch-functie niet beïnvloed.
Er zijn 4 One Touch-geheugens per Style
In het cijferveld van het display ziet u nu
met verschillende instellingen voor deze
“OT” en het nummer van het gekozen One
parameters. Om één van deze geheugens te Touch-geheugen.
kiezen:
(1) Kies de benodigde Music Style (zie
blz. 130).
(2) Druk op de ONE TOUCH [1–2]- of [3–4]-
knop.
(3) Druk dezelfde ONE TOUCH-knop nog een
keer in om “OT2” (1–2) of “OT4” (3–4) te
kiezen.
Kiest u daarna een andere Music Style, dan
wordt de One Touch-functie weer uitgeschakeld.
Herhaal de stappen hierboven
dan.
Opmerking: One Touch is ook beschikbaar voor de
Disk Link-Styles (zie ook blz. 131), maar waarschijnlijk
minder handig.
Werken met de Music Assistant van de EM-55
Een andere snelle manier om de juiste instellingen voor het te spelen nummer op te roepen is het werken
met de nieuwe MUSIC ASSISTANT van de EM-55. Die bereidt echt alles voor (Style, Tones, effecten enz.).
(1) Druk op de [MUSIC ASSISTANT]-knop.
Het display beeldt nu het volgende icoontje
af, terwijl in de bovenste regel de naam van
de gekozen Music Assistant-registratie verschijnt:
AllAroun
ARRANGER CHORD
MUSIC ASSISTANT
TEMPO
MEASURE
120 001
(2) Kies met de BANK/NUMBER [1]~[8] knoppen
de letter waar de lijst moet beginnen.
Voorbeeld: om de registraties voor een
nummer met de titel “Thriller” te laden,
moet u drie keer op de [7]-knop drukken (zo
kiest u de eerste titel die met een “T”
begint). Indien nodig, kunt u de zoektocht
binnen de “T”-groep nu met het [TEMPO/
DATA]-wiel verderzetten.
Met het [TEMPO/DATA]-wiel kunt u trouwens
alle Music Assistant-instellingen
oproepen.
(3) Druk op [EXECUTE] om uw keuze te bevestigen.
De EM-55 is nu geregistreerd…
Opmerking: Indien nodig, kunt u bepaalde instellingen
nog met hand wijzigen (bv. een andere Tone
voor Upper 1 kiezen) en de nieuwe versie in een
User Program opslaan (zie blz. 163).
139

Bijkomende Music Style-functies
Melody Intelligence
De Melody Intelligence-functie voorziet de met de rechter hand gespeelde melodieën van een tweede
stem (harmonie). Voor de keuze van de harmonieën kijkt de MELODY INTELL-functie naar wat u links en
rechts op het klavier speelt:
• De rechts gespeelde melodienoten… en
• De links op het klavier gespeelde akkoorden. Die bepalen namelijk, welke harmoniestemmen er worden
toegevoegd.
Druk op de [MELODY INTELL]-knop om te zorgen dat het bijbehorende icoontje (zie afbeelding) verschijnt.
MELODY
INTELL
Ander harmonietype voor de MELODY INTELL-functie kiezen
De EM-55 bevat 18 verschillende harmonietypes voor de MELODY INTELL-functie. Die opties bepalen
hoeveel harmoniestemmen er worden gebruikt en hoe ze aan de melodie worden toegevoegd.
Om een ander harmonietype te kiezen moet u de [MELODY INTELL]-knop zo lang ingedrukt houden tot de
“MI”-boodschap linksboven in het display verschijnt. Vervolgens kunt u dan met het [TEMPO/DATA]-wiel
een ander harmonietype oproepen. Ziehier de namen van de beschikbare harmonietypes:
1 Duet
2 Organ
3 Combo
4 Strings
5 Choir
6 Block
Bass Inversion (Bass Inv)
Met deze functie parameter bepaalt u hoe de Arranger de door u gespeelde akkoorden moet ontcijferen.
Zolang het icoontje niet wordt afgebeeld, speelt
de bas van de begeleiding de grondnoot van uw
akkoorden. Als u dus een C-akkoord speelt, hoort
u in de bas een C; speelt u een Am-akkoord (of
drukt u op een A en de C rechts daarvan), dan
speelt de bas een A enz.
Met Bass Inversion kunt u zelf bepalen welke
noot de bas speelt (namelijk de laagste noot van
uw akkoorden). Schakel Bass Inversion dus voor
nummers in waar de basnoten belangrijker zijn
dan de akkoorden (bv. C – C/B – C/Bb enz.).
(1) Houd de [FUNCTION]-knop ingedrukt.
FUNCTION
7 BigBand
8 Country
9 Traditnl
VALUE
10 Broadway
11 Gospel
12 Romance
Traditnl
ARRANGER CHORD
13 Latin
14 CntrGuit
15 CntrBald
TEMPO
MEASURE
120 001
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
(2) Houd de [FUNCTION]-knop nog steeds
ingedrukt, terwijl u op BANK/NUMBER [4]
drukt om “Inversion” te kiezen.
(3) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel “On”.
VALUE
TONE
Bass Inv
ARRANGER CHORD
TONE
16 WltzOrg
17 OctvTpe1
18 OctvTpe2
TEMPO
MEASURE
120 001
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELLIGENT
INVERSION
Het INVERSION-icoontje verschijnt in het
display om u erop attent te maken dat de
Bass Inversion-functie ingeschakeld is.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
140

EM-55 Handleiding
Orchestrator
Met de Orchestrator-functie kunt u de begeleidingspartijen van de Arranger variëren. U kunt bv.
bepaalde Parts uitschakelen, een soberdere drumbegeleiding of zelfs een volledig andere begeleiding in
Realtime (tijdens het spelen) kiezen.
(1) Kies eerst de benodigde Music Style.
Zie blz. 130.
(2) Kies met één van de volgende knoppen de
“complexiteit” van de automatische begeleiding
(indicator licht op):
Drum & Bass
Combo
Big Band
Eenvoudigste begeleiding. In dit
geval hoort u enkel de drum- en
baspartij.
Begeleiding met een klein aantal
melodische partijen (dus een
bandje).
Begeleiding met talrijke melodische
partijen (orkest of Big
Band).
Opmerking: Meteen na inschakelen van de EM-55
kiest de Orchestrator de “BIG BAND”-begeleiding.
Opmerking: Wat er precies door de geactiveerde
Parts wordt gespeeld, hangt ervan af of u op de
[VARIATION]- of [ORIGINAL]-knop gedrukt hebt. In
het totaal beschikt u via de [ORIGINAL]/[VARIA-
TION]- en [DRUM & BASS]/[COMBO]/BIG BAND]-
combinaties dus over 12 verschillende begeleidingen
per Music Style.
De laatst gekozen instelling kan in een User
Program worden opgeslagen. Zie blz. 163.
Style Morphing
De Style Morphing-functie laat toe om één of verschillende partijen van één Music Style te gebruiken,
terwijl de overige partijen door een tweede Music Style worden gespeeld. Telkens, wanneer u op de
EM-55 een Music Style kiest, bereidt de EM-55 in de achtergrond een tweede Style voor. De Style, die u
zelf kiest, heet “STYLE A” (zie het [STYLE≈A]-icoontje rechtsboven in het display). De Style in de “achtergrond”
heet “STYLE B”.
De link tussen Style “A” en “B” is voorgeprogrammeerd. Enkel dit systeem laat de EM-55 namelijk toe om
automatisch een “B”-Style voor te bereiden. U kunt echter ook zelf een andere “B”-Style kiezen om
nieuwe combinaties uit te proberen (zie verderop).
Per Style (A of B) zijn er drie Part-groepen die u
voor de Morphing-functie kunt gebruiken.
DRUMS: De drums en de percussie.
BASS: De baspartij.
ACCOMP: Andere melodische begeleidingen
(piano, gitaar, strijkers enz.)
De iconen in het display houden u op de hoogte
van de Style (A of B) wiens drum-, bas- en melodische
begeleidingspartijen u gebruikt.
(1) Druk op de [DRUM A/B]-knop om de
drumpartij van de “andere” Music Style (A
of B) te selecteren.
Druk nog een keer op deze knop om weer de
vorige drumpartij te kiezen.
(2) Kies met de [BASS A/B]-knop de baspartij
van de “andere” Style (A of B).
Druk nog een keer op deze knop om weer de
baspartij van de vorige Style te kiezen.
(3) Druk op de [ACCOMP A/B]-knop om de
melodische partijen van de “andere” Style
(A of B) te kiezen.
141

Bijkomende Music Style-functies
Andere “B”-Style kiezen
We hadden het er al over dat de “B”-Style automatisch wordt voorbereid, wanneer u een “A”-Style kiest.
Op die manier bent u er zeker van dat er bij gebruik van de Style Morphing-functie wel degelijk “iets
gebeurt”.
Als u het echter niet eens bent met deze
automatische keuze (of wilt kijken wat er
gebeurt, wanneer u een andere Style kiest),
moet u de [STYLE]-knop ingedrukt houden,
terwijl u met de [A/B]- en de cijferknoppen
[1]~[8] de benodigde “B”-Style
oproept (de Disk Link-geheugens kunt u
hiervoor eveneens gebruiken). Deze keuze
kunt u in een User Program opslaan.
Opmerking: U kunt met de [VARIATION/STYLE
DISK]-knop ook een STYLE DISK-Style kiezen. Zie
hieronder voor meer details over deze functie.
Werken met Styles op een diskette
Opmerking: Het Intro- en Ending-patroon van
Style A wordt in de regel voor alle Style Morphingcombinaties
gehanteerd, uitgezonderd evenwel de
instelling waarbij u enkel nog de partijen van de
“B”-Style gebruikt (dus wanneer er geen enkel
icoontje in de Style A-kolom verschijnt).
Opmerking: Voor het “morphen” kunt u ook Music
Styles met verschillende maatsoorten gebruiken.
Opmerking: Als u met de cijferknoppen een andere
Music Style kiest, wordt de Style Morphing-functie
weer op “enkel A-Parts” ingesteld. De momenteel
gekozen Style Morphing-combinatie kan echter in
een User Program worden opgeslagen. Zie blz. 163.
Style Disk
De EM-55 is uitgerust met een buffergeheugen dat het gebruik van een Music Style op diskette toelaat.
Zo’n Style kan op dezelfde manier worden gehanteerd als de interne Styles. De functie voor het werken
met een Style op diskette heet STYLE DISK.
Een via deze functie gekozen Style wordt niet intern opgeslagen. Als u een andere Style (intern of op diskette)
kiest of de EM-55 uitschakelt, wordt hij gewist/overschreven.
Opmerking: Zie ook blz. 119 voor het hanteren van diskettes.
VARIATION
STYLE DISK
Het werken met Styles op een diskette is enkel
mogelijk indien u een diskette met Music Styles
koopt of gebruik maakt van de bij de EM-55
geleverde diskettes. Meer details over de
beschikbare diskettes (MSA-, MSD- ode MSEserie)
vindt u bij uw Roland-dealer.
(1) Stop een diskette met compatibele Music
Styles in de drive van de EM-55.
(2) Druk op de [STYLE]-knop (het [STYLE]-
icoontje verschijnt).
!MERENG
ARRANGER CHORD
STYLE
STYLE DISK
TEMPO
120
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
(4) Druk nog een keer op [VARIATION/STYLE
DISK].
Als het display nu de foutmelding “Err – No
Disk” afbeeldt, moet u een diskette in de
drive stoppen. Bevat deze diskette leesbare
Styles, dan wordt de naam van de eerste
Style op de diskette afgebeeld.
(5) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel de
benodigde Music Style op de diskette.
U zou echter ook verschillende keren op
[STYLE DISK] kunnen drukken om de Music
Styles van de diskette achtereenvolgens op
te roepen.
DISK
!MERENG
TEMPO
120
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
(3) Druk op de [VARIATION/STYLE DISK]-
knop.
In het display verschijnt nu het
[STYLE≈DISK]-icoontje, terwijl linksboven
“Sdk” en de naam van de Music Style worden
afgebeeld, die zich momenteel in het
interne geheugen van de EM-55 bevindt.
142

EM-55 Handleiding
(6) Druk op [EXECUTE] om de na enkele
seconden verschijnende “EXE”-boodschap
te bevestigen en de gekozen Music Style
te laden.
EXECUTE
Druk op [VARIATION/STYLE DISK] als u een
andere Music Style wilt laden.
Opmerking: Als de Style niet in het RAM-geheugen
van de EM-55 past, verschijnt de foutmelding
“Err – Too Big!”. In dat geval wordt de Style niet
geladen.
(7) Druk op [START/STOP] om de weergave
van de Style op de diskette te starten.
Opmerking: De keuze van de Style Disk-Style
wordt eveneens in een User Program opgeslagen
(zie blz. 163). Het gaat hier echter alleen om het
geheugenadres – dus niet om de inhoud van dat
geheugen. Wanneer u het User Program de volgende
keer oproept, gebruikt de EM-55 de na
inschakelen geladen Disk User-Style. Hebt u nog
geen Style van diskette geladen, dan gebruikt de
EM-55 een ROM-Style.
Opmerking: De Music Style in het Style Diskgeheugen
kan ook aan een Disk Link-geheugen
worden toegewezen (zie verderop).
Andere Music Styles aan de Disk Link-geheugens toewijzen
De EM-55 is voorzien van 64 geheugens (8 banken x 8 nummers) die verwijzen naar Music Styles op een
diskette. Die Disk Link-geheugens bevinden zich in groep b (druk op [A/B] en stel vervolgens met de cijferknoppen
[1]~[8] de bank en het nummer in).
Hoewel zich deze geheugens precies zoals de
geheugens van groep A gedragen (deze laatste
bevatten de intern opgeslagen Styles) “werken”
de Disk Link-geheugens enkel, als
de betreffende diskette zich in de drive
bevindt. Dankzij het krachtige besturingssysteem
van de EM-55 verloopt het laden van een
Disk Link-Style vrijwel even snel als het werken
met interne Styles. Om een andere Music Style
van een diskette aan een Disk Link-geheugen
toe te wijzen moet u als volgt te werk gaan:
(1) Laad de benodigde Style eerst via de
STYLE DISK-functie.
Zie hierboven. Als het RAM-geheugen de
benodigde Style al bevat, hoeft u enkel op
[VARIATION/STYLE DISK] te drukken.
Vergeet echter niet eerst de juiste diskette
in de drive te stoppen.
(2) Houd de [VARIATION/STYLE DISK]-knop
ingedrukt.
In de boodschappenregel van het display
zou nu het volgende moeten staan:
Link To
TEMPO
120
Zoals u ziet, is groep b al geselecteerd. U
hoeft dus enkel nog het volgende te doen…
(3) Kies met de cijferknoppen de benodigde
Music Style-Bank (1~8).
(4) Kies met de cijferknoppen een Music Style
binnen deze bank (x1~x8).
Zodra u het geheugennummer kiest, beeldt
het display Complete af.
Als u dat geheugen (bv. “B32”) op een later
tijdstip kiest, laadt de EM-55 de betreffende
Style automatisch van de diskette in het
STYLE DISK-geheugen.
Opmerking: Als de drive geen diskette bevat (terwijl
u een Disk Link-geheugen toewijst of oproept),
beeldt het display een foutmelding af.
Opmerking: Wanneer u de naam van een Style op
de diskette wijzigt (wat u bv. op uw PC kunt doen),
vindt de Disk Link-functie die Style niet meer.
VARIATION
STYLE DISK
Nog meer Music Style-functies
Voor het werken met Music Styles bestaan er nog een aantal functies. Die kunt u hetzij via het FUNC-
TION-menu selecteren, of ze komen elders in deze handleiding aan bod.
• Balans tussen de Keyboard- en Music Style-
Parts (zie blz. 147)
• Volume van bepaalde Music Style-Parts (zie
blz. 159)
• Arranger-splitpunt (zie blz. 159)
• Hold-functie voor de Arranger-noten (zie
blz. 159).
143

Bijkomende functies voor de Keyboard-Parts
10. Bijkomende functies voor de Keyboard-Parts
Werken met de Upper 2-Part
De Upper 1-Part is hetzij aan de rechter klavierhelft (ARRANGER-mode), hetzij aan het volledige klavier toegewezen
(PIANO-mode).
In alle modes, met uitzondering van M.DRUMS,
kunt u, door de [UPPER 2]-knop te activeren, een
tweede Part (Upper 2) bij Upper 1 voegen. Dit
laat bv. combinaties van piano met strijkers toe.
Bovendien kunt u Upper 1 uitschakelen en enkel
met Upper 2 werken om geslaagde vraag-enantwoord-partijen
te spelen.
(1) Kies de benodigde KBD MODE (ARRAN-
GER of PIANO).
(2) Druk op de [UPPER 2]-knop (indicator
moet oplichten) om de Upper 2-Part in te
schakelen.
UPPER 2
(3) Als u Upper 1 en Upper 2 samen wilt
gebruiken, moet u [UPPER 1] en
[UPPER 2] inschakelen.
Indien nodig, kunt u daar dan nog de
Lower-Part aan toevoegen. Als de KBD
MODE [ARRANGER]-indicator oplicht, kunt
u de Lower-Part via de linker klavierhelft en
de Upper 1 & 2 via de rechter klavierhelft
bespelen.
(4) Om een andere klank voor de Upper 2-
Part te kiezen, moet u de [UPPER 2]-knop
zo lang ingedrukt houden tot zijn indicator
begint te knipperen en vervolgens met
[A/B], [1]~[8] en eventueel [VARIATION/
STYLE DISK] een andere klank kiezen.
Zie blz. 131 voor het kiezen van klanken en
hieronder voor meer details over de Variation-klanken.
Tone-variaties kiezen
“Variations” zijn alternatieven voor de klanken (Tones) die u met de cijferknoppen kunt selecteren. De
PIANO-bank bevat bv. vleugel-, buffet-, elektronische pianoklanken enz. Als u ook het type vleugel (rond,
helder, stereo/mono) wilt instellen, moet u een Variation (“ondergeschikte categorie”) kiezen.
Variations herkent u aan het kleine cijfer linksboven
in het display (zie de illustratie helemaal
rechts).
Harpsi 2
(1) Druk op de [TONE]-knop.
(2) Kies met [A/B] en [1]~[8] de benodigde
Tone (zie blz. 131).
(3) Druk op de [VARIATION/STYLE DISK]-knop
om de beschikbare variaties te overlopen.
Zie ook het Tone-overzicht op blz. 175. Het
aantal variaties verschilt van klank tot klank.
Als er voor een bepaalde klank geen variaties
zijn, wordt automatisch de hoofdklank
(de zogenaamde Capital) gekozen.
Indien nodig, kunt u de [VARIATION/STYLE
DISK]-knop ingedrukt houden, terwijl u op
[7] (√) of [8] (®) drukt:
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
144

EM-55 Handleiding
Multi-effectprocessor (M-FX) gebruiken
Uw EM-55 is voorzien van een multi-effectprocessor die u aan de Keyboard-Parts (Upper 1/2, Lower) kunt
toewijzen. U kunt telkens één effecttype kiezen en bepalen welke Keyboard-Part(s) dit type moeten hanteren.
De M-FX kan samen met het Reverb- en Chorus-effect worden gebruikt.
(1) Druk op de [M-FX EFFECTS]-knop.
M-FX
EFFECTS
De indicator licht op en de Upper 1-Part
wordt nu door het effecttype bewerkt dat
momenteel aan de M-FX-processor is toegewezen
(“Rotary”).
(2) Druk op de [UPPER 1]-knop (indicator
moet oplichten).
(3) Speel in de rechter klavier helft een aantal
noten en schakel de [M-FX EFFECTS]-knop
afwisselend in en uit om het verschil te
horen.
(4) Druk de BENDER/MODULATION-hendel
naar de achterkant van de EM-55.
De snelheid van het Rotary-effect verandert
nu (van snel naar traag of omgekeerd).
Opmerking: Een Keyboard-Part die door de M-FX
wordt bewerkt, wordt niet meer door het Chorusof
Reverb-effect beïnvloed. Zoals u echter op
blz. 160 zal zien, bestaan er ook voor M-FX verschillende
Reverb- en Chorus-algoritmen (die hier en
daar zelfs met een ander effect gecombineerd zijn).
Ander M-FX-type kiezen
Het Rotary-effect, dat momenteel aan de M-FX
is toegewezen, vormt een prachtig effect voor
orgelklanken.
Voor een gitaar kiest u waarschijnlijk liever een
vervormingseffect. De EM-55 bevat 47 verschillende
M-FX-types (zie het overzicht op blz. 160).
Sommige daarvan zijn zelfs combinaties van
twee effecten, zodat u erg flexibel kunt werken.
Ziehier hoe u een ander type kiest:
(1) Houd de [M-FX EFFECTS]-knop zo lang
ingedrukt tot in de linker bovenhoek van
het display “M-FX” verschijnt:
VALUE
Rotary
(2) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel een
ander M-FX-type.
(3) Speel weer een paar noten en luister even
naar hoe het allemaal klinkt.
Opmerking: De keuze van het M-FX-type kan ook
aan de Tone-keuze voor de Upper 1-Part worden
gekoppeld. Zie “Tone MFX” (blz. 161).
145

Bijkomende functies voor de Keyboard-Parts
M-FX aan een andere Keyboard-Part toewijzen
Daarnet hadden we het er al over dat de M-FX
niet alleen aan de Upper 1-Part (fabrieksinstelling),
maar ook aan de Upper 2- en Lower-Part
kan worden toegewezen. Daar bestaat een snelle
manier voor (hoewel u ook via het FUNCTIONmenu
zou kunnen werden):
(1) Schakel de M-FX in (zie hierboven).
(2) Houd de [M-FX EFFECTS]-knop ingedrukt.
M-FX
EFFECTS
De [UPPER 1]-indicator begint te knipperen
om duidelijk te maken dat de M-FX momenteel
aan de Upper 1-Part is toegewezen.
(3) Houd [M-FX EFFECTS] nog steeds ingedrukt,
terwijl u op [LOWER] en/of
[UPPER 2] drukt.
De indicators van de actieve PART SELECTknoppen
beginnen te knipperen, terwijl het
display de volgende boodschap afbeeldt:
(Deze boodschap betekent dat de Lower-
Part aan de M-FX toegewezen is.) Om de
M-FX-toewijzing weer te verbreken, moet u
de hierboven beschreven procedure herhalen
(de indicator dooft weer) of gewoon het
[TEMPO/DATA]-wiel naar links draaien.
(4) Druk op [SONG], [STYLE], [TONES], [USER
PROGRAM] of [MUSIC ASSISTANT] om
deze pagina weer te verlaten.
Reverb en Chorus
De EM-55 is tevens voorzien van een digitaal Reverb- en Chorus-effect. In de regel wilt u deze effecten
waarschijnlijk enkel in- of uitschakelen en een ander type kiezen. Het FUNCTION-menu laat bovendien toe
om voor de Keyboard-Parts te bepalen hoe sterk ze van het effect (Reverb of Chorus) moeten worden voorzien.
Zie blz. 161. In het geval van de Keyboard-Parts kunnen deze effecten niet samen met de M-FX worden
gebruikt.
Reverb
(1) Houd de [FUNCTION]-knop ingedrukt, terwijl
u op BANK/NUMBER [6] drukt.
Hierdoor selecteert u de “REV”-functie.
VALUE
FUNCTION
Hall 2
(2) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel een
ander type (zie rechts), of “OFF” als u het
Reverb-effect niet nodig hebt.
(3) Druk op [SONG], [STYLE], [TONES], [USER
PROGRAM] of [MUSIC ASSISTANT] om
deze pagina weer te verlaten.
6
M-FX
EFFECTS
VALUE
Type
Room 1~3
Hall 1, 2
Plate
Delay
Pan Delay
M-FX LWR
Verklaring
LOWER UPPER 2
Deze types simuleren de galm van
een kamer. Hoe groter de waarde
(1, 2 of 3), hoe “groter” de kamer.
Deze types simuleren de galm van
een kleine (1) of grote (2) concertzaal.
Ze klinken dan ook
“grootser” dan de Room-types.
Simulatie van een metalen plaat
die soms voor galmeffecten
wordt gebruikt. Geschikt voor
percussieve klanken.
Een Delay-effect (geen galm).
Werkt ongeveer zoals een echo
en zorgt dus voor herhalingen.
Stereoversie van het vorige
Delay-effect. De herhalingen
worden dus afwisselend via het
linker en het rechter kanaal weergegeven.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
146

EM-55 Handleiding
Chorus
(1) Houd de [FUNCTION]-knop ingedrukt, terwijl
u op BANK/NUMBER [7] drukt.
Zodoende kiest u de “CHR”-functie:
VALUE
(2) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel één van
de volgende types. Kies “OFF” als u het
Chorus-effect niet nodig hebt.
Off
Chorus 1
Chorus 2
7
Chorus 3
Chorus 3
Chorus 4
FB Chorus
Flanger
S-Delay
SDelayFb
FUNCTION
We zouden kunnen proberen om de types te
beschrijven, maar door ze uit te proberen
komt u er veel sneller achter hoe ze klinken.
Flanger en FB Chorus zijn bv. interessant
voor gitaarklanken.
Ook hier zijn er weer twee echo-effecten:
Short Delay (“S-Delay”) en Short Delay
met Feedback (“SDelayFB”). Ze zijn echter
heel wat korter dan hun “collega’s” van het
Reverb-blok.
(3) Druk op [SONG], [STYLE], [TONES], [USER
PROGRAM] of [MUSIC ASSISTANT] om
deze pagina weer te verlaten.
Opmerking: Het Chorus-aandeel van de Upper 1/
2- en Lower-Part is aanvankelijk op “0” gezet, wat
betekent dat deze Parts niet automatisch door het
Chorus-effect worden bewerkt. Zie de parameters
“Chr UP1”, UP2 en LWR opblz. 161 voor meer
details.
Balance
Met de BALANCE [√ACCOMP] en [KEYBOARD®] knoppen kunt u de volumebalans tussen de Arranger (of
Recorder) Parts en de Keyboard-Parts (die u zelf kunt bespelen) instellen.
(1) Druk op BALANCE [√ACCOMP] als u
vindt dat de Arranger- (of Song-) Parts te
stil zijn.
(2) Druk op BALANCE [KEYBOARD®] om het
volume van uw solo of melodie te verhogen.
Niet alle hierboven getoonde Keyboard-
Parts zijn altijd beschikbaar.
Opmerking: Op blz. 159 komt u te weten hoe u het
volume van individuele Parts kunt instellen.
147

Bijkomende functies voor de Keyboard-Parts
Transpositie
Met de Transpose-functie kunt u de toonhoogte van de gespeelde noten veranderen. In plaats van uit te vissen
hoe je een stuk in een andere toonaard speelt (om tegemoet te komen aan het stembereik van een zanger),
stelt u gewoon het benodigde transpositie-interval in en speelt u het stuk zoals gewoonlijk. Het wordt
dan in de nieuwe toonaard weergegeven. Zie het voorbeeld verderop.
(1) Druk op de [TRANSPOSE]-knop (indicator
Geen transpositie (C groot/majeur)
licht op).
TRANSPOSE
Het voorgeprogrammeerde transpositieinterval
is “1” (één halve toon hoger).
Om een ander interval in te stellen:
(1) Houd de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt tot
de “TrpValue”-boodschap in het display
verschijnt.
(2) Stel met het [TEMPO/DATA]-wiel het
gewenste transpositie-interval (–6~5
halve tonen) in.
Voorbeeld: Als u telkens een “D” wilt horen,
wanneer u een “C” speelt, moet u de waarde
“2” instellen. Alle noten worden dan volgens
hetzelfde interval verschoven, zodat u bv. D
majeur hoort, terwijl u in C majeur zit te
spelen enz.
(3) Laat de [TRANSPOSE]-knop los.
(4) Druk nog een keer op de [TRANSPOSE]-
knop om de transpositie weer uit te schakelen
(als ze nog actief is).
De [TRANSPOSE]-indicator dooft nu weer.
Opmerking: Er bestaat tevens een functie waarmee
u kunt bepalen welke secties er precies moeten
worden getransponeerd. Zie “Trp Mode” (blz. 158).
Andere functies voor de Keyboard-Parts
Er zijn nog andere functies voor de Keyboard-Parts. De meesten daarvan vindt u in het FUNCTION-menu. Is
dat niet geval, dan worden ze elders voorgesteld.
• Aanslaggevoeligheid (zie blz. 149)
• Transponeren van de Upper 1-, Upper 2- en
Lower-Part in octaafstappen (zie blz. 159)
• Algemene stemming (zie blz. 158)
TrpValue= 4 (E groot/majeur)
• Volume van de Keyboard-Parts (zie blz. 159)
• Intelligence-functie voor de Lower-Part (zie
blz. 160)
• Hold-functie voor de Lower-Part (zie
blz. 160).
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
148

EM-55 Handleiding
11. Speelhulpen
Aanslaggevoeligheid
De EM-55 is aanslaggevoelig en dat betekent dat het volume en de klankkleur van de Upper 1/2- en
Lower-Parts afhangen van de kracht/snelheid waarmee u de toetsen indrukt.
Alle akoestische instrumenten (piano, viool, fluit,
drums enz.) zijn aanslaggevoelig: hoe harder u
speelt, hoe luider en helderder de noten worden.
Dat is een natuurlijk effect. (En het verklaart
meteen waarom de KEYBOARD VELOCITY-functie
bij inschakelen van de EM-55 geactiveerd
wordt.)
Als de EM-55 uw eerste instrument is, vindt u al
te grote volume- en klankkleurverschillen aanvankelijk
misschien storend. Kies dan een andere
aanslaggevoeligheid.
(1) Houd de [FUNCTION]-knop ingedrukt, terwijl
u op BANK/NUMBER [1] drukt.
Zodoende selecteert u de “KbdVelo”-functie:
VALUE
(2) Kies nu met het [TEMPO/DATA]-wiel één
van de beschikbare opties:
Off: De EM-55 reageert niet op aanslagverschillen.
Alle noten, die u speelt, hebben dan
ook hetzelfde volume en dezelfde klankkleur
(helderheid).
Low: Kies deze instelling als enkel grote verschillen
in de kracht waarmee u de toetsen
aanslaat duidelijk hoorbare gevolgen moeten
hebben.
Med: Deze instelling beantwoordt aan de
normale aanslaggevoeligheid en dus ook
aan de meest natuurlijke respons.
Hig: Kies deze instelling voor een maximale
expressie. Hoewel u harder moet aanslaan
om luide/heldere noten te spelen, biedt deze
instelling de meest nauwkeurige controle
over het volume/de klankkleur (hoewel dat
wel enige oefening vergt).
(3) Druk op [SONG], [STYLE], [TONES], [USER
PROGRAM] of [MUSIC ASSISTANT] om
deze pagina weer te verlaten.
Opmerking: Heel wat Tones berusten op een zgn.
“Velocity Switching”. Dat betekent dat u, door harder
of zachter aan te slaan, verschillende klanken
kiest. Schakel de aanslaggevoeligheid dus enkel uit
als dat u dat écht prettiger vindt.
Opmerking: De aanslaggevoeligheid heeft betrekking
op alle partijen die u zelf kunt spelen (de “Keyboard-Parts”):
Upper 1/2, Lower, M.Bass (blz. 159),
en M.Drums (blz. 134).
Pitch Bend en modulatie
De BENDER/MODULATION-hendel links van het klavier kunt u voor het toevoegen van twee soorten
effecten aan de noten van de Keyboard-Parts gebruiken. Indien nodig, kunt u ze ook samen gebruiken.
(1) Druk de hendel naar de achterkant van de
EM-55 om een vibrato-effect aan de
gespeelde noten toe te voegen.
Lager
1
Kbd Velo
MODULATION
BENDER
FUNCTION
Hoger
De modulatie-as kan ook worden gebruikt
voor het kiezen van de snelle en trage
Rotary-snelheid (indien het “Rotary”-type
momenteel aan de M-FX toegewezen is).
(2) Schuif de hendel naar links om de toonhoogte
van de gespeelde noten tijdelijk te
verlagen. Schuif de hendel naar rechts om
de toonhoogte van uw noten tijdelijk te
verhogen.
(3) In beide gevallen hoeft u de hendel maar
los te laten om weer de normale toonhoogte
te selecteren.
Opmerking: Indien nodig, kunt u ook een ander
Pitch Bend-interval instellen. Zie “PB Range (Pitch
Bend Range)” (blz. 159).
149

Speelhulpen
Voetschakelaar/expressie
Op de FOOTSWITCH/EXPR-connector (achterpaneel) kunt u een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U
voetschakelaar of een EV-5 zwelpedaal aansluiten.
Voetschakelaar
Met een optionele voetschakelaar kunt u de
noten laten doorklinken (voorgeprogrammeerde
functie) of gebruik maken van de
Soft- of Sostenuto-functie, voor het veranderen
van de Rotary-snelheid (M-FX) en
nog andere dingen. Zie “FSW (functie van de
voetschakelaar)” (blz. 162).
Expression
In plaats van een voetschakelaar kunt u
echter ook een zwelpedaal op de FOOT-
SWITCH/EXPR-connector aansluiten en er
het algemene volume van de EM-55 mee
instellen.
Opmerking: Het is niet mogelijk om en een voetschakelaar
en een zwelpedaal te gebruiken. U moet
dus kiezen.
D Beam-functies
De D Beam Controller is waarschijnlijk de meest opzienbarende speelhulp van uw EM-55. Die kunt u
namelijk gebruiken voor het beïnvloeden van de meest uiteenlopende dingen. Laten we even kijken hoe
dat in z’n werk gaat.
De D Beam Controller is voorzien van twee sensoren
die bewegingen (van een hand of ander
lichaamsdeel) “zien”. De op die manier gemeten
posities worden in MIDI-commando’s vertaald
en zorgen dan dat de gekozen parameter wordt
beïnvloed.
DJ GEAR
SOUND EFX
INSTRUMENTS
CONTROLS
(1) Druk op de D BEAM CONTROLLER [ON/
OFF]-knop (indicator moet oplichten).
(2) Kies met de [ASSIGN]-knop de functie van
de D Beam Controller.
Er zijn 4 groepen (DJ GEAR, SOUND EFX,
INSTRUMENTS en CONTROLS). Dat betekent
dat u de [ASSIGN]-knop soms verschillende
keren moet indrukken om bij de gewenste
functie uit te komen.
DJ GEAR
Vinyl RPM: laat toe om het geluid te simuleren
dat u hoort wanneer u een vinylplaat met de
hand voor- en achteruit draait om de juiste
plaats voor het starten van de weergave te vinden
(“Cue”).
Cutting: dit is een bijzonder krachtig filter waarmee
u de hoge frequenties op een ritmische
manier (net zoals een DJ) kunt onderdrukken.
Om een andere functie aan de D Beam Controller
toe te wijzen:
(3) Houd [ASSIGN] ingedrukt tot de naam
van de momenteel toegewezen functie
linksboven in het display verschijnt.
(4) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel de
benodigde functie (zie verderop).
De toewijzingen van alle vier de groepen (DJ
GEAR, SOUND FX, INSTRUMENT, CONTROLS)
kunnen in een User Program worden opgeslagen,
zodat u ook tijdens het spelen tussen
de groepen kunt omschakelen – en toch
altijd bij uw favoriete instellingen uitkomt.
(5) Druk op [SONG], [STYLE], [TONES], [USER
PROGRAM] of [MUSIC ASSISTANT] om
deze pagina weer te verlaten.
TT Motor: simuleert het effect dat u verkrijgt
wanneer u een pickup plots stopt: de snelheid
neemt af, terwijl de toonhoogte daalt en het
geluid doffer wordt.
Scratch: de D Beam kan voor het toevoegen van
Scratch-geluiden worden gebruikt. Dat kent u,
niet waar…?
Tape RWD: simuleert het geluid dat u hoort
wanneer u een cassette tijdens de weergave
terugspoelt (de muziek wordt op hoge snelheid
achterstevoren weergegeven).
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
SOUND EFX
Hier kunt een “geluidseffect” aan uw muziek toevoegen.
We gaan die hier niet allemaal beschrijven:
probeer ze gewoon even uit!
Chimes, Boeeen, Buble, Pour Btle, Fng Snaps,
Voice One, Voice Aou, Explsion, Gun Shot, Engine,
Applause, Laughing, Train Hrn, Bird, Dog,
Seashore, Rain.
150

EM-55 Handleiding
INSTRUMENTS
In dit geval speelt de D Beam muzikale noten. De
toonhoogte en de akkoorden van die patronen
kunt u bepalen door in de Arranger-mode links
op het klavier de gewenste noten te spelen.
Harp, Marimba, Mandolin, Guitar 1, Guitar 2,
JazzScat, Bell, BassDrum, LoFi Rave, Sweep, Moog
(synthesizer).
CONTROLS
Alle opties met een “º” gelden enkel voor de
momenteel actieve Keyboard-Parts.
Start: Naar gelang de momentele status van de
Arranger (gestart of gestopt) kunt u hem met
één beweging binnen de straal van de D Beam
starten en met een tweede beweging weer stoppen.
Fade Out: Door uw hand over de “ogen” van de
D Beam te bewegen start u een Fade-Out (de
CONTROLS-indicator knippert om aan te geven
dat het volume van alle Parts geleidelijk aan
afneemt.) Zodra het volume “0” bedraagt, stopt
de Arranger-weergave. Na een paar seconden
wordt het volume dan weer normaal ingesteld.
(Indien nodig, kunt u op [ON/OFF] drukken om de
Fade-Out al vroeger te stoppen.)
Fill: Hier heeft de D Beam Controller twee functies
die afhangen van de momenteel gekozen
divisie (Original of Variation). Als uw hand de
eerste keer binnen het bereik van de D Beam
komt, wordt de Fill-In TO VARIATION-functie
geactiveerd. Zodra de Fill-In afgelopen is, schakelt
de Arranger over naar het Variation-patroon.
De tweede keer wordt dan Fill-In TO ORIGINAL
geactiveerd.
Drum Off: Met deze instelling kunt u de drums
van de Arranger in- of uitschakelen door uw
hand boven de D Beam te bewegen. Er zijn ook
een aantal gecombineerde aan/uit-opties (zie
verderop).
Bass Off: Kies deze instelling om met de D Beam
Controller de bas van de Arranger in of uit te
schakelen.
Acc Off: Bij keuze van deze instelling kunt u de
D Beam Controller voor het in- en uitschakelen
van de begeleidingspartijen (Acc1~6) gebruiken.
Bs&Dr Off: Kies deze instelling als u de D Beam
wilt gebruiken voor het in- en uitschakelen van
de Arranger-bas en -drums.
Acc&Bs Off: Kies deze instelling als u de D
Beam wilt gebruiken voor het in- en uitschakelen
van de bas en Acc1~6-partijen.
Acc&Dr Off: Kies deze instelling als u de D
Beam wilt gebruiken voor het in- en uitschakelen
van de Arranger-drums en Acc1~6-partijen.
Tempo Up/Down: Kies één van deze opties als u
het Arranger- of Recorder-tempo wilt opvoeren
(Up) of vertragen (Down) met de D Beam. Door
uw hand buiten het bereik van de D Beam te
houden keert u terug naar de vorige tempowaarde.
Modulationº: Kies deze functie als u de D Beam
wilt gebruiken als plaatsvervanger van de modulatiefunctie
van de Bender/Modulation-hendel.
PBend Upº: Door uw hand over de D Beam te
bewegen genereert u een waarde tussen “64”
(geen Pitch Bend) en “127” (maximale opwaartse
buiging). Zodra u uw hand weer uit de straal van
de D Beam haalt (±40cm boven de “ogen” of verder
naar links/rechts), keert de Pitch Bend-functie
terug naar de waarde “64” (geen Pitch Bend).
Hoe sterk de toonhoogte van de aangestuurde
Part(s) verandert kunt u instellen met de PB
Range-parameter (zie blz. 159).
PBend Dwº: Door uw hand boven de D Beam te
bewegen genereert u een waarde tussen “64”
(geen Pitch Bend) en “0” (maximale neerwaartse
buiging). Zodra u uw hand weer uit de straal van
de D Beam haalt, keert de Pitch Bend-functie
terug naar de waarde “64” (geen Pitch Bend).
Hoe sterk de toonhoogte van de aangestuurde
Part(s) verandert kunt u instellen met de PB
Range-parameter (zie blz. 159).
Filter Upº: (Enkel voor Upper 1 en/of 2) Door uw
hand over de D Beam te bewegen kunt u de helderheid
van de Upper1- en/of Upper2-Part veranderen.
Op die manier kunt u dus voor een
reeks interessante filtereffecten zorgen die vooral
belangrijk zijn voor Dance/Techno-muziek. Wanneer
u uw hand buiten het bereik van de D Beam
houdt, wordt de klank weer normaal.
Filter Dwº: (Enkel voor Upper 1 en/of 2) Door uw
hand over de D Beam te bewegen kunt u de helderheid
van de Upper1- en/of Upper2-Part veranderen.
Dit effect werkt net andersom als de
vorige optie: hier kunt u het geluid doffer maken.
Arpg Oct 1/2/3: Door uw hand boven de D
Beam te bewegen zorgt u dat de Lower-Part
arpeggio’s (gebroken akkoorden) weergeeft die
berusten op het akkoord dat u op dat moment in
de linker helft van het klavier speelt (Arrangermode).
Naar gelang de instelling die u hier kiest,
strekt de arpeggio zich uit over 1, 2 of 3 octaven.
Opmerking: Vergeet niet een geschikte Tone toe te
wijzen aan de Lower-Part.
Chord Oct 1/2/3: Met uw hand boven de D
Beam kunt u zorgen dat de Lower-Part de noten
van het akkoord weergeeft dat u links op het klavier
speelt. U zou deze functie kunnen gebruiken
om uw melodie van koper- of gitaarsyncopen (of
“hits”) te voorzien. De aanslagwaarde van deze
accenten luidt “100”. Het cijfer (1, 2 of 3) slaat op
het octaaf van deze akkoorden: 1= A♭3~G4, 2=
A♭4~G5 en 3= A♭5~G6. Zodra uw hand zich buiten
het bereik van de D Beam Controller bevindt,
stopt het Lower2-akkoord weer.
Opmerking: Deze functie is enkel beschikbaar
zolang de Arranger kan worden gebruikt.
151

Recorder-functies
12. Recorder-functies
De EM-55 is uitgerust met een 16-sporen Recorder die u op verschillende manieren kunt gebruiken. Op
blz. 136 hebben we al het meest eenvoudige gebruik van de Recorder uit de doeken gedaan. Hier komen de
iets specifiekere dingen aan bod.
Over de opnamemodes
Modes
De EM-55 biedt twee modes voor het opnemen
van nieuwe nummers en twee voor het
toevoegen of verbeteren van partijen.
Opname van nieuwe Songs
ALL In deze mode wordt alles opgenomen
wat de EM-55 simultaan kan
weergeven:
• Arranger (begeleiding),
• Keyboard-Parts (Upper 1/2, Lower,
M.Bass – of M.Drums)
• Gebruik van de Style Pad-functie
(het DJ PAD-gebruik kan ook worden
opgenomen, maar dan is de
Arranger niet beschikbaar).
• Gebruik van de D Beam
Keyboard In deze mode worden enkel de Keyboard-Parts
opgenomen:
• Upper 1/2, Lower, M.Bass – of
M.Drums.
Toevoegen van bijkomende partijen
Single In deze mode kunt u telkens op één
spoor opnemen. Dat spoor kunt u
zelf kiezen (in tegenstelling tot de
voorafgaande modes).
Punch I/O In deze mode kunt u korte fragmenten
van een reeds opgenomen partij
overdoen.
Opmerking: Telkens als u de ALL- of KEYBOARDmode
kiest, worden alle eventueel al opgenomen
partijen weer gewist.
Wat zijn sporen?
Het woordje “spoor” gebruiken we hier
enkel duidelijkheidshalve. Eigenlijk is het
afkomstig van bandopnemers die toelaten
om in uw eentje een volledig arrangement
op te nemen (de ene partij na de andere).
In het geval van de EM-55 gebruiken we het
woord om duidelijk te maken dat het hier
om verschillende muzikale partijen gaat.
Wat hier (en bij alle sequencers) namelijk
echt telt, zijn de MIDI-kanalen.
Waarom moet u dat dan weten? Om er even
bij stil te staan dat u ook externe MIDIstuurbronnen
(drumpads e.d.) voor het
opnemen van bepaalde partijen kunt
gebruiken – u hoeft dus niet alles via het
klavier van de EM-55 in te spelen. De MIDIkanalen
komen overeen met de spoornummers.
Recorder-geheugen
De EM-55 is uitgerust met één Songgeheugen
en kan dus ook maar één nummer
bevatten. Eens u tevreden bent met een
opgenomen Song, moet u hem naar een
diskette wegschrijven (zie blz. 168).
Om te voorkomen dat u een Song per ongeluk
wist, activeert de EM-55 na de eerste
opname automatisch de SINGLE-mode.
Houd goed in de gaten dat u, door ALL of
KEYBOARD te kiezen, de Song in het
interne geheugen wist. Kies ALL of KEY-
BOARD dus nooit voor het toevoegen van
een partij aan een bestaand nummer –
gebruik daarvoor SINGLE of PUNCH I/O.
Omgekeerd is het niet mogelijk om SINGLE
of PUNCH I/O te kiezen als het Song-geheugen
nog geen data bevat.
En tenslotte nog dit: als u een Standard
MIDI File afspeelt, worden de data in het
Song-geheugen overschreven (maar u kunt
de SMF-partijen wel als basis gebruiken
voor uw eigen solo’s, die u eveneens
opneemt).
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
152

EM-55 Handleiding
Meer details over de ALL-mode
Naast de dingen die u op blz. 136 geleerd hebt
moet u ook het volgende in de gaten houden:
Na het drukken op [● REC] beginnen de 16
spoor- en het [RECORD∏]-icoontje te knipperen,
wat betekent dat op alle 16 sporen
wordt opgenomen.
ALL
ARRANGER CHORD
TONE
RECORD
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15 16
TEMPO
MEASURE
120 001
Ziehier waar de sporen naar verwijzen:
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
1 Accomp 1
9 Accomp 6
2 Arranger-bas
10 Arranger-drums
3 Accomp 2
11 ®Lower
4 ®Upper 1
12 ®M. Bass
5 Accomp 3
13 Style Pads (zie blz. 138)
6 ®Upper 2
14 D Beam-Part (zie blz. 150)
7 Accomp 4
15 Melody Intell (zie blz. 140)
8 Accomp 5
16 ®M. Drum
Om het een beetje overzichtelijk te houden,
hebben we de Keyboard-Parts met een “®”
gemerkt.
Parts die u tijdens de opname niet hoort
worden ook niet opgenomen. Dat geldt voor
de Keyboard-Parts (Upper 1, 2, Lower, M.
Bass, M. Drums), maar ook voor de Arranger-Parts
(zie blz. 137), de D Beam en de
Style Pads. De spooricoontjes 1 ~ 16 tonen
dus niet wat er daadwerkelijk wordt opgenomen,
maar veeleer wat er kan worden
opgenomen.
Opmerking: Als u de DJ PAD-functie activeert (zie
blz. 125), is de Arranger niet beschikbaar.
Opmerking: Als u de M.DRUMS-mode kiest, zijn
Upper 1, 2, Lower en M.Bass niet beschikbaar, terwijl
de Arranger enkel de Arranger-drumpartij kan
weergeven.
Opmerking: Op blz. 159 komt u te weten hoe u de
M.Bass-Part inschakelt.
KEYBOARD-opnamemode
In de KEYBOARD-mode worden enkel de Keyboard-Parts
opgenomen. De Arranger is dus niet
beschikbaar. Deze mode laat toe om één partij
met verschillende klanken (Upper 1, 2, Lower,
M.Bass) of twee verschillende partijen (Lower &
M. Bass links en Upper 1 & 2 rechts) op te
nemen. Als u de M.Drums-mode kiest, kunt u
enkel een drumpartij opnemen.
Opmerking: Het kiezen van de KEYBOARD-mode betekent
dat de Song in het interne geheugen van de EM-55
overschreven wordt door de nieuwe partijen.
(1) Druk op de [● REC]-knop.
(2) Zorg er met het [TEMPO/DATA]-wiel voor
dat het display er als volgt uitziet:
Keyboard
ARRANGER CHORD
RECORD
4 6
11 12
TONE
16
TEMPO
MEASURE
120 001
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
(3) Om een split tussen Lower (en eventueel
M.Bass) voor de linker hand en Upper 1 &
2 voor de rechter hand te programmeren,
moet u op de KBD MODE [ARRANGER]-
knop drukken.
De Arranger is op zich niet beschikbaar,
maar door op deze knop te drukken split u
het klavier.
(4) Activeer de metronoom (indien nodig) en
stel het gewenste tempo met de
[EXECUTE/TAP TEMPO]-knop in.
Indien nodig, kunt u ook zonder metronoom
opnemen.
Opmerking: De M.Bass-Part kan enkel aan de
Lower-Part worden toegevoegd. U moet hem echter
wel via het FUNCTION-menu (zie blz. 158) activeren.
Opmerking: In de M.DRUMS-mode is enkel de
gelijknamige Keyboard-Part beschikbaar.
De getoonde spooricoontjes knipperen nu
om duidelijk te maken dat u op die sporen
kunt opnemen.
153

Recorder-functies
SINGLE-opnamemode
Deze mode is enkel beschikbaar als het Songgeheugen
van de EM-55 al data bevat. Wanneer
u op [● REC] drukt, beginnen het [RECORD≈∏]-
icoontje en het icoontje van het eerste lege
spoor te knipperen. Dat betekent dat u meteen
een nieuwe partij kunt opnemen. (Als alle sporen
al data bevatten, wordt spoor 1 geselecteerd.)
U zou echter ook een bestaande partij door een
nieuwe versie kunnen vervangen.
(1) Druk op de [● REC]-knop.
(2) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel
“SINGLE”.
(3) Kies met de SESSION PARTNER PADS/
TRACKS-knoppen [1/9]~[8/16] het spoor
waarop u wilt opnemen.
Punch I/O
In deze mode kunt u een gedeelte van een partij/
spoor overdoen (bv. enkel het tweede refrein).
Het belangrijke aan deze mode is dat nieuw
opgenomen materiaal niets verandert aan de
data die zich vóór en achter het nieuw opgenomen
fragment bevinden.
Oorspronkelijke opname
Dit gedeelte doet u over
● REC
● REC
Zoals u ziet, zijn er “maar” 8 spoorknoppen
in de SESSION PARTNER-sectie. Daarom
moet u eerst met de [TRACK]-knop groep
1~8 (bovenste rij) of 9~16 (onderste rij) kiezen.
U kunt telkens maar één spoor kiezen (vandaar
de naam “SINGLE”). Kiest u een spoor
dat al data bevat, dan overschrijft de nieuw
opgenomen versie de oude partij.
(4) Indien nodig, kunt u nu aan de nieuw in
te spelen partij een andere klank toewijzen
(zie blz. 131).
Als u spoor [10] kiest, kunt u Drum Sets i.p.v.
Tones kiezen. Spoor 10 is namelijk voor de
drumpartij bestemd.
(5) Druk op [START/STOP] om de opname te
starten.
Na een aftel van twee maten (zie blz. 162)
hoort u alle eerder opgenomen partijen.
Speel dus uw nieuwe partij (om ze op te
nemen).
(6) Stop de opname met [START/STOP].
(7) Vervolg met stap (3) om nog meer partijen
op te nemen.
(1) Druk op de [● REC]-knop.
(2) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel “PUNCH
I/O”.
Punch I/O
ARRANGER CHORD
TEMPO
MEASURE
120 001
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
(3) Kies met de knoppen [TRACK] en SESSION
PARTNER [1/9]~[8/16] het spoor waarop u
wilt opnemen.
(4) Spring met [√√] of [®®] naar een
maat die zich iets vóór de plaats bevindt
waar u de opname wilt starten.
TONE
RECORD
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15 16
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
In de SINGLE-mode daarentegen wordt telkens
het volledige gekozen opnamespoor
gewist. (Als u dus niets speelt, bevat het
betreffende spoor na de opname geen data
meer.)
Net zoals de SINGLE-mode kan ook PUNCH
I/O enkel worden gekozen indien het Songgeheugen
van de EM-55 al data bevat.
U hoeft de Song dus niet telkens vanaf het
begin te starten als dat teveel tijd vergt.
Wilt u bv. in maat 25 opnemen, dan zou u
hier maat 23 kunnen kiezen.
(5) Druk op [START/STOP] om de weergave
van de (oude) Song-data te starten.
154

EM-55 Handleiding
De [● REC]-indicator, het [RECORD≈∏]-
icoontje en het icoontje van het gekozen
spoor knipperen nu.
(6) Zodra de Recorder de maat bereikt waar u
wilt beginnen opnemen, moet u nog een
keer op [● REC] drukken.
Punch I/O
ARRANGER CHORD
TEMPO
MEASURE
120 001
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
(7) Speel het fragment dat u wilt overdoen.
(8) Druk nog een keer op [● REC] om de
opname weer uit te schakelen.
ARRANGER CHORD
De Song-weergave gaat echter door…
(9) Druk op [START/STOP] om de weergave te
stoppen.
(10) Druk op [√√] om te rug te keren naar de
maat waar u de opname had geactiveerd
en druk op [START/STOP] om de nieuwe
versie te beluisteren.
Als u niet tevreden bent, moet u met stap
(4) vervolgen.
Ga naar (3) als u een ander spoor wilt corrigeren.
TONE
RECORD
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15 16
Punch I/O
TONE
RECORD
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15 16
TEMPO
MEASURE
120 001
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
Voetschakelaar voor het inprikken gebruiken
De opname kunt u ook met een voetschakelaar
activeren (“inprikken”) en weer uitschakelen.
Het voordeel daarvan is dat u beide
handen vrij houdt om te spelen (c.q. de linker
hand voor D Beam/Pitch Bend/modulatie-effecten
en de rechter voor het spelen
van de melodie).
(1) Sluit een optionele DP-2, DP-6 of BOSS
FS-5U voetschakelaar aan op de FOOT-
SWITCH/EXPR-connector achterop de
EM-55.
(2) Houd de [FUNCTION]-knop ingedrukt, terwijl
u op BANK/NUMBER [3] drukt.
Daarmee roept u de PAD-functie op (zie ook
blz. 138).
(3) Druk nog een keer op de [FUNCTION]-
knop en kies met het [TEMPO/DATA]-wiel
de volgende functie:
VALUE
Sustain
(Stap (2) en (3) tonen een snellere manier
voor het oproepen van de benodigde functie.)
(4) Wacht tot de VALUE-boodschap linksboven
in het display begint te knipperen en
kies dan met het [TEMPO/DATA]-wiel
Punch I/O.
(5) Druk op [● REC] om weer de opnamefunctie
activeren.
(6) Vervolg met stap (2) onder “Punch I/O”.
In stap (6) en (8) kunt u nu de voetschakelaar
intrappen (i.p.v. op de [● REC]-knop te
drukken).
Weergavefuncties
De knoppen [INTRO], [ORIGINAL] enz. hebben twee functies: één in de Style-mode (namen boven de
knoppen) en een andere in de Song-mode (namen onder de knoppen).
Song-mode selecteren
De Style/Song-transportknoppen hebben
twee functies: u kunt er Music Style-patronen
mee kiezen (als de [ARRANGER]-indicator
oplicht) of bepaalde Song-navigatiefuncties
mee bedienen (als de [SONG]-indicator
oplicht).
Om de Song-mode (en de Song-bedieningsfuncties)
te kiezen moet u op de [SONG]-
knop drukken. Pas daarna zijn de volgende
functies namelijk beschikbaar:
SONG
155

Recorder-functies
Voor-, terugspoelen en Reset
• Om vóór te spoelen (naar een positie verderop
in de Song te springen) moet u op
[®®] drukken.
• Om terug te spoelen (naar een positie vóór
de huidige plaats te gaan) moet u op [√√]
drukken.
De maataanduiding rechtsboven in het display
zal u beslist helpen om de benodigde
plaats snel te vinden.
Herhalen van een bepaald fragment (Repeat)
De Recorder van de EM-55 laat het programmeren
van een weergavelus toe. Voor
het instellen van het begin en het einde van
een dergelijk fragment hoeft u de weergave
zelfs niet te stoppen.
(1) Druk, op de gewenste plaats, op [MARKER
A–B] om het begin van de lus aan te duiden
(de indicator van deze knop begint te
knipperen).
(2) Spoel nu vóór naar de plaats waar de lus
moet eindigen en druk nog een keer op
[MARKER A–B] (de indicator licht op).
Spelen met Recorder-begeleiding (Minus One)
De EM-55 laat toe om de melodie van de
Recorder-Song uit te schakelen. Dit heet
Minus One (omdat één Song-partij niet
meer wordt afgespeeld).
(1) Druk op de [SONG]-knop.
Indien nodig, kunt u nu een Song van de
diskette in de drive kiezen (zie blz. 157).
(2) Druk op de [MINUS ONE]-knop.
Sporen uitschakelen via de SESSION PARTNER-knoppen
Indien nodig, kunt u ook andere Song-partijen
uitschakelen, wat aanleunt bij de
Minus One-functie:
• Druk op [|√] (Reset) om naar de eerste
maat van de Song terug te keren. Alvorens
op [|√] te drukken moet u echter de weergave
stoppen.
Opmerking: In bepaalde gevallen kunt u [®®] en
[√√] niet gebruiken. Dat is echter enkel bij betrekkelijk
lange Songs het geval.
Deze markeringen kunt u ook tijdens de
weergave programmeren. In dat geval buffert
de EM-55 echter telkens het begin van
de eerstkomende maat.
(3) Om de gemarkeerde passage in een lus af
te spelen moet u eerst op [SYNC START]
en vervolgens op [START/STOP] drukken.
Aan het einde van de B-maat springt de
Recorder automatisch terug naar de A-
maat en herhaalt hij het aangeduide fragment.
Opmerking: In bepaalde gevallen is de Repeatfunctie
niet beschikbaar. Dat gebeurt echter enkel
bij betrekkelijk lange Songs.
(3) Druk op [|√] en [®/■] om de weergave
te starten.
(4) Nu hoort u alle partijen met uitzondering
van de melodie. Die kunt u nu zelf –via de
Upper 1-Part– spelen.
Opmerking: Via de SESSION PAD-knoppen kunt u
ook verschillende sporen tegelijk uitschakelen
(Minus One schakelt telkens maar de melodie uit).
SION PARTNER-sectie. Daarom moet u eerst
met de [TRACK]-knop groep 1~8 (bovenste
rij) of 9~16 (onderste rij) kiezen.
Druk op de knoppen [1/9]~[8/16] om alle
niet benodigde sporen uit te schakelen (de
betreffende indicators doven).
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
Knoppen die aan sporen toegewezen zijn,
die data bevatten, lichten op. Zoals u ziet,
zijn er “maar” 8 spoorknoppen in de SES-
156

EM-55 Handleiding
Standard MIDI Files afspelen
De EM-55 laat tevens toe om in de handel verkrijgbare muziekbestanden (Standard MIDI Files) of zelf
opgenomen Songs van een diskette af te spelen. Alle Songs, die u met de EM-55 opneemt, worden automatisch
in het Standard MIDI File-formaat “1” naar diskette weggeschreven en kunnen dan ook met
gelijk welke SMF-compatibele sequencer worden afgespeeld.
(1) Stop een diskette met Song/Standard
MIDI File-bestanden in de drive.
(2) Druk op de [SONG]-knop om de Songmode
te activeren.
Dat is nodig, omdat de [START/STOP]-knop
anders voor het starten van de Arranger
dient.
(3) Druk nog een keer op de [SONG]-knop om
te zorgen dat de naam van de eerste
Standard MIDI File op de diskette verschijnt.
Welke boodschap er in het display verschijnt,
verschilt naar gelang de diskette u
in de drive stopt en wordt tevens bepaald
door de aan-/afwezigheid van Standard
MIDI Files. Soms verschijnt er een foutmelding:
Boodschap
Empty
No Disk
No Files
IntSong
SONG
Piano 2
ARRANGER CHORD
SONG
TEMPO
MEASURE
120 001
KEYBOARD
VELOCITY
Betekenis
Het Song-geheugen van de EM-55
bevat geen data (u hebt niets opgenomen
en ook nog geen Song van
diskette afgespeeld).
De drive bevat geen diskette.
De diskette in de drive bevat geen
Standard MIDI Files.
U hebt de zelf opgenomen Song
(intern geheugen) gekozen.
(4) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel de
Standard MIDI File die u wilt beluisteren.
Opmerking: Houd goed in de gaten dat de Song in
het interne geheugen bij het starten van de weergave
van een Song op diskette gewist wordt. Schrijf
de interne Song dus weg naar diskette, als u hem
later nog eens nodig hebt (zie blz. 168).
(5) Druk op [START/STOP] om het eerste
datagedeelte van de Song te laden en de
weergave te starten.
U kunt echter ook wachten tot “EXE” in het
display knippert en vervolgens op [EXECUTE]
drukken. Start daarna de weergave door op
[START/STOP] te drukken.
Druk nog een keer op deze knop om de
weergave te stoppen. Zie ook “Voor-,
terugspoelen en Reset” (blz. 156) en
“Herhalen van een bepaald fragment
(Repeat)” (blz. 156) voor bijkomende handige
functies.
Als nu één van de volgende foutmeldingen
verschijnt, moet u hetzij een andere
Standard MIDI File kiezen, hetzij een andere
diskette in de drive stoppen.
Boodschap
NoFormat
File Err
Over 18T
Betekenis
De diskette in de drive is niet
voor de EM-55 geformatteerd.
Het gekozen bestand kan niet
worden gelezen.
De Standard MIDI File bevat
meer sporen dan de EM-55
kan verwerken.
Song-tempo instellen
Het weergavetempo van de Recorder kunt u
met het [TEMPO/DATA]-wiel instellen. Eventuele
tempoveranderingen worden echter
nog steeds uitgevoerd. Onthoud bovendien
dat u, door naar het begin van de Song te
springen (waneer u op [|√] drukt), weer
het voorgeprogrammeerde Song-tempo
oproept.
157

Function-menu
13. Function-menu
De Function-mode van de EM-55 bevat iets verder gaande functies die u waarschijnlijk maar af en toe nodig
hebt. Hier vindt u dingen waarmee u de respons van het instrument nog beter op uw verwachtingen kunt
afstemmen. Alle instellingen (met uitzondering van Mstr Tune, EP Chord, Local en Resume) kunt u in een
User Program opslaan (zie blz. 163).
Parameters editen (basiswerkwijze)
De Function-parameters van de EM-55 kunt u
via het display editen. De algemene werkwijze
hiervoor luidt als volgt:
(1) Druk op [FUNCTION].
FUNCTION
De naam van de laatst gekozen functie verschijnt
nu in het display.
(2) Kies met [FUNCTION] of het [TEMPO/
DATA]-wiel de parameter wiens waarde u
wilt wijzigen (zie verderop).
(3) Wacht tot de VALUE-boodschap in het
display begint te knipperen.
De “VALUE”-boodschap boven de parameternaam
betekent dat de waarde van de
gekozen parameter kan worden gewijzigd
(dit noem je “editen”).
(4) Wijzig met het [TEMPO/DATA]-wiel de
waarde van de gekozen parameter.
Algemene Function-parameters
■ Kbd Velo
(Off, Low, Med, Hig; Fabrieksinstelling: Med) Met
deze parameter kunt u de aanslaggevoeligheid van
de EM-55 instellen. Zie blz. 149.
Opmerking: Deze parameter kunt u ook selecteren
door op [FUNCTION] + [1] te drukken.
■ MstrTune (algemene stemming)
(415.3~466.2, Fabrieksinstelling: 440.0) Met deze
parameter kunt u de algemene stemming van de
EM-55 veranderen. Dat kan nodig zijn als u een
zanger, een akoestisch instrument, een CD of cassette
wilt begeleiden.
■ TrpValue (transpositie-interval)
(–6~5, Fabrieksinstelling: 1) Met deze parameter
kunt u de toonhoogte van de EM-55 in stappen van
halve tonen veranderen. Zie ook blz. 148. U kunt
hem ook oproepen door de [TRANSPOSE]-knop
ingedrukt te houden.
■ Trp Mode
(Fabrieksinstelling: Int+Song) Met deze parameter
bepaalt u welke Parts door de Transpose-parameter
worden beïnvloed:
Opmerking: Houd [EXECUTE] even ingedrukt om
weer de voorgeprogrammeerde parameterwaarde
te kiezen.
(5) Druk nog een keer op [FUNCTION] en kies
met het [TEMPO/DATA]-wiel een andere
Function-parameter.
(6) Druk op [SONG], [TONE], [STYLE] of [USER
PROGRAM] om de Function-mode weer te
verlaten.
Snelle selectie van bepaalde parameters
De volgende functies kunt u oproepen door
[FUNCTION] ingedrukt te houden, terwijl u
op de toegewezen cijferknop [1]~[8] in het
BANK/NUMBER-veld drukt:
Int: De Keyboard- en Arranger-Parts worden
getransponeerd. Via MIDI ontvangen noten worden
echter niet getransponeerd.
Song: Enkel de Recorder-Parts worden getransponeerd.
Dat is maar zinvol, wanneer u een Standard
MIDI File of één van uw zelf opgenomen Songs met
de Recorder afspeelt.
MIDI: Enkel de via MIDI ontvangen nootcommando’s
worden getransponeerd.
Int+Sng, Int+MIDI, Sng+MIDI, All: Dit zijn combinaties
van de hierboven voorgestelde opties. Int
kan bv. zinvol zijn om enkel de Keyboard-Parts te
transponeren, zodat u een solo in “uw” toonaard bij
een Standard MIDI File kunt spelen die in een
andere toonaard staat.
■ Metro TS (maatsoort van de metronoom)
(1/4~6/4, 6/8, 9/8, Fabrieksinstelling: 4/4) Met
deze parameter bepaalt u de maatsoort (het aantal
tellen per maat) van de metronoom. Deze instelling
verandert echter weer, wanneer u een Music Style
met een andere maatsoort kiest. Meer details over
de metronoom vindt u op blz. 133. Deze parameter
kunt u ook selecteren door de [METRONOME]-knop
ingedrukt te houden.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
158

EM-55 Handleiding
■ Metro Vol (metronoomvolume)
(0~127, Fabrieksinstelling: 100) Met deze parameter
kunt u de metronoom harder of zachter zetten.
De fabrieksinstelling levert in de regel echter het
meest geslaagde resultaat op.
■ UP1 Octv, UP2 Octv, LWR Octv (octaveren)
(–4~0~4, Fabrieksinstelling: 0) Met deze parameter
kunt u de toonhoogte van de betreffende Part
(Upper1, Upper2 of Lower) maximaal vier octaven
verhogen of verminderen, wat bv. voor Technonummers
handig kan zijn, waarvoor u een pianoklank
in twee octaven nodig hebt.
Dit effect bereikt u door twee gelijkaardige (of twee
keer dezelfde) Tone(s) aan Upper1 en Upper2 toe te
wijzen, de Upper2-Part in te schakelen (zie blz. 131)
en voor UP2 Octv “–1” (of “1”) te kiezen.
■ MDrShift
(–4~0~4, Fabrieksinstelling: 0). Deze parameter
laat toe om het klavier van de EM-55 te verschuiven
om drum-/percussieklanken te spelen die
momenteel niet beschikbaar zijn. Het klavier telt 61
toetsen, terwijl talrijke Drum Sets klanken voor alle
128 mogelijke noten bevatten.
■ PB Range (Pitch Bend Range)
(0~24, Fabrieksinstelling: 2) Met deze parameter
bepaalt u het interval dat wordt gehanteerd, wanneer
u de BENDER/MODULATION-hendel volledig
naar links of rechts drukt (Pitch Bend-effect). Deze
parameter kunt u in halve tonen instellen. De
waarde “24” komt overeen met 2 octaven. De voorgeprogrammeerde
waarde (“2”) is echter vaak een
goede keuze.
Opmerking: Pitch Bend is enkel beschikbaar voor de
Upper1-, Upper2-, Lower- en M.Drums-Part. Zie ook
blz. 149.
■ Upper 1, Upper 2, Lower, Man Drums: volume
VOLUME
Upper 1
(0~127, Fabrieksinstelling: 127 Upper 1/110 Upper
2/100 Lower, 127 Man Drums) Via deze vier parameters
kunt u het volume van de Parts Upper 1,
Upper 2, Lower en Manual Drums (of M.Drums)
apart instellen. Onthoud echter dat u geen verschil
hoort, wanneer u met de BALANCE [√ACCOMP]-
knop het maximale volume voor de Arranger/
Recorder-Parts gekozen hebt.
Opmerking: Deze parameter kunt u ook selecteren
door op [FUNCTION] + [2] te drukken.
■ ManBass: status en volume
(OFF, 0~127, Fabrieksinstelling: OFF) Telkens wanneer
de Lower-Part actief is, kunt u met deze parameter
het volume van de M.Bass-Part instellen. De
M.Bass-Part speelt automatische basnoten die op
de afgespeelde akkoorden berusten. Als de Lower-
Part actief is, terwijl de KBD MODE [ARRANGER]-
indicator oplicht, kunt u deze Part enkel via de linker
klavierhelft aansturen.
Als de Bass Inversion-functie (zie blz. 140) uitgeschakeld
is, speelt de M.Bass-Part de grondtonen
van de met de Lower-Part gespeelde akkoorden.
■ AccDrums, AccBass, Accomp: volume
(0~127, Fabrieksinstelling: 90 AccDrums, 90 Acc-
Bass, 127 Accomp) Via deze parameters kunt u het
volume van drie Music Style-secties instellen: de
drums, de bas en de Accomp-Parts (1~6). De hier
beschikbare secties beantwoorden exact aan de
groepen die u met de STYLE MORPHING-functie
(zie blz. 141) kunt selecteren. “0” zal u in de praktijk
waarschijnlijk nooit kiezen, omdat er een veel eenvoudigere
manier bestaat om niet benodigde Music
Style-partijen uit te schakelen. Zie blz. 137.
Opmerking: De “Accomp”-parameter heeft een
andere functie dan de BALANCE [√ ACCOMP]-knop.
De knop verwijst naar alle Arranger-Parts (dus ook
“AccDrums” en “AccBass”).
■ Style Pad: volume
(0~127, Fabrieksinstelling: 110) Met deze parameter
stelt u het volume van de negende Arranger-
Part in die u via de SESSION PARTNER-knoppen
[1/9]~[8/16] kunt starten en stoppen. Zie blz. 138.
■ Arr Chord (Arranger Chord Intelligence)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Als u hier ON kiest,
laat de Chord Intelligence-functie van de EM-55
toe om majeurakkoorden te spelen door één toets
in te drukken, mineurakkoorden met twee toetsen
te spelen en complexe akkoorden met drie toetsen
te spelen.
Als u liever zelf bepaalt welke akkoorden er moeten
klinken, moet u hier OFF kiezen.
■ ArrSplit (Arranger Split)
(48~84, Fabrieksinstelling: 60) Met deze parameter
kunt u het splitpunt voor de Arranger-mode instellen.
De hier gekozen waarde slaat op de laagste
noot van de rechter klavierhelft (Upper 1/2). “60”
heeft betrekking op de noot “C4” (d.w.z. de witte
toets onder de [MUSICAL GAME]-knop).
Opmerking: Deze parameter bepaalt tevens het splitpunt
tussen de Lower- (en eventueel M.Bass) en de
Upper 1/2-Parts, wanneer de KBD MODE [ARRAN-
GER]-indicator oplicht.
■ ArrMem (Arranger Chord Memory)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) De Arranger Chord
Memory-functie onthoudt het laatste akkoord dat
u speelt en gebruikt het zo lang tot u links een
ander akkoord speelt.
Als u Arr Mem uitschakelt, stoppen de melodische
begeleidingspartijen (M.Bass, Accomp), zodra u alle
toetsen in de linker klavierhelft loslaat. Dan hoort u
enkel nog de drumbegeleiding.
Na inschakelen van de EM-55 wordt deze functie
automatisch geactiveerd.
■ EP Chord (elektr. piano + bas links)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) De EP Chord-functie
activeert een elektrische piano en monofone
basklank, als (a) de [ARRANGER]-indicator oplicht
en (b) de Arranger gestopt is. Zodoende kunt u ook
in de Arranger-mode met de linker hand akkoorden
(en een baslijn) spelen – zonder de automatische
begeleiding van de EM-55 te gebruiken.
Kiest u echter “Off”, dan hoort u bij het spelen in de
linker klavierhelft niets, wanneer aan voorwaarden
(a) en (b) wordt voldaan, terwijl de [LOWER]-indicator
niet oplicht.
159

Function-menu
■ LWR Mem (Lower Chord Memory)
(On/Off, Fabrieksinstelling: Off) De Lower Chord
Memory-functie onthoudt de links op het klavier
gespeelde noten, als de Lower-Part ingeschakeld is,
en hanteert ze zo lang tot u een ander akkoord
speelt. Schakel deze functie in om te zorgen dat u
elk Lower-akkoord maar even hoeft te spelen.
■ LWR Int (Lower Chord Intelligence)
(On/Off, Fabrieksinstelling: Off) Als u de [LOWER]-
knop inschakelt en hier “On” kiest, hoeft u voor
majeurakkoorden maar één toets, voor mineurakkoorden
maar twee toetsen enz. in te drukken. Dit
systeem komt overeen met de Arranger-controle.
Daarom verdient het aanbeveling om voor deze
parameter ON te kiezen, wanneer u de Lower-Part
wilt gebruiken, terwijl de KBD MODE [ARRANGER]-
indicator oplicht.
■ Bass Inv
(On/Off) Met deze parameter bepaalt u hoe de
Arranger de gespeelde noten verwerkt. Zie blz. 140.
Rev (Reverb Type)
VALUE
Hall 2
(Fabrieksinstelling: Hall 2) Met deze parameter kunt
u het galmtype kiezen dat het best bij het spelen
nummer past. Zie blz. 146.
Opmerking: Deze parameter kunt u ook selecteren
door op [FUNCTION] + [6] te drukken.
■ Chr (Chorus Type)
(Fabrieksinstelling: Chorus 3) Met deze parameter
kiest u het Chorus-type. Zie blz. 147.
Opmerking: Deze parameter kunt u ook selecteren
door op [FUNCTION] + [7] te drukken.
■ MI (Melody Intelligence-harmonietype)
(Fabrieksinstelling: Traditnl) Met deze parameter
kiest u het benodigde harmonietype voor de
Melody Intell(igence)-functie.
Opmerking: Deze parameter kunt u ook selecteren
door de [MELODY INTELL]-knop ingedrukt te houden.
Zie blz. 140.
■ MFX (M-FX type)
(Fabrieksinstelling: Rotary) Met deze parameter
kiest u het benodigde M-FX-type. Zie blz. 145 voor
meer details over de M-FX. Keyboard-Parts, die door
de M-FX worden bewerkt, worden niet meer door
het Reverb- of Chorus-effect beïnvloed. Door
“Thru” te kiezen schakelt u de M-FX in wezen uit.
Onthoud verder dat u de M-FX enkel hoort, wanneer
de [M-FX EFFECTS]-indicator oplicht.
Opmerking: Deze parameter kunt u ook selecteren
door de [M-FX EFFECTS]-knop ingedrukt te houden.
Opmerking: De keuze van het M-FX-type kan ook aan
de Tone-keuze voor de Upper 1-Part worden gekoppeld.
Zie “Tone MFX” (blz. 161).
Thru: De M-FX is eigenlijk uit.
Enhancer: Met een Enhancer verandert u de
boventoonstructuur van de hoge frequenties, zodat
het geluid helderder en presenter wordt.
Overdrv1~4: Overdrive zorgt voor een milde vervorming
die op de oversturing van een buizenversterker
lijkt. U hebt de keuze uit verschillende versterkertypes:
(1) kleine comboversterker, (2) comboversterker,
(3) versterkertoren met twee speakerkasten,
(4) versterkertoren met drie speakerkasten.
Distort1~4: Dit effect zorgt voor een iets ruigere
oversturing dan Overdrive. De cijfers verwijzen naar
het type vervorming.
Phaser: Een Phaser voegt een uit-fase kopie aan
het inkomende signaal toe, waardoor een draaiende
modulatie ontstaat met een bijzonder ruimtelijk
karakter.
AutoWah: Een Auto Wah zorgt voor een regelmatige
modulatie van een filter, wat een WahWaheffect
oplevert.
Rotary: Het Rotary-effect simuleert het geluid van
een “klassieke” draaiende orgelluidspreker. Het
unieke karakter van dit effect is bijzonder geslaagd
en vooral geschikt voor orgelklanken.
StFlangr: Dit is een stereo Flanger. Die zorgt voor
een “blikkerige” resonantie, die opkomt en wegebt –
en dus een opstijgende en landende straaljager
simuleert.
SpFlangr: Een Step Flanger is een Flanger-effect
met duidelijk hoorbare trappen.
Compress: Een compressor zwakt signaalpieken af
en haalt zwakkere signalen op. Dit zorgt voor een
gelijkvormiger volume.
Limiter: Een Limiter voorkomt dat het volume een
bepaalde waarde (Threshold) overstijgt, maar verandert
niets aan zwakkere signalen.
HexaCho: Hexa Chorus berust op zes Chorus-lijnen
(zes “lagen van Chorus”) die het signaal bijzonder
ruimtelijk maken.
Trem Cho: Tremolo Chorus is een Chorus-effect
met Tremolo (regelmatige modulatie van het
volume).
StChorus: Ziehier een stereo Chorus.
Space-D: Space-D is een Chorus die het geluid van
twee faseverschuivingen (stereo) moduleert. De
modulatie is bijna onhoorbaar en zeer transparant
(de perfecte “stereomaker”).
StDelay: Delay is een effect waarmee het inkomende
signaal kan worden herhaald. Dit is een stereo
Delay.
Mod Delay: Dit effect voorziet de herhaling(en)
van modulatie, zodat een Flanger-achtig effect
ontstaat.
3Tap Dly: De Triple Tap Delay levert drie vertraagde
signalen op: midden, rechts en links.
4Tap Dly: Delay met vier herhalingen.
TmCtrDly: Dit effect verandert de vertragingstijd
en toonhoogte in “Realtime”. Bij een verlenging van
de vertragingstijd daalt de toonhoogte. In het
omgekeerde geval stijgt ze.
Reverb: Prachtig galmeffect.
GteRevNr: Gate Reverb is een speciaal Reverbeffect
dat plots uitgeschakeld wordt (galm sterft
normaal geleidelijk aan uit).
GteRevRv: Gate Reverb-effect dat “achterstevoren”
klinkt.
GteRevS1: De galm gaat van rechts naar links.
GteRevS2: De galm gaat van links naar rechts.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
160

EM-55 Handleiding
2PtchShf: Een Pitch Shifter verandert de toonhoogte
van het inkomende signaal. Dit 2-stemmige
effect kan het signaal van twee getransponeerde
stemmen voorzien.
FbPtchShf: Pitch Shifter met verschillende echo’s.
OD®Chors: Seriële verbinding van een Overdrive
en Chorus. (“Serieel” betekent dat het eerste effect
ook door het tweede wordt bewerkt.)
OD®Flger: Seriële verbinding van een Overdrive
en Flanger.
OD®Delay: Seriële verbinding van een Overdrive
en Delay.
DS®Chors: Seriële verbinding van Distortion en
Chorus.
DS®Flger: Seriële verbinding van Distortion en
Flanger.
DS®Delay: Seriële verbinding van Distortion en
Delay.
EH®Chors: Seriële verbinding van een Enhancer
en Chorus.
EH®Flger: Seriële verbinding van een Enhancer en
Flanger.
EH®Delay: Seriële verbinding van een Enhancer
en Delay.
Cho®Dly: Seriële verbinding van een Chorus en
Delay.
FL®Delay: Seriële verbinding van een Flanger en
Delay.
Cho®Flgr: Seriële verbinding van een Chorus en
Flanger.
Cho/Dlay: Parallelverbinding van een Chorus en
een Delay. (“Parallel” betekent dat het inkomende
signaal door twee effecten wordt bewerkt die
elkaar echter niet beïnvloeden.)
FL/Delay: Parallelverbinding van een Flanger en
een Delay.
Cho/Flgr: Parallelverbinding van een Chorus en
Flanger.
■ M-FX UP1, UP2, LWR
(On/Off, Fabrieksinstelling: UP1: On, UP2/LWR: Off)
Met deze parameters bepaalt u of de Upper 1-,
Upper 2- en/of Lower-Part al dan niet door M-FX
worden bewerkt. Zie ook blz. 145.
■ Rev UP1
(0~127, Fabrieksinstelling: 100) Met deze parameter
bepaalt u het galmaandeel voor Upper 1 (d.w.z.
hoeveel galm er aan de Upper 1-noten wordt toegevoegd).
Niet beschikbaar, wanneer “M-FX UP1”
op “On” staat.
■ Chr UP1
(0~127, Fabrieksinstelling: 0) Hiermee bepaalt u
het Chorus-aandeel voor Upper 1 (hoeveel Chorus
er aan de Upper 1-noten wordt toegevoegd). Om
deze Part van Chorus te voorzien moet u een
andere waarde kiezen dan “0”. Niet beschikbaar,
wanneer “M-FX UP1” op “On” staat.
■ Pan UP1
(0~127, Fabrieksinstelling: 64) Hiermee bepaalt u
de stereopositie van Upper 1 (positie tussen de linker
en rechter luidspreker). “0” betekent dat zich
elke gespeelde noot op een andere plaats bevindt.
Waarden tussen “1” en “63” verwijzen naar de linker
luidspreker. “64” vertegenwoordigt het midden;
waarden tussen “65” en “127” verwijzen naar de
rechter kant (“1”= helemaal links, “127”= helemaal
rechts).
■ Rev UP2
(0~127, Fabrieksinstelling: 100) Met deze parameter
bepaalt u het galmaandeel voor Upper 2 (d.w.z.
hoeveel galm er aan de Upper 2-noten wordt toegevoegd).
Niet beschikbaar, wanneer “M-FX UP2”
op “On” staat.
■ Chr UP2
(0~127, Fabrieksinstelling: 0) Hiermee bepaalt u
het Chorus-aandeel voor Upper 2 (hoeveel Chorus
er aan de Upper 2-noten wordt toegevoegd). Om
deze Part van Chorus te voorzien moet u een
andere waarde kiezen dan “0”. Niet beschikbaar,
wanneer “M-FX UP2” op “On” staat.
■ Pan UP2
(0~127, Fabrieksinstelling: 64) Hiermee bepaalt u
de stereopositie van Upper 2 (positie tussen de linker
en rechter luidspreker). “0” betekent dat zich
elke gespeelde noot op een andere plaats bevindt.
Waarden tussen “1” en “63” verwijzen naar de linker
luidspreker. “64” vertegenwoordigt het midden;
waarden tussen “65” en “127” verwijzen naar de
rechter kant (“1”= helemaal links, “127”= helemaal
rechts).
■ Rev LWR
(0~127, Fabrieksinstelling: 100) Met deze parameter
bepaalt u het galmaandeel voor de Lower-Part.
Niet beschikbaar, wanneer “M-FX LWR” op “On”
staat.
■ Chr LWR
(0~127, Fabrieksinstelling: 0) Hiermee bepaalt u
het Chorus-aandeel voor de Lower-Part. Om deze
Part van Chorus te voorzien moet u een andere
waarde kiezen dan “0”. Niet beschikbaar, wanneer
“M-FX LWR” op “On” staat.
■ Pan LWR
(0~127, Fabrieksinstelling: 64) Hiermee bepaalt u
de stereopositie van de Lower-Part (positie tussen
de linker en rechter luidspreker). “0” betekent dat
zich elke gespeelde noot op een andere plaats
bevindt. Waarden tussen “1” en “63” verwijzen naar
de linker luidspreker. “64” vertegenwoordigt het
midden; waarden tussen “65” en “127” verwijzen
naar de rechter kant (“1”= helemaal links, “127”=
helemaal rechts).
■ Tone MFX
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Hiermee kunt u de
keuze van een M-FX-type aan de voor de Upper 1-
Part geselecteerde klank koppelen. Op die manier
wordt voor een elektrische gitaarklank een Distortion/Overdrive-effect
gekozen, voor een orgel
Rotary enz.
161

Function-menu
■ FSW (functie van de voetschakelaar)
VALUE
Sustain
(Fabrieksinstelling: Sustain) Als u een optionele
DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar op de
FOOTSWITCH/EXPR-connector aansluit, kunt u er
met deze parameter de functie van kiezen.
Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar, wanneer
u i.p.v. een voetschakelaar een EV-5 zwelpedaal aansluit.
Sustain: Heet ook wel “Hold” of “demper”. In dit
geval dient de voetschakelaar voor het aanhouden
van de gespeelde noten zoals op een akoestische
piano.
Sostenut: De voetschakelaar fungeert als Sostenuto-pedaal
(ook weer een pedaal van een vleugel
waarmee enkel de noten worden aangehouden
wier toetsen u bij het intrappen van het pedaal
indrukte).
Opmerking: Deze functie is enkel voor de Keyboard-
Parts beschikbaar.
Soft: In dit geval fungeert de voetschakelaar als
Soft-pedaal (en laat toe om het volume van de
gespeelde noten tijdelijk te verminderen).
Opmerking: Deze functie is enkel voor de Keyboard-
Parts beschikbaar.
Rotary S/F: Laat toe om afwisselend de hoge en
lage snelheid van het Rotary-effect te kiezen. Dat
werkt enkel, wanneer u het Rotary-algoritme aan
de M-FX toewijst.
UsrPrgUp: Keuze van het volgende User Program
(bv. 12 als u momenteel 11 gekozen hebt).
UsrPrgDw: Keuze van het vorige User Program (bv.
64 als u momenteel 11 gekozen hebt).
Start/Stop: Starten en stoppen van de Arranger- of
Recorder-weergave. Zelfde functie als de [START/
STOP]-knop.
Exc UP1/2: Laat toe om de Upper 1-Part in en de
Upper 2-Part uit te schakelen – en vice versa.
Bass Inv: In-/uitschakelen van de Bass Inversionfunctie
(zie blz. 140).
Punch I/O: De voetschakelaar kan voor het in-/uitschakelen
van de opname in de Punch I/O-mode
worden gebruikt (zie blz. 155).
■ PAD (Style Pad set)
(Fabrieksinstelling: naar gelang de gekozen Music
Style) Via deze parameter kunt u tijdens het gebruik
van de SESSION PARTNER-functie in de STYLE PADmode
een andere set van frasen kiezen. Zie blz. 138.
■ Pad Sync
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Hiermee kunt u de
synchronisatie van het starten van de frasen via de
Pad-knoppen in-/uitschakelen. Wanneer deze parameter
actief is, beginnen de via de [1/9]~[8/16]
knoppen gestarte frasen altijd op de eerste tel van
de eerstkomende maat. Dus zelfs wanneer u een
knop pas op de tweede tel indrukt, begint de weergave
vanaf de volgende maat.
Kies “Off” als u deze synchronisatie niet nodig hebt.
Dat kan er dan echter voor zorgen dat de frasen
niet meer gelijk lopen (DJ PAD-mode) of los staan
van de Arranger-weergave (STYLE PAD-mode).
■ Count-In
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Met deze parameter
kunt u de aftel vóór de normale of Punch I/Oopname
(zie blz. 154) in- of uitschakelen. Kiest u
“On”, dan telt de metronoom telkens twee maten af
(d.w.z. 8 tellen voor een 4/4-maat).
■ Scale C~Scale B (Scale Tune)
(–64~63, Fabrieksinstelling: 0 voor alle noten) Met
deze parameters kunt u afwijken van de gebruikelijke
halve-toonafstanden (in de Westerse muziek)
door de stemming van de noten zodanig te veranderen
dat u muziek van andere muzikale culturen
of stemmingsmethoden (oosters, barok enz.) kunt
spelen.
Zoals u ziet, kunt u de stemming van alle noten van
een octaaf afzonderlijk veranderen (C, C#, D, Eb,
E…). De gekozen instellingen gelden dan voor alle
gelijknamige noten (elke C, elke C# enz.). In veruit
de meeste gevallen kiest u hier waarschijnlijk “50”
of “–50”, omdat u daarmee een kwarttooninterval
verkrijgt. Maar ook andere instellingen kunnen
interessant zijn.
■ Scl Mode
(UP, ALL, Fabrieksinstelling: UP) Met deze parameter
bepaalt u welke Parts door de Scale-instellingen
(zie hierboven) worden bewerkt: enkel Upper 1 & 2
(“UP”) of alle Parts (“ALL”). In bepaalde gevallen
bereikt u met “ALL” een muzikaal overtuigender
resultaat.
Resume
Met deze parameter kunt u weer de vanaf
de fabriek voorgeprogrammeerde Functioninstellingen
van de EM-55 oproepen.
Opmerking: Resume heeft geen invloed op de
MIDI-parameters (zie blz. 165) van het Functionmenu.
Druk op [EXECUTE] om bevestigend te antwoorden
op de knipperende “EXE”-vraag.
Het display beeldt nu even de melding
“Complete” af en keert dan terug naar de
RESUME-boodschap. Druk op [SONG],
[STYLE], [TONE] of [USER PROGRAM] om het
FUNCTION-menu weer te verlaten.
Opmerking: Vóór het laden van de fabrieksinstellingen
beeldt het display geen “Sure?”-vraag af die
u de kans geeft om zich te bedenken. Druk dus
enkel op [EXECUTE] als u inderdaad voor alle
betrokken parameters weer de fabrieksinstellingen
wilt oproepen.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
162

EM-55 Handleiding
14. Werken met de User Programs
De EM-55 is uitgerust met 64 User Programs waar u zo goed als alle instellingen (of registraties) op het
frontpaneel en van het Function-menu (zie blz. 158) kunt opslaan.
Opmerking: De MIDI-instellingen (zie blz. 165) worden niet in de User Programs opgeslagen, omdat de EM-55 dit automatisch
doet.
Instellingen opslaan in een User Program
Het verdient aanbeveling om uw instellingen zo vaak mogelijk op te slaan, zelfs al bent u nog niet helemaal
klaar. Deze voorlopige versies laten namelijk toe om weer naar een vorig stadium terug te keren,
als blijkt dat uw laatste instellingen niet het gewenste resultaat opleveren.
(1) Houd de [USER PROGRAM/WRITE]-knop
ingedrukt.
USER
PROGRAM
WRITE
Het gekozen geheugennummer verschijnt
nu in het USER PROGRAM-veld (“3” in het
voorbeeld hieronder).
VALUE
Write?
ARRANGER CHORD
USER PROGRAM
12
TEMPO
120
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
Het display beeldt nu de vraag “Write ?” af.
(2) Houd [USER PROGRAM/WRITE] nog steeds
ingedrukt, terwijl u op een cijferknop [1]~
[8] drukt om een bank te kiezen.
Opmerkingen i.v.m. de User Programs
User Program-mode verlaten
Druk op de [USER PROGRAM]-knop om de
User Program-mode weer te verlaten. Het
User Program-veld in het display wordt
weer gewist en bevat geen informatie meer.
Mode-keuze
De mode (Arranger, blz. 129, M.Drums,
blz. 134, Piano, blz. 133) wordt eveneens
opgeslagen.
Betekenis van de of “Edit”-boodschap
VALUE
Piano 2
ARRANGER CHORD
Edit
USER PROGRAM
Edit
TEMPO
120
11
KEYBOARD
VELOCITY
REVERB
CHORUS
MELODY
INTELL
INVERSION
(3) Houd [USER PROGRAM/WRITE] ingedrukt,
terwijl u met een andere (of
dezelfde) cijferknop [1]~[8] het geheugen
kiest.
Bovendien verschijnt de melding “Complete”
om duidelijk te maken dat de instellingen
opgeslagen zijn.
(4) Laat de [USER PROGRAM/WRITE]-knop
weer los.
Af en toe verschijnt naast het User Program-nummer
een “Edit”-boodschap.
Die betekent dat het laatst gekozen User
Program nog steeds geselecteerd is, maar
dat de huidige instellingen niet meer overeenkomen
met de opgeslagen versie. Misschien
hebt u namelijk het Reverb- of Chorus-effect
uitgeschakeld, de balans veranderd
enz.
Als u deze nieuwe instellingen beter vindt,
mag u niet vergeten ze in hetzelfde (of een
ander) User Program op te slaan voordat u
de EM-55 uitschakelt of een ander User
Program kiest. Anders verliest u die wijzigingen
namelijk. Zie ook blz. 164.
User Programs, Disk Links en Style Disk
Het adres van de gekozen Style wordt eveneens
opgeslagen. Dit geldt zelfs voor het
Style RAM-geheugen waar zich een zgn.
Disk Style bevindt (zie blz. 142). De EM-55
onthoudt enkel het adres van dat geheugen
– dus niet de naam van de Style in dat
geheugen, laat staan de data ervan. Dit
geldt tevens voor de Disk Link-geheugens in
groep B.
163

Werken met de User Programs
User Program kiezen
Hoewel het hierboven gespecifieerde User Program meteen wordt geselecteerd, wilt u natuurlijk ook de
andere User Programs kunnen oproepen. Ziehier wat u daarvoor moet doen:
(1) Druk even op [USER PROGRAM/WRITE].
Houd deze knop vooral niet ingedrukt,
omdat u anders de Write-functie activeert.
USER
PROGRAM
WRITE
Het User Program-veld beeldt nu het nummer
van het laatst geselecteerde geheugen
af, of “11” als u, na inschakelen van de
EM-55, nog geen User Program hebt gekozen.
Veel belangrijker is hier echter de
“Edit”-boodschap.
Die betekent dat de EM-55 nog steeds uw
handmatig doorgevoerde instellingen hanteert
(dus de instellingen vóór het activeren
van de User Program-keuzefunctie). Het
User Program-nummer betekent hier dus
enkel “dit is geheugen dat u het laatst gekozen
hebt”.
De bijbehorende instellingen worden echter
nog niet gebruikt. Als u deze functie helemaal
niet wilde kiezen, moet u nog een keer
op [USER PROGRAM/WRITE] drukken om
naar de “manuele” instellingen terug te
keren zonder er ook maar iets aan te veranderen.
Dit is met name belangrijk, als u
eigenlijk van plan was uw instellingen op te
slaan, maar te lang (c.q. niet lang genoeg op
de juiste) knop hebt gedrukt.
Om een User Program echt te laden…
(2) Druk op een cijferknop [1]~[8] om de
bank te kiezen.
(3) Druk op een andere (of dezelfde) cijferknop
[1]~[8] om het geheugen te kiezen.
De instellingen van het betreffende User
Program worden nu geladen.
Opmerking: Zodra u ook maar één instelling van
dit User Program verandert (frontpaneel of Function-menu),
verschijnt weer de “Edit”-boodschap
naast het User Program-nummer.
(4) Druk nog een keer op [USER PROGRAM/
WRITE] om de User Program-mode weer
te verlaten.
Opmerking: U kunt ook op [STYLE] of [TONE] drukken
om deze mode weer te verlaten.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
164

EM-55 Handleiding
15. MIDI-functies
MIDI is de afkorting voor Musical Instrument Digital Interface. Dit begrip verwijst naar een hele
reeks functies, maar het belangrijkste zijn waarschijnlijk de aansluitingen op muziekinstrumenten en
andere apparaten via dewelke er instructies i.v.m. het muziekmaken kunnen worden verzonden.
Telkens als u op het klavier van de EM-55 speelt
of de Arranger/Recorder start, zendt de EM-55
MIDI-data naar zijn MIDI OUT-connector. Als u
die connector aansluit op de MIDI IN-poort van
een ander instrument, speelt dat instrument
dezelfde noten als de Parts van de EM-55, kiest
het de gevraagde klanken enz.
MIDI is een universele standaard, wat betekent
dat u ook MIDI-data naar instrumenten van
andere merken kunt zenden of van daar kunt
ontvangen. Bovendien kan de EM-55 via deze
aansluitingen op uw computer of een sequencer
worden aangesloten.
Sluit de EM-55 zoals hierna getoond aan.
EM-55
De EM-55 ontvangt data
Extern MIDI-instrument/computer (*)
(*) Directe verbinding met uw computer mogelijk via optionele MIDI/Joystick-kabel.
De EM-55 zendt data
Kanalen
MIDI-data kunnen op 16 kanalen tegelijk
worden verzonden of ontvangen, zodat u
tot 16 instrumenten tegelijk kunt aansturen.
Vandaag de dag zijn de meeste instrumenten
–net zoals uw EM-55– multitimbraal,
en dat betekent dat ze verschillende
partijen met verschillende klanken kunnen
weergeven.
Opmerking: Alle Parts van de EM-55 ontvangen
MIDI-commando’s. Als de MIDI-communicatie dus
niet lijkt te werken, controleert u het best of de
MIDI OUT-connector van het externe instrument op
de MIDI IN-poort van de EM-55 is aangesloten.
De zend- en ontvangstkanalen van de
EM-55-Parts komen overeen met een
systeem dat Roland al heel lang hanteert.
Meer bepaald gaat het om de toewijzingen
die u ook op de E-, G- en RA-serie van
Roland aantreft. Deze instellingen kunt u
niet veranderen. Zorg er dus voor dat het
externe instrument op de juiste MIDI-kanalen
zendt. Die instellingen kunt u niet wijzigen.
Ze komen echter wel overeen met de
toewijzingen van de 16-sporen Recorder.
1 Accomp 1
9 Accomp 6
2 Arranger-bas
10 Arranger-drums
3 Accomp 2
11 ®Lower
4 ®Upper 1
12 ®M. Bass
5 Accomp 3
13 Style Pads
6 ®Upper 2
14 D Beam-Part
7 Accomp 4
15 Melody Intell
8 Accomp 5
16 ®M. Drum
MIDI Function-parameters
Zie “Parameters editen (basiswerkwijze)” (blz. 158) voor de werkwijze i.v.m. het instellen van de Functionparameters.
(De MIDI-parameters maken namelijk eveneens deel uit van de Function-parameters.)
■ MIDI TxRx (MIDI-overdracht/ontvangst)
Hiermee bepaalt u welke Parts van de EM-55 MIDIcommando’s
mogen zenden/ontvangen.
Optie
ALL
KBD
STL
OFF
Betekenis
Alle Parts.
Enkel de Keyboard-Parts (zie ® in het
overzicht hierboven).
Enkel de Arranger-Parts (A.Drums~
Accomp 6).
Geen enkele Part van de EM-55 mag
MIDI-commando’s zenden of ontvangen.
■ Sync Rx (MIDI-synchronisatie)
Met deze parameter kunt u bepalen of en hoe de
EM-55 met een extern MIDI-instrument (als Slave)
moet worden gesynchroniseerd.
“Synchronisatie” is een geleerd woord voor het feit
dat één instrument (of functie) samen met een
ander instrument start en stopt en bovendien hetzelfde
tempo (BPM) hanteert.
De synchronisatie werkt enkel, wanneer u de MIDI
OUT-connector van het externe instrument aansluit
op de MIDI IN-connector van de EM-55. (U kunt
ook in tegenovergestelde richting werken, maar zie
dan de handleiding van het externe apparaat.)
165

MIDI-functies
Off
On
De EM-55 wordt niet met andere MIDI-apparaten
gesynchroniseerd. U kunt hem dus niet
via MIDI starten of stoppen.
De Arranger-weergave en Song-opname/
weergave worden enkel gesynchroniseerd,
wanneer de EM-55 een MIDI Start-commando
en MIDI Clock-boodschappen ontvangt.
Als enkel het MIDI Start-commando
binnenkomt, wacht de EM-55 even om te kijken
of er ook MIDI Clock-commando’s volgen.
Is dat het geval, dan loopt hij daarmee synchroon.
Volgen er geen MIDI Clock-commando’s,
dan hanteert de EM-55 het intern
ingestelde tempo. In beide gevallen kunt u de
weergave of opname echter met een MIDI
Stop-commando stoppen.
■ Style PC (Style Select TxRx-kanaal)
(1~16, Off, Fabrieksinstelling: 10) Zoals de naam al
zegt, gaat het hier om het MIDI-kanaal dat voor het
verzenden en ontvangen van programmakeuzecommando’s
bedoeld is waarmee u –via MIDI–
Styles op de EM-55 kunt kiezen.
■ Lyrics Tx (verzenden van Lyrics-data)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) De EM-55 kan
Lyrics-data verzenden die eventueel in de afgespeelde
Standard MIDI File (formaat 0) vervat zitten.
Zelf doet hij niets met deze data, maar hij kan
ze naar een apparaat zenden dat deze commando’s
wél kan afbeelden (bv. een Roland LVC-1). Met dit
filter kiest u of de EM-55 deze data al (On) dan niet
(Off) moet verzenden.
■ NTA Rx14 (Note-to-Arranger ontvangst aan/uit)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) NTA is de afkorting
voor “Note-to-Arranger”. Dit zijn de noten die u in
de linker klavierhelft speelt om de Arranger van
akkoordinformatie te voorzien. Deze noten kunnen
ook via MIDI worden ontvangen. Als u wilt dat de
Arranger ze gebruikt, moet u ze verzenden op
MIDI-kanaal 14 en hier “On” kiezen.
De NTA-noten kunnen enkel worden ontvangen (ze
worden niet verzonden). De noten, die u op het klavier
van de EM-55 speelt, worden namelijk naar de
Arranger gezonden, die ze op zijn beurt doorgeeft
aan de Arranger-Parts om te zorgen dat deze laatste
in de juiste toonaard spelen. Aangezien alle
Music Style-noten via MIDI worden verzonden,
bestaat er geen enkele behoefte om ook de NTAnoten
nog eens via MIDI te verzenden.
■ PitchBnd (Pitch Bend)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Met dit filter activeert
(On) of deactiveert (Off) u de overdracht en
ontvangst van Pitch Bend-commando’s. Met deze
commando’s kan de toonhoogte van de Keyboard-
Parts (Upper1, Upper2, Lower en/of M.Drums tijdelijk
worden veranderd).
■ Modulatn (modulatie)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Met dit filter activeert
(On) of deactiveert (Off) u de overdracht en
ontvangst van modulatiecommando’s. Die voorzien
de door u gespeelde noten van vibrato (controlecommando
CC01).
■ ProgChng (programmakeuze)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Met dit filter activeert
(On) of deactiveert (Off) u de overdracht en
ontvangst van programmakeuze-commando’s. Die
dienen voor het kiezen van Tones, Styles en User
Programs.
■ Velo Rx (ontvangst van aanslagwaarden)
(On, 1~127, Fabrieksinstelling: On) Met dit filter
kunt u de ontvangst van aanslagwaarden activeren
(On) of uitschakelen (Off). Dit geldt enkel voor
nootcommando’s die de EM-55 via MIDI ontvangt.
Kies de aanslagwaarde die in plaats van de
daadwerkelijk binnenkomende waarden moet worden
gehanteerd (1~127). Kies “On” als de ontvangen
aanslagwaarden gewoon mogen worden
gebruikt.
■ Clock Tx
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Met deze optie kunt
u kiezen of de Arranger en de Recorder al (On) dan
niet (Off) MIDI Clock-commando’s moeten zenden
wanneer u ze start. Deze commando’s zijn noodzakelijk
voor het synchroniseren van externe MIDIinstrumenten/sequencers.
■ StartStp (Start/Stop/Continue)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Met deze optie kunt
u bepalen of de Arranger en de Recorder Start/
Stop/Continue-commando’s zenden wanneer u
start of stopt. Kies “Off” als u de klankbron van een
MIDI-orgel wilt aansturen zonder diens begeleidingsfunctie
te starten wanneer u op de EM-55 de
Arranger of de Recorder gebruikt.
■ Song Pos P (Song Position Pointer)
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) De Recorder van de
EM-55 zendt ook Song Position Pointer-boodschappen
die aangeven waar de weergave zich op
dat moment bevindt. Kies “OFF” als u die data niet
nodig hebt.
■ Local
(On/Off, Fabrieksinstelling: On) Met de Local-parameter
kunt u de verbinding tussen het klavier/de
Recorder van de EM-55 verbreken of net weer tot
stand brengen.
Als u “ON” kiest (fabrieksinstelling), hoort u de
noten, die u op het klavier speelt of die de Recorder
weergeeft. Kiest u “Off”, dan worden de betreffende
MIDI-commando’s niet meer naar de interne klankbron
van de EM-55 gezonden. Dat betekent echter
niet dat er geen MIDI-commando’s meer naar de
MIDI OUT-connector worden gezonden.
LOCAL ON
Klankbron
MIDI OUT
LOCAL OFF
Klankbron
MIDI OUT
Opmerking: Deze instelling wordt niet opgeslagen
wanneer u de EM-55 uitschakelt.
Opmerking: Deze parameter kunt u ook selecteren
door de [SONG]-knop ingedrukt te houden.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
166

EM-55 Handleiding
16. Uitgangen en optionele voetschakelaar gebruiken
Als u wilt, kunt u uw spel (en/of de Recorder-Song) ook op cassette, MD enz. opnemen. Verbind de STE-
REO OUTPUT-aansluitingen dan met de REC IN-connectors van het externe apparaat.
Cassettespeler, eindtrap, HiFi-versterker,
actieve luidsprekers van de MAserie
enz.
Roland
—of—
EV-5 zwelpedaal
DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar
Voor deze verbinding hebt u een 1/4”-jackkabel nodig. U kunt de uitgangen echter ook gebruiken om uw
EM-55 op uw HiFi-keten of een keyboardversterker (bv. een KC-500/300/100 van Roland) aan te sluiten.
Voor het werken met een HiFi-versterker hebt u waarschijnlijk een verloopstuk (Cinch/RCA→ 1/4” jack)
nodig. U zou echter ook optionele PJ-1M kabels van Roland kunnen gebruiken.
Opmerking: Na aansluiten van de OUTPUT-connectors wordt de interne versterking van de EM-55 niet uitgeschakeld.
Indien nodig, kunt u een DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar op de FOOTSWITCH/EXPR-connector
aansluiten om de noten van de Keyboard-Parts ook na het loslaten van de ingedrukte toetsen te kunnen
aanhouden of andere dingen te doen (zie blz. 162). Als u in plaats daarvan een EV-5 zwelpedaal op deze
connector aansluit, kunt u er het algemene volume van de EM-55 mee regelen (maar dan kunt u geen
voetschakelaar meer gebruiken).
167

Disk-functies
17. Disk-functies
De Disk-mode laat toe om de Recorder-Song in het interne RAM-geheugen naar een diskette weg te
schrijven, om uw User Programs weg te schrijven en te laden, diskettes te formateren, bestanden op een
diskette te wissen en diskettes te kopiëren.
U kunt zowel 2DD- als 2HD-diskettes gebruiken. Houd wel in de gaten dat de capaciteit van een 2HDdiskette
dubbel zo groot is als die van een 2DD-diskette. Gebruik dus liefst altijd 2HD-diskettes.
Telkens wanneer de disk-drive data naar een diskette wegschrijft of van daar leest, knippert het diskicoontje
( ) in het display. Haal de diskette nooit uit de drive wanneer dit icoontje wordt afgebeeld,
want anders beschadigt u zowel de drive als de diskette (deze laatste wordt dan onleesbaar).
User Programs van een diskette laden
Deze laadfunctie heet LOAD UPr. Ze laat toe om een Set van 64 User Programs in het interne geheugen
van de EM-55 te laden. Daarbij wordt de inhoud van de interne User Programs overschreven.
Opmerking: Als u de User Programs in het interne
geheugen van de EM-55 op een later tijdstip nog eens
wilt gebruiken, moet u ze eerst naar diskette wegschrijven.
Zie blz. 168.
(1) Stop de diskette in de drive.
(2) Druk op [DISK] om de Disk-mode te activeren.
De “LOAD UPr”-functie wordt meteen geselecteerd,
dus hoeft u verder niets te doen.
(3) Wacht tot de VALUE-boodschap begint te
knipperen en kies dan met het [TEMPO/
DATA]-wiel het bestand dat u wilt laden
(voorbeeld: “USPR_000”).
Data naar diskette wegschrijven
De EM-55 biedt de volgende Save-functies:
SAVE UPr: Gebruik deze functie om de User
Programs (alle 64) naar een diskette weg te
schrijven.
SAVE Sng: Hiermee kunt u de Song in het
interne geheugen naar diskette wegschrijven.
Tijdens het wegschrijven wordt de Song naar het
Standard MIDI File-formaat geconverteerd.
(4) Druk op de [EXECUTE]-knop (naast [DISK])
om het gekozen bestand te laden.
Opmerking: Druk op [DISK] als u dat bestand toch
niet wilt laden.
Als u op [EXECUTE] gedrukt hebt, verschijnt
nu even de melding “Loading”. Zodra alle
data geladen zijn, wordt de “Complete”-
boodschap afgebeeld.
(5) Druk op [MUSICAL GAME], [TONE], [STYLE]
of [FUNCTION] om een andere mode te
kiezen.
Mogelijke foutmeldingen
No Disk
No Files
Disk Err
File Err
Er zit geen diskette in de drive.
De diskette bevat geen User Program-data.
De diskette is beschadigd en kan niet
worden gebruikt.
Het bestand is beschadigd en kan
niet worden geladen.
Opmerking: Er is geen LOAD Sng-functie. Om een Song
naar het interne geheugen over te brengen hoeft u maar
de weergave van de betreffende Standard MIDI File te
starten.
(1) Stop de diskette in de drive.
Elke floppy is uitgerust met een vierkant
nokje waarmee u een klein venster kunt
“sluiten”. Als het nokje zich in die positie
bevindt, kunt u data naar de diskette wegschrijven.
Vergeet dus niet de schrijfbeveiliging
uit te schakelen, want anders kunt u
geen data op de diskette wegzetten.
(2) Druk op [DISK] en kies met het [TEMPO/
DATA]-wiel “SAVE Sng” of “SAVE UPr”.
(3) Wacht tot de VALUE-boodschap begint te
knipperen en breng de cursor met het
[TEMPO/DATA]-wiel naar de positie waarvoor
u een ander teken wilt invoeren (in
de illustratie hieronder gaat het om de
“O”).
VALUE
TEMPO
SONG_001 120
(4) Voer met de knoppen [A/B], [1]~[8] en
[VARIATION] het gewenste teken in.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
168

EM-55 Handleiding
In bepaalde gevallen moet u verschillende
keren op een knop drukken om het benodigde
teken te selecteren.
U zou het bestand onder de voorgestelde
naam (SONG_001 of USPR_000) kunnen
wegschrijven, maar een iets duidelijkere
naam is altijd mooi meegenomen.
Opmerking: Als u een spatie (“SPACE”, [A/B]-knop)
kiest, voegt de EM-55 automatisch een “_” in. MS-
DOS® laat het gebruik van spaties namelijk niet toe.
(5) Breng de cursor met het [TEMPO/DATA]-
wiel naar de volgende positie.
(6) Herhaal stap (4) en (5) om de resterende
tekens in te voeren.
(7) Druk op [EXECUTE].
In het display verschijnt nu de boodschap
“Saving”, terwijl het -icoontje knippert.
Zodra het bestand opgeslagen is, verschijnt
de boodschap “Complete”.
Als “DiskProt” verschijnt, bent u waarschijnlijk
vergeten de schrijfbeveiliging van de
diskette te deactiveren. Druk dus op de uitwerptoets
van de drive, haal de diskette
eruit, zet het nokje in de WRITE-stand, steek
de diskette weer in de drive en druk op
[EXECUTE].
(8) Druk op [MUSICAL GAME], [TONE], [STYLE]
of [FUNCTION] om een andere mode te
kiezen.
Mogelijke foutmeldingen
No Disk Er zit geen diskette in de drive.
Disk Prot Zie hierboven.
Disk Full De resterende capaciteit op de diskette
laat niet toe om dit bestand
weg te schrijven.
Disk Err De diskette is beschadigd en kan
niet worden gebruikt.
Empty Het interne geheugen bevat geen
Song. Er kan dus niets worden
opgeslagen.
Impssble De Song in het interne geheugen is
groter dan de EM-55 eigenlijk aankan.
U kunt hem dus niet naar diskette
wegschrijven. (Dit houdt verband
met het feit dat de EM-55
telkens maar een deel van de data
naar het interne geheugen overbrengt.)
OverWrt? De ingevoerde naam bestaat al op
de diskette in de drive. Als u op
[EXECUTE] drukt, wordt het
bestand op diskette overschreven
(de bijbehorende data gaan dus
verloren). Steek hetzij een andere
diskette in de drive of druk op
[DISK] om een andere naam voor
de op te slagen data in te voeren.
Data op een diskette wissen
Met de Delete-functies kunt u een bestand van de floppy in de drive wissen. Zo kunt u plaats maken
voor een nieuw bestand (bv. wanneer “Disk Full” wordt afgebeeld). Wis echter enkel bestanden waarvan
u zeker weet dat u ze niet meer nodig hebt. Een gewist bestand kunt u niet meer herstellen.
Opmerking: In de regel maakt u het best een veiligheidskopie
van uw diskette (zie blz. 170) voordat u er iets
van wist. Bestanden worden namelijk pas echt onmisbaar
als u ze net hebt gewist…
DEL Sng: Wissen van een Song op diskette.
DEL UPr: Met deze functie kunt u een User Program-bestand
wissen. Onthoud goed dat u dan
64 User Programs in de prullenmand gooit.
(1) Steek de diskette met het te wissen
bestand in de drive.
(2) Druk op [DISK] om de Disk-mode te activeren.
(3) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel “DEL
Sng” of “DEL UPr”.
(4) Wacht tot de VALUE-boodschap begint te
knipperen en kies vervolgens met het
[TEMPO/DATA]-wiel het bestand dat u
wilt wissen (voorbeeld: “USPR_005”).
(5) Druk op de [EXECUTE]-knop.
Het display vraagt u nu of u dat zeker weet
(“Sure?”).
(6) Druk op [EXECUTE] om het bestand te
wissen of op [DISK] om het commando te
annuleren.
Als u op [EXECUTE] drukt, verschijnt de
boodschap “Deleting”. Als het bestand
gewist is, verschijnt “Complete”.
(7) Druk op [MUSICAL GAME], [TONE], [STYLE]
of [FUNCTION] om een andere mode te
kiezen.
Mogelijke foutmeldingen
No Disk
Disk Prot
Disk Err
No Files
Er zit geen diskette in de drive.
U hebt de schrijfbeveiliging van de
diskette niet uitgeschakeld. Druk op
de uitwerptoets van de drive, haal
de floppy eruit, sluit het venstertje,
steek de diskette weer in de drive
en druk op [EXECUTE].
De diskette is beschadigd en kan
niet worden gebruikt.
De diskette bevat geen bestand van
het gekozen type. Steek een andere
diskette in de drive.
169

Disk-functies
Disk Copy (diskettes kopiëren)
Met deze functie kunt u reservekopieën (zgn. “Backups”) van belangrijke diskettes maken.
WAARSCHUWING: De Disk Copy-functie maakt gebruik van het RAM-geheugen en wist dus de Recorder-Song
en het Style Disk-geheugen. Schrijf uw Song dus eerst weg naar een diskette – als u dat nog
niet hebt gedaan (zie blz. 168).
Disk Copy kopieert alle bestanden van de Source-diskette (zie verderop) naar de Destinat-diskette.
(1) Druk op [DISK] om de Disk-mode te activeren.
(2) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel “DISK-
COPY”.
(3) Beantwoord de “DISKCOPY”-boodschap
door op de DISK [EXECUTE]-knop te drukken.
Nu krijgt u iets te zien dat u waarschijnlijk al
weet, maar soms over het hoofd ziet:
Improper use of copy infringes
Copyright!! For personal back-up
use only! Song and Style Disk
will be erased.
U mag Songs van in de handel verkrijgbare
Standard MIDI File-diskettes kopiëren, maar
enkel als u die kopieën zelf bewaart (om u
veilig te stellen tegen diskette-fouten). U
mag echter geen kopieën voor vrienden of
collegae maken.
Verder komt u te weten dat de Disk Copyfunctie
het volledige RAM-geheugen nodig
heeft – d.w.z. het geheugen voor de Recorder-Song
en de Style Disk-functie. Onthoud
goed dat de Song bij activeren van de Disk
Copy-functie (wat u tot nu toe nog niet
hebt gedaan) gewist wordt. Schrijf hem dus
eerst weg naar diskette voordat u verdergaat.
Na de copyright-boodschap verschijnt
“Sure?” (OK om verder te gaan?).
Opmerking: Indien nodig, kunt u de Disk Copyfunctie
op elk moment verlaten door op [DISK] te
drukken.
(4) Als u inderdaad een reservekopie van een
diskette wilt maken, moet u nu op [EXE-
CUTE] drukken (of op [DISK] als dat niet
nodig is).
Nu wordt u gevraagd de originele diskette
(Source) in de drive te steken.
Opmerking: Voordat u dit doet, moet u de schrijfbeveiliging
inschakelen, want anders krijgt u een
foutmelding te zien (No Prot). In voorkomend geval
moet u de diskette uit de drive halen, de schrijfbeveiliging
in de PROTECT-stand zetten (“het venstertje
openen”) en de diskette weer in de drive steken.
(5) Stop de originele diskette (Source) in de
drive.
Het eerste datablok wordt nu gelezen
(“Read xx%”).
Naar gelang het aantal bestanden op de
diskette krijgt u deze melding verschillende
keren te zien. Let ook op de aanduiding van
het diskette-type (hier HD):
VALUE
Zodra de eerste data geladen zijn, verschijnt
de melding Destinat. Die betekent dat u
een lege diskette in de drive moet steken.
Gebruik een diskette van hetzelfde type
als de Source-diskette (2DD of 2HD). Vergist
u zich, dan verschijnt de melding “Incompat”.
(6) Haal de Source-diskette uit de drive en
steek er de diskette van bestemming in.
Als de diskette van bestemming nog niet
geformatteerd is, kunt u dat alsnog rechtzetten
(“Format?”).
Het display beeldt nu de melding “Writ
xx%” af om duidelijk te maken dat het eerste
datablok (of alle data) naar de diskette
van bestemming worden gekopieerd.
Het zou kunnen dat de “Source”-melding nu
weer in het display verschijnt. In dat geval...
(7) Haal de diskette van bestemming uit de
drive en vervolg met stap (5) tot de melding
“Complete” wordt afgebeeld.
Het display keert nu terug naar de “Disk
Copy”-melding.
Mogelijke foutmeldingen bij gebruik
van Disk Copy
No Prot
NoFormat
DiskErr
DiskProt
Incompat
Read 23%
TEMPO
120
De originele diskette is niet beveiligd.
Haal ze uit de drive en zet het
nokje in de PROTECT-stand.
De diskette van bestemming is niet
geformatteerd. Druk op [EXECUTE]
om ze te formatteren en vervolg
met de overige stappen.
De diskette is beschadigd en kan
niet worden gebruikt.
De diskette van bestemming is
beveiligd. Haal ze uit de drive en
schakel de beveiliging uit.
Zie hierboven.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
170

EM-55 Handleiding
Format
Voordat u data naar een diskette kunt wegschrijven, moet u ze formatteren. Als de diskette al voor een
IBM PC is geformatteerd, kunt u ze meteen gebruiken. Het verdient echter aanbeveling om alle diskettes
op de EM-55 formatteren omdat de dataoverdracht dan veel sneller gaat.
(1) Druk op [DISK] om de Disk-mode te activeren.
(2) Kies met het [TEMPO/DATA]-wiel
“FORMAT”.
(3) Wacht tot de “EXE”-boodschap knippert
en druk vervolgens op [EXECUTE].
Opmerking: Wilt u de diskette toch niet formatteren,
dan moet u op [DISK] drukken om naar de eerste
Disk-functie (“LOAD Upr”) terug te keren.
Opmerking: Tijdens het formatteren wist u alle
data op de betreffende diskette. Kijk dus eerst of er
geen belangrijke data op staan (dit kunt u op uw PC
controleren).
(4) Druk nog een keer op [EXECUTE] om
bevestigend op de “Sure?”-vraag te antwoorden.
De waarde links van de “Formatng”-boodschap
telt nu af van “80” tot “1”, terwijl het
diskette-icoontje knippert om aan te geven
dat de drive aan het werken is. Zodra de diskette
geformatteerd is, verschijnt de melding
“Completed” in het display.
171

Varia
18. Varia
Functies voor het gebruik in lesverband
De EM-55 biedt twee functies die vooral door muziekleraren en personen, die de EM-55 in de klas willen
gebruiken, zullen worden gewaardeerd.
Uitschakelen van de Demo-functie
U kunt de Demo-functie uitschakelen om te zorgen
dat er helemaal niets gebeurt wanneer u op
de [DEMO]-knop drukt. Dat is handig voor het
gebruik van de EM-55 in klasverband.
Blokkeren van de Arranger
Ziehier wat u moet doen om te voorkomen dat
de Arranger kan worden gestart:
(1) Schakel de EM-55 uit.
(2) Houd de [STYLE]-knop ingedrukt, terwijl u
de EM-55 weer inschakelt.
Blokkeren van de Arranger en de Demo-functie
Een derde “educatieve” functie van de EM-55 is
het blokkeren van de Demo- en de Arrangerfunctie.
(1) Schakel de EM-55 uit.
(2) Houd de [START/STOP]-knop ingedrukt
terwijl u de EM-55 weer inschakelt.
(1) Schakel de EM-55 uit.
(2) Houd de [DEMO]-knop ingedrukt terwijl u
de EM-55 weer inschakelt.
Deze instelling wordt onthouden. Als u dus
op een later tijdstip weer naar de demosongs
wilt luisteren, moet u deze functie
weer inschakelen.
U kunt de [START/STOP]-knop nu niet meer
gebruiken om de Arranger te starten. Ook
de SESSION PARTNER-knoppen (STYLE PAD
& DJ PAD) werken nu niet meer.
Herhaal de bovenstaande procedure als u de
Arranger weer wilt gebruiken.
Nu kunt u noch de Arranger-, noch de
demosong-weergave starten. Herhaal deze
procedure als u de Arranger-, STYLE PAD-,
DJ PAD- en Demo-functie weer wilt gebruiken.
EM-55 initialiseren (Factory)
Na een tijdje met de EM-55 gewerkt te hebben wilt u misschien weer de fabrieksinstellingen laden. Tijdens
het initialiseren worden de Recorder-Song en User Programs weer volgens de fabriekswaarden
ingesteld, wat dus betekent dat uw eigen instellingen worden overschreven.
Ziehier wat u moet doen om de EM-55 te initialiseren:
(1) Schakel de EM-55 uit.
(2) Houd de [USER PROGRAM/WRITE]-knop
ingedrukt, terwijl u uw Interactive Keyboard
weer inschakelt.
In het display verschijnt nu de melding
“Factory!” om u erop te wijzen dat de
fabrieksinstellingen geladen zijn.
NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS NEDERLANDS
172

EM-55 Handleiding
19. Specificaties
EM-55 Interactive Keyboard
Klavier: 61 toetsen, aanslaggevoelig
EZ Search: Functie voor een snelle selectie van
de benodigde Tones & Music Styles
Klankbron: 64-stemming polyfoon
3641 klanken, 116 Drum Sets
32-Parts multitimbraal
GM2/GS-compatibel
Display: Nieuw ontworpen, groot verlicht
display
Instelbaar contrast
Bedieningsorganen & speelhulpen
Data-ingave/Tempo, Pitch Bend/ Modulation,
D Beam Controller, Master Volume,
Balance, Session Partner/Tracks (Style Pad:
12 sets/8 pads, DJ Pad: 8 sets/8 pads, begeleiding
aan/uit: 8, sporen aan/uit: 1~8/9~16)
Music Styles: 64 in het ROM-geheugen,
64 Disk Link (via diskette)
4 x 64 One Touch-instellingen
Style Orchestrator (3 niveaus)
Style Morphing
Melody Intelligence (18 types)
User Programs: 64 interne geheugens
Music Assistant: 100 via Database (ROM)
Effecten
Reverb: 8 types, Chorus: 8 types
MFX: 47 types
Metronoom: Maatsoort, volume
Educatiefuncties (Games): Chord Finder, Guess
Note, Guess Chord
Recorder: Realtime SMF Player
16-sporen Recorder
4 opnamemodes (All, Keyboard, Single,
Punch-In/Out)
Data-opslag: 3,5”-diskette (2DD/2HD)
Bestandsbeheer: Styles, Songs (SMF), User
Programs
Aansluitingen: MIDI (In, Out), Output (L/Mono,
R), Footswitch/Expr, Phones (2 connectors)
Andere:
Uitgangsvermogen: 2 x 7W
Luidsprekers: 2 x 12cm (Bass Port)
Voeding: 12V/2A adapter (bijgeleverd)
Afmetingen: 1016 (B) x 398 (D) x 153 (H) mm
Gewicht: 9,5kg
Bijgeleverde accessoire: ACJ-adapter, handleiding,
2 diskettes met muziekdata, notenstandaard
Opties: PK-5 MIDI-baspedalen
Music Style-diskettes van de MSA/MSD/
MSE-serie
RH-25/50 hoofdtelefoon
DP-2 voetschakelaar
DP-6 voetschakelaar
EV-5 zwelpedaal
BOSS FV-300L volumepedaal
Opmerking: Wijzigingen van de specificaties zonder
voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
173

Index
20. Index
A
Aanslaggevoeligheid 149
Acc Off 151
Accomp 147
Achterpaneel 123
Aftel 162
All 153
Arabische stemming 162
Arpg 151
Arr
Chord 159
Mem 159
Split 159
Arranger 159, 172
Mode 129
Split 159
Stop 130
B
Balance 147
Bass Off 151
Bs&Dr Off 151
C
Chord
Finder 127
Intelligence 159
Memory 159
Oct 151
Chorus 147
Clock Tx 166
Contrast 123
Controls 151
Copy 170
Count-In 162
Cutting 150
D
D Beam 150
Gebruik 135
Delete 169
Demo 124, 172
Destinat 170
Disk
Copy 170
Functies 168
Link 131
DJ
Gear 150
Pad 125
Drum
Off 151
Sets 134
Drums 134
E
Effecten 145
Ending 129
EP Chord 159
EXPR 150
Expression 150
EZ Search 131, 132
F
Factory 172
Fade Out 151
Fill 129
D Beam-functie 151
Filter 151
Footswitch 150, 155, 162
Frontpaneel 121
Functies 121
Function 158
G
Groovebox 125
Guess
Chord 127
Note 127
H
Hold 150
I
Initialiseren 172
Instruments 151
Intro 129
Inversion 162
K
Kbd Velo 149, 158
Keyboard 147
Recorder (mode) 153
Velocity 149
Klasverband 172
Kwarttoon 162
L
LCD-contrast 123
Les 172
Load 168
Local 166
Loop 156
Lower 133
LWR
Int 160
Mem 160
Octv 159
Lyrics Tx 166
M
M.Drums 134
ManBass 159
Marker A/B 156
MDr Shift 159
Metro
TS 133, 158
Vol 159
Metronoom 133
M-FX 145
MIDI 165
Sync 165
TxRx 165
Minus One 156
Modulation 149
Filter 166
Mstr Tune 158
Music Style 130
Musical Games 126
N
Note to Arranger 166
NTA Rx14 166
O
Octave 151, 159
Original 129
P
Pad
DJ 125
Sync 162
Pan 161
PBend 151
PBRange 159
Phrases 125
Piano 133
Pitch Bend 149
Filter 166
Range 159
ProgChng 166
Punch I/O 154
R
Range 159
Recorder 136, 152
Repeat 156
Resume 162
Reverb 146
Root 127
Rotary Slow/Fast 162
S
Save 168
Scale 162
Scl Mode 162
Scratch 150
Sel Mode 162
Single 154
SMF 157
Soft 162
Song Pos P 166
Sostenuto 162
Sound EFX 150
Source 170
Specificaties 173
Spelletjes 126
Split
Arranger 159
Lower 133
Sporen 153
Standard MIDI File 157
Start 151
StartStp 166
Stemmen 158
Style 130
Demo 125
Pad 159
Pad Set 162
PC 166
Sustain 150
Sync
Rx 165
Start 130
T
Tempo 130
Up/Down 151
Tone 131
Demo 124
Links 133
MFX 161
Transpose 148
Value 158
Trp
Mode 158
Value 148, 158
TT Motor 150
Tune 158
Type 128
U
UP1/2 Octv 159
User Program 163
Voetschakelaar 162
V
Variation 129
Velo RX 166
Velocity 149, 158
Filter 166
Vinyl RPM 150
Voetschakelaar, zie Footswitch
Volume 124, 159
Z
Zwelpedaal 150
174