01.06.2014 Views

Noteer elk antwoord met het juiste aantal significante cijfers

Noteer elk antwoord met het juiste aantal significante cijfers

Noteer elk antwoord met het juiste aantal significante cijfers

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Meten en Maken 1<br />

Toets Harris 26-04-2010<br />

• Deze toets bestaat uit vier opgaven die even zwaar tellen.<br />

• De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen.<br />

• Maak <strong>elk</strong>e opgave op een apart <strong>antwoord</strong>blad. Dit maakt sneller<br />

nakijken mogelijk.<br />

• Vermeld op ieder <strong>antwoord</strong>blad je naam en studentnummer.<br />

• Je mag boeken, aantekeningen, de practicumhandleiding en de<br />

programma’s Powerfit, Excel en Titerdat gebruiken.<br />

• Het gebruiken van de netwerkverbinding voor w<strong>elk</strong> doel dan ook<br />

(internet, mail, messengers) is niet toegestaan en leidt tot verwijdering uit<br />

de tentamenzaal en de toekenning van 0 punten als eindcijfer.<br />

• Laat duidelijk zien hoe je aan een <strong>antwoord</strong> komt, maar probeer hier kort<br />

en bondig te zijn.<br />

• <strong>Noteer</strong> <strong>elk</strong> eind<strong>antwoord</strong> <strong>met</strong> <strong>het</strong> <strong>juiste</strong> <strong>aantal</strong> <strong>significante</strong> <strong>cijfers</strong>.<br />

• Gebruik voor <strong>het</strong> berekenen van de molmassa’s <strong>het</strong> periodiek systeem<br />

op de binnenkant van “Harris”.<br />

• Wanneer niet duidelijk is hoe je aan <strong>het</strong> <strong>antwoord</strong> van een berekening<br />

komt, kunnen er bij een rekenfout geen punten worden toegerekend.<br />

• Onleesbare <strong>antwoord</strong>en zijn ook fout.<br />

• Schrijf alleen <strong>met</strong> pen, niet <strong>met</strong> potlood. Eerst <strong>met</strong> potlood schrijven en<br />

dan <strong>met</strong> pen overtrekken wordt niet op prijs gesteld.<br />

• Tip: Lees de vraag goed, en geef ook <strong>het</strong> <strong>antwoord</strong> op de vraag. Als er<br />

staat dat je een grafiek moet maken <strong>met</strong> concentraties in mg L -1 , doe dat<br />

dan ook!<br />

• Houd de beschikbare tijd in <strong>het</strong> oog. Advies: Trek voor <strong>elk</strong>e opgave<br />

ongeveer 35 minuten uit.<br />

• Besteed de resterende tijd om nog eens rustig je <strong>antwoord</strong>en door te<br />

lezen.<br />

• Na afloop lever je de <strong>antwoord</strong>bladen in, de opgaven mag je meenemen.<br />

Laat je naamkaartje op de tafel liggen!<br />

• Ver<strong>antwoord</strong>elijke docenten: dr. Peijzel (vraag 1 en 4) en dr. van Walree<br />

(vraag 2 en 3).<br />

Veel succes!


Opgave 1: Oud Geld<br />

Voordat de euro werd ingevoerd was ons zilverkleurige geld gemaakt van<br />

nikkel. Het nikkel bevat nog sporen van voornamelijk ijzer, kobalt en mangaan.<br />

Je gaat <strong>met</strong> behulp van AAS bepalen wat <strong>het</strong> kobaltgehalte van een dubbeltje<br />

is.<br />

Je lost een dubbeltje (0,1503 g) op in 10 mL 4,0 M salpeterzuur. Tijdens <strong>het</strong><br />

oplossen ontwijkt bruin NO 2 . Je houdt een heldere groene oplossing over, die je<br />

vervolgens kwantitatief overbrengt in een maatkolf van 100 mL en aanvult tot<br />

de streep. Dit is de monsteroplossing.<br />

a) Geef de reactievergelijking voor <strong>het</strong> oplossen van nikkel in salpeterzuur.<br />

b) Waarom is AAS hier een goede analyse<strong>met</strong>hode?<br />

c) Wanneer <strong>het</strong> dubbeltje uitsluitend uit nikkel zou bestaan, wat wordt dan de<br />

pH van de monsteroplossing? (Verwaarloos hierbij <strong>het</strong> feit dat Ni 2+ een<br />

aquazuur is.)<br />

Terug naar de kobalt<strong>met</strong>ing. Voor <strong>het</strong> maken van de ijkreeks maak je eerst een<br />

voorraadoplossing. Je lost in een 250 mL maatkolf 185,33 mg<br />

kobalt(II)acetaat tetrahydraat op in 100 mL 0,1 M salpeterzuur en vult aan tot de<br />

streep.<br />

d) Wat is de kobaltconcentratie (in mg L -1 ) van deze voorraadoplossing?<br />

Uit deze voorraadoplossing bereid je de ijkreeks door 1,00 tot en <strong>met</strong> 5,00 mL<br />

te pipetteren in maatkolfjes van 100 mL en deze aan te vullen <strong>met</strong> 0,1 M<br />

salpeterzuur. Voor de blanco neem je 0,1 M salpeterzuur.<br />

e) Waarom staat hier 0,1 M salpeterzuur en niet 0,100 M salpeterzuur?<br />

Je meet <strong>met</strong> AAS de blanco, de ijkreeks en drie keer de monsteroplossing. In<br />

onderstaande Tabel 1 staan de extincties die ge<strong>met</strong>en zijn verzameld.<br />

Tabel 1: Ge<strong>met</strong>en extincties van de kobaltbepaling.<br />

Extinctie<br />

Blanco 0,000<br />

IJk 1 0,128<br />

IJk 2 0,252<br />

IJk 3 0,369<br />

IJk 4 0,485<br />

IJk 5 0,604<br />

Monster 1 0,360<br />

Monster 2 0,358<br />

Monster 3 0,363<br />

f) Maak een grafiek in Powerfit waarin je de extinctie uitzet tegen de<br />

kobaltconcentratie in mg L -1 . Bepaal <strong>het</strong> 95% betrouwbaarheidsinterval voor de<br />

kobaltconcentratie in <strong>het</strong> monster.<br />

g) Bepaal <strong>het</strong> 95% betrouwbaarheidsinterval voor <strong>het</strong> massapercentage kobalt<br />

in <strong>het</strong> dubbeltje.


Opgave 2: Meer nikkel en kobalt<br />

Ondanks dat <strong>het</strong> <strong>met</strong>aal nikkel in gebruiksvoorwerpen wordt toegepast kan <strong>het</strong><br />

een allergische reactie veroorzaken. Er wordt geschat dat circa 20 % van alle<br />

vrouwen en 6 % van alle mannen hiervan last heeft. Het is daarom van belang<br />

om te weten of en in w<strong>elk</strong>e mate nikkel in gebruiksvoorwerpen voorkomt. Dat<br />

geldt ook voor gitaarsnaren, waarmee vaak intensief contact bestaat.<br />

Behalve <strong>met</strong> AAS kan een nikkelbepaling <strong>met</strong> UV-Vis spectroscopie gedaan<br />

worden. Hierbij zou gebruik gemaakt kunnen worden van <strong>het</strong> feit dat Ni 2+ ionen<br />

in waterige oplossing groen gekleurd zijn. Het in water<br />

aanwezige Ni(H 2 O) 2+<br />

6 ion vertoont absorptiepieken bij<br />

394 (ε = 4,5 L·mol –1 cm –1 ) en 718 (ε = 2,0 L·mol –1 cm –1 )<br />

nm. Het is echter beter om gebruik te maken van de stof<br />

2,3-quinoxalinedithiol, waarmee Ni 2+ ionen een complex<br />

vormen. De maximale absorptie van dat complex ligt bij<br />

656 nm, de ε-waarde bij deze golflengte bedraagt 17500<br />

L·mol –1 cm –1 .<br />

N<br />

N<br />

2,3-quinoxalinedithiol<br />

SH<br />

SH<br />

a. W<strong>elk</strong>e kleur zal <strong>het</strong> Ni- quinoxalinedithiol complex hebben?<br />

b. Wat is <strong>het</strong> grote voordeel van <strong>het</strong> gebruik van 2,3-quinoxalinedithiol bij<br />

nikkelbepalingen?<br />

Een nikkelbepaling verloopt dan bijvoorbeeld als volgt:<br />

Er wordt een ijkreeks gemaakt <strong>met</strong> (uiteraard) bekende concentraties NiCl 2 (zie<br />

Tabel 2). In alle ijkoplossingen is 1·10 -3 M 2,3-quinoxalinedithiol aanwezig. Van<br />

de ijkoplossingen worden de extincties zoals vermeld in de tabel ge<strong>met</strong>en, in<br />

een cuvet <strong>met</strong> een weglengte van 1,00 cm.<br />

Er wordt 20,1 mg van een gitaarsnaar opgelost in 50 ml geconcentreerd<br />

salpeterzuur. Deze oplossing wordt dan aangevuld <strong>met</strong> demiwater tot 1000 ml,<br />

ook nu is 1·10 -3 M 2,3-quinoxalinedithiol aanwezig. Van deze oplossing<br />

bedraagt de extinctie 0,672 bij 656 nm.<br />

Tabel 2: Extinctiewaarden van een Ni-ijkreeks bij 656 nm.<br />

Concentratie<br />

A<br />

(in 10 -5 mol·L –1 )<br />

0,00 0,004<br />

1,01 0,173<br />

2,02 0,349<br />

3,03 0,526<br />

4,04 0,707<br />

5,05 0,875<br />

6,06 1,069<br />

c. Waarom is een overmaat 2,3-quinoxalinedithiol in de oplossingen nodig?<br />

d. Wat is <strong>het</strong> nikkelgehalte van de gitaarsnaar? Geef <strong>het</strong> <strong>antwoord</strong> in massa %.<br />

e. Laat <strong>met</strong> behulp van de ijklijn zien dat de ε-waarde van <strong>het</strong> complex<br />

inderdaad 17500 L mol -1 cm -1 bedraagt.<br />

f. Zou je een nikkelbepaling ook <strong>met</strong> fluorescentiespectroscopie kunnen<br />

uitvoeren? Waar hangt dat vanaf?


Gelijktijdige bepaling nikkel en kobalt<br />

Behalve <strong>met</strong> Ni 2+ vormt 2,3-quinoxalinedithiol gekleurde complexen <strong>met</strong> Co 2+<br />

ionen. Het kan daardoor gebruikt worden om de concentratie van Ni 2+ en Co 2+<br />

in een monster in één analysegang te bepalen. Daartoe is <strong>het</strong> nodig om bij twee<br />

verschillende golflengten te <strong>met</strong>en, en de ε-waarden van de complexen bij deze<br />

golflengtes te kennen (zie Tabel 3). Door <strong>het</strong> gelijktijdig oplossen van meerdere<br />

lineaire vergelijkingen of <strong>met</strong> behulp van een matrixberekening in Excel kunnen<br />

dan de concentraties bepaald worden.<br />

Tabel 3: Molaire extinctiecoëfficiënten van complexen van 2,3-<br />

quinoxalinedithiol <strong>met</strong> Co 2+ en Ni 2+ .<br />

ε 550 nm (L mol -1 cm -1 ) ε 656 nm (L mol -1 cm -1 )<br />

Co 2+ 36400 1240<br />

Ni 2+ 5520 17500<br />

De ge<strong>met</strong>en extincties van een monster dat zowel Co 2+ als Ni 2+ bevat, en een<br />

overmaat 2,3-quinoxalinedithiol, worden bij 550 en 656 nm extincties van<br />

respectievelijk 0,772 en 0,342 ge<strong>met</strong>en, in een 1,00 cm cuvet.<br />

g. Verklaar waarom <strong>het</strong> niet mogelijk is om <strong>met</strong> een <strong>met</strong>ing bij slechts een<br />

golflengte zowel <strong>het</strong> Co 2+ als <strong>het</strong> Ni 2+ gehalte in <strong>het</strong> monster te bepalen.<br />

h. Wat is <strong>het</strong> gehalte aan Co 2+ en Ni 2+ in <strong>het</strong> monster?<br />

i. Wat is de transmissie van <strong>het</strong>zelfde monster bij 550 nm?


Vraag 3: Ionselectieve elektrodes en pH<br />

Een ionselectieve elektrode voor strontium geeft een respons zoals beschreven<br />

is in vergelijking 15-8 (6 e editie vergelijking 15-6). De waarde van β is 0,973.<br />

a) Bespreek kort wat de rol van β in deze vergelijking is. Met andere<br />

woorden: waarvoor wordt gecorrigeerd?<br />

De selectiviteitscoëfficiënten voor verschillende ionen voor de strontiumelektrode<br />

staan in onderstaande Tabel 4:<br />

Tabel 4: Selectiviteitscoëfficiënten van de strontiumelektrode.<br />

Storend ion Y k Sr 2+ ,Y<br />

Mg 2+ 0,012<br />

Ca 2+ 0,028<br />

Ba 2+ 0,032<br />

In een oplossing die 2,00 · 10 -3 M Sr 2+ bevat, was <strong>het</strong> ge<strong>met</strong>en potentiaalverschil<br />

ten opzichte van een referentie-elektrode +0,330 V.<br />

b) Wat zal <strong>het</strong> potentiaalverschil (t.o.v. dezelfde referentie-electrode) zijn<br />

als de oplossing dezelfde strontiumconcentratie bevat, en daarnaast zowel<br />

1,25 · 10 -3 M Mg 2+ als 2,50 · 10 -3 M Ba 2+ ? Er mogen concentraties in plaats<br />

van activiteiten gebruikt worden. Hint: bepaal eerst de waarde van de<br />

constante.<br />

c) Wanneer de drie ionen uit de tabel alle in dezelfde concentratie<br />

aanwezig zijn, w<strong>elk</strong>e stoort dan <strong>het</strong> meest bij de strontium<strong>met</strong>ing?<br />

De werking van een pH-<strong>met</strong>er berust ook op <strong>het</strong> gebruik van een ionselectieve<br />

electrode, in dit geval uiteraard voor H + .<br />

d) Van w<strong>elk</strong> type ionen zou je een storende invloed op de pH-<strong>met</strong>ing<br />

kunnen verwachten? Motiveer je <strong>antwoord</strong>, en ga daarbij uit van de<br />

werking van een pH-electrode.<br />

e) Op w<strong>elk</strong>e manier corrigeer je bij een pH-<strong>met</strong>ing voor <strong>het</strong> effect dat<br />

beschreven wordt <strong>met</strong> β (zie ook vraag 3a)?<br />

Je wilt een buffer bereiden <strong>met</strong> pH = 8,10.<br />

f) Kies uit tabel 9-2 (6 e editie Tabel 10-2) de verbinding die hiervoor <strong>het</strong><br />

best bruikbaar is. Motiveer je <strong>antwoord</strong>.<br />

g) Bereken hoeveel mol sterk zuur of sterke base je theoretisch moet<br />

toevoegen om op basis van 3,00 g van de onder e) gegeven verbinding<br />

100 ml van je buffer <strong>met</strong> pH 8,10 te bereiden. Geef aan of dit sterk zuur<br />

of sterke base betreft.<br />

h) Je bereidt de buffer zorgvuldig volgens <strong>het</strong> bij onderdeel f gegeven<br />

<strong>antwoord</strong>. Als je vervolgens de pH daadwerkelijk meet, blijkt deze 8,06 te<br />

bedragen. Wat zouden oorzaken voor deze afwijking kunnen zijn?


Vraag 4: Chromatografie<br />

a) De retentietijd in een chromatogram zijn 3,50 minuten voor CH 4 , 10,92<br />

minuten voor pentaan, 14,05 minuten voor X en 17,28 minuten voor hexaan.<br />

Bereken de Kovats retentie- index van stof X.<br />

Het gehalte THC (<strong>het</strong> actieve bestanddeel) in cannabis kan bepaald worden<br />

<strong>met</strong> gaschromatografie.<br />

Eerst wordt een extractie van cannabis uitgevoerd <strong>met</strong> chloroform. Aan <strong>het</strong><br />

chloroformextract (ongeveer 30 mL) wordt 5,00 mL van een 20,0 mg L -1<br />

<strong>met</strong>hadonoplossing toegevoegd. Deze dient als interne standaard. In een 50<br />

mL maatkolf wordt dit mengsel aangevuld <strong>met</strong> chloroform tot de streep, dit<br />

noemen we de meetoplossing.<br />

Het chromatogram van de meetoplossing (opgenomen <strong>met</strong> een matig polaire<br />

kolom) is in onderstaande Figuur 1 weergegeven. Piek A is <strong>met</strong>hadon, piek B is<br />

cannabidiol, piek C is THC en piek D is cannabinol.<br />

Figuur 1: Chromatogram van THC-extract in chloroform (FID).<br />

Naast de meetoplossing wordt ook een standaardoplossing bereid. Aan 10,0<br />

mL van een THC-oplossing van 15,0 mg L -1 in chloroform wordt 5,00 mL van<br />

een 20,0 mg L -1 <strong>met</strong>hadonoplossing toegevoegd. Dit wordt in een 50 mL<br />

maatkolf aangevuld tot de streep.<br />

In onderstaande Tabel 5 zijn de ge<strong>met</strong>en piekoppervlakken weergegeven.<br />

Tabel 5: piekoppervlakken van monsteroplossing en standaardoplossing.<br />

1,8 min 2,3 min 3,3 min 5,1 min 5,8 min<br />

meetoplossing 12464 26983 11837 1388 211<br />

standaardoplossing 24398 32943<br />

b) Bereken de hoeveelheid geëxtraheerd THC.


c) Waarom wordt bij deze analyse een interne standaard gebruikt?<br />

d) De scheiding van een mengsel in een capillaire kolom is meestal beter dan<br />

de scheiding van datzelfde mengsel in een gepakte kolom. Verklaar dit aan de<br />

hand van de drie termen van de Van Deemter vergelijking. Geef dus voor <strong>elk</strong>e<br />

term een vergelijking tussen beide kolomtypes.<br />

e) Een mengsel van polaire stoffen werd gescheiden op een normal phase<br />

HPLC kolom. Wat is de invloed op de retentietijden wanneer <strong>het</strong> eluens wordt<br />

veranderd van 40% acetonitril in water naar 60% acetonitril in water?<br />

f) Je hebt cafeïne in koffie bepaald <strong>met</strong> HPLC. Geef een voorbeeld van een<br />

andere scheiding die makkelijker <strong>met</strong> HPLC te doen is dan <strong>met</strong> GC. Leg kort uit<br />

waarom je dit denkt.<br />

g) Waarom is een standaard HPLC kolom veel korter dan een GLC kolom?<br />

h) W<strong>elk</strong>e factoren bepalen de piekoppervlakte in een chromatogram?<br />

BONUS) De retentietijd van chloroform in <strong>het</strong> chromatogram in Figuur 1 is 1,35<br />

minuten. Het monster is opgelost en verdund in chloroform. Waarom is <strong>het</strong><br />

chloroformsignaal ondanks dat toch zo laag?<br />

EINDE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!