Ontwerpbesluit Watervergunning (PDF, 363 kB) - Provincie Utrecht
Ontwerpbesluit Watervergunning (PDF, 363 kB) - Provincie Utrecht
Ontwerpbesluit Watervergunning (PDF, 363 kB) - Provincie Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Rijkswaterstaat Ruimte voor de Lek<br />
De heer M. Hoenderkamp<br />
Griffioenlaan 2<br />
3526 LA UTRECHT<br />
Datum Contactpersoon Doorkiesnummer<br />
21 december 2011 mevrouw M.H.M. Hilgeman (030) 634 58 33<br />
Uw brief d.d. Uw kenmerk Ons kenmerk<br />
12 september 2011 RR07.001010 469738<br />
Onderwerp<br />
Begeleidende brief bij ontwerpbesluit watervergunning met<br />
kenmerk 469738 - V<br />
Bijlage<br />
Div.<br />
Geachte heer Hoenderkamp,<br />
Op 12 september 2011 diende u een aanvraag in voor een watervergunning. Conform de<br />
coördinatieregeling die op dit project van toepassing is ontvangt u hierbij het ontwerpbesluit<br />
van de watervergunning. Hieronder treft u enkele adviezen aan, gevolgd door het<br />
ontwerpbesluit van de watervergunning.<br />
Wij willen graag uw aandacht vestigen op het volgende:<br />
Na het doorgraven van de zomerkade in de Bossenwaard gaat het waterstaatkundig<br />
beheer (waterkwantiteit) van de Bossenwaard over van het waterschap naar<br />
Rijkswaterstaat. Hiertoe wordt, na uitvoering van het project, de Waterregeling door<br />
Rijkswaterstaat Dienst Oost-Nederland aangepast.<br />
Er dient alles in het werk te worden gesteld om te voorkomen dat het waterschap of<br />
derden, door het gebruik van deze watervergunning, schade ondervinden.<br />
Indien de vergunninghouder de voorschriften niet naleeft, is er sprake van een<br />
overtreding als bedoeld in de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden<br />
2009.<br />
Indien er door het gebruik van deze watervergunning verontreiniging van<br />
oppervlaktewater ontstaat, dan zorgt vergunninghouder ervoor dat dit onmiddellijk en<br />
volledig wordt opgeruimd.<br />
Het toepassen van uitlogende materialen is niet toegestaan. Hieronder vallen onder<br />
andere houtsnippers, geklepeld hout, takken met (groen)blad, maaisel, kuilvoer,<br />
gecreosoteerd hout, gewolmaniseerd hout, geverfd hout, bewerkt staal (bijvoorbeeld<br />
verzinkt) en verontreinigd zand of grond.<br />
Reikwijdte vergunning<br />
Deze vergunning heeft alleen betrekking op de rivierverruimende maatregelen binnen het<br />
project Ruimte voor de Lek. Voor de maatregelen voor het realiseren van nieuwe<br />
natuur en kleinschalige recreatie die zijn opgenomen in het Provinciaal<br />
inpassingsplan dient in een later stadium nog een watervergunning te worden<br />
aangevraagd.<br />
Wilt u bij beantwoording van deze brief de datum en ons kenmerk vermelden.<br />
Poldermolen 2<br />
Postbus 550<br />
3990 GJ Houten<br />
T (030) 634 57 00<br />
F (030) 634 59 99<br />
post@hdsr.nl<br />
www.destichtserijnlanden.nl
Meldingsformulier start werkzaamheden<br />
Bij de watervergunning treft u in een bijlage het startmeldingsformulier aan. Hiermee geeft u<br />
aan wanneer u gaat beginnen met de werkzaamheden, waarvoor u deze watervergunning<br />
hebt aangevraagd. U dient dit formulier tenminste drie werkdagen voordat u start met de<br />
werkzaamheden op te sturen naar het waterschap.<br />
Zienswijze<br />
Niet eens met het ontwerpbesluit? De voorbereiding van het besluit geschiedt<br />
overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Toepassing van afdeling<br />
3.4 Awb betekent dat het ontwerpbesluit zal worden gepubliceerd, in dit geval door de<br />
provinciale coördinator. De stukken liggen zes weken ter inzage van 19 januari 2012 tot en<br />
met 29 februari 2012 en gedurende die periode kunnen door een ieder (schriftelijk of<br />
mondeling) zienswijzen worden ingediend. Schriftelijke zienswijzen met betrekking tot dit<br />
ontwerpbesluit kunnen worden ingediend bij de Provinciale Staten van <strong>Utrecht</strong>, t.a.v. de heer<br />
H. Schoen, Postbus 80300, 3508 TH <strong>Utrecht</strong> of mailen naar statengriffie@provincieutrecht.nl.<br />
Graag onder vermelding van ‘Zienswijze project Ruimte voor de Lek’. Vergeet<br />
daarbij niet uw naam en adresgegevens te vermelden. U kunt uw mondelinge zienswijze<br />
indienen vóór het einde van de ter inzage periode. U dient hiervoor telefonisch een afspraak<br />
te maken met de heer K.H. van Rooijen van de provincie <strong>Utrecht</strong>, afdeling<br />
Vergunningverlening op telefoonnummer 030-258 25 95.<br />
Alle zienswijzen worden door de provinciale coördinator doorgestuurd naar het<br />
desbetreffende bevoegd gezag. Het bevoegd gezag betrekt bij het definitieve besluit de<br />
ingediende zienswijzen. Uiterlijk tegelijkertijd met het bekendmaken van de definitieve<br />
besluiten wordt iedereen die een zienswijze heeft ingediend, geïnformeerd wat daarmee is<br />
gedaan.<br />
Beroep aantekenen<br />
Over enige tijd zullen de betrokken bevoegde gezagen een definitieve vergunning opstellen.<br />
Daar kan dan uitsluitend beroep tegen ingesteld worden door belanghebbenden:<br />
die tijdig hun zienswijze(n) over de ontwerpvergunning naar voren hebben gebracht;<br />
die geen zienswijze(n) naar voren hebben gebracht maar die dat redelijkerwijs niet valt te<br />
verwijten.<br />
Meer informatie?<br />
Wilt u meer informatie over de procedure bij watervergunningsaanvragen? U kunt dan<br />
contact opnemen met mevrouw M.H.M. Hilgeman, op telefoonnummer (030) 634 58 33.<br />
Heeft u inhoudelijke vragen of opmerkingen over de watervergunning, dan kunt u bellen met<br />
de heer H. Kosterman, op telefoonnummer (030) 634 58 55. Algemene informatie kunt u ook<br />
op onze website vinden: www.destichtserijnlanden.nl.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Dijkgraaf en hoogheemraden,<br />
namens hen,<br />
ir. A.J.A. Heins<br />
hoofd afdeling Vergunningverlening en handhaving<br />
vergunning<br />
2<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
Rijkswaterstaat Ruimte voor de Lek<br />
De heer M. Hoenderkamp<br />
Griffioenlaan 2<br />
3526 LA UTRECHT<br />
Datum Contactpersoon Doorkiesnummer<br />
21 december 2011 mevrouw M.H.M. Hilgeman / de heer H. Kosterman (030) 634 58 33 / (030) 634 58 55<br />
Uw brief d.d. Uw kenmerk Ons kenmerk<br />
12 september 2011 RR07.001010 469738 - V<br />
Onderwerp<br />
<strong>Ontwerpbesluit</strong> watervergunning voor het project Ruimte<br />
voor de Lek<br />
Bijlage<br />
3<br />
1 Besluit<br />
Dijkgraaf en hoogheemraden besluiten, op grond van de bepalingen van de Waterwet, het<br />
Waterbesluit, de Waterregeling, de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse<br />
Rijnlanden 2009, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de in hoofdstuk 3 vermelde<br />
overwegingen,<br />
1. De gevraagde vergunning als bedoeld in artikel 3.1 (<strong>Watervergunning</strong> waterkeringen)<br />
en artikel 3.3 (<strong>Watervergunning</strong> oppervlaktewaterlichamen) van de Keur van het<br />
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 aan Rijkswaterstaat Ruimte voor de<br />
Lek, Griffioenlaan 2, 3526 LA <strong>Utrecht</strong> te verlenen voor:<br />
a. aanpassingen aan de waterhuishouding en aan de waterkeringen in het kader<br />
van het project Ruimte voor de Lek in de Bossenwaard en ’t Waalse Waard in de<br />
gemeenten IJsselstein, Nieuwegein en Houten. Het betreft de volgende<br />
werkzaamheden:<br />
Bossenwaard:<br />
- het graven van een getijdegeul met slik;<br />
- het graven van een geïsoleerde geul (sloot);<br />
- het aanleggen van taludbekleding onder de brug in de A2;<br />
- het vergraven van de zomerkade;<br />
- het aanleggen van een zomerkade (IJsselkade);<br />
- het ontmantelen van het gemaal en het aanleggen van een inlaatvoorziening;<br />
- het aanbrengen van een bodembescherming in de geulmonding.<br />
- het dempen van watergangen;<br />
- het aanbrengen van ophogingen in de zone waterstaatswerk van de<br />
waterkering;<br />
vergunning<br />
3<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
’t Waalse Waard:<br />
- het graven van een meestromende nevengeul met strand;<br />
- het graven van een getijdegeul met slik;<br />
- het aanleggen van taludbekleding onder de brug in de A27;<br />
- het aanleggen van een inlaatvoorziening;<br />
- het aanbrengen van een bodembescherming in de geulmonding.<br />
- het dempen van watergangen;<br />
- het aanbrengen van ophogingen in de zone waterstaatswerk van de<br />
waterkering;<br />
b. het voor onbepaalde tijd behouden van de werken, waarvoor deze vergunning is<br />
verleend.<br />
2. De gewaarmerkte bijlagen deel te laten uitmaken van de vergunning.<br />
3. Aan de vergunning de in hoofdstuk 2 opgenomen voorschriften te verbinden met het<br />
oog op de in artikel 2.1 van de Waterwet genoemde doelstellingen.<br />
Voor een toelichting op de in deze vergunning vermelde begrippen wordt verwezen naar<br />
bijlage 1 van deze vergunning.<br />
2 Voorschriften<br />
2.1 Algemene voorschriften<br />
1. Tijdens de werkzaamheden moet ter plaatse een (kopie) exemplaar van deze<br />
vergunning aanwezig zijn.<br />
2. De vergunninghouder dient deze vergunning gedurende de geldigheidsperiode van de<br />
vergunning te kunnen overleggen aan het waterschap.<br />
3. De op grond van deze vergunning aanwezige werken moeten doelmatig functioneren,<br />
in goede staat van onderhoud verkeren en met zorg worden bediend.<br />
4. De vergunninghouder dient de werken uit te voeren overeenkomstig de bij dit besluit<br />
behorende tekeningen, tenzij de overige voorschriften iets anders bepalen. Genoemde<br />
tekeningen zijn voorzien van hetzelfde nummer als deze vergunning. Indien van<br />
toepassing worden afwijkingen op de tekening vermeld met een verwijzing naar het<br />
betreffende voorschrift.<br />
5. De vergunninghouder moet de startdatum van de werkzaamheden waarvoor<br />
vergunning is verleend, ten minste drie werkdagen van tevoren melden aan het<br />
waterschap. U doet dit door middel van het insturen of faxen van het bijgevoegde<br />
meldingsformulier (zie bijlage 3).<br />
6. De vergunninghouder meldt schade aan waterstaatkundige voorzieningen en/of<br />
verstoring van de waterhuishouding als gevolg van zijn handelen onmiddellijk aan het<br />
waterschap.<br />
7. Direct nadat de werken voltooid zijn, zorgt de vergunninghouder voor het opruimen en<br />
afvoeren van alle daarbij gebruikte werktuigen, materialen en (hulp)werken, en ook de<br />
resterende (niet-gebruikte) materialen en het afval.<br />
8. Hulpconstructies en/of hulpwerken mogen alleen toegepast worden na goedkeuring<br />
van het waterschap.<br />
9. Deze vergunning vervalt van rechtswege indien niet binnen 3 jaar na het onherroepelijk<br />
worden van de vergunning met de werkzaamheden gestart is.<br />
10. Deze vergunning vervalt van rechtswege indien niet binnen 6 jaar na het onherroepelijk<br />
worden van de vergunning de werkzaamheden afgerond zijn.<br />
11. Als de vergunninghouder als gevolg van calamiteiten of bijzondere omstandigheden<br />
niet aan de vergunningsvoorwaarden kan voldoen, moet hij dit direct melden en<br />
schriftelijk bevestigen aan het waterschap. De aanwijzingen van het waterschap<br />
moeten direct worden opgevolgd.<br />
vergunning<br />
4<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
12. De vergunninghouder moet alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen treffen, om te<br />
voorkomen dat het waterschap, dan wel derden, schade lijden ten gevolge van het<br />
gebruik van de vergunning.<br />
13. De vergunning geldt voor de vergunninghouder en diens rechtsopvolgers. Nieuwe<br />
houders moeten de overgang binnen 4 weken na rechtsopvolging schriftelijk melden<br />
aan het waterschap.<br />
14. De vergunninghouder moet een adreswijziging binnen 12 weken schriftelijk melden aan<br />
het waterschap.<br />
15. Het waterschap kan de vergunninghouder verplichten de werken waarvoor vergunning<br />
is verleend, te wijzigen. Dit kan gebeuren in verband met werken die het waterschap<br />
zelf uitvoert of werkzaamheden in het belang van de waterstaat.<br />
16. De vergunninghouder is verplicht één of meer personen aan te wijzen die in het<br />
bijzonder belast is (zijn) met het toezien op de naleving van deze vergunning, waarmee<br />
door of namens de waterbeheerder in spoedgevallen overleg kan worden gevoerd.<br />
17. De vergunninghouder deelt schriftelijk binnen 14 dagen nadat deze vergunning in<br />
werking is getreden het waterschap mee, de naam, het adres en het telefoonnummer<br />
van degene(n) die door of vanwege hem is (zijn) aangewezen.<br />
2.2 Bijzondere voorschriften<br />
Voorschriften oppervlaktewaterlichamen algemeen<br />
1. Tijdens de uitvoering van de werken mag de doorstroming van<br />
oppervlaktewaterlichamen niet worden gestremd of belemmerd.<br />
2. Na het gereedkomen moeten alle door de werkzaamheden ontstane beschadigingen<br />
aan de oevers of de waterbodem worden hersteld en moeten verondiepingen of<br />
vernauwingen van oppervlaktewaterlichamen worden verwijderd. Ook drijfvuil moet<br />
worden verwijderd.<br />
3. Bij gehele of gedeeltelijke vervanging, opruiming of vernieuwing van de werken,<br />
moeten de onderdelen van de bestaande werken die geen functie meer hebben geheel<br />
worden verwijderd.<br />
Voorschriften waterkeringen algemeen<br />
4. Het werk moet zodanig worden uitgevoerd dat de kerende hoogte, de stabiliteit en het<br />
waterkerend vermogen van de primaire waterkering niet worden aangetast, zowel<br />
tijdens de uitvoering als na gereedkomen van het werk.<br />
5. Er worden geen andere graafwerkzaamheden verricht in de zone waterstaatswerk van<br />
de primaire waterkering dan die zijn aangegeven op de tekeningen in bijlage 2.<br />
6. Indien er schade wordt aangebracht aan de bestaande erosiebestendige bekleding van<br />
de primaire waterkering moet deze in overleg met het waterschap direct volledig<br />
hersteld worden, goed aansluitend op de bestaande bekleding/verharding.<br />
7. Zowel tijdens als na de uitvoering van het werk moet worden gezorgd voor goede<br />
afvoer van regenwater en kwelwater van de primaire waterkering.<br />
8. Tijdens de werkzaamheden moet het verkeer over de weg op de primaire waterkering<br />
zodanig kunnen plaatsvinden, dat beschadiging van bermen en taluds wordt<br />
voorkomen.<br />
9. De werkzaamheden vinden niet plaats in de periode tussen 1 oktober en 1 april, tenzij<br />
hierover afspraken worden gemaakt met het waterschap.<br />
10. Bij een weersverwachting van langdurige vorst, langdurige droogte of langdurige regen<br />
en bij een periode van hoogwater, mogen geen werkzaamheden plaatsvinden in of<br />
nabij waterkeringen.<br />
11. De werkzaamheden dienen in het belang van de veiligheid op eerste aanzeggen door<br />
of namens het waterschap te worden gestaakt. De vergunninghouder dient op<br />
aanwijzing van het waterschap al die maatregelen te treffen die nodig zijn om het<br />
waterkerend vermogen te waarborgen.<br />
vergunning<br />
5<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
12. Alle nazakkingen of zettingen die door het werk ontstaan, moeten op aanwijzing van<br />
het waterschap door of namens en op kosten van de vergunninghouder worden<br />
hersteld.<br />
13. Op het waterstaatswerk mag geen (bouw) materiaal en/of grond worden opgeslagen.<br />
14. Er wordt alleen gebruik gemaakt van bestaande op- en afritten. Afwijken hiervan mag<br />
alleen in overleg met het waterschap.<br />
Voorschriften graven geulen<br />
15. De diverse geulen worden gegraven conform de tekeningen die zijn opgenomen in<br />
bijlage 2.<br />
16. Er worden geen afgravingen verricht binnen de zogenaamde intreelijn bandijk. Deze<br />
lijn is weergegeven op de tekeningen in bijlage 2.<br />
17. Bij het graven van een oppervlaktewaterlichaam moet opbarsten van de bodem altijd<br />
worden voorkomen.<br />
18. Indien ter plaatse van een te graven oppervlaktewaterlichaam kabels en/of leidingen<br />
aanwezig zijn, dienen deze voorafgaand aan de werkzaamheden en in overleg met de<br />
kabel- en/of leidingeigenaar minimaal 1,00 meter buiten het te realiseren profiel<br />
(bodem en taluds) van het oppervlaktewaterlichaam te liggen of te worden verlegd.<br />
19. De grond die vrijkomt bij het ontgraven van de geulen wordt via het water afgevoerd.<br />
Voorschriften ophoging in de zone waterstaatswerk<br />
20. Ter plaatse van de ophoging in de zone waterstaatswerk van de primaire waterkering<br />
wordt de grond voorbewerkt door middel van een trapsgewijze inkassing met treden<br />
waarvan zowel de diepte als hoogte tussen de 0,30 en 0,50 meter is.<br />
21. Voordat met het maken van de inkassing wordt begonnen wordt de grasmat gefreesd.<br />
22. De bovenste meter van ophoging binnen de intredelijn voor piping bestaat uit klei die<br />
voldoet aan erosiebestendigheidsklasse 1. Klei uit erosiebestendigheidsklasse 1 heeft<br />
de volgende eigenschappen:<br />
- Luthumgehalte tussen 18% en 35%<br />
- Zandgehalte < 40%<br />
- Organische stof < 5%<br />
- Kalkgehalte < 25%<br />
- Vloeigrens (W i ) > 45%<br />
- Plasticiteitsindex (P i ) > 0,73 * (W i -20)<br />
- Zoutgehalte < 4 g/l<br />
In een rapportage dient aangetoond te worden dat de klei voldoet aan<br />
erosiebestendigheidsklasse 1<br />
23. De ophoging wordt laagsgewijs voldoende verdicht, beginnend op het laagste punt,<br />
met een maximale dikte van 0,30 meter per laag.<br />
24. Na afloop van de werkzaamheden wordt de geroerde grond voorzien van een<br />
erosiebestendige afdekking of ingezaaid met een geschikt graszaadmengsel<br />
(bijvoorbeeld BG3; 40 gram zaad per vierkante meter).<br />
Voorschriften dempen<br />
25. Bij het dempen van de primaire en tertiaire watergangen dient de aanwezige bagger en<br />
de begroeiing te worden verwijderd en dienen de in het water levende organismen te<br />
kunnen ontsnappen of te worden overgezet.<br />
26. Duikers die op de te dempen watergangen zijn aangesloten, worden verwijderd.<br />
Voorschriften maatregelen extra kwel<br />
27. Er wordt in overleg met het waterschap een monitoringsplan opgesteld voor het<br />
monitoren van de grondwaterstanden in de zone direct achter de waterkering.<br />
28. Er dient uitvoering te worden gegeven aan het goedgekeurde monitoringsplan.<br />
vergunning<br />
6<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
29. Minimaal een jaar voor de start van de werkzaamheden dient gestart te worden met<br />
het monitoren van de grondwaterstanden zodat er een goede nulsituatie is.<br />
30. Het monitoringsplan wordt voor aanvang van de metingen ter goedkeuring ingediend<br />
bij het waterschap.<br />
31. Na afloop van de werkzaamheden dient nog een aantal jaren gemeten te worden. Eén<br />
en ander in overleg met het waterschap.<br />
32. In het monitoringsplan worden in overleg met en ter goedkeuring van het waterschap<br />
onder andere de volgende zaken opgenomen:<br />
- de periode dat er gemeten wordt;<br />
- hoe en waar er gemeten wordt;<br />
- hoe de meetpunten onderhouden worden zodat er een continue meting<br />
gewaarborgd is;<br />
- wanneer er maatregelen worden getroffen om de overlast tegen te gaan;<br />
- waaruit de maatregelen tegen de overlast bestaan;<br />
- de organisatie van meten en van het beoordelen van de gegevens.<br />
- hoe er wordt gerapporteerd;<br />
- Hoe klachten van derden worden afgehandeld.<br />
33. Aanpassingen aan het watersysteem die nodig zijn als gevolg van een toename van de<br />
kwel worden door en op kosten van de vergunninghouder uitgevoerd.<br />
Voorschriften maatregelen oeverafslag bij Klaphek<br />
34. Er wordt in overleg met het waterschap een monitoringsplan opgesteld voor het<br />
monitoren van de oeverafslag bij Klaphek.<br />
35. Er dient uitvoering te worden gegeven aan het goedgekeurde monitoringsplan.<br />
36. Minimaal een jaar voor aanvang van de werkzaamheden dient gestart te worden met<br />
het monitoren van de oeverafslag zodat er een goede nulsituatie is.<br />
37. Het monitoringsplan wordt voor de start van de metingen ter goedkeuring ingediend bij<br />
het waterschap.<br />
38. Na afloop van de werkzaamheden dient nog een aantal jaren gemeten te worden. Eén<br />
en ander in overleg met het waterschap.<br />
39. In het monitoringsplan worden in overleg met en ter goedkeuring van het waterschap<br />
onder andere de volgende zaken opgenomen:<br />
- de periode dat er gemeten wordt;<br />
- hoe en waar er gemeten wordt;<br />
- hoe de meetpunten onderhouden worden zodat er een continue meting<br />
gewaarborgd is;<br />
- wanneer er maatregelen worden getroffen om de oeverafslag tegen te gaan;<br />
- waaruit de maatregelen tegen de oeverafslag bestaan;<br />
- de organisatie van meten en van het beoordelen van de gegevens.<br />
- hoe er wordt gerapporteerd.<br />
40. Aanpassingen aan de waterkering en/of de oever die nodig zijn om de oeverafslag<br />
tegen te gaan worden door en op kosten van de vergunninghouder uitgevoerd.<br />
Voorschriften ontmantelen gemaal<br />
41. Het gemaal in de Bossenwaard wordt in overleg met het waterschap ontmanteld.<br />
42. Er wordt in bijzijn van het waterschap een vooropname gedaan om na te gaan welke<br />
onderdelen van het te ontmantelen gemaal worden overgedragen aan het waterschap.<br />
43. In overleg met het waterschap wordt een planning gemaakt voor het ontmantelen van<br />
het gemaal.<br />
44. Vergunninghouder draagt zorg voor het laten afsluiten van de nutsvoorzieningen ten<br />
behoeve van het gemaal.<br />
vergunning<br />
7<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
45. De onderdelen van het te ontmantelen gemaal die aan het waterschap worden<br />
overgedragen worden op een door het waterschap op te geven locatie afgeleverd.<br />
3 Overwegingen<br />
3.1 Toetsingskader<br />
De Waterwet omschrijft in artikel 2.1 het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag.<br />
In deze artikelen zijn de algemene doelstellingen aangegeven die richtinggevend zijn bij de<br />
uitvoering van het waterbeheer:<br />
a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en<br />
waterschaarste;<br />
b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van<br />
watersystemen;<br />
c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen;<br />
d. de doelmatige werking van de zuiveringstechnische werken.<br />
Deze doelstellingen vormen in onderlinge samenhang het toetsingskader bij<br />
vergunningverlening. Een vergunning moet wegens artikel 6.21 van de Waterwet worden<br />
geweigerd voor zover verlening daarvan niet verenigbaar is met de doelstellingen, zoals<br />
bedoeld in artikel 2.1 van de Waterwet.<br />
De doelstellingen zijn geconcretiseerd via normen en beleid ten aanzien van veiligheid,<br />
waterkwantiteit, waterkwaliteit en maatschappelijke functievervulling door watersystemen. De<br />
uitwerking hiervan vindt plaats in de Waterwet, in aanvullende regelgeving, in water- en<br />
beheerplannen op grond van hoofdstuk 4 van de Waterwet en in beleidsregels. De<br />
vastgestelde normen en het beleid zijn richtinggevend bij de toetsing of een aangevraagde<br />
handeling verenigbaar is met de doelstellingen voor het waterbeheer.<br />
3.2 Overwegingen voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden in een<br />
watersysteem of beschermingszone waarvoor krachtens verordening van het<br />
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden vergunning is vereist<br />
Beleid<br />
Bij het verlenen van deze vergunning is rekening gehouden met:<br />
het Waterbeheerplan 2010 - 2015 ‘Water voorop!’, vastgesteld door het algemeen<br />
bestuur op 28 oktober 2009;<br />
beleidsregels op grond van de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse<br />
Rijnlanden 2009, vastgesteld door het college op 12 oktober 2010, kenmerk DM 324844;<br />
Toetsing<br />
Toetsing watergangen<br />
Aanvragen om ontheffing van de keur voor activiteiten in of nabij watergangen worden, voor<br />
zover voor de betreffende activiteit geen absoluut verbod geldt, getoetst op:<br />
afname bergingscapaciteit watergang;<br />
afname doorstroomcapaciteit watergang;<br />
stabiliteit taluds;<br />
negatief effect op waterkwaliteit;<br />
negatief effect op ecologie;<br />
negatief effect op grondwaterregime;<br />
mogelijkheid van doelmatig onderhoud watergang.<br />
vergunning<br />
8<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
Grondwateroverlast<br />
Voor het project Ruimte voor de Lek is onderzoek gedaan naar de effecten van het<br />
projectontwerp op de grondwateroverlast. De conclusie van dit onderzoek is dat het<br />
projectontwerp niet leidt tot meer droogte of meer grondwateroverlast. Wel worden<br />
aanbevelingen gedaan voor het monitoren van het grondwater. Hiervoor zijn in deze<br />
vergunning voorschriften opgenomen.<br />
Toetsing waterkeringen<br />
Aanvragen om ontheffing van de keur voor activiteiten in of nabij waterkeringen worden, voor<br />
zover voor de betreffende activiteit geen absoluut verbod geldt, getoetst op:<br />
nadelige effecten op kerende hoogte;<br />
nadelige effecten op stabiliteit;<br />
nadelige effecten op de erosiebestendigheid;<br />
mogelijke hinder voor efficiënt uitvoeren van onderhoud en inspectie;<br />
profiel van vrije ruimte voor toekomstige dijkverbetering;<br />
periode van uitvoeren van activiteiten;<br />
verwijderbaarheid van vergund object;<br />
buiten gebruik stelling van object.<br />
De gevolgen van de werkzaamheden voor de stabiliteit van de primaire waterkering zijn<br />
uitgebreid onderzocht en besproken met het waterschap. Het onderzoek met de conclusie is<br />
vastgelegd in het Basisrapport geohydrologie en kwel (zie bijlage 2). De conclusie luidt dat<br />
alle vergravingen ten behoeve van het projectontwerp in de uiterwaarden plaatsvinden buiten<br />
de zogenaamde intreelijn bandijk en op een zodanige afstand van de primaire waterkering<br />
dat de dijkstabiliteit niet nadelig wordt beïnvloed.<br />
Beheer Bossenwaard<br />
Het beheer van de Bossenwaard is tot op heden een taak van het waterschap. Het<br />
waterschap regelt het peil en maakt daarvoor ondermeer gebruik van een gemaal. De<br />
Bossenwaard wordt aan de noordzijde begrensd door de primaire waterkering en aan de<br />
zuidzijde door de zomerkade. Als de zomerkade wordt doorgraven wordt de Bossenwaard<br />
onderdeel van de rivier en kan het waterschap hier geen peilbeheer meer uitvoeren. Daarom<br />
gaat het waterstaatkundig beheer (waterkwantiteit) van de Bossenwaard na het doorgraven<br />
van de zomerkade over van het waterschap naar Rijkswaterstaat. Hiertoe moet de kaart<br />
(beheer waterkwantiteit) bij de Waterregeling worden aangepast. Het waterschap moet bij de<br />
eerstvolgende aanpassing van de Keur de zomerkade van de keurkaart afhalen. Daarnaast<br />
moet het genoemde gemaal worden ontmanteld.<br />
Conclusie<br />
Het belang van de aanvrager bij het verkrijgen van een vergunning is afgewogen tegen de<br />
waterhuishoudkundige belangen die door de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse<br />
Rijnlanden 2009 worden beschermd.<br />
Uit de belangenafweging is gebleken dat bij honorering van de aanvraag, met inachtneming<br />
van de aan dit besluit verbonden voorschriften, de zorg voor de waterhuishouding en de<br />
waterkering voldoende wordt gewaarborgd.<br />
4 Aanvraag<br />
4.1 Gegevens aanvraag<br />
De vergunning is gebaseerd op de aanvraag van mevrouw A. Hesselink van Rijkswaterstaat<br />
Ruimte voor de Lek te <strong>Utrecht</strong>:<br />
gedateerd op 12 september 2011 met kenmerk RR07.001010;<br />
ingekomen op 15 september 2011 onder nummer 461152;<br />
vergunning<br />
9<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
voor de locaties Bossenwaard en 't Waalse Waard in de gemeenten IJsselstein,<br />
Nieuwegein en Houten<br />
Aanvullingen op de aanvraag<br />
Na bestudering van de aanvraag door het waterschap bleek de aanvraag niet volledig te zijn.<br />
Het waterschap heeft dit besproken met de aanvrager en de aanvrager heeft daarop een<br />
aanvulling op de aanvraag ingediend. De aanvulling op de aanvraag is:<br />
gedateerd op 28 september 2011 met kenmerk RR07.001122;<br />
ingekomen op 29 september 2011 onder nummer 471640.<br />
Daarnaast zijn er aangepaste tekeningen ingediend. Deze tekeningen zijn binnengekomen<br />
op 14 oktober 2011 onder nummer 475241.<br />
De aanpassingen op de tekeningen betreffen de naamgeving van de keurzones van de<br />
primaire waterkering en de intredelijn.<br />
Op 24 november 2011 heeft Rijkswaterstaat nogmaals een aanvulling met kenmerk<br />
RR07.001373 op de aanvraag ingediend. Deze aanvulling is binnengekomen op 25<br />
november 2011 onder nummer 487168. Het betreft het aanpassen van de Waterregeling<br />
door Rijkswaterstaat Dienst Oost-Nederland waarbij het waterstaatkundig beheer<br />
(waterkwantiteit) van de Bossenwaard na uitvoering van het project over gaat van het<br />
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden naar Rijkswaterstaat.<br />
4.2 Handelingen waarvoor vergunning wordt aangevraagd<br />
De aanvraag betreft de realisatie van het Ruimte voor de Lek project ter hoogte van de<br />
gemeentes Vianen, Houten, Nieuwegein en IJsselstein. Doelstelling van het project is de<br />
realisatie van een waterstanddaling van minimaal 8 cm en het versterken van ruimtelijke<br />
kwaliteit. Het volledige projectgebied bestaat uit:<br />
Toegangsdam Stuweiland;<br />
Bossenwaard;<br />
’t Waalse Waard;<br />
Vianense Waard;<br />
Pontwaard & Mijnsherenwaard.<br />
Deze aanvraag betreft alleen de gebieden Bossenwaard en ’t Waalse Waard. De andere<br />
gebieden vallen onder het beheersgebied van het Waterschap Rivierenland.<br />
Hiervoor is een vergunning vereist op basis van de Keur van het Hoogheemraadschap De<br />
Stichtse Rijnlanden 2009. Hierin zijn verboden opgelegd voor de aanleg en het gebruik van<br />
waterstaatswerken en beschermingszones, als genoemd in artikel 6.5, lid c van de<br />
Waterwet. Van deze verboden kan ontheffing worden gegeven door het verlenen van een<br />
vergunning.<br />
Toegangsdam stuweiland niet in aanvraag<br />
De verlaging van de dam naar het stuweiland zit niet in de aanvraag voor de<br />
watervergunning, aangezien de verlaging van de dam buiten de zone waterstaatswerk van<br />
de primaire waterkering plaatsvindt. Wel zit er in de beschermingszone van de primaire<br />
waterkering een duiker met een breedte van 1,60 meter en een hoogte van 1,39 meter. De<br />
aanvrager heeft aangegeven dat er geen werkzaamheden worden verricht die van invloed<br />
zijn op deze duiker.<br />
vergunning<br />
10<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
4.3 Procedure<br />
Coördinatieregeling<br />
Bij de voorbereiding van de besluiten die nodig zijn voor de uitvoering van de maatregelen bij<br />
het project Ruimte voor de Lek ter uitvoering van de Planologische Kernbeslissing Ruimte<br />
voor de Rivier is gekozen voor toepassing van de provinciale coördinatieregeling bedoeld in<br />
artikel 3.33, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening (Wro). De bedoeling van voorgenoemde<br />
provinciale coördinatie is genoemde besluiten samen met het voor de uitvoering van de<br />
maatregel vast te stellen provinciaal inpassingsplan, indien nodig in verschillende clusters,<br />
gecoördineerd te laten plaatsvinden. De provinciale coördinatieregeling is vastgelegd in het<br />
coördinatiebesluit van de Provinciale Staten van de provincie <strong>Utrecht</strong> van 27 juni 2011,<br />
aangepast op 12 december 2011. Dit heeft tevens tot gevolg dat Gedeputeerde Staten van<br />
andere bestuursorganen, tenzij dit een bestuursorgaan van het Rijk is, de medewerking<br />
kunnen vorderen, die voor het welslagen van de coördinatie nodig is.<br />
Het toepassen van genoemde coördinatieregeling heeft mede tot doel dat de bekendmaking<br />
van besluiten, de gelegenheid tot het naar voren brengen van zienswijzen en het indienen<br />
van beroep voor de verschillende besluiten gelijktijdig, indien nodig in een aantal clusters,<br />
plaats vindt.<br />
Crisis- en herstelwet<br />
In het Besluit Uitvoering Crisis- en herstelwet, tweede tranche, is besloten dat alle projecten<br />
ter uitvoering van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier onder de Crisis- en<br />
herstelwet vallen. Gezien het grote maatschappelijke belang van de projecten is een snelle<br />
realisatie wenselijk. (Crisis- en herstelwet, bijlage I, artikel 7.5).<br />
Dit betekent onder meer dat:<br />
de Raad van State binnen 6 maanden beslist op beroep;<br />
het relativiteitsvereiste geldt: geschonden norm moet dienen om de belangen van<br />
benadeelde te beschermen;<br />
geen pro forma beroep meer ingesteld kan worden: de beroepsgronden dienen in het<br />
beroepschrift te worden opgenomen en kunnen na afloop van de beroepstermijn niet<br />
meer worden aangevuld;<br />
decentrale overheden geen beroep kunnen instellen.<br />
5 Afschriften<br />
Afschriften van deze vergunning zijn gezonden aan:<br />
Gemeente Houten, Afdeling Vergunning, Toezicht en Handhaving, mevr. Van den<br />
Hoven, Postbus 30, 3990 DA Houten<br />
Gemeente Nieuwegein, Bouw en Woningtoezicht, de heer H. Stevense, Postbus 1, 3430<br />
AA Nieuwegein<br />
Gemeente IJsselstein, Procedurekamer VenH, Postbus 26, 3400 AA IJsselstein.<br />
<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, afdeling Vergunningverlening, de heer H. Koops, Postbus 80300,<br />
3508 TH <strong>Utrecht</strong><br />
6 Ondertekening<br />
Dijkgraaf en hoogheemraden,<br />
namens hen,<br />
ir. A.J.A. Heins<br />
hoofd afdeling Vergunningverlening en handhaving<br />
vergunning<br />
11<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
Bijlage 1<br />
Begripsbepalingen<br />
In deze vergunning wordt verstaan onder:<br />
1. Aanvraag: de aan deze vergunning ten grondslag liggende aanvraag, eventueel<br />
aangevuld met aanvullende informatie;<br />
2. Afdeling Vergunningverlening en handhaving: de afdeling Vergunningverlening en<br />
handhaving van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;<br />
3. Onttrekken: het door middel van een werk halen van water uit een<br />
oppervlaktewaterlichaam;<br />
4. Ontvangstdatum aanvraag: eerste datum dat de aanvraag ontvangen is bij<br />
Burgemeester en Wethouders van de gemeente, het dagelijks bestuur van het<br />
waterschap of Rijkswaterstaat;<br />
5. Vergunninghouder: diegene die krachtens deze vergunning handelingen verricht zoals<br />
deze in artikel 6.2 tot en met 6.5 van de Waterwet zijn opgenomen en in staat is<br />
naleving van het gestelde in deze vergunning te borgen;<br />
6. Verheelde waterkering: een verheelde waterkering is een waterkering waarbij geen<br />
sprake is van een binnentalud omdat het achterliggende land over een grote afstand<br />
op gelijke hoogte als, of hoger ligt dan de kruin van de waterkering.<br />
7. Waterschap: het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, tenzij specifiek is<br />
aangegeven dat het om een ander waterschap gaat (bij samenloop);<br />
8. Waterkering: kunstmatige hoogte, (gedeelte van) natuurlijke hoogten of hoge gronden,<br />
inclusief eventuele bermen, onderhoudsstroken en ondersteunende werken die een<br />
waterkerende of mede een waterkerende functie hebben;<br />
9. Waterstaatswerk: een oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of<br />
ondersteunend kunstwerk, die als zodanig in de legger zijn aangegeven;<br />
10. Watersysteem: samenhangend geheel van één of meer oppervlaktewaterlichamen met<br />
bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken en<br />
grondwaterlichamen;<br />
11. Werken: alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies met<br />
toebehoren;<br />
12. Werkzaamheden: het maken, aanleggen, houden, onderhouden en opruimen van het<br />
op grond van de vergunning vergunde werk.<br />
vergunning<br />
12<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
Bijlage 2<br />
Tekeningen en andere documenten<br />
De volgende tekeningen en andere documenten maken deel uit van deze vergunning:<br />
Kenmerk Soort bijlage Versie Datum<br />
15062011 Eigenarenkaart - 21-07-2011<br />
- Objectenkaart Bossenwaard A!18 15-08-2011<br />
- Objectenkaart ’t Waalse Waard A 15-08-2011<br />
Bijlage 7-2 Tekening Dwarsprofielen Bossenwaard C 19-05-2011<br />
Bijlage 7-3 Tekening Dwarsprofielen<br />
C 19-05-2011<br />
’t Waalse Waard<br />
Bijlage 8-4 Tekening Situatie en dwarsprofielen pijlers D 19-05-2011<br />
RW A2 voor de streefbeeldsituatie<br />
Bijlage 8-6 Tekening Situatie en dwarsprofielen pijlers D 19-05-2011<br />
RW A27 voor de streefbeeldsituatie<br />
074930474:D Basisrapport geohydrologie en kwel - 19-05-2011<br />
074937941:D Basisrapport hydraulica en morfologie - 19-05-2011<br />
vergunning<br />
13<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738
Bijlage 3<br />
Meldingsformulier start werkzaamheden watervergunning<br />
*/K-STARTST*<br />
K-STARTST<br />
Nummer Vergunning: 469738, d.d. <br />
Keurlocatiecode: 358771 / LR (nabij primaire waterkering)<br />
Contactpersoon: ______________________ tel: ____-___________<br />
Soort activiteit: __________________________________________<br />
Locatiegegevens: __________________________________________<br />
__________________________________________<br />
__________________________________________<br />
De vergunninghouder zorgt ervoor dat dit formulier tenminste 3 werkdagen voordat met de<br />
werkzaamheden wordt begonnen, ingevuld en ondertekend wordt opgestuurd of gefaxt naar<br />
onderstaand adres.<br />
Gegevens van het werk:<br />
Startdatum werk:<br />
Mogelijke einddatum werk:<br />
___-___-___<br />
___-___-___<br />
Bijzonderheden:<br />
_______________________________________________________<br />
_______________________________________________________<br />
_______________________________________________________<br />
Plaats en datum<br />
_____________<br />
___-___-___<br />
Naam en handtekening:<br />
_________________________<br />
_________________________<br />
opsturen of faxen naar:<br />
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden<br />
Afdeling Vergunningverlening en handhaving<br />
Antwoordnummer 2677<br />
3970 VJ HOUTEN<br />
fax (030) 634 59 99<br />
post@hdsr.nl<br />
vergunning<br />
14<br />
d.d. 21 december 2011 nr. 469738