Nieuwsbulletin Van Turfvaart naar Toervaart - Provincie Groningen

Ruim achthonderd
schepen
‘Het wordt niks, ik denk dat we nog geen tien bootjes zullen zien.’ Scepsis onder de bewoners
was niet van de lucht toen een paar jaar geleden het bouwen en renoveren van sluizen en
bruggen begon. Ondertussen weten we beter: we telden vorig jaar maar liefst 813 schepen.
Populariteit
Met de feestelijke opening van de vaarverbinding
tussen het Zuidlaardermeer
en het Oost-Groninger vaarcircuit op 2
mei vorig jaar werd een traditie hersteld
die dertig jaar daarvoor werd verbroken:
varen door de dorpen Kiel-
Windeweer, Annerveenschekanaal en
Eexterveenschekanaal. De plannenmakers
gingen en gaan uit van 1.500 schepen
per jaar. Dan zijn 813 in het eerste
jaar niet gek. Want de populariteit
onder schippers moet via mond-opmond
reclame en verdere promotie
nog komen. Bovendien wordt de vaarverbinding
met de opening van het
Westerdiepsterdallenkanaal extra aantrekkelijk.
De vaarweg kan de schepen prima aan.
Op topdagen voeren er vorig jaar wel
25, in topweken wel 100 door. Een
enkele schipper strandde. Zo kwam een
boot vast te liggen in het begin van de
Leinewijk. De schipper had het bord,
waarop een maximale diepgang van
1.20 meter stond, even over het hoofd
gezien.
Prachtige omgeving
Bewoners van de dorpen zien de boten
ongeveer door hun voortuin varen. Een
heel aparte ervaring. Maar ook voor
schippers is het een bijzondere belevenis.
Jan Radsma (Radsma Charters in
Muntendam) heeft de route vorig jaar
een paar keer gevaren. ‘Op mijn De
Vries kruiser uit 1964 kan ik twaalf passagiers
aan boord hebben. Het is een
prachtige vaarweg. De Leinewijk is heel
mooi, maar het is ook een groot genot
om door de dorpen te varen. Je vaart
door een prachtige omgeving en in
gedachten ben je zo vijftig jaar terug in
de tijd. De vaarroute zou voor veel
schippers aantrekkelijker zijn als het
Oosterdiep ook op zondag zou zijn
geopend.
‘Dan zou ik een dagtocht kunnen
maken vanaf het Zuidlaardermeer via
Kiel-Windeweer, Annerveensche- en
Eexterveenschekanaal, Bareveld,
Wildervank, Veendam en dan via het
Langebosschemeer of Winschoterdiep
terug naar het Zuidlaardermeer. Ik ben
er alleen niet zeker van of dat met de
diepgang en de hoogte van de bruggen
wel goed komt.’
Zigzaggende Duitser
De brugwachters staan in weer en wind
klaar om de bruggen open en dicht te
doen en de sluizen te schutten: in
totaal zo’n veertig hobbels in de vaarweg.
Een van hen is Bennie Bosman.
Samen met drie collega’s van Alescon
en vijf van Trio Bedrijven zorgt hij
ervoor dat de schepen de hobbels probleemloos
kunnen nemen. ‘Als een
schipper op de rode knop drukt bij een
brug of een sluis, krijg ik een smsberichtje.
Ik kijk dan bij welke brug of
sluis hij ligt en overleg met een collega
wie hem gaat helpen.’
De brugwachter gaat dan op een scooter
op pad en begeleidt de schipper tijdens
zijn vaart. Af en toe was er vorig
jaar een incidentje. ‘Een van de grote
bruggen heeft een tijdje nukken
gehad, die wilde niet goed sluiten.
Maar dat probleem is voorbij. En ik heb
een keer de politie gebeld over een
Duitse schipper die zigzaggend door
het kanaal voer, terwijl verderop een
kinderfeest met bootjes aan de gang
was. Maar hij kwam de blaastest goed
door.’
Bosman ziet uit naar het begin van het
vaarseizoen op 1 mei. Dan verruilt hij
zijn werk in de groenvoorziening weer
voor de bruggen en de sluizen.
Colofon
Uitgave: Projectgroep Vaarverbindingen
Zuidlaardermeer - Oost-Groningen
Productie: Comm’Art, Assen
Oplage: 2.250
Groningen, april 2009
In de Projectgroep Vaarverbindingen
Zuidlaardermeer - Oost-Groningen zijn
vertegenwoordigd de provincies Drenthe
en Groningen, Waterschap Hunze en Aa’s
en de gemeenten Aa en Hunze,
Hoogezand-Sappemeer en Veendam.
Informatie:
www.varen.veenkolonien.nl
Eric Mulder (0599 631 798)
Publieksinformatienummer 050 316 4160
Dit project wordt medegefinancierd
door de Europese gemeenschap
Europees Fonds voor Regionale
Ontwikkeling en het samenwerkingsverband
Noord-Nederland EZ/Kompas.