TOEKOMST BOTERHUISPOLDER - Gemeente Leiderdorp
TOEKOMST BOTERHUISPOLDER - Gemeente Leiderdorp
TOEKOMST BOTERHUISPOLDER - Gemeente Leiderdorp
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>TOEKOMST</strong><br />
<strong>BOTERHUISPOLDER</strong><br />
verkenning in 3 scenario’s<br />
oktober 2007
INHOUDSOPGAVE<br />
1 INLEIDING .......................................4<br />
2 PROBLEEMSTELLING, DOEL EN AMBITIE .......................................6<br />
2.1 Problemen en ontwikkelingen .......................................8<br />
2.2 Doelstelling van het project .......................................8<br />
2.3 Beoogde projectresultaten .......................................8<br />
2.4 Opgaven en ambities voor de Boterhuispolder en het te volgen participatieproces ...................................9<br />
2.5 Aanvullingen uit de startbijeenkomst .....................................10<br />
2.6 Aanpak Zijldijk en Nieuwe Weg .....................................13<br />
2.7 Kennisbasis .....................................13<br />
3 PROCESBESCHRIJVING .....................................14<br />
3.1 Stappenplan .....................................15<br />
3.2 Werkwijze .....................................15<br />
3.3 Startbijeenkomst .....................................16<br />
3.4 Werkatelier 1: Denkrichtingen .....................................16<br />
3.5 Werkatelier 2: Scenario’s .....................................16<br />
3.6 Werkatelier 3: Toetsingscriteria .....................................17<br />
3.7 Afsluiting .....................................17<br />
4 SCENARIO’S .....................................18<br />
4.1 Inleiding .....................................19<br />
4.2 Scenario: Golfend agrarisch landschap .....................................21<br />
4.3 Scenario: Natuur en landbouw hand in hand .....................................27<br />
4.4 Scenario: De polder in! .....................................33<br />
5 PLEITNOTA’S .....................................38<br />
5.1 Toetsingscriteria .....................................39<br />
5.2 Scenario Golfend Agrarische landschap .....................................42<br />
5.2.1 Pleitnota vóór .....................................42<br />
5.2.2 Pleitnota tegen .....................................43<br />
5.3 Scenario Natuur en landbouw hand in hand .....................................44<br />
5.3.1 Pleitnota vóór .....................................44<br />
5.3.2 Pleitnota tegen .....................................45<br />
5.4 Scenario De Polder In! .....................................46<br />
5.4.1 Pleitnota vóór .....................................46<br />
5.4.2 Pleitnota tegen .....................................47<br />
6 EXPERT JUDGEMENT .....................................48<br />
6.1 Landschap en cultuurhistorie .....................................49<br />
6.2 Landbouw .....................................51<br />
6.3 Ecologie .....................................53<br />
6.4 Golf .....................................56<br />
6.5 Planeconomie .....................................58<br />
7 TOETSEN AAN BELEIDSKADERS .....................................60<br />
7.1 Provinciaal beleid .....................................61<br />
7.2 Hoogheemraadschap Rijnland .....................................64<br />
7.3 <strong>Gemeente</strong> Teylingen .....................................65<br />
2
8 DE SCENARIO’S VERGELEKEN .....................................66<br />
8.1 Drie visies op een rij .....................................68<br />
8.2 Openheid en onomkeerbaar groen .....................................69<br />
8.3 Toetsingscriteria : Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit).......70<br />
8.4 Toetsingscriteria : Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder .....................................71<br />
8.5 Toetsingscriteria : Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied .....................................72<br />
8.6 Toetsingscriteria : Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid ...................................73<br />
NAWOORD .....................................74<br />
BIJLAGE 1 : FORUMBIJDRAGEN .....................................76<br />
BIJLAGE 2: RAPPORTEN EN BRONNEN .....................................82<br />
BIJLAGE 3: PROCESSTUKKEN .....................................83<br />
BIJLAGE 4: DEELNEMENDE PARTIJEN .....................................84<br />
BIJLAGE 5 : BELEIDSKADERS .....................................86<br />
3
1INLEIDING<br />
4
In de afgelopen maanden is hard gewerkt aan de totstandkoming van drie reële toekomstscenario’s voor de Boterhuispolder.<br />
In opdracht van het college van Burgemeester en Wethouders en met de randvoorwaarden van de Raad van de gemeente<br />
<strong>Leiderdorp</strong> als vertrekpunt, zijn drie denkrichtingen uitgewerkt tot met elkaar te vergelijken scenario’s.<br />
De betrokkenheid van bewoners, grondeigenaren en belangenorganisaties bij de Boterhuispolder is groot.<br />
De inzet van de gebiedsateliers, was om deze betrokkenheid en bekendheid met ontwikkelingen in het gebied optimaal te<br />
benutten. Daarom werd in vier opeenvolgende bijeenkomsten gewerkt met deze partijen, die, redenerend vanuit hun eigen<br />
belang en expertise, met open vizier de discussie aangingen met elkaar en de atelierleiding. De gebiedsateliers vormen de<br />
grondslag van dit rapport.<br />
Het behoud van het groene en open karakter van de historisch unieke Boterhuispolder is het vertrekpunt van de gevoerde<br />
discussies. De uiteindelijke scenario’s kennen binnen de context van de open polder een duidelijk verschillende visie en<br />
invulling. Naast een scenario dat de mogelijkheden voor een golfbaan op de locatie onderzocht, is een scenario ontwikkeld<br />
dat zich richt op natuurontwikkeling en behoud van cultuurhistorie en een scenario dat de mogelijkheden voor recreatief<br />
gebruik van de polder in beeld brengt. In alle scenario’s spelen de agrariërs een belangrijke rol.<br />
In deze rapportage wordt inzicht gegeven in de verschillende toekomstscenario’s die denkbaar zijn voor de Boterhuispolder.<br />
Daarnaast worden de scenario’s ook beoordeeld en vergeleken door de deelnemende partijen aan de ateliers in de<br />
pleitnota’s. Vervolgens geeft een aantal experts hun objectief oordeel over de scenario’s en pleitnota’s. In het slothoofdstuk<br />
maken wij, APPM en Terra Incognita, voor de drie scenario’s de balans op. We beschrijven hoe de scenario’s zich ten<br />
opzichte van elkaar verhouden wanneer we ze langs de meetlat van alle in het atelier opgestelde toetsingscriteria leggen.<br />
Graag wijzen we u nog op de bijlage ‘forum’ waarin ruimte is geboden aan alle atelierdeelnemers om een kort advies aan de<br />
gemeenteraad te formuleren.<br />
In de afgelopen maanden zijn stevige discussies gevoerd, zijn nieuwe ideeën geboren, werd goed naar elkaar geluisterd,<br />
hebben partijen elkaar bekritiseerd maar vooral geïnspireerd, en bleef het geloof dat we samen op de goede weg zaten.<br />
Met dit rapport bezit u voldoende inzicht in de keuzes die gemaakt moeten worden en de argumenten die de keuzes<br />
onderbouwen.<br />
Wij wensen u veel leesplezier en wijsheid bij het maken van die keuzes,<br />
Jan Maurits van Linge en Frank van Vliet<br />
Atelierleiders van Terra Incognita en APPM Management Consultants<br />
5
2PROBLEEM-<br />
STELLING, DOEL &<br />
AMBITIE<br />
6
De Boterhuispolder maakt deel uit van het Groene Hart. Van dit Groene Hart worden al jaren stukken afgeknabbeld voor<br />
woningbouw en andere, niet altijd passende, functies. Het is van belang een dergelijke ontwikkeling voor de Boterhuispolder<br />
te voorkomen.<br />
Om de huidige kwaliteiten van het groene en open landschap van de Boterhuispolder te behouden, is een actieve aanpak<br />
nodig. Niets doen biedt onvoldoende garantie dat het landschap met zijn huidige kwaliteiten op termijn behouden blijft. Met<br />
de toenemende vraag naar woningen is het anders voorstelbaar dat de polder op enig moment in de toekomst ten prooi valt<br />
aan woningbouw.<br />
Behoud en ontwikkeling van de kwaliteiten van de Boterhuispolder vragen om helder beleid en om een daadkrachtige<br />
uitvoering daarvan. Het ontbreken van dit beleid heeft de gemeenteraad van <strong>Leiderdorp</strong> doen besluiten een project te starten<br />
dat moet resulteren in een toekomstvisie voor de Boterhuispolder. Een visie waarmee iedereen weet waar hij of zij aan toe is.<br />
Dat kan betekenen dat delen een andere functie en/of inrichting krijgen, maar ook dat het beheer van de Boterhuispolder een<br />
andere vorm krijgt. Een derde uitkomst kan zijn dat de juridisch planologische kaders worden aangepast zodat ongewenste<br />
ontwikkelingen worden uitgesloten.<br />
De gemeenteraad van <strong>Leiderdorp</strong> heeft in maart 2007 de opdracht en randvoorwaarden van het project vastgesteld.<br />
Deze sluiten aan bij beleidskaders van de regio Holland Rijnland en de Provincie Zuid-Holland om de Boterhuispolder als<br />
onderdeel van het Groene Hart voor de lange termijn groen en open te houden en daarbij beter toegankelijk te maken voor<br />
de recreant.<br />
De Boterhuispolder ligt slechts voor circa de helft in de gemeente <strong>Leiderdorp</strong>. Het noordelijke deel ligt op het grondgebied<br />
van de gemeente Teylingen. De gemeente Teylingen heeft deelgenomen aan de werkateliers en is ten volle bereidheid om<br />
samen te werken zodat de visie voor de Boterhuispolder voor het Teylingse en <strong>Leiderdorp</strong>se gedeelte zo goed mogelijk<br />
op elkaar wordt aangepast. Tijdens de werkateliers bracht de gemeente Teylingen haar (concept) toerisme en recreatie<br />
visie in. Daaruit kwam o.a. de randvoorwaarde dat de golffunctie niet in de gemeente Teylingen kan liggen. Gedurende de<br />
werkateliers is regelmatig ambtelijk en bestuurlijk overleg geweest.<br />
In dit hoofdstuk wordt de opdracht van de<br />
gemeenteraad van <strong>Leiderdorp</strong> voor het gehele<br />
project Boterhuispolder weergegeven. Voor<br />
de duidelijkheid vermelden we dat het project<br />
voor de Boterhuispolder uit 2 fasen bestaat. De<br />
eerste fase betreft het ontwikkelen van mogelijke<br />
toekomstscenario’s. Het resultaat daarvan is<br />
neergelegd in dit rapport. De tweede fase start<br />
na de keuze van de raad en omvat het uitwerken<br />
van het gekozen scenario in een visie, een<br />
inrichtingsplan en uitvoeringsprogramma.<br />
Ook worden in dit hoofdstuk de resultaten van<br />
de startbijeenkomst, waar de problemen en<br />
knelpunten uit de projectopdracht zijn aangevuld,<br />
beschreven.<br />
Plangebied<br />
Werkateliers Boterhuispolder<br />
<strong>Gemeente</strong> Teylingen<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
7
2.1 PROBLEMEN EN ONTWIKKELINGEN<br />
In het besluit van de gemeenteraad worden de problemen en ontwikkelingen in de Boterhuispolder als volgt beschreven:<br />
1. Het groene en open karakter van de Boterhuispolder staat door verschillende ontwikkelingen onder druk. In de regio is<br />
er sprake van oprukkende bebouwing en een tekort aan nieuwe woningbouwlocaties. De agrarische sector heeft met<br />
steeds strengere regelgeving en toenemende lasten te maken. Mede als gevolg daarvan besluiten steeds meer boeren<br />
hun bedrijf te beëindigen. Het is daarom de vraag of de agrarische sector ook voor de lange termijn als economische<br />
drager van het gebied kan gelden. Beleggers en ontwikkelaars hebben vanuit strategische overwegingen al gronden in<br />
de polder verworven.<br />
2. De Boterhuispolder is niet goed ontsloten voor recreanten (fi etsers, wandelaars, kanoërs) uit de stedelijke omgeving.<br />
Uit diverse beleidsdocumenten blijkt dat er juist behoefte is aan extensieve recreatie rond de stad*. Fietsers en<br />
wandelaars kunnen op dit moment uitsluitend via de randen (Zijldijk en Leidseweg) of via de Nieuwe weg de polder<br />
beleven. Deze wegen zijn ook voor auto’s toegankelijk en dus minder geschikt voor het recreatieve verkeer.<br />
3. De huidige overgang tussen de stad (Leiden/<strong>Leiderdorp</strong>) en het polderlandschap (Boterhuispolder) is niet fraai. De<br />
overgang kan als hard en abrupt worden omschreven.<br />
4. Er bestaat geen actueel en toekomstgericht gemeentelijk beleidsplan voor de inrichting van de Boterhuispolder.<br />
Het bestemmingsplan dateert van eind jaren zestig. Hierin is aan het grootste deel van de polder een agrarische<br />
bestemming toegekend en heeft een aanzienlijk deel van de polder nog de bestemming verkeer, omdat destijds een<br />
deel van de rondweg Leiden-<strong>Leiderdorp</strong> in de polder geprojecteerd was.<br />
5. De polder bestaat uit veenweidegrond en heeft daardoor te kampen met inklinking. Daarbij brengt het huidige<br />
grondgebruik van de agrarische sector een verlaging van het waterpeil met zich mee en zorgt daardoor voor een iets<br />
meer dan autonome inklinking van het veenweidegebied (gemiddeld 3 mm per jaar).<br />
6. Sinds 2002 verzoekt de Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong> (GVL) om een locatie voor een golfbaan in <strong>Leiderdorp</strong>. Door<br />
de GVL zijn als mogelijke locaties de polder Achthoven en de Boterhuispolder genoemd. Tot op heden is door de<br />
gemeente nog geen locatie voor een golfbaan beschikbaar gesteld.<br />
* Deze behoefte wordt ook onderschreven door een onderzoek van Alterra in opdracht van de ANWB. Hierin is de<br />
beschikbare recreatieve opvangcapaciteit per persoon in 2030 voor wandelen en fi etsen per woonbuurt in kaart gebracht.<br />
Voor de regio Leiden wordt deze als veel te laag gekwantifi ceerd (tekort van 2,45 tot 7,6%).<br />
2.2 DOELSTELLING VAN HET PROJECT<br />
Doelstelling van het project is het opstellen van een helder beleidskader voor de inrichting van de Boterhuispolder voor de<br />
komende 15 jaar. Het beleid is gericht op:<br />
• Behoud van het groene en open karakter van de polder;<br />
• Behoud en waar mogelijk versterking van de cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden;<br />
• Realisering van een onomkeerbare Groenzone;<br />
• Het vergroten van de mogelijkheden voor recreanten uit de stedelijke omgeving tot het beleven van de polder en<br />
maakt ontwikkelingen die daartoe bijdragen mogelijk;<br />
• Een haalbaar, uitvoerbaar en hoogwaardig inrichtingsplan met een heldere ruimtelijk functionele structuur voor de<br />
Boterhuispolder;<br />
• Een helder en concreet uitvoeringsprogramma.<br />
Het beleidskader wordt na keuze voor en uitwerking van één van de scenario’s vastgelegd in een gebiedsvisie en uitgewerkt<br />
in een inrichtingsplan hetgeen de basis vormt voor uitvoeringsaspecten..<br />
2.3 BEOOGDE PROJECTRESULTATEN<br />
Het inrichtingsplan geeft duidelijkheid over:<br />
• De mogelijkheden van meer en betere extensieve ontsluitingen voor de recreant;<br />
• De locatie, omvang en vorm van de ”stadsrandzone”;<br />
• De mogelijke ontwikkeling van een golfbaan;<br />
• Mogelijke andere invullingen die passen in het beleid.<br />
Het uitvoeringsprogramma geeft duidelijkheid over de verantwoordelijkheid van partijen voor de uitvoering van (onderdelen<br />
van) het inrichtingsplan en de wijze waarop en wanneer de uitvoering zal plaatsvinden.<br />
8
2.4 OPGAVEN EN AMBITIES VOOR DE <strong>BOTERHUISPOLDER</strong> EN HET TE VOLGEN PARTICIPATIEPROCES<br />
De gemeenteraad heeft in maart 2007 opdracht gegeven tot ontwikkelen van scenario’s voor de Boterhuispolder.<br />
Alle scenario’s zullen worden getoetst aan de volgende door de raad vastgestelde randvoorwaarden.<br />
Door de Raad vastgestelde<br />
Randvoorwaarden<br />
Het toekomstscenario:<br />
• biedt de garantie dat de Boterhuispolder<br />
ook op lange termijn een groen en open<br />
polderlandschap blijft, zonder bebouwing;<br />
• maakt het gebied beter toegankelijk voor<br />
extensieve recreatie (bijvoorbeeld wandelen,<br />
fietsen, kanoën);<br />
• verlaagt het waterpeil niet, tenzij de autonome<br />
maaivelddaling daarom vraagt;<br />
• brengt geen grotere daling van het maaiveld<br />
met zich mee dan de autonome maaivelddaling<br />
van dit veenweidegebied;<br />
• zorgt voor een minder ‘harde’ overgang tussen<br />
stad en platteland;<br />
• respecteert en behoudt zoveel mogelijk de<br />
cultuurhistorische en ecologische kwaliteiten<br />
van de Boterhuispolder;<br />
• is zo mogelijk verenigbaar met bestaande<br />
plannen voor het Teylingse deel van de<br />
Boterhuispolder, voor zover dit niet strijdig is<br />
met de <strong>Leiderdorp</strong>se wensen en eisen;<br />
• is niet strijdig met wetgeving en relevant beleid<br />
van gemeente, provincie en rijk;<br />
• is financieel en organisatorisch haalbaar.<br />
De scenario’s schetsen een beeld van de fysieke inrichting van de Boterhuispolder (zie hoofdstuk 4). De scenario’s zijn te<br />
vertalen –eventueel na enige verdere uitwerking – naar een programma van eisen voor het opstellen van een gebiedsvisie en<br />
inrichtingsplan.<br />
Doordat belangstellenden intensief bij het proces betrokken worden, kan maximaal gebruik worden gemaakt van de kennis<br />
en ervaring van betrokkenen in en rond het gebied. Bovendien doet de gemeente op deze wijze recht aan de grote waarde<br />
die betrokkenen toekennen aan de verschillende kwaliteiten van de Boterhuispolder.<br />
9
2.5 AANVULLINGEN UIT DE STARTBIJEENKOMST<br />
In een reeks gebiedsateliers zijn verschillende scenario’s voor de toekomst van de Boterhuispolder ontwikkeld. Dit proces<br />
wordt beschreven in Hoofdstuk 3. Tijdens de startbijeenkomst op 22 mei jl. lag de nadruk op het identifi ceren van kwaliteiten<br />
en problemen in het gebied. Dit heeft geresulteerd in een aantal aanvullingen ten opzichte van de projectopdracht van de<br />
gemeenteraad.<br />
Kwaliteiten<br />
Over het algemeen worden door de deelnemers aan de startbijeenkomst onafhankelijk van elkaar een aantal kernkwaliteiten<br />
van de Boterhuispolder benoemd. Een groot deel van de mensen benoemt de volgende kwaliteiten:<br />
• Het agrarische karakter (met koeien in de wei);<br />
• De aanwezige natuurwaarden (weidevogels);<br />
• De cultuurhistorische waarde;<br />
• Het gevoel van ruimte in de nabijheid van de stad.<br />
Daarnaast worden er door de aanwezigen nog een aantal specifi eke kwaliteiten toegedicht aan de Boterhuispolder:<br />
• Centrale ligging van een onderdeel van het groene hart nabij stedelijk gebied;<br />
• In de Boterhuispolder is nog ‘ruimte’ – een gebied zonder horizonvervuiling waar je rust, stilte en frisse lucht kunt<br />
beleven;<br />
• De Boterhuispolder is een cultuurhistorisch waardevol gebied. De zeer oude polder uit de Karolingische tijd heeft een<br />
karakteristieke blokverkaveling en patroon van kreekruggen;<br />
• De mogelijkheid om te fi etsen tussen het water en de polder;<br />
• De omgeving van de molen is een prachtige plek;<br />
• Veel mensen vinden de harde grens tussen de bebouwing en de open polder een kwaliteit;<br />
• Sommigen vinden de ontoegankelijkheid van het gebied een kwaliteit;<br />
• De mogelijkheid om het kerkepad terug te brengen is een kwaliteit;<br />
• Het behouden en maken van rustig vaarwater is een kwaliteit.<br />
10 kwaliteiten
Knelpunten en problemen<br />
Naast de opgave van de gemeenteraad vullen de deelnemers aan de startbijeenkomst deze aan met de volgende punten:<br />
Openheid en beleving<br />
De deelnemers aan de startbijeenkomst beamen de druk van o.a. de huizenmarkt op de kernkwaliteit van openheid in de<br />
polder. Ook het gebrek aan recreatieve toegankelijkheid wordt door veel deelnemers gedeeld. Een probleem is dat routes<br />
vaak dood lopen. De gebrekkige toegankelijkheid zorgt ook voor een matige bekendheid waardoor de waardering voor de<br />
Boterhuispolder te laag is. Een belangrijk knelpunt dat hierbij wordt gesignaleerd is dat vergroten van de toegankelijkheid op<br />
gespannen voet kan staan met de rust en die van de weidevogels in het bijzonder.<br />
Golf<br />
De mogelijkheid van een (openbare landschappelijk ingepaste) golfbaan is een de door de raad vastgestelde ingrediënt<br />
in één van de scenario’s. Tijdens de startbijeenkomst roept de golfbaan al veel discussie op. De golfbaan wordt door<br />
verschillende partijen als een toekomstige bedreiging voor de polder gezien. Anderen zien het samengaan van een golfbaan<br />
met natuur en historie als een kansrijke mogelijkheid.<br />
Overgang<br />
De raad ziet de abrupte overgang tussen stad en polder als probleem, maar dit standpunt wordt door de aanwezigen niet<br />
gedeeld. Men vindt de overgang juist helder en duidelijk. Men beaamt wel dat de overgang geen enkele garantie biedt dat de<br />
stad in de toekomst niet nog een stuk opschuift. Reden temeer om de rand van de stad op de agenda van de werkateliers te<br />
houden.<br />
Verkeer en routes<br />
Naast de recreatieve ontoegankelijkheid, wordt het auto- en brommerverkeer als knelpunt gesignaleerd. Vooral op de<br />
Zijldijk ondervindt men hiervan overlast. Toename van dit verkeer zet de leefbaarheid van de omwonenden onder druk.<br />
Ook snel varende motorboten zorgen voor overlast. Niet alleen voor omwonenden maar ook voor roeiers. Specifi ek voor<br />
niet-gemotoriseerde watersporters kan het water worden uitgebreid bijvoorbeeld door een nieuwe verbinding met de<br />
Dwarswetering.<br />
Agrariërs<br />
Tot slot hebben de deelnemers ambities aangevuld die te maken hebben met de agrariërs in het gebied. Men ziet het als<br />
knelpunt dat, wanneer er voor de boeren geen perspectief meer is, de belangrijkste beheerder van de open ruimte verdwijnt.<br />
Kortom een pleidooi om de boeren blijvend aan het gebied te binden. Zonder boeren en vee zal de waarde van de polder<br />
afnemen. De inklinking die agrarische gebruik veroorzaakt, is verwaarloosbaar. Men ziet eventuele schaalvergroting (minder<br />
boeren met meer land) niet als probleem, mits het kavelpatroon niet wordt aantast. De hoge grondprijzen, veroorzaakt door<br />
speculatie en planologische onduidelijkheid, staan schaalvergroting echter vaak in de weg.<br />
Knelpunten<br />
11
12 impressie kick off
2.6 AANPAK ZIJLDIJK EN NIEUWE WEG<br />
De gemeente <strong>Leiderdorp</strong> heeft plannen gemaakt voor de herinrichting van de Zijldijk en de Nieuwe Weg. Het gedeelte<br />
van de Zijldijk van de Zijlbrug tot de brug over de Dwarswatering wordt 30 km zone; daarna is het 60 km zone;<br />
De Nieuwe Weg wordt voor doorgaand gemotoriseerd verkeer afgesloten. Dit betekent dat de weg alleen voor fi etsers<br />
(langzaam verkeer) toegankelijk is; agrarisch verkeer kan nog wel de aangrenzende percelen bereiken<br />
2.7 KENNISBASIS<br />
De huidige gebiedskennis vormt voldoende basis om de scenario’s op te ontwikkelen en te beoordelen. Tijdens de ateliers<br />
is door atelierdeelnemers aangegeven dat het kennisniveau op sommige vlakken kan worden aangevuld. Mede daarom is<br />
besloten de verschillende scenario’s voor te leggen aan experts, die op specifi eke vakgebieden een expert judgement geven<br />
(hoofdstuk 6).<br />
In de uitwerkingsfase, na keuze van één van de scenario’s, zullen specifi eke vraagstukken nader worden uitgediept. In het<br />
derde atelier werden hiervoor de volgende vragen door de deelnemers aangekaart:<br />
• Nader onderzoek naar fl ora en fauna met specifi eke aandacht voor:<br />
o Broedvogels<br />
o Wintervogels<br />
o Beschermde soorten (waaronder de groene glazenmaker)<br />
• Wat is de geomorfologische waarden van de kreken? Wat is het verschil in de waarde van de kreken ten opzichte<br />
van de gegraven ontginningen? In nader onderzoek zal dus een onderscheid moeten worden gemaakt in de gevolgen<br />
voor onder andere geomorfologische en aardkundige waarden van het verbreden van bestaande kreken ten opzichte<br />
van verbreden van gegraven ontginningen enerzijds en het ‘’weer open maken” van oude kreken anderzijds.<br />
• Duidelijk op een rij zetten wat de beleidsruimte is i.v.m. EHS, Belvedère, Groene Hart, etc. (in hoeverre het<br />
startdocument daar nog niet in voorziet);<br />
• Nader onderzoek naar de cultuurhistorie en aardkundige waarden opstellen.<br />
• De gemeente moet uitzoeken wat de voordelen zijn van het uitgeven van hun gronden in agrarische pachtcontracten.<br />
Namelijk: de gemeente blijft eigenaar van de grond en heeft stabiele inkomensverwachting; het is dus fi nancieel<br />
aantrekkelijk; er is op deze manier ook sturing mogelijk ten aanzien van agrarische natuurbeheer; het is een goed<br />
middel voor als de gemeente ook op lange termijn iets voor het gebied wil betekenen.<br />
Ook zijn er per scenario enkele uitwerkingsvragen opgesteld door het werkatelier. Bij de keuze voor dat specifi eke scenario<br />
moet hiervoor aandacht zijn.<br />
Gedurende het proces van de gebiedsateliers is een quick scan gemaakt van bestaande waarden op basis van onder<br />
andere:<br />
• informatie van oa het natuurloket en SAN tellingen over fl ora en fauna (zie notitie ecologie)<br />
• kaartmateriaal provincie en KICH ten aanzien van cultuurhistorie, beschreven in startdocument;<br />
• onderzoek van Grontmij, ten aanzien van aardkundige waarde, water en bodem<br />
• door deelnemers mondeling en schriftelijk aangereikte bronnen.<br />
Voor een volledig overzicht verwijzen we naar de literatuurlijst in de bijlage.<br />
In het vervolgproces zal de nadruk van nader onderzoek liggen op de veranderingen in de huidige situatie die het gekozen<br />
scenario met zich mee brengt. Bij grote ingrepen zal in de meeste gevallen een Flora en Faunatoets alsmede een watertoets<br />
verplicht zijn. Daarbij zal een veldinventarisatie moeten worden gedaan voor die fl ora en fauna.<br />
13
14<br />
3PROCES-<br />
BESCHRIJVING &<br />
PLANNING
3.1 STAPPENPLAN<br />
Om te komen tot een gebiedsvisie (en vervolgens een inrichtingsplan) is een proces ingericht dat wordt beschreven in een<br />
Plan van Aanpak. Hierin worden drie stappen onderscheiden:<br />
1. Het vaststellen van een gezamenlijk vertrekpunt, vastgelegd in een Startdocument;<br />
2. Het opstellen van drie scenario’s voor de Boterhuispolder, waaruit de gemeenteraad een keuze kan maken;<br />
3. Het uitwerken van het gekozen scenario tot een Gebiedsvisie.<br />
Dit rapport vormt de afronding van de tweede stap.<br />
3.2 WERKWIJZE<br />
Voor de gebiedsateliers zijn uiteenlopende groeperingen uitgenodigd, die gezamenlijk een goede afspiegeling vormen van de<br />
betrokkenen bij de Boterhuispolder op verschillende schaalniveaus.<br />
Werken in teams<br />
Het enthousiasme om mee te werken in de gebiedsprocessen was overweldigend. Er hebben zich zoveel mensen aangemeld<br />
dat ervoor gekozen is om de groep te splitsen in twee teams.<br />
Het werkteam heeft in drie werkateliers gewerkt aan het opstellen van de scenario’s en de toetsingscriteria. Deze ideeën<br />
zijn vervolgens voorgelegd aan de leden van het meedenkteam. Zij hebben de ideeën van het werkteam bediscussieerd,<br />
aangescherpt en ontbrekende zaken toegevoegd.<br />
Voor mensen die niet actief wilden deelnemen aan het proces, maar wel geïnformeerd wilden worden, is verslag gedaan van<br />
het proces op de website van de gemeente.<br />
De samenstelling van de teams is opgenomen in bijlage 4.<br />
Samen ontwerpen<br />
In een werkatelier werken alle betrokkenen samen aan een plan of visie voor een gebied. Dus zowel bewoners,<br />
belanghebbenden, grondeigenaren en ambtenaren. De gemeente heeft als één van de betrokkenen deelgenomen aan het<br />
werkatelier. Hierbij werden naast lokale ook regionale belangen meegenomen.<br />
Er is niet alleen gediscussieerd maar ook geschetst aan het gebied onder leiding van ontwerpers, die daarbij hun<br />
vakexpertise op gebied van landschap en stedenbouw inbrengen. Er was dus geen sprake van inspraakavonden waarbij<br />
mensen reageren op plannen van de gemeente, maar de atelierdeelnemers is gevraagd actief mee te werken en samen met<br />
andere deelnemers tot oplossingen te komen..<br />
15
3.3 STARTBIJEENKOMST<br />
Tijdens de Startbijeenkomst hebben de deelnemers aan de ateliers kennis genomen van het voorgestelde proces. Daarbij<br />
hebben zij zich gebogen over de opdracht van de gemeenteraad en deze vanuit eigen ervaring en expertise aangevuld. Op<br />
deze wijze is op deze avond een compleet overzicht ontstaan van de kwaliteiten van het gebied en de problemen die zich<br />
voordoen. Dit is het overzicht als beschreven in hoofdstuk 2.<br />
3.4 WERKATELIER 1: DENKRICHTINGEN<br />
Het eerste werkatelier stond in het teken van creativiteit en het genereren van een veelheid aan ideeën. Tijdens deze avond<br />
met het werkteam is er naar gestreefd zoveel mogelijk ideeën voor de Boterhuispolder op papier te krijgen, waarbij nog niet<br />
gekeken is naar de wenselijkheid en haalbaarheid. Vanuit drie ‘extreme’ denkrichtingen is getracht even zoveel plannen<br />
te maken voor het gebied. Hoe zou de Boterhuispolder eruit zien als we het volledig naar de zin maken van de recreant?<br />
En hoe ziet het eruit als we alles inzetten op natuur? Of op landbouw? Aan het einde van de avond, die plaatsvond in het<br />
gemeentehuis van <strong>Leiderdorp</strong>, werden de uiteenlopende ideeën met alle werkteamleden gedeeld.<br />
3.5 WERKATELIER 2: SCENARIO’S<br />
De ideeën die naar voren zijn gekomen in het eerste werkatelier vormden de bron van inspiratie bij het opstellen van<br />
scenario’s. In deze scenario’s, die zullen worden voorgelegd aan de gemeenteraad, is gezocht naar combinaties van<br />
functies, op zodanige wijze dat zij elkaar konden versterken en gezamenlijk zullen bijdragen aan de open en groene polder.<br />
Er is nadrukkelijk drie maal ingezet op een integraal en realistisch perspectief voor de Boterhuispolder.<br />
Omdat het uitwerken van een volledig scenario de nodige tijd vergt, is voor het tweede atelier een volledige dag uitgetrokken.<br />
Deze vond plaats in de Boterhuispolder, in een stal bij van de familie Van Schie. Tijdens de lunchpauze werd een excursie<br />
gehouden door een gids van het IVN. Aan het einde van de dag voegde het meedenkteam zich bij het werkteam en bogen de<br />
teams zich gezamenlijk over de resultaten.<br />
16<br />
impressie eerste werkatelier
3.6 WERKATELIER 3: TOETSINGSCRITERIA<br />
De gemeenteraad zal haar keuze funderen op een serie toetsingscriteria. In het derde atelier is een lijst samengesteld<br />
waarbij de door de raad aangegeven criteria werden aangevuld door de aanwezigen van het werkteam. De scenario’s zijn op<br />
deze avond in het gemeentehuis ook aan de toetsingscriteria onderworpen en aan de hand hiervan zijn pleitnota’s vóór en<br />
tégen de scenario’s opgesteld (zie hoofdstuk 5). In de pleitnota’s is letterlijk weergegeven welke argumenten de deelnemers<br />
die avond naar voren hebben gebracht. De criteria zullen een belangrijke positie innemen in de uiteindelijke beoordeling van<br />
welk scenario en/of welke inrichtingsmaatregelen de voorkeur genieten. Dit zal namelijk mede afhankelijk zijn van het belang<br />
dat aan elk van de criteria wordt gehecht.<br />
Tijdens dit derde atelier werd nog eens duidelijk dat de meningen over de wenselijkheid van de diverse scenario’s<br />
uiteenlopen. Om naast de beoordeling door de deelnemers een objectieve beoordeling te verkrijgen, is in navolging hierop<br />
aan diverse experts gevraagd advies uit te brengen over elk scenario.<br />
3.7 AFSLUITING<br />
Op 18 september heeft een afsluitende bijeenkomst plaats gevonden waarin de concept rapportage met de deelnemers<br />
van werk- en meedenkteam is besproken. Daarbij was ook een enkel raadslid en commissielid aanwezig. Er werden onder<br />
andere aanvullingen gedaan op de onderbouwing van de verschillende pleitnota’s en op de varianten bij de verschillende<br />
scenario’s.<br />
Impressie tweede werkatelier<br />
17
4SCENARIO’S<br />
18
4.1 INLEIDING<br />
De uitkomsten uit het werkatelier en meedenkteam van 26 juni vormen de basis voor de scenario’s zoals deze in dit<br />
hoofdstuk zijn beschreven. Er is gewerkt aan drie scenario’s, te weten:<br />
• Golfend agrarisch landschap<br />
• Natuur en landbouw hand in hand<br />
• De polder in! (voorheen getiteld “Tussen <strong>Leiderdorp</strong> en Water”)<br />
Deze scenario’s werden vervolgens uitgewerkt en besproken in het derde werkatelier. Onderstaand worden deze scenario’s<br />
uitvoerig beschreven.<br />
Steeds wordt eerst de visie achter het scenario beschreven. Deze visies verschillen nadrukkelijk qua uitgangspunten en<br />
functies van elkaar. Vervolgens wordt ingegaan op de inrichtingsmaatregelen en mogelijkheden om de uitgangspunten en<br />
functie(s) te borgen.<br />
Er is voor gekozen om de inrichtingsmaatregelen die voor het voetlicht kwamen te plaatsen onder het scenario waar deze<br />
het beste op de visie aansluiten. Zo is in een enkel geval afgeweken van die uitkomsten uit het werkteam. Het gaat hier met<br />
name om de recreatieve ontsluitingen binnen de scenario’s ‘natuur en landschap hand in hand’ en het scenario ‘de Polder<br />
in’. Hierdoor is in het scenario ‘natuur en landschap hand in hand’ meer het accent gelegd op behoud en versterking van de<br />
natuurwaarden in het gebied en wordt in het scenario ‘de Polder in’ meer de nadruk gelegd op de recreatieve potentie van de<br />
polder. Hierbij is overigens aangesloten bij de opmerkingen uit het meedenkteam.<br />
Graag vestigen we uw aandacht op de varianten per scenario. Tijdens de slotavond merkten verschillende atelierdeelnemers<br />
op graag de intensievere vorm van recreatieve ontsluiting in het scenario ‘natuur en landbouw hand in hand’ te zien en<br />
anderen juist de extensieve vorm van recreatieve ontsluiting in het scenario ‘de polder in!’. Deze mogelijkheden zijn<br />
nadrukkelijk opgenomen in de varianten die voor elk scenario binnen de visie zijn omschreven. Dit geldt ook voor de variant<br />
waarin de golffunctie gecombineerd is met bestaande waarden in het noordelijke deel van de polder.<br />
Zo is het voor alle scenario’s mogelijk inrichtingsmaatregelen uit te wisselen wanneer dat passend is binnen de voorgestelde<br />
visie.<br />
In de scenario’s wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan hoe het groene en open karakter van de polder op de lange termijn<br />
duurzaam gehandhaafd moet worden. Dat kan op verschillende manieren geborgd worden:<br />
• Vastleggen van het groene en open karakter van de polder in (juridische) privaatrechtelijke overeenkomsten.<br />
• Het borgen van het open en groene karakter door de overheid met verschillende middelen als beleids- en<br />
bestemmingsplannen. Dat vraagt om politieke continuïteit.<br />
• Tot slot kan het groene en open karakter van de polder worden veiliggesteld door de publieke opinie te mobiliseren.<br />
Wanneer immers alle <strong>Leiderdorp</strong>ers de openheid hoog waarderen is het erg moeilijk om draagvlak te vinden voor het<br />
veranderen van het karakter van de polder.<br />
In alle scenario’s zal een samenspel van deze verschillende mogelijkheden aan de orde zijn. Echter de nadruk wordt steeds<br />
op één van deze mogelijkheden gelegd.<br />
Voorafgaand aan de beschrijving moet benadrukt worden dat er in dit stadium geen ontwerpen of inrichtingsplannen zijn<br />
gemaakt. Er is gewerkt aan scenario’s die gebaseerd op een visie op de toekomst van de Boterhuispolder een mogelijk<br />
toekomstbeeld van de polder schetsen. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een wandelpad kan dat nu o.a. indicatief<br />
aangegeven zijn. De plek en vormgeving moeten in de vervolgstap (het opstellen van een inrichtingsplan) worden gemaakt.<br />
Zo is ook de golfbaan een indicatie die wel overeenstemt met de benodigde afmetingen voor deze sport maar welke concreet<br />
nog moet worden ontworpen.<br />
19
Boterhuispolder 2030<br />
Beste Jan,<br />
Kom je binnenkort een keer golfen? Ik weet dat<br />
je niet zo’n golfer bent maar de baan bij ons in<br />
<strong>Leiderdorp</strong> is echt uniek. Als je komt zul je het<br />
wel zien. Niet alleen wandelen van hole naar<br />
hole maar echt genieten van het landschap is<br />
het hier. Vanaf de baan kijk je zo de polder in<br />
met zijn prachtige sloten en mooie vogels. In<br />
het begin was het wel een beetje wennen dat de<br />
boeren de baan beheerden maar zo kunnen we<br />
werk met werk maken. Sinds kort kun je eigen<br />
Boterhuiskaas in het clubhuis kopen van boer<br />
Berend. Laatst kon ik Berend trouwens nog uit<br />
de brand helpen met de automatisering van zijn<br />
mestboekhouding.<br />
Ach en als je geen zin hebt om te komen golfen<br />
dan maken we gewoon een mooie wandeling.<br />
Ik geloof niet dat er ergens anders een golfbaan<br />
is waar dat zo mooi kan. Gelukkig zal dat tot in<br />
de lengte van jaren zo blijven.<br />
een groet uit de polder van<br />
Hans<br />
20<br />
collage vertrekpunten van het werkatelier
4.2 SCENARIO: GOLFEND AGRARISCH LANDSCHAP<br />
Visie<br />
De aanleg van een golfbaan zal ervoor zorgen dat de stedelijke druk op het zuidelijke (<strong>Leiderdorp</strong>se) deel van de polder<br />
minimaal wordt, aangezien de golffunctie het groene en open karakter vastlegt in een duurzame functie. Daarbij kan de<br />
aanleg van een golfbaan goed samen gaan met behoud van de landbouw zodat er twee economische dragers van de<br />
Boterhuispolder ontstaan. Bovendien wordt het landschap voor de stedeling op nieuwe manieren ontsloten (zonder het risico<br />
te lopen een golfbal tegen het hoofd te krijgen). Hoewel in het noordelijke (Teylingse) deel van de polder de stedelijke druk<br />
veel geringer is, neemt het scenario de mogelijke stedelijke druk weg door alle gronden in gemeenschappelijk beheer te<br />
nemen.<br />
Door de nieuwe en bestaande functies in privaatrechtelijke overeenkomsten vast te leggen wordt het groene en open<br />
karakter van de polder gewaarborgd.<br />
Uitgangspunten:<br />
In de opdracht van de Raad van <strong>Leiderdorp</strong> is het ontwikkelen van één scenario met een golfbaan uitgangspunt. Daarbij stelt<br />
de buurgemeente Teylingen op haar beurt dat de golfbaan zich moet beperken tot het grondgebied van <strong>Leiderdorp</strong>. Uit de<br />
literatuur halen we de volgende oppervlaktes die uitgangspunt vormen voor de studie:<br />
• 9 holes golfbaan, minimaal 25 ha – 27,5 tot 50 hectare bij recreatief medegebruik<br />
• 18 holes baan, minimaal 45 hectare – 54,5 tot 65 hectare bij recreatief medegebruik<br />
(Bron: De Nederlandse Golffederatie en onderzoek van de NMU (Natuur en Milieufederatie Utrecht))<br />
In het werkatelier wordt op basis van deze gegevens geconcludeerd dat een golfbaan van 18 holes niet binnen de<br />
opgegeven randvoorwaarden mogelijk is.<br />
Inrichting- en beheersmaatregelen<br />
Golfbaan<br />
Startpunt in dit scenario is de aanleg van een golfbaan die landschappelijk goed is ingepast en zorgt voor een recreatieve<br />
ontsluiting van het landschap. Om de baan landschappelijk goed in te passen vormen openheid en zichtlijnen belangrijke<br />
uitgangspunten. Dat behoud van de openheid goed mogelijk is laat de baan in Hitland zien. Voor het spelplezier kunnen<br />
plaatselijk verhogingen in het landschap worden aangebracht. Zolang deze onder 1,40 blijven, blijft vrij zicht (ooghoogte is<br />
1,60) behouden.<br />
Daarnaast is de hoofdlijn van de historische verkaveling uitgangspunt. Het behoud van alle kavels stuit op praktische<br />
bezwaren. De golfbaan zal een negatieve invloed hebben op de bestaande weidevogels in het zuidelijk deel van de polder.<br />
De randen van de baan en het agrarisch beheer van de kavels rond de golfbaan zullen op hun beurt nieuwe natuurwaarden<br />
aan de polder toevoegen zoals natte plekken en fl auwe natuurlijke taluds.<br />
In het scenario wordt voorgesteld de voorzieningen van de golfbaan zoals een parkeerplaats en het clubhuis in de<br />
zuidoosthoek te plaatsen. Ze liggen dan zo min mogelijk in het zicht (door bestaande beplanting) en zijn goed bereikbaar. De<br />
driving-range (om de afslag te oefenen) en oefenholes kunnen direct ten noorden daarvan liggen. Het gebouwtje van waaruit<br />
men de afslag oefent ligt uit de wind en regen en aanpalend aan het clubhuis.<br />
De negenholes baan kan vervolgens in drie clusters van drie holes worden aangelegd. De randen van de clusters worden<br />
bepaald door de bestaande verkaveling. Binnen de clusters worden de sloten gedempt en nieuwe waterpartijen aangelegd.<br />
Geopperd wordt om aansluiting te zoeken bij de bestaande golfclub Kagerzoom. Door middel van een pontje wordt het dan<br />
mogelijk om 18 holes te spelen. Een andere variant is om de 9 holes baan uit te breiden met een zogenaamde 9 holes par 3<br />
tot 4 baan. Hiermee wordt een golfbaan bedoeld van beperkte omvang waarin de langere slagen niet gespeeld worden maar<br />
alleen de korte waardoor men in 3 tot 4 slagen bij de hole is. De oppervlakte van deze kleine golfbaan is vergelijkbaar met<br />
een voorgesteld cluster van drie volwaardige golfholes.<br />
De draagkracht van de grondslag is gering. Daarom zullen hoogte verschillen waarschijnlijk inklink van het veen veroorzaken<br />
en vanzelf uitvlakken. De drooglegging van het bestaande maaiveld (circa 40 tot 60 cm) is net aan voldoende. De afslag<br />
en put punten zullen tot 1 meter drooglegging (dat is onder zichthoogte) moeten worden opgehoogd zonder druk op<br />
onderliggend veen te veroorzaken.<br />
21
22<br />
GOLFEND AGRARISCH LANDSCHAP
Landbouw<br />
De landbouw behoudt in dit scenario een belangrijke rol. In het zuidelijke deel van de polder zal er met name sprake zijn<br />
van landbouw als beheersvorm aangezien de oppervlakte te klein worden om economisch te kunnen boeren. Wanneer<br />
de percelen echter samengevoegd kunnen worden tot een groter geheel is rendabele landbouw wel een mogelijkheid.<br />
In het noordelijk deel van de Boterhuispolder verandert er aan de ruimtelijke structuur weinig. Met de noodzakelijke<br />
schaalvergroting van de bedrijven is het mogelijk twee goed renderende veehouderij bedrijven te runnen.<br />
Om de stedelijke druk van het landelijke gebied weg te nemen wordt voorgesteld alle gronden onder beheer te brengen van<br />
één partij (bijvoorbeeld een vereniging van eigenaren). Deze partij verpacht de gronden met een langdurige pacht aan de<br />
boeren. Er wordt gewerkt met een veenweide pact of privaat rechtelijke regeling waarin wordt vastgelegd dat de gronden de<br />
agrarische functie behouden.<br />
Landhuizen<br />
Om fi nanciële middelen te genereren om alle gronden op te kopen en onder beheer van één partij te brengen, wordt in dit<br />
scenario voorgesteld aan de rand van de polder enkele landhuizen te bouwen met een beperkte privé kavel. De landhuizen<br />
kunnen zowel door één gezin als door meerdere gezinnen worden bewoond. Met de opbrengsten kunnen gronden worden<br />
aangekocht. De landgoed-eigenaren kunnen (vanuit hun belang van vrij uitzicht) een stem krijgen in de beherende partij.<br />
De randen van de polder zijn het meest kwetsbaar voor de (spreekwoordelijke) verrommeling van het landschap. Door in de<br />
randen plaatselijk landhuizen te bouwen (die passen in het landschap) worden ongewenste functies voorkomen.<br />
Of voor de ontwikkeling van landgoederen gebruik gemaakt kan worden van de natuurschoonwet (fi scaal voordeel) of de<br />
regeling nieuwe landgoederen moet nader worden uitgezocht.<br />
Recreatieve ontsluiting<br />
De ontwikkeling van de golfbaan maakt het mogelijk om de aanliggende wijken van <strong>Leiderdorp</strong> royaal te verbinden met de<br />
polder door nieuwe fi ets en wandelpaden aan te leggen tussen het groen van de golfbaan. Naar het noorden toe is de paden<br />
dichtheid minder hoog om de agrarische functie niet te belemmeren. De Nieuwe Weg is in dit scenario opgeruimd.<br />
Door de oude veenkreken te verbreden wordt de historie van het landschap beter afl eesbaar. Bovendien kunnen de kreken<br />
als kanoroute worden gebruikt.<br />
Tot slot ziet dit scenario een belangrijke recreatieve functie weggelegd voor de Zijldijk. Dit gaat echter niet samen met de<br />
vele autobewegingen van mensen die naar hun bootjes rijden in de verschillende haven(tje)s langs de dijk. Daarom wordt<br />
voorgesteld de havens te bundelen tot één ruimtelijk goed ingepast watersportcentrum ergens in de regio. Dit nieuwe<br />
centrum heeft dan ook een hogere kwaliteit dan de kleine haventjes langs de Zijl. Wanneer dat op de noordpunt van de<br />
polder komt te liggen is een nieuwe auto ontsluiting langs de noordoostzijde zeer gewenst. Echter andere plekken in de regio<br />
moeten hierbij zeker worden onderzocht.<br />
Onomkeerbaar groen<br />
In dit scenario wordt op twee manieren zorg gedragen voor een onomkeerbare groene en open Boterhuispolder:<br />
• De golfbaan zorgt voor het onmogelijk maken van stadsuitleg in aansluiting op de bestaande stad. Bovendien zal de<br />
betere beleefbaarheid van het landschap vanaf de nieuwe paden en de golfbaan, ervoor zorgen dat woningbouw rond de<br />
golfbaan geen draagvlak heeft in de toekomst.<br />
• Door alle gronden onder beheer van één partij of vereniging van eigenaren te plaatsen en de bestemming privaat<br />
rechtelijk of in een veenweidepact te regelen is het open blijven van de polder beter te garanderen.<br />
23
24<br />
referentiebeeld golfbaan Hitland
Toegankelijkheid<br />
Dit scenario vergroot de toegankelijkheid van de Boterhuispolder in grote mate. Een netwerk van fi ets en wandelpaden<br />
aansluitend op de aanliggende woonwijken loopt tussen de golfbaan door over de perceelsgrenzen en langs<br />
veenkreken. Ten noorden van de golfbaan is de dichtheid beperkter. De Zijldijk wordt voor autoverkeer afgesloten (m.u.v.<br />
bestemmingsverkeer). Wanneer de watersport wordt gebundeld in het noorden wordt een nieuwe weg aangelegd om dit goed<br />
te ontsluiten.<br />
Varianten<br />
Voor het voorgestelde scenario Golfend agrarische<br />
landschap zijn de volgende varianten denkbaar:<br />
* De landhuizen in het noordelijke deel van de<br />
polder laten vervallen en op een andere wijze<br />
een ‘grondbank’ ontwikkelen. Hiermee wordt de<br />
agrarische functie in het noordelijke deel behouden;<br />
* Naast de golffunctie meer natuurontwikkeling<br />
te laten plaatsvinden mogelijk ten koste van de<br />
primaire agrarische functie;<br />
* Uitbreiden van de golfbaan met 9 zogenaamde korte<br />
holes (in omvang passend op een golfschots met<br />
drie holes) en/of aansluiting zoeken bij de golfclub<br />
Kagerzoom.<br />
* Een andere optie is met medewerking van Teylingen<br />
(op het grondgebied van de gemeente Teylingen)<br />
een beter renderende 18 holes golfbaan aan te<br />
leggen.<br />
Variant zonder landhuizen<br />
Uitwerkingsopgaven<br />
Specifi eke opgaven waar nadrukkelijk aandacht aan moet worden besteed wanneer dit scenario gekozen wordt zijn:<br />
• Hoe kunnen waarden die verloren gaan gecompenseerd worden (fl ora en fauna: specifi ek gezien weide vogels en<br />
historische verkaveling)?<br />
• Welke juridische regeling is mogelijk om gemeenschappelijk eigendom en nieuwe landhuizen te combineren?<br />
• Het uitwerken van de exploitatie van de golfbaan binnen strikte ruimtelijke voorwaarden.<br />
• Bij ontwerp van de golfbaan moet de loopafstanden tussen de golfschotsen nadrukkelijk aandacht krijgen. Te grote<br />
loopafstanden levert een baan op die onaantrekkelijk is om te spelen.<br />
• Nadere locatiestudie voor een bundeling van watersport binnen of buiten de polder.<br />
referentiebeeld golfbaan Hitland<br />
25
Boterhuispolder 2030<br />
Beste Jans,<br />
Hier op de boerderij gaat het geweldig. In geen<br />
tijden hebben we een projectontwikkelaar gezien<br />
die er op uit was om onze gronden te kopen. Sinds<br />
enige jaren is het voor iedereen duidelijk dat en<br />
waarom de Boterhuispolder agrarisch blijft en<br />
dat geeft een hoop rust. We hebben het bedrijf<br />
wat kunnen uitbreiden sinds boer Berend er mee<br />
gestopt is. Nu we in overleg met natuurorganisaties<br />
een beheerplan hebben gemaakt is het aantal<br />
grutto’s waanzinnig gestegen. Ik kan zo van genieten<br />
van die mooie vogels.<br />
Wist je trouwens dat we nu ook een bed & breakfast<br />
zijn begonnen. Bel me snel dan houd ik hem<br />
een weekend voor je vrij.<br />
Tot snel<br />
Annie<br />
26<br />
collage vertrekpunten van het werkatelier
4.3 SCENARIO: NATUUR EN LANDBOUW HAND IN HAND<br />
Visie<br />
In dit scenario worden de natuur- en landschapswaarden door goed agrarisch beheer vergroot. Stedelingen zijn te gast in en<br />
rondom de polder en beleven de waarden vooral vanaf de randen.<br />
De uniciteit van het gebied zit voor dit scenario in de cultuurhistorische waarden (Karolingische verkaveling) en het<br />
weidevogelgebied. Deze waarden worden in het scenario verder uitgebreid. Daarom komt recreatieve ontsluiting op een<br />
tweede plan en zijn weidevogels en cultuurhistorie maatgevend.<br />
Het uitdragen van de hoge natuur- en landschapswaarden zorgt voor een hoge waardering van de polder die op haar beurt<br />
zorgt voor een onomkeerbare groene polder. Daarnaast wordt dit gewaarborgd door eenduidige bestemmingsplannen en<br />
andere overheidsinstrumenten om de polder een status te geven.<br />
Inrichtings- en beheersmaatregelen<br />
Handhaven bestaand karakter<br />
In grote lijnen blijft het karakter van de polder in dit scenario gehandhaafd. Door specifi ek agrarisch natuurbeheer worden de<br />
leefomstandigheden voor de weidevogels als scholeksters, grutto’s, tureluurs, kieviten, ganzen en smienten geoptimaliseerd.<br />
In het werkatelier wordt de suggestie geopperd om het gebied op termijn zodanig in te richten dat het de status van<br />
Vogelhabitatrichtlijn-gebied kan krijgen. Deze mogelijkheid wordt tegengesproken door de ecoloog (zie hoofdstuk 6)<br />
Agrariërs kunnen bijdragen aan de versterking van natuurwaarden door (intensiever) slootkantenbeheer, rietaanplant,<br />
uitgesteld maaien en vernatting in delen van de polder. Door lage delen zoals de Veenderij als natuurgebied te beheren<br />
ontstaat een foerageergebied voor diverse vogelsoorten. Voor andere soorten kan het interessant zijn een biotoop als het<br />
bestaande ‘geriefhoutbosje’ ook op andere plekken toe te voegen. Kenmerk van een geriefhoutbosje is dat deze geen<br />
snelgroeiende soorten kent en bovendien regelmatig (elke drie jaar) wordt afgezaagd van origine voor gebruiksdoeleinden.<br />
Zo zal een geriefhoutbosje geen bedreiging vormen voor de weidevogels door als uitkijkpost voor roofvogels te fungeren. Tot<br />
slot draagt ook de beperkte verbreding van de originele veenkreken bij aan de toename van de soortenrijkdom voor fl ora en<br />
fauna.<br />
Om de openheid te vergroten en roofvogels geen uitzichtpunt te bieden worden op enkele plekken hoge bomen weggehaald.<br />
Daarbij kan overwogen worden de bomen langs de Leyhof te kappen om zodoende de band met de polder te versterken en<br />
het uitzicht te verbeteren.<br />
Schaalvergroting van boerenbedrijven (en niet van het landschap) is daarbij overigens in het belang van zowel de<br />
bedrijfseconomische toekomst van de boeren als voor de natuur. Wanneer boeren de beschikking hebben over meer grond,<br />
is het gemakkelijker om ruimte en kansen te bieden aan natuur.<br />
Recreatie mogelijkheden<br />
De beleving van de waarden van de polder vindt vooral vanaf de randen plaats, vanaf de Zijldijk en de Nieuwe Weg. Door het<br />
gebied zijn enkele boerenlandpaden ofwel struinpaden denkbaar. Dit zijn onverharde paden die tijdens het broedseizoen (15<br />
maart tot 15 juni conform de boerenlandpaden regeling van het Land van Wijk en Wouden) afgesloten kunnen worden. Door<br />
de aanleg van een dergelijk pad kan een deel van de Boterhuispolder al wandelend worden verkend. Op deze manier treedt<br />
de minste verstoring op en zijn de kosten beperkt.<br />
Tijdens het werkatelier ontstaat de discussie of het mogelijk moet zijn voor recreanten op de fi ets een “Rondje<br />
Boterhuispolder” te maken. Hiervoor kan op één plek een oost-west-verbinding worden gemaakt. Deze zal bestaan uit een<br />
fi etspad dat tevens toegankelijk zal zijn voor landbouwverkeer. Twee opties kunnen worden onderzocht: een fi etspad langs<br />
het water aan de noordzijde van de polder of een verbinding iets zuidelijker gelegen. Wanneer een fi etspad overwogen wordt,<br />
moet goed bekeken worden op welke locatie de minste verstoring van weidevogels plaatsvindt. Aangezien in het werkatelier<br />
discussie was over dit punt en binnen de visie van dit scenario de recreant te gast is, is besloten het fi etspad in eerste<br />
instantie niet op te nemen maar een plek te geven in het derde scenario ‘De Polder In!’.<br />
Over de Nieuwe Weg gaat nu veel sluipverkeer en dit levert vaak gevaarlijke situaties op voor fi etsers. Om deze reden<br />
wordt de Nieuwe Weg in dit scenario alleen nog toegankelijk voor (agrarisch) bestemmingsverkeer en fi etsers. De Zijldijk<br />
kent ook relatief intensieve verkeerstromen, voornamelijk in de weekenden, als vele auto’s richting de jachthaven rijden.<br />
Een mogelijkheid dit enigszins te doen afnemen, kan zijn om tol te heffen vanaf het restaurant aan het begin van de dijk.<br />
Bewoners zullen hier dan een ontheffi ng voor krijgen en overig autoverkeer wordt zoveel mogelijk ontmoedigd. Het geld dat<br />
hiermee gegenereerd wordt, kan worden gebruikt voor het versterken van de natuurwaarden in de polder.<br />
27
28<br />
NATUUR EN LANDBOUW HAND IN HAND
Bewustwording<br />
Om de waardering voor de polder te vergroten wordt in dit scenario voorgesteld een vogelkijkhut te maken aan de Nieuwe<br />
Weg. Naast deze hut worden op verschillende andere plekken borden aangebracht die de passant wijzen op de ecologische,<br />
landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de polder. Een uitkijkpunt nabij de boerderij van de familie van Schie,<br />
tegen de houtwal, behoort ook tot de mogelijkheden.<br />
Tot slot voorziet dit scenario in een infocentrum aan de rand van het gebied aan de Zijldijk in de nieuwe woonwijk<br />
Driegatenbrug. Behalve informatie over het gebied kan het infocentrum ook het startpunt zijn voor excursies met<br />
natuurgidsen van IVN. Educatie vormt een belangrijk medium voor bewustwording. Er zijn nu al verschillende scholen<br />
die jaarlijks de polder intrekken onder begeleiding van een gids. Door betere voorzieningen en informatie worden deze<br />
mogelijkheden vergroot.<br />
Grondeigendom<br />
Voor een duurzame toekomst is het van groot belang dat het grondgebruik en eigendom goed geregeld is. Een<br />
bestemmingsplan is immers ‘politiek bepaald’, waarmee zekerheid voor de lange termijn niet gegarandeerd is. Dit scenario<br />
ziet de oplossing hiervoor door de gemeente, met 47 ha een grootgrondbezitter, haar grond in een grondbank te laten<br />
uitgeven. Ook andere grondeigenaren moeten gestimuleerd worden om dit voorbeeld te volgen. Zij kunnen de gronden<br />
vervolgens aan agrariërs verpachten met langdurige contracten. Dit levert niet alleen inkomsten op voor de gemeente die<br />
zij kan investeren in landschapsontwikkeling, maar het geeft de Boterhuispolder ook de bescherming om op termijn open en<br />
groen te blijven.<br />
Agrariërs hebben hiermee zekerheid voor de lange termijn. Een pachtcontract duurt op dit moment formeel 6 jaar, met<br />
stilzwijgende verlenging. Wanneer een eigenaar de grond echter zelf wil gebruiken, moet de pachter een vergoeding krijgen<br />
voor de verplaatsing van zijn werk. Daarnaast moet een eigenaar ook bewijzen wat er daadwerkelijk met de grond gedaan<br />
gaat worden<br />
(De pachtwet zal per 1 september veranderen. Belangrijkste wijziging is dat de pacht van los land wordt geliberaliseerd.<br />
Op pacht van los land voor een periode van 6 jaar of korter is het dwingende pachtrecht inzake pachtprijsbeheersing,<br />
bescherming pachter ter zake continuïteit overeenkomst en voorkeursrecht niet van toepassing. Op een pachtovereenkomst<br />
van los land voor een periode langer dan 6 jaar is het pachtprijsbeheersingssysteem wel van toepassing. Anders dan onder<br />
het oude recht, waar eenzelfde verpachter eenzelfde stuk land slechts voor een aaneengesloten periode van 12 jaar kan<br />
verpachten zonder dat het dwingende recht van toepassing is, wordt het nu mogelijk dat hetzelfde stuk land meerdere malen<br />
tussen dezelfde partijen wordt verpacht.)<br />
Onomkeerbaar groen<br />
In dit scenario wordt op twee manieren zorg gedragen voor een onomkeerbare groene en open Boterhuispolder:<br />
• Het scenario laat voldoende ruimte aan de agrariërs in het gebied om ook op lange termijn hun bedrijfsvoering te kunnen<br />
uitoefenen.<br />
• vergroting van natuurwaarden en cultuurhistorische kwaliteiten in het gebied draagt bij aan provinciale doelstellingen van<br />
het gebied. Beschermende maatregelen vanuit de Provincie en Rijk beschermen de polder op de lange termijn<br />
Toegankelijkheid<br />
In dit scenario wordt de toegankelijkheid van de polder alleen letterlijk vergroot door enkele boerenlandpaden te<br />
introduceren. Daarnaast worden de mogelijkheden voor beleving van het gebied verbeterd door de Zijldijk autoluw te maken<br />
en Nieuwe Weg voor auto’s af te sluiten. Hierdoor worden ook betere (en veiligere) omstandigheden voor fi etsers gecreëerd.<br />
Informatiepanelen en vogelobservatieposten completeren dit scenario.<br />
29
30 Grutto
Varianten<br />
Voor het voorgestelde scenario ‘Natuur en landbouw hand in hand’ zijn de volgende varianten denkbaar:<br />
• Behalve de gemeente zou bijvoorbeeld ook Staatsbosbeheer de gronden in eigendom kunnen krijgen. Om dit werkbaar<br />
te houden zouden er echter niet teveel voorwaarden aan het beheer gesteld moeten worden en moet uiteraard ook<br />
van langdurige pacht worden uitgegaan.<br />
• Om de geomorfologische en aardkundige waarden van de veenkreken te behouden kunnen ook bestaande sloten<br />
worden verbreed in plaats van de originele veenkreken.<br />
• Naast enkele boerenlandpaden is ook een uitgebreider netwerk van (fi ets)paden denkbaar zoals in de discussie tijdens<br />
het tweede werkatelier is besproken waarbij cultuurhistorie en weidevogels maatgevend blijven.<br />
Uitwerkingsopgaven<br />
Specifi eke opgaven waar nadrukkelijk aandacht aan moet worden besteed wanneer dit scenario gekozen wordt zijn:<br />
• Uitwerken van de juridische regeling van een grondbank met langdurige pachtcontracten.<br />
• Welke beperkingen levert dit scenario op voor agrarische bedrijfsvoering in de toekomst? Kan het zijn dat het aantal<br />
koeien per hectare bijvoorbeeld aan maxima worden gekoppeld.<br />
• Een studie naar herinrichting en herverdeling van de kavels zodat agrarisch verkeer op openbare weg achterwege kan<br />
blijven.<br />
uitgesteld maaibeheer<br />
31
Boterhuispolder 2030<br />
Beste Francien<br />
Je wist dat we altijd al mooi woonden aan de rand van het<br />
Groene Hart maar de laatste jaren is het steeds mooier geworden.<br />
We kunnen nu prachtig die mooie polder in fietsen<br />
waar we vroeger allen heen en weer fietsten op de Zijldijk tussen<br />
alle auto’s. Van het weekend nog is Kees met de kinderen<br />
naar de boer Berend geweest waar je met de lammetjes mocht<br />
knuffelen. De kleine was er niet weg te slaan.<br />
Als je een keer langs komt fietsen we ook door naar de haven.<br />
Daar kunnen we dan een bootje huren en zeilen we plassen<br />
op. Met mijn zeillessen achter de rug moet dat nu wel lukken.<br />
En kunnen we als we terug komen gaan we lekker eten bij het<br />
havenrestaurant.<br />
We maken snel een afspraak.<br />
Groetjes<br />
Elleke<br />
32<br />
collage vertrekpunten van het werkatelier
4.4 SCENARIO: DE POLDER IN!<br />
Voorheen was de titel van dit scenario ‘Tussen <strong>Leiderdorp</strong> en water’. Gedurende het proces is de nadruk echter steeds meer<br />
op de recreatieve toegankelijkheid komen te liggen, in plaats van de mogelijkheden en combinaties met water. Het scenario<br />
speelt immers niet specifi ek in op ligging aan de Kagerplassen. Door deze ontwikkeling en dus verandering van de inhoud is<br />
er voor gekozen om de titel te wijzigen in : De polder in!<br />
Visie<br />
In dit scenario staan de mensen centraal. Mensen uit de regio moeten de polder kunnen beleven en erin kunnen recreëren<br />
om zo de relatie tussen polder en de <strong>Leiderdorp</strong>ers (en Leidenaren) te verstevigen met behoud van het agrarische<br />
en cultuurhistorische karakter. Naast educatie, waarmee de kennis over de polder wordt vergroot wil dit scenario de<br />
gebruikswaarde van de polder vergroten. Zo gaat de polder (weer) onderdeel uit gaat maken van het collectieve geheugen<br />
van de mensen uit de regio. ‘Onze Boterhuispolder!’ Zo worden onder andere nieuwe voet- en fi etspaden en kanoroutes<br />
ontwikkeld om de gebruikswaarde van de polder te verbeteren en de beleving te verhogen. Men kan straks de polder in.<br />
Dit scenario zet zo breed in om met het verhogen van de gebruikswaarde de polder onomkeerbaar groen te maken, immers<br />
het verbeteren van de relatie zorgt voor waardering en bescherming. Bekend maakt hier bemind.<br />
Inrichting- en beheersmaatregelen<br />
Boeren als basis voor de polder<br />
Het agrarische karakter van de Boterhuispolder is een basiskwaliteit die tot in de lengte van jaren gewaarborgd moet worden.<br />
Het ervaren van het open grasland, met de koeien en schapen is een steeds zeldzamer wordende kwaliteit. Een bijna<br />
verborgen kwaliteit omdat de polder niet in het collectieve geheugen van de <strong>Leiderdorp</strong>er en Leidenaar is te vinden. Het is<br />
een polder die nauwelijks toegankelijk is voor de stedeling. Alleen vanaf de randen (de Zijldijk en de Leidseweg) heeft men in<br />
de huidige situatie zicht op de polder.<br />
Het is belangrijk om de gebruikswaarde van de polder voor de stedeling te laten toenemen, zodat de kwaliteiten van de<br />
polder door alle burgers worden onderkend. Dit betekent niet dat de polder wordt volgestopt met recreatiemogelijkheden. Er<br />
wordt onderscheid gemaakt in twee zones:<br />
• Het uitloopgebied: Het gebied tussen de Nieuwe Weg en de wijk Leyhof wordt een uitloopgebied voor de stedeling.<br />
Een groen gebied direct aansluitend op de stad waar men kan wandelen, fi etsen, spelen, een rondje met de hond<br />
maken etc. Dit gebied wordt beheerd en geëxploiteerd door een zogenaamde verbrede boer, wiens verdiensten<br />
niet zozeer uit productie komen, maar uit andere inkomsten zoals recreatie, natuur, educatie en de verkoop van<br />
streekproducten.<br />
• Het verbreed agrarisch landschap: In het noordelijke deel van de polder is volop ruimte voor productie-boeren<br />
(melkveehouders) en ligt de nadruk op extensieve vormen van recreatie en neveninkomsten.<br />
Het uitloopgebied<br />
In de zone tussen <strong>Leiderdorp</strong> en de Nieuwe Weg vervalt dus de primaire agrarische productiefunctie. Specifi ek dit deel van<br />
de polder wordt weliswaar agrarisch beheerd, maar is gericht op beleving van de polder en de beleving van het agrarische<br />
gebruik.<br />
Het mozaïek patroon van het landschap is hier aanleiding om diverse soorten beheer toe te passen. Verruiging en vernatting<br />
van verschillende delen waardoor nieuwe natuur ontstaat wordt gecombineerd met het houden van kleinvee (bijvoorbeeld<br />
schapen). Hoog opgaande beplanting wordt vermeden in verband met de weidevogels en zicht op het landschap.<br />
Recreatie gaat hier samen met natuur. Een netwerk van paden doorkruist het gebied en waar mogelijk wordt de verbinding<br />
met de bestaande stad gezocht. De paden kruisen waar mogelijk de provinciale weg om aan te takken op het bestaande<br />
stedelijke netwerk; vooral de relatie met de Leyhof is van belang. Naast wandelen is er ruimte voor trimmen, fi etsen,<br />
skeeleren, kanoën, etc. De paden in dit gebied zijn het hele jaar toegankelijk.<br />
In de zuidoost hoek is ruimte voor een nieuwe ‘boerderij’ die naast het beheer ook de uitvalsbasis vormt voor recreatieve<br />
activiteiten. Afhankelijk van de verbrede boer (de exploitant) is de boerderij het startpunt voor activiteiten in de<br />
Boterhuispolder, zoals paardrijden, kanovaren, boerengolf etc. (een beperkte variant op ‘het Geertje’). Naast de recreatieve<br />
functie zal (natuur)educatie een belangrijke functie vormen van de boerderij.<br />
De reeds bestaande uitspanning ‘de Zijlstroom’ kan zich ook tot een uitvalsbasis voor recreatieve activiteiten ontwikkelen.<br />
Aansluitend bij de roeivereniging kan worden onderzocht of hier mogelijkheden zijn voor een kano-verhuur en/of<br />
aanlegsteiger voor boten.<br />
33
34<br />
DE POLDER IN!
Verbreed agrarisch landschap<br />
In het deel van de polder ten noorden van de Nieuwe Weg behouden de agrariërs hun functie om het landschap open en<br />
groen te beheren. Het mozaïeklandschap biedt hier aanleiding om lage percelen te vernatten en de ruimte te geven aan<br />
natuurontwikkeling. Samen met de bestaande natuurmaatregelen die de boeren nemen (bijvoorbeeld uitgestelde maaidatum)<br />
ontstaat in dit deel van de polder zo een gebied met een aangename ruimtelijke diversiteit, dat inspeelt op de bestaande<br />
landschappelijke karakteristiek. Een gebied dat zowel ruimte biedt aan de beleving van agrarische productie als aan<br />
weidevogels.<br />
In dit scenario worden boeren actief gestimuleerd om hun activiteiten te verbreden. Naast een breder inkomen moet dat<br />
specifi ek de beleving van de <strong>Leiderdorp</strong>ers op het platteland verbeteren. Dat vraagt ook om promotie van deze verbreding<br />
(bijvoorbeeld de verkoop streekproducten of thee schenkerij) in de Leidse regio. Dit geeft stedelingen een doel om de polder<br />
in te gaan en haar unieke kwaliteiten te beleven. Eventueel vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing kan worden ingezet<br />
ten behoeve van deze doeleinden.<br />
De oude Veenkreken worden in dit scenario royaal verbreed in combinatie met natuurlijke oevers en rietzones. Door deze te<br />
combineren met wandelpaden (onverhard), visstekken en routes voor kano’s (met overdraagplekken naar andere kanoroutes)<br />
zijn deze nieuwe functies goed landschappelijk ingepast. Een van de kreken loopt door tot de stadsrand en vormt daarmee<br />
een prachtige verbinding. Onderzocht moet worden of de kreken breed genoeg zijn (of gemaakt kunnen worden) om ruimte<br />
te bieden aan boten van de roeivereniging.<br />
De paden moeten in het uiteindelijke inrichtingsplan zo gelegd worden dat grote weidevogelgebieden niet verstoord worden.<br />
In het werkatelier wordt de discussie gevoerd of de (struin-)wandelpaden alleen buiten het broedseizoen toegankelijk moeten<br />
zijn (zoals in het scenario ‘natuur en landbouw hand in hand’). Omdat de beleving en gebruikswaarde uitgangspunt vormt van<br />
dit scenario is daar niet voor gekozen. Het blijft wel nadrukkelijk een mogelijke variant binnen dit scenario.<br />
Verkeersoverlast Nieuwe Weg en Zijldijk<br />
Om het doorgaand autoverkeer over de Nieuwe Weg te verminderen, wordt de weg getransformeerd tot fi etspad. Door de<br />
weg het uiterlijk van een breed fi etspad (2-richtingen) mee te geven wordt de mentale barrière om deze weg als automobilist<br />
te gebruiken, verhoogd. Het fi etspad blijft wel toegankelijk voor het agrarische verkeer (t.b.v. boerderijen aan de Zijldijk)<br />
De verkeerssituatie aan de Zijldijk is problematisch. Het autoverkeer en de parkeerproblemen zijn hier in het weekend<br />
behoorlijk groot. Met het vergroten van de recreatieve potenties in het gebied zal de verkeersdruk op de Zijldijk alleen maar<br />
toenemen. In het huidige profi el moet naast recreatief verkeer (wandelaars en fi etsers) ook ruimte zijn voor agrarisch verkeer,<br />
auto’s en parkeren. In het atelier wordt de suggestie gedaan om in het weekend betaald parkeren in te stellen langs de<br />
Zijldijk en de opbrengsten te stoppen in een gebiedsfonds voor de Boterhuispolder. Daarnaast is gesproken over het mogelijk<br />
aanleggen van een apart voet/fi etspad naast de bestaande weg. Hoe de verkeersproblematiek aan te pakken op de Zijldijk is<br />
in ieder geval een vraag die nader onderzoek vereist.<br />
Rondje Boterhuispolder<br />
In aanvulling op bovenstaande paden en routes wordt ook het rondje Boterhuispolder geïntroduceerd. Het ontbreken hiervan<br />
in de huidige situatie wordt als een groot gemis ervaren. In dit scenario wordt daarom rondom de polder een fi ets-wandelskeelerpad<br />
gelegd. Aansluitend op de bestaande Zijldijk wordt aan de noordzijde van de polder een kortsluiting gemaakt<br />
richting de Leidseweg. Het pad is verhard en voldoende breed voor wandelaars en fi etsers.<br />
Daarnaast kan worden onderzocht of het mogelijk is een onverharde berm naast dit pad te maken zodat de route ook<br />
geschikt wordt voor paarden indien daar behoefte aan is. De lengte van het rondje 7 kilometer maakt het tot een fl inke<br />
wandeling en een uitstekend trimrondje. Voor fi etsers is aansluiting op andere netwerken (met pontjes richting Kaagsocieteit<br />
en Rozenpad) gewenst.<br />
Langs de route buitenom worden informatie borden geplaatst om de passanten te wijzen op de kwaliteiten van het landschap.<br />
35
36<br />
referentiebeeld vlonderpaden door het landschap
Onomkeerbaar groen<br />
Het garanderen van de onomkeerbaarheid van de open groene polder is te gieten in publiekrechtelijke en privaatrechtelijke<br />
afspraken en dat zal ook nodig zijn. De essentie van dit scenario is echter het vergroten van de betrokkenheid van de<br />
gewone burger bij de polder.<br />
Bij de Leidenaar en <strong>Leiderdorp</strong>er zal de waardering voor de polder toenemen als de gebruikswaarde er van toeneemt. Nu<br />
is de Boterhuispolder een polder die nauwelijks toegankelijk is voor de stedeling. De waarde van de polder wordt slechts<br />
door belangengroeperingen onderkend. Het is belangrijk om de gebruikswaarde van de polder voor de stedeling te laten<br />
toenemen. Het maken van een recreatieve zone maakt dat iedereen de schoonheid van de polder kan ervaren zodat dit<br />
onderdeel gaat uitmaken van het collectieve geheugen….Het is onze mooie open groene polder.<br />
Als alle burgers het belang en de waarde van de openheid weten te waarderen, zal deze in de toekomst niet meer snel ter<br />
discussie komen te staan.<br />
Daarnaast wordt in dit scenario in de volgende maatregelen voorzien om de polder open en groen te houden:<br />
De Boterhuispolder moet aangemerkt worden als Parel van het Groene Hart. Een status die zij alleen al gezien het unieke<br />
verkavelingspatroon waard is. Over deze parels in het Groene Hart mag in de toekomst geen discussie meer zijn! Daarmee<br />
moet het groen en de agrarische bestemmingen met hoge cultuurhistorische waarde voldoende zijn om speculanten buiten<br />
de deur te houden.<br />
Tevens wordt ook in dit scenario een grondbank opgezet met de boeren en andere grondeigenaren (zoals de gemeente)<br />
als bestuurders. Samen staan ze sterk voor een groen en open Boterhuispolder. De gemeenschappelijke eigenaren sluiten<br />
vervolgens een verdrag met gemeentes, pachters, Van Ade, het Hoogheemraadschap Rijnland en de provincie waarbij wordt<br />
aangehaakt aan regionaal en nationaal beleid om de polder open en groen te houden.<br />
Toegankelijkheid<br />
De toegankelijkheid krijgt in dit scenario een grote impuls. Direct gekoppeld aan <strong>Leiderdorp</strong> ontstaat een dicht netwerk voor<br />
verschillende mobiliteiten. Een verhard pad rond de polder biedt wandelaars, skeeleraars en fi etsers veel mogelijkheden.<br />
Zeker wanneer dat onderdeel uitmaakt van regionale netwerken. De struinpaden en kanoroutes (met overdraagplekken)<br />
langs de kreken vormen hierop een belangrijke aanvulling. Het idee wordt geopperd om paden in kwetsbaar gebied te<br />
voorzien van sloten aan weerszijden zodat betreden van het grasland onmogelijk wordt.<br />
Varianten<br />
Voor het voorgestelde scenario ‘De Polder In!’ zijn de volgende varianten mogelijk:<br />
• Naast ruimte voor kano’s kan er ook ruimte zijn voor fl uisterboten in de Boterhuispolder.<br />
• Naast de getekende kreken is het goed denkbaar meer water in de Boterhuispolder te realiseren. Daarbij kan het<br />
water de Dwarswetering door middel van een handbedienbaar sluisje in verbinding worden gebracht met de kreken in<br />
de Boterhuispolder.<br />
• Zoals eerder vermeld is het goed denkbaar één of meerdere paden in het broedseizoen af te sluiten ten bate van de<br />
weidevogels.<br />
• In het scenario is de Nieuwe Weg grens van het uitloopgebied gebruikt. Het is echter ook denkbaar de Nieuwe Weg te<br />
verwijderen en een grillige rand tussen beiden aan te brengen gevormd door de historische verkaveling waarmee recht<br />
wordt gedaan aan de structuur van het landschap.<br />
Uitwerkingsopgaven<br />
Specifi eke opgaven waar nadrukkelijk aandacht aan moet worden besteed wanneer dit scenario gekozen wordt zijn:<br />
• Nadere studie naar de grondbank. Uitzoeken of het mogelijk is eenmalig een bedrag in de grondbank te stoppen om<br />
zo de polder onomkeerbaar groen te maken. De polder zou hierbij wellicht als pilot voor LNV kunnen dienen;<br />
• Nadere studie voor de locatie van de paden in het gebied boven de Nieuwe Weg zodat de grote<br />
weidevogelbroedgebieden niet worden verstoord. Hierbij kan de optie voor ruiterpaden worden meegenomen;<br />
• Aandacht voor de mogelijkheden van de overheid om verbreding van de landbouw stimuleren. Hierbij de mogelijkheid<br />
van beweiding van paarden van particulieren meenemen als vorm van verbreding;<br />
• Detailstudie naar de wijze waarop de Zijldijk moet worden ingericht om ruimte te bieden aan de verschillende<br />
(recreatieve) verkeersstromen op termijn;<br />
• Onderzoeken of het mogelijk is het verbrede oude krekenpatroon geschikt te maken voor roeiboten van o.a. de<br />
roeivereniging Asopos de Vliet?<br />
37
38<br />
5PLEITNOTA’S
5.1 TOETSINGSCRITERIA<br />
In het vorige hoofdstuk zijn de drie verschillende toekomstscenario’s voor de Boterhuispolder geschetst. Het toetsen van<br />
deze scenario’s vindt plaats in de komende hoofdstukken. In dit hoofdstuk zijn de voors en tegens bij elk scenario gebundeld<br />
in zogenaamde pleitnota’s, zoals verwoord door de deelnemers aan het derde werkatelier.<br />
Door de gemeenteraad van <strong>Leiderdorp</strong> zijn de volgende randvoorwaarden/toetsingscriteria meegegeven bij de start van dit<br />
traject. Een scenario voor de Boterhuispolder;<br />
• biedt de garantie dat de Boterhuispolder ook op lange termijn een groen en open polderlandschap blijft, zonder<br />
bebouwing;<br />
• maakt het gebied beter toegankelijk voor extensieve recreatie (bijvoorbeeld wandelen, fi etsen, kanoën);<br />
• verlaagt het waterpeil niet, tenzij de autonome maaivelddaling daarom vraagt;<br />
• brengt geen grotere daling van het maaiveld met zich mee dan de autonome maaivelddaling van dit veenweidegebied;<br />
• zorgt voor een minder ‘harde’ overgang tussen stad en platteland;<br />
• respecteert en behoudt zoveel mogelijk de cultuurhistorische en ecologische kwaliteiten van de Boterhuispolder;<br />
• is zo mogelijk verenigbaar met bestaande plannen voor het Teylingse deel van de Boterhuispolder, voor zover dit niet<br />
strijdig is met de <strong>Leiderdorp</strong>se wensen en eisen;<br />
• is niet strijdig met wetgeving en relevant beleid van gemeente, provincie en rijk;<br />
• is fi nancieel en organisatorisch haalbaar.<br />
Zowel in de startbijeenkomst als in de bijeenkomst waarin de pleitnota’s voor de verschillende scenario’s zijn bedacht, zijn<br />
de toetsingscriteria verder aangevuld door de verschillende deelnemende partijen in de ateliers. Deze uitgebreide lijst met<br />
criteria vormde de basis voor de discussie over de voor en nadelen van de verschillende scenario’s, die zijn samengevat in<br />
de zogenaamde pleitnota’s in dit hoofdstuk<br />
Om de pleitnota’s goed te kunnen vergelijken, zijn de criteria gebundeld onder een vijftal kopjes.<br />
De uitgebreide lijst met randvoorwaarden/toetsingscriteria ziet er als volgt uit<br />
Een toekomstscenario voor de Boterhuispolder:<br />
Openheid en onomkeerbaar groen<br />
• Behoudt het groene en open karakter (weidsheid) van de polder;<br />
• Biedt de garantie van een onomkeerbare groenzone: de garantie op een groene en open Boterhuispolder op de lange<br />
termijn;<br />
• Voegt geen nieuwe bebouwing toe in de polder<br />
• Zorgt voor een goede stadsrand naar de polder.<br />
39
Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />
• Respecteert en behoudt zoveel mogelijk cultuurhistorische waarden (o.a. de Karolingische verkaveling);<br />
• Behoudt en ontwikkelt de landschappelijke waarden en voorkomt negatieve effecten die de identiteit aantasten (o.a. de<br />
veenkreken);<br />
• Respecteert en behoudt zoveel mogelijk ecologische waarden (vooral de weidevogels (broedvogels en trekvogels) en<br />
rustgebied);<br />
• Zorgt dat er geen verlaging van het waterpeil plaatsvindt (niet meer dan door autonome maaivelddaling nodig is) en<br />
dat er niet meer dan autonome bodemdaling plaatsvindt;<br />
• Zorgt dat er geen aantasting van de grondwaterkwaliteit en het grondwaterpeil plaatsvindt;<br />
Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />
• Behoudt het agrarische karakter van de polder (de koe in de wei);<br />
• Draagt zorg voor levensvatbaarheid en duurzaamheid van agrarische bedrijfsvoering;<br />
• Verbetert de waardering voor agrarische werkzaamheden.<br />
40
Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />
• Vergroot de beleving van de polder door (stedelijke) recreanten;<br />
• Verbetert de toegankelijkheid voor extensieve recreatie;<br />
• Biedt een oplossing voor de verkeersoverlast op de Zijldijk en de Nieuwe Weg;<br />
• Verbetert de mogelijkheden voor educatie over het gebied en de polders;<br />
• Vergroot de recreatieve toegankelijkheid voor iedereen.<br />
Ligging ligging Boterhuispolder<br />
Polder Achthoven in<br />
regionaal in regionaal recreatienetwerk<br />
verband<br />
Legenda<br />
Bestaand:<br />
Fietsroutes<br />
Bestaande fietspaden<br />
Boerenlandpad<br />
Pont of brug<br />
Gepland:<br />
Fietspadenplan provincie 2006<br />
Fietsplan ‘96 voormalige vervoersregio Rijnen<br />
Bollenstreek<br />
Pont of brug<br />
Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />
• Is fi nancieel uitvoerbaar;<br />
• Is organisatorisch haalbaar;<br />
• Is verenigbaar met de plannen van de gemeente Teylingen en het relevante Provinciale en Rijks- beleid;<br />
• Heeft draagvlak bij grondeigenaren.<br />
De argumentatie voor of tegen een scenario is in het derde werkatelier door de deelnemende partijen op papier gezet.<br />
Enkele argumenten zijn in slotbijeenkomst verder aangevuld. Achter een aantal argumenten is door de atelierleiding een *<br />
geplaatst. Dit betekent dat er in de ogen van de atelierleiding sprake is van onvoldoende onderbouwing van het argument,<br />
danwel dat het niet duidelijk is of niet begrepen wordt. Ook is een * geplaatst wanneer het niet ging om een argument<br />
maar om een (niet onderbouwde) mening. Daarnaast is achter sommige argumenten een ** geplaatst. Dit betekent dat de<br />
argumentatie in strijd is met wat door een expert in het volgende hoofdstuk wordt beweerd.<br />
41
5.2 SCENARIO GOLFEND AGRARISCHE LANDSCHAP<br />
5.2.1 PLEITNOTA VÓÓR<br />
Openheid en onomkeerbaar groen<br />
• Een golfbaan is een goede buffer tegen de verstedelijking van de Boterhuispolder waardoor de polder open en groen<br />
blijft, want:<br />
o Een golfbaan kent een hoog investeringsniveau waardoor een andere functie geen bestaansrecht heeft;<br />
o De groene bestemming is privaatrechtelijk veiliggesteld wat veel meer garantie geeft dan een<br />
bestuursrechtelijke bestemming in een bestemmingsplan. (Omdat dat politiek bepaald wordt en dus elke vier<br />
jaar kan wisselen);<br />
o Het scenario zet in op een verweving van functies: landbouw, (nieuwe) natuur, golf, extensieve recreatie en<br />
stedelijk uitloopgebied.<br />
• Landgoederen leveren een belangrijke bijdrage het landschap, omdat:<br />
o De randen van het gebied die gevoelig zijn voor verrommeling worden vastgelegd;<br />
o Een extra economische drager wordt geïntroduceerd;<br />
o Tegemoet wordt gekomen aan de vraag van enkele grondeigenaren, waardoor draagvlak voor de gebiedsvisie<br />
wordt verkregen bij deze grondeigenaren. Hiermee krijgen de grondeigenaren waardering voor het jarenlang in<br />
stand houden van het landschap tegen een laag rendement; *<br />
o Door de constructie met een grondbank waarvoor fi nanciële middelen worden gegeneerd door middel van<br />
landhuizen, krijgen de agrariërs bestaanszekerheid voor de lange termijn. ** (Van Keulen en van Zutphen)<br />
Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />
• Een golfbaan kent een duurzaam beheer waardoor verrommeling en verwaarlozing van het landschap niet aan de orde<br />
zal zijn;<br />
• Een golfbaan levert nieuwe (anders dan bestaande) natuur op door natuurbouw en natuurbeheer waarbij gewerkt<br />
wordt volgens Europese richtlijnen van de Golffederatie: ‘committed to green’;<br />
• De hoofdlijn van de historische verkaveling blijft overeind en de historische veenkreken worden versterkt;<br />
• In het noordelijke deel van de polder krijgen weidevogels alle ruimte.<br />
Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />
• Het scenario kan werkgelegenheid opleveren, wat voor de bestaande boeren een belangrijke neveninkomst kan zijn.<br />
• Een golfbaan vraagt een intensief beheer wat samen met andere functies (o.a. horeca en leraren) tot circa 15<br />
arbeidsplaatsen op kan leveren;<br />
• Het agrarische karakter blijft rond de golfpercelen gehandhaafd als beheerlandbouw;** (LEI)<br />
• Ten noorden van de golfbaan is ruimte voor economisch vitale bedrijven. ** (LEI)<br />
Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />
• Het scenario verbetert de recreatieve mogelijkheden van het gebied;<br />
• Het scenario laat zich moeiteloos combineren met andere wensen ten aanzien van natuur en recreatie uit de andere<br />
scenario’s (zoals wandelpaden, natte natuur, boerenlandpaden en observatiehutten);<br />
• Het verkeersprobleem van de Nieuwe Weg vervalt door het opheffen van deze verbinding. Voor de Zijldijk wordt<br />
het probleem opgelost door daar een fi ets- en bestemmingsverkeer functie aan toe te kennen. Bundeling van de<br />
watersport in het noorden levert geen probleem op wanneer een nieuwe ontsluiting wordt gerealiseerd.<br />
Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />
• Financieel uitvoerbaar mits de grondprijs realistisch is;<br />
• Organisatorisch uitvoerbaar, omdat er een club is en er een markt is voor golf, maar ook voor landgoederen. Zo zijn er<br />
verschillende exploitanten geïnteresseerd.<br />
42
5.2.2 PLEITNOTA TEGEN<br />
Openheid en onomkeerbaar groen<br />
• Bij introductie van een golfbaan en zeker bij een niet fi nancieel renderende golfbaan bestaat het risico dat andere niet<br />
groene functies in de polder worden geïntroduceerd (zoals woningbouw). Met een clubhuis, parkeerplaats en verlichte<br />
driving range is de basis gelegd;<br />
• Landgoederen in het noorden van de polder zijn in strijd met het doel om de polder open te houden.<br />
• Het scenario golf vraagt om een tot 1,40 m geaccidenteerd terrein wat de openheid van het landschap aantast *<br />
Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />
• De cultuurhistorische, ecologische en landschappelijke waarden gaan verloren en zijn nooit meer te herstellen:<br />
o Het verkavelingspatroon wordt verstoord en op sommige plekken kapot gemaakt;<br />
o Het agrarische veenweide karakter verdwijnt op de plek van de golfbaan en verschuift naar het noorden.<br />
• De aanleg van de golfbaan verstoort het geheel van de Boterhuispolder die bepaald wordt door ecologische,<br />
landschappelijk en cultuurhistorische waarden. Het geheel, de som der delen is weg;<br />
• De waterkwaliteit verandert door dempen van watergangen en vergraven van het terrein evenals door andere inrichting<br />
en beheer; ** (Jol)<br />
• Om het hele jaar de baan bespeelbaar te houden (nodig voor exploitatie) zal het waterpeil moeten worden verlaagd<br />
aangezien ophoging door de slechte grond nauwelijks mogelijk is. Waterpeilverlaging dreigt, waardoor inklinking van<br />
veen wordt veroorzaakt;** (Jol)<br />
• De weidevogels worden door golf in (vrijwel) de hele polder verstoord. Ter plaatse van de golfbaan wordt de biotoop<br />
vernietigd.<br />
• Het creëren van natuurwaarden met een ‘ecologische golfbaan’ is op zijn minst discutabel;*<br />
• Lichtvervuiling door driving range;<br />
• Het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij golf is erg intensief: dit geeft een risico voor het grond- en oppervlakte<br />
water.** (Jol)<br />
Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />
• De verkaveling wordt door de golf functie te versnipperd voor agrarisch gebruik.<br />
Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />
• De polder wordt ingericht ten bate van een kleine doelgroep. Hiermee privatiseert de polder die van de hele regio is;<br />
• Het gebied wordt weliswaar beter toegankelijk maar de karakteristieke polder is weg;<br />
• Er is nieuwe verkeersoverlast te verwachten op de wegen die naar het golfcomplex leiden. *<br />
Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />
• Het scenario is fi nancieel niet haalbaar, omdat het niet realistisch is de gronden voor de golffunctie tegen agrarische<br />
waarden te verwerven; ** (Van Keulen en van Zutphen)<br />
• Een golffunctie is in strijd met het beleid van de gemeente Teylingen en de provincie;<br />
• Compensatie van natuur die verloren gaat (wettelijk verplicht) is niet mogelijk. Voor de aanleg van de HSL was dit al<br />
een groot probleem. *<br />
• Met de plannen voor een golfbaan in het gebied kom je niet meer in aanmerking voor provinciale en rijkssubsidies voor<br />
de verbetering van het landschap. *<br />
• De realisatie van landgoederen op het grondgebied van de gemeente Teylingen is niet waarschijnlijk.<br />
• Het maken van een golfbaan gaat niet samen met de realisatie van een Ecologische Hoofdstructuur en het<br />
Belvedèrebeleid. *<br />
• Het scenario voldoet aan geen van de door de gemeenteraad opgestelde criteria. ** (diverse experts)<br />
43
5.3 SCENARIO NATUUR EN LANDBOUW HAND IN HAND<br />
5.3.1. PLEITNOTA VÓÓR<br />
Openheid en onomkeerbaar groen<br />
• Het scenario draagt zorg voor het behoud van openheid, het groen en de agrarische functie, in combinatie met de<br />
belevingswaarde;<br />
• Er is veel aandacht voor het open karakter van de polder;<br />
• De hele polder kan als buffer worden gezien waardoor de ‘afronding van de stadsrand’ dus niet nodig is.<br />
Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />
• De unieke fl ora en fauna (met name de aanwezigheid van de vele weidevogels) wordt behouden en versterkt;<br />
• In dit scenario wordt de toekomst voor cultuur-historische, natuur- en agrarische waarden het beste gegarandeerd..<br />
Cultuurhistorie, natuur en agrarische bedrijven zijn niet los van elkaar te zien. Haal één van de elementen weg dan<br />
blijft er weinig over van wat het gebied zo waardevol maakt Daarom is de som der delen van de drie genoemde<br />
waarden, gezamenlijk veel meer waard dan ieder deel op zichzelf;<br />
• De waterkwaliteit en het waterpeil worden in dit scenario gegarandeerd (er zijn slechts geringe aanpassingen).<br />
Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />
• Het geeft een goede toekomst voor de beheerders van het landschap, de agrariërs, en deze krijgen op hun beurt<br />
positieve waardering, wat het geheel uiteindelijk versterkt;<br />
• Het is in meerdere opzichten het meest duurzame scenario. Omdat dit scenario de beheerders van het gebied het<br />
meeste plezier in het werk geeft, het beste uitzicht op een redelijk inkomen. Vanuit dat plezier en die beloning is een<br />
langdurige instandhouding gegarandeerd.<br />
Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />
• Er is hier aandacht voor educatie: de oorspronkelijkheid van het gebied moet blijven: “hier liggen de wortels van het<br />
bestaan in deze streek”;<br />
• Beleving van het gebied vindt vooral plaats vanaf de randen. De beleving is goed mogelijk zonder het gebied te<br />
verstoren;<br />
• Extensieve recreatie wordt met mate toegepast.<br />
Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />
• Dit scenario biedt de beste basis ** (gemeente Teylingen)voor de samenwerking met de gemeente Teylingen.<br />
Teylingen (de raad) heeft zich meerdere malen expliciet uitgesproken voor in stand houding van de agrarische invulling<br />
van de polder;<br />
• Financieel is dit het meest aantrekkelijke en best **(van Keulen en van Zutphen) haalbare scenario. Er zijn geringe<br />
investeringen nodig en men loopt geringe risico’s. Het scenario is aantrekkelijk voor subsidies voor verbetering van het<br />
agrarisch cultuurlandschap in het Groene Hart;<br />
• Het heeft de grootste **(van Keulen en van Zutphen) kans op het verkrijgen van subsidies. De Provincie Zuid Holland<br />
kent diverse subsidie regelingen in verband met het versterken van Groene Hart kwaliteit;<br />
• Dit scenario is het best verenigbaar met rijks- en provinciaal beleid; *<br />
• Breed draagvlak (zowel politiek als maatschappelijk); *<br />
• De gemeente kan zonder al teveel belemmeringen de eerste stappen zetten.<br />
44
5.3.2. PLEITNOTA TEGEN<br />
Deze pleitnota werd door de groep ‘verbeterpunten’ genoemd, omdat niemand nu echt tegen natuur en de bestaande agrariër<br />
is.<br />
Openheid en onomkeerbaar groen<br />
• Het verzoek van de raad was in eerste instantie om zorg te dragen voor een ‘zachte’ overgang. Dit scenario voorziet<br />
hier niet in;<br />
• Wanneer nieuwe geriefhoutbosjes worden aangepland, kan dit de openheid aantasten (= hoger dan 1,60 m). En ook<br />
bestaat het risico dat, wanneer het te hard groeit, roofvogels aangetrokken worden die weer een bedreiging vormen<br />
voor de weidevogelpopulatie.** (ecoloog Royal Haskoning)<br />
Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />
• Het verbreden van kreken kan ook leiden tot het verdwijnen van natuurwaarden langs de oevers en de<br />
cultuurhistorische bodemopbouw. Wanneer er teveel kreken worden verbreed, wordt de geomorfologie teveel<br />
aangetast. Waarom wordt er niet voor gekozen om de gegraven sloten te verbreden?<br />
Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />
• De (juridische) bescherming van natuurwaarden kan belemmeringen veroorzaken voor de uitoefening van agrarische<br />
werkzaamheden;<br />
• In dit scenario is geen goede economische drager om het gebied te kunnen behouden. ** (LEI)<br />
Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />
• Het scenario kent onvoldoende verbetering van extensieve recreatie. De stedeling wordt onvoldoende aangemoedigd<br />
om het gebied te beleven;<br />
• Vogelaars kunnen een verkeeraantrekkende werking hebben. *<br />
Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />
• Er is nu geen goede privaatrechtelijke basis voor de lange termijn (voor wat betreft de eigendom van de gronden);<br />
• Bij aandacht voor natuur zal er altijd geld bij moeten;*<br />
• De realisatie van een grondbank is moeilijk haalbaar. Er is namelijk wel geld voor nodig en ook is een en ander<br />
afhankelijk van de bestaande grondposities; ** (Van Keulen en van Zutphen: haalbaarheid grondbank in alle scenario’s<br />
gelijk)<br />
• De polder is in dit scenario niet toegankelijk genoeg voor de gemeente Teylingen?<br />
45
5.4 SCENARIO DE POLDER IN!<br />
5.4.1 PLEITNOTA VÓÓR<br />
Openheid en onomkeerbaar groen<br />
• Door de zone ‘verbreed agrarisch landschap’ is, is er bescherming voor de soorten die rust en openheid nodig hebben<br />
(zeker bij afsluiting in broedseizoen);<br />
• Het scenario biedt de beste buffer tegen verstedelijking door enerzijds een openbaar uitloop gebied als buffer waar<br />
veel mensen van genieten en waar geïnvesteerd is. Anderzijds door verbeteren van de beleefbaarheid met als gevolg<br />
waardering voor het boerenland ten noorden daarvan.<br />
Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />
• Het scenario heeft een goede combinatie met de zone ‘uitloopgebied’ en de zone ‘verbreed agrarisch landschap’ (goed<br />
voor natuurbehoud en weidevogels);<br />
• Op deze wijze bescherm je tevens de cultuurhistorische waarden en agrarisch gebruik (omdat er weinig veranderingen<br />
plaatsvinden);<br />
• Het voorgestelde mozaïekbeheer benadrukt het bestaande kavelpatroon en versterkt de natuurwaarden<br />
• Kreken verbreden geeft de mogelijkheid om het verhaal van het ontstaan van het landschap te vertellen (maar<br />
de morfologie wordt wel vernield). Optie is om de bestaande watergangen (gegraven) te verbreden: maak deze<br />
toegankelijk voor recreanten en tast geomorfologie niet aan. Daarbij gevolgen voor weidevogels eerst goed in beeld<br />
brengen;<br />
• Er is steeds meer vraag naar waterbergingsgebieden. Dit levert mogelijk fi nancieringsmogelijkheden op.<br />
Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />
• De agrariër en koe blijven in gehele polder aanwezig. Zij hebben een actieve rol in het beheer van de totale polder<br />
Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />
• De noodzaak tot het creëren van groene randen rond de stad voor recreatief gebruik is groot. Mensen recreëren in drie<br />
zones:<br />
o Stadszones (massa en consumptie);<br />
o Kinderboerderijen (minder);<br />
o Natuurbelevingszone (nog minder).<br />
• Deze zones zijn herkenbaar in dit scenario.<br />
• Grotere bereikbaarheid stad-platteland met als gevolg:<br />
o Verbeteren beleving;<br />
o Draagvlak voor het open houden;<br />
o Versterken van de kwaliteiten.<br />
• Ontspannen dichtbij huis (beperkt de ongewenste verkeersstromen, je hoeft immers niet meer naar elders). Sluit aan<br />
bij het Groene Hart beleid en urgentieprogramma Randstad. Kan voorbeeld aanpak zijn voor deze programma’s;<br />
• Uitbreiding recreatieve routes;<br />
• De polder wordt toegankelijk voor een brede groep mensen;<br />
• het regionale recreatieve netwerk verbetert. Zo krijgt het Lange Afstand Wandelpad (LAW) hiermee doorgang.<br />
Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />
• Voor dit criterium werden geen argumenten aangedragen.<br />
46
5.4.2 PLEITNOTA TEGEN<br />
Openheid en onomkeerbaar groen<br />
• Het scenario biedt geen duurzame garantie dat polder open en groen blijft; *<br />
• In dit scenario is het gebied tussen Oude Spoorbaan en Nieuwe Weg de buffer; de hele polder zou de buffer moeten<br />
zijn (maak geen halve keuze).<br />
Landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische waarden en water(kwaliteit)<br />
• Voor dit criterium werden geen argumenten aangedragen.<br />
Toekomst agrariërs en agrarisch karakter van de polder<br />
• Voor dit criterium werden geen argumenten aangedragen.<br />
Beleving, recreatie en toegankelijkheid van het gebied<br />
• In de groep worden zijn twee tegenstrijdige meningen op dit punt:<br />
o De een vraagt zich af of de eis van recreatie wel legitiem is? Er is geen noodzaak voor recreatie. Men gaat naar<br />
de Houtkamp en de duinen; *<br />
o De ander vindt juist dat er te weinig recreatie in dit scenario is opgenomen;*<br />
• De geplande natuureducatieve functie (infocentrum) is een concurrent van het (nieuwe) MEC in Houtkamp.<br />
Financiële, organisatorische en beleidsmatige haalbaarheid<br />
• Het scenario is gebaseerd op een bestuursrechtelijke regeling en dus omkeerbaar (want aan politieke verandering<br />
onderhevig); het is juridisch steviger om het privaatrechtelijk te regelen;<br />
• Er is in dit scenario te weinig verwevenheid tussen de verschillende functies en dus weinig maatschappelijk draagvlak<br />
voor dit scenario;*<br />
• Het fi nanciële draagvlak bij de grondeigenaren voor dit scenario ontbreekt (er is sprake van kapitaalvernietiging, onder<br />
andere door vernatting van percelen en inkomstenderving); ** (Van Keulen en van Zutphen)<br />
• Het beleidsmatige draagvlak in Teylingen voor dit scenario ontbreekt (er wordt geen waarde op hun grondgebied<br />
toegevoegd); ** (gemeente Teylingen)<br />
• Een aantal belangrijke (goede) onderdelen uit dit scenario kunnen goed ingepast worden in het scenario natuur en<br />
landbouw; de ruimte en grond is schaars, dit moet worden gedeeld met meer functies;<br />
• Betaald parkeren is geen oplossing (kost qua handhaving meer dan dat het opbrengt);<br />
• Instandhouding van het gebied (in dit scenario wordt er van uitgegaan dat de gemeente dit doet) is organisatorisch niet<br />
haalbaar voor gemeente.*<br />
47
48<br />
6EXPERT<br />
JUDGEMENT
Om de scenario’s voor verschillende aspecten op waarde te schatten is de hulp ingeroepen van enkele experts. Hen is<br />
gevraagd de drie scenario’s vanuit hun deskundigheid te bestuderen en van hun expert judgement te voorzien. Hen is<br />
gevraagd de effecten van de scenario’s te benoemen en waar mogelijk een voorkeur aan te geven. Verder zijn zij gevraagd<br />
ook bij gemiste kansen aanbevelingen te formuleren. Zij hebben als deskundige buitenstaander hun objectieve oordeel<br />
gegeven.<br />
6.1 LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE<br />
Bestaande waarden.<br />
De Boterhuispolder is een waardevolle veenweidepolder. De Boterhuispolder maakt deel uit van het gebied Oud Ade<br />
en de Kagerplassen, dat globaal begrensd wordt door de Ringvaart van de Haarlemmermeer, Warmond, <strong>Leiderdorp</strong> en<br />
Rijpwetering. De waarden zijn gebaseerd op een zeer oude verkaveling die vermoedelijk stamt uit de Karolingische tijd (ca<br />
800 na Chr.). De kavels zijn grillig gevormd door aanwezige en verdwenen kreekgeulen. Er is veel open water. Kades en<br />
wegen zijn bochtig. Er is van oudsher enig verspreide bebouwing aanwezig. Er waren vroeger vele windmolens, hiervan<br />
resteert onder meer de Boterhuismolen.<br />
Het gebied heeft een ander karakter dan de rest van het veenweidegebied in het Groene Hart, dat gekenmerkt wordt door<br />
rechte en vaak lange percelen. Volgens het Platform Landschap en Cultuurhistorie heeft het gebied “Oud Ade” vergeleken<br />
met andere gebieden in het Groene Hart een topkwaliteit (Borger, Haartsen en Vesters, 1997). Als we het gebied vergelijken<br />
met andere gebieden die onder deze categorie vallen (delen van de Alblasserwaard en van de Krimpenerwaard, Utrechtse<br />
Venen, polder de Ronde Hoep) dan valt een bijzonderheid op. Er is geen ‘topkwaliteit’ polder in het Groene Hart die zo<br />
aan de voorkant van een stadsrand ligt als de Boterhuispolder. Dat wil zeggen: er kijken vele stedelingen vanuit Leyhof en<br />
Merenwijk direct vanuit hun huis uit over een ‘top’ veenweidepolder.<br />
Wat zijn de kwaliteiten in de Boterhuispolder:<br />
• Aanwezigheid van oude bebouwing en de Boterhuismolen.<br />
• Aanwezigheid van de oude kronkelende waterlopen en onregelmatige kavelgrenzen.<br />
• De polariteit tussen enerzijds het drukke Zijllint in het westen en de rustige Zijp zonder infrastructuur, in het<br />
noordoosten.<br />
• Toegang en zicht op het veenweidegebied en op het agrarische grondgebruik.<br />
• Flora en fauna die behoort bij het landgebruik in de veenweiden.<br />
• Grootschalige openheid en daarbinnen, op microschaal, kleinschalige variatie (kronkelende sloten, afwisselende<br />
oevers et cetera).<br />
• Donkere plek in de nacht en relatieve stilte.<br />
Reactie op de modellen:<br />
A Golfend agrarisch landschap<br />
Dit model bestaat eigenlijk uit drie lagen die los van elkaar kunnen worden beschouwd: een golfgebied, een patroon van<br />
villa’s langs de randen en een grote haven met hiervoor een nieuwe wegontsluiting.<br />
Het golfgebied creëert een tweedeling in de polder. Dit geldt in ieder geval voor de golfbanen die zullen opvallen in het<br />
veenweidelandschap. Mogelijk geldt het ook voor de percelen landbouwgrond tussen de golfbanen die als beheersgebied<br />
anders gaan ontwikkelen dan het agrarische noordelijke deel van de polder. Dit laatste is op basis van de informatie niet in te<br />
schatten.<br />
• Een tweedeling tast de eenheid van de polder aan. De mate waarin dit gebeurt hangt af van de precieze inrichting. Bij<br />
voorkeur: vermijdt het.<br />
• Het argument dat golfterreinen het landschap onomkeerbaar groen houden is pas aan de orde wanneer dit de laatste<br />
optie zou zijn om het groen te houden. Vanuit de cultuurhistorie heeft landbouwkundig gebruik een veel grotere waarde<br />
dan golf. Golf zal ten koste gaan van het originele karakter van het open veenweide landschap.<br />
• Als het wel moet dan geldt als positief dat de golfbaan in het deel van de polder geprojecteerd is met relatief de<br />
laagste historisch- landschappelijke waardering, provincie Zuid Holland) namelijk hoog in plaats van zeer hoog.<br />
De golfpercelen passen binnen de oude verkaveling. De ‘karolingische’ begrenzingen kunnen met begeleidende informatie<br />
voor bezoekers mogelijk beter zichtbaar worden gemaakt. Ze kunnen als het ware het verhaal vertellen van deze bijzondere<br />
verkaveling. We verwachten echter dat de invloed van de golfpercelen onmiskenbaar groot zal zijn op de beleving van<br />
de agrarische verkaveling. Er ontstaat een nieuw landschap met een eigen kwaliteit op deze plekken dat niet vanuit<br />
cultuurhistorie gemotiveerd kan worden.<br />
De golfbanen maken het mogelijk om recreatiepaden het gebied in te leggen. Dit is positief maar het gaat gepaard met een<br />
verandering van het karakter van de polder.<br />
49
De villa's die in het model worden voorgesteld nivelleren de verschillen die er nu bestaan langs de randen van de polder.<br />
Het verschil tussen de drukke Zijldijk en de oostzijde met minder verkeer en bebouwing zal verdwijnen. Als er noodzaak is<br />
tot bebouwing in een van de modellen is het beter hier een expliciete inrichtingsdiscussie van te maken. Er moet ingegaan<br />
worden op vragen als: Hoe veel is er nodig? Moet dit langs de randen? Of op boeren erven? Of in een bebouwingscluster dat<br />
ergens een plek kan krijgen? Vanuit landschap en cultuurhistorie heeft het de voorkeur om geen bebouwing in deze omvang<br />
in de polder toe te laten . Als het wel moet dan is bijvoorbeeld, de wijze waarop dit gebeurt is rond de roeivereniging, beter<br />
dan de hier voorgestelde spreiding langs de randen.<br />
De weg die wordt aangelegd naar een nieuwe haven nivelleert de verschillen die er zijn tussen de oost en de westzijde<br />
van de polder. Bovendien wordt de weg geprojecteerd op of langs een kadestructuur die volgens de cultuurhistorische<br />
waardenkaart van de provincie Zuid Holland een hoge waarde heeft. Kan een haven niet beter dicht bij de weginfrastructuur<br />
worden aangelegd?<br />
B Natuur en landbouw hand in hand<br />
In dit scenario is vooral sprake van behoud. Hier wordt er positief en beschermend met de cultuurhistorische waarden<br />
omgegaan. Echter als de kwaliteiten van een landschap niet gezien mogen worden kan de samenleving er ook moeilijk<br />
waarde aan geven. Draagvlak voor cultuurhistorie hangt dan ook samen met toegankelijkheid. Angst voor alle verstoring van<br />
natuurwaarden is daarvoor geen goede drijfveer. Enige verstoring en verandering van bestaande waarden kan gemotiveerd<br />
worden vanuit de wens om het cultuurhistorische landschap beter beleefbaar te maken<br />
Een enkele opmerking over de invulling:<br />
1. Natuur op enkele lage plekken kan tot variatie en tot versterking van natuurwaarden leiden. Geadviseerd wordt<br />
de plaats en ontwikkeling van natuur niet alleen hydrologisch (functie volgt peil) maar ook landschappelijk en<br />
cultuurhistorisch te beschouwen, zodat versnippering wordt voorkomen. Mogelijk valt er wat te schuiven waardoor<br />
landschappelijke structuren (bijvoorbeeld een kreek of juist een oude agrarische boerderij ) worden versterkt door de<br />
gerichte ontwikkeling van natuurwaarden. Bij keuze voor dit scenario moeten kortom de plekken voor natuurwaarden<br />
nader worden overwogen.<br />
C De Polder In!<br />
Vanuit cultuurhistorisch en landschappelijk oogpunt heeft de visie die achter dit scenario zijn mijn voorkeur.<br />
Immers het landschap is niet alleen oud maar ook een duurzaam cultuurgoed. De bodemdaling in de Boterhuispolder is<br />
beperkt vergeleken met andere delen van het groene hart. En ondanks langdurige verstedelijking vanuit Leiden en in de<br />
nabije Bollenstreek is de polder nog altijd agrarisch en nagenoeg onbebouwd. Dit creëert een verantwoordelijkheid naar de<br />
toekomst. Cultureel erfgoed kan met bovenregionale wetten en subsidies beschermt worden maar beter is het wanneer de<br />
kwaliteiten door inwoners van het gebied gedragen worden en behoud door hun wordt verlangd. Dit draagvlak kan ontstaan<br />
door gebruik van het landschap en door directe inzet van mensen (vrijwilligers, donateurs). De nabijheid van stad en<br />
veenweidepolder is hierbij meer een kans dan een bedreiging.<br />
Kortom de fi losofi e achter het scenario ‘De polder in!’ sluit aan bij een betere toegankelijkheid van cultuurhistorische<br />
waarden. Over de invulling zijn enkele opmerkingen te maken:<br />
1. De Nieuwe Weg oogt nu als een moderne lijn een historisch landschap. Enigszins vergelijkbaar met de<br />
hoogspanningslijn. Door de Nieuwe Weg als grens te gaan aanhouden voor functieveranderingen wordt een<br />
tweedeling bewerkstelligd van de Boterhuispolder. Het is denkbaar dat de polder straks pas ervaren wordt vanaf<br />
de Nieuwe weg, in noordelijke richting. En dat het deel ten zuiden van de Nieuwe weg een soort stadsrandpark<br />
wordt. Dit verwachten we aangezien de nabijheid van de N445, de stadsrand en de hoogspanningslijn, zodanige<br />
omgevingsinvloeden betekenen dat subtiele verschillen in grondgebruik hier niet zullen opvallen. Bij de inrichting van<br />
dit gebied tussen N445 en Nieuwe weg, zal de neiging ontstaan om grote landschappelijke verschillen te maken met<br />
voldoende belevingswaarden. Recreanten die het veenweidegebied willen bezoeken zullen mogelijk de wens hebben<br />
om vooral meer noordelijk door de Boterhuispolder te lopen. Is het mogelijk om een recreatiestrook uit te werken die<br />
meer in noord zuid richting ligt?<br />
2. Ook voor dit model geldt wat bij model B is beschreven voor verspreide natuurpercelen. Ontwikkeling kan mogelijk<br />
ook aansluiten bij te ontwikkelen landschappelijke structuren of bij recreatiestructuren. Ook bij keuze voor dit scenario<br />
moeten kortom de plekken voor natte natuurwaarden nader worden overwogen.<br />
50
Enkele algemene opmerkingen over de modellen:<br />
• Informatie over cultuurhistorische en archeologische waarden is niet gedetailleerd aanwezig. Archeologische sporen<br />
kunnen overal gevonden worden. In de vervolgstappen om te komen tot een gebiedsvisie moet hier nader onderzoek<br />
naar worden gepleegd.<br />
• In de modellen is de omgang met kreken niet specifi ek gedifferentieerd uitgewerkt. Bij de uitwerking tot een<br />
gebiedsvisie moet gekozen worden in het brede scala van mogelijkheden. Van een verbreding met enkele tot tientallen<br />
meters ten behoeve van grotere (roei)boten. Of gaat het om een brede ecologische, landschappelijke en recreatieve<br />
zone maken van bijvoorbeeld 50 meter breed met riet en broedplaatsen? Het zichtbaar maken van de kreken met<br />
rietkragen is aantrekkelijk vanuit cultuurhistorisch perspectief. Een kronkelende duidelijke zichtbare kreek met een<br />
natuurlijk karakter zal het bijzondere karakter van deze polder versterken.<br />
Frank Stroeken<br />
Landschapsarchitect<br />
Royal Haskoning<br />
6.2 LANDBOUW<br />
Algemene opmerkingen<br />
Een eerste opmerking m.b.t. de voorliggende scenario’s betreft de vraag of ze in deze vorm onderscheidend genoeg zijn.<br />
Het lijkt mij dat er een 4 e scenario nodig is, waarin elementen uit de 3 nu voorliggende alternatieven gecombineerd worden.<br />
Ik constateer dat die vraag nu nog niet aan de orde is, maar het lijkt me dat die vraag in het vervolg van het proces wel<br />
nadrukkelijk aandacht behoeft. Maar dat is uiteraard aan de gemeente als opdrachtgever<br />
Een andere algemene opmerking vooraf is dat in alle scenario’s impliciet uitgegaan wordt van de bereidheid en kunde<br />
van de zittende agrariërs in het gebied om het verbrede ondernemer-schap in te vullen zoals dat geschetst wordt. Onder<br />
verbrede landbouw versta ik hier zowel agrarisch natuurbeheer als recreatie, zorg etc. Naar mijn verwachting zullen de<br />
huidige agrariërs in de Boterhuispolder daar een eind in mee kunnen gaan, maar het zal toch vooral van goed overleg met<br />
hen af hangen of ze in staat en bereid zijn om dat gewenste verbrede ondernemerschap in te vullen. In die zin zou ik hier<br />
een hernieuwd pleidooi willen houden voor een Veenweidepact voor het gebied (hoe dat dan ook ingevuld wordt), zodat de<br />
zittende agrariërs onder hun eigen voorwaarden mee kunnen werken aan de gekozen en gewenste ontwikkelingen.<br />
Ik mis overigens in de scenario’s de analyse voor de(on-)mogelijkheden voor de agrarische sector op een wat grote regionale<br />
schaal. Daarvoor heeft het LEI wel gepleit in haar recente rapport over de toekomstmogelijkheden voor de landbouw in de<br />
Boterhuispolder en de Achthovenerpolder. Het lijkt erop alsof er nu vooral gekeken is naar mogelijkheden voor de zittende<br />
bedrijven in de polder zelf. Als dat zo is zou de analyse m.i. wat te beperkt zijn.<br />
Aanbeveling mijnerzijds zou zijn om deze analyse alsnog te plegen en te bezien wat dat voor effect heeft op de scenario’s<br />
die nu voorliggen.<br />
51
Laatste algemene opmerking is dat het mij in de diverse scenario niet helemaal duidelijk of het voornemen is om alle<br />
grond op te kopen en in een grondbank onder te brengen of alleen bepaalde gronden die bijvoorbeeld in bezit zijn van de<br />
gemeente. Dat maakt uiteraard wel wat uit voor de fi nanciering en de organisatie van het een en ander. Het is naar mijn<br />
mening een illusie om alle grond in de polder op te kopen en opnieuw uit te geven aan de diverse functies. Een kleine<br />
rekensom leert dat als alle 250 hectare grond in de polder opgekocht wordt tegen agrarische waarde (ligt momenteel op zo’n<br />
30.000 Euro per hectare gemiddeld), er 7,5 miljoen Euro aan opkoop van grond besteed dient te worden. Dat is een fors<br />
bedrag Bovendien zal de grond van het BPF en het RCOAK waarschijnlijk een veel hoger bedrag op moeten brengen. Het is<br />
de vraag waar al dat geld vandaan moet komen en of de betrokken actoren bereid zijn om dat geld op tafel te leggen. Ik heb<br />
daar eerlijk gezegd mijn twijfels bij.<br />
Golfend Agrarisch Landshap<br />
V.w.b. de scenario’s zelf zou ik in het onderstaande in eerste instantie in willen gaan op scenario 1: Golfend Agrarisch<br />
Landschap. In dit scenario is geprobeerd om de wens van de gemeenteraad om nadrukkelijk naar de mogelijkheden voor<br />
een golfbaan te kijken te integreren in de bredere gebiedsontwikkelingen en -mogelijkheden. Het scenario gaat m.i. wel<br />
wat ver door in het gebied naast de golfbaan ook nog nieuwe landgoederen in het noorden van de polder te introduceren,<br />
die dan deels de kosten van de aankoop van de grond op moeten brengen. Los van de kosten van de aankoop van de<br />
grond (zie mijn opmerking daarover hierboven) zal het effect van die nieuwe landgoederen op de productie-mogelijkheden<br />
en –omstandigheden van de agrarische bedrijven in de polder naar mijn mening substantieel zijn (problemen over<br />
geluidsoverlast, stank, etc). Het is de vraag hoe daar door betrokkenen mee omgegaan zal worden, maar de ervaring leert<br />
dat de agrarische sector in mogelijke confl ictsituaties dan meestal het onderspit delft.<br />
Naar mijn mening zal de landbouw in de Boterhuispolder in dit scenario weinig bestaans-mogelijkheden meer hebben.<br />
Sowieso raakt ze het optimale gebruik van de grond in het zuiden van de polder kwijt omdat daar ten zuiden van de golfbaan<br />
geen melkkoeien meer geweid kunnen worden. De afstand tot de melkstal wordt dan te groot en bovendien vormt de<br />
golfbaan dan een ruimtelijke barrière met de rest van het bedrijf.<br />
Daarnaast kan wel gemakkelijk gesteld worden dat de golfbaan een buffer is tegen verdere oprukking van rode functies,<br />
maar het is de vraag of dat zo is. Als de ‘rode functies’ het gebied intrekken in de vorm van de golfbaan en de nieuwe<br />
landgoederen, dan zal het heel moeilijk worden om andere rode functies tegen te houden. Tenzij het grondgebruik in de rest<br />
van de polder planologisch gezien ijzersterk vastgelegd wordt. Maar het is m.i. de vraag of dat dan nog lukt.<br />
De agrarische sector zou inderdaad het beheer van de golfbaan voor haar rekening kunnen nemen, maar de verwachting dat<br />
dat 5 arbeidsplaatsen op kan leveren is naar mijn mening wat aan de hoge kant.<br />
Natuur en landbouw hand in hand<br />
Overgaand naar scenario 2: Natuur en Landbouw hand in hand ben ik van mening dat dit scenario de meeste kansen biedt<br />
voor de huidige en toekomstige landbouw in het gebied.<br />
Het agrarisch natuurbeheer staat hierbij centraal en daar zijn onder een aantal voorwaarden voor langere tijd belangrijke<br />
aanvullende inkomsten uit te halen bovenop de doorgaande inkomsten vanuit de melk. Ook de in dit scenario voorziene<br />
schaalvergroting v.w.b. het agrarisch natuurbeheer kan hierbij als positief gezien worden voor de agrarische sector.<br />
Het is naar mijn mening de vraag of het verstandig is om in dit scenario ook een natuur-beherende organisatie het gebied in<br />
te halen. Boeren zijn naar mijn mening heel goed in staat om ook de wat nattere natuur te beheren en de ANV Ade zou hier<br />
ook best een belangrijke rol bij kunnen spelen. Het zou m.i. goed zijn om hierover ook als betrokken gemeenten het gesprek<br />
met de ANV Ade te openen.<br />
De opmerking bij de reacties op dit scenario dat er in dit geval geen goede economische drager is om het gebied te kunnen<br />
onderhouden kan ik niet helemaal plaatsen. Die econo-mische drager zou dan toch de agrarische sector in en om de polder<br />
zijn? En dat die onder voorwaarden best een goede toekomst heeft in het gebied is, hoop ik, wel duidelijk geworden uit het<br />
voornoemde LEI-rapport. Wanneer hierover goede en duidelijke afspraken gemaakt kunnen worden in de vorm van een<br />
Veenweidepact voor het gebied en er wordt planolo-gische duidelijkheid geboden over het langere termijn agrarische gebruik<br />
van het gebied, dan zou de agrarische sector m.i. wel degelijk de bedoelde economische drager kunnen zijn.<br />
52
De polder in!<br />
Scenario 3: ’De polder in!’ beperkt naar mijn mening weer de gebruiks-mogelijkheden van de grond in de polder voor de<br />
landbouw, maar dan wel minder dan in scenario 1. Ik constateer dat de productielandbouw in dit scenario toch aardig<br />
ingeperkt wordt, zowel in het uitloopgebied als in de zone ‘verbreed agrarisch landschap’. In het uitloopgebied lijkt me<br />
dat logisch, maar waarom zou in het verbreed agrarisch landschap niet wat meer ruimte voor produktie-landbouw kunnen<br />
blijven? Als daar ook verbreed moet worden, dan blijft er wellicht te weinig ruimte over om nog op een effi ciënte wijze melk<br />
te produceren. De vraag is dan of het verlies aan die kant gecompenseerd kan worden door winst uit het natuurbeheer.<br />
Ik verwacht dat dit in dit scenario niet helemaal tegen elkaar op zal wegen, waardoor er per saldo sprake is van<br />
inkomensverlies voor de betrokken agrariërs. Maar als dat dan weer op een andere manier gecompenseerd wordt, is dat<br />
wellicht ook overkomelijk.<br />
De opmerking in de pleitnota ‘tegen’ bij dit scenario dat er hier sprake zou zijn van te weinig verwevenheid tussen de<br />
verschillende functies begrijp ik niet helemaal. Ik zie landbouw en natuur hier juist goed samengaan en ook het versterken<br />
van de recreatieve toegankelijkheid van het gebied kan een bijdrage leveren aan het inkomen van boerenbedrijven. Het<br />
rondje Boterhuispolder ziet er aantrekkelijk uit en wellicht kunnen agrariërs langs de route daarvan profi teren door een<br />
hogere omzet van hun verbredingsactiviteiten.<br />
Conclusie<br />
Alles overziende lijkt het me niet gemakkelijk om vanuit een overweging van alle betrokken belangen een goede keuze<br />
te maken tussen de scenario’s. Vanuit het perspectief van de agrarische sector in het gebied zou scenario 2 naar mening<br />
de voorkeur dienen te krijgen. Wellicht zou dat dan aangevuld kunnen worden met elementen uit scenario 3. De keuze is<br />
uiteraard aan de raad. Ik wens haar veel sterkte en wijsheid in het verdere proces.<br />
Theo Vogelenzang<br />
Landbouw Economisch Instituut<br />
6.3 ECOLOGIE<br />
Huidige natuurwaarde algemeen<br />
De Boterhuispolder is een typisch agrarisch gebruikt poldergebied op laagveen in het Groene Hart. Dit blijkt duidelijk uit<br />
de voorkomende plantensoorten. De plantensoorten die in de Boterhuispolder zijn aangetroffen (gegevens van voor 2000)<br />
behoren voornamelijk tot ecotopen van voedselrijke omstandigheden. Daarmee is de botanische waarde van de polder<br />
laag. Dit is in een overwegend agrarisch gebruikt poldergebied op laagveen in het Groene Hart natuurlijk niet verwonderlijk.<br />
Wel komen er in en aan de sloten een aantal soorten voor die gebonden zijn aan hoge(grond)waterstanden. De sloten en<br />
oevers zijn ten opzichte van de percelen relatief soortenrijk, al gaat het ook hier om (vrij) algemene soorten als Gele plomp,<br />
Drijvend fonteinkruid en Grote waterweegbree. Het meest bijzonder zijn de volgende soorten: Zwanenbloem, Krabbenscheer<br />
53
en Dotterbloem, die op een enkele plek zijn aangetroffen. In de sloten worden geen bijzondere vis- of amfi bieën of<br />
ongewervelden aangetroffen. Wel waargenomen zijn de volgende algemene soorten: Tiendoornige stekelbaars, Gewone pad<br />
en Bruine kikker.<br />
Bijzondere of meer zeldzame zoogdiersoorten komen in de Boterhuispolder niet voor. Wel zijn er vleermuisgegevens<br />
beschikbaar, al is het niet duidelijk of de waargenomen soorten (alle) in de Boterhuispolder zijn waargenomen of dat de<br />
waarnemingen komen uit het tegelijk geïnventariseerde gebied even ten zuidoosten van <strong>Leiderdorp</strong>. In totaal zijn er zes<br />
vleermuissoorten foeragerend aangetroffen, waarvan de Meervleermuis het meest bijzonder is. (Redactie: de paragraaf<br />
ecologie is gebaseerd op informatie van het natuurloket, waarbij alle bijzondere zoogdiersoorten die zijn aangetroffen bij<br />
formele waarnemingen zijn weergegeven)<br />
Gedurende de winterperiode pleisteren er, naast enkele andere soorten, vooral diverse ganzen- en eendensoorten in de<br />
Boterhuispolder. Voor geen van deze watervogelsoorten wordt echter de zogenaamde 1% norm overschreden. Daarmee is<br />
de Boterhuispolder voor geen van de waargenomen soorten, een belangrijk gebied. Met een gemiddeld seizoensmaximum<br />
van 60 individuen, is de Boterhuispolder voor de Krakeend relatief gezien, nog het meest van belang (ééntiende deel van<br />
de 1% norm). Voorts zijn het voornamelijk Grauwe gans, Kuifeend, Meerkoet en Waterhoen die in het gebied met enkele<br />
tientallen individuen per soort overwinteren.<br />
De Boterhuispolder ontleent zijn natuurwaarde met name aan de broedende weidevogels. In het noordelijk deel van<br />
de polder zijn in het kader van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer een tweetal beheerpakketten afgesloten.<br />
Ondanks dat de dichtheid aan broedende weidevogels niet erg hoog is, is op de betreffende percelen (30 paar kritische<br />
weidevogelsoorten) het aantal echter zo hoog dat in beide gevallen voldaan wordt aan de pakket-instapeisen. Over aantallen<br />
in het zuidelijk deel van de Boterhuispolder zijn geen gegevens beschikbaar. Wel blijkt uit telgegevens uit een andere bron<br />
dat ook hier (kritische) weidevogels broeden. Genoemd worden: Grutto, Tureluur, Zomertaling en Slobeend.<br />
(Bronnen Sovon en SAN telgegevens)<br />
Over relatie tussen weidevogels en de hoogspanningsleiding valt niets te zeggen omdat er geen telgegevens bekend zijn<br />
voor het zuidelijk deel. Los van het feit of je dit mogelijke effect kan scheiden van effecten als gevolg van ander beheer,<br />
bodemtype o.i.d. Hierover kan op basis van de gegevens niets worden gezegd en is een studie op zich.<br />
Scenario’s in relatie tot de huidige natuurwaarden<br />
Algemeen kan worden gesteld dat de natuurwaarden van het gebied op zich laag zijn. De waarde die het gebied heeft<br />
ontleend het volledig aan de aanwezige kritische weidevogels, al komen deze ook niet in heel hoge dichtheden voor. Het<br />
belang van het gebied voor weidevogels is direct gekoppeld aan het agrarische gebruik. Van weidevogels is bekend, dat<br />
deze gevoelig zijn voor verstoring door passerende recreanten. Over de afstand tot waar weidevogels recreanten als<br />
verstorend ervaren doen verschillende getallen de ronde. Die afstand hangt zeker ook samen met de mate van voor de<br />
vogels voorspelbaarheid van het gedrag van de recreanten. Zo zullen doorgaande fi etsers eerder als minder verstorend<br />
worden ervaren dan wandelaars die regelmatig stil staan.<br />
Voorts blijkt dat wat zich aan natuur in het gebied bevindt, gebonden is aan de sloten en natte oevers.<br />
De ontwikkeling van kreken in meer of mindere mate voor recreatiedoeleinden, hetgeen in alle scenario’s in zeker<br />
mate terugkomt hoeft niet in te druisen tegen de doelstelling aangaande de weidevogels. In sommige scenario’s is<br />
aangegeven dat in de broedtijd de toegang van de kreken verboden is maar bovendien zal zich langs de oevers, mits<br />
voorzien van voldoende brede ondiepe zone, een aaneengesloten, opgaande vegetatie ontwikkeling van helofyten die<br />
de visuele verstoring voor weidevogels voldoende wegnemen. Vanwege dit laatste valt zelfs de afsluiting van het gebied<br />
in de broedtijd, te heroverwegen. Dit is vooral ook van belang gedurende de wintermaanden wanneer zich in de polder<br />
ganzen- en eendensoorten verzamelen. Het maaien dient dan ook gefaseerd te gebeuren, zodat niet alle vegetatie overal<br />
tegelijkertijd weg is en de verstoring vanaf het water maximaal is. De oeverzone kan zich ontwikkelen tot broedbiotoop van<br />
allerlei rietvogels, die de soortenrijkdom aan vogels van het gebied ten goede komt. Een goed ontwikkelde oeverzone komt<br />
eveneens ten goede aan allerlei vis- en amfi bieënsoorten, plantensoorten en vleermuizen (uitbreiding foerageergebied).<br />
Voor alle scenario’s geldt dat de ontwikkelingen langs de directe rand, niet leiden tot verstoring van bestaande<br />
natuurwaarden. De vergelijking hierna richt zich dan ook specifi ek op de ontwikkelingen meer binnenin de Boterhuispolder.<br />
54
Golfend agrarisch landschap<br />
De aanleg van de golfbanen leidt ter plaatse tot een geheel ander landschap waar de huidige natuurwaarden geen plek<br />
zullen vinden. Grosso modo kan worden gesteld dat het hele gebied ten zuiden van de noordelijke begrenzing van de<br />
golfbanen, verdwijnt als weidevogelgebied door verstoring en vernietiging van geschikt biotoop, maar mogelijk ook vanwege<br />
de noodzakelijke aanpassingen aan de waterhuishoudkundige inrichting. In de omvorming van het gebied is het wel<br />
mogelijk om biotopen voor allerlei watergebonden fl ora en fauna in te passen c.q. te versterken evenals het ontwikkelen van<br />
moeraszone’s.<br />
De padenstructuur in het noordelijk deel van de Boterhuispolder is zo intensief, dat dit zeker zal leiden tot verstoring van<br />
weidevogels en overwinterende vogels.<br />
Ontwikkeling van de kreken voor recreatie hoeft op zich niet te leiden tot (toename van) verstoring, mits er een voldoende<br />
ondiepe oeverzoen wordt aangelegd waarin zich een opgaande vegetatie kan ontwikkelen (Zie voorts Landbouw en natuur<br />
hand in hand).<br />
De ontwikkeling van landhuizen zal gepaard gaan met de ontwikkeling van opgaand groen. Dit vormt in redelijk omvang een<br />
geschikte biotoop voor Kraaien en Eksters en Wezels en mogelijk Vossen om als uitvalsgebied te dienen voor het prederen<br />
van eieren en kuikens van weidevogels.<br />
De havenlocatie wordt niet ingeschat als verstorend, al dient bij de uitwerking ervan wel rekening te worden gehouden met<br />
het tegengaan van lichtvervuiling (vooral van belang voor vleermuizen).<br />
Landbouw en natuur hand in hand<br />
Dit scenario zet duidelijk het meest in op het behoud en uitbreiding van de huidige natuurwaarden. Zoals eerder aangegeven<br />
worden die met name bepaald door de aanwezigheid van de weidevogels. Het scenario speelt in op de gevoeligheid van<br />
weidevogels voor (visuele) verstoring.<br />
Voor het gebruik van de boerenlandpaden geldt feitelijk iets soortgelijks als voor de kreken. De padendichtheid door het<br />
gebied is zeer laag. Naar alle waarschijnlijkheid is de visuele verstoring van wandelaars minimaal. Wat echter wel een<br />
probleem zal kunnen vormen, zijn loslopende honden die de percelen in kunnen gaan. Indien goede handhaving mogelijk is<br />
op het verbod op loslopende honden, dan valt ook hier de afsluiting van het gebied in de broedtijd, te heroverwegen.<br />
Vernatting van lage delen kan zeker bijdragen aan de doelstelling van weidevogelgebied.<br />
Het weghalen van grote bomen met het idee dat hiermee uitvalsposten van roofvogels wegvallen en dat daarmee de predatie<br />
van eieren en kuikens van weidevogels verdwijnt, is een illusie. Bovendien bestaan er, voor zover bekent, geen specifi eke<br />
gegevens over de predatiedruk door roofvogels in de Boterhuispolder. De predatie gebeurt vooral ook door vogelsoorten<br />
als Kraai, Reiger en Ekster. Deze soorten hebben geen grote bomen nodig als uitvalspost. Bovendien vormen de grote<br />
bomen mogelijk een belangrijk onderdeel van de foerageerroute (en het foerageergebied) van vleermuizen. Het nut van het<br />
weghalen van grote bomen wordt hier niet onderschreven.<br />
Het ontwikkelen van geriefhoutbosjes echter, dient tot een minimum te worden beperkt omdat deze juist schuilgelegenheid<br />
geeft aan allerlei roofdieren (waaronder de hierboven genoemde vogels) die het op weidevogels voorzien hebben.<br />
Een status voor het gebied als Vogelrichtlijngebied is niet realistisch. Die aanwijzingen zijn reeds gedaan. Er kunnen er<br />
op dit moment geen aan worden toegevoegd. Mocht dit op de langere termijn wel mogelijk zijn, dan is het zeker niet de<br />
verwachting dat in het gebied de 1%-norm voor enige soort wordt overschreden (het gebied heeft waarschijnlijk een te klein<br />
oppervlak) noch zal het behoren tot één van de vijf belangrijkste broedgebieden voor een bepaalde soort binnen Nederland.<br />
Hiermee wordt niet voldaan aan de twee aanwijzingscriteria.<br />
55
De Polder In!<br />
Voor het uitloopgebied zal in vergelijkbare zin gelden dat hier de natuurwaarden in de vorm van weidevogels zullen<br />
verdwijnen, voornamelijk vanwege de voorziene omvorming van het landgebruik. Het is niet zondermeer de verwachting dat<br />
de voorgestane omvorming ten goede komt aan weidevogels. Vooral ook omdat deze zone voorts toch vooral op recreatief<br />
vlak intensief gebruikt gaat worden, wat samen zal gaan met verstoring. De omvorming kan wel de diversiteit in het gebied<br />
ten goede komen.<br />
De vele onverharde voetpaden door het extensieve gebied doorkruisen de delen waar relatief veel weidevogels zitten, al is<br />
de verwachting inpassing mogelijk moet zijn (zonder verdere afscherming of iets dergelijks) zonder dat dit gepaard gaat met<br />
verstoring op de weidevogels. Het afsluiten van enkele van deze struinpaden in het broedseizoen, verdient, ondanks dat dit<br />
geen onderdeel vormt van het scenario, zeker aanbeveling.<br />
Ook hier zal vernatting van lage delen zeker bijdragen aan de doelstelling van weidevogelgebied.<br />
Ontwikkeling van de kreken voor recreatie hoeft op zich niet te leiden tot (toename van) verstoring, mits er een voldoende<br />
ondiepe oeverzoen wordt aangelegd waarin zich een opgaande vegetatie kan ontwikkelen (Zie voorts Landbouw en natuur<br />
hand in hand). Het gebruik van de kreken dient verder niet al te zeer te worden geïntensiveerd, bovenop de mogelijkheid van<br />
kanoën. Gemotoriseerd vaarverkeer leidt tot opwerveling, oeverafslag en vernietiging van onderwatervegetatie. Dit alles leidt<br />
tot afname van de (potentiële) natuurkwaliteit in het water en aan de oever.<br />
Conclusie<br />
Het scenario Golfend agrarisch landschap leidt tot de meeste aantasting van de natuurwaarden, gevolgd door De Polder In!.<br />
Het scenario Landbouw en natuur hand in hand sluit het meest aan bij het behoud van de huidige natuurwaarden. In alle drie<br />
de scenario’s zijn er kansen om natuurwaarden te ontwikkelen. Deze zijn vooral gebonden aan de sloten en kreken met hun<br />
oeverzone’s.<br />
Tom van den Broek<br />
Ecoloog<br />
Royal Haskoning<br />
6.4 GOLF<br />
Als het van belang is het groene karakter van de Boterhuispolder voor lange termijn te waarborgen, dan is de aanleg<br />
van een golfbaan, vooral in het zuidelijk deel, een goed middel om dat te realiseren. De golfbaan zal een buffer vormen<br />
tegen opdringende verstedelijking. Het ruime open groene karakter en het feit dat het golfgebied zichzelf economisch kan<br />
bedruipen, is de fundamentele bouwsteen voor deze bufferzone. Gezien de situering in de Randstad hoeft niet gevreesd te<br />
worden, dat er onvoldoende belangstelling voor de golfsport zal zijn en er andere middelen gezocht zouden moeten worden<br />
om de baan in stand te houden.<br />
56
Het centrum van de golfbaan wordt gevormd door het clubhuis, parkeerterrein en oefenaccommodatie. Dit zijn de meest<br />
“stedelijke”elementen van de baan en deze zijn daarom bewust in het oostelijk deel gelegen, daar waar ook de ontsluiting<br />
eenvoudig is te realiseren en er van verkeeroverlast geen sprake zal zijn. Het is ook belangrijk om het centrum gebied aan te<br />
laten sluiten bij het gebied waar de eerste en laatste golfhole in gelegen zijn. De relatie van het clubhuis met het spel op de<br />
baan is een basis gegeven.<br />
Het “schotsenplan” is een interessante invalshoek om de, deels tegenstrijdige, belangen in het zuidelijk deel van de<br />
Boterhuispolder met elkaar te verenigen. Tussen de golfgebieden, die begrensd zijn door lijnen uit het verkavelingpatroon,<br />
komen groene corridors te lopen, die hun agrarische functie behouden samen met openbare verbindingen. De ervaring bij<br />
andere recreatiegebieden heeft geleerd dat het wandelen langs en door golfbanen als interessant en aantrekkelijk wordt<br />
gezien door de recreanten. Zo is het wandelpad rond de golfbaan Kagerzoom zeer geliefd. De afmeting van de golfterreinen<br />
is redelijk, drie golfholes tezamen, soms zullen ze echter aan de gewenste lengte van enkele holes moeten worden<br />
aangepast. Het moet mogelijk zijn dit te realiseren en met het lijnenpatroon van de verkaveling rekening te houden.<br />
De loopafstanden tussen de golfgebieden is aanzienlijk. Dat is voor de aantrekkelijkheid van de baan een behoorlijk bezwaar.<br />
Als de corridor versmald kan worden of als er een verbinding hole kan komen, zal de kwaliteit van de baan zeker toenemen.<br />
Ook m.b.t. het beheer is een golfbaan met vele toegangen een extra punt van aandacht, maar het is geen onoverkomelijk<br />
bezwaar.<br />
De technische haalbaarheid is afhankelijk van de bodemomstandigheden. De bodem is weinig draagkrachtig, dus de<br />
hoogteverschillen in het terrein zullen alleen al om die reden beperkt zijn. De lichte ophogingen zijn beneden zichthoogte.<br />
Dat geldt onder andere voor de greens vanwege de gewenste drooglegging en spelplezier. Deze hoogteverschillen<br />
zullen in de grote ruimte van de polder niet waar te nemen zijn.<br />
Met de waterstand in het aanwezige veen pakket zal zorgvuldig omgegaan moeten worden en tegelijkertijd is het van belang<br />
is dat er voldoende drooglegging voor de speelvelden is. Drainage zal daar noodzakelijk zijn en de terreinen zullen een lichte<br />
ophoging krijgen middels de grond die uit waterpartijen vrijkomt.<br />
De economische haalbaarheid hangt sterk af van de kosten voor grondverwerving en de aanlegkosten. Deze laatste zijn<br />
relatief hoog gezien de slechte bodemomstandigheden, vergelijkbaar met golfbaan Hitland in Nieuwerkerk a/d IJssel. Deze<br />
baan is echter een onderdeel van een openbaar recreatieschap, waarbij de grondkosten niet een op een aan de golfbaan<br />
worden toegerekend. Het is daarom van belang het plan zo op te stellen dat de te gebruiken gebieden te verkrijgen zijn voor<br />
bedragen die overeen komen met de agrarische waarde.<br />
Bij de aanleg en het beheer van golfbanen vormt de ontwikkeling en instandhouding van de natuur een belangrijke<br />
randvoorwaarde. Hiervoor hebben de (internationaal verenigde)golfarchitecten een Natuurmanifest opgesteld. (Zie www.<br />
eigca.org). Ook worden er beheerplannen opgesteld die aan de randvoorwaarden van Committed to the Green moeten<br />
voldoen om voor certifi cering in aanmerking te komen. (Zie www.ngf.nl.) Onder andere is het gebruik van bestrijdingmiddelen<br />
is uit den boze.<br />
De noordzijde van de golfbaan in het recreatiegebied Hitland is te vergelijken met het beeld wat in de Boterhuispolder kan<br />
ontstaan. Ook daar is het relatief open en plat. Bij het oudere deel bij het clubhuis staat te veel beplanting en geeft een verkeerd<br />
beeld. Hitland heeft net als de Boterhuispolder een veenige grondslag.<br />
Gerard Jol<br />
Golf- en landschapsarchitect<br />
Jol Golfdesign<br />
57
6.5 PLANECONOMIE<br />
Inleiding<br />
De drie scenario’s zijn bezien op fi nanciële implicaties. Op basis van de inrichtingselementen (wegen, paden, water, etc.) is<br />
een globale kostenindicatie opgesteld per scenario. Hierdoor ontstaat een beeld van het investeringsniveau. Zoals hieronder<br />
omschreven is door het ontbreken van kostendragers in twee van de drie scenario’s de haalbaarheid in grote mate afhankelijk van<br />
derde geldstromen in de vorm van subsidies en bijdragen. Hierdoor is het niet mogelijk een ‘eindsaldo’ per scenario aan te geven.<br />
De mate waarin het scenario aansluit op actueel (lokaal) beleid en behoeften, en de daarmee samenhangende subsidie en/of<br />
fi nancieringsmogelijkheden, bepalen in grote mate het fi nanciële risicoprofi el. Daarnaast is de mogelijk noodzakelijke verwerving<br />
van percelen cq. verplaatsing van functies een fi nancieel risico in alle voorliggende scenario’s. Van belang is dat op basis van een<br />
duidelijke visie met een breed draagvlak en een reële uitvoeringsstrategie partijen kunnen worden benaderd. Een grondbank zou<br />
hierin mogelijk een sleutelrol kunnen vervullen.<br />
Scenario Golfend Agrarisch Landschap<br />
• Investering in golfbaan en dekking verwervingskosten voor golfbaan (natuurwaarde/ agrarische waarde ) moet in<br />
beginsel budgetneutraal mogelijk zijn. E.e.a. is echter sterk afhankelijk van omvang en vorm (mate van inpassing<br />
natuur) golfbaan. In de voorliggende opzet is sprake van een minder rendabele 9-holes baan en daarnaast dienen<br />
investeringen in natuur te worden gedaan. De mogelijkheid om verwervingskosten toe te rekenen is hierdoor beperkt.<br />
Daarnaast ontstaat de mogelijkheid tot het toevoegen van functies (horeca) waardoor opbrengsten kunnen worden<br />
gegenereerd.<br />
• Realisatie landgoederen geeft een mogelijkheid voor het genereren van opbrengsten. Een belangrijk gegeven is<br />
echter het verdeelde eigendom in de polder. Door middel van een grondbank kan mogelijk een (her)verdeling van<br />
grond(opbrengsten) plaatsvinden waardoor tevens investeringen in het landschap kunnen worden gedekt. Zo kan de<br />
beoogde kwaliteit worden gegarandeerd en tevens de randvoorwaarden worden gecreëerd waardonder het realiseren<br />
van landgoederen mogelijk is. Zie tevens ‘Grondbank als instrument’.<br />
• Gedwongen verplaatsing jachthaven en verschillende haventjes langs de dijk is een belangrijk aandachtspunt.<br />
Verplaatsingskosten en de invulling cq. verwerving van een alternatieve locatie leidt tot additionele kosten.<br />
• Indicatie totale investeringskosten (zonder verwerving- en verplaatsingskosten) circa € 4,2 mio - € 4,7 mio.<br />
Uitgangspunt is dat de investeringen voor de realisatie van de landgoederen (bouw- en woonrijp maken)<br />
en de investeringen golfbaan minimaal kostendekkend zijn. Afhankelijk van de situering en omvang van de<br />
bebouwingsmogelijkheden en de uiteindelijke eigendomsverhoudingen cq. de mogelijkheid om opbrengsten in een<br />
grondbank in te brengen lijkt dekking van de totale investeringen (inrichtingskosten totale polder) tot de mogelijkheden<br />
te behoren. Daarnaast komt een deel van de investeringen (recreatie) mogelijk in aanmerking voor subsidiering<br />
Scenario Natuur en Landbouw hand in hand<br />
• De investeringen zijn in dit scenario beperkt ten opzichte van de overige scenario’s. Deze blijven beperkt tot een<br />
opwaardering van de bestaande infra- en groenstructuur. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de educatieve<br />
voorzieningen (informatiecentrum) bepaald in hoge mate de uiteindelijk benodigde investering cq. exploitatielasten.<br />
• Indicatie totale investeringskosten circa € 0,9 miljoen euro - € 1,4 miljoen euro. De bandbreedte wordt voornamelijk<br />
veroorzaakt door invulling van investeringen in educatievoorzieningen. Er zijn geen functies voorzien die ingezet<br />
kunnen worden als dekkingsmiddel voor de investeringen. Eventuele dekking van investeringen moet voornamelijk<br />
gezocht worden in derde geldstromen in de vorm van bijvoorbeeld subsidies.<br />
• Het opzetten van een grondbank is genoemd als instrument om de polder voor de lange termijn als waardevol gebied<br />
te kunnen handhaven. Zie tevens ‘Grondbank als instrument’.<br />
Scenario De polder in!<br />
• Dit scenario betreft voornamelijk investeringen in recreatiemogelijkheden. Er worden geen opbrengsten gegenereerd.<br />
Er is zelfs sprake van het afnemen van de agrarische waarde door het beperkter gebruik (recreatie en vernatting).<br />
• Mogelijk dat gewijzigd gebruik wel derde geldstromen realiseert (subsidie/exploitatie) waardoor beheerkosten kunnen<br />
worden gedekt. Mogelijk dat een deel van de polder (stadszone, intensief gebruik) ruimte biedt voor commerciële<br />
exploitatie en daarmee een deel van de investeringskosten kan worden gedekt (horeca/themaboerderij/…).<br />
• Het voorgestelde betaald parkeren is naast beleidsmatig waarschijnlijk ook functioneel en exploitatietechnisch op deze<br />
schaal niet haalbaar.<br />
• Indicatie totale investeringskosten (zonder verwerving- en verplaatsingskosten) circa € 3,4 miljoen euro - € 3,9 miljoen<br />
euro. Eventuele dekking van investeringen moet voornamelijk gezocht worden in derde geldstromen in de vorm van<br />
bijvoorbeeld subsidies en bijdragen. Met name dit scenario komt in aanmerking voor subsidies op het gebied van<br />
recreatie in combinatie met landbouw waar op dit moment beleidsmatig veel aandacht voor is.<br />
58
Grondbank als instrument<br />
Bij de ontwikkeling van alle scenario’s is de opzet van een grondbank genoemd als belangrijk instrument om de polder<br />
voor de lange termijn te behouden cq. te laten transformeren naar de gewenste inrichting. Het betreft dus een grondbank<br />
gericht op een beheerfunctie. Tevens maakt een grondbank de herverdeling van percelen mogelijk waardoor een toename<br />
van effi ciency kan plaatsvinden wat zich uiteindelijk in lagere beheerskosten en/of hogere pachtopbrengsten zou moeten<br />
vertalen. Een belangrijke subdoelstelling van de grondbank is het laag houden van de grondwaarde zodat natuurlijk cq.<br />
agrarisch gebruik gewaarborgd is voor de betrokken en direct omliggende gronden.<br />
Bundeling van gronden in een grondbank en de randvoorwaarden die bijvoorbeeld aan gebruik gesteld kunnen worden,<br />
geven de mogelijkheid richting te geven aan de doelstellingen voor het totale gebied. Daarnaast ontstaat een groter<br />
draagvlak voor bijvoorbeeld provinciale- en rijksinvesterings-programma’s en worden fi nancieringsmogelijkheden verruimd<br />
. Bezien moet worden in hoeverre fl ankerende maatregelen zoals bijvoorbeeld de ‘ruimte voor ruimte’ regeling of de uitruil<br />
tussen gebieden (bij een gebiedsoverstijgende grondbank) een positieve (economische) impuls kan geven.<br />
Van belang is de betrokkenheid van buurgemeenten en/of regionale verbanden in een grondbank die waarschijnlijk<br />
gebiedsoverstijgend zal zijn. Daarnaast is de Provincie van groot belang, zowel vanuit een mogelijke regiefunctie<br />
(regionaal belang) als vanuit fi nancieel perspectief gelet op mogelijke provinciale en/of rijkssubsidies (loket). Tevens<br />
moet bezien worden in hoeverre particuliere inbreng in de vorm van fi nanciering, bijvoorbeeld door groen beleggen en/of<br />
maatschappelijke investeringen cq. donaties, tot de mogelijkheden behoort. Ook de rol van partijen die mogelijk een belang<br />
kunnen hebben in het gebied zoals bijvoorbeeld het hoogheemraadschap zou kunnen worden bezien. Verder is de rol van<br />
een beheerorganisatie zoals bijvoorbeeld Staatsbosbeheer van belang.<br />
Op basis van een nadere inventarisatie zal moeten worden bezien welke juridische en economische constructie het best<br />
aansluit op de te realiseren doelstellingen. Van groot belang is dat een partij met name in het voortraject een voortrekkersrol<br />
neemt. Een breed draagvlak, zowel aanbod- als de vraagkant, is essentieel voor het welslagen van de grondbank. Hierbij<br />
kan natuurlijk worden uitgegaan van een groeimodel. Het beeld is overigens dat de nieuwe Pachtwet meer fl exibiliteit<br />
(liberalisering) en daarmee mogelijkheden brengt voor de grondbank.<br />
Bart Derksen<br />
Planeconoom<br />
van Keulen & van Zutphen b.v.<br />
59
60<br />
7TOETSEN AAN<br />
BELEIDSKADERS
7.1 PROVINCIAAL BELEID<br />
Beleidskaders:<br />
Streekplan<br />
In het streekplan is de Boterhuispolder aangemerkt als agrarische gebied plus. Dat wil zeggen dat de functie agrarisch<br />
uitgangspunt is met aandacht voor weidevogels. Recreatief medegebruik is daarbij goed mogelijk. In het Hollands<br />
Plassengebied waar de Boterhuispolder deel van uitmaakt moet aandacht zijn voor recreatieve verbindingen tussen stedelijk<br />
en landelijk gebied.<br />
In kernpunt 5 staat tevens vermeld dat voor het agrarisch gebied plus in o.a. het deelgebied ten noorden van de Oude<br />
Rijn een specifi ek beschermingsregime geldt ter behoud van de agrarische sector en (in samenhang daarmee) specifi eke<br />
cultuurhistorische en natuur- en landschapswaarden. Alhoewel de nadruk op de agrarische functie ligt bestaat ook een<br />
mogelijkheid tot uitbreiding van agrarische ondernemingen met kleinschalige recreatie. Concrete beleidsbeslissing 2 (CBB =<br />
hard element uit het streekplan) meldt verder dat buiten de op de streekplankaart aangegeven rode contouren geen verdere<br />
verstedelijking mag plaatsvinden.<br />
Landinrichtingsplan (Aanpassingsplan Ade)<br />
Door DLG is een landinrichtingsplan gemaakt. Hierin is centraal in de Boterhuispolder een zoekgebied opgenomen voor<br />
natuurcompensatie van de HSL. Wanneer compensatie in de Vrouwgeest polder niet tot stand komt, komt de Boterhuispolder<br />
hiervoor in beeld. Verder voorziet het plan in de gewenste aanleg van een EHS zone langs de Zijp en de Stringsloot in<br />
combinatie met een wandelpad.<br />
Groen en Groene Hart beleid<br />
Het provinciaal actieplan ‘verbetering kwaliteit van het landschap’ heeft tot doel overgangszones te creëren tussen stad en<br />
landschap. Het Groene Hart beleid streeft naar behoud van de openheid van het veenweidelandschap. Uitgangspunt is:<br />
- economisch vitaal<br />
- ecologische duurzaam<br />
- landschappelijk waardevol<br />
Hierbij krijgt verbeteren van de toegankelijkheid specifi eke aandacht.<br />
Prioritair gebied<br />
De Boterhuispolder maakt deel uit van een van de prioritaire gebieden van Zuid Holland. Dat wil zeggen dat er fi nanciële<br />
middelen (ASV gelden) beschikbaar zijn voor ideeën die passen binnen het beleid van vitaal platteland. Hierbij gaat het<br />
onder andere om subsidies voor agrarische natuurbeheer, boerenlandpaden, verbreding van de landbouw, versterking van<br />
economische dragers etcetera. Specifi eke POP subsidies zijn beschikbaar voor het verbeteren van de toegankelijkheid van<br />
het landschap door middel van bijvoorbeeld informatiepanelen en bewegwijzering.<br />
Met deze beleidskaders worden de drie scenario’s tegen het licht gehouden. Voor alle scenario’s geldt dat wanneer<br />
aantasting van weidevogelgebieden plaatsvindt dit gecompenseerd moet (kunnen) worden. Verstoring vindt al plaats bij<br />
slechts de aanleg van een wandelpad en zal in een Flora en Fauna toets worden vastgesteld. De mogelijkheden voor<br />
compensatie in de regio zijn zeer beperkt.<br />
De drie scenario’s<br />
Natuur en landbouw hand in hand<br />
Dit scenario behoud de kwaliteiten van het landschap en de natuur en past daarmee goed in het bestaande streekplan.<br />
Ten aanzien van toegankelijkheid vindt de provincie de mogelijkheden erg mager en sluit het scenario niet aan bij<br />
beleidsuitgangspunten. De mogelijkheid om een ronde door de polder te maken zou een goede toevoeging zijn aan dit<br />
scenario.<br />
61
De polder in!<br />
Het recreatief uitloopgebied dat dit scenario voorstelt tegen <strong>Leiderdorp</strong> aan valt niet binnen agrarische medegebruik en<br />
kan niet zondermeer binnen de huidige streekplan worden gerealiseerd. Aangezien het wel past in andere beleidsplannen<br />
(verbinden van stad en land in overgangszones) is aanpassing van het streekplan te overwegen.<br />
Door (enkele) paden in het broedseizoen af te sluiten kan de verstoring van het scenario aanzienlijk worden beperkt. Het<br />
inzetten op een rondwandeling en aansluiten bij andere recreatieve netwerken sluit goed aan op bestaand beleid. Het pad<br />
langs de Zijp is al in het landinrichtingsplan opgenomen in combinatie met de aanleg van de EHS.<br />
De mogelijkheden voor het verbreden van de watergangen zijn kansrijker wanneer het waterschap deze uit<br />
kwantiteitsprincipe ondersteunt. Overigens is de Boterhuispolder onderdeel van het “groenblauwe raamwerk” (kaart 3<br />
Streekplan). Hierin wordt o.a. ruimte geboden voor opvang van water ter voorkoming van wateroverlast, watertekort en het<br />
vergroten van de veiligheid en voor een goede waterkwaliteit.<br />
Golfend Agrarisch Landschap<br />
In kernpunt 5 van het streekplan staat vermeld dat voor het agrarisch gebied plus in o.a. het deelgebied ten noorden van<br />
de Oude Rijn een specifi ek beschermingsregime geldt ter behoud van de agrarische sector en (in samenhang daarmee)<br />
specifi eke cultuurhistorische en natuur- en landschapswaarden. Een golfbaan is wat ons betreft een voorziening die niet<br />
thuis hoort in het agrarisch landelijk gebied en moeilijk is in te passen met behoud of bescherming van cultuurhistorische en<br />
natuur- en landschapswaarden.<br />
Een aanpassing van het streekplan kan niet zomaar, dit zal gebeuren op basis van goede ruimtelijke argumenten met een<br />
directe verwijzing naar het provinciale ruimtelijke beleid. Een golfbaan is, anders dan recreatieve routes zoals voorgesteld<br />
bij het scenario ‘de polder in’, geen provinciale beleidslijn en is moeilijk te combineren met de landschappelijke en<br />
cultuurhistorische waarden. Een golfbaan heeft weinig natuurwaarden (ook al is de ‘green’ groen), weidevogels kunnen er<br />
geen plek krijgen, het betreft veelal een kunstmatig landschap dit is funest voor de cultuurhistorie / landschappelijke kwaliteit<br />
van het gebied.<br />
Alhoewel een golfbaan economisch gezien aantrekkelijk lijkt is deze veelal voor slechts een beperkte groep mensen<br />
toegankelijk.<br />
Al met al stoot dit scenario tegen meerdere uitgangspunten van het provinciale ruimtelijke beleid. Het is dan ook zeer<br />
onwaarschijnlijk dat de provinciale staten hiervoor het streekplan zullen aanpassen.<br />
Conclusie<br />
De provincie ziet de beste toekomst in een combinatie van het tweede en derde scenario: verbeteren van toegankelijkheid<br />
maar niet zo uitgebreid als in ‘de Polder in’ maar meer dan in ‘natuur en landbouw hand in hand’. Minimale aantasting van de<br />
weide vogelbiotoop.<br />
Mieke Vellekoop & Linda Hofstra - Directie Groen Water en Milieu, afdeling Groen, bureau Vitaal Platteland.<br />
Jeroen Zuiderwijk – Directie Ruimte en Mobiliteit, afdeling Ruimte en Wonen, bureau Ontwikkeling en Realisatie<br />
62
<strong>Leiderdorp</strong><br />
Uitsnede streekplan west<br />
63
7.2 HOOGHEEMRAADSCHAP RIJNLAND<br />
In bijlage 5 (beleidskaders) staan de uitgangspunten van Rijnland goed verwoord. Daarnaast is het Hoogheemraadschap in<br />
het algemeen voorstander van aanleg van natuurvriendelijke oevers. Verbreden van bestaande sloten, kreken en eventueel<br />
opengraven van oude kreken zijn voor Rijnland geen enkel probleem.<br />
Als grootste bedreiging zien we een toekomstige diversiteit van allerlei functies die ieder om een eigen waterpeil vragen. Dit<br />
levert een versnippering van het watersysteem op. Niet alleen uit het oogpunt van kwantiteit, maar ook vanuit waterkwaliteit<br />
is dit volstrekt af te wijzen.<br />
Met dit als uitgangspunt is de reactie op de scenario’s als volgt.<br />
Golfend landschap. Dit scenario draagt een groot risico in zich. Bij het aanwezige bodemtype is lokaal vergroten van de<br />
drooglegging via ophogen een dure – en dus moeilijk haalbare optie. Ophoging versnelt inklinking. Lokaal peil verlagen komt<br />
dan snel in beeld. Maar dat wil Rijnland nu juist niet.<br />
Natuur en landbouw Voor Rijnland een prima optie. De opmerking in de tekst van het scenario dat het waterpeil ten bate<br />
van de landbouw nooit meer verlaagd mag worden is een niet realistische optie. Het maaiveld blijft zakken, dus moet op<br />
gezette tijden het waterpeil naar beneden toe worden bijgesteld. Als hier bedoeld wordt dat ten bate van de landbouw de<br />
drooglegging niet mag worden vergroot dan is dat prima. Als hier echter wordt bedoeld nooit meer peilaanpassing te laten<br />
plaatsvinden, dan moeten de nieuwe natuurvlekken echt alleen aan de randen komen. En dan nog levert dit de versnippering<br />
op, waar Rijnland bepaald niet voor is.<br />
De polder in! Rijland kan met dit scenario prima uit de voeten. We willen het bestaande watersysteem graag houden zoals<br />
het is. Dat is bij dit scenario duidelijk de bedoeling.<br />
Per saldo is het oordeel over scenario 3 dus het meest positief.<br />
Henk Folkerts – Hoogheemraadschap Rijnland<br />
64
7.3 GEMEENTE TEYLINGEN<br />
De gemeente Teylingen is vergevorderd met de ontwikkeling van een toekomstvisie en een visie op recreatie en toerisme.<br />
In deze visies wordt ook ingegaan op de Boterhuispolder. Centaal staan het behoud van het landschap en de agrarische<br />
sector als (economische) drager hiervan. Om de agrariërs te ondersteunen biedt de gemeente ruimte voor het ontwikkelen<br />
van nevenactiviteiten vooral op het gebied van recreatie. In onze visie moet Teylingen verder groeien als kwalitatieve<br />
recreatiegemeente en hierbij kunnen de agrariërs een belangrijke rol spelen.<br />
Geen van de drie scenario’s die zijn ontwikkeld sluit hier naadloos op aan. Hieronder wordt ingegaan op de drie afzonderlijke<br />
scenario’s.<br />
Golfend Agrarisch Landschap<br />
Dit scenario grijpt dusdanig in dat het niet past bij de visie die Teylingen heeft op dit gebied. Hoewel de meest ingrijpende<br />
veranderingen (golfbaan) plaatsvinden op het grondgebied van <strong>Leiderdorp</strong> zijn de ontwikkelen van landhuizen en het<br />
aanleggen van een ontsluitingsweg langs de Zijp en het Vennemeer geen gewenste ontwikkelingen. Het doet afbreuk aan het<br />
agrarische karakter van het gebied en is een aanzet tot verstedelijking van het gebied.<br />
Natuur en Landbouw hand in hand<br />
Net als in de visie van Teylingen staan landschap en de agrarische sector hier centraal. Maar er is minder ruimte voor de<br />
ontwikkeling van recreatie dan in de visie van Teylingen.<br />
De Polder in<br />
De visie die ten grondslag ligt aan dit scenario sluit goed aan op de grondgedachte die ligt onder de visie op recreatie<br />
en toerisme van Teylingen. De polder moet kunnen worden beleefd met behoud van het agrarische en cultuurhistorische<br />
karakter en de daarbij behorende natuurwaarden. In de visie van Teylingen moet in de Boterhuispolder de balans meer<br />
doorslaan naar het behoud van het huidige karakter dan in het geschetste scenario. Gezien de geschetste inrichting waar<br />
de meest ingrijpende aanpassingen op het <strong>Leiderdorp</strong>se grondgebied liggen biedt dit scenario echter voor Teylingen zeker<br />
perspectief.<br />
Kijkend naar de scenario’s ligt de visie van Teylingen tussen het tweede en derde scenario.<br />
Fred Wulp<br />
<strong>Gemeente</strong> Teylingen<br />
65
8DE SCENARIO’S<br />
VERGELEKEN<br />
66<br />
Golfend agrarisch landschap
In dit laatste hoofdstuk zetten wij, APPM en Terra Incognita als atelierleiding de drie scenario’s naast elkaar. Nadrukkelijk is<br />
dat onze conclusie die gebaseerd is op de resultaten uit de ateliers en bijdragen van de visies van de experts en maar ook<br />
gevormd wordt door onze eigen deskundigheid (als landschapsarchitect, stedenbouwkundigen, en procesadviseur). Enerzijds<br />
vormt dit de samenvatting waarin scherp wordt neergezet op welke aspecten de scenario’s verschillen. Anderzijds worden op<br />
basis van de pleitnota’s van de atelierdeelnemers en de bevindingen van de experts de scenario’s ten opzichte van elkaar<br />
getoetst. Daarbij is uitgegaan van de toetsingscriteria die ook voor de pleitnota’s zijn gebruikt.<br />
Wij tellen geen plussen en minnen op.; Het gewicht dat men toekent aan de criteria zal immers voor iedereen anders zijn. We<br />
zijn van mening dat afhankelijk van welk aspect men prioriteit geeft steeds een ander scenario als meest optimale uit de bus<br />
zal komen. Deze keuze is nu aan de gemeentepolitiek van <strong>Leiderdorp</strong>.<br />
Allereerst zetten wij de visies naast elkaar. Daarna behandelen we de vijf bundels van toetsingscriteria. Bij ieder criterium<br />
geven wij aan hoe het scenario scoort. Deze score wordt vervolgens onderbouwd. Bij de beoordeling gebruiken we de<br />
volgende symbolen:<br />
++ scenario levert een zeer grote bijdrage aan het criterium<br />
+ scenario levert een substantiële bijdrage aan het criterium<br />
+/- scenario levert geen bijdrage aan het criterium en doet er ook geen afbreuk aan<br />
- scenario voldoet niet aan het criterium / doet er afbreuk aan<br />
Natuur en landbouw hand in hand De Polder In !<br />
67
8.1 DRIE VISIES OP EEN RIJ<br />
Golfend agrarisch landschap Natuur en landbouw hand in hand De polder in!<br />
Visie<br />
Dit scenario voegt aan de bestaande<br />
agrarische functie een nieuwe functie<br />
toe die de stedelijke druk op de polder<br />
opheft en de polder duurzaam open<br />
en groen houdt: de golffunctie.<br />
Inrichtingsmaatregelen<br />
De golfbaan wordt – volgens een<br />
nieuw concept – op zogeheten<br />
schotsen aangelegd. Tussen<br />
deze schotsen blijft de agrarische<br />
karakter bestaan in de vorm van<br />
beheerlandbouw. Nieuwe paden<br />
tussen de golfschotsen vergroten<br />
de toegankelijkheid van de polder<br />
voor de recreant. De gronden in het<br />
noordelijke (Teylingse) deel van de<br />
polder worden in gemeenschappelijk<br />
agrarisch beheer genomen. Dit wordt<br />
mede bekostigd uit de ontwikkeling<br />
van landhuizen aan de noordelijke<br />
rand van de polder. Zo kent de polder<br />
verschillende economische dragers.<br />
Borging<br />
Door de nieuwe en bestaande functies<br />
in privaatrechtelijke overeenkomsten<br />
tussen ontwikkelaar/exploitant van<br />
de golfbaan en grondeigenaren<br />
(ook boeren) vast te leggen wordt<br />
het groene en open karakter van de<br />
polder gewaarborgd.<br />
Verder geldt hier uiteraard<br />
een bestemmingsplan en is de<br />
landgoederen regeling mogelijk<br />
van toepassing. Tot slot wordt een<br />
grondbank opgezet.<br />
Visie<br />
Dit scenario is gebaseerd op behoud<br />
en ontwikkeling van bestaande<br />
natuur- en (cultuurhistorische)<br />
landschapswaarden door goed<br />
agrarisch beheer.<br />
Inrichtingsmaatregelen<br />
De uniciteit van het gebied zit voor<br />
dit scenario in de cultuurhistorische<br />
waarden (Karolingische verkaveling)<br />
en het weidevogelgebied. Deze<br />
waarden worden in het scenario<br />
verder uitgebreid door o.a. agrarische<br />
natuurbeheer en door lage percelen<br />
als natte foerageergebieden voor<br />
weidevogels te ontwikkelen. Daarom<br />
komt recreatieve ontsluiting op een<br />
tweede plan en zijn weidevogels<br />
en cultuurhistorie maatgevend.<br />
Recreanten zijn te gast in en rondom<br />
de polder en beleven de waarden<br />
vooral vanaf de randen.<br />
Vogelobservatie hutten,<br />
informatiepanelen en een<br />
bezoekerscentrum in Driegatenbrug<br />
wijzen bezoekers op de waarden van<br />
het gebied.<br />
Borging<br />
Het uitdragen van de hoge natuuren<br />
landschapswaarden zorgt voor<br />
een hoge waardering van de polder<br />
die op haar beurt zorgt voor een<br />
onomkeerbare groene polder.<br />
Daarnaast wordt dit gewaarborgd door<br />
eenduidige bestemmingsplannen en<br />
andere overheidsinstrumenten die de<br />
polder een status geven.<br />
Daarnaast wordt een grondbank<br />
overwogen.<br />
Visie<br />
Dit scenario zet de mens centraal.<br />
Doordat de mensen uit de regio<br />
de polder kunnen beleven en erin<br />
kunnen recreëren wordt de relatie<br />
tussen polder en de <strong>Leiderdorp</strong>ers<br />
(en Leidenaren) verstevigd met<br />
behoud van het agrarische en<br />
cultuurhistorische karakter. De<br />
waardering garandeert een open<br />
groene polder. De polder gaat<br />
(weer) onderdeel uitmaken van het<br />
collectieve geheugen van de mensen.<br />
‘Onze Boterhuispolder!’<br />
Inrichtingsmaatregelen<br />
Dit scenario vergroot van de<br />
gebruikswaarde polder. Zo worden<br />
onder andere nieuwe voet- en<br />
fi etspaden en kanoroutes ontwikkeld<br />
om de toegankelijkheid van de polder<br />
te verbeteren en de beleving te<br />
verhogen. Aangrenzend aan de stad<br />
wordt een intensief netwerk ontwikkeld<br />
met ruimte voor een educatieve<br />
boerderij: het uitloopgebied. In de<br />
polder is een extensief netwerk van<br />
paden gekoppeld aan oude (verbrede)<br />
kreken en verbrede boerderijen . Men<br />
kan straks de polder in.<br />
Diversiteit aan beheersvormen maakt<br />
het historische mozaïek patroon van<br />
het landschap herkenbaar.<br />
Borging<br />
Naast het opzetten van een<br />
grondbank, publiek private<br />
overeenkomsten en een<br />
bestemmingsplan, zet dit scenario<br />
breed in om met het verhogen<br />
van de gebruikswaarde de polder<br />
onomkeerbaar groen te maken.<br />
Immers het verbeteren van de<br />
gebruikswaarde zorgt voor waardering<br />
en bescherming. Bekend maakt hier<br />
bemind.<br />
68
8.2 OPENHEID EN ONOMKEERBAAR GROEN<br />
Golfend agrarisch<br />
landschap<br />
Natuur en<br />
landbouw hand in<br />
hand<br />
De polder in!<br />
Behoudt het groene en open karakter<br />
(weidsheid) van de polder; +/- ++ +<br />
Biedt de garantie (door functie of<br />
maatregelen) op een onomkeerbare<br />
groenzone<br />
++ + ++<br />
Voegt geen nieuwe bebouwing toe in de<br />
polder - ++ +/-<br />
Zorgt voor een goede stadsrand naar de<br />
polder. +/- +/- +/-<br />
Toelichting:<br />
Het criterium ‘goede stadsrand’ wordt door de meeste deelnemers niet als relevant criterium gezien. Tijdens de<br />
startbijeenkomst werd door velen al gezegd dat de huidige scherpe overgang duidelijk en goed is. Daarom zijn alle scenario’s<br />
neutraal gescoord<br />
Golfend agrarisch landschap:<br />
De nieuwe functies tasten de openheid altijd aan maar geven naast de grondbank ook een economische garantie op een<br />
groene en open polder door de duurzame golffunctie. Hierbij moet wel aangetekend worden dat de huídige ecologische/<br />
culltuurhistorische waarden zullen worden aangetast. OF: het criterium opsplitsen: scenario 2 en 3 zetten nl in op behoud<br />
van de huidige waarden terwijl de golfbaan deze in eerste instantie teniet doet, maar wel zorgt voor een groene, open en<br />
duurzame toekomst (ook al komen voor de huidige waarden nieuwe of andere in de plaats (bijv de merel ipv de grutto) De<br />
privaatrechtelijke wijze van vastleggen vormt een zeer solide basis om het landschap groen te houden. Door de andere<br />
gronden door één partij te laten beheren is ook hier de groene functie geborgd. Het scenario voegt daarvoor nieuwe<br />
bebouwing toe aan de polder.<br />
Natuur en landbouw hand in hand:<br />
Het groene en open karakter wordt in zijn geheel behouden door feitelijk geen ingrepen te doen. Door (minimale) kap van<br />
bomen wordt de openheid zelfs vergroot. De oprichting van een grondbank en pachtovereenkomsten zorgen in dit scenario<br />
voor de duurzame openheid, naast bestemmingsplannen van de overheid. Er is in dit scenario echter geen sprake van<br />
fysieke maatregelen die deze openheid garanderen. De waardering door omwonenden zal slechts een ondersteunende rol<br />
spelen aangezien de gebruikswaarde gering is.<br />
De polder in!<br />
Het huidige groene en open karakter wordt vrijwel geheel gehandhaafd. In het zuidelijk deel verandert het landschap wel.<br />
Naast de grondbank garandeert de nieuwe gebruikswaarde van de polder (voor de regio) het karakter op lange termijn: onze<br />
mooie polder. Daarbij wordt ook hier een grondbankconstructie opgezet. Het uitloopgebied zorgt voor een nieuwe stadsrand.<br />
Daarin wordt een nieuwe boerderij annex educatie centrum gebouwd.<br />
69
8.3 TOETSINGSCRITERIA : LANDSCHAPPELIJKE-, ECOLOGISCHE-, CULTUURHISTORISCHE WAARDEN<br />
EN WATER(KWALITEIT)<br />
Behoudt (en respecteert) zoveel mogelijk<br />
cultuurhistorische waarden (o.a. de<br />
Karolingische verkaveling);<br />
Ontwikkelt (en behoudt voor de toekomst)<br />
de landschappelijke waarden en voorkomt<br />
negatieve effecten die de identiteit<br />
aantasten (o.a. de veenkreken);<br />
Respecteert en behoudt zoveel mogelijk<br />
ecologische waarden (met name de<br />
weidevogels (broedvogels en trekvogels)<br />
en rustgebied);<br />
Zorgt dat er geen verlaging van het<br />
waterpeil plaatsvindt en dat er niet meer<br />
dan autonome bodemdaling plaatsvindt;<br />
Zorgt dat er geen aantasting van de<br />
grondwaterkwaliteit en het grondwaterpeil<br />
plaatsvindt;<br />
Golfend agrarisch<br />
landschap<br />
Natuur en<br />
landbouw hand in<br />
hand<br />
De polder in!<br />
+/- ++ +<br />
+/- + ++<br />
- ++ +<br />
+/- ++ ++<br />
+/- ++ ++<br />
Toelichting:<br />
Het verschil in de eerste twee criteria zit in behouden versus ontwikkelen. Dat is de reden dat de beoordeling voor beiden per<br />
scenario anders uitpakt.<br />
Golfend agrarisch landschap:<br />
Hoewel bij de aanleg van de golfbaan wordt uitgegaan van de huidige verkavelingsstructuur, gaat toch altijd een deel van de<br />
verkaveling verloren. De nieuwe functie heeft grote invloed op de huidige verschijningsvorm en ecologie van het landschap.<br />
Wel worden nieuwe natuurwaarden langs de golfbaan gerealiseerd. Ten noorden van de golfbaan blijft de vogelbiotoop<br />
behouden, maar deze neemt wel in totaal oppervlakte af. Over de beïnvloeding van het watersysteem en met name het<br />
(grond)waterpeil zijn de golfexpert en het Hoogheemraadschap het niet met elkaar eens. Waar de heer Jol aangeeft geen<br />
problemen te zien, maakt het Hoogheemraadschap zich zorgen. Dat leidt tot de neutrale score. De waterkwaliteit wordt niet<br />
beïnvloed.<br />
Natuur en landbouw hand in hand:<br />
Beperkte tot geen ingrepen in het landschap vormen een goede uitgangspositie voor behoud van de waarden op het gebied<br />
van landschap, cultuurhistorie en ecologie. Bovendien vormen de weidevogels het uitgangspunt voor dit scenario. Specifi ek<br />
voor hen worden natte foerageerplekken aangelegd en wordt het beheer geoptimaliseerd. Ook treden ten aanzien van<br />
wateraspecten geen wijzigingen op (ervan uitgaande dat voor agrarische functie geen verdere verlaging nodig is). Omdat dit<br />
scenario uitsluitend huidige waarden van het landschap behoudt en geen nieuwe waarden ontwikkelt scoort het scenario hier<br />
minder hoog dan het scenario ‘De polder in!’.<br />
De polder in!<br />
In dit model wordt het landschap ontwikkeld wat ten koste kan gaan van huidige cultuurhistorische waarden zoals bij het<br />
vergraven van de veenkreken en het aanleggen van nieuwe paden. De struinpaden zullen een beperkte verstoring hebben<br />
op broedende weidevogels (wat op te lossen is door ze dan tijdelijk af te sluiten). Ten noorden van de Nieuwe Weg vindt<br />
verder geen verstoring plaats en er wordt een groot areaal natte gebieden aangelegd dat als foerageerplek kan dienen voor<br />
weidevogels. Ingrepen in de waterhuishouding zijn niet aan de orde.<br />
70
8.4 TOETSINGSCRITERIA : <strong>TOEKOMST</strong> AGRARIËRS EN AGRARISCH KARAKTER VAN DE POLDER<br />
Golfend agrarisch<br />
landschap<br />
Natuur en<br />
landbouw hand in<br />
hand<br />
De polder in!<br />
Behoudt het agrarisch karakter van de<br />
polder (de koe in de wei); - + +<br />
Draagt zorg voor levensvatbaarheid<br />
en duurzaamheid van agrarische<br />
bedrijfsvoering;<br />
- ++ +<br />
Verbetert de waardering voor agrarische<br />
werkzaamheden. +/- + ++<br />
Toelichting:<br />
Golfend agrarisch landschap:<br />
Op de percelen waar de golffunctie plaatsvindt gaat de agrarische functie verloren. De resterende kavels zullen maar een<br />
beperkte functie kunnen vervullen als productieruimte en met name een functie hebben voor agrarisch natuurbeheer. Ten<br />
noorden van de golfbaan is wel ruimte voor twee agrarische ondernemers. De levensvatbaarheid staat door confl ictsituaties<br />
met nieuwe landhuiseigenaren onder druk. Het niet uitvoeren van de landhuizen geeft de boeren hier meer perspectief. In<br />
totaal zullen 2 á 3 boeren hun bedrijf moeten beëindigen of van neveninkomsten afhankelijk zijn. Beheer van de golfbaan<br />
is daarbij een mogelijkheid voor verbreding. Over waardering van de agrarische werkzaamheden doet het scenario geen<br />
uitspraak.<br />
Natuur en landbouw hand in hand:<br />
Het agrarisch karakter wordt in dit scenario volledig behouden en heeft de meeste kansen. De inzet om weidevogels en<br />
cultuurhistorie maatgevend te laten zijn voor de toekomst kan de boeren in de toekomst mogelijk in hun ontwikkeling<br />
beperken. Echter daar staan dan neveninkomsten uit natuurbeheerpakketten tegenover, zoals voor het natuurlijk beheer van<br />
de laagste delen van de polder. Het infocentrum in Driegatenbrug en de informatieborden zullen een bijdrage leveren aan de<br />
waardering van agrarische werkzaamheden.<br />
De polder in!<br />
Het uitloopgebied, natte en drassige percelen in dit scenario geven het landschap een gevarieerd beeld dan slechts een<br />
agrarische door combinatie met verschillende vormen van agrarische natuurbeheer (van intensief tot extensief). De focus<br />
op agrarisch gebruik zorgt voor een duurzaam perspectief voor de boeren maar kent meer beperkingen dan in het scenario<br />
‘Landbouw en natuur hand in hand’. De inzet op verbreding van de landbouw en beheersvergoeding kan dat compenseren.<br />
Samen met de nieuwe routes over land en door het water en de informatieborden zal de verbrede landbouw een grote impuls<br />
geven aan de waardering voor de boeren als beheerders van het landschap. Ook het recreatief en educatief centrum in de<br />
polder draagt daar aan bij.<br />
71
8.5 TOETSINGSCRITERIA : BELEVING, RECREATIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET GEBIED<br />
Golfend agrarisch<br />
landschap<br />
Natuur en<br />
landbouw hand in<br />
hand<br />
De polder in!<br />
Vergroot de beleving van de polder door<br />
(stedelijke) recreanten; + + ++<br />
Verbetert de toegankelijkheid voor<br />
extensieve recreatie; ++ + ++<br />
Biedt een oplossing voor de<br />
verkeersoverlast op de Zijldijk en de<br />
Nieuwe Weg;<br />
++ + +<br />
Verbetert de mogelijkheden voor educatie<br />
over het gebied en de polders; +/- + ++<br />
Vergroot de recreatieve toegankelijkheid<br />
voor iedereen. +/- + +<br />
Toelichting:<br />
Bij het criterium beleving gaat het over de mogelijkheid om het ‘verhaal’ achter het landschap te beleven. Bij<br />
‘toegankelijkheid’ gaat het om de hoeveelheid paden door de polder.<br />
Golfend agrarisch landschap:<br />
De verbreding van de kreken levert een bijdrage aan de beleving van het landschap te voet en per kano. De toegankelijkheid<br />
van de polder neemt door de nieuwe paden die onder andere langs de ‘golfschotsen’ liggen aanzienlijk toe. De holes van de<br />
golfbaan zelf zijn echter alleen toegankelijk voor spelers van de golfsport om onveilige situaties met vliegende golfballen te<br />
voorkomen. Over educatieve aspecten doet het scenario geen uitspraak. De Nieuwe Weg wordt opgeheven en daardoor is<br />
er een probleem minder. De Zijldijk wordt een fi etspad en is alleen voor de mensen die er wonen toegankelijk met de auto..<br />
Wanneer watersport in de noordpunt wordt gebundeld, wordt een nieuwe weg aangelegd om overlast te voorkomen.<br />
Natuur en landbouw hand in hand:<br />
De verbreding van de kreken en de volgelopbservatieposten leveren een bijdrage aan de beleving van het landschap.<br />
Naast bestaande fi etspaden op de Zijldijk en Nieuwe Weg, vergroten de ‘boerenlandpaden’ buiten het broedseizoen de<br />
toegankelijkheid voor wandelaars. Het informatiecentrum in Driegatenbrug vergroot de mogelijkheden voor educatie.<br />
De polder in!<br />
Het verbreden van de kreken en verschillende vormen van landgebruik maken het historisch kavelpatroon en daarmee de<br />
ontstaansgeschiedenis van het landschap beleefbaar. Nieuwe routes voor verschillende doelgroepen (fi etsers, kanoërs,<br />
joggers, wandelaars en struiners) maken de polder beleefbaar voor iedereen en vergroten de toegankelijkheid. De nieuwe<br />
‘boerderij’ in het zuiden combineert educatie met recreatie in de polder. Door het verbeteren van de gebruikswaarde krijgt de<br />
polder een functie voor de hele regio.<br />
72
8.6 TOETSINGSCRITERIA : FINANCIËLE, ORGANISATORISCHE EN BELEIDSMATIGE HAALBAARHEID<br />
Golfend agrarisch<br />
landschap<br />
Natuur en<br />
landbouw hand in<br />
hand<br />
De polder in!<br />
Is fi nancieel uitvoerbaar;<br />
+ +/- +/-<br />
Is organisatorisch haalbaar; +/- +/- +/-<br />
Is verenigbaar met de plannen van de<br />
- gemeente Teylingen<br />
- het relevante Provinciale en Rijks- beleid;<br />
-<br />
-<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
Heeft draagvlak bij grondeigenaren:<br />
- agrariërs<br />
- (institutionele) beleggers<br />
- gemeente<br />
-<br />
++<br />
n.t.b.<br />
++<br />
-<br />
n.t.b.<br />
+<br />
-<br />
n.t.b.<br />
Toelichting:<br />
Met betrekking tot de organisatorische haalbaarheid kan gesteld worden dat alledrie scenario’s in principe realiseerbaar zijn.<br />
Naarmate de afhankelijkheid van andere partijen echter groter is, enerzijds door het aantal benodigde partijen en anderzijds<br />
door de macht van deze partijen, wordt het adequaat vormgeven van het scenario binnen gestelde randvoorwaarden lastiger.<br />
Voor alle scenario’s geldt dat de gemeente afhankelijk is van andere partijen en in geen van de scenario’s staan partijen a<br />
priori op één lijn. Derhalve scoren de scenario’s hierop neutraal.<br />
De gemeente wordt hier genoemd als grondeigenaar. De score is nader te bepalen aangezien deze afhankelijk is van het<br />
besluit dat de gemeenteraad nog moet nemen<br />
Golfend agrarisch landschap:<br />
Wanneer de gronden tegen agrarische waarden kunnen worden verworven is het een haalbaar scenario. De golffunctie kan<br />
zichzelf fi nancieren en heeft de landhuizen niet nodig als fi nancieringsbron. Mogelijke meeropbrengsten kunnen ingezet<br />
worden ten bate van het landschap of aankoop van gronden. Van de opbrengsten van de landgoederen mag niet verwacht<br />
worden dat daarmee alle gronden kunnen worden aangekocht. Dit scenario is het enige scenario dat uitzicht biedt op dekking<br />
van een groot deel van de investeringen. Daarom wordt het iets hoger gewaardeerd.<br />
Een golfbaan past niet in het beleid van de gemeente Teylingen. In het scenario beperkt de golfbaan zich dan ook tot het<br />
grondgebied van <strong>Leiderdorp</strong>. Echter landhuizen worden door de gemeente Teylingen als zeer onwaarschijnlijk betiteld.<br />
Zonder dit ingredient (variant) is het scenario meer acceptabelvoor de gemeente Teylingen. Voor de provincie is een golfbaan<br />
een zeer onwaarschijnlijke optie in de Boterhuispolder waarvoor het streekplan moet worden herzien. Gezien de invloed op<br />
het landschap heeft het scenario weinig draagvlak bij de agrariërs. Voor andere grondeigenaren geldt dat zij mogelijkheid<br />
zien om rendement op gronden te maken waardoor men wel draagvlak aan het plan toekent.<br />
Natuur en landbouw hand in hand:<br />
Dit scenario voorziet niet in functies die voor dekking van de kosten kunnen zorgen. Daarom is het scenario aangewezen op<br />
derde geldstroom en subsidies. Feitelijk is daarom niets te zeggen over de haalbaarheid van dit scenario.<br />
Het scenario past redelijk in de wensen van Teylingen behalve dat extensieve recreatie een erg beperkte rol krijgt. Het<br />
scenario past in het beleid van de provincie hoewel de toegankelijkheid erg mager is gerealiseerd.<br />
Het scenario heeft groot draagvlak bij de agrariërs die hun huidige functie gecontinueerd zien. Bij (institutionele) beleggers is<br />
vrijwel geen draagvlak aangezien er maar een beperkt rendement in het vooruitzicht is.<br />
De polder in!<br />
De kosten van dit scenario zijn hoger dan van het vorige en ook hier ontbreekt de dekking binnen het plan. Daarom is<br />
ook over dit scenario niets te zeggen over de haalbaarheid. De inschatting is dat de kansen voor fi nanciering uit derde<br />
geldstroom en subsidies door verbeteren van recreatiemogelijkheden groter zijn dan bij het vorige scenario. In het<br />
uitloopgebied bestaan mogelijkheden voor commerciële exploitatie.<br />
De extensieve recreatie past goed in de recreatieve visie van de gemeente Teylingen. Het plan past niet volledig in het<br />
streekplan maar sluit wel aan op andere beleidsplannen, waardoor aanpassing van het streekplan een mogelijkheid is.<br />
Agrariërs zijn gematigd positief aangezien veel van de activiteiten doorgang vinden. Verbreding van de landbouw kan alleen<br />
op vrijwillige basis plaatsvinden. Voor (institutionele) beleggers geldt hetzelfde als bij het vorige scenario.<br />
73
NAWOORD<br />
Met de totstandkoming van deze rapportage is invulling gegeven aan de opdracht van de gemeenteraad om drie scenario’s<br />
te ontwikkelen voor de toekomst van de Boterhuispolder. Bewoners, ondernemers, belangengroepen en overheden hebben<br />
intensief gewerkt om dit binnen enkele maanden te realiseren. Daarnaast hebben specialisten hun oordeel over de scenario’s<br />
geveld, zodat een objectieve vergelijking kan worden gemaakt.<br />
De vurigheid van de gesprekken en discussies in de gebiedsateliers maken duidelijk dat we met een waardevol gebied<br />
te maken hebben. Wij vertrouwen erop dat de leden van het College van B&W en de <strong>Gemeente</strong>raad op basis van het<br />
voorliggende resultaat tot een goed en weloverwogen besluit zullen komen, waarmee de Boterhuispolder een mooie<br />
toekomst tegemoet gaat.<br />
Deelnemers aan de werkateliers zien verschillende mogelijkheden om onderdelen van de scenario’s te combineren tot een<br />
voor hen meest aantrekkelijk scenario. De scenario’s bieden deze mogelijkheid ook.Echter op deze plek raden wij u aan u<br />
eerst duidelijk uit te spreken voor een van de visies en pas daarna te discussieren over de invulling van de scenario’s.<br />
Het woord is aan de politiek.<br />
74
BIJLAGEN<br />
75
BIJLAGE 1 : FORUMBIJDRAGEN<br />
Om alle betrokken partijen individueel de mogelijkheid te geven de gemeenteraad te adviseren over de toekomst<br />
van de Boterhuispolder is de mogelijkheid van een ‘forumbijdrage’ in het leven geroepen. Partijen geven met<br />
behulp van een korte onderbouwing aan naar welk scenario hun voorkeur uitgaat, of naar welk scenario juist niet.<br />
Ook kan een los advies gegeven worden.<br />
Hieronder zijn de ingeleverde bijdragen in originele staat opgenomen.<br />
PIP VAN SCHIE, VEEHOUDER<br />
Van de drie scenario’s voor de Boterhuispolder is er maar een die echt bestaansrecht heeft. Namelijk landbouw<br />
en natuur. Het verleden heeft geleerd dat dit al jaren een goede invulling is, want zo is het nu zo gewaardeerde<br />
landschap ontstaan. De landbouw heeft zeker toekomst. Aangevuld met wandel- en fi etspaden die samenvallen<br />
met agrarische ontsluitingspaden zal de polder ook voor veel mensen toegankelijk zijn.<br />
Alleen bij dit scenario wordt aan alle randvoorwaarden voldaan.<br />
De ideeën van buurgemeenten sluiten hierbij aan.<br />
MARIJKE ALDERLIESTE, VERENIGING “HOUDT LEIDERDORP GROEN”<br />
De toekomst van de Boterhuispolder volgens de vereniging Houdt <strong>Leiderdorp</strong> Groen.<br />
Honderd vijftig woorden zijn te weinig voor het beschrijven van de rijke cultuurhistorie en grote natuurwaarden<br />
van de Boterhuispolder. Eigenlijk is deze unieke veenweidepolder niet te beschrijven, maar moet bekeken en<br />
beleefd worden bijvoorbeeld vanaf de Nieuwe Weg of vanaf de Zijldijk: een prachtig Hollands polderlandschap<br />
met koeien in de wei, ganzen op het land, een grutto op een paal en daarboven mooie wolkenluchten. Ingrijpen<br />
in dit landschap, of het nu een fi etspad of een golfbaan betreft, betekent een onomkeerbare vernietiging van<br />
de polder. <strong>Leiderdorp</strong> zou trots moeten zijn op het mogen beheren van één de laatste veenweidegebieden met<br />
een blokverkaveling en een gruttopopulatie die niet afneemt! Juist nu een weg is ingeslagen van agrarisch<br />
natuurbeheer met behulp van Europese subsidies, moet dit beleid worden voortgezet en worden gestimuleerd.<br />
Open en groen houden van de polder betekent behoud van de polder zoals die nu is met extensieve<br />
recreatie aan de randen en de garantie voor een goed bestaan van de agrariërs. Alleen dan blijven natuur en<br />
cultuurhistorie gespaard en kan de leiderdorper genieten van rust, groen en openheid, kortom de POLDER.<br />
ILSE WITVOET, HOLLAND RIJNLAND<br />
Holland Rijnland onderstreept de noodzaak om het groene en open karakter van de Boterhuispolder voor de<br />
lange termijn te garanderen en de kwaliteit en bereikbaarheid van de polder te versterken.<br />
In de Regionale Structuurvisie die op dit moment door Holland Rijnland wordt samengesteld, is o.a. aandacht<br />
voor de sterke landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de regio. Deze kwaliteiten dragen bij aan<br />
het (inter)nationale karakter van de regio.<br />
De regio streeft een hoogwaardige woonkwaliteit na. Hieraan is een hoogwaardig landschap met voldoende<br />
recreatieve mogelijkheden onlosmakelijk verbonden. Gezien de grote recreatieve druk op het buitengebied wil<br />
Holland Rijnland de bereikbaarheid van het landschap vergroten, waardoor een breder publiek de openheid, rust<br />
en de kleinschaligheid van het landschap kan ervaren.<br />
Door het scenario ‘Tussen <strong>Leiderdorp</strong> en water(-sport)’ (nu: “De polder in!”, red.) wordt de bereikbaarheid van de<br />
polder vergroot, maar daarnaast blijft er oog voor het behoud van het agrarische- en cultuurhistorische karakter<br />
van de polder.<br />
76<br />
WOUT ANKER, IVN<br />
POLDERS<br />
Behalve de economische, recreatieve en cultuurhistorische waarde is er ook nog de educatieve waarde.<br />
Veel bewoners van <strong>Leiderdorp</strong> en omgeving zijn hier als forenzen gekomen. Zij zijn niet vertrouwd met het<br />
oorspronkelijke agrarische karakter van deze streek. Informatie daarover kan door publicaties en excursies<br />
voor belangstellenden. Een andere mogelijkheid is een structurele inpassing van “een kennismaking met<br />
je LEEFOMGEVING” in het onderwijs. Basisschoolleerlingen kunnen op niveau informatie krijgen over de<br />
geschiedenis ervan. Tevens kan aan de boerderij en de daarbij behorende polder een bezoek worden gebracht.<br />
Aandachtspunten kunnen o.a. zijn:<br />
De bedrijfsvoering met zijn producten;<br />
De natuurlijke eigenschappen van het polderland als veenweide gebied;<br />
De betekenis van molens met daarbij de waterbeheersing voor onze leefomgeving;
De fauna: zowel de gedomesticeerde als de wilde dieren die er zijn;<br />
Mondiaal gezien het unieke van dit gevarieerde polderlandschap; o.a. als we de nog resterende polders (b.v.<br />
Boterhuis- en Achthovener polder) vergelijken.<br />
JAN VAN DER GEEST, BEWONER EN ARGRARISCH GRONDGEBRUIKER <strong>BOTERHUISPOLDER</strong><br />
De huidige onafhankelijke status van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong> geeft nu nog de mogelijkheid om het<br />
toekomstbeeld voor de Boterhuispolder voor lange tijd vast te stellen.<br />
De vooraf gestelde doelstellingen worden het best gerealiseerd bij uitoefening van een scenario waarbij<br />
‘landbouw’ en ‘natuur’ samen optrekken.<br />
Landbouw omdat zij als enige het unieke veenweidegebied doelmatig kan exploiteren en natuur omdat zij kan<br />
toezien op het in stand houden van de ‘waarden’.<br />
Landbouw kan verder gaan onder beperkende voorwaarden en deels gecompenseerd worden met fi nanciële<br />
ondersteuning of door het verkrijgen van betaalde werkzaamheden uit natuurbeheer.<br />
De basis kan de oprichting van een grondbank zijn waarin te verwerven gronden worden ondergebracht.<br />
De aanvangsfi nanciering moet komen van hogere overheden als Provincie en landelijke overheid, en<br />
de exploitatiefi nanciering uit pachtopbrengsten van landbouwers en met compensatiebijdrage uit de<br />
gemeentebegroting. Langdurige pachtcontracten geven bescherming tegen omkeerbaarheid van de Groenzone.<br />
NANDA VAN BEEST, GEMEENTE LEIDEN<br />
N.B. In verband met te ruime overschrijding van het aantal woorden, is het stuk in overleg met de opsteller door de redactie<br />
ingekort.<br />
Boterhuispolder: Weten doet Beleven<br />
De komende jaren legt Leiden nadruk op de kwaliteit van de verbindingen naar het ommeland en het behoud.<br />
Maar minstens zo belangrijk is dat Leidenaars de grote kwaliteiten van hun omgeving beter leren kennen.<br />
Bekend maakt bemind; Leiden zet dus ook in op kennis, communicatie en de vele kansen die het bestaande<br />
water en groen biedt aan zijn bewoners.<br />
Redenerend vanuit deze doelen, welke corresponderen met de doelen uit de conceptvisie RSV Holland<br />
Rijnland ben ik van mening dat uitvoering van het ‘Golfscenario’ leidt tot een onomkeerbare, negatieve ingreep<br />
in dit, nergens in Nederland nog zo gaaf aanwezige, Karolingische landschap met unieke cultuurhistorische,<br />
landschappelijke en ecologische waarden. Daarbij wordt het gebied slechts voor een zeer beperkte doelgroep<br />
aantrekkelijk.<br />
Het is nu aan de gezamenlijke overheden om hieraan het benodigde planologische tegenwicht te bieden en<br />
zoveel mogelijk bewoners bewust te maken van dit erfgoed door ruimte te bieden voor extensieve recreatie en<br />
verbreding van de landbouw middels het scenario “Tussen <strong>Leiderdorp</strong> en Water” (nu: “De polder in!”, red.).<br />
ROB SPERNA WEILAND, COMITE DOESBRUG<br />
Natuur, Cultuurhistorie en Agrarische bedrijfsvoering zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in de<br />
Boterhuispolder. Ontkoppeling of aantasting van deze waarden leidt onherroepelijk tot kwaliteitsvermindering.<br />
Juist de kwaliteit van het gebied is de reden dat het nog open en groen is en om nu alles te doen om dat zo te<br />
houden. Het scenario dat deze kernwaarden als uitgangspunt heeft is onderbouwd fi nanciëel de meest zekere<br />
weg en sluit het beste aan bij de uitgangspunten van de <strong>Leiderdorp</strong>se Raad en bij die van Teylingen. Het is het<br />
enige scenario dat met succes aanspraak op subsidies voor verbetering van het landelijk gebied zal kunnen<br />
onderbouwen.<br />
Een zekere mate van recreatieve toegang tot het gebied, ondergeschikt aan de belangen van de kernkwaliteiten,<br />
zal de waardering voor de polder doen toenemen en mede draagkracht verschaffen voor langdurig behoud. De<br />
som der kwaliteiten is groter dan ieder deel op zich in deze polder.<br />
Houdt de drie-eenheid in ere, help waar mogelijk deze te versterken, werk mee aan de toekomst ervan en geniet<br />
van hoe het nu is.<br />
Boer, weidevogel, historisch landschap, geef hen en daarmee ons de ruimte.<br />
77
KO DROOGERS, ANWB<br />
Boterhuispolder: recreatie bij de stad<br />
Vanuit de ANWB vinden wij een inrichting van de polder die recht doet aan de ligging bij de verstedelijking de<br />
enige juiste keuze. In West Nederland is een groot te kort aan recreatiemogelijkheden dicht bij huis.<br />
De Boterhuispolder is wat betreft landschap al aantrekkelijk, maar het gebied moet goed ontsloten worden vanuit<br />
de stad (Leiden en <strong>Leiderdorp</strong>), en in het gebied moeten meer wandel-, en fi etspaden komen. Verder kan er een<br />
kano- en ruiterroute ontwikkeld worden en een rondje voor skaters en skeeleraars (door aanpassing van enkele<br />
fi etspaden).<br />
De oevers moeten toegankelijk gemaakt worden om aan te kunnen zitten en te kunnen afmeren.<br />
Langs de stadsrand het gebied intensiever inrichten, zodat veel recreanten juist hier opgevangen kunnen<br />
worden. Bovendien kan zo’n inrichting de polder mooier maken, omdat je de bebouwing minder ziet.<br />
Een openbaar toegankelijke golfbaan kan een fi nanciële drager zijn, maar dan moet deze ook deels op het<br />
gebied van Teijlingen kunnen komen.<br />
De boeren worden gastheer voor de stedeling en krijgen hier inkomen uit.<br />
JAN POOL, BEWONERSVERENIGING ESSENPARK<br />
REACTIE OP DE SCENARIO’S<br />
Uitgangspunten voor mij zijn:<br />
Behoud van het leefgebied van weide- en trekvogels. Hun aantal in Nederland neemt sterk af. Wij mogen daar<br />
niet aan bijdragen.<br />
Behoud van de open ruimte. Die is kostbaar zeker ook in de dichtbevolkte randstad. Maar wij laten ons<br />
landschap steeds meer verrommelen.<br />
Behoud van de cultuurhistorische waarde van de Boterhuispolder.<br />
Het scenario Natuur en Landbouw hand in hand heeft dan ook mijn absolute voorkeur.<br />
Extensieve recreatie middels wandelen en fi etsen past daarin, mits het vooral in de broedtijd niet verstorend<br />
werkt.<br />
Een Golfbaan past hierin zeker niet. Het landschap wordt bedorven en gaat ten koste van het vogelbestand. In<br />
de naaste omgeving zijn ook mogelijkheden genoeg voor deze vorm van elitaire recreatie.<br />
Overwogen moet worden het gebied waar mogelijk in eigendom en beheer te geven van Het Zuid-Hollands<br />
Landschap of Natuurmonumenten. Daarmee wordt ongewenste woningbouw voorkomen.<br />
Nagekomen reactie Jan Pool (19 september 2007):<br />
Naar aanleiding van de slotbijeenkomst van gisteravond sluit ik mij aan bij de velen die een combinatie<br />
van scenario 2 en 3 aan de Raad zouden willen suggereren, met de uitgangspunten van scenario 2 maar<br />
met belangrijke elementen uit scenario 3, met name extensieve recreatie. Na een dergelijk besluit zout dat<br />
combinatiescenario verder uitgewerkt moeten worden.<br />
RON GAST, STICHTING GROENE HART<br />
Bijdrage aan de scenariokeuze voor de <strong>BOTERHUISPOLDER</strong><br />
De Stichting Groene Hart heeft als doelstelling het kenmerkende landschap van het Groene Hart te beschermen<br />
en ontwikkelen. Behoud door ontwikkeling van de historische gegevenheden.<br />
Scenario Golfend agrarisch landschap betekent aantasting van het kenmerkende slagenlandschap met<br />
weilanden en water. Omdat er geen verstedelijking plaatsvindt (cf. de Nota Ruimte) ligt een golfbaan als<br />
“buffer”niet voor de hand. Er kleven veel meer nadelen dan voordelen aan zo’n keuze.<br />
Scenario tussen <strong>Leiderdorp</strong> en Water (nu: “De polder in!”, red.) kan evenmin positief worden beoordeeld. De<br />
recreatieve opgave lijkt te fors voor dit open gebied. Beter is het om de negatieve effecten van verstoringbronnen<br />
d.m.v. landschapselementen terug te dringen en de grootschalige open ruimte in tact te laten.<br />
78
Scenario Natuur en Landbouw Hand in Hand wordt door ons als voorkeursscenario bestempeld. Dit scenario<br />
sluit goed aan bij eerdere afspraken met de Streekcommissie Ade en de provincie. Er zijn wél enkele<br />
aandachtspunten. Enerzijds dient tegenover de duurzame inzet van agrariërs om meer te doen aan natuur<br />
en landschap een inkomensgarantie te staan. Anderzijds dient tegenover de afhankelijkheid van de inzet van<br />
agrariërs een zekerheid te bestaan voor natuurbeschermers voor wat betreft de grondeigendom situatie en het<br />
natuurresultaat. “Hand-in-Hand “ betekent immers óók Samen en Gedeeld verantwoordelijk ! Daarnaast heeft<br />
het waterbeheer via waterschap en provincie extra (kwalitatieve en kwantitatieve) impulsen nodig. Ook dit punt<br />
verdient nadere uitwerking.<br />
Aanvullende (nagekomen) reactie van Ron Gast:<br />
-Vooral richten op de relatie boer-natuur (hand-in-hand)<br />
-Extra element is de overgang land-water. (Kagerplassen)<br />
HARALD KOK, RENTMEESTER ROOMS CATHOLIJK OUDE ARMEN KANTOOR<br />
RCOAK heeft oog voor maatschappelijke belangen.<br />
RCOAK pleit voor het scenario van golfend landschap.<br />
Het scenario van een golfend landschap in het zuiden heeft door haar duurzame inrichting een onomkeerbare<br />
buffer tegen oprukkende “verstening”.Tevens heeft dit scenario door enige economische dragers de grootste<br />
kans op fi nanciële haalbaarheid.<br />
Het scenario van golfend landschap heeft draagvlak bij de betrokken grondeigenaar en geeft zekerheid aan de<br />
totstandkoming van plannen.<br />
In dit scenario is tevens ruimte om onderdelen van de andere twee scenario’s in te passen. Onderdelen als<br />
landbouw en natuur in één hand, nieuwe natuur in het midden van de polder en recreatiemogelijkheden kunnen<br />
met elkaar verweven worden.<br />
Ruimte en grond zijn in Nederland schaars, met name in de Randstad. Een polder één functie toekennen is<br />
maatschappelijk niet meer te verdedigen.<br />
Verwevenheid van functies moet de uitdaging zijn voor een duurzame inrichting voor de verre toekomst van de<br />
Boterhuispolder met een plaats voor alle belangen.<br />
HARRY HORLINGS, GOLFVERENIGING LEIDERDORP<br />
Alle Raadsfracties willen de Boterhuispolder tot in lengte van jaren groen houden. Een golfbaan dient dit doel bij<br />
uitstek, aangezien de investering voor het aanleggen ervan (enkele miljoenen) niet zomaar vernietigd zal kunnen<br />
worden. Een keuze voor golf is geen keuze tegen natuur; golf voegt zich naar de natuur. Bij het ontwerpen van<br />
een golfbaan wordt door landschaps- en golfbaanarchitecten met bestaande cultuurhistorie rekening gehouden<br />
en kunnen nieuwe natuurwaarden en recreatieve functies naar wens worden toegevoegd. Het onderhoud van de<br />
golfbaan wordt door daartoe opgeleide specialisten uitgevoerd overeenkomstig richtlijnen vervat in het Europese<br />
programma ‘Committed to Green’. De inrichting van het deel van de polder dat voor de golfbaan en ‘ingesloten<br />
natuurwaarden’ wordt gebruikt kost de <strong>Gemeente</strong> niets. Op de golfbaan kunnen meer dan 20.000 rondes golf per<br />
jaar worden gelopen waarmee ook tegemoet wordt gekomen aan de wens om <strong>Leiderdorp</strong>ers, van 9 tot 90 jaar en<br />
inclusief minder-validen, in beweging te krijgen en te houden.<br />
79
RUUD VAN SCHIE, VOORZITTER VANADE<br />
De Boterhuispolder, een uniek stukje landschap met een open en wijds karakter, verbinding tussen stedelijk en<br />
waterrijk weidegebied. Bovendien van groot cultuurhistorisch belang en een belangrijk (weide-)vogelgebied.<br />
Terecht dat de gemeente <strong>Leiderdorp</strong> een zorgvuldig en uitgebreid afwegingsproces volgt om te komen tot een<br />
inrichtingsplan dat de toekomst kan weerstaan.<br />
Eeuwenlang hebben boeren dit landschap gebruikt en gevormd tot wat het nu is. Elke verandering van functie<br />
en inrichting zullen het unieke karakter aantasten en voorgoed verloren doen gaan voor toekomstige generaties.<br />
Daarom pleit de Vereniging voor Agrarisch Natuurbeheer Ade voor een scenario waarin natuur en landbouw<br />
samen uitgangspunt zijn voor besluitvorming over de inrichting.<br />
In de wens van burgers om te recreëren en het gebied beter te beleven zien wij een uitdaging. Graag willen wij,<br />
samen met de grondgebruikers, bezien in hoeverre wij aan deze wens tegemoet kunnen komen, opdat we ook in<br />
de toekomst van dit landschap kunnen genieten.<br />
JEROEN BOON en FRANK TER BEEK, MILIEUFEDERATIE ZUID-HOLLAND<br />
De MZH onderschrijft de toestingscriteria zoals verwoord in par 1.1.<br />
Behoud van groene en open karakter van de polder, realisering van een onomkeerbare groenzone; behoud van<br />
ecologische waarden, het weidevogelgebied. Het gaat hier om een kwetsbaar veenweidegebied waarvoor een<br />
verantwoord peilbeheer essentieel is om verder inklinking en oxidatie van veen tegen te gaan.<br />
Kansen voor extensieve recreatie met respect voor de natuur.<br />
Daarin past geen golfterrein. Het eeuwenoude slotenpatroon is tevens lastig te combineren met een<br />
golfterrein. Nee, eerder denken wij aan meer agrarische educatieve activiteiten zoals kinderboerderij of een<br />
natuurbelevingszone, aansluiting aan wandel- en fi etsroutes. Er ligt al een golfbaan aan de overzijde van de<br />
Zijl en verdere wildgroei of concentratie van golfbanen in dit kwetsbare gebied vlakbij het verstedelijkte gebied<br />
vinden wij ongewenst. Bovendien is de golfbaanfunctie in strijd met<br />
het beleid van buurgemeente Teijlingen en de Provincie Zuid-Holland.<br />
Wij kiezen voor scenario ‘Natuur en landbouw hand in hand’, waar nodig aangevuld met recreatieve<br />
inrichtingsmaatregelen uit scenario ‘De Polder In!’ .<br />
MARIO VAN TEIJLINGEN, BEWONERSVERENIGING BLOEM EN ROOS, LEIDEN<br />
Wat is er mis met de volgende redeneerlijn:<br />
de Boterhuispolder bevat veel zeldzaam natuurschoon;<br />
In het verleden zijn door speculanten investeringen gedaan, die bij bestemmingen in de buurt van het huidige<br />
gebruik, grotendeels waardeloos worden. Dat was hun risico ook, dus dat zij niet staan te springen bij een voor<br />
hen maximaal scenario is logisch. Hun stem is dus irrelevant, omdat voor hen alleen het rendement telt. Dat<br />
rendement is dus negatief.<br />
Er zijn drie scenario’s: een scenario voor enkele belanghebbenden (een aantal exploitanten voor een<br />
watersportpaleis, een paar landhuizen en zeg 500 leden van een golfclub) waarvoor de polder moet worden<br />
aangepast, een scenario voor velen (recreatie, De Polder In) waarvoor de polder moet worden aangepast en een<br />
scenario voor velen waarvoor de polder “niet” moet worden aangepast.<br />
Er wordt net gedaan als of het ons recht is om een bijzondere plek te bestemmen als “uitrengebied” voor de<br />
dorpeling/stedeling waarbij dat overigens aan niemand is gevraagd (de vertegenwoordiger van Leiden wil niet<br />
golfen en wil geen intensieve recreatie!).<br />
Als het belang van velen gediend is met beide scenario’s (Natuur/Landschap en De Polder In), dan moet het<br />
belang van de natuur prevaleren. Cultiveer de bestaande natuur in de polder.<br />
80
PIET VAN DER POEL, VOORZITTER LTO-NOORD AFDELING ALKEMADE-JACOBSWOUDE<br />
Met een agrarisch positief advies van het LEI in de hand, is het ons duidelijk dat de agrarische sector in de<br />
Boterhuispolder voluit kansen moet krijgen om te blijven ondernemen. Alleen zo blijft de agrarische sector<br />
duurzaam de drager van de Boterhuispolder.<br />
Het spijt ons zeer dat APPM het nodig heeft gevonden om de door ons voorgestelde opties voor recreatieve<br />
verbeteringen uit het landbouw-/natuurscenario te halen. Deze opties, bijvoorbeeld een fi ets-wandelpad<br />
gecombineerd met kavelontsluiting, zouden wij graag in het scenario terugzien.<br />
In het Holland-Rijnlandoverleg, alsmede in elk atelier, is de voorkeur uitgesproken voor een harde overgang;<br />
laten we dit dan ook zo houden!<br />
Ons bestuur blijft ervan overtuigd dat de gemeente <strong>Leiderdorp</strong> - als eigenaar van de onderhavige landerijen<br />
- via een regulier pachtcontract de zeggenschap over de functie houdt. Daarmee geeft de gemeente aan de<br />
agrarische sector de broodnodige zekerheid over hun bedrijfsvoering. Alleen zo blijft duurzaamheid gewaarborgd.<br />
Met de pachtcontracten kan bovendien een beduidend betere opbrengst worden gerealiseerd dan nu het geval<br />
is.<br />
Voor ons staat vast dat het landbouw-/natuurscenario op deze manier verreweg de voorkeur verdient.<br />
EELCO HOOGVORST, BEWONERS DRIEGATENBRUG<br />
Als directe buren van de Boterhuispolder volgen wij de ontwikkelingen rondom deze polder met grote<br />
belangstelling.<br />
Een scenario waarbij ‘de koe in de wei blijft’ heeft daarbij onze voorkeur. Echter wij onderschrijven nadrukkelijk<br />
de ambitie van de gemeente ‘dat zij het open en groene karakter van de polder op de lange termijn wil<br />
garanderen’.<br />
Wij denken dat een beperkte recreatieve invulling voor een zo breed mogelijke doelgroep de kennis van de<br />
polder bij de inwoners van <strong>Leiderdorp</strong> e.o. zal vergroten. Daarmee zal de behoefte om de groene waarde van de<br />
polder te beschermen toenemen.<br />
Bij welke invulling van de Boterhuispolder dan ook, graag wijzen wij op de verplichtingen aan de bewoners van<br />
de wijk opgelegd (mede door de gemeente <strong>Leiderdorp</strong>):<br />
‘Het karakter van polderlandschap in stand te laten casu quo te houden’<br />
De wijk Driegatenbrug vormt een ideale overgang tussen de stad enerzijds en het groene polderlandschap<br />
anderzijds. Het zou deze overgang en de verplichtingen jegens de bewoners in de wijk Driegatenbrug te niet<br />
doen als het polderlandschap grenzend aan de wijk Driegatenbrug ingrijpend veranderd wordt.<br />
81
BIJLAGE 2: RAPPORTEN EN BRONNEN<br />
In deze bijlage worden relevante rapporten, websites en andere bronnen genoemd, die gebruikt zijn bij de opstelling van<br />
dit eindrapport of nog gebruikt kunnen worden bij de verdere uitwerking van beleid voor de Boterhuispolder. Dit is uiteraard<br />
geen complete lijst, aanvullingen zijn onder meer te vinden op de website van de gemeente <strong>Leiderdorp</strong>: www.leiderdorp.nl<br />
vervolgens kunt u rechts in beeld op het plaatje Boterhuispolder klikken.<br />
WEBSITES<br />
• www.leiderdorp.nl<br />
• www.teylingen.nl<br />
• www.pzh.nl<br />
• www.vrom.nl<br />
• www.werkgroepnld.nl<br />
• www.landschapnoordholland.nl<br />
• www.ethologie.nl<br />
• www.vogelsrijnwoude.nl<br />
• www.vanade.nl<br />
• www.rijnland.net<br />
• www.hollandrijnland.net<br />
FOTO’S EN ANDER BEELDMATERIAAL<br />
• Terra Incognita, 2007<br />
ANDERE BRONNEN<br />
• Nota Ruimte, VROM, april 2004, Den Haag<br />
• Nota Ruimte, uitvoeringsprogramma. VROM, 2006, Den Haag<br />
• De Zuidvleugel: motor in de Delta. Bestuurlijk platform Zuidvleugel, augustus 2006, Den Haag<br />
• Zuidvleugel Zichtbaar Groener, provincie Zuid-Holland e.a., 2005, Den Haag<br />
• Nota Belvedère (Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting, juli 1999), o.a. VROM en OCW, Den<br />
Haag<br />
• Ontwikkelingsprogramma Nationaal Landschap het Groene Hart 1999-2003, Provincie Zuid-Holland, Den Haag<br />
• Streekplan Zuid-Holland West. Provinciale Staten, 2003, Den Haag<br />
• Coalitie akkoord Gedeputeerde Staten van Zuid Holland 2007-2011 t.a.v. groen. Provincie Zuid Holland, april 2007, Den<br />
Haag<br />
• Beleidsplan Groen Water en Milieu 2006-2010. Provincie Zuid Holland, september 2006, Den Haag<br />
• Regionale Structuurvisie Holland Rijnland (in wording: 2007)<br />
• Europese Kaderrichtlijn Water: opgesteld in 2000, implementatietijd tot 2015<br />
• Nationaal Bestuursakkoord water. O.a. rijk, provincie, VNG en Unie van Waterschappen, 2003, Den Haag<br />
• Landschapsbeleidsplan Leidse Regio. Holland Rijnland, april 2001, Leiden<br />
• <strong>Gemeente</strong>lijk bestuursakkoord B5 (2006-2010), <strong>Leiderdorp</strong><br />
• Toekomstvisie <strong>Leiderdorp</strong> 2015. <strong>Leiderdorp</strong>, december 2001<br />
• Bestemmingsplan Boterhuispolder 1969. <strong>Leiderdorp</strong>,<br />
• Aanpassingsplan Ade<br />
• Stadsrandvisie 2003, DLG<br />
• Visie op recreatie en toerisme: Teylingen. <strong>Gemeente</strong> Teylingen, juni 2007, Teylingen (o.a. beschikbaar via www.teylingen.<br />
nl )<br />
• Perspectief van de agrarische sector in de Boterhuispolder en de polder Achthoven. LEI BV, juli 2007, Den Haag<br />
• Boterhuispolder groen of groen, Vereniging Houdt <strong>Leiderdorp</strong> Groen, november 2006, <strong>Leiderdorp</strong><br />
• Rapportage project “Explicitering 300.000 ha”, fase 1 en 2. Sjerp de Vries & Jandirk Bulens. Alterra i.o.v. de A.N.W.B.<br />
Wageningen april 2001<br />
82
• Singelgolf, een nieuwe economische basis voor de landbouw en voor gebiedsontwikkeling door middel van golf.<br />
Innovatienetwerk. Utrecht december 2006.<br />
• Een golfbaan natuurlijk! De bijdrage van golfbanen aan de ontwikkeling van natuur, landschap en recreatief medegebruik.<br />
Natuur en Milieufederatie Utrecht et al. Utrecht, juli 2007<br />
• Groene functies in de Boterhuispolder. Een verkennend onderzoek naar de groene functies in relatie tot bodem en water.<br />
Grontmij. Waddinxveen december 2006.<br />
• Interne notitie ecologie, <strong>Leiderdorp</strong> 2007<br />
• ANWB fi etsatlas Nederland<br />
• fi etspadenplan provincie Zuid Holland, 2006<br />
• fi etsplan '96, voormalige vervoersregio Rijn- en Bollenstreek<br />
BIJLAGE 3: PROCESSTUKKEN<br />
Hieronder wordt een opsomming gegeven van de documenten die tijdens het proces zijn gerealiseerd en die terug te vinden<br />
zijn op de website van de gemeente <strong>Leiderdorp</strong>: www.leiderdorp.nl<br />
• Startdocument, vastgesteld na de kick-offbijeenkomst van 22 mei 2007.<br />
• Impressie kick-offbijeenkomst, 22 mei 2007.<br />
• Verslag eerste werkatelier, 5 juni 2007.<br />
• Verslag tweede werkatelier, 26 juni 2007.<br />
• Verslag derde werkatelier, 17 juli 2007.<br />
• Defi nitief eindrapport, 12 oktober 2007.<br />
83
BIJLAGE 4: DEELNEMENDE PARTIJEN<br />
Het enthousiasme om mee te werken in de gebiedsprocessen was overweldigend. Er zijn zoveel mensen die zich hebben<br />
aangemeld dat ervoor gekozen is om de groep te splitsen in twee teams. Het werkteam heeft in drie ateliers gewerkt aan het<br />
opstellen van de scenario’s. Het meedenkteam heeft ontstane ideeën bediscussieerd, aangescherpt en zaken aan het geheel<br />
toegevoegd.<br />
In de selectie is uitgegaan van een goede afspiegeling van de betrokkenen bij de Boterhuispolder op verschillende<br />
schaalniveaus.<br />
Onderstaande personen zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de werkateliers. Het grootste deel van dit werkteam heeft<br />
hier gehoor aan kunnen geven. Een aantal mensen heeft (in verband met vooral te weinig tijd) zich meer bezig gehouden<br />
met advisering op de achtergrond.<br />
Alderlieste, mw.<br />
Anker, dhr.<br />
*Balkenende, dhr.<br />
Bancken, dhr.<br />
Beest, mw. van<br />
Droogers, dhr.<br />
Folkerts, dhr.<br />
*Gast, dhr.<br />
Geest, dhr. v/d<br />
Hendriks, mw.<br />
Horlings, dhr.<br />
*Jap, dhr.<br />
Kok, dhr.<br />
Korteweg, dhr.<br />
Lendfers, dhr.<br />
Melle, dhr. Van<br />
Mooren, mw.<br />
Poel, dhr. v/d<br />
Radema, mw.<br />
Schie, mw. van<br />
Schie, dhr. van<br />
Schonewille, dhr.<br />
Sperna Weiland, dhr.<br />
*Vellekoop, mw.<br />
Waanders, dhr.<br />
Wiel, mw. v/d<br />
Witvoet, mw.<br />
Wulp, dhr.<br />
Houdt <strong>Leiderdorp</strong> Groen<br />
IVN<br />
Landschapsbeheer Zuid Holland<br />
Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> Leiden<br />
Regiokantoor ANWB<br />
Hoogheemraadschap van Rijnland<br />
Stichting Groene Hart<br />
Bewoner zijldijk<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong><br />
Staatsbosbeheer, directie West<br />
Overwater Rentmeesterskantoor/RCOAK<br />
Bewonersvereniging Bloem en Roos<br />
Vertegenwoordiger BPF<br />
Bewonersvereniging Leyhof<br />
Melkveehouder<br />
LTO<br />
<strong>Gemeente</strong> Alkemade<br />
Veehouder<br />
VANADE<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
Stichting Comité Doesbrug<br />
Provincie Zuid Holland<br />
Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
Holland Rijnland<br />
<strong>Gemeente</strong> Teylingen<br />
*Geen actieve deelname in de werkateliers, wel hebben zij alle stukken ontvangen.<br />
84
MEEDENKTEAM:<br />
Amsterdam, dhr/mw van bewoonster<br />
Beek, dhr. ter<br />
Milieufederatie Zuid-Holland<br />
Blaey, dhr. de<br />
Leidse Ommelanden<br />
Bosch, mw.<br />
Bewoner Zijldijk<br />
Bredewold, dhr./mw. Bewonersvereniging Watertuin<br />
Bree, dhr. de<br />
Bewoner zijldijk<br />
Brouwers, dhr.<br />
Vogelwerkgroep Koudekerk-Hazerswoude<br />
Brussee, dhr./mw. Stichting Behoud <strong>Leiderdorp</strong>se Bomen<br />
Croonen, dhr.<br />
DLG, secr. Landinrichting<br />
Dekker, dhr./mw. Bewoner Dijkwacht<br />
Dopper, dhr.<br />
Bewoner / voormalig medewerker Rijkswaterstaat<br />
Duller, dhr./mw. van Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />
Dijk, dhr. Van<br />
Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong><br />
Egmond, dhr/mw van Bewoner Zijldijk<br />
Fijan, mw.<br />
Hoogheemraadschap van Rijnland<br />
Geest, dhr. v/d<br />
Bewoner Zijldijk<br />
Hoogvorst, dhr. Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />
Holland, Mw van Golfvereniging <strong>Leiderdorp</strong><br />
Jong, dhr. de<br />
Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />
Kazatzidis, dhr. Bewoner<br />
Kempen, dhr/mw van Bewoner Zijldijk<br />
Kerkvliet, dhr.<br />
Leader+ PG Leidse Ommelanden<br />
Korpershoek en Compier Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />
Kraaijenhagen, dhr. Bewoner Zijldijk<br />
Kroes, mw.<br />
St. Ruiter- en Menroutes Zuid-Holland<br />
Lansen, mw.<br />
Bomenbond Rijnland<br />
Mackelenberg, dhr. van Milieudienst West Holland<br />
Moor, mw. de<br />
Provincie Zuid Holland<br />
Mulder, mw.<br />
Bewoonster <strong>Leiderdorp</strong><br />
Muntinghe, dhr. Toekomstig bewoner Driegatenbrug<br />
Noordover, dhr. Asopos de Vliet<br />
Pool, dhr.<br />
Bewonersvereniging Essenpark<br />
Projectbureau RSV Holland Rijnland<br />
Randenraat, van Vertegenwoordiger BPF<br />
Rijling, mw.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
Rijsbergen, dhr./mw. Bewoner Zijldijk<br />
Schellekens, mw. IVN <strong>Leiderdorp</strong><br />
Schepers, dhr.<br />
Provincie Zuid Holland<br />
Schie, mw. van Botenstalling Zijldijk<br />
Schoch, dhr.<br />
Bomenbond Rijnland<br />
Straaten, dhr. van Bewonersverening Leyhof<br />
Tol, dhr./mw. van Bewoners<br />
Walsem, dhr. van <strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
Wijsman, dhr./mw. Bewoner<br />
85
BIJLAGE 5 : BELEIDSKADERS<br />
Over de Boterhuispolder is in de bestaande beleidsdocumenten veel terug te vinden. Het schaalniveau waarvoor beleid is<br />
opgesteld verschilt uiteraard. Voor volledigheid worden hieronder de hoofdlijnen van beleidskaders uit het startdocument<br />
nogmaals weergegeven, onderverdeeld naar nationaal, regionaal en lokaal niveau.<br />
Nationaal beleid<br />
Op nationaal niveau vormt het beleid voor Nationaal Landschap het Groene Hart de hoogste prioriteit. Hierbij spelen de<br />
groenblauwe kwaliteiten, recreatieve functies en de relatie stad-land een grote rol. Hieronder wordt kort ingegaan op de<br />
belangrijkste (nationale) beleidsdocumenten die voor de Boterhuispolder relevant zijn.<br />
Nota Ruimte (LNV/EZ/VROM/V&W, 2004)<br />
De Boterhuispolder maakt onderdeel uit van het Nationaal Landschap het Groene Hart. De Nota Ruimte stelt<br />
hierover dat Nationale Landschappen gebieden zijn met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende<br />
landschapskwaliteiten en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Deze moeten behouden<br />
blijven, duurzaam beheerd en waar mogelijk worden versterkt. Binnen nationale landschappen is daarom ‘behoud door<br />
ontwikkeling’ het uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid. De landschappelijke kwaliteiten zijn medesturend voor de wijze<br />
waarop de gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Uitgangspunt is dat de nationale landschappen zich sociaal-economisch<br />
voldoende moeten kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of worden<br />
versterkt.<br />
Nota Ruimte, uitvoeringsprogramma (VROM/LNV/V&W/EZ/OCW, 2006)<br />
Hierin constateert het rijk dat o.a. in de Zuidvleugel en in het Groene Hart sprake is van een complexe stapeling van<br />
strategische opgaven en projecten. Hoofdstuk 7 van het uitvoeringsprogramma geeft de voortgang weer van de rijksdoelen<br />
met betrekking tot de groene ruimte uit de Nota Ruimte. Daarnaast agendeert het nieuwe acties die bijdragen aan het<br />
bereiken van deze doelstellingen. Er wordt nader ingegaan op bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond<br />
de steden, vergroting van de toeristisch recreatieve mogelijkheden, behoud en versterking van de variatie tussen stad en<br />
land, borging en ontwikkeling van natuurwaarden. Verder wordt ingegaan op ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit, de<br />
borging en ontwikkeling van bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische waarden en duurzame en vitale landbouw.<br />
Voor de Boterhuispolder gelden de voorgaande punten.<br />
Zuidvleugel (augustus 2006)<br />
In het bestuurlijk platform Zuidvleugel hebben rijk, provincie, regio’s (zoals Holland Rijnland) en de gemeenten Rotterdam<br />
en Den Haag zitting. De Zuidvleugel streeft ondermeer naar een aaneengesloten stelsel van stads- en regioparken met<br />
onderlinge verbindingen en robuuste verbindingen naar onder meer het Groene hart. Deze leggen door een onomkeerbare<br />
groeninvulling de grenzen van de steden vast en verrijken het landschap. Er is een uitvoeringsprogramma opgesteld: de<br />
nota “De Zuidvleugel: motor in de Delta”. In het programma wordt uitgegaan van een extra impuls voor groene en blauwe<br />
kwaliteiten vanuit recreatief perspectief.<br />
In de overgangszone naar het Groene Hart liggen kansen voor de ontwikkeling van groene en waterrijke milieus en het<br />
bieden van hoogwaardig recreatief landschap, recreatieve ontwikkeling van het groen zal vooral rondom steden plaatsvinden.<br />
Belvedere (juli 1999)<br />
In deze nota zijn gebieden aangewezen die cultuurhistorisch waardevol zijn. Eén van die gebieden is de streek rond Oud-<br />
Ade. De Boterhuispolder maakt, vanwege de bijzondere verkaveling die deels uit de Karolingische tijd stamt, onderdeel<br />
daarvan uit. Het beleid van de Nota Belvedere is gericht op het instandhouden en ontwikkelen van de cultuurhistorische<br />
identiteit.<br />
Groene Hartbeleid (ontwikkelingsprogramma)<br />
De Boterhuispolder behoort tot het westelijk veenweidegebied. In de nota worden o.a. de cultuurhistorische karakteristieken<br />
benoemd.<br />
Recreatie en toerisme worden in het algemeen als bron van economische ontwikkelingen en drager van het landschap<br />
gezien. Als ontwikkelingsperspectief voor het gebied waartoe de Boterhuispolder behoort, wordt een veenweidepark<br />
in de westfl ank beschreven. Behoud van het open veenweidelandschap staat echter voorop. Voor het gebied rond de<br />
Boterhuispolder is nog geen uitvoeringsprogramma geformuleerd.<br />
86
Regionaal beleid<br />
Op regionaal niveau zijn de meeste beleidsdocumenten met betrekking tot de Boterhuispolder te onderscheiden. Ook hier<br />
zijn groene, blauwe en recreatieve functies weer van groot belang, maar is er ook aandacht voor concretere punten zoals<br />
waterpeil en de toekomst van de agrariërs. Hieronder wordt kort ingegaan op de belangrijkste (regionale) beleidsdocumenten<br />
die voor de Boterhuispolder relevant zijn.<br />
Streekplan en ander provinciaal beleid<br />
In het streekplan “Zuid-Holland West” van 2003 is de Boterhuispolder aangemerkt als “Agrarisch gebied plus”. De plus<br />
is vanwege het waardevol weidevogelgebied. De polder behoort tot het Hollands Plassengebied en het Groene Hart;<br />
bebouwing ervan is niet toegestaan. Daarnaast moet er aandacht zijn voor de recreatieve verbindingen tussen het stedelijk<br />
en het landelijk gebied. Het gaat hier onder andere om het inrichten van de overgangszone tussen deze steden en het open<br />
Plassengebied, de groene Kaagwig. De Kaagwig moet een ecologische, recreatieve en waterrijke stad-land verbinding<br />
vormen. En deze wig moet de toegankelijkheid van het Plassengebied vanuit Leiden en <strong>Leiderdorp</strong> verbeteren.<br />
De provincie wil haar inwoners voldoende ruimte bieden om te recreëren op korte afstand van waar zij wonen. Daar wordt<br />
aan gewerkt in het programma Groen In en Om de Stad (GIOS). Deze gebieden verbinden de stedelijke gebieden met<br />
de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) en het vitale platteland. Het zijn recreatieve groengebieden die vrij<br />
en gratis toegankelijk zijn voor het publiek en zijn goed bereikbaar via wandel- en fi etspaden vanuit de woongebieden. In<br />
deze gebieden kan recreatie samengaan met andere functies, zoals natuurbescherming en landbouw. Van 2006 tot 2010<br />
ontwikkelt de provincie vier regioparken (Rottemeren, IJsselmonde, Groenblauwe Slinger, Eiland van Dordt). Daarnaast<br />
worden drie bestaande regioparken (Den Haag-Katwijk, Hollands Plassengebied, Midden-Delfl and) ingepast in de GIOSstructuur.<br />
Coalitie akkoord Gedeputeerde Staten van Zuid Holland 2007-2011 t.a.v. groen (Provincie Zuid Holland, april 2007)<br />
GS willen de komende 4 jaar 3500 ha extra groen- en recreatiegebieden ontwikkelen. Daarvoor willen zij een actieplan<br />
“Verbetering kwaliteit van het landschap” opstellen en uitvoeren, dat tot doel heeft om onder andere een overgangszone<br />
te creëren tussen stad en landschap. Het actieplan moet voor de zomer van 2008 gereed zijn. GS zetten hiervoor via het<br />
Provinciaal meerjaren programma groen 385 miljoen euro in. De prioriteiten gaan uit naar het uitvoeren van grote integrale<br />
gebiedsontwikkelingsprojecten, waar onder de As Leiden Katwijk.<br />
Bodem en water/ Hoogheemraadschap Rijnland<br />
De Boterhuispolder bestaat uit een veenpakket (ca. 10 meter dik) dat met een klein laagje zeeklei (0,50 meter) is afgedekt.<br />
Uit maaiveldhoogtemetingen blijkt dat het maaiveld in de periode 1955-1998 gemiddeld 0,3 cm/per jaar is gedaald. De<br />
Boterhuispolder is daarmee een veenweidegebied met een matige maaivelddaling. Het pakket is wel gevoelig voor zettingen.<br />
In de Boterhuispolder wordt een waterpeil van NAP -2,11/-2,21 m (resp. zomer- en winterpeil) gehandhaafd. Deze peilen zijn<br />
in het peilbesluit 2000 van het Hoogheem raad schap vastgelegd. Het maaiveld in de polder ligt niet op een vast niveau. De<br />
hoogten variëren van NAP -1,90 m tot NAP -1,40m. De hogere percelen liggen voornamelijk langs de oude krekenstelsels,<br />
maar vormen geen aaneengesloten zone. Ook de randen van de polder liggen enigszins hoger. De drooglegging varieert van<br />
-0,20 m op de laagste plekken tot 0,7m op de hoogste plekken. In de winter is de drooglegging 0,10m groter door instelling<br />
van het winterpeil.<br />
Er zijn geen grote knelpunten aanwezig t.a.v. waterkwaliteit en kwantiteit. Als gevolg van peilstijgingen kunnen echter laag<br />
gelegen percelen incidenteel met wateroverlast worden geconfronteerd. Er ligt voor zover bekend op dit moment geen<br />
extra wateropgave voor de Boterhuispolder. Het algemene beleid van het Hoogheemraadschap is om peilverlagingen af<br />
te stemmen op de autonome maaivelddaling. Een extra vergroting van de drooglegging door peilverlaging is in dergelijke<br />
gebieden niet wenselijk i.v.m. gevoeligheid voor maaivelddaling. Verder streeft Rijnland naar robuuste peilgebieden waarbij<br />
inliggende peilvakken zoveel als mogelijk worden tegengegaan. De onderbemaling in het noordoosten is destijds – i.v.m. lage<br />
maaiveldliggen – een uitzondering hierop geweest.<br />
Rijnland heeft nog geen concreet beleid ontwikkeld t.a.v. het gebruik van de Boterhuispolder als overlooppolder van overtollig<br />
boezemwater. (Zie ook het rapport Groene functies in de Boterhuispolder van Grontmij).<br />
Regionale Structuurvisie Holland Rijnland (in wording)<br />
Eerder dit jaar heeft BVR adviseurs gebiedsateliers georganiseerd voor het veenweide- en plassengebied in de regio Holland<br />
Rijnland. Het eindresultaat hiervan zal worden meegenomen in de Regionale Structuurvisie Holland Rijnland.<br />
Uit de ateliers is naar voren gekomen dat het behoud en herstel van het karakteristieke veenweide- en plassenlandschap<br />
het uitgangspunt (het leidend principe) is. De traditionele veehouderij heeft dit landschap voor een belangrijk deel<br />
87
gevormd. Activiteiten die bijdragen aan het behoud en herstel van het karakteristieke landschap zijn welkom en/of worden<br />
gestimuleerd. Activiteiten die hieraan afbreuk doen worden ontmoedigd en/of geweerd. Geconstateerd wordt dat binnen<br />
de veeteelt ontwikkelingen spelen als verbreding, intensivering en schaalvergroting, naast de traditionele veehouderij.<br />
De voortzetting van agrarische bedrijvigheid na bedrijfsbeëindiging is vaak onzeker. In de uitwerking van dit punt lijkt<br />
een trekkende rol weggelegd voor de agrariërs/LTO, ondersteund door overheden, om te verkennen welke vormen van<br />
bedrijfsvoering een betere continuïteit garanderen voor agrarisch landgebruik op een wijze dat het leidend principe geen<br />
geweld wordt aangedaan.<br />
Over toerisme en recreatie wordt tijdens de ateliers opgemerkt dat het genieten van het veenweide- en plassengebied direct<br />
kan bijdragen aan het behoud (herstel) van het gebied. Voor zover het karakter van het landschap niet wordt aangetast zou<br />
het recreatief en toeristisch gebruik gestimuleerd moeten worden.<br />
Specifi ek voor de Boterhuispolder zegt de Regionale Structuurvisie Holland Rijnland:<br />
De Boterhuispolder is een gave groene wig tussen Leiden en <strong>Leiderdorp</strong> en vormt groot contrast met verstedelijkt gebied. Dit<br />
is een grote kwaliteit van dit gebied die behouden moet blijven. Stadsranden worden gevormd door water en/of infra en zijn<br />
helder, een bufferzone is niet nodig en zou afbreuk doen aan de landschappelijke kwaliteit en de ruimtelijke samenhang van<br />
het gebied. Inzetten op luwte en behoud van de openheid, met langs de stad, de Kaag en de dijk ruimte voor ontwikkelingen,<br />
die het landschap niet aantasten en de zichtlijnen vanuit de stad niet belemmeren. Verder beter toegankelijk maken van de<br />
polder, met name nabij het water, goede verbindingen met de stad door langzaam-verkeer-verbindingen in de stad door te<br />
trekken. Zoeken naar een duurzame vorm van landbouw die ervoor zorgt dat de polder polder blijft met koeien in de wei.<br />
Bijvoorbeeld door gronden in een fonds te stoppen beheerd door LTO.<br />
API-Ade<br />
Het ontwerp Aanpassingsplan Ade is in juni 2006 vastgesteld door de provincie Zuid-Holland. Hiermee is de weg vrijgemaakt<br />
voor de vrijwillige kavelruil om uitwerking te kunnen geven aan het Aanpassingsplan. De API Ade ziet in de Boterhuispolder<br />
een agrarische bestemming als belangrijkste element en voor enkele delen is er ook plaats voor natuurbestemming.<br />
B&W van <strong>Leiderdorp</strong> hebben aangegeven niet akkoord te kunnen gaan met het ontwerp Aanpassingsplan. Zij hebben de<br />
landinrichtingscommissie verzocht een ruimere invulling te geven aan de Boterhuispolder, die het mogelijk maakt om de<br />
Kaagwig als overgangszone tussen het stedelijk gebied van de Leidse agglomeratie en het open plassengebied, samen met<br />
Teylingen en de provincie te ontwikkelen.<br />
Landschapsbeleidsplan Leidse regio en Warmond 2002<br />
Het landschapsbeleidsplan Leidse Regio geeft aan hoe de regio aankijkt tegen haar omringende groengebieden. Om deze<br />
gebieden te behouden worden robuuste randen gecreëerd met zogenaamde lijsten om de openheid van het waardevolle<br />
landschap (de parels) te behouden. In het plan is de Boterhuispolder aangemerkt als veenweidegebied met het accent op<br />
natuur en recreatie. De tegen Leiden en <strong>Leiderdorp</strong> gelegen randen van de polder zijn aangemerkt als “stadsrandlijst”. Dit<br />
betekent dat hier plaats is voor nieuwe riet- en waterelementen, dat aanwezige en nieuwe infrastructuur goed ingepast moet<br />
worden en dat nieuwe recreatieve en ecologische verbindingen tussen stad en buitengebied ontwikkeld kunnen worden.<br />
Lokaal beleid<br />
Tenslotte zijn de meeste gedetailleerde plannen te vinden op lokaal niveau. Hierbij is aandacht voor de toegankelijkheid<br />
vanuit de stad de polder in en voor (extensieve) recreatie. Een ander relevant beleidsaspect komt naar voren in een<br />
participatieplan, waarin wordt uitgesproken om de burgers zoveel mogelijk bij de inrichting van de Boterhuispolder te<br />
betrekken. Hieronder een selectie van de belangrijkste plannen en visies.<br />
Stadsrandvisie<br />
De gemeente heeft eind 2003 aan de Dienst Landelijk Gebied (DLG) opdracht gegeven om een gebiedsvisie voor de polder<br />
op te stellen. In deze visie, die onder de naam “Stadsrand <strong>Leiderdorp</strong>” op 17 februari 2004 uitkwam, wordt gesteld dat de<br />
polder een imposant veenweidegebied is met grote waarden voor recreanten en natuur. Het gebied is te kenmerken als een<br />
achtertuin van de stad, waar stedelingen echter niet goed in kunnen. DLG pleit voor een betere ontsluiting van de polder voor<br />
fi etsers, voetgangers en kanoërs, omdat daardoor de kwaliteit van het gebied beter beleefd kan worden. “Dit levert draagvlak<br />
op voor behoud en beheer van het toekomstige landschap”. Deze visie is nooit vastgesteld.<br />
88<br />
Bestemmingsplan Boterhuispolder (1969)<br />
Het huidige bestemmingsplan dateert uit 1969. In dat plan is aan het grootste deel van de polder een agrarische bestemming<br />
toegekend. Ook is aan een groot deel van de polder een verkeersbestemming toegekend. Indertijd was namelijk een deel<br />
van de rondweg rondom Leiden en <strong>Leiderdorp</strong> geprojecteerd door de polder.<br />
Andere ontwikkelingen kunnen dus pas plaatsvinden na herziening of vrijstelling van het bestemmingsplan. Het<br />
bestemmingsplan “Boterhuispolder” zal in de 2 e helft van 2007 worden herzien.
Bestuursakkooord B5 2006-2010<br />
In dit akkoord heeft het college het volgende over de Boterhuispolder opgenomen: “Het college wil het groen en de<br />
open karakters van haar polders ook op lange termijn garanderen en concretiseert daartoe de stadsrandzone in de<br />
Boterhuispolder. Voor nieuw te ontwikkelen plannen geldt dat de Provinciale wegen N445 en N446, alsmede de Rijn, de<br />
Zijl en de Does de natuurlijke begrenzing van het <strong>Leiderdorp</strong>s woongebied blijven. De invulling van de Boterhuispolder als<br />
golfbaan ziet het college als een wenkend perspectief en zal nadere uitwerking krijgen.“<br />
In het akkoord is verder ook opgenomen dat de ambitie ‘”<strong>Leiderdorp</strong>, poort naar het groene hart” uit de toekomstvisie 2015<br />
verder wordt uitgewerkt, conform de afspraken uit de het Landschapsbeleidsplan van de regio.<br />
Toekomstvisie 2015 (<strong>Leiderdorp</strong>, december 2001)<br />
Het college zet het beleid voort zoals dit is beschreven in de “Toekomstvisie <strong>Leiderdorp</strong> 2015”.<br />
Als ambitie 5 wordt daarin genoemd dat <strong>Leiderdorp</strong> “Poort naar het Groene Hart” zou moeten zijn. Veel inwoners van<br />
<strong>Leiderdorp</strong> hebben aangegeven dat zij in de toekomst meer van de unieke ligging aan de rand van het Groene Hart gebruik<br />
zouden willen maken om het wonen aangenamer te maken.<br />
Participatieplan, projectplan en randvoorwaarden (<strong>Leiderdorp</strong>, maart 2007)<br />
Deze plannen en randvoorwaarden (zie H2) zijn begin dit jaar door de raad vastgesteld. In het participatieplan wordt<br />
omschreven hoe de opzet zal zijn van het participatieproces, alwaar ter goede voorbereiding een inventarisatieronde aan<br />
vooraf is gegaan. Het Projectplan geeft o.m. in korte lijnen aan wat het doel en gewenst resultaat is. Beide plannen geven<br />
ook een planning en fasering van het geheel. De uitgangspunten komen overeen met voorgenoemde documenten.<br />
<strong>Gemeente</strong> Teylingen: visie op recreatie & toerisme<br />
De gemeente Teylingen werkt aan een visie op recreatie en toerisme. De Boterhuispolder komt hier ook in voor en dan met<br />
name met betrekking tot fi ets- en wandelpaden. Er is in ieder geval volle bereidheid om samen te werken zodat de visie voor<br />
de Boterhuispolder voor het Teylingse en <strong>Leiderdorp</strong>se gedeelte zo goed mogelijk op elkaar wordt aangepast.<br />
Dit document is opgesteld in opdracht van :<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Leiderdorp</strong><br />
Statendaalder 1<br />
Postbus 35<br />
2350 AA <strong>Leiderdorp</strong><br />
door<br />
Jan Maurits van Linge en Henk de Wit<br />
Terra Incognita, Stedenbouw en landschapsarchitectuur<br />
Tweede Morgendreef 18<br />
5233 NP ‘s Hertogenbosch<br />
Marieke van Duijn en Frank van Vliet<br />
APPM Management Consultants<br />
Spicalaan 8<br />
2132 JG Hoofddorp<br />
89