3Groepsdoelen, sociale interdependentie en vertrouwen - Pearson ...
3Groepsdoelen, sociale interdependentie en vertrouwen - Pearson ...
3Groepsdoelen, sociale interdependentie en vertrouwen - Pearson ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>3Groepsdoel<strong>en</strong></strong>, <strong>sociale</strong><br />
<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong><br />
vertrouw<strong>en</strong><br />
In dit hoofdstuk definiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal begripp<strong>en</strong>. De belangrijkste vind je terug<br />
in de onderstaande lijst.<br />
Grondbegripp<strong>en</strong><br />
1. Doel<br />
2. Doelstructuur<br />
3. Groepsdoel<br />
4. Operationeel doel<br />
5. Aspirati<strong>en</strong>iveau<br />
6. Verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da<br />
7. Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />
8. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />
9. Concurrer<strong>en</strong><br />
10. Individuele activiteit<strong>en</strong><br />
11. Sociale beoordelingstheorie<br />
12. Groepscohesie<br />
13. Geestelijke gezondheid<br />
14. Rechtvaardige verdeling<br />
15. Belon<strong>en</strong> naar verdi<strong>en</strong>ste<br />
16. Gelijke beloning<br />
17. Belon<strong>en</strong> naar behoefte<br />
18. Vertrouw<strong>en</strong><br />
19. Vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
20. Betrouwbaarheid
56 Groepsdynamica<br />
Inleid<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong>ing<br />
Zoek e<strong>en</strong> medestud<strong>en</strong>t op die je niet zo goed k<strong>en</strong>t. Zoek van alle grondbegripp<strong>en</strong> uit<br />
dit hoofdstuk (zie p. 55) de pagina op waar het begrip beschrev<strong>en</strong> wordt, noteer het<br />
paginanummer, geef de definitie <strong>en</strong> bespreek deze sam<strong>en</strong>. Daarna zoek<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong> ander<br />
tweetal op <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong>. Zijn er verschill<strong>en</strong> van inzicht? Zoek de definitie<br />
van het begrip op <strong>en</strong> bespreek de omschrijving met elkaar, totdat jullie het e<strong>en</strong>s zijn over<br />
de omschrijving <strong>en</strong> de term begrijp<strong>en</strong>.<br />
3.1 Inleiding<br />
Aesopus vertelt het volg<strong>en</strong>de verhaal over e<strong>en</strong> man, vader van vier zoons. De vader houdt<br />
veel van h<strong>en</strong>, maar maakt zich veel zorg<strong>en</strong> omdat zij voortdur<strong>en</strong>d met elkaar overhoop<br />
ligg<strong>en</strong>. Wat hij ook probeert, ze gaan er gewoon mee door. ‘Hoe kan ik ze duidelijk mak<strong>en</strong><br />
dat ze verkeerd bezig zijn?’ vraagt de vader zich af. Op e<strong>en</strong> dag roept hij zijn zoons bij elkaar,<br />
hij laat h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bundel stokk<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraagt: ‘Wie van jullie kan deze bundel stokk<strong>en</strong><br />
brek<strong>en</strong>?’ Ze prober<strong>en</strong> het maar het lukt h<strong>en</strong> niet. De vader maakt de bundel los <strong>en</strong> geeft elke<br />
zoon e<strong>en</strong> stok. ‘Kun je deze wel brek<strong>en</strong>?’ Natuurlijk kunn<strong>en</strong> ze dat. De vader: ‘In je e<strong>en</strong>tje<br />
zijn jullie zwak <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> jullie net als deze stokk<strong>en</strong> gemakkelijk gebrok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Maar als<br />
jullie vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij elkaar blijv<strong>en</strong> dan zijn jullie ev<strong>en</strong> sterk als de bundel stokk<strong>en</strong>.’<br />
Sinds het ontstaan van de m<strong>en</strong>sheid zoek<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> elkaar op om doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong><br />
die voor e<strong>en</strong> afzonderlijk individu onhaalbaar zijn. Wat ons als soort van andere soort<strong>en</strong><br />
onderscheidt, is dat we kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.<br />
De wijz<strong>en</strong> waarop de doel<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> aan elkaar gerelateerd zijn, noem<strong>en</strong> we <strong>sociale</strong><br />
<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> . Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> vormt de kern van alle interacties tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking vormt de kern van de activiteit<strong>en</strong> van kleine groep<strong>en</strong>.<br />
Om effectief te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>, moet e<strong>en</strong> groep doel<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> waaraan alle<br />
led<strong>en</strong> zich verbind<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarvoor zij zich gezam<strong>en</strong>lijk inzett<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> twee stapp<strong>en</strong><br />
onderscheid<strong>en</strong>: (1) de operationele doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de weg<strong>en</strong> die naar de doel<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
duidelijk gespecificeerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> meetbaar zijn <strong>en</strong> (2) de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (zoals<br />
de sam<strong>en</strong>werking) moet gestructureerd word<strong>en</strong>. Beide stapp<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> basis van<br />
vertrouw<strong>en</strong> gezet word<strong>en</strong>. Vertrouw<strong>en</strong> is ess<strong>en</strong>tieel voor het succes (het bereik<strong>en</strong> van het<br />
doel) van e<strong>en</strong> groep. De complexe relaties tuss<strong>en</strong> deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong><br />
<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> – vorm<strong>en</strong> het onderwerp van dit hoofdstuk.<br />
Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.1<br />
Attitudes t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />
Deze oef<strong>en</strong>ing heeft twee doel<strong>en</strong>: (1) je meer bewust mak<strong>en</strong> van je eig<strong>en</strong> instelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />
<strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> (2) de groep meer bewust mak<strong>en</strong> van de houding die de groepsled<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> aannem<strong>en</strong>. De procedure verloopt als volgt:<br />
1. Je vult zelfstandig de onderstaande vrag<strong>en</strong>lijst in.<br />
2. Je gebruikt de scoretabel om je eig<strong>en</strong> score te bepal<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s wordt het groeps gemiddelde<br />
op de drie schal<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d.<br />
3. E<strong>en</strong> groepsgesprek over de attitudes van de groepsled<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> inter dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
57<br />
Vrag<strong>en</strong>lijst <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />
Geef bij elke uitspraak aan in hoeverre deze globaal g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> opgaat. Vul in de tabel het cijfer in dat<br />
jouw gedrag het beste weergeeft.<br />
1 = nooit 4 = meestal<br />
2 = zeld<strong>en</strong> 5 = altijd<br />
3 = soms<br />
1. Ik vergelijk mijzelf graag met ander<strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong> wie het beste is.<br />
2. Voor mijn situatie geldt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot deel van de tijd zelfstandig werk<strong>en</strong>.<br />
3. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun ideeën <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> met elkaar del<strong>en</strong>.<br />
4. Voor mijn situatie geldt dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gemotiveerd zijn om uit te zoek<strong>en</strong> wie het meest geschikt<br />
is voor e<strong>en</strong> bepaalde opdracht.<br />
5. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> graag zelfstandig werk<strong>en</strong>.<br />
6. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> veel belangrijke ding<strong>en</strong> van elkaar ler<strong>en</strong>.<br />
7. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> elkaar will<strong>en</strong> overtroev<strong>en</strong>.<br />
8. Voor mijn situatie geldt dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het lastig vind<strong>en</strong> als zij met e<strong>en</strong> ander moet<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>.<br />
9. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> elkaar help<strong>en</strong> om goed werk af te lever<strong>en</strong>.<br />
10. Voor mijn situatie geldt dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gestimuleerd word<strong>en</strong> om beter te prester<strong>en</strong> dan de<br />
ander<strong>en</strong>.<br />
11. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> liever alle<strong>en</strong> dan met elkaar werk<strong>en</strong>.<br />
12. Voor mijn situatie geldt dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong> dat zij productiever zijn als ze met elkaar<br />
werk<strong>en</strong>.<br />
Competitief Individualistisch Coöperatief<br />
1. 2. 3.<br />
4. 5. 6.<br />
7. 8. 9.<br />
10. 11. 12.<br />
Totaal Totaal Totaal<br />
3.2 Wat is e<strong>en</strong> doel?<br />
Groep<strong>en</strong> bestaan om e<strong>en</strong> bepaald doel te bereik<strong>en</strong>. Het doel kan van alles zijn, e<strong>en</strong> betere<br />
muiz<strong>en</strong>val ontwerp<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> berg beklimm<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> wedstrijd winn<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort. E<strong>en</strong> doel is<br />
e<strong>en</strong> ideaal, iets waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naartoe will<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> situatie waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> veel waarde<br />
aan hecht<strong>en</strong>. Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> zorgt ervoor dat de doel<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> met<br />
elkaar verbond<strong>en</strong> zijn. Individuele doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich positief (sam<strong>en</strong>werking) of negatief<br />
(competitie) tot elkaar verhoud<strong>en</strong>, maar ze kunn<strong>en</strong> ook losstaan van elkaar (individualistische<br />
streving<strong>en</strong> ). E<strong>en</strong> positieve relatie tuss<strong>en</strong> individuele doelstelling<strong>en</strong> resulteert in e<strong>en</strong><br />
groepsdoel . E<strong>en</strong> groepsdoel is e<strong>en</strong> door de groepsled<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ste situatie. De groepsled<strong>en</strong><br />
zijn gemotiveerd om zich in te zett<strong>en</strong> voor het doel.<br />
Doel<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> intellectualistische of kille verschijnsel<strong>en</strong>. Zij kanaliser<strong>en</strong> de passies van<br />
de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong> h<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> groepsdoel schept e<strong>en</strong> aantrekkelijk toekomstbeeld<br />
dat alle<strong>en</strong> door e<strong>en</strong>drachtige sam<strong>en</strong>werking gerealiseerd kan word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> (toekomst)visie<br />
geeft e<strong>en</strong> ideaal <strong>en</strong> uniek beeld van de toekomst weer. De visie belichaamt de gevoel<strong>en</strong>s van
58 Groepsdynamica<br />
de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> zet h<strong>en</strong> aan tot gezam<strong>en</strong>lijke inspanning<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> toekomstvisie creëert e<strong>en</strong><br />
band tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>, zij ervar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke emotionele betrokk<strong>en</strong>heid.<br />
Waarom doel<strong>en</strong> belangrijk zijn<br />
1. Doel<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> richting aan ons gedrag. Zij stur<strong>en</strong>, kanaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> wat de groepsled<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />
2. Doel<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong> ons gedrag. Doel<strong>en</strong> zijn onze beweegred<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong> ons. Ge<strong>en</strong> doel, ge<strong>en</strong><br />
motivatie.<br />
3. Doel<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de basis voor het oploss<strong>en</strong> van conflict<strong>en</strong>. Confl ict<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opgelost<br />
word<strong>en</strong> omdat zij gezam<strong>en</strong>lijk iets will<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>.<br />
4. Zonder doel<strong>en</strong> kan het functioner<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep niet beoordeeld <strong>en</strong> geëvalueerd word<strong>en</strong>. Hoe<br />
moet<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> activiteit beoordel<strong>en</strong> als deze ge<strong>en</strong> doel heeft?<br />
3.2.1 Bestaan er groepsdoel<strong>en</strong>?<br />
Hebb<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> doel of zi<strong>en</strong> we in e<strong>en</strong> groep alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>heid aan<br />
individuele doel<strong>en</strong>? Over het antwoord op deze vraag discussieert de <strong>sociale</strong> psychologie<br />
al <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>. Veel sociaalwet<strong>en</strong>schappers zijn van m<strong>en</strong>ing dat e<strong>en</strong> groepsdoel<br />
uit e<strong>en</strong> combinatie van alle individuele doel<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> bestaat. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
lid van e<strong>en</strong> groep omdat zij bepaalde doel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die zij via hun groepslidmaatschap<br />
tot uitdrukking will<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of realiser<strong>en</strong>. Deze persoonlijke doel<strong>en</strong> staan e<strong>en</strong> groepslid<br />
niet altijd ev<strong>en</strong> duidelijk voor og<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> groepsbije<strong>en</strong>komst kunn<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> zich<br />
volledig bewust zijn van hun doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiev<strong>en</strong>, maar het is ook mogelijk dat ze zich<br />
gedeeltelijk of helemaal niet bewust zijn van hun doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> beweegred<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Lewin (1944) constateerde echter dat zich ook situaties voordo<strong>en</strong> waarin de groepsled<strong>en</strong><br />
zich eerder <strong>en</strong> optimaal voor het groepsresultaat of het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong><br />
in te zett<strong>en</strong> dan voor e<strong>en</strong> zo hoog mogelijk individueel resultaat of het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong><br />
van individuele doel<strong>en</strong>. Uit onderzoek<strong>en</strong> van Horowitz (1954) <strong>en</strong> Pepitone (1952) blijkt<br />
dat groepsled<strong>en</strong> gemotiveerd rak<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> groepsdoel te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> gevoel van<br />
persoonlijke voldo<strong>en</strong>ing aan overhoud<strong>en</strong> als de groep haar doel bereikt. Uit deze <strong>en</strong> andere<br />
onderzoek<strong>en</strong> concludeerde Emmy Pepitone (1980) dat het mogelijk is om het bestaan van<br />
groepsdoel<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>. Groepsdoel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> veel invloed op de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> in<br />
groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> funger<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal <strong>en</strong> vrijwel constant aanwezig thema, dat direct, als e<strong>en</strong><br />
objectief gegev<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar is. Groepsdoel<strong>en</strong> creër<strong>en</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>heid die we<br />
niet direct uit de individuele doelstelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aflez<strong>en</strong>. Uit meer rec<strong>en</strong>te studies (Matsui<br />
e.a., 1987; Mitchell & Silver , 1990) blijkt dat groepsdoel<strong>en</strong>, in vergelijking met individuele<br />
doel<strong>en</strong>, tot betere prestaties leid<strong>en</strong>, tot e<strong>en</strong> hogere acceptatiegraad van de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot<br />
meer sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>. Talrijke andere onderzoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> aangetoond<br />
dat groepsled<strong>en</strong> zich meer voor het groepsresultaat dan voor individuele resultat<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong><br />
als zij in e<strong>en</strong> situatie word<strong>en</strong> geplaatst waarin zij met andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>.<br />
We kunn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> definitief antwoord gev<strong>en</strong> op de vraag of groepsdoel<strong>en</strong> op zichzelf<br />
staande verschijnsel<strong>en</strong> of combinaties van individuele doel<strong>en</strong> zijn. De meest veilige conclusie<br />
is wellicht dat er zowel individuele <strong>en</strong> groepsdoel<strong>en</strong> bestaan <strong>en</strong> dat de groepsdoel<strong>en</strong> relevant<br />
zijn voor de individuele behoeft<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong>. En dat de groepsled<strong>en</strong> zowel hun<br />
eig<strong>en</strong> als de groepsdoel<strong>en</strong> nastrev<strong>en</strong>. De effectiviteit van de groep wordt bepaald door de<br />
mate waarin de groepsled<strong>en</strong> op hetzelfde mom<strong>en</strong>t aan het realiser<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
groepsdoel<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. Deze situatie wordt echter gecompliceerd door het feit dat de meeste<br />
individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> groep<strong>en</strong> diverse doel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, door het feit dat verschill<strong>en</strong>de groepsled<strong>en</strong>
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
59<br />
op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> voor og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> door het feit dat één<br />
groepslid hetzelfde doel op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d kan waarder<strong>en</strong>.<br />
Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.2<br />
Je eig<strong>en</strong> aan doel<strong>en</strong> gerelateerde gedrag<br />
Deze oef<strong>en</strong>ing richt zich op aan doel<strong>en</strong> gerelateerd gedrag in probleemoploss<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong>. Je<br />
gaat zelfstandig met de drie onderstaande vrag<strong>en</strong> aan de slag. Geef zo eerlijk mogelijk antwoord.<br />
Je kunt alle antwoord<strong>en</strong> die jouw gedrag k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> aankruis<strong>en</strong>. Formeer vervolg<strong>en</strong>s met twee<br />
medestud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> subgroep. Wissel elkaars antwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> het waarom van jullie antwoord<strong>en</strong><br />
uit. Probeer je zo goed mogelijk bewust te word<strong>en</strong> van je eig<strong>en</strong> gedrag in aan doel<strong>en</strong> gerelateerde<br />
situaties.<br />
1. Als ik lid b<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep die zich niet duidelijk bewust is van haar doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong><br />
om deze doel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>, dan<br />
o raak ik ongeïnteresseerd <strong>en</strong> heb ik ge<strong>en</strong> zin meer om te kom<strong>en</strong>;<br />
o vraag ik deg<strong>en</strong>e die als leider aangewez<strong>en</strong> is om er wat aan te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertel ik de groep<br />
wat ze zou moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>;<br />
o negeer ik de situatie <strong>en</strong> doe ik extra aardig teg<strong>en</strong> de ander<strong>en</strong>;<br />
o neem ik het woord <strong>en</strong> vertel ik de andere groepsled<strong>en</strong> wat de doel<strong>en</strong> van de groep zijn. Ik<br />
stel voor dat de led<strong>en</strong> de groepsdoel<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> rijtje zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> te hor<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />
wat ze moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> om deze doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>;<br />
o neem ik het initiatief tot e<strong>en</strong> groepsgesprek waarin de groepsdoel<strong>en</strong> verduidelijkt word<strong>en</strong>.<br />
Totdat elk lid e<strong>en</strong> helder beeld heeft van de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de acties die de groep<br />
moet ondernem<strong>en</strong> om deze doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.<br />
2. Als e<strong>en</strong> groepslid wel e<strong>en</strong> duidelijk beeld heeft van de groepsdoel<strong>en</strong> maar weinig inzet voor het<br />
bereik<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> lijkt te ton<strong>en</strong>, dan<br />
o wil ik niets meer met dit groepslid te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> ga ik hem of haar vermijd<strong>en</strong>;<br />
o steek ik de draak met dit groepslid totdat hij of zij meer inzet toont;<br />
o doe ik alsof er niets aan de hand is <strong>en</strong> doe ik aardig teg<strong>en</strong> hem of haar;<br />
o stel ik e<strong>en</strong> compromis voor: het groepslid gaat meer do<strong>en</strong> <strong>en</strong> de groep gaat minder van<br />
hem of haar verwacht<strong>en</strong>;<br />
o dan neem ik het initiatief tot e<strong>en</strong> groepsgesprek waarin de groepsdoel<strong>en</strong> aan de<br />
orde kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> opnieuw geformuleerd word<strong>en</strong>, zodat ze relevanter word<strong>en</strong> voor de<br />
groepsled<strong>en</strong>.<br />
3. Als ik lid b<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep waarin teg<strong>en</strong>strijdige opvatting<strong>en</strong> over de groepsdoel<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> of<br />
waarvan de led<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdige motiev<strong>en</strong> of behoeft<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, dan<br />
o trek ik me gewoon terug <strong>en</strong> wacht ik af tot ze hun m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> opgelost;<br />
o zeg ik teg<strong>en</strong> de begeleider dat hij of zij moet bepal<strong>en</strong> wie er gelijk heeft <strong>en</strong> wie niet.<br />
Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het bij het verkeerde eind hebb<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> verder hun mond houd<strong>en</strong>;<br />
o probeer ik de verschill<strong>en</strong> glad te strijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraag ik de ander<strong>en</strong> om aardig te zijn voor<br />
elkaar <strong>en</strong> over de verschill<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing te zwijg<strong>en</strong>;<br />
o stel ik e<strong>en</strong> 50/50-compromis voor waarin iedere<strong>en</strong> de helft krijgt van wat ze w<strong>en</strong>st<strong>en</strong>;<br />
o ga ik na op welke punt<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar zij elkaar beconcurrer<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> geef ik de groep, op basis van mijn bevinding<strong>en</strong>, feedback. Op deze wijze probeer ik<br />
de bereidheid tot sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> te vergrot<strong>en</strong>;<br />
o neem ik het initiatief tot e<strong>en</strong> groepsgesprek over de verschill<strong>en</strong>de standpunt<strong>en</strong>, doel<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> probeer ik e<strong>en</strong> oplossing te vind<strong>en</strong> die voor iedere<strong>en</strong><br />
acceptabel is.
60 Groepsdynamica<br />
3.3 Effectieve doel<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> doel kan alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerealiseerd als de groepsled<strong>en</strong> zich ervoor in will<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>.<br />
Er bestaan twee method<strong>en</strong> waarmee de betrokk<strong>en</strong>heid van de groepsled<strong>en</strong> gestimuleerd<br />
kan word<strong>en</strong>: (1) door er voor te zorg<strong>en</strong> dat de doelstelling<strong>en</strong> aan de in tabel 3.1 g<strong>en</strong>oemde<br />
criteria voldo<strong>en</strong>. 1 Effectieve doel<strong>en</strong> zijn specifiek (het is duidelijk wat er gedaan moet word<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> wat de volg<strong>en</strong>de stap is), meetbaar (de vordering<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zichtbaar gemaakt word<strong>en</strong>),<br />
vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitdaging, zijn relevant <strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich op compet<strong>en</strong>ties die overdraagbaar zijn<br />
naar andere situaties. En (2) door de groepsled<strong>en</strong> te betrekk<strong>en</strong> bij het formuler<strong>en</strong> van de<br />
doel<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> naarmate zij meer bij het creër<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>, meer het gevoel hebb<strong>en</strong> dat het hun eig<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> meer inzet ton<strong>en</strong>. Hoe<br />
meer groepsled<strong>en</strong> er bij het vaststell<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hoe beter de<br />
groepsdoel<strong>en</strong>, de motiev<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun beeld van wat er ondernom<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong><br />
op elkaar afgestemd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Andere factor<strong>en</strong> die de inzet <strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong>heid van<br />
de groepsled<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> zijn: de w<strong>en</strong>selijkheid van het doel (wat het de groepsled<strong>en</strong><br />
oplevert als het doel bereikt wordt) <strong>en</strong> de wijz<strong>en</strong> waarop de groepsled<strong>en</strong> met elkaar omgaan<br />
als zij bezig zijn om het doel te realiser<strong>en</strong> (sommige zijn leuker <strong>en</strong> int<strong>en</strong>siever dan andere).<br />
Tabel 3.1 Criteria voor effectieve doel<strong>en</strong><br />
K<strong>en</strong>merk van het doel<br />
Specifiek<br />
Traceerbaar <strong>en</strong> meetbaar<br />
Haalbaar <strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>d<br />
Relevant<br />
Overdracht<br />
Beschrijving van het k<strong>en</strong>merk<br />
De doel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> specifi ek zijn, zodat ze ge<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>s oproep<strong>en</strong> <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> plan voor het<br />
realiser<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> opgesteld kan word<strong>en</strong>. Concrete doelstelling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s aan wat de<br />
volg<strong>en</strong>de stap is.<br />
De led<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> in hoeverre de doel<strong>en</strong> gerealiseerd zijn. De doel<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
zodanig geoperationaliseerd dat de te nem<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> duidelijk <strong>en</strong> logisch zijn.<br />
De doel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>oeg zijn (de kans van slag<strong>en</strong> is 50 proc<strong>en</strong>t). De groep moet de<br />
doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> als de led<strong>en</strong> er hard g<strong>en</strong>oeg voor werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de mate als team<br />
operer<strong>en</strong>.<br />
De doel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> relevant zijn voor de belang<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
De led<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> het zinvolle doelstelling<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich persoonlijk voor het realiser<strong>en</strong> van de<br />
doel<strong>en</strong> will<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>.<br />
De doel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er op gericht zijn dat de groepsled<strong>en</strong> wat ze in de groep geleerd hebb<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> <strong>en</strong> overdrag<strong>en</strong> naar andere situaties. Welke vaardigheid e<strong>en</strong> groepslid zich<br />
vandaag ook eig<strong>en</strong> maakt, hij of zij moet deze morg<strong>en</strong> in andere situaties kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>.<br />
3.4 Heldere doel<strong>en</strong><br />
Of e<strong>en</strong> groep haar doel bereikt is afhankelijk van het feit of de groepsled<strong>en</strong> hun activiteit<strong>en</strong><br />
coördiner<strong>en</strong> <strong>en</strong> synchroniser<strong>en</strong>. Dat kunn<strong>en</strong> zij alle<strong>en</strong> als het doel <strong>en</strong> de acties die<br />
ondernom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het doel te bereik<strong>en</strong>, duidelijk zijn. De helderheid van<br />
e<strong>en</strong> doel wordt door e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> bepaald. Hoe specifiek, operationeel, werkbaar,<br />
meetbaar <strong>en</strong> waarneembaar is het doel? Enkele gedragspatron<strong>en</strong> die we bij vage doel<strong>en</strong><br />
1 In het Engels wordt er van START-doel<strong>en</strong> (Specific, Trackable, Achievable, Relevant, Transfer) of SMARTdoel<strong>en</strong><br />
gesprok<strong>en</strong> (Specific, Measurable, Achievable, Relevant, Transfer). In het Nederlandse taalgebied wordt<br />
ook de afkorting SMART gebruikt: Specifiek, Meetbaar, Actiegericht of Acceptabel, Realistisch of Relevant,<br />
Tijdgebond<strong>en</strong> of Transfer.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
61<br />
kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> zijn: veel spanning<strong>en</strong> in de groep, grapp<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> of doll<strong>en</strong>, irrelevante<br />
onderwerp<strong>en</strong> aanroer<strong>en</strong> <strong>en</strong> het neger<strong>en</strong> van goede ideeën. Vage doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> tot zinloze<br />
bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> waarin eindeloos over onbelangrijke zak<strong>en</strong> wordt gesprok<strong>en</strong> (Wright ,<br />
1979). Vrachtwag<strong>en</strong>chauffeurs die boomstamm<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> fabriek moest<strong>en</strong> transporter<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bij het inlad<strong>en</strong> te hor<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> dat zij ‘hun best moest<strong>en</strong> do<strong>en</strong>’ nam<strong>en</strong> ongeveer 60 proc<strong>en</strong>t<br />
van de toegestane lading mee. Later werd<strong>en</strong> zij er toe aangezet om 94 proc<strong>en</strong>t van het<br />
toegestane gewicht te lad<strong>en</strong>. Dat doel werd bereikt. Het verduidelijk<strong>en</strong> van het doel leverde<br />
e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke financiële besparing op (Latham & Baldes , 1975).<br />
3.5 Operationele doel<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> doel wordt duidelijker als het in operationele term<strong>en</strong> geformuleerd wordt. Operationele<br />
doel<strong>en</strong> zijn doel<strong>en</strong> met herk<strong>en</strong>bare, concrete stapp<strong>en</strong> die naar het doel moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>:<br />
waarneembaar, telbaar <strong>en</strong> specifiek. Bij niet-operationele doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> concrete<br />
acties ontdekk<strong>en</strong>, ze zijn niet-waarneembaar, niet-telbaar <strong>en</strong> ambigu. E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong><br />
operationeel doel: ‘Noem drie eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goed groepslid.’ En e<strong>en</strong> voorbeeld van<br />
e<strong>en</strong> niet-operationeel doel : ‘Trek conclusies over de theoretische <strong>en</strong> empirische bevinding<strong>en</strong><br />
met betrekking tot de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de effectieve acties van e<strong>en</strong> groepslid.’ Waarom<br />
is het eerste voorbeeld operationeel? Omdat je kunt wet<strong>en</strong> dat het doel bereikt is zodra<br />
je drie naar groepslidmaatschap verwijz<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> hebt opg<strong>en</strong>oemd. En waarom<br />
is het tweede voorbeeld niet-operationeel? Omdat het moeilijk te zegg<strong>en</strong> is wanneer het<br />
doel bereikt is. Sommige aanwijzing<strong>en</strong> die aangev<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> groep haar doel<strong>en</strong> bereikt<br />
heeft zijn duidelijker dan andere. In het doel van e<strong>en</strong> probleemoploss<strong>en</strong>de groep zull<strong>en</strong> we<br />
aanwijzing<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong> die het bereik<strong>en</strong> van het doel (winst, nieuwe led<strong>en</strong>, probleem<br />
opgelost) <strong>en</strong> het in stand houd<strong>en</strong> van de werkrelaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> (groepscohesie,<br />
effectieve communicatie, effectieve besluitvorming, onderling vertrouw<strong>en</strong>) weerspiegel<strong>en</strong>.<br />
Operationele doel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal voordel<strong>en</strong>. Zij bevorder<strong>en</strong> de communicatie tuss<strong>en</strong><br />
de groepsled<strong>en</strong> onderling maar ook de communicatie tuss<strong>en</strong> de groep <strong>en</strong> andere groep<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> doel moet zo geformuleerd word<strong>en</strong> dat het er in slaagt om duidelijk te mak<strong>en</strong> wat de<br />
groep wil bereik<strong>en</strong>. En deze communicatie is succesvol verlop<strong>en</strong> als iemand die er <strong>en</strong>igszins<br />
verstand van heeft op grond van het gedrag van de groep of het door de groep voortgebrachte<br />
product, kan bepal<strong>en</strong> of het doel bereikt is of niet. In de tweede plaats: operationele doel<strong>en</strong><br />
help<strong>en</strong> de groep bij het plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> van tak<strong>en</strong>. De groep kan de meest geschikte<br />
middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> method<strong>en</strong> selecter<strong>en</strong> die ze voor het uitvoer<strong>en</strong> van de tak<strong>en</strong> nodig heeft. En<br />
t<strong>en</strong> derde: operationele doel<strong>en</strong> vergemakkelijk<strong>en</strong> het evaluer<strong>en</strong> van het groepsproces <strong>en</strong> het<br />
groepsproduct. Aan de hand van de concrete criteria kan de groep haar vordering<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>.<br />
En t<strong>en</strong> slotte: conflict<strong>en</strong> over welke acties er door de groepsled<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> bij operationele doel<strong>en</strong> eerder langs rationele <strong>en</strong> analytische weg opgelost<br />
word<strong>en</strong>.<br />
Voor de meeste groep<strong>en</strong> geldt dat het niet altijd mogelijk is om vooraf heldere doel<strong>en</strong> te<br />
formuler<strong>en</strong>. Vaak vindt er discussie plaats over de gestelde doel<strong>en</strong> totdat de groepsled<strong>en</strong> het<br />
e<strong>en</strong>s zijn geword<strong>en</strong> over de wijze waarop de doel<strong>en</strong> geoperationaliseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Door deze discussies neemt de betrokk<strong>en</strong>heid van de groepsled<strong>en</strong> toe <strong>en</strong> vindt het doel meer<br />
acceptatie bij de led<strong>en</strong>. Des te meer tijd e<strong>en</strong> groep aan het verhelder<strong>en</strong> <strong>en</strong> operationaliser<strong>en</strong><br />
van haar doel<strong>en</strong> besteedt, des te minder tijd heeft ze nodig om haar doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.
62 Groepsdynamica<br />
3.6 Groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> aspirati<strong>en</strong>iveau<br />
Groepsdoel<strong>en</strong> reflecter<strong>en</strong> de aspiraties van de led<strong>en</strong>. Het aspirati<strong>en</strong>iveau bestaat uit het<br />
compromis tuss<strong>en</strong> het beoogde ideaal <strong>en</strong> realistische verwachting<strong>en</strong>. Kurt Lewin <strong>en</strong> zijn<br />
medewerkers (Lewin e.a., 1944) ontwikkeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> theorie over de wijze waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
doel<strong>en</strong> voor zichzelf <strong>en</strong> hun groep<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Hun theorie gaat ervan uit dat ons in e<strong>en</strong><br />
bepaalde situatie e<strong>en</strong> bepaald resultaat voor og<strong>en</strong> staat (bijvoorbeeld e<strong>en</strong> 7 voor e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>),<br />
<strong>en</strong> dat we dit doel, afhankelijk van de uitkomst, naar bov<strong>en</strong> of b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> gaan bijstell<strong>en</strong>. Als we<br />
voor de eerste twee t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> 9 hal<strong>en</strong> dan kunn<strong>en</strong> we naar e<strong>en</strong> 9 gaan strev<strong>en</strong>, hal<strong>en</strong> we<br />
twee zess<strong>en</strong> dan kan e<strong>en</strong> 6 ons strev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Door de ervaring<strong>en</strong> die we opdo<strong>en</strong> gaan we<br />
onze verwachting<strong>en</strong> afstemm<strong>en</strong> op de realiteit.<br />
Ook groep<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> aspirati<strong>en</strong>iveaus. Alvin Zander verrichtte e<strong>en</strong> aantal onder -<br />
zoek<strong>en</strong> bij zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de populaties, variër<strong>en</strong>d van jeugdige honkbalteams (Zander<br />
& Medow , 1963) tot e<strong>en</strong> afdeling van United Fund (e<strong>en</strong> organisatie die geld inzamelt <strong>en</strong><br />
dat vervolg<strong>en</strong>s aan bepaalde doel<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>kt) (Zander , 1971). Hij toonde aan dat groep<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>igszins optimistische doelstelling<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> die ze herzi<strong>en</strong> zodra hun resultat<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d<br />
zijn. Zij verhog<strong>en</strong> hun aspirati<strong>en</strong>iveau meer als de resultat<strong>en</strong> beter uitvall<strong>en</strong> dan dat zij het<br />
verlag<strong>en</strong> als de resultat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>. In het United Fund-onderzoek verlaagde slechts 40<br />
proc<strong>en</strong>t van de afdeling<strong>en</strong> die het streefbedrag niet hadd<strong>en</strong> gehaald het streefbedrag voor<br />
het kom<strong>en</strong>de jaar. Terwijl van de afdeling<strong>en</strong> die wel het gew<strong>en</strong>ste resultaat bereikt<strong>en</strong> 80<br />
proc<strong>en</strong>t het streefbedrag verhoogde. In de meeste situaties kan deze optimistische vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>heid<br />
e<strong>en</strong> positief effect hebb<strong>en</strong> maar er zijn ook situaties d<strong>en</strong>kbaar waarin de <strong>en</strong>e<br />
na de andere mislukking optreedt. Als e<strong>en</strong> weinig succesvolle afdeling van het United Fund<br />
jaar na jaar te optimistische doelstelling<strong>en</strong> kiest, dan kan dit e<strong>en</strong> negatieve uitwerking op<br />
de stemming in <strong>en</strong> het plezier <strong>en</strong> de efficiëntie van de groep hebb<strong>en</strong>.<br />
3.7 Verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s<br />
E<strong>en</strong>sluid<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over wat de doelstelling<strong>en</strong> van de groep zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn,<br />
bevorder<strong>en</strong> het functioner<strong>en</strong> van de groep, terwijl onderlinge m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong> over de<br />
groepsdoel<strong>en</strong> meestal e<strong>en</strong> negatieve invloed op het groepsfunctioner<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Individuele<br />
groepsled<strong>en</strong> die hetzelfde beog<strong>en</strong>, zijn meestal gelukkiger met de groep <strong>en</strong> de groepstak<strong>en</strong> dan<br />
led<strong>en</strong> van groep<strong>en</strong> met uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de individuele doelstelling<strong>en</strong>. Individuele doelstelling<strong>en</strong><br />
die sterk van de groepsdoel<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s word<strong>en</strong>. Verborg<strong>en</strong><br />
ag<strong>en</strong>da ’s zijn persoonlijke doel<strong>en</strong> waarvan de andere groepsled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> weet hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> die in<br />
strijd zijn met de belangrijkste groepsdoel<strong>en</strong>. In vrijwel elke groep zijn er verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s<br />
aanwezig, vaak belemmer<strong>en</strong> zij de effectiviteit van de groep. Vaak prober<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> dan ook,<br />
als het om de groepsdoel<strong>en</strong> gaat, aan de e<strong>en</strong>sgezindheid onder de groepsled<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>.<br />
Hieronder volg<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele method<strong>en</strong> om de saamhorigheid te bevorder<strong>en</strong>:<br />
1. Wat kun je do<strong>en</strong> als je met e<strong>en</strong> nieuwe groep begint? Zorg ervoor dat de doel<strong>en</strong> uitvoerig<br />
<strong>en</strong> grondig besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, ook al zijn deze doel<strong>en</strong> al door ander<strong>en</strong> of door de aard<br />
van de groep bepaald. E<strong>en</strong> dergelijke discussie leidt ertoe dat de led<strong>en</strong> de groepsdoel<strong>en</strong><br />
beter begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan misverstand<strong>en</strong> over de uit te voer<strong>en</strong> tak<strong>en</strong> uit de weg ruim<strong>en</strong>.<br />
Tijd<strong>en</strong>s de discussie word<strong>en</strong> de doel<strong>en</strong> anders geformuleerd, anders georganiseerd <strong>en</strong><br />
herzi<strong>en</strong>, totdat de meeste led<strong>en</strong> van de groep het gevoel hebb<strong>en</strong> dat het hun ‘eig<strong>en</strong>’<br />
doel<strong>en</strong> zijn.<br />
2. Wat kun je do<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> groep aan de slag is gegaan? Bed<strong>en</strong>k dat e<strong>en</strong> groep tegelijkertijd<br />
op twee niveaus actief is, continu: op het niveau van het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong>
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
63<br />
op het niveau van het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> van de individuele groepsled<strong>en</strong>. Kijk<br />
of je verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s kunt ontdekk<strong>en</strong>. Het onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groepsprobleem is<br />
de eerste stap in het proces van het diagnosticer<strong>en</strong> <strong>en</strong> het oploss<strong>en</strong> van het probleem.<br />
3. Bed<strong>en</strong>k dat er situaties zijn waarin verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s in de op<strong>en</strong>baarheid gebracht <strong>en</strong><br />
bijgewerkt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er omstandighed<strong>en</strong> zijn waarin ze ongemoeid gelat<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Je keuze hangt af van je oordeel over de gevolg<strong>en</strong> van het onder de<br />
aandacht br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s. Hoeveel aandacht je aan verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s<br />
moet bested<strong>en</strong>, kan van mom<strong>en</strong>t tot mom<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>, afhankelijk van hun invloed op<br />
de effectiviteit van de groep <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de groep <strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>.<br />
4. Geef, na het ontdekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s, groepsled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> uitbrander <strong>en</strong> zet<br />
h<strong>en</strong> niet onder druk. Verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s zijn normale <strong>en</strong> legitieme verschijnsel<strong>en</strong>, het<br />
zijn gewoon problem<strong>en</strong> die opgelost moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van effectieve groepsdoel<strong>en</strong><br />
1. De mate waarin de groepsdoel<strong>en</strong> operationeel gedefi nieerd zijn, zodat ze meetbaar <strong>en</strong> waarneembaar zijn. De<br />
groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat ze geacht word<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>.<br />
2. De mate waarin de groepsled<strong>en</strong> de groepsdoel<strong>en</strong> als zinvol, relevant, realistisch, acceptabel <strong>en</strong> bereikbaar<br />
beschouw<strong>en</strong>.<br />
3. De mate waarin de doel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
4. De mate waarin dezelfde activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> tak<strong>en</strong> zowel tot het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> als tot het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong><br />
van de persoonlijke doel<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong>.<br />
5. De mate waarin de groepsdoel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitdaging vorm<strong>en</strong>, waarbij het risico dat het e<strong>en</strong> mislukking wordt niet al te<br />
groot is.<br />
6. Het gemak waarmee de doel<strong>en</strong> gewijzigd of verhelderd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
7. De tijd die e<strong>en</strong> groep nodig heeft om de doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.<br />
3.8 Groep<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om effectieve doel<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong><br />
Om e<strong>en</strong> groep te help<strong>en</strong> bij het kiez<strong>en</strong> van effectieve doel<strong>en</strong> , kun je twee method<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>,<br />
de <strong>en</strong>quêtefeedback <strong>en</strong> de programma-evaluatiemethode. De <strong>en</strong>quête-feedbackmethode<br />
begint met interviews met de groepsled<strong>en</strong> over de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de prioriteit<strong>en</strong> van de<br />
groep. Deze interviews word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> voordat er e<strong>en</strong> periodieke bije<strong>en</strong>komst van de<br />
groep plaatsvindt. Tijd<strong>en</strong>s de groepsbije<strong>en</strong>komst word<strong>en</strong> er, op basis van de ingewonn<strong>en</strong><br />
informatie, besluit<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de prioriteit<strong>en</strong> voor de kom<strong>en</strong>de<br />
periode (bijvoorbeeld e<strong>en</strong> half jaar of e<strong>en</strong> jaar). De groep stelt kortetermijndoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
prioriteit<strong>en</strong> van deze doel<strong>en</strong> vast, legt de specifieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong> voor het uitvoer<strong>en</strong><br />
van de tak<strong>en</strong> vast <strong>en</strong> bepaalt hoe de effectiviteit van de groep verbeterd kan word<strong>en</strong>. De groep<br />
besteedt speciaal aandacht aan het onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van onderlinge relatieproblem<strong>en</strong>,<br />
die het realiser<strong>en</strong> van het doel in de weg kunn<strong>en</strong> staan.<br />
De programma-evaluatiemethode of kritische trajectmethode specificeert de eindsituatie<br />
die de groep voor og<strong>en</strong> staat. Terugred<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d vanuit deze eindsituatie bepaalt de groep<br />
wat er direct moet gebeur<strong>en</strong> voordat het doel bereikt wordt <strong>en</strong> welke tak<strong>en</strong> er uitgevoerd <strong>en</strong><br />
welke subdoel<strong>en</strong> gesteld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het doel te bereik<strong>en</strong>. De groep bepaalt welke<br />
activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> subdoel<strong>en</strong> de meest ess<strong>en</strong>tiële zijn om het doel te kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s<br />
vindt er e<strong>en</strong> herverdeling van de middel<strong>en</strong> plaats. Voor het realiser<strong>en</strong> van de subdoel<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
bepaalde tijdstipp<strong>en</strong> vastgesteld <strong>en</strong> de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verdeeld.
64 Groepsdynamica<br />
3.9 Groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />
Sandy Koufax is e<strong>en</strong> van de beste werpers uit de geschied<strong>en</strong>is van het Amerikaanse honkbal.<br />
Hij wist de ball<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke snelheid mee te gev<strong>en</strong> dat je ze kon hor<strong>en</strong> zoem<strong>en</strong>. De<br />
spelers van de teg<strong>en</strong>partij zat<strong>en</strong> meestal zwijg<strong>en</strong>d in de dug-out om naar het geluid van<br />
de door Koufax geworp<strong>en</strong> ball<strong>en</strong> te luister<strong>en</strong>. Wat tot gevolg had dat zij geïntimideerd aan<br />
slag kwam<strong>en</strong> als het hun beurt was. Maar het had ook anders gekund, bijvoorbeeld als ze<br />
mij, David Johnson (e<strong>en</strong> van de auteurs van dit boek), als de catcher van Koufax hadd<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Goede werpers hebb<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>de catchers nodig. Als ze mij hadd<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
dan had Koufax veel tragere ball<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> werp<strong>en</strong>, anders had ik ze nooit kunn<strong>en</strong> vang<strong>en</strong>.<br />
Waardoor Koufax zijn belangrijkste wap<strong>en</strong> kwijt zou zijn. En als ze Frank Johnson, de tweede<br />
auteur van het boek, e<strong>en</strong> belangrijke positie in het binn<strong>en</strong>- of buit<strong>en</strong>veld zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
gegev<strong>en</strong>, dan zou dat de prestaties van Koufax bepaald ge<strong>en</strong> goed hebb<strong>en</strong> gedaan. Met andere<br />
woord<strong>en</strong>: Koufax kon alle<strong>en</strong> als lid van e<strong>en</strong> team e<strong>en</strong> groot werper word<strong>en</strong>. In elke groep<br />
draait het om de onderlinge sam<strong>en</strong>werking. Buit<strong>en</strong>gewone prestaties zijn teamprestaties <strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> niet aan individuele of competitieve activiteit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>.<br />
Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is voor ons hetzelfde als water voor e<strong>en</strong> vis. Het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
vis speelt zich in water af, ons lev<strong>en</strong> in <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>. Omdat we er geheel in<br />
opgaan, kan de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> aan onze aandacht ontsnapp<strong>en</strong>. Omdat we ons niet<br />
kunn<strong>en</strong> voorstell<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> zou bestaan, bested<strong>en</strong> we er vaak<br />
ge<strong>en</strong> aandacht aan. Wat tot gevolg heeft dat de rol die de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> in ons<br />
lev<strong>en</strong> speelt, regelmatig onderschat wordt. In de volg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong> will<strong>en</strong> we je aan het<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> over <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, over de wijze waarop we daarin participer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
over de wijze waarop ons dagelijks lev<strong>en</strong> door de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> beïnvloed wordt.<br />
We gev<strong>en</strong> ook <strong>en</strong>ige informatie over de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie , e<strong>en</strong> theorie met<br />
e<strong>en</strong> lange geschied<strong>en</strong>is op het terrein van de <strong>sociale</strong> wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />
3.9.1 Theoretische uitgangspunt<strong>en</strong><br />
Er zijn op zijn minst drie algem<strong>en</strong>e theorieën die het onderzoek op het gebied van sam<strong>en</strong>werking<br />
gedomineerd hebb<strong>en</strong>, de cognitieve ontwikkelingstheorie, de behavioristische theorie <strong>en</strong> de<br />
<strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie (figuur 3.1). De cognitieve ontwikkelingstheorie is voornamelijk<br />
Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie<br />
Cognitieve<br />
ontwikkelingstheorie<br />
Sociaalbehavioristische<br />
theorie<br />
Interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie<br />
van doel<strong>en</strong><br />
Interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie van<br />
middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> roll<strong>en</strong><br />
Interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie van<br />
beloning<strong>en</strong> <strong>en</strong> tak<strong>en</strong><br />
Positieve interactie<br />
Toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> motivatie<br />
Verhoogde prestaties<br />
<strong>en</strong> productiviteit<br />
Figuur 3.1 Algeme<strong>en</strong> theoretisch kader<br />
Bron: D.W. Johnson <strong>en</strong> R. Johnson, Cooperation and Competition: Theory and Research (Edina, MN: Interaction Book<br />
Company, 1989). Met toestemming.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
65<br />
gebaseerd op het werk van Piaget <strong>en</strong> Vygotsky . Piaget stelde dat de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong><br />
individu<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> sociocognitief conflict kan leid<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>wichtige cognitieve toestand<br />
is het gevolg. Deze toestand stimuleert de cognitieve ontwikkeling. Volg<strong>en</strong>s Vygotsky is k<strong>en</strong>nis<br />
e<strong>en</strong> sociaal verschijnsel, het resultaat van gezam<strong>en</strong>lijke inspanning<strong>en</strong> om ding<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
problem<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>. De behavioristische theorie stelt dat de productiviteit<br />
bepaald wordt door de bekrachtigers <strong>en</strong> de beloning<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> groep ontvangt. Skinner<br />
richtte zich vooral op groepsconting<strong>en</strong>ties, Bandura op imitatie. Homans , Thibaut <strong>en</strong> Kelly<br />
hield<strong>en</strong> zich vooral bezig met het ev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bat<strong>en</strong> in de <strong>sociale</strong><br />
interacties tuss<strong>en</strong> interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>te individu<strong>en</strong>. In het kader van sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> competitie<br />
kunn<strong>en</strong> we de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie als de belangrijkste theorie bestempel<strong>en</strong>.<br />
3.9.2 Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie<br />
De theorievorming over <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is omstreeks 1900 begonn<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
van de grondleggers van de Gestaltpsychologie, Kurt Koffka , naar vor<strong>en</strong> bracht dat groep<strong>en</strong><br />
dynamische e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> zijn waarin de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> kan verschill<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
van zijn collega’s, Kurt Lewin , werkte zijn opvatting<strong>en</strong> verder uit <strong>en</strong> stelde dat (1) de door de<br />
geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> gecreëerde <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> de kern vormt<br />
van e<strong>en</strong> groep. Hierdoor wordt de groep e<strong>en</strong> ‘dynamisch geheel’ <strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> verandering in de<br />
situatie van e<strong>en</strong> groepslid of e<strong>en</strong> subgroep verandering<strong>en</strong> in de situatie van alle groepsled<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> subgroep<strong>en</strong> teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. En (2) dat de groepsled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> intrinsieke spanningstoestand<br />
ervar<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> motiveert om aan de realisatie van de gew<strong>en</strong>ste geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong><br />
te werk<strong>en</strong>.<br />
Uit de onderzoek<strong>en</strong> van Lewin zelf <strong>en</strong> uit die van zijn collega’s komt naar vor<strong>en</strong> dat de<br />
drang om het doel te bereik<strong>en</strong> de motiver<strong>en</strong>de kracht is achter coöperatief <strong>en</strong> competitief<br />
gedrag . M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de neiging om, zodra zij weer vrij zijn in hun do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
onvoltooide taak af te mak<strong>en</strong> (Ovisiankina , 1928). Onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong> kan<br />
e<strong>en</strong> bepaalde activiteit bij het voltooi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taak door e<strong>en</strong> andere activiteit vervang<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>, waardoor de aan de afgebrok<strong>en</strong> activiteit gekoppelde spanning ontlad<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong><br />
(Lissner , 1933; Mahler , 1933). Als e<strong>en</strong> groep aan e<strong>en</strong> opdracht werkt <strong>en</strong> het wordt de groep<br />
onmogelijk gemaakt om de opdracht te voltooi<strong>en</strong> dan heeft e<strong>en</strong> groep sterk de neiging<br />
om de onafgemaakte taak te onthoud<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> neiging die niet veel afwijkt van de sterke<br />
neiging die we als individu hebb<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> onvoltooide opdracht te onthoud<strong>en</strong> als het<br />
ons onmogelijk wordt gemaakt om e<strong>en</strong> taak af te mak<strong>en</strong> (Lewis , 1944; Lewis & Franklin ,<br />
1944). Morton Deutsch (1949a, 1962) heeft deze bevinding<strong>en</strong> verder uitgewerkt <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
coöperatie-competitietheorie geformuleerd.<br />
Morton Deutsch (1920) trad in de voetspor<strong>en</strong> van Lewin <strong>en</strong> ontwikkelde zich tot e<strong>en</strong><br />
vooraanstaand sociaalpsycholoog, vooral omdat hij zich heeft toegelegd op het ontwikkel<strong>en</strong><br />
van theorieën over complexe <strong>sociale</strong> vraagstukk<strong>en</strong>, het ontwikkel<strong>en</strong> van method<strong>en</strong> die<br />
het mogelijk mak<strong>en</strong> om dergelijke vraagstukk<strong>en</strong> onder laboratoriumomstandighed<strong>en</strong> te<br />
onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn strev<strong>en</strong> naar het oploss<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> problem<strong>en</strong>. Hij heeft tijd<strong>en</strong>s zijn<br />
carrière dan ook e<strong>en</strong> aantal prijz<strong>en</strong> in ontvangst mog<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, waaronder de prestigieuze<br />
Kurt Lewin Memorial Award voor zijn bijdrag<strong>en</strong> (theorie <strong>en</strong> onderzoek) aan het oploss<strong>en</strong> van<br />
<strong>sociale</strong> problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Gordon Allport Memorial Award voor zijn bijdrag<strong>en</strong> in het kader van<br />
het ontwikkel<strong>en</strong> van constructieve onderlinge relaties tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong>. Deutsch’<br />
oorspronkelijke theorie (1949a) is tot op de dag van vandaag e<strong>en</strong> van de belangrijkste<br />
uitgangspunt<strong>en</strong> voor het bestuder<strong>en</strong> van de verschijnsel<strong>en</strong> coöperatie <strong>en</strong> competitie. Later<br />
verwerkte hij in zijn theorie ook begripp<strong>en</strong> als vertrouw<strong>en</strong>, conflict oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechtvaardige<br />
verdeling. De theorie van Deutsch is op vele terrein<strong>en</strong> toegepast, bijvoorbeeld in het onderwijs<br />
(Johnson , 1970; Johnson & Johnson, 1974, 1989) <strong>en</strong> in het bedrijfslev<strong>en</strong> (Tjosvold, 1986).
66 Groepsdynamica<br />
Er is sprake van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> als individu<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> de door elk individu behaalde resultat<strong>en</strong> door het do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> van de ander<strong>en</strong><br />
beïnvloed word<strong>en</strong> (Deutsch, 1949a, 1962; Johnson, 2003; Johnson & Johnson , 1989). We<br />
kunn<strong>en</strong> <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> onderscheid<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> afhankelijkheid (de resultat<strong>en</strong><br />
van de acties van e<strong>en</strong> individu word<strong>en</strong> beïnvloed door het gedrag van e<strong>en</strong> ander, maar niet<br />
omgekeerd) <strong>en</strong> <strong>sociale</strong> onafhankelijkheid (de resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet beïnvloed door het<br />
handel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander). In e<strong>en</strong> bepaalde situatie kan de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> op drie manier<strong>en</strong><br />
gestructureerd word<strong>en</strong> (Deutsch, 1949a, 1962; Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989):<br />
1. Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (sam<strong>en</strong>werking): e<strong>en</strong> situatie wordt zodanig gestructureerd dat de<br />
streving<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> positieve manier met elkaar sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> individu<br />
ziet in dat zijn of haar doel<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> bereikbaar zijn als ook de andere groepsled<strong>en</strong> hun<br />
doel bereik<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> individu streeft naar e<strong>en</strong> resultaat dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
met wie hij of zij sam<strong>en</strong>werkt, t<strong>en</strong> goede zal kom<strong>en</strong>.<br />
2. Negatieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (competitie): e<strong>en</strong> situatie die zodanig gestructureerd is dat de<br />
streving<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> zich negatief tot elkaar verhoud<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> individu ziet in dat het<br />
bereik<strong>en</strong> van zijn of haar doel betek<strong>en</strong>t dat de concurr<strong>en</strong>tie haar doel niet bereikt. Met<br />
andere woord<strong>en</strong>: individu<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> resultaat dat voor h<strong>en</strong>zelf positief maar voor<br />
alle andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de situatie negatief uitvalt.<br />
3. Ge<strong>en</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (individualistisch): e<strong>en</strong> situatie is zodanig gestructureerd dat de<br />
streving<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele sam<strong>en</strong>hang verton<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> individu ziet in dat zijn<br />
of haar doel bereikbaar is, ongeacht het feit of de ander<strong>en</strong> hun doel bereik<strong>en</strong> of niet. Met<br />
andere woord<strong>en</strong>: individu<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> resultaat dat voor h<strong>en</strong>zelf positief uitvalt <strong>en</strong><br />
zijn niet geïnteresseerd in de resultat<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong>.<br />
Het fundam<strong>en</strong>tele uitgangspunt van de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie is dat de wijze<br />
waarop de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is gestructureerd, bepaalt hoe individu<strong>en</strong> met elkaar omgaan,<br />
<strong>en</strong> dit is weer van invloed op de resultat<strong>en</strong> (tabel 3.2). Met andere woord<strong>en</strong>: de acties van<br />
e<strong>en</strong> individu zull<strong>en</strong> het succes van ander<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> als hun doel<strong>en</strong> zich positief tot elkaar<br />
verhoud<strong>en</strong>. In sam<strong>en</strong>werkingssituaties kunn<strong>en</strong> de acties van de deelnemers elkaar vervang<strong>en</strong>,<br />
de deelnemers reager<strong>en</strong> positief op effectieve acties van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> de led<strong>en</strong> staan op<strong>en</strong> voor<br />
de invloed van ander<strong>en</strong>. Als de doel<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> zich negatief tot elkaar verhoud<strong>en</strong>,<br />
dan zull<strong>en</strong> de acties van e<strong>en</strong> individu het succes van ander<strong>en</strong> eerder in de weg staan. In<br />
competitieve situaties zijn de acties van deelnemers niet inwisselbaar, de deelnemers reager<strong>en</strong><br />
negatief op effectieve acties van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> niet door ander<strong>en</strong> beïnvloed word<strong>en</strong>.<br />
De acties van individu<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> invloed op het succes of het mislukk<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong><br />
als hun doel<strong>en</strong> onderling onafhankelijk zijn. De acties van de één kunn<strong>en</strong> die van e<strong>en</strong><br />
andere niet vervang<strong>en</strong> als er ge<strong>en</strong> sprake is van interactie. We zi<strong>en</strong> dan ook ge<strong>en</strong> positieve of<br />
negatieve reacties <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> wederzijdse beïnvloeding. Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat de relatie tuss<strong>en</strong><br />
het type <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> het interactiepatroon dat het oproept e<strong>en</strong> tweezijdige is. Er zijn<br />
inmiddels honderd<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> verricht naar <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (Johnson, 2003;<br />
Johnson & Johnson , 1989, 1999). Deze studies war<strong>en</strong> vooral gericht op de interactiepatron<strong>en</strong><br />
in coöperatieve, competitieve <strong>en</strong> individuele situaties <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> die deze oplever<strong>en</strong>.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
67<br />
Tabel 3.2 Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie<br />
Proces Coöperatief Competitief Individualistisch<br />
Interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie positief negatief ge<strong>en</strong><br />
Interactiepatroon bevorderlijk teg<strong>en</strong>werking ge<strong>en</strong><br />
Resultaat 1 sterk strev<strong>en</strong> zwak strev<strong>en</strong> zwak strev<strong>en</strong><br />
Resultaat 2 positieve relatie negatieve relatie ge<strong>en</strong> relatie<br />
Resultaat 3 psychisch gezond psychisch ziek psychisch gestoord<br />
3.9.3 Interactiepatron<strong>en</strong><br />
Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> resulteert meestal in positieve interacties . We sprek<strong>en</strong> van positieve<br />
interactie als individu<strong>en</strong> elkaars poging<strong>en</strong> om de groepsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
faciliter<strong>en</strong>. Positieve interacties hebb<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (Johnson & Johnson, 1999a,<br />
2003b, 2006):<br />
1. De groepsled<strong>en</strong> help<strong>en</strong> elkaar op e<strong>en</strong> effectieve <strong>en</strong> efficiënte manier.<br />
2. De b<strong>en</strong>odigde middel<strong>en</strong> (informatie, material<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> uitgewisseld <strong>en</strong> de beschikbare<br />
informatie wordt efficiënt <strong>en</strong> effectief verwerkt. De groepsled<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> elkaar om<br />
informatie <strong>en</strong> andere middel<strong>en</strong>, zij doorgrond<strong>en</strong> de informatie accuraat <strong>en</strong> zonder<br />
vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> optimaal gebruik van deze informatie. Het gev<strong>en</strong>,<br />
uitwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>nisoverdracht hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />
positieve effect<strong>en</strong>. Het cognitieve niveau waarop de groepsled<strong>en</strong> de informatie verwerk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong> stijgt, ev<strong>en</strong>als het niveau waarop zij red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>. Zij verwerv<strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
voel<strong>en</strong> zich persoonlijk betrokk<strong>en</strong> bij de prestaties van de groep. Kritisch luister<strong>en</strong> naar<br />
wat andere groepsled<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, heeft tot gevolg dat de groepsled<strong>en</strong> van<br />
elkaars mogelijkhed<strong>en</strong> gebruik kunn<strong>en</strong> gaan mak<strong>en</strong>.<br />
3. De groepsled<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> elkaar feedback om de uitvoering van tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />
te verbeter<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> oog voor elkaars activiteit<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong><br />
daar onmiddellijk feedback op <strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong> elkaar zo nodig bijstand.<br />
4. De groepsled<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>s achter de conclusies <strong>en</strong> de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong>.<br />
Op deze wijze prikkel<strong>en</strong> zij elkaars nieuwsgierigheid <strong>en</strong> motiver<strong>en</strong> zij elkaar tot ler<strong>en</strong>.<br />
Enkele andere van de vele positieve effect<strong>en</strong> zijn: de aanwezige k<strong>en</strong>nis wordt opnieuw<br />
geord<strong>en</strong>d, er word<strong>en</strong> betere besluit<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> het inzicht in de problematiek<br />
waarmee de groep te mak<strong>en</strong> heeft, neemt toe.<br />
5. De groepsled<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> elkaar om zich in te spann<strong>en</strong> voor het realiser<strong>en</strong> van de<br />
geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong>. Wat tev<strong>en</strong>s tot gevolg heeft dat hun eig<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid<br />
to<strong>en</strong>eemt.<br />
6. De groepsled<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> elkaars poging<strong>en</strong> om de groepsdoel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />
zich ook door elkaar beïnvloed<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> groepslid e<strong>en</strong> betere manier weet om e<strong>en</strong> taak<br />
tot e<strong>en</strong> goed einde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, dan nem<strong>en</strong> de ander<strong>en</strong> deze meestal snel over.<br />
7. De groepsled<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> elkaar <strong>en</strong> zijn te vertrouw<strong>en</strong>.<br />
8. Zij zijn gemotiveerd om hun geme<strong>en</strong>schappelijke belang<strong>en</strong> te behartig<strong>en</strong>.<br />
9. De groepsled<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> weinig angst <strong>en</strong> stress in de groep.<br />
10. De groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich beter in de positie van ander<strong>en</strong> verplaats<strong>en</strong> dan de led<strong>en</strong><br />
van competitieve groep<strong>en</strong> of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die individualistisch te werk gaan (e<strong>en</strong> effectgrootte<br />
van respectievelijk 0,61 <strong>en</strong> 0,44, zie tabel 3.3) <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dus diverse standpunt<strong>en</strong><br />
explorer<strong>en</strong>.<br />
11. De groepsled<strong>en</strong> gaan voortdur<strong>en</strong>d na hoe effectief de onderlinge sam<strong>en</strong>werking verloopt<br />
<strong>en</strong> hoe de groepseffectiviteit kan word<strong>en</strong> verbeterd.
68 Groepsdynamica<br />
Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>typ<strong>en</strong><br />
Positieve doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> : de groepsled<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> in dat zij hun eig<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong><br />
als alle led<strong>en</strong> van de groep hun doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke<br />
doelstelling<strong>en</strong> die zij will<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>.<br />
Positieve beloning<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: de groep viert haar succes. Er wordt e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke beloning<br />
gegev<strong>en</strong> voor de succesvolle prestaties van de groep <strong>en</strong> de door de led<strong>en</strong> geleverde inspanning<strong>en</strong>.<br />
Positieve middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: elk groepslid beschikt over e<strong>en</strong> deel van de informatie, middel<strong>en</strong> of<br />
material<strong>en</strong> die nodig zijn om de opdracht tot e<strong>en</strong> goed einde te kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Als de groep haar doel wil bereik<strong>en</strong>,<br />
dan moet<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong>.<br />
Positieve rol<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: alle groepsled<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire, aan elkaar gerelateerde roll<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong>,<br />
die de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> specifi cer<strong>en</strong> die de groep nodig heeft om e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke opdracht tot e<strong>en</strong><br />
goed einde te kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Positieve id<strong>en</strong>titeit<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: de groep creëert e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke id<strong>en</strong>titeit, door middel van e<strong>en</strong><br />
naam, e<strong>en</strong> vlag, e<strong>en</strong> motto of e<strong>en</strong> lied.<br />
Positieve omgevings<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: de groepsled<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de fysieke omgeving met elkaar verbond<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> voorbeeld: e<strong>en</strong> aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat voor hun werk naar e<strong>en</strong> bepaalde plek wordt gebracht.<br />
Positieve fantasie-<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: de groepsled<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde opdracht: zij moet<strong>en</strong> zich voorstell<strong>en</strong> dat<br />
zij zich in e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de situatie bevind<strong>en</strong> <strong>en</strong> als zij het will<strong>en</strong> overlev<strong>en</strong> met elkaar moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>.<br />
Positieve taak<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: er vindt e<strong>en</strong> bepaalde taakverdeling plaats die inhoudt dat e<strong>en</strong> groepslid pas aan<br />
de slag kan als e<strong>en</strong> ander groepslid zijn of haar taak verricht heeft.<br />
Positieve vijand-van-buit<strong>en</strong>af<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: groep<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> onderling concurrer<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> voel<strong>en</strong><br />
zich interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t in hun strev<strong>en</strong> om de andere groep<strong>en</strong> te verslaan <strong>en</strong> de competitie te winn<strong>en</strong>.<br />
Negatieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> resulteert meestal in interacties die door teg<strong>en</strong>werking word<strong>en</strong><br />
gek<strong>en</strong>merkt. We sprek<strong>en</strong> van teg<strong>en</strong>werking als individu<strong>en</strong> elkaars prestaties ondermijn<strong>en</strong><br />
of dwarsbom<strong>en</strong>. Het individu is op twee ding<strong>en</strong> uit: zijn of haar eig<strong>en</strong> succes <strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong><br />
dat e<strong>en</strong> ander meer succes heeft. Er vindt ge<strong>en</strong> interactie plaats als individu<strong>en</strong> geheel<br />
zelfstandig aan de slag gaan. Zij conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> zich op hun eig<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> <strong>en</strong> succes <strong>en</strong> vind<strong>en</strong><br />
de inspanning<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> niet relevant. De g<strong>en</strong>oemde interactiepatron<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />
verschill<strong>en</strong>de uitkomst<strong>en</strong> (zie tabel 3.2).<br />
3.10 De resultat<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />
Het m<strong>en</strong>selijk ras heeft de plicht om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. We zijn, in ons strev<strong>en</strong> naar<br />
geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong>, op zoek naar mogelijkhed<strong>en</strong> om met ander<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>.<br />
We hebb<strong>en</strong> band<strong>en</strong> met andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> het lev<strong>en</strong> voor onszelf, onze kinder<strong>en</strong>,<br />
onze bur<strong>en</strong> <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eraties beter te mak<strong>en</strong>. We werk<strong>en</strong> ons hele lev<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>, van de wieg tot het graf. In ons gezin, op ons werk, in onze vrije tijd <strong>en</strong> onze directe<br />
omgeving, we werk<strong>en</strong> dag in dag uit met ander<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> om geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> te<br />
realiser<strong>en</strong>.<br />
Er is veel onderzoek gedaan naar de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van coöperatie <strong>en</strong> competitie (Johnson,<br />
2003; Johnson & Johnson, 1989, 1999). Om meer inzicht te krijg<strong>en</strong> in het verschijnsel<br />
sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> om deze k<strong>en</strong>nis in de praktijk toe te pass<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
we (1) meer dan 550 experim<strong>en</strong>tele <strong>en</strong> meer dan 100 correlatieonderzoek<strong>en</strong> bestudeerd.<br />
In deze onderzoek<strong>en</strong> (het eerste dateert van 1898) word<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van coöperatie,<br />
competitie <strong>en</strong> zelfstandig werk<strong>en</strong> met elkaar vergelek<strong>en</strong>. Daarnaast hebb<strong>en</strong> we (2) e<strong>en</strong>
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
69<br />
eig<strong>en</strong> onderzoeksprogramma opgezet dat aan het eind van de jar<strong>en</strong> zestig van de vorige<br />
eeuw is begonn<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat tot nu toe meer dan honderd publicaties heeft opgeleverd. De<br />
talrijke variabel<strong>en</strong> die door sam<strong>en</strong>werking beïnvloed word<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we in drie aan elkaar<br />
gerelateerde categorieën onderbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (zie figuur 3.2):<br />
1. de inspanning<strong>en</strong> die geleverd word<strong>en</strong> om het doel te bereik<strong>en</strong>;<br />
2. de kwaliteit van de relaties tuss<strong>en</strong> de deelnemers;<br />
3. de psychologische aanpassing van de deelnemers.<br />
Onderzoeksresultat<strong>en</strong> die in theorie <strong>en</strong> praktijk verwerkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> volledig,<br />
objectief, neutraal <strong>en</strong> zonder vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> gepubliceerd word<strong>en</strong>. Omdat we<br />
in e<strong>en</strong> tijd lev<strong>en</strong> waarin er sprake is van e<strong>en</strong> informatie-explosie, is het risico aanwezig<br />
dat er theorieën geformuleerd word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> te smalle, niet-repres<strong>en</strong>tatieve basis. Wat<br />
onjuiste conclusies <strong>en</strong> verkeerde toepassing<strong>en</strong> tot gevolg kan hebb<strong>en</strong>. Op grond van bepaalde<br />
kwantitatieve procedures, zoals meta-analyses, kunn<strong>en</strong> we meer definitieve <strong>en</strong> steekhoud<strong>en</strong>de<br />
conclusies trekk<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> meta-analyse word<strong>en</strong>, om één bepaalde hypothese te toets<strong>en</strong>, de<br />
resultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal onafhankelijk van elkaar verrichte studies statistisch gecombineerd<br />
<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er uit de total<strong>en</strong> die deze combinatie oplevert, langs statistische weg, bepaalde<br />
conclusies getrokk<strong>en</strong>. Het uiteindelijke doel van e<strong>en</strong> meta-analyse is dat er e<strong>en</strong> overzicht<br />
wordt gemaakt van e<strong>en</strong> aantal aan elkaar verwante studies, waardoor de omvang van het<br />
effect van de onafhankelijke variabel<strong>en</strong> op de afhankelijke variabele, bek<strong>en</strong>d wordt.<br />
POSITIEVE INTERDEPENDENTIE<br />
Doelgerichte<br />
activiteit<strong>en</strong><br />
POSITIEVE INTERACTIE<br />
Positieve<br />
relaties<br />
POSITIEVE INTERDEPENDENTIE<br />
POSITIEVE INTERACTIE<br />
Psychologische<br />
aanpassing, Sociale<br />
compet<strong>en</strong>tie<br />
POSITIEVE INTERACTIE<br />
POSITIEVE INTERDEPENDENTIE<br />
Figuur 3.2 De resultat<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking<br />
Bron: D.W. Johnson <strong>en</strong> R.T. Johnson, Cooperation and competition: Theory and research (Edina, MN: Interaction Book<br />
Company, 1989). Met toestemming.
70 Groepsdynamica<br />
3.11 Doelgerichte <strong>en</strong> productieve activiteit<strong>en</strong><br />
Het onderzoek naar de relatieve invloed van de drie <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>typ<strong>en</strong> is de oudste<br />
onderzoekstraditie die de <strong>sociale</strong> psychologie k<strong>en</strong>t. Tuss<strong>en</strong> 1898 <strong>en</strong> 1989 zijn er meer dan 375<br />
relevante experim<strong>en</strong>tele studies verricht, die meer dan 1700 bevinding<strong>en</strong> opleverd<strong>en</strong> (Johnson,<br />
2003; Johnson & Johnson, 1989). De g<strong>en</strong>eraliseerbaarheid van de onderzoeksresultat<strong>en</strong> met<br />
betrekking tot <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is aanzi<strong>en</strong>lijk, <strong>en</strong> wel om de volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>: de<br />
proefperson<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> naar sekse, sociaaleconomische klasse, leeftijd <strong>en</strong> culturele achtergrond,<br />
er is e<strong>en</strong> grote verscheid<strong>en</strong>heid aan method<strong>en</strong> <strong>en</strong> meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gebruikt, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot<br />
aantal onderzoekers met uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de theoretische achtergrond<strong>en</strong> die in verschill<strong>en</strong>de<br />
situaties <strong>en</strong> periodes actief war<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> meta-analyse van al deze studies (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989) geeft te<br />
zi<strong>en</strong> dat proefperson<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> gemiddeld twee derde van e<strong>en</strong> standaarddeviatie<br />
hoger scor<strong>en</strong> dan proefperson<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> competitieve (effectgrootte = 0,67) of e<strong>en</strong> individuele<br />
situatie (effectgrootte = 0,64; tabel 3.3). Niet alle onderzoek<strong>en</strong> zijn echter ev<strong>en</strong> zorgvuldig<br />
verricht. De methodologische tekortkoming<strong>en</strong> die veel studies verton<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> afbreuk<br />
do<strong>en</strong> aan de stelligheid van de conclusie dat sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> tot betere prestaties leidt dan<br />
competitie of zelfstandig werk<strong>en</strong>. De effectgroottes war<strong>en</strong> respectievelijk 0,88 <strong>en</strong> 0,61 als<br />
we alle<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sterke interne validiteit in de analyse opnam<strong>en</strong>. Uit nadere<br />
analyses kwam naar vor<strong>en</strong> dat de resultat<strong>en</strong> constant blev<strong>en</strong> als we ook groeps- <strong>en</strong> individuele<br />
meting<strong>en</strong> van de productiviteit in de analyse opnam<strong>en</strong>. Dit gold zowel voor kortdur<strong>en</strong>de<br />
als langduriger onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> zowel voor onderzoek<strong>en</strong> waarin gebruik werd gemaakt<br />
van concrete als voor onderzoek<strong>en</strong> waarin gebruik werd gemaakt van symbolische vorm<strong>en</strong><br />
van beloning. De resultat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> meer uitgesprok<strong>en</strong> als we zuivere operationele definities<br />
van sam<strong>en</strong>werking hanteerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze vergelek<strong>en</strong> met combinaties van coöperatieve <strong>en</strong><br />
competitieve <strong>en</strong> coöperatieve <strong>en</strong> individualistische elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Sam<strong>en</strong>werking levert in vergelijking met competitie <strong>en</strong> zelfstandig werk<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />
resultat<strong>en</strong> op:<br />
1. De bereidheid om, als het om het bereik<strong>en</strong> van het doel gaat, moeilijke tak<strong>en</strong> op zich<br />
te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee door te gaan, ook als zich problem<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>. Er is sprake<br />
van intrinsieke motivatie, hoge succesverwachting<strong>en</strong>, sterke op wederzijdse voordel<strong>en</strong><br />
gebaseerde prestatiedrang, honger naar k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de interesse in ler<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
sterke doelbetrokk<strong>en</strong>heid.<br />
2. Goede prestaties <strong>en</strong> leereffect<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> de deelnemers bij, ook op langere termijn.<br />
3. Het niveau van red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>, kritisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> metacognitief d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ligt hoger. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />
sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong> beter uit elkaar houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> kritischer<br />
(onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong> informatie, <strong>en</strong> pass<strong>en</strong> de opgedane k<strong>en</strong>nis vervolg<strong>en</strong>s op<br />
adequate wijze toe). Coöperatieve situaties hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve invloed op het verwerv<strong>en</strong><br />
van inzicht in, <strong>en</strong> het gebruik van hogere cognitieve strategieën <strong>en</strong> morele d<strong>en</strong>kstrategieën.<br />
Vergelek<strong>en</strong> met competitieve <strong>en</strong> individuele situaties zijn de effectgroottes respectievelijk<br />
0,93 <strong>en</strong> 0,97.<br />
4. Creatief d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepswinst. We sprek<strong>en</strong> van groepswinst als de interacties in de<br />
groep nieuwe ideeën, oplossing<strong>en</strong> of activiteit<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong> die niet geg<strong>en</strong>ereerd word<strong>en</strong><br />
als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zelfstandig werk<strong>en</strong>. In coöperatieve groep<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> vaker met<br />
nieuwe ideeën, strategieën of oplossing<strong>en</strong> dan wanneer zij zelfstandig zoud<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>.<br />
5. De overdracht van het geleerde naar andere situaties. We sprek<strong>en</strong> van de overdracht van<br />
groeps- naar individuele situaties als we de in e<strong>en</strong> groep verworv<strong>en</strong> compet<strong>en</strong>ties<br />
<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis vervolg<strong>en</strong>s individueel in praktijk gaan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan gebruik<strong>en</strong>. Wat we<br />
vandaag in e<strong>en</strong> groep ler<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we morg<strong>en</strong> zelfstandig do<strong>en</strong>.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
71<br />
Tabel 3.3 Gemiddelde effectgrootte van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> op de afhankelijke variabel<strong>en</strong><br />
Condities Prestatie Aantrekkingskracht Sociale steun Eig<strong>en</strong>waarde<br />
Alle studies<br />
Coöp vs. Comp 0,67 0,67 0,62 0,58<br />
Coöp vs. Ind 0,64 0,60 0,70 0,44<br />
Comp vs. Ind 0,30 0,08 0,13- 0,23<br />
Studies van hoge kwaliteit<br />
Coöp vs. Comp 0,88 0,82 0,83 0,67<br />
Coöp vs. Ind 0,61 0,62 0,72 0,45<br />
Comp vs. Ind 0,07 0,27 0,13 0,25<br />
Gecombineerde operationalisaties<br />
Coöp vs. Comp 0,40 0,46 0,45 0,33<br />
Coöp vs. Ind 0,42 0,36 0,02 0,22<br />
Zuivere operationalisaties<br />
Coöp vs. Comp 0,71 0,79 0,73 0,74<br />
Coöp vs. Ind 0,65 0,66 0,77 0,51<br />
Opmerking: Comp = competitie, Coöp = sam<strong>en</strong>werking, Ind = individualistisch<br />
Bron: D.W. Johnson <strong>en</strong> R. Johnson, Cooperation and Competition : Theory and research (Edina, MN: Interaction Book Company, 1989).<br />
Met toestemming.<br />
6. Positieve attitudes t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van voltooide opdracht<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong><br />
positievere houding t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van voltooide opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere, stabiele<br />
motivatie met betrekking tot het voltooi<strong>en</strong> van opdracht<strong>en</strong>. Deze positieve attitudes<br />
strekk<strong>en</strong> zich uit tot de werksituatie <strong>en</strong> de organisatie als geheel.<br />
7. Tijd die aan tak<strong>en</strong> wordt besteed. Meer dan dertig studies onderzocht<strong>en</strong> de tijd die<br />
proefperson<strong>en</strong> aan opdracht<strong>en</strong> besteedd<strong>en</strong>. In sam<strong>en</strong>werkingssituaties werd meer tijd aan<br />
opdracht<strong>en</strong> besteed dan in competitieve situaties (effectgrootte 0,76). In competitieve<br />
situaties werd meer tijd aan opdracht<strong>en</strong> besteed dan in individuele situaties (effectgrootte<br />
0,64).<br />
Niet alle studies die de positieve effect<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking aanton<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
experim<strong>en</strong>teel karakter. Balderston (1930) deed onderzoek naar de rol van groepspremies<br />
in werksituaties, waarbij hij gebruikmaakte van verslag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal bedrijv<strong>en</strong>. In alle<br />
situaties was de hoogte van het loon van de groepsled<strong>en</strong> afhankelijk van de productiviteit<br />
van de groep als geheel. Balderston constateerde dat deze methode de effectiviteit van de<br />
werknemers verdubbelde, hun salaris steeg met ongeveer 25% <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> daald<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk.<br />
De voorstanders van groepspremies steld<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> waardevolle methode gaat omdat<br />
de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> to<strong>en</strong>am, de teamgeest sterker werd, het werk minder<br />
monotoon <strong>en</strong> de werknemers zich op geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>.<br />
Kurt Lewin zei vaak: ‘Het is mij nooit gelukt om als e<strong>en</strong> afzonderlijk individu te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.’<br />
De meeste inspanning<strong>en</strong> die wij lever<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> bepaald doel te bereik<strong>en</strong> zijn persoonlijk<br />
maar tegelijkertijd mak<strong>en</strong> zij deel uit van e<strong>en</strong> sociaal proces waarin wij met ander<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot geme<strong>en</strong>schappelijke inzicht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Competitieve <strong>en</strong><br />
individualistische structur<strong>en</strong> isoler<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van elkaar, waardoor zij minder prester<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
minder productief zijn.
72 Groepsdynamica<br />
3.11.1 Groepswinst of verlies?<br />
Er is <strong>en</strong>ige discussie geweest over de vraag of het groepsproces bij coöperatieve groep<strong>en</strong><br />
extra winst oplevert of met e<strong>en</strong> bepaald verlies gepaard gaat (Hill , 1982). Wanneer sprek<strong>en</strong><br />
we van groepsverlies? Als het werk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groep (ler<strong>en</strong> of probleem oploss<strong>en</strong>) tot gevolg<br />
heeft dat er minder ideeën, minder oplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder activiteit<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>ereerd word<strong>en</strong><br />
dan wanneer de groepsled<strong>en</strong> zelfstandig aan de slag zoud<strong>en</strong> gaan. En van groepswinst als het<br />
omgekeerde het geval is. Wat blijkt er uit de meta-analyse? Groep<strong>en</strong> do<strong>en</strong> het bij de meeste<br />
opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder de meeste omstandighed<strong>en</strong> beter dan individu<strong>en</strong>. En bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong><br />
individu<strong>en</strong> het er in de praktijk beter van af te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> als zij iets in e<strong>en</strong> coöperatieve groep<br />
hebb<strong>en</strong> geleerd dan wanneer zij het zelfstandig geleerd hebb<strong>en</strong>. Daarnaast blijk<strong>en</strong> coöperatieve<br />
groep<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt te word<strong>en</strong> door collectieve inductie . Er word<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e principes<br />
geactiveerd, waartoe ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel groepslid als individu in staat zou zijn (Ames & Murray ,<br />
1982).<br />
3.11.2 Het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van creatieve ideeën: brainstorm<strong>en</strong><br />
Het succes van e<strong>en</strong> groep is ook afhankelijk van het feit of er creatieve ideeën geg<strong>en</strong>ereerd<br />
word<strong>en</strong> die het oploss<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> het nem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong> vergemakkelijk<strong>en</strong>.<br />
Individu<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>eigd om meer ideeën te ontwikkel<strong>en</strong> als zij zelfstandig werk<strong>en</strong> dan<br />
wanneer zij in e<strong>en</strong> groep werk<strong>en</strong>. Dit gegev<strong>en</strong> kan wellicht toegeschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan het<br />
feit dat de productie van ideeën geblokkeerd of gereduceerd wordt omdat groepsled<strong>en</strong> hun<br />
ideeën om de beurt moet<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> (Diehl & Stroebe , 1991). En aan de geringere<br />
motivatie in groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de mogelijkheid dat groepsled<strong>en</strong> niet alle informatie met elkaar<br />
del<strong>en</strong> (Mill<strong>en</strong> e.a., 1991). Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd dat ongestructureerde groep<strong>en</strong> die aan hun lot<br />
werd<strong>en</strong> overgelat<strong>en</strong> meestal niet erg effectief zijn in het ontwikkel<strong>en</strong> van creatieve ideeën.<br />
Meer rec<strong>en</strong>te onderzoek<strong>en</strong> vestig<strong>en</strong> de aandacht op het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van nieuwe ideeën door<br />
middel van het activer<strong>en</strong> van relevante, in het langetermijngeheug<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong> informatie<br />
(Brown & Paulus , 2002). Als individu<strong>en</strong> uitg<strong>en</strong>odigd word<strong>en</strong> om te brainstorm<strong>en</strong>, dan kom<strong>en</strong><br />
zij gewoonlijk met d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> die nauw aansluit<strong>en</strong> bij ideeën die op dat mom<strong>en</strong>t actief <strong>en</strong><br />
toegankelijk zijn. Zij hebb<strong>en</strong> de neiging om converger<strong>en</strong>d te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> : we hebb<strong>en</strong> ideeën die<br />
tot e<strong>en</strong> bepaalde categorie behor<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> die ook onder deze<br />
noemer vall<strong>en</strong>. Diverger<strong>en</strong>d d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dat we ons niet tot d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> uit één categorie<br />
beperk<strong>en</strong>. Op deze wijze word<strong>en</strong> er meestal meer ideeën geg<strong>en</strong>ereerd. Er zijn twee factor<strong>en</strong><br />
die e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> bij diverger<strong>en</strong>d d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> , inspirer<strong>en</strong> of het voed<strong>en</strong> met ideeën<br />
<strong>en</strong> aandacht.<br />
We word<strong>en</strong> door ander<strong>en</strong> geïnspireerd als zij ons voed<strong>en</strong> met ideeën uit voor ons<br />
weinig toegankelijke categorieën. We kunn<strong>en</strong> zelf alle<strong>en</strong> ideeën g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> voor<br />
ons toegankelijke categorie (Brown & Paulus, 2002). Toegankelijke categorieën reflecter<strong>en</strong><br />
onze ervaring<strong>en</strong>, terwijl ontoegankelijke categorieën d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> onze<br />
belevingswereld ligg<strong>en</strong>. Stel dat er gebrainstormd wordt over manier<strong>en</strong> om de kwaliteit van<br />
het bestaan te verbeter<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> welgesteld individu uit de westerse wereld zal niet zo snel<br />
beginn<strong>en</strong> met het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van ideeën over de wijz<strong>en</strong> waarop voorkom<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong><br />
dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de hongerdood sterv<strong>en</strong>. Maar als er ook iemand uit e<strong>en</strong> ontwikkelingsland<br />
aanwezig is die de term hongerdood (e<strong>en</strong> ontoegankelijke categorie) laat vall<strong>en</strong>, dan heeft<br />
de welgestelde westerling misschi<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> aantal relevante invall<strong>en</strong>, op basis van zijn<br />
reiz<strong>en</strong> of wat hij gelez<strong>en</strong> heeft. Als ons ideeën uit voor ons weinig toegankelijke categorieën<br />
gepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong> dan gaan we meer d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> uit deze categorieën g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
neemt ook het totale aantal geg<strong>en</strong>ereerde ideeën toe (Brown & Paulus, 2002). Groep<strong>en</strong><br />
prester<strong>en</strong> beter dan individu<strong>en</strong> bij brainstormopdracht<strong>en</strong> als de groepsled<strong>en</strong> elkaar inspirer<strong>en</strong><br />
door ideeën uit categorieën te suggerer<strong>en</strong> die andere groepsled<strong>en</strong> niet zo snel zoud<strong>en</strong><br />
gebruik<strong>en</strong>. Deze categorieën zoud<strong>en</strong> ontoegankelijk blijv<strong>en</strong> als de groepsled<strong>en</strong> individueel
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
73<br />
zoud<strong>en</strong> brainstorm<strong>en</strong>, zij zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geringer aantal <strong>en</strong> minder creatieve ideeën g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.<br />
Of de door andere groepsled<strong>en</strong> aangedrag<strong>en</strong> ideeën ons inspirer<strong>en</strong> is afhankelijk van<br />
de mate waarin de groepsled<strong>en</strong> aandacht bested<strong>en</strong> aan elkaars ideeën. Aandacht kunn<strong>en</strong> we<br />
omschrijv<strong>en</strong> als de kans dat e<strong>en</strong> groepslid de ideeën van deg<strong>en</strong>e die op dat mom<strong>en</strong>t aan<br />
het woord is, als basis zal gebruik<strong>en</strong> voor het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> ideeën (in teg<strong>en</strong>stelling<br />
tot het blijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> van zijn of haar eig<strong>en</strong> gedachtestroom). In het algeme<strong>en</strong> geldt dat<br />
het brainstorm<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep beter gaat naarmate de groepsled<strong>en</strong> meer aandacht voor<br />
elkaar hebb<strong>en</strong> (Brown & Paulus, 2002). Dit geldt in het bijzonder als we te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
met heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong>, waarin de k<strong>en</strong>nis van <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over het<br />
onderhavige onderwerp uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>.<br />
3.11.3 De kwaliteit van relaties<br />
We zijn niet voor het isolem<strong>en</strong>t, maar voor relaties geschap<strong>en</strong>. Zorgzame, int<strong>en</strong>sieve relaties<br />
zijn ge<strong>en</strong> luxe, maar noodzaak. Uit rec<strong>en</strong>te <strong>en</strong>quêtes blijkt dat het gevoel dat we door ander<strong>en</strong><br />
gewaardeerd <strong>en</strong> gerespecteerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ander<strong>en</strong> van ons houd<strong>en</strong>, ons lev<strong>en</strong> zin <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
doel gev<strong>en</strong>. Ook blijkt dat onze gevoel<strong>en</strong>s van geluk sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met intieme relaties.<br />
Sinds 1940 zijn er meer dan 180 studies gepubliceerd die het verband tuss<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking,<br />
competitie <strong>en</strong> zelfstandig werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aantrekkingskracht tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> onderzocht<strong>en</strong>.<br />
Activiteit<strong>en</strong> waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk meer gevoel<strong>en</strong>s van sympathie<br />
op te roep<strong>en</strong> dan competitieve of individuele ervaring<strong>en</strong>.<br />
Er is veel onderzoek gedaan naar de relaties tuss<strong>en</strong> blanke individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> led<strong>en</strong> van<br />
minderheidsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de relaties tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder handicap (Johnson,<br />
2003; Johnson & Johnson, 1989). De resultat<strong>en</strong> van deze studies zijn consist<strong>en</strong>t. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />
leidt tot relaties tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de <strong>en</strong> heterog<strong>en</strong>e achtergrond<strong>en</strong> die veel<br />
positiever zijn dan de relaties die via competitieve <strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong> ontstaan.<br />
De <strong>sociale</strong> beoordelingstheorie is e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gstuk van de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie. De<br />
<strong>sociale</strong> oordel<strong>en</strong> die we over elkaar hebb<strong>en</strong>, zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame of e<strong>en</strong> afname in de<br />
sympathie die we voor elkaar voel<strong>en</strong>. Dergelijke <strong>sociale</strong> oordel<strong>en</strong> zijn het resultaat van e<strong>en</strong><br />
proces van acceptatie, dan wel e<strong>en</strong> proces van afwijzing (Johnson, 2003; Johnson & Johnson,<br />
1989). Het proces van acceptatie is gebaseerd op het feit dat we vanuit de door ons waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> het bereik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk doel bevorder<strong>en</strong>. De<br />
resultat<strong>en</strong> van deze positieve interacties zijn: frequ<strong>en</strong>te, accurate <strong>en</strong> op<strong>en</strong> communicatie;<br />
de gezichtspunt<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> goed begrep<strong>en</strong>; de led<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde,<br />
dynamische <strong>en</strong> realistische beeld<strong>en</strong> van elkaar; e<strong>en</strong> sterk gevoel van eig<strong>en</strong>waarde; succes<br />
<strong>en</strong> productiviteit; <strong>en</strong> de verwachting dat toekomstige interacties e<strong>en</strong> positief <strong>en</strong> productief<br />
karakter zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> proces van afwijzing is gebaseerd op e<strong>en</strong> door ons waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
negatieve of afwezige <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> waardoor interacties het karakter van teg<strong>en</strong>werking<br />
krijg<strong>en</strong> of er vindt ge<strong>en</strong> interactie plaats. De resultat<strong>en</strong>? Ge<strong>en</strong> of inaccurate communicaties;<br />
egoc<strong>en</strong>trisme; negatieve houding t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van beïnvloeding door ander<strong>en</strong>; monopolistisch;<br />
e<strong>en</strong> stereotiep <strong>en</strong> statisch beeld van ander<strong>en</strong>; gering gevoel van eig<strong>en</strong>waarde; mislukking; de<br />
verwachting dat toekomstige interacties e<strong>en</strong> negatief <strong>en</strong> onaang<strong>en</strong>aam karakter zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
De process<strong>en</strong> van acceptatie <strong>en</strong> afwijzing zett<strong>en</strong> zichzelf automatisch voort. Elk onderdeel van<br />
het proces kan alle andere onderdel<strong>en</strong> activer<strong>en</strong>. De positieve relaties tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
coöperatieve groep resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sterke groepscohesie . Groepscohesie verwijst naar de<br />
mate waarin de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep zich tot elkaar aangetrokk<strong>en</strong> voel<strong>en</strong>. De w<strong>en</strong>s om wel of<br />
ge<strong>en</strong> lid te blijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep hangt sam<strong>en</strong> met de groepscohesie. De k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
sterke groepscohesie zijn: het kiez<strong>en</strong> van groepsdoel<strong>en</strong> geeft minder problem<strong>en</strong> (Festinger<br />
e.a., 1950), de kans dat de doel<strong>en</strong> gerealiseerd word<strong>en</strong> is groter (Seashore , 1954; Wolfe &<br />
Box , 1988), <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere ontvankelijkheid voor de invloed van groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (Schachter<br />
e.a., 1951). Hoe meer cohesie e<strong>en</strong> groep vertoont, hoe sterker de w<strong>en</strong>s om lid te blijv<strong>en</strong>, om
74 Groepsdynamica<br />
deel te nem<strong>en</strong> aan groepsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe, gelijkgezinde led<strong>en</strong> te werv<strong>en</strong> (Levine &<br />
Moreland , 1998; Mobley e.a.,1979; Sprink & Carron , 1994). Het effect van groepscohesie op<br />
het prester<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep is groter bij kleine <strong>en</strong> bij echte groep<strong>en</strong>.<br />
Het prester<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep blijkt overweg<strong>en</strong>d bepaald te word<strong>en</strong> door de mate waarin de<br />
led<strong>en</strong> zich verantwoordelijk voel<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> succesvolle taakuitvoering. En e<strong>en</strong> succesvolle<br />
taakuitvoering heeft weer e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de cohesie tot gevolg (Mull<strong>en</strong> & Cooper , 1994;<br />
figuur 3.3). De groepscohesie leidt tot betere prestaties in situaties waarin de led<strong>en</strong> nauw met<br />
elkaar moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> ingewikkelde opdracht tot e<strong>en</strong> goed einde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
(Gully e.a., 1995). Wat zi<strong>en</strong> we als de groepscohesie to<strong>en</strong>eemt? Verzuim <strong>en</strong> verloop nem<strong>en</strong> af.<br />
Bij alle volg<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame: de betrokk<strong>en</strong>heid bij de groepsdoel<strong>en</strong>, de<br />
gevoel<strong>en</strong>s van verantwoordelijkheid voor de groep, de bereidheid om moeilijke tak<strong>en</strong> op zich<br />
te nem<strong>en</strong>, de motivatie <strong>en</strong> de inzet voor het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s van<br />
bevrediging <strong>en</strong> het moreel, de bereidheid om t<strong>en</strong> behoeve van de groep negatieve gevoel<strong>en</strong>s<br />
<strong>en</strong> frustraties te doorstaan, de bereidheid om de groep teg<strong>en</strong> kritiek of aanvall<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>af<br />
te verdedig<strong>en</strong>, de bereidheid om naar de andere led<strong>en</strong> van de groep te luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich<br />
door h<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>, de betrokk<strong>en</strong>heid bij de ontwikkeling <strong>en</strong> de success<strong>en</strong> van<br />
andere groepsled<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de productiviteit (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989; Watson<br />
& Johnson , 1972).<br />
De led<strong>en</strong> van coöperatieve groep<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> elkaar niet alle<strong>en</strong>, zij gev<strong>en</strong> elkaar steun <strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> veel steun aan elkaar. Uit meer dan 106 onderzoek<strong>en</strong> naar <strong>sociale</strong> steun blijkt dat<br />
coöperatieve ervaring<strong>en</strong> door meer taakgerichte <strong>en</strong> persoonlijke steun gek<strong>en</strong>merkt word<strong>en</strong><br />
dan competitieve of individuele ervaring<strong>en</strong>. Sociale steun heeft e<strong>en</strong> positieve invloed op de<br />
prestaties <strong>en</strong> de productiviteit van groepsled<strong>en</strong>, op hun lichamelijke <strong>en</strong> psychische gesteldheid<br />
<strong>en</strong> hun vermog<strong>en</strong> om spanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>slag het hoofd te bied<strong>en</strong>.<br />
Productiviteit<br />
Laag Gemiddeld Hoog<br />
Norm<strong>en</strong> die e<strong>en</strong><br />
hoge productiviteit<br />
in de hand werk<strong>en</strong><br />
Norm<strong>en</strong> die e<strong>en</strong><br />
geringe productiviteit<br />
in de hand werk<strong>en</strong><br />
Laag<br />
Hoog<br />
Groepscohesie<br />
Figuur 3.3<br />
De veronderstelde relatie tuss<strong>en</strong> productiviteit <strong>en</strong> groepscohesie<br />
3.11.4 Psychologische aanpassing <strong>en</strong> <strong>sociale</strong> compet<strong>en</strong>tie<br />
De derde groep van de onderzochte variabel<strong>en</strong> bestaat onder meer uit psychische<br />
gezondheid , gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde <strong>en</strong> <strong>sociale</strong> compet<strong>en</strong>ties. Psychische of geestelijke<br />
gezondheid bestaat uit het vermog<strong>en</strong> om in het kader van het nastrev<strong>en</strong> van bepaalde<br />
doel<strong>en</strong>, interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>te relaties met ander<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>, in stand te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo<br />
nodig te verander<strong>en</strong> (Johnson 2003, Johnson & Johnson, 1989). Wat moet<strong>en</strong> we do<strong>en</strong> om<br />
het verschijnsel <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> te kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>? We moet<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> of er<br />
in e<strong>en</strong> bepaalde situatie sprake is van <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s vaststell<strong>en</strong> of deze e<strong>en</strong><br />
positief of negatief karakter heeft. We moet<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s overe<strong>en</strong>komstig onze waarneming
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
75<br />
gemotiveerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> handel<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de norm<strong>en</strong> die in die situatie van toepassing<br />
zijn. We hebb<strong>en</strong> vijf onderzoek<strong>en</strong> bestudeerd waarin de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong><br />
psychische gezondheid c<strong>en</strong>traal stond. Uit de resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we het volg<strong>en</strong>de opmak<strong>en</strong>:<br />
(1) sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve waardering van deze sam<strong>en</strong>werking resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
betere geestelijke gezondheid dan concurrer<strong>en</strong> of zelfstandig werk<strong>en</strong>; (2) er bestaat e<strong>en</strong> nauwe<br />
positieve relatie tuss<strong>en</strong> coöperatieve attitudes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>heid aan psychologische<br />
gezondheidsfactor<strong>en</strong>, in sommige gevall<strong>en</strong> bestaat er e<strong>en</strong> positieve relatie tuss<strong>en</strong> psychische<br />
gezondheid <strong>en</strong> competitief gedrag, in andere gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> negatieve, <strong>en</strong> er bestaat e<strong>en</strong> negatieve<br />
relatie tuss<strong>en</strong> individualistische attitudes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote verscheid<strong>en</strong>heid aan psychologische<br />
gezondheidsfactor<strong>en</strong>. Er bestaat e<strong>en</strong> positieve relatie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> coöperatieve instelling<br />
<strong>en</strong> emotionele volwass<strong>en</strong>heid, goed ontwikkelde <strong>sociale</strong> relaties, e<strong>en</strong> sterke persoonlijke<br />
id<strong>en</strong>titeit, teg<strong>en</strong>slag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> incasser<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> compet<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> houding van<br />
vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> optimisme t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Coöperatieve activiteit<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
ook e<strong>en</strong> positieve invloed op egosterkte, zelfvertrouw<strong>en</strong>, onafhankelijkheid <strong>en</strong> autonomie.<br />
Individualistische attitudes blijk<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> met bepaalde psychopathologische<br />
verschijnsel<strong>en</strong>, zoals emotionele onvolwass<strong>en</strong>heid, <strong>sociale</strong> onaangepastheid, delinqu<strong>en</strong>tie,<br />
zelfvervreemding <strong>en</strong> zelfverwerping. Er bestaat e<strong>en</strong> relatie tuss<strong>en</strong> competitiviteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
combinatie van psychologisch gezonde <strong>en</strong> ongezonde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>d inzicht<br />
in de wijze waarop we effectiever met ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> is bepal<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong><br />
positieve psychologische ontwikkeling.<br />
We hebb<strong>en</strong> de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie ook gerelateerd aan gevoel<strong>en</strong>s van<br />
eig<strong>en</strong>waarde (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989). Zelfacceptatie hangt sam<strong>en</strong> met<br />
(1) het internaliser<strong>en</strong> van percepties dat andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ons k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> mog<strong>en</strong><br />
zoals we zijn, (2) het internaliser<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>schappelijke succeservaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> (3) e<strong>en</strong><br />
zelfevaluatie die in vergelijking met leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> gunstig voor ons uitvalt. Zelfverwerping<br />
kan het gevolg zijn van (1) niet gek<strong>en</strong>d will<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, (2) geringe prestaties, (3)<br />
overg<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>de zelfevaluaties <strong>en</strong> (4) de afkeuring van ander<strong>en</strong>. Sinds 1950 zijn er meer<br />
dan tachtig onderzoek<strong>en</strong> verricht waarin de relatieve invloed van coöperatieve, competitieve<br />
<strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong> op gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde c<strong>en</strong>traal stond (Johnson, 2003;<br />
Johnson & Johnson, 1989). Coöperatieve ervaring<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positievere invloed op<br />
gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde dan competitieve <strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong>. Er lijkt e<strong>en</strong> verband<br />
te bestaan tuss<strong>en</strong> coöperatieve ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> het idee dat we e<strong>en</strong> waardevol individu zijn,<br />
met e<strong>en</strong> positieve kijk op andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vergelijking van onze eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> met die<br />
van leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> die gunstig voor ons uitvalt <strong>en</strong> het beeld dat we e<strong>en</strong> capabel, compet<strong>en</strong>t<br />
<strong>en</strong> succesvol persoon zijn. In sam<strong>en</strong>werkingssituaties (1) kom<strong>en</strong> we tot het besef dat onze<br />
groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> ons goed k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> mog<strong>en</strong>, (2) realiser<strong>en</strong> we ons dat we tot ons<br />
eig<strong>en</strong> succes, dat van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> het succes van de groep hebb<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> (3) nem<strong>en</strong><br />
we onszelf <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd <strong>en</strong> realistisch waar. Waardoor het mogelijk wordt om,<br />
op basis van de complem<strong>en</strong>tariteit van onze eig<strong>en</strong> capaciteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> die van ander<strong>en</strong>, onszelf<br />
op talrijke dim<strong>en</strong>sies te vergelijk<strong>en</strong>. Competitieve situaties lijk<strong>en</strong> eerder sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong><br />
met voorwaardelijke gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde, afhankelijk van het feit of we winn<strong>en</strong> of<br />
verliez<strong>en</strong>. Individuele ervaring<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> eerder verband te houd<strong>en</strong> met zelfafwijzing.<br />
Er is ook onderzoek verricht naar de relatie tuss<strong>en</strong> ons vermog<strong>en</strong> om ons in de positie<br />
van ander<strong>en</strong> te verplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> coöperatieve, competitieve <strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong> (Johnson,<br />
2003b; Johnson & Johnson, 1989). Coöperatieve ervaring<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> dit vermog<strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong>,<br />
terwijl competitieve <strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong> de neiging hebb<strong>en</strong> om egoc<strong>en</strong>trisme (we<br />
zi<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar vanuit ons eig<strong>en</strong> perspectief) in de hand te werk<strong>en</strong>.<br />
Sociale compet<strong>en</strong>tie is e<strong>en</strong> belangrijk aspect van onze psychische gezondheid . In coöpe -<br />
ratieve situaties zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> grotere to<strong>en</strong>ame van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>ties<br />
(zoals het vermog<strong>en</strong> om leiding te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>, het opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong>
76 Groepsdynamica<br />
van vertrouw<strong>en</strong>, effectief communicer<strong>en</strong>, effectieve besluit<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> constructieve<br />
conflicthantering) dan in competitieve <strong>en</strong> individuele situaties (Johnson, 2003; Johnson &<br />
Johnson 1989). Onze inzetbaarheid op de arbeidsmarkt <strong>en</strong> het succes van onze loopbaan<br />
word<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> belangrijk deel door deze <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> bepaald. Sociale<br />
vaardighed<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> ook t<strong>en</strong> grondslag aan het opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van langdurige<br />
vri<strong>en</strong>dschapp<strong>en</strong>, liefdevolle <strong>en</strong> zorgzame gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> cohesieve naaste omgeving.<br />
Ons vermog<strong>en</strong> om zorgzame <strong>en</strong> toegewijde relaties met ander<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
in stand te houd<strong>en</strong>, neemt af naarmate de ernst van psychopathologische verschijnsel<strong>en</strong><br />
(zoals depressiviteit, woede, angst) to<strong>en</strong>eemt. M<strong>en</strong> heeft aangetoond dat er e<strong>en</strong> relatie bestaat<br />
tuss<strong>en</strong> antisociaal gedrag <strong>en</strong> afgewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (Cantrel & Prinz , 1985;<br />
Dodge e.a., 1982; Roff & Wirt , 1984). Ongepast agressief gedrag leidt tot e<strong>en</strong> afwijzing<br />
door leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (Cole & Kupersmidt , 1983; Dodge, 1983). Kinder<strong>en</strong> die afgewez<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> miss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal sociaalcognitieve vaardighed<strong>en</strong> , zoals toegang krijg<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> groep<br />
leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, het onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van groepsnorm<strong>en</strong>, hoe te reager<strong>en</strong> op provocaties <strong>en</strong> het<br />
interpreter<strong>en</strong> van pro<strong>sociale</strong> interacties (Asarnow & Calan , 1985; Dodge, 1983; Putallaz , 1983).<br />
Van de kinder<strong>en</strong> die naar kinderpsychologische institut<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong>, ondervond 30-<br />
70 proc<strong>en</strong>t (afhankelijk van de leeftijd, volg<strong>en</strong>s mededeling<strong>en</strong> van de ouders) problem<strong>en</strong> met<br />
leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (Ach<strong>en</strong>bach & Edelbrock , 1981). Bij kinder<strong>en</strong> die verwez<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>, ded<strong>en</strong><br />
deze moeilijkhed<strong>en</strong> zich tweemaal zoveel voor. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blek<strong>en</strong> deze kinder<strong>en</strong> minder<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>/vri<strong>en</strong>dinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder contact met h<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> dan kinder<strong>en</strong> die niet naar e<strong>en</strong><br />
kliniek verwez<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> war<strong>en</strong> hun vri<strong>en</strong>dschapp<strong>en</strong> significant minder stabiel<br />
<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> minder ontwikkeld inzicht in de tweezijdighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de intimiteit<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dschap (Selman , 1981). En ter afsluiting: veel attitudes <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> die van ess<strong>en</strong>tieel<br />
belang zijn voor onze geestelijke gezondheid (zoals zelfwerkzaamheid) mak<strong>en</strong> we ons eig<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> adopter<strong>en</strong> we in sam<strong>en</strong>werkingssituaties.<br />
3.12 Wederkerige relaties<br />
3.12.1 De voorwaard<strong>en</strong> voor constructieve competitie<br />
We beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke hoeveelheid gegev<strong>en</strong>s waaruit blijkt dat coöperatieve<br />
activiteit<strong>en</strong> tot betere prestaties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere productiviteit leid<strong>en</strong> dan competitieve<br />
(Johnson & Johnson, 1989). Dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> competitieve situatie minder prester<strong>en</strong> dan ze<br />
in e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingssituatie zoud<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> aantal oorzak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de oorzak<strong>en</strong><br />
is dat we in competitieve situaties de neiging hebb<strong>en</strong> om zelfbescherm<strong>en</strong>de strategieën<br />
te gebruik<strong>en</strong>, zoals eig<strong>en</strong>waardebescherming, zelfsabotage <strong>en</strong> def<strong>en</strong>sief pessimisme.<br />
Eig<strong>en</strong>waardebescherming houdt in dat we niet ons uiterste best do<strong>en</strong>, zodat we e<strong>en</strong> mislukking<br />
niet aan persoonlijke incompet<strong>en</strong>tie maar onvoldo<strong>en</strong>de inzet kunn<strong>en</strong> toeschrijv<strong>en</strong><br />
(Rhodewalt e.a., 1991; Thompson e.a., 1995). Zelfsabotage (‘selfhandicapping’) houdt in dat<br />
we ons eig<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> in de wiel<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door pieker- of uitstelgedrag<br />
of door onrealistische eis<strong>en</strong> aan onszelf te stell<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> excuus als het op<br />
e<strong>en</strong> mislukking uitloopt (Covington , 1992; McCown & Johnson , 1991). Def<strong>en</strong>sief pessimisme<br />
betek<strong>en</strong>t dat we de kans van slag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de waarde van de te verricht<strong>en</strong> taak onrealistisch<br />
laag inschatt<strong>en</strong>. We hoev<strong>en</strong> dan niet meer bang te zijn (Cantor & Harlow , 1994; Cantor &<br />
Norem , 1989; Norem & Illingworth , 1993). Dergelijke strategieën do<strong>en</strong> vaak afbreuk aan<br />
ons prester<strong>en</strong> in competitieve situaties. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt competitie in veel discussies als e<strong>en</strong><br />
uitermate destructief verschijnsel beschrev<strong>en</strong> dat zo snel mogelijk moet verdwijn<strong>en</strong>, vooral<br />
in het onderwijs <strong>en</strong> op de werkvloer (Kohn , 1992, 1993; Maehr & Midgley , 1991).<br />
Andere sociaalwet<strong>en</strong>schappers hebb<strong>en</strong> zich echter op het standpunt gesteld dat competitie<br />
constructief kan zijn <strong>en</strong> mits adequaat gestructureerd, gestimuleerd zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
77<br />
(Johnson & Johnson , 1978; Sherif , 1978). De <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie heeft zich<br />
ontfermd over de condities waaronder competitie constructief kan zijn (Johnson & Johnson,<br />
1974, 1978, 1989, 1999a; R. Johnson & Johnson, 1979; Stanne e.a., 1999). Waaraan kunn<strong>en</strong><br />
we e<strong>en</strong> constructieve competitie herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>? Aan de effectiviteit waarmee de opdracht tot<br />
e<strong>en</strong> goed einde wordt gebracht, aan het feit dat de deelname aan de competitie waardevoller<br />
(door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het zelfvertrouw<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> steun <strong>en</strong> prester<strong>en</strong>) wordt gevond<strong>en</strong> dan<br />
winn<strong>en</strong>, door e<strong>en</strong> grotere bereidheid om moeilijker tak<strong>en</strong> op zich te nem<strong>en</strong>, het versterk<strong>en</strong><br />
van de band<strong>en</strong> met andere deelnemers aan de competitie, e<strong>en</strong> grotere m<strong>en</strong>tale veerkracht,<br />
het vermog<strong>en</strong> van de deelnemers aan de competitie om in de toekomst met elkaar sam<strong>en</strong><br />
te werk<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, de vastberad<strong>en</strong>heid waarmee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan de competitie will<strong>en</strong><br />
deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> het g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van het competitie-elem<strong>en</strong>t. Er zijn niet veel poging<strong>en</strong><br />
ondernom<strong>en</strong> om de factor<strong>en</strong> die tot e<strong>en</strong> constructieve competitie bijdrag<strong>en</strong> in kaart te<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Verondersteld wordt dat e<strong>en</strong> competitieve situatie constructiever wordt naarmate<br />
deze aan de volg<strong>en</strong>de voorwaard<strong>en</strong> voldoet (Johnson & Johnson, 1974, 1978, 1989, 1999a):<br />
1. Winn<strong>en</strong> is relatief onbelangrijk. Wat gebeurt er als winn<strong>en</strong> te belangrijk wordt? De<br />
deelnemers kunn<strong>en</strong> int<strong>en</strong>se gevoel<strong>en</strong>s van spanning <strong>en</strong> angst ervar<strong>en</strong> die hun prestaties<br />
ondermijn<strong>en</strong>. Vooral bij motorische opdracht<strong>en</strong> is de kans groot dat de meeste deelnemers<br />
hun prestatie als e<strong>en</strong> mislukking zull<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong>. Verliez<strong>en</strong> kan het ontstaan van<br />
‘aangeleerde hulpeloosheid in competitieve situaties’ in de hand werk<strong>en</strong>, terwijl winn<strong>en</strong><br />
er toe kan leid<strong>en</strong> dat de deelnemers ‘psychisch opgebrand’ rak<strong>en</strong>.<br />
2. Alle deelnemers hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> redelijke kans om te winn<strong>en</strong>. Onze prestatiemotivatie is<br />
gebaseerd op de kans dat wij in staat zijn om e<strong>en</strong> bepaald doel te bereik<strong>en</strong>. Bij deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />
gelov<strong>en</strong> dat zij toch niet kunn<strong>en</strong> winn<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de reacties teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>:<br />
er niet aan beginn<strong>en</strong> of oneerlijk te werk gaan, de uitdaging vermijd<strong>en</strong>, oppervlakkige<br />
poging<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong> of poging<strong>en</strong> die zo weinig mogelijk inspanning kost<strong>en</strong>, minieme<br />
poging<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> probleem op te loss<strong>en</strong>, andere zelfondermijn<strong>en</strong>de strategieën, weinig<br />
belangstelling ton<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> weinig plezier belev<strong>en</strong> aan de gebeurt<strong>en</strong>is.<br />
3. De regels, procedures <strong>en</strong> criteria t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van winn<strong>en</strong> zijn duidelijk <strong>en</strong> concreet.<br />
Onduidelijkhed<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> competitieve situatie do<strong>en</strong> afbreuk aan de prestaties van de<br />
deelnemers omdat zij zich gaan bezighoud<strong>en</strong> met wat wel eerlijk of rechtvaardig is <strong>en</strong> wat<br />
niet.<br />
Tjosvold e.a. (2003) verrichtt<strong>en</strong> twee onderzoek<strong>en</strong> in het bedrijfslev<strong>en</strong>. Zij constateerd<strong>en</strong> dat<br />
de onderstaande variabel<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met constructieve competitie: de rechtvaardigheid<br />
van de regels, de motivatie om te wedijver<strong>en</strong> <strong>en</strong> te winn<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> goede kans om te winn<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
sterke, positieve band tuss<strong>en</strong> de deelnemers, eerlijkheid tijd<strong>en</strong>s de competitie <strong>en</strong> de gewoonte<br />
onder deelnemers om elkaars compet<strong>en</strong>tie te bevestig<strong>en</strong>. Het constructieve karakter van<br />
competitieve situaties kan versterkt word<strong>en</strong> als we deze variabel<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>.<br />
Het competitie-elem<strong>en</strong>t ligt ook aan de basis van <strong>en</strong>kele andere theorieën, zoals de<br />
realistische conflicttheorie <strong>en</strong> de <strong>sociale</strong> dominantietheorie . De realistische confl icttheorie stelt<br />
dat conflict<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> zijn omdat ze onvergelijkbare doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> dezelfde schaarse middel<strong>en</strong> will<strong>en</strong> bemachtig<strong>en</strong> (Campbell , 1965; Sherif, 1966).<br />
De <strong>sociale</strong> dominantietheorie gaat ervan uit dat de middel<strong>en</strong> beperkt zijn <strong>en</strong> dat individu<strong>en</strong>,<br />
groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> de strijd met elkaar aanbind<strong>en</strong> om deze middel<strong>en</strong> in hun bezit te krijg<strong>en</strong><br />
(Charlesworth , 1996; Darwin , 1859). Hierdoor ontstaan hiërarchieën in <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> groep<strong>en</strong>.<br />
Aan de hand van de <strong>sociale</strong> dominantietheorie heeft m<strong>en</strong> verschijnsel<strong>en</strong> als vooroordel<strong>en</strong><br />
die in e<strong>en</strong> groep lev<strong>en</strong> (Sidanius & Pratto ) <strong>en</strong> pest<strong>en</strong> op school (Pellegrini , 2002) will<strong>en</strong><br />
verklar<strong>en</strong>. De <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie kan aan deze theorieën <strong>en</strong> aan andere op<br />
competitie gebaseerde theorieën <strong>en</strong> verschijnsel<strong>en</strong> gerelateerd word<strong>en</strong>.
78 Groepsdynamica<br />
3.12.2 De voorwaard<strong>en</strong> voor constructieve individuele activiteit<strong>en</strong><br />
Onderzoekers hebb<strong>en</strong> zeer weinig aandacht besteed aan de condities waaronder individuele<br />
inspanning<strong>en</strong> op hun plaats <strong>en</strong> effectief zijn. De <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie neemt aan dat<br />
er omstandighed<strong>en</strong> zijn waarin individuele inspanning<strong>en</strong> effectiever zijn dan sam<strong>en</strong>werking<br />
of competitie. Zelfstandig kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> geldt in bepaalde situaties als e<strong>en</strong> belangrijke<br />
compet<strong>en</strong>tie . In welke situaties is e<strong>en</strong> individuele werkwijze op zijn plaats?<br />
1. Als sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> te duur of te moeilijk is. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> probleem word<strong>en</strong> als<br />
er ge<strong>en</strong> geschikte of bekwame partners beschikbaar zijn of wanneer de noodzakelijke<br />
middel<strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>.<br />
2. Het doel wordt als belangrijk, relevant <strong>en</strong> waardevol gezi<strong>en</strong>.<br />
3. De deelnemers gaan ervan uit dat het gestelde doel binn<strong>en</strong> hun bereik ligt.<br />
4. De uit te voer<strong>en</strong> opdracht moet ondeelbaar <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig zijn, zoals het ler<strong>en</strong> van concrete<br />
feit<strong>en</strong> of het zich eig<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> of uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>voudige vaardighed<strong>en</strong>.<br />
5. De instructies zijn duidelijk <strong>en</strong> concreet, zodat de deelnemers wet<strong>en</strong> hoe ze verder<br />
moet<strong>en</strong> gaan met hun taak <strong>en</strong> hun werk moet<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>.<br />
6. Als er vervolg<strong>en</strong>s van de individueel verrichte tak<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaald sam<strong>en</strong>werkingsverband<br />
gebruik wordt gemaakt. Individuele <strong>en</strong> coöperatieve activiteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elkaar aanvull<strong>en</strong>.<br />
We kunn<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> (k<strong>en</strong>nis, vaardighed<strong>en</strong>) waarvan vervolg<strong>en</strong>s, als we met ander<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, gebruik wordt gemaakt. Waardoor we individuele opdracht<strong>en</strong> relevanter <strong>en</strong><br />
belangrijker gaan vind<strong>en</strong>. De betek<strong>en</strong>is van individueel uitgevoerde opdracht<strong>en</strong> schuilt in<br />
de coöperatieve activiteit<strong>en</strong> die in het verl<strong>en</strong>gde van de individuele tak<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Waaraan<br />
ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> individuele doel<strong>en</strong> hun belang? Aan de bijdrage die zij in e<strong>en</strong> groter geheel, de<br />
sam<strong>en</strong>werking met ander<strong>en</strong>, lever<strong>en</strong>.<br />
3.13 Mediër<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong>: de bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking<br />
E<strong>en</strong> toegewijde, coöperatieve groep is waarschijnlijk het meest productieve instrum<strong>en</strong>t<br />
waarover de m<strong>en</strong>sheid beschikt. Het creër<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van coöperatieve groep<strong>en</strong><br />
is verre van e<strong>en</strong>voudig. We houd<strong>en</strong> onszelf voor de gek als we d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat goedbedoelde<br />
instructies, zoals ‘Doe het sam<strong>en</strong>’ of ‘Zorg dat jullie e<strong>en</strong> team word<strong>en</strong>’ voldo<strong>en</strong>de zijn om<br />
groepsled<strong>en</strong> tot sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> aan te zett<strong>en</strong>. Het vereist e<strong>en</strong> bepaalde discipline. Teamvorming<br />
kun je vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> dieet volg<strong>en</strong>. Het heeft weinig zin als je dat maar e<strong>en</strong> of twee<br />
dag<strong>en</strong> per week doet. Als je wil afvall<strong>en</strong>, moet je elke dag controler<strong>en</strong> wat je eet. Het<br />
heeft ev<strong>en</strong>min weinig zin om de teamvorming alle<strong>en</strong> om de vier of vijf bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />
c<strong>en</strong>traal te stell<strong>en</strong>. Effectieve sam<strong>en</strong>werking is alle<strong>en</strong> mogelijk als we ons strikt aan e<strong>en</strong><br />
aantal leefregels houd<strong>en</strong>. Wat zijn de belangrijkste bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van effectieve sam<strong>en</strong>werking?<br />
Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, individuele <strong>en</strong> groepsverantwoordelijkhed<strong>en</strong>, directe <strong>en</strong> positieve<br />
contact<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> adequaat gebruik van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepsreflectie.<br />
3.13.1 Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: wij in plaats van ik<br />
Als e<strong>en</strong> doelman bij e<strong>en</strong> uittrap de bal naar e<strong>en</strong> van zijn spits<strong>en</strong> wil schiet<strong>en</strong>, dan is er sprake<br />
van positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> beide spelers. Het succes van de e<strong>en</strong> hangt af van het<br />
succes van de ander. Hun geme<strong>en</strong>schappelijk succes wordt bepaald door het feit of beid<strong>en</strong><br />
compet<strong>en</strong>t te werk gaan. Faalt de één, dan faalt de ander ook.<br />
We hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> als we zi<strong>en</strong> dat we zodanig met<br />
ander<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> zijn dat wij niet kunn<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> als de ander<strong>en</strong> niet slag<strong>en</strong> (<strong>en</strong> omgekeerd)<br />
<strong>en</strong>/of als we e<strong>en</strong> taak tot e<strong>en</strong> goed einde will<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> onze inspanning<strong>en</strong> op die van ander<strong>en</strong><br />
af moet<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989). Het ontstaan van effectieve
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
79<br />
sam<strong>en</strong>werking begint met het structurer<strong>en</strong> van de positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>. Groepsled<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> twee verantwoordelijkhed<strong>en</strong>: zelf zo productief mogelijk zijn <strong>en</strong> de productiviteit<br />
van alle andere groepsled<strong>en</strong> zo groot mogelijk mak<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> twee belangrijke<br />
categorieën onderscheid<strong>en</strong>: resultaat<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> . We zijn,<br />
in coöperatieve <strong>en</strong> competitieve situaties, op e<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st resultaat gericht, e<strong>en</strong> bepaalde<br />
eindsituatie, e<strong>en</strong> doel of e<strong>en</strong> beloning. Als er ge<strong>en</strong> resultaat<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (doel of beloning)<br />
aanwezig is, dan is er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor sam<strong>en</strong>werking of wedijver. De middel<strong>en</strong> waarmee<br />
de geme<strong>en</strong>schappelijke doelstelling of beloning bereikt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, bepal<strong>en</strong> welke<br />
acties de groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong>. De weg naar het doel bepaalt welke stapp<strong>en</strong> er<br />
gezet moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke roll<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> op zich moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Het begrip<br />
middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> verwijst naar hulpmiddel<strong>en</strong>, rol- <strong>en</strong> taak<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (deze<br />
overlapp<strong>en</strong> elkaar <strong>en</strong> staan niet los van elkaar).<br />
Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> heeft e<strong>en</strong> groot aantal effect<strong>en</strong> op de motivatie <strong>en</strong> de<br />
productiviteit van de groepsled<strong>en</strong>. Het b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> van het feit dat de groep haar doel alle<strong>en</strong><br />
kan bereik<strong>en</strong> als alle groepsled<strong>en</strong> zich daarvoor inzett<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> van de belangrijkste effect<strong>en</strong>.<br />
Groepsled<strong>en</strong> die van m<strong>en</strong>ing zijn dat hun activiteit<strong>en</strong> niet noodzakelijk zijn voor het succes<br />
van e<strong>en</strong> groep hebb<strong>en</strong> de neiging om zich minder in te gaan spann<strong>en</strong> (Kerr , 1983; Kerr &<br />
Bruun , 1983; Swe<strong>en</strong>ey , 1973), terwijl groepsled<strong>en</strong> die het teg<strong>en</strong>deel d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong><br />
bijdrage als uniek beschouw<strong>en</strong> hun inzet verhog<strong>en</strong> (Harkins & Petty , 1982). Groepsled<strong>en</strong> die<br />
e<strong>en</strong> duidelijk beeld hebb<strong>en</strong> van doel-, taak-, middel<strong>en</strong>- <strong>en</strong> rol<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, beseff<strong>en</strong> dat<br />
de groep hun bijdrage nodig heeft. Daarnaast moet de beloning<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> zodanig<br />
gestructureerd word<strong>en</strong> dat de activiteit<strong>en</strong> van de één de inspanning<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong><br />
niet overbodig maakt. Stel dat de hoogste score in de groep bepal<strong>en</strong>d is voor de beloning<br />
die de groep krijgt, dan bestaat het risico dat groepsled<strong>en</strong> die laag scor<strong>en</strong> hun bijdrag<strong>en</strong><br />
als onnodig gaan zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich niet meer inspann<strong>en</strong>, terwijl deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die hoog scor<strong>en</strong> zich<br />
gebruikt kunn<strong>en</strong> gaan voel<strong>en</strong>, ontgoocheld rak<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun inspanning<strong>en</strong> reducer<strong>en</strong> omdat<br />
ze niet will<strong>en</strong> dat onverantwoordelijke <strong>en</strong> ondankbare groepsled<strong>en</strong> die gratis met de groep<br />
meereiz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beloning krijg<strong>en</strong> die zij niet verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> (Kerr, 1983).<br />
Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is dus e<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde voor de productiviteit<br />
van e<strong>en</strong> groep (<strong>en</strong> voor veel andere resultat<strong>en</strong> van groepsactiviteit<strong>en</strong>), maar er is tot voor<br />
kort weinig aandacht besteed aan de relatieve omvang van de bijdrag<strong>en</strong> die de verschill<strong>en</strong>de<br />
vorm<strong>en</strong> van <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> lever<strong>en</strong> (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989, 1998,<br />
2003b). Wat wet<strong>en</strong> we wel?<br />
1. Het lid zijn van e<strong>en</strong> groep betek<strong>en</strong>t nog niet dat we ons meer gaan inspann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
productiever word<strong>en</strong> – daar is positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> voor nodig. De wet<strong>en</strong>schap dat<br />
onze inspanning<strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> op het succes van groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> lijkt e<strong>en</strong> gevoel van<br />
verantwoordelijkheid in ons te activer<strong>en</strong> waardoor we ons meer gaan inzett<strong>en</strong>.<br />
2. Dat er interactie tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> plaatsvindt, wil nog niet zegg<strong>en</strong> dat de productiviteit<br />
to<strong>en</strong>eemt – dat vereist positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>. In e<strong>en</strong> situatie die gek<strong>en</strong>merkt werd<br />
door positieve doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> presteerd<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer dan in e<strong>en</strong> situatie waarin<br />
zij zelfstandig werkt<strong>en</strong> maar wel contact met elkaar kond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
3. Doel – <strong>en</strong> beloning<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> optelsom. Vergelek<strong>en</strong> met<br />
individuele activiteit<strong>en</strong> leidt positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tot betere prestaties <strong>en</strong> meer<br />
productiviteit, maar de combinatie van doel- <strong>en</strong> beloning<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> werkt nog<br />
effectiever.<br />
4. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> beloning te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om het verlies van e<strong>en</strong><br />
beloning te voorkom<strong>en</strong>, leid<strong>en</strong> tot betere prestaties dan individuele inspanning<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong><br />
beide vorm<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> bestaat ge<strong>en</strong> significant verschil.
80 Groepsdynamica<br />
5. Doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> heeft meer invloed op de geleverde prestaties <strong>en</strong> de productiviteit<br />
dan middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>.<br />
6. De prestaties <strong>en</strong> de productiviteit kunn<strong>en</strong> bij middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> op e<strong>en</strong> lager<br />
niveau ligg<strong>en</strong> dan bij individuele inspanning<strong>en</strong>.<br />
7. De combinatie van doel- <strong>en</strong> middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> heeft meer invloed dan doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />
alle<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook meer dan individuele activiteit.<br />
8. Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> houdt niet alle<strong>en</strong> in dat groepsled<strong>en</strong> gemotiveerd word<strong>en</strong> om<br />
meer hun best te do<strong>en</strong>. Door de positieve onderlinge interacties kunn<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong><br />
nieuwe inzicht<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe ontdekking<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Led<strong>en</strong> van coöperatieve<br />
groep<strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> <strong>en</strong> argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoger niveau dan led<strong>en</strong> van competitieve<br />
groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> individu<strong>en</strong> die zelfstandig werk<strong>en</strong>.<br />
9. Hoe complexer de procedures met betrekking tot de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, des te langer<br />
duurt het voordat de groepsled<strong>en</strong> hun productiviteitsniveau bereik<strong>en</strong>. Hoe complexer de<br />
teamwerkprocedures, hoe meer aandacht <strong>en</strong> tijd het teamwerk van de groepsled<strong>en</strong> vraagt,<br />
<strong>en</strong> hoe minder tijd <strong>en</strong> aandacht ze voor hun tak<strong>en</strong> overhoud<strong>en</strong>. Maar de groepsled<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> zich weer op hun taak conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> zodra ze de teamwerkprocedures onder de<br />
knie hebb<strong>en</strong>. En blijk<strong>en</strong> het dan beter te do<strong>en</strong> dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die zelfstandig operer<strong>en</strong>.<br />
10. Uit onderzoek naar id<strong>en</strong>titeit<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> in relatie tot bepaalde <strong>sociale</strong> vraagstukk<strong>en</strong>,<br />
blijkt dat individu<strong>en</strong> die zichzelf in term<strong>en</strong> van hun groepslidmaatschap definiër<strong>en</strong><br />
meer bereid zijn om minder aan de algem<strong>en</strong>e middel<strong>en</strong> te onttrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer aan het<br />
algeme<strong>en</strong> welzijn will<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong>.<br />
3.13.2 De e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep<br />
De mate van positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> beïnvloedt de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de<br />
groep , de mate waarin de groep als e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d geheel wordt gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarin de<br />
led<strong>en</strong> zich met elkaar verbond<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> (Campbell , 1958). Des te sterker de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />
(geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong>, geme<strong>en</strong>schappelijke resultat<strong>en</strong>, onderlinge band<strong>en</strong>, positieve<br />
interacties) des te groter de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de groep. De waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep heeft weer invloed op groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-led<strong>en</strong>. Groepsled<strong>en</strong><br />
gaan de groep als e<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>t geheel zi<strong>en</strong>, terwijl niet-led<strong>en</strong> de groep als e<strong>en</strong> op zichzelf<br />
staand geheel gaan zi<strong>en</strong>. Des te sterker de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> de daaruit voortvloei<strong>en</strong>de<br />
e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de groep, des te sterker de id<strong>en</strong>tificatie met de groep , de aan het lidmaatschap<br />
ontle<strong>en</strong>de <strong>sociale</strong> id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> de aan het lidmaatschap ontle<strong>en</strong>de gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde.<br />
Enkele andere aspect<strong>en</strong> die dezelfde invloed ondergaan: de kwaliteit<strong>en</strong> van de groep die<br />
e<strong>en</strong> onderdeel word<strong>en</strong> van de zelfdefinities van de groepsled<strong>en</strong>, de invloed van de groep<br />
op de visies van de groepsled<strong>en</strong>, de differ<strong>en</strong>tiatie <strong>en</strong> de duidelijkheid van de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
de groep <strong>en</strong> andere groep<strong>en</strong>, de vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de groep, de kwetsbaarheid<br />
van de gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde als de groep wordt aangevall<strong>en</strong> (vooroordel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de<br />
groep kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedreiging vorm<strong>en</strong> voor het gevoel van eig<strong>en</strong>waarde van groepsled<strong>en</strong>),<br />
de empathie die de groepsled<strong>en</strong> voor elkaar hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> het positieve gedrag (elkaar help<strong>en</strong>)<br />
dat de groepsled<strong>en</strong> naar elkaar toe manifester<strong>en</strong>.<br />
De door de positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> gecreëerde e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de groep beïnvloedt<br />
niet alle<strong>en</strong> de wijze waarop de groepsled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de groep aankijk<strong>en</strong> maar ook de wijze<br />
waarop niet-led<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de groep aankijk<strong>en</strong> (Johnson & Johnson, 2006). Niet-led<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
de neiging om de groepsled<strong>en</strong> bepaalde eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong>. Deze neiging wordt<br />
sterker naarmate zij de groep als e<strong>en</strong> hechtere e<strong>en</strong>heid zi<strong>en</strong>. Dergelijke indrukk<strong>en</strong> werk<strong>en</strong><br />
stereotyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> discriminer<strong>en</strong>d gedrag in de hand. E<strong>en</strong> groep die e<strong>en</strong> hechte indruk maakt,<br />
werkt ook e<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> collectieve verantwoordelijkheid van de groepsled<strong>en</strong> in de hand.<br />
Hetzij via commissie (e<strong>en</strong> groepslid tot e<strong>en</strong> bepaald gedrag aanzett<strong>en</strong>), hetzij via omissie
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
81<br />
(het lukt niet om e<strong>en</strong> groepslid van e<strong>en</strong> bepaald gedrag te weerhoud<strong>en</strong>). Er is sprake van<br />
collectieve verantwoordelijkheid als de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep verantwoordelijk word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> gesanctioneerd word<strong>en</strong> voor het gedrag van één groepslid. Aan groep<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> hoge<br />
mate van <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> te zi<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, wordt e<strong>en</strong> grotere collectieve verantwoordelijkheid<br />
toegeschrev<strong>en</strong>. En t<strong>en</strong> slotte, de kans dat er realistische conflict<strong>en</strong> (op basis van onvergelijkbare<br />
doelstelling<strong>en</strong>) ontstaan met de buit<strong>en</strong>wereld wordt groter naarmate de groep meer als e<strong>en</strong><br />
hechte e<strong>en</strong>heid wordt waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Realistische conflict<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> er op hun beurt weer<br />
toe dat de e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de groep to<strong>en</strong>eemt, omdat de led<strong>en</strong> één front vorm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de<br />
dreiging van buit<strong>en</strong>af.<br />
3.13.3 Individuele aansprakelijkheid <strong>en</strong> persoonlijke verantwoordelijkheid<br />
In e<strong>en</strong> groep kan er spanning ontstaan tuss<strong>en</strong> het groepsbelang <strong>en</strong> de belang<strong>en</strong> van individuele<br />
led<strong>en</strong>. De voordel<strong>en</strong> die groepsacties oplever<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> alle groepsled<strong>en</strong> t<strong>en</strong> deel vall<strong>en</strong>,<br />
ongeacht hun bijdrage aan de activiteit<strong>en</strong> van de groep (Rapoport & Bornstein , 1987).<br />
Omdat e<strong>en</strong> bijdrage aan de groep tijd kost, fysieke <strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale inspanning<strong>en</strong> vergt, kan het<br />
verleidelijk zijn om mee te lift<strong>en</strong> met de bijdrag<strong>en</strong> die andere groepsled<strong>en</strong> lever<strong>en</strong>. Het<br />
wordt natuurlijk e<strong>en</strong> probleem als alle groepsled<strong>en</strong> mee will<strong>en</strong> lift<strong>en</strong>. Dat zal de groep <strong>en</strong><br />
de groepsled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> goed do<strong>en</strong>. Verantwoordelijkheidsgevoel<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong>over de groep <strong>en</strong> de<br />
andere groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke situatie voorkom<strong>en</strong>.<br />
Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> ertoe leidt dat groepsled<strong>en</strong> zich meer<br />
verantwoordelijk gaan voel<strong>en</strong> voor het afmak<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> werk <strong>en</strong> het faciliter<strong>en</strong> van<br />
het werk dat andere groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> (Deutsch , 1949a, 1962). Als onze eig<strong>en</strong><br />
prestaties invloed hebb<strong>en</strong> op de resultat<strong>en</strong> van medegroepsled<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> we ons niet alle<strong>en</strong><br />
verantwoordelijk voor onze eig<strong>en</strong> situatie maar ook voor die van ander<strong>en</strong> (Matsui e.a., 1987).<br />
Onszelf teleurstell<strong>en</strong> is ell<strong>en</strong>dig, maar onszelf <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> teleurstell<strong>en</strong> is nog veel beroerder.<br />
De door de positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> gecreëerde gedeelde verantwoordelijkheid versterkt<br />
het normatieve karakter van de motivatie van de groepsled<strong>en</strong> – je hoort je taak te do<strong>en</strong>,<br />
je hoort e<strong>en</strong> bijdrage te lever<strong>en</strong>, je hoort je aan de groepsnorm<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> (Johnson &<br />
Johnson , 1989). Deze verantwoordelijkheidsgevoel<strong>en</strong>s verhog<strong>en</strong> onze motivatie om goed<br />
te prester<strong>en</strong>. En hoe meer sympathie <strong>en</strong> respect onze groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> voor ons hebb<strong>en</strong>, hoe<br />
meer verantwoordelijkheid we voor h<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> (W<strong>en</strong>tzel , 1994).<br />
Het verantwoordelijkheidsbesef neemt toe als er sprake is van groeps- <strong>en</strong> van individuele<br />
aansprakelijkheid. We sprek<strong>en</strong> van groepsaansprakelijkheid als de groepsprestatie beoordeeld<br />
wordt <strong>en</strong> alle groepsled<strong>en</strong> over het resultaat geïnformeerd word<strong>en</strong>, met de bedoeling om<br />
de uitkomst te vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde prestati<strong>en</strong>orm. En we sprek<strong>en</strong> van individuele<br />
aansprakelijkheid als de prestatie van elk groepslid beoordeeld wordt, als het groepslid <strong>en</strong><br />
de groep over het resultaat geïnformeerd word<strong>en</strong>, met de bedoeling om de uitkomst af te<br />
zett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde prestati<strong>en</strong>orm <strong>en</strong> het groepslid door zijn of haar groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />
verantwoordelijk wordt gehoud<strong>en</strong> voor zijn of haar aandeel in het succes van de groep. Hooper<br />
e.a. (1989) constateerd<strong>en</strong> dat sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> tot betere prestaties leidde als de individuele<br />
aansprakelijkheid gestructureerd werd dan wanneer dat niet het geval was. Archer-Kath e.a.<br />
(1994) bemerkt<strong>en</strong> dat de kans bestaat dat de groepsled<strong>en</strong> meer <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> waarnem<strong>en</strong><br />
als de individuele aansprakelijkheid van de groepsled<strong>en</strong> groter wordt.<br />
Het ontbrek<strong>en</strong> van individuele aansprakelijkheid kan tot e<strong>en</strong> reductie van persoonlijke<br />
verantwoordelijkheidsgevoel<strong>en</strong>s leid<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de neiging hebb<strong>en</strong><br />
om hun bijdrage aan het bereik<strong>en</strong> van het groepsdoel te verminder<strong>en</strong> als de groep aan<br />
opdracht<strong>en</strong> werkt die het moeilijk mak<strong>en</strong> om te bepal<strong>en</strong> wie wat heeft bijgedrag<strong>en</strong>, als er<br />
e<strong>en</strong> grotere kans is op overbodige activiteit<strong>en</strong>, als de groep weinig cohesie vertoont <strong>en</strong> de<br />
verantwoordelijkheid voor het eindresultaat afneemt. Het <strong>sociale</strong> meelifteffect verdwijnt als
82 Groepsdynamica<br />
de individuele aansprakelijkheid groot is, als het duidelijk is hoe groot de bijdrage van elk<br />
groepslid is, als overbodige activiteit<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, als elk lid verantwoordelijk is voor<br />
het eindresultaat <strong>en</strong> de groep veel cohesie vertoont.<br />
In het algeme<strong>en</strong> geldt dat het voor e<strong>en</strong> groepslid steeds moeilijker wordt om zijn of haar<br />
eig<strong>en</strong> bijdrage aan het mogelijke succes van de groep te zi<strong>en</strong>, naarmate e<strong>en</strong> groep groter<br />
wordt (Kerr , 2001; Olson 1965). Naarmate de omvang van e<strong>en</strong> groep to<strong>en</strong>eemt, neemt de<br />
frequ<strong>en</strong>tie waarmee de groepsled<strong>en</strong> onderling communicer<strong>en</strong> af. Hetzelfde geldt voor de<br />
hoeveelheid informatie waarop besluit<strong>en</strong> gebaseerd word<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bestaat de kans dat<br />
de communicatie tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> minder waarachtig karakter krijgt omdat zij zich<br />
in hun uitsprak<strong>en</strong> meer gaan conformer<strong>en</strong> aan de opvatting<strong>en</strong> van de groep in zijn totaliteit.<br />
Sociaal meelift<strong>en</strong> neemt dan ook toe naarmate de omvang van de groep to<strong>en</strong>eemt. En aan<br />
de andere kant: hoe kleiner de groep hoe groter de individuele aansprakelijkheid. Morgan<br />
e.a.(1970) constateerd<strong>en</strong> dat de groepsprestatie verbeterde als er één lid van e<strong>en</strong> groep van<br />
vijf deelnemers ontbrak. Mogelijk omdat de groepsled<strong>en</strong> dacht<strong>en</strong> dat zij meer inzet moest<strong>en</strong><br />
ton<strong>en</strong>.<br />
3.13.4 Positieve interactie<br />
We hebb<strong>en</strong> al eerder in dit hoofdstuk opgemerkt dat er positieve interacties tuss<strong>en</strong><br />
groeps led<strong>en</strong> ontstaan als ze elkaars poging<strong>en</strong> om de groepsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> faciliter<strong>en</strong>. Positieve interactie wordt gek<strong>en</strong>merkt door het feit dat de groepsled<strong>en</strong> elkaar<br />
help<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijstaan, de b<strong>en</strong>odigde middel<strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong>, vraagtek<strong>en</strong>s achter elkaars conclusies<br />
<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>, elkaar vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrouwbaar zijn <strong>en</strong> minder angst <strong>en</strong> spanning<br />
ervar<strong>en</strong> (Johnson, 2003b; Johnson & Johnson, 1989).<br />
3.13.5 Sociale vaardighed<strong>en</strong><br />
Het heeft weinig zin om e<strong>en</strong> aantal sociaal incompet<strong>en</strong>te m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groep te zett<strong>en</strong><br />
met de mededeling dat het de bedoeling is dat zij gaan sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>. We moet<strong>en</strong> ons de<br />
vaardighed<strong>en</strong> die we nodig hebb<strong>en</strong> om goed met ander<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, eig<strong>en</strong><br />
mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> gemotiveerd zijn om deze vaardighed<strong>en</strong> in praktijk te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Individu<strong>en</strong> die hun<br />
poging<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk doel te bereik<strong>en</strong> op elkaar will<strong>en</strong> afstemm<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong><br />
elkaar ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>, accuraat <strong>en</strong> duidelijk ler<strong>en</strong> communicer<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> hoe<br />
zij elkaar kunn<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> steun<strong>en</strong>, <strong>en</strong> conflict<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> constructieve manier ler<strong>en</strong><br />
oploss<strong>en</strong> (Johnson, 2006). Sociale vaardighed<strong>en</strong> (vaardighed<strong>en</strong> in het contact met ander<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
in kleine groep<strong>en</strong>) vorm<strong>en</strong> de basis. Individu<strong>en</strong> die productief met elkaar will<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> bestand will<strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong> de spanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> die dit met zich mee kan<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> deze vaardighed<strong>en</strong> in zekere mate bezitt<strong>en</strong>. De <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> van de<br />
groepsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vooral veel invloed op hun productiviteit als zij deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
groep die gedur<strong>en</strong>de langere tijd functioneert <strong>en</strong> zich toelegt op complexe, explorer<strong>en</strong>de<br />
activiteit<strong>en</strong>. Lew <strong>en</strong> Mesch (Lew e.a., 1986a, 1986b) ded<strong>en</strong> onderzoek naar de invloed<br />
van beloning<strong>en</strong> voor het gebruik van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong>, positieve doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />
<strong>en</strong> beloning<strong>en</strong> voor studieprestaties, op de verrichting<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> coöperatieve groep. De<br />
deelnemers traind<strong>en</strong> wekelijks vier <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> elk lid van e<strong>en</strong> coöperatieve<br />
groep kreeg twee bonuspunt<strong>en</strong> als alle groepsled<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s de doc<strong>en</strong>t, drie van de vier<br />
vaardighed<strong>en</strong> onder de knie blek<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Uit de resultat<strong>en</strong> bleek dat de combinatie van<br />
positieve doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, het belon<strong>en</strong> van goede studieprestaties van alle groepsled<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> het belon<strong>en</strong> van het in praktijk br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong>, de meeste vrucht<strong>en</strong><br />
afwierp. Archer-Kath e.a. (1994) leerd<strong>en</strong> hun proefperson<strong>en</strong> hoe zij hun waardering voor<br />
ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>, ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> steun<strong>en</strong>, om informatie kunn<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
informatie kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, om hulp kunn<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulp kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. De deelnemers<br />
kreg<strong>en</strong> feedback , als individu of als groep, over de frequ<strong>en</strong>tie waarmee de groepsled<strong>en</strong> het
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
83<br />
gew<strong>en</strong>ste gedrag gemanifesteerd hadd<strong>en</strong>. De feedback werd in de vorm van e<strong>en</strong> grafiek<br />
gegev<strong>en</strong>. De individuele feedback bleek effectiever dan de groepsfeedback. De prestaties<br />
in coöperatieve groep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beter naarmate de groepsled<strong>en</strong> sociaal vaardiger zijn, de<br />
doc<strong>en</strong>t meer aandacht besteedt aan het train<strong>en</strong> <strong>en</strong> belon<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er<br />
meer individuele feedback over het gebruik van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> wordt gegev<strong>en</strong>.<br />
Sociale vaardighed<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> de prestaties van de groepsled<strong>en</strong>, ze bevorder<strong>en</strong><br />
ook het ontwikkel<strong>en</strong> van meer positieve relaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>. Putnam e.a.(1989)<br />
toond<strong>en</strong> aan dat de onderlinge relaties van individu<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> <strong>sociale</strong> vaardigheidstraining<br />
volgd<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij door e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t geobserveerd werd<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele feedback kreg<strong>en</strong><br />
over de frequ<strong>en</strong>tie van hun <strong>sociale</strong> vaardigheidsgedrag, positiever werd<strong>en</strong>. Dat gold ook voor<br />
de relaties tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> handicap.<br />
3.13.6 Groepsreflectie<br />
De effectiviteit van e<strong>en</strong> groep wordt beïnvloed door het feit of e<strong>en</strong> groep regelmatig stilstaat<br />
bij de vraag hoe de groep functioneert <strong>en</strong> wat er verbeterd zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> proces<br />
bestaat uit e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>bare reeks gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die zich in e<strong>en</strong> bepaalde periode afspel<strong>en</strong>.<br />
De term procesdoel<strong>en</strong> verwijst naar e<strong>en</strong> reeks gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die het bereik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
bepaald eindresultaat mogelijk mak<strong>en</strong>. Onder groepsreflectie verstaan we het terugkijk<strong>en</strong><br />
op e<strong>en</strong> groepsbije<strong>en</strong>komst om (1) te inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong> welke acties van de led<strong>en</strong> positief <strong>en</strong><br />
welke acties negatief uitpakt<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2) besluit<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> over welke acties voortgezet dan<br />
wel veranderd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het doel van groepsreflectie is dat er meer zicht komt op de<br />
effectiviteit van de bijdrag<strong>en</strong> die de groepsled<strong>en</strong> lever<strong>en</strong>. In hoeverre drag<strong>en</strong> deze bij tot het<br />
realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong>? Zo nodig kunn<strong>en</strong> er poging<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om ze<br />
effectiever te mak<strong>en</strong>.<br />
Yager e.a. (1986) constateerd<strong>en</strong> dat deelnemers van coöperatieve groep<strong>en</strong> met groepsreflectie<br />
beter presteerd<strong>en</strong> dan led<strong>en</strong> van groep<strong>en</strong> zonder groepsreflectie. Uit e<strong>en</strong> onderzoek<br />
van Putnam e.a. (1989) kwam naar vor<strong>en</strong> dat er zich meer positieve relaties ontwikkeld<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> deelnemers met <strong>en</strong> deelnemers zonder e<strong>en</strong> handicap als de deelnemers<br />
<strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> leerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de groep het middel van de zelfreflectie hanteerde, dan in<br />
coöperatieve groep<strong>en</strong> zonder vaardigheidstraining of groepsreflectie. De resultat<strong>en</strong> van andere<br />
onderzoek<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> in dezelfde richting: het introducer<strong>en</strong> van groepsreflectie leidt tot betere<br />
prestaties <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> werpt meer vrucht<strong>en</strong> af dan zelfstandig werk<strong>en</strong>. Archer-Kath<br />
e.a. (1994) kwam<strong>en</strong> tot de conclusie dat de combinatie van groepsreflectie <strong>en</strong> individuele<br />
feedback effectiever was dan de combinatie groepsreflectie-groepsfeedback. De eerstg<strong>en</strong>oemde<br />
combinatie leidde tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in de prestatiemotivatie van de deelnemers,<br />
hun feitelijke prestaties verbeterd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de prestaties vertoond<strong>en</strong> meer onderlinge gelijkheid.<br />
Verder ontwikkeld<strong>en</strong> zich meer positieve relaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> de doc<strong>en</strong>t. Deze conditie had ook e<strong>en</strong> positieve invloed op het gevoel<br />
van eig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de attitudes van de groepsled<strong>en</strong> met betrekking tot het onderwerp<br />
waarmee zij zich bezighield<strong>en</strong>.<br />
Groepsreflectie heeft dus e<strong>en</strong> positieve uitwerking op de effectiviteit <strong>en</strong> de efficiëntie van<br />
de activiteit<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> groep ontplooit. Maar het reflecter<strong>en</strong> over acties van groepsled<strong>en</strong> die het<br />
succes van de groep in de weg staan of dichterbij br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, heeft nog meer positieve gevolg<strong>en</strong>.<br />
Bijvoorbeeld het comp<strong>en</strong>satie-effect . Groepsled<strong>en</strong> gaan harder werk<strong>en</strong> om de werkelijke of<br />
verme<strong>en</strong>de tekortkoming<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong> te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Het belicht<strong>en</strong> van het<br />
unieke <strong>en</strong> onmisbare karakter van de bijdrag<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> leidt er toe dat groepsled<strong>en</strong><br />
zich minder passief gaan opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar meelift<strong>en</strong> met de ander<strong>en</strong>. Verder word<strong>en</strong> de<br />
groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun betek<strong>en</strong>is nog e<strong>en</strong>s b<strong>en</strong>adrukt, het besef dat de groep over de middel<strong>en</strong><br />
beschikt om de groepsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> wordt sterker (waardoor de groep als geheel<br />
doeltreff<strong>en</strong>der wordt) <strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong>heid bij de groepsactiviteit<strong>en</strong> neemt toe (Johnson &
84 Groepsdynamica<br />
Johnson, 2006). Van groepsled<strong>en</strong> wordt verwacht dat zij tijd<strong>en</strong>s groepreflecties uiting gev<strong>en</strong><br />
aan hun respect voor elkaar <strong>en</strong> elkaars bijdrag<strong>en</strong> (Johnson & Johnson, 2006; Johnson e.a.<br />
1998a). Het respect dat groepsbegeleiders voor groepsled<strong>en</strong> tot uitdrukking br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> heeft<br />
e<strong>en</strong> positieve invloed op de gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde van groepsled<strong>en</strong>. Terwijl het respect<br />
dat de groepsled<strong>en</strong> voor elkaar ton<strong>en</strong> tot effect heeft dat de groepsled<strong>en</strong>, als de groep met<br />
negatieve reacties uit de buit<strong>en</strong>wereld te mak<strong>en</strong> krijgt, zich extra gaan inspann<strong>en</strong> om de<br />
groepsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> gesterkt in hun overtuiging<br />
dat zij als groepslid gewaardeerd word<strong>en</strong>. De betrokk<strong>en</strong>heid bij de groep <strong>en</strong> de loyaliteit t<strong>en</strong><br />
opzichte van de groepsnorm<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> toe, ev<strong>en</strong>als de collectieve id<strong>en</strong>tificatie <strong>en</strong> het gedrag<br />
dat de belang<strong>en</strong> van de groep di<strong>en</strong>t.<br />
3.14 Stabiele sam<strong>en</strong>werking<br />
De kans is groot dat groepsled<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> belang<strong>en</strong> gaan nastrev<strong>en</strong> als er ge<strong>en</strong> sprake is van<br />
positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, individuele aansprakelijkheid, positieve interactie, e<strong>en</strong> adequaat<br />
gebruik van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepsreflectie. Groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> van de onderlinge<br />
sam<strong>en</strong>werking profiter<strong>en</strong> maar in sommige situaties kunn<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> er meer baat bij<br />
hebb<strong>en</strong> als zij gebruikmak<strong>en</strong> van de coöperatieve activiteit<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> (Axelrod , 1984).<br />
Maar het wordt e<strong>en</strong> ander verhaal als alle groepsled<strong>en</strong> poging<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong> om gebruik te<br />
mak<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>werking van hun groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> zou dan meer oplever<strong>en</strong>.<br />
De verleiding om gebruik te mak<strong>en</strong> van de activiteit<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong> is het grootst<br />
als de groep ge<strong>en</strong> lang lev<strong>en</strong> beschor<strong>en</strong> is, als het bek<strong>en</strong>d is wanneer de groep ophoudt te<br />
bestaan <strong>en</strong> het profiter<strong>en</strong> van de activiteit<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong> niet getraceerd kan<br />
word<strong>en</strong> (<strong>en</strong> het moeilijk is om represailles te nem<strong>en</strong>).<br />
Er zijn vier condities die bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> stabiele sam<strong>en</strong>werking . T<strong>en</strong> eerste: de groepsled<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> er belang bij hebb<strong>en</strong> dat zij ook in de toekomst contact met elkaar hebb<strong>en</strong>. T<strong>en</strong><br />
tweede: deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> duidelijk herk<strong>en</strong>baar zijn <strong>en</strong> de acties van elk<br />
groepslid moet<strong>en</strong> voor alle andere groepsled<strong>en</strong> zichtbaar zijn (zodat er maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> groepslid van de activiteit<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> profiteert). T<strong>en</strong> derde: de<br />
groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zich emotioneel met hun groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> de groep id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>.<br />
De groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> geïnteresseerd zijn in het welzijn van de andere groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
langere termijnsucces van de groep will<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> vierde: de groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de<br />
waarde van wederkerigheid onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> in staat <strong>en</strong> bereid zijn om de sam<strong>en</strong>werking e<strong>en</strong><br />
wederzijds karakter te gev<strong>en</strong>.<br />
3.15 Doelstructur<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verdeling van beloning<strong>en</strong> onder de<br />
groepsled<strong>en</strong><br />
De wijze waarop de voordel<strong>en</strong> onder de groepsled<strong>en</strong> verdeeld word<strong>en</strong>, kan veel invloed hebb<strong>en</strong><br />
op de houding die groepsled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> over elkaar gaan aannem<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de effectiviteit van<br />
de groep. De voordel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> verdeeld word<strong>en</strong>: naar verdi<strong>en</strong>ste,<br />
op basis van gelijkheid of naar behoefte (Deutsch , 1975, 1979, 1985).<br />
Homans (1961) heeft e<strong>en</strong> theorie ontwikkeld die het verdel<strong>en</strong> van beloning<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s<br />
het principe van rechtvaardigheid/billijkheid of verdi<strong>en</strong>ste als uitgangspunt kiest.<br />
E<strong>en</strong> rechtvaardige verdeling houdt in dat beloning<strong>en</strong> aan de geleverde bijdrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
gekoppeld. De led<strong>en</strong> die het meest tot het succes van de groep hebb<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
het meest beloond. De vooronderstelling is dat de productiviteit stijgt als de beloning<strong>en</strong><br />
(bonuss<strong>en</strong>, salaris, promotie, cijfers) afhankelijk word<strong>en</strong> gemaakt van geleverde prestaties.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
85<br />
Beloning<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> schaars middel beschouwd (niet alle led<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> wat<br />
ze graag zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong>). De waarde van e<strong>en</strong> beloning neemt toe naarmate meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
deze beloning will<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> schaars middel als het aanbod veel minder is<br />
dan de vraag. De symbolische betek<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> beloning kan veel belangrijker word<strong>en</strong> dan<br />
de intrinsieke waarde. Kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> er alles aan do<strong>en</strong> om de eerste plaats in e<strong>en</strong> rij te<br />
bemachtig<strong>en</strong>. Niet vanwege de intrinsieke waarde die deze positie heeft, maar vanwege de<br />
symbolische waarde (ik sta vooraan, ik heb de ander<strong>en</strong> allemaal achter me gelat<strong>en</strong>). In feite<br />
is het rechtvaardigheidsbeginsel e<strong>en</strong> individueel stimuleringsplan: elk groepslid wordt er toe<br />
bewog<strong>en</strong> om het meest productieve groepslid te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dan beter beloond te<br />
word<strong>en</strong> dan de andere groepsled<strong>en</strong>).<br />
Deze manier om beloning<strong>en</strong> te verdel<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> aantal nadel<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste: de concurr<strong>en</strong>tie<br />
die er tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> ontstaat, heeft negatieve gevolg<strong>en</strong> voor de productiviteit van<br />
de groep. De groepsled<strong>en</strong> gaan elkaar in de wiel<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> elkaar te overtroev<strong>en</strong>.<br />
De groep kan met alle negatieve gevolg<strong>en</strong> van competitie te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede:<br />
de motivatie om zich in te zett<strong>en</strong> voor de groep wordt eerder extrinsiek (het gaat om<br />
de beloning) dan intrinsiek (het functioner<strong>en</strong> van de groep staat c<strong>en</strong>traal). T<strong>en</strong> derde: deze<br />
wijze van verdel<strong>en</strong> is gebaseerd op e<strong>en</strong> economisch principe. De waarde van de groepsled<strong>en</strong><br />
wordt bepaald door de omvang van hun bijdrage aan het succes van de groep. Dit heeft e<strong>en</strong><br />
depersonaliser<strong>en</strong>d effect . Groepsled<strong>en</strong> die weinig bijdrag<strong>en</strong>, wat h<strong>en</strong> naar verhouding zeer<br />
geringe voordel<strong>en</strong> oplevert, zijn in hun eig<strong>en</strong> og<strong>en</strong> <strong>en</strong> die van ander<strong>en</strong> weinig waard. Dit<br />
heeft e<strong>en</strong> (zelf)vervreemd<strong>en</strong>d effect (Diesing , 1962). T<strong>en</strong> vierde: groepsled<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> groot<br />
aantal middel<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> aan te trekk<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> vaak hogere beloning<strong>en</strong> dan groepsled<strong>en</strong> die<br />
dat veel minder kunn<strong>en</strong>. Zij kunn<strong>en</strong> hun succes toeschrijv<strong>en</strong> aan hun persoonlijke waarde<br />
<strong>en</strong> inspanning<strong>en</strong>. Wat impliceert dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die over minder middel<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> minder<br />
waard <strong>en</strong> minder actief zoud<strong>en</strong> zijn. Het vermog<strong>en</strong> om over middel<strong>en</strong> te beschikk<strong>en</strong> geeft<br />
e<strong>en</strong> voorsprong in de concurr<strong>en</strong>tiestrijd met ander<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn: afkomstig zijn uit<br />
e<strong>en</strong> rijke <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de familie, de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> aantal aangebor<strong>en</strong> cognitieve<br />
<strong>en</strong> fysieke capaciteit<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diploma van e<strong>en</strong> prestigieuze opleiding. T<strong>en</strong> vijfde: het komt<br />
vaak voor dat de groepsled<strong>en</strong> die het meest beloond word<strong>en</strong>, gaan bepal<strong>en</strong> hoe de beloning<strong>en</strong><br />
in de toekomst verdeeld zull<strong>en</strong> gaan word<strong>en</strong>. Deutsch (1975, 1979, 1985) heeft opgemerkt<br />
dat dit systeem deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het voor het zegg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in staat stelt om aan de macht te<br />
blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> zichzelf onev<strong>en</strong>redig grote beloning<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Ook als de omvang van<br />
hun bijdrage aan de productiviteit van de groep is afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
In e<strong>en</strong> verdeelsysteem dat gebaseerd is op het principe van gelijkheid, krijg<strong>en</strong> alle<br />
deelnemers dezelfde beloning . Bijvoorbeeld als e<strong>en</strong> voetbalclub de Champions League wint<br />
<strong>en</strong> alle spelers <strong>en</strong> reserves ontvang<strong>en</strong> e<strong>en</strong> medaille <strong>en</strong> dezelfde winstpremie. Dit systeem<br />
stimuleert de groepsled<strong>en</strong> tot sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> leidt meestal tot wederzijds respect tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> gelijke status onder de groepsled<strong>en</strong>, tot groepsloyaliteit <strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame onderlinge relaties<br />
(Deutsch, 1985). Winkelpersoneel dat volg<strong>en</strong>s het gelijkheidsbeginsel wordt beloond, heeft<br />
meer het gevoel dat ze e<strong>en</strong> team vorm<strong>en</strong>, terwijl het billijkheidssysteem de neiging heeft om<br />
het vermijd<strong>en</strong> van onderhoudstak<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiestrijd om de klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geringe<br />
m<strong>en</strong>tale veerkracht in de hand te werk<strong>en</strong>. Blau (1954) vergeleek twee groep<strong>en</strong> bemiddelaars<br />
van e<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dbureau. De <strong>en</strong>e groep werd gek<strong>en</strong>merkt door competitie (wie weet de meeste<br />
vacatures op te vull<strong>en</strong>), de andere groep door sam<strong>en</strong>werking. De ambitieuze led<strong>en</strong> van de<br />
competitieve groep hield<strong>en</strong> zich tot in het extreme met hun eig<strong>en</strong> productiviteit bezig. Zij<br />
schermd<strong>en</strong> de vacatures af, terwijl het hun taak was om deze op<strong>en</strong>baar te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor<br />
iedere<strong>en</strong> zichtbaar op te hang<strong>en</strong>. De led<strong>en</strong> van de coöperatieve groep informeerd<strong>en</strong> elkaar<br />
wel over nieuwe vacatures <strong>en</strong> hielp<strong>en</strong> elkaar om deze op te vull<strong>en</strong>. De coöperatieve groep<br />
bleek significant meer vacatures op te vull<strong>en</strong>.<br />
Beloning<strong>en</strong> of voordel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook naar behoefte verdeeld word<strong>en</strong>. Het groepslid dat de
86 Groepsdynamica<br />
meeste kinder<strong>en</strong> heeft, ontvangt de hoogste bonus, het groepslid dat over de dood van e<strong>en</strong><br />
van de ouders treurt, hoeft het minste te do<strong>en</strong>, het groepslid dat over de minste capaciteit<strong>en</strong><br />
beschikt, krijgt de meeste hulp bij het uitvoer<strong>en</strong> van de tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke. Rawls (1971)<br />
heeft er op gewez<strong>en</strong> dat het logisch is dat groepsled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groepslid help<strong>en</strong> dat in nood of<br />
gevaar verkeert, zolang zij zelf ge<strong>en</strong> al te groot risico lop<strong>en</strong> of het h<strong>en</strong> niet al te veel kost.<br />
Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat de positieve gevolg<strong>en</strong> voor het in nood verker<strong>en</strong>de groepslid ver<br />
uitstijg<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> wat het de groepsled<strong>en</strong> kost. Deutsch (1975, 1979, 1985) heeft opgemerkt dat<br />
e<strong>en</strong> zorgzame groep de onderlinge verantwoordelijkheid, het k<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> van behoeft<strong>en</strong>,<br />
e<strong>en</strong> grote gevoeligheid voor de behoeft<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderlinge steun <strong>en</strong> bijstand<br />
b<strong>en</strong>adrukt.<br />
Welk beloningssysteem e<strong>en</strong> groep ook hanteert, de groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> het als<br />
‘rechtvaardig’ zi<strong>en</strong>. Voor het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taak zijn groepsled<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd om te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
dat het billijkheidssysteem het eerlijkste systeem is, na het voltooi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opdracht hebb<strong>en</strong><br />
zij de neiging om het gelijkheidsbeginsel als het meest eerlijke systeem te beschouw<strong>en</strong>.<br />
3.16 Situaties met gem<strong>en</strong>gde motiev<strong>en</strong><br />
In de meeste situaties hebb<strong>en</strong> groepsled<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gde motiev<strong>en</strong> (coöperatieve, competitieve<br />
<strong>en</strong> individuele). We moet<strong>en</strong> met medestud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, collega’s, superieur<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondergeschikt<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, voor ons g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wedijver<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<br />
kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voetballer kan zich op verschill<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>: dat zijn team wint,<br />
dat hij de uitblinker van het team is <strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong> fraai doelpunt maakt. In elke situatie zijn<br />
voortdur<strong>en</strong>d combinaties van de drie vorm<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> aanwezig. De<br />
meest dominante vorm van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> heeft belangrijke gevolg<strong>en</strong>: voor het<br />
individu, de groep <strong>en</strong> de organisatie. En tev<strong>en</strong>s voor de productiviteit, de stemming <strong>en</strong> het<br />
welzijn van de groepsled<strong>en</strong>.<br />
Het bestaan van e<strong>en</strong> groep zou door coöperativiteit gedomineerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
De effectiviteit van e<strong>en</strong> groep loopt gevaar als er e<strong>en</strong> nieuw lid met e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>de<br />
competitiedrang bij komt (Kelley & Stahelski , (1970). We zi<strong>en</strong> dan het volg<strong>en</strong>de gebeur<strong>en</strong>:<br />
de coöperatieve led<strong>en</strong> gaan zich competitief opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>, ondermijn<strong>en</strong> de<br />
vertrouw<strong>en</strong>sbasis, houd<strong>en</strong> informatie achter <strong>en</strong> communicer<strong>en</strong> minder. Alle groepsled<strong>en</strong><br />
gaan wedijver<strong>en</strong> met elkaar. Het nieuwe groepslid d<strong>en</strong>kt dat de andere groepsled<strong>en</strong> voorhe<strong>en</strong><br />
ook al competitief te werk ging<strong>en</strong>. De oudere groepsled<strong>en</strong> zijn zich er van bewust dat hun<br />
gedrag bepaald wordt door de competitiedrang van het nieuwe lid, maar deze is zich niet<br />
bewust van zijn of haar invloed op de andere led<strong>en</strong>.<br />
Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.3<br />
Je eig<strong>en</strong> cohesiegedrag<br />
Welke invloed heeft jouw gedrag op de groepscohesie? Als je wilt dat de groepscohesie to<strong>en</strong>eemt,<br />
wat doe je dan? Hoe zou je eig<strong>en</strong> gedrag met betrekking tot de cohesie in de groep beschrijv<strong>en</strong>?<br />
Aan de hand van de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> kun je reflecter<strong>en</strong> over de relatie tuss<strong>en</strong> je eig<strong>en</strong> gedrag <strong>en</strong> de<br />
cohesie binn<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> waarvan jij deel uitmaakt. Beantwoord elke vraag zo eerlijk mogelijk.<br />
1. Ik probeer ervoor te zorg<strong>en</strong> dat iedere<strong>en</strong> het fijn vindt om lid te zijn van de groep<br />
nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
87<br />
2. Ik bespreek mijn ideeën <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s over <strong>en</strong> reacties op wat er op dit mom<strong>en</strong>t in de groep<br />
gebeurt<br />
nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />
3. Ik accepteer <strong>en</strong> steun de andere led<strong>en</strong> als zij hun gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s over <strong>en</strong> hun reacties<br />
op wat er op dit mom<strong>en</strong>t in de groep gebeurt tot uitdrukking br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />
4. Ik probeer alle groepsled<strong>en</strong> het gevoel te gev<strong>en</strong> dat zij gewaardeerd word<strong>en</strong><br />
nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />
5. Ik probeer alle led<strong>en</strong> bij de activiteit<strong>en</strong> van de groep te betrekk<strong>en</strong><br />
nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />
6. Ik word beïnvloed door de andere groepsled<strong>en</strong><br />
nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />
7. Ik neem risico’s door nieuwe ideeën te poner<strong>en</strong> <strong>en</strong> mijn gevoel<strong>en</strong>s te uit<strong>en</strong><br />
nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />
8. Ik br<strong>en</strong>g mijn sympathie, g<strong>en</strong>eg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> belangstelling voor de andere groepsled<strong>en</strong> tot<br />
uitdrukking<br />
nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />
9. Ik b<strong>en</strong> voor groepsnorm<strong>en</strong> die de individualiteit <strong>en</strong> persoonlijke uiting<strong>en</strong> van groepsled<strong>en</strong><br />
onderschrijv<strong>en</strong><br />
nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />
Deze vrag<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> om de groepscohesie te bevorder<strong>en</strong>. In de vrag<strong>en</strong><br />
kom<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> aan bod die van ess<strong>en</strong>tieel belang zijn voor de cohesie. Bespreek je antwoord<strong>en</strong><br />
met andere groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong> op basis van de antwoord<strong>en</strong> van alle groepsled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> totale<br />
cohesiescore. Houd, als je doorgaat met lez<strong>en</strong>, de door jou gegev<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> in je achterhoofd.<br />
Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.4<br />
Het acceptati<strong>en</strong>iveau in de groep<br />
Wat is het doel van deze oef<strong>en</strong>ing? Aan de hand van de vrag<strong>en</strong>lijst kun je het acceptati<strong>en</strong>iveau in de<br />
groep in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> met elkaar besprek<strong>en</strong>. De procedure verloopt als volgt:<br />
1. Alle groepsled<strong>en</strong> vull<strong>en</strong> anoniem de onderstaande vrag<strong>en</strong>lijst in.<br />
2. Zet de resultat<strong>en</strong> in de scoretabel.<br />
3. Bespreek met elkaar welke conclusies er uit de resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k na<br />
over de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />
a. Welke factor<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> bij tot het hoge of lage acceptati<strong>en</strong>iveau in de groep?<br />
b. Hoe zou het acceptati<strong>en</strong>iveau verhoogd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?<br />
Vrag<strong>en</strong>lijst: Acceptati<strong>en</strong>iveau<br />
Ga voor jezelf na hoe de andere led<strong>en</strong> van de groep zich gewoonlijk t<strong>en</strong> opzichte van jou gedrag<strong>en</strong>.
88 Groepsdynamica<br />
Zet in de ruimte achter onderstaande zesti<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> het cijfer dat overe<strong>en</strong>komt met jouw beeld van<br />
de groep als geheel. Gebruik de volg<strong>en</strong>de schaal:<br />
5 = zij gedrag<strong>en</strong> zich altijd zo<br />
4 = zij gedrag<strong>en</strong> zich meestal zo<br />
3 = zij gedrag<strong>en</strong> zich gewoonlijk zo<br />
2 = zij gedrag<strong>en</strong> zich niet vaak zo<br />
1 = zij gedrag<strong>en</strong> zich zeld<strong>en</strong> zo<br />
0 = zij gedrag<strong>en</strong> zich nooit zo<br />
Mijn groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />
Auth<strong>en</strong>ticiteit<br />
1. zijn volledig eerlijk teg<strong>en</strong> mij.<br />
2. zegg<strong>en</strong> het teg<strong>en</strong> me als ik h<strong>en</strong> dwarszit.<br />
3. zegg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> die me zoud<strong>en</strong> kwets<strong>en</strong>.<br />
4. zijn 100% op<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> mij.<br />
Score<br />
Begrip<br />
5. begrijp<strong>en</strong> wat ik probeer te communicer<strong>en</strong>.<br />
6. begrijp<strong>en</strong> wie ik echt b<strong>en</strong>.<br />
7. begrijp<strong>en</strong> niet wat ik zeg of doe.<br />
8. zi<strong>en</strong> het direct als me iets dwarszit.<br />
Score<br />
Waardering<br />
9. onderbrek<strong>en</strong> of neger<strong>en</strong> mijn woord<strong>en</strong>.<br />
10. hebb<strong>en</strong> belangstelling voor mij.<br />
11. betrekk<strong>en</strong> mij bij wat ze do<strong>en</strong>.<br />
12. waarder<strong>en</strong> me als persoon, los van mijn kunn<strong>en</strong> of status.<br />
Score<br />
Acceptatie<br />
13 accepter<strong>en</strong> me gewoon zoals ik b<strong>en</strong>.<br />
14. mak<strong>en</strong> het gemakkelijk voor me om mezelf te zijn.<br />
15. beoordel<strong>en</strong> me, of ik wel of niet acceptabel b<strong>en</strong>.<br />
15. accepter<strong>en</strong> mijn verschill<strong>en</strong> of eig<strong>en</strong>aardighed<strong>en</strong>.<br />
Score<br />
De vrag<strong>en</strong> 3, 7, 11 <strong>en</strong> 15 word<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>d gescoord. Trek de ingevulde score af van 5. Tel nu de<br />
scores per categorie bij elkaar op. Vul dit getal in in de scoretabel.<br />
Scoretabel: acceptati<strong>en</strong>iveau<br />
Score Auth<strong>en</strong>ticiteit Begrip Waardering Acceptatie<br />
0-4<br />
5-8<br />
9-12<br />
13-16<br />
17-20
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
89<br />
Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.5<br />
Hoeveel vertrouw<strong>en</strong> heb ik <strong>en</strong> hoe betrouwbaar b<strong>en</strong> ik?<br />
Je loopt altijd het risico dat je e<strong>en</strong> afwijz<strong>en</strong>de reactie krijgt als je e<strong>en</strong> relatie met iemand wilt<br />
opbouw<strong>en</strong>. Twee groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elkaar alle<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> als zij zichzelf betrouwbaar<br />
opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dat de ander betrouwbaar is. Wat is het doel van deze oef<strong>en</strong>ing? Je kunt<br />
jouw beeld van het vertrouw<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>d gedrag in de groep vergelijk<strong>en</strong> met het beeld dat de andere<br />
groepsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De procedure verloopt als volgt:<br />
1. Vul de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>lijst in <strong>en</strong> scoor je antwoord<strong>en</strong>.<br />
2. Je maakt voor elk groepslid e<strong>en</strong> vel papier. Je geeft elk groepslid e<strong>en</strong> cijfer van 1 (laag) tot 7<br />
(hoog) voor zijn of haar op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> acceptatie. Baseer je beoordeling op het gedrag dat je<br />
vanaf het ontstaan van de groep hebt kunn<strong>en</strong> waarnem<strong>en</strong>. Zie het onderstaande voorbeeld.<br />
Groepslid dat feedback krijgt: Edith<br />
1. Op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> del<strong>en</strong> 3<br />
2. Acceptatie, steun <strong>en</strong> medewerking 6<br />
3. Geef elk groepslid het voor hem of haar bestemde vel papier. Stel dat de groep uit zes led<strong>en</strong><br />
bestaat. Jij (<strong>en</strong> de andere groepsled<strong>en</strong>) moet<strong>en</strong> dan vijf beoordeling<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong><br />
voor beide dim<strong>en</strong>sies (op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> acceptatie) het gemiddelde uit van de cijfers die de andere<br />
groepsled<strong>en</strong> je gegev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
4. Bespreek met de andere groepsled<strong>en</strong> in hoeverre jouw beeld van je eig<strong>en</strong> op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> acceptatie<br />
overe<strong>en</strong>komt met het beeld dat de andere groepsled<strong>en</strong> er van hebb<strong>en</strong>. Is er e<strong>en</strong> verschil? Vraag<br />
de groepsled<strong>en</strong> om meer specifieke feedback op je gedrag dat al dan niet vertrouw<strong>en</strong> geeft.<br />
Bespreek vervolg<strong>en</strong>s hoe je vertrouw<strong>en</strong>srelaties opbouwt in situaties buit<strong>en</strong> de groep.<br />
Vrag<strong>en</strong>lijst: Inzicht in je eig<strong>en</strong> gedrag met betrekking tot vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrouwbaarheid<br />
Hieronder vind je e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> op je eig<strong>en</strong> gedrag in de groep.<br />
Beantwoord ze zo eerlijk mogelijk. Er zijn ge<strong>en</strong> goede of foute antwoord<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat je<br />
je eig<strong>en</strong> gedrag zo accuraat mogelijk weergeeft.<br />
7 = zo gedraag ik me altijd 3 = zo gedraag ik me soms<br />
6 = zo gedraag ik me vrijwel altijd 2 = zo gedraag ik me zeld<strong>en</strong><br />
5 = zo gedraag ik me vaak 1 = zo gedraag ik me nooit<br />
4 = zo gedraag ik me ev<strong>en</strong> vaak wel als niet<br />
Als ik lid b<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep, dan<br />
1. pres<strong>en</strong>teer ik feit<strong>en</strong>, geef mijn m<strong>en</strong>ing, kom met ideeën, suggesties <strong>en</strong> relevante informatie om<br />
e<strong>en</strong> groepsgesprek op gang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaande te houd<strong>en</strong>;<br />
2. laat ik merk<strong>en</strong> dat ik bereid b<strong>en</strong> om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ik van ander<strong>en</strong> hetzelfde<br />
verwacht;<br />
3. b<strong>en</strong> ik op<strong>en</strong> <strong>en</strong> eerlijk in mijn contact<strong>en</strong> met de gehele groep;<br />
4. steun ik groepsled<strong>en</strong> die in het middelpunt van de belangstelling staan <strong>en</strong> hun uiterste best<br />
do<strong>en</strong> om zichzelf intellectueel of emotioneel tot uitdrukking te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>;<br />
5. houd ik tijd<strong>en</strong>s groepsgesprekk<strong>en</strong> mijn gedacht<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s, ideeën <strong>en</strong> reacties voor mijzelf;
90 Groepsdynamica<br />
6. beoordeel ik de bijdrag<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van het nut dat ze voor mij hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />
term<strong>en</strong> van of zij het bij het rechte eind hebb<strong>en</strong> of niet;<br />
7. neem ik tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> groepsgesprek het risico om nieuwe ideeën <strong>en</strong> mijn gevoel<strong>en</strong>s te<br />
v<strong>en</strong>tiler<strong>en</strong>;<br />
8. laat ik de andere groepsled<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat ik me bewust b<strong>en</strong> van <strong>en</strong> waardering heb voor hun<br />
capaciteit<strong>en</strong>, tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>;<br />
9. bied ik, om het prestati<strong>en</strong>iveau te verhog<strong>en</strong>, alle groepsled<strong>en</strong> mijn hulp aan;<br />
10. accepteer <strong>en</strong> steun ik de op<strong>en</strong>heid van andere groepsled<strong>en</strong>, steun ze als ze risico’s nem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
stimuleer de individualiteit van groepsled<strong>en</strong>;<br />
11. deel ik het materiaal, de boek<strong>en</strong>, de informatiebronn<strong>en</strong> of andere middel<strong>en</strong> waarover ik<br />
beschikking heb, met andere groepsled<strong>en</strong>;<br />
12. parafraseer ik voordat ik reageer of antwoord geef vaak of geef ik e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de<br />
woord<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander groepslid;<br />
13. bespreek ik, als me wat dwarszit, dat met de andere groepsled<strong>en</strong>;<br />
14. moedig ik alle groepsled<strong>en</strong> aan om te participer<strong>en</strong>, geef h<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>ning voor hun bijdrag<strong>en</strong>, laat<br />
zi<strong>en</strong> dat ik op<strong>en</strong> sta voor hun ideeën <strong>en</strong> deze accepteer. In het algeme<strong>en</strong> b<strong>en</strong> ik responsief <strong>en</strong><br />
vri<strong>en</strong>delijk.<br />
Het scor<strong>en</strong> van de antwoord<strong>en</strong><br />
Om e<strong>en</strong> totaalscore voor vertrouw<strong>en</strong>d <strong>en</strong> betrouwbaar gedrag te kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>, vul je de scores<br />
op elke vraag in <strong>en</strong> berek<strong>en</strong> je vervolg<strong>en</strong>s de totale score voor elke kolom. De waarde van de scores<br />
bij de vrag<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> * wordt omgekeerd: e<strong>en</strong> 2 wordt e<strong>en</strong> 6 in de scoretabel, e<strong>en</strong> 1 wordt e<strong>en</strong> 7<br />
<strong>en</strong> 4 blijft e<strong>en</strong> 4.<br />
Vertrouw<strong>en</strong>d gedrag Betrouwbaar gedrag<br />
(op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> del<strong>en</strong>) (acceptatie <strong>en</strong> steun)<br />
1 2<br />
3 4<br />
5* 6*<br />
7 8<br />
9 10<br />
11 12<br />
13 14<br />
Totaal<br />
Totaal<br />
Heb je e<strong>en</strong> score van 35 of hoger? Je kunt jezelf als vertrouw<strong>en</strong>d of betrouwbaar bestempel<strong>en</strong>. Is je<br />
score lager dan 35? Classificeer jezelf als wantrouw<strong>en</strong>d of onbetrouwbaar.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
91<br />
Het Johnson-vertrouw<strong>en</strong>diagram<br />
Zet de totale scores in het Johnson-vertrouw<strong>en</strong>diagram . Zet e<strong>en</strong> x op de horizontale as, op het punt<br />
dat jouw totaalscore voor ‘vertrouw<strong>en</strong>’ weergeeft. Zet e<strong>en</strong> x op de verticale as op het punt dat jouw<br />
totaalscore voor ‘betrouwbaarheid’ repres<strong>en</strong>teert. Zet vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> x op dat punt in de grafiek waar de<br />
twee scores elkaar ontmoet<strong>en</strong>. Je kunt desgew<strong>en</strong>st ook de scores van de andere groepsled<strong>en</strong> invull<strong>en</strong>. Je<br />
kunt dan nagaan in hoeverre de scores voor ‘vertrouw<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘betrouwbaarheid’ bij elkaar aansluit<strong>en</strong>.<br />
Het Johnson-vertrouw<strong>en</strong>diagram<br />
Accepteert <strong>en</strong> steunt de andere<br />
groepsled<strong>en</strong> altijd. Wil altijd<br />
met ze sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />
Accepteert <strong>en</strong> steunt de andere<br />
groepsled<strong>en</strong> vaker wel dan<br />
niet. Wil vaker wel dan<br />
niet sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />
Stelt zich vaker wel afwijz<strong>en</strong>d,<br />
niet-steun<strong>en</strong>d <strong>en</strong> competitief<br />
op dan niet<br />
Betrouwbaarheid<br />
49<br />
42<br />
35<br />
27<br />
21<br />
14<br />
Stelt zich altijd afwijz<strong>en</strong>d,<br />
niet-steun<strong>en</strong>d <strong>en</strong> competitief<br />
op teg<strong>en</strong>over de andere led<strong>en</strong><br />
7<br />
0 7 14 21 28 35 42 49<br />
Vertrouw<strong>en</strong><br />
Houdt ideeën <strong>en</strong> informatie<br />
altijd voor zichzelf, deelt<br />
nooit met ander<strong>en</strong><br />
Vaker geslot<strong>en</strong> dan op<strong>en</strong>,<br />
deelt vaker niet dan wel<br />
Is vaker op<strong>en</strong> dan geslot<strong>en</strong>,<br />
deelt material<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong><br />
vaker wel dan niet<br />
Is altijd op<strong>en</strong> over zijn<br />
gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> ideeën <strong>en</strong> deelt<br />
altijd zijn of haar material<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> middel<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong><br />
Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.6<br />
Het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong><br />
Deze oef<strong>en</strong>ing biedt je de mogelijkheid om vertrouw<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong> te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Maak<br />
e<strong>en</strong> subgroep van zes stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> neemt de rol van observator op zich.<br />
Voer de opdracht uit <strong>en</strong> luister vervolg<strong>en</strong>s aandachtig naar het verslag van de observator over de<br />
interacties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>. Analyseer vervolg<strong>en</strong>s het hoe <strong>en</strong> wat van het opbouw<strong>en</strong> van<br />
vertrouw<strong>en</strong>srelaties.<br />
G<strong>en</strong>etische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />
Schat als groep het aantal stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van je opleiding dat elk van de volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>etische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
bezit. Stel vervolg<strong>en</strong>s vast hoeveel led<strong>en</strong> van je subgroep deze g<strong>en</strong>etische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
daarna de frequ<strong>en</strong>tie bij stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de grote groep. Op basis van deze gegev<strong>en</strong>s schat je het<br />
perc<strong>en</strong>tage stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de gehele opleiding.
92 Groepsdynamica<br />
K<strong>en</strong>merk Subgroep Groep Opleiding<br />
1. Kuiltjes in de wang<strong>en</strong> versus ge<strong>en</strong> kuiltjes.<br />
2. Bruine og<strong>en</strong> versus blauwe, grijze of gro<strong>en</strong>e og<strong>en</strong>.<br />
3. Vrije versus vaste oorlell<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> oorlel is vrij als deze<br />
onder het punt waar de oorlel vastzit, los hangt).<br />
4. Kromme pink<strong>en</strong> versus rechte pink<strong>en</strong> (pink<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong> elkaar met je handpalm<strong>en</strong> naar je toe. Ze zijn<br />
gebog<strong>en</strong> als de topp<strong>en</strong> van je pink<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>wijk<strong>en</strong>).<br />
5. Tongrol versus ge<strong>en</strong> tongrol. Kun je je tong als e<strong>en</strong><br />
gootje omkrull<strong>en</strong> dan heb je het.<br />
6. Harige middelvingers of niet. Kijk of je middelvingers<br />
tuss<strong>en</strong> de eerste twee knokkels behaard zijn.<br />
7. Haarlok of niet. Onderzoek de haarlijn op je<br />
voorhoofd. Zie je e<strong>en</strong> V-vormige haarlok in het<br />
midd<strong>en</strong> van je voorhoofd?<br />
Observatieformulier<br />
1. Draagt ideeën aan<br />
2. Beschrijft gevoel<strong>en</strong>s<br />
1 2 3 4 5 Totaal<br />
3. Parafraseert<br />
4. Toont acceptatie <strong>en</strong> steun<br />
5. Toont warmte <strong>en</strong> sympathie<br />
Totaal<br />
1 <strong>en</strong> 2 vall<strong>en</strong> onder vertrouw<strong>en</strong>d gedrag, 3, 4 <strong>en</strong> 5 onder betrouwbaar gedrag.<br />
Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.7<br />
Op<strong>en</strong> versus geslot<strong>en</strong> relaties<br />
Zijn de relaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> op<strong>en</strong> of geslot<strong>en</strong>? Deze oef<strong>en</strong>ing geeft je de mogelijkheid<br />
om met andere stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over deze vraag te reflecter<strong>en</strong> <strong>en</strong> te discussiër<strong>en</strong>. De procedure verloopt<br />
als volgt:<br />
1. Lees de informatie over op<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> relaties in tabel 3.4 aandachtig door.<br />
2. Je gaat zelfstandig aan de slag <strong>en</strong> noteert jouw antwoord<strong>en</strong> op de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />
a. Op e<strong>en</strong> schaal van 1 (zeer geslot<strong>en</strong>) tot 10 (uiterst op<strong>en</strong>): Hoe op<strong>en</strong> zijn mijn relaties met de<br />
andere groepsled<strong>en</strong>?<br />
b. Zijn er relaties in de groep die ik meer op<strong>en</strong> zou will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>?<br />
c. Zijn er relaties in de groep die ik meer geslot<strong>en</strong> zou will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>?<br />
d. Welke acties zijn er nodig om e<strong>en</strong> relatie meer op<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>?<br />
e. En om e<strong>en</strong> relatie meer geslot<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>?<br />
3. De vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in subgroep<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Probeer e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk standpunt<br />
in te nem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van (d) <strong>en</strong> (e).<br />
4. In de grote groep wissel<strong>en</strong> de subgroep<strong>en</strong> hun conclusies over op<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> relaties met<br />
elkaar uit.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
93<br />
Tabel 3.4 Op<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> relaties<br />
Inhoud van het<br />
gesprek<br />
Tijdsaanduiding<br />
Bewustwording van<br />
je gewaarwording<strong>en</strong>,<br />
interpretaties,<br />
gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />
bedoeling<strong>en</strong><br />
Op<strong>en</strong>heid over<br />
je eig<strong>en</strong> ideeën,<br />
gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties<br />
Feedback van<br />
ander<strong>en</strong><br />
Zelfacceptatie<br />
Op<strong>en</strong> staan voor de<br />
ideeën, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />
reacties van ander<strong>en</strong><br />
Acceptatie van<br />
ander<strong>en</strong><br />
Heeft niemand belang bij<br />
(het weer)<br />
Ge<strong>en</strong> (grapp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
algeme<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>)<br />
Geslot<strong>en</strong><br />
Gesprek gaat<br />
over technische<br />
aspect<strong>en</strong> van het<br />
werk<br />
Gesprek gaat<br />
over het verre<br />
verled<strong>en</strong> of de<br />
verre toekomst<br />
Je luistert nooit naar jezelf <strong>en</strong> probeert gevoel<strong>en</strong>s<br />
<strong>en</strong> reacties te neger<strong>en</strong>, te onderdrukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
Je uitsprak<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>eralisaties, abstracte ideeën,<br />
rationalisaties, gevoel<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oemd,<br />
word<strong>en</strong> als niet relevant, niet op hun plaats <strong>en</strong><br />
niet-bestaand beschouwd<br />
Feedback van ander<strong>en</strong> wordt vermed<strong>en</strong>,<br />
g<strong>en</strong>egeerd, niet naar geluisterd. Word<strong>en</strong> als<br />
vijandige aanvall<strong>en</strong> op je eig<strong>en</strong> persoonlijkheid<br />
gezi<strong>en</strong><br />
Je b<strong>en</strong>t ervan overtuigd dat ander<strong>en</strong> je, zodra ze<br />
je echt k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, niet mog<strong>en</strong> <strong>en</strong> je af zull<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong>;<br />
daarom verberg je je ware zelf <strong>en</strong> probeer je e<strong>en</strong><br />
beeld van jezelf op te houd<strong>en</strong> dat volg<strong>en</strong>s jou door<br />
ander<strong>en</strong> gewaardeerd zal word<strong>en</strong><br />
Je vermijdt <strong>en</strong> besteedt ge<strong>en</strong> aandacht aan de<br />
reacties, ideeën <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s van ander<strong>en</strong>; je weet<br />
ge<strong>en</strong> raad met of klapt dicht bij gevoelsuiting<strong>en</strong><br />
van ander<strong>en</strong>; je wijst andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> af <strong>en</strong><br />
probeert ze te overtroev<strong>en</strong>; je weigert naar hun<br />
reacties op jouw gedrag te luister<strong>en</strong><br />
Je beoordeelt het gedrag van de ander,<br />
communiceert dat de ander voor jou niet<br />
acceptabel is <strong>en</strong> toont minachting voor de ander<br />
als persoon<br />
Op<strong>en</strong><br />
Het gaat over de gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
gevoel<strong>en</strong>s van één persoon<br />
Het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong> of<br />
de nabije toekomst wordt<br />
besprok<strong>en</strong><br />
Het gesprek gaat<br />
over de relatie<br />
tuss<strong>en</strong> twee<br />
person<strong>en</strong>.<br />
Het gesprek gaat<br />
over het hier<br />
<strong>en</strong> nu<br />
Je b<strong>en</strong>t je voortdur<strong>en</strong>d bewust van je<br />
gewaarwording<strong>en</strong>, interpretaties, je gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />
de neiging<strong>en</strong> die uit je gevoel<strong>en</strong>s voortkom<strong>en</strong><br />
Je conc<strong>en</strong>treert je <strong>en</strong> verwoordt je persoonlijke<br />
reacties (attitudes, waard<strong>en</strong>, voorkeur<strong>en</strong>,<br />
gevoel<strong>en</strong>s, beleving<strong>en</strong>, <strong>en</strong> observaties in het hier<br />
<strong>en</strong> nu); gevoel<strong>en</strong>s gev<strong>en</strong> nuttige informatie over<br />
het hier <strong>en</strong> nu<br />
Je vraagt ander<strong>en</strong> om feedback, luistert er naar<br />
<strong>en</strong> maakt er gebruik van om je meer bewust te<br />
word<strong>en</strong> van jezelf; feedback wordt beschouwd als<br />
e<strong>en</strong> waardevol middel om je eig<strong>en</strong> ontwikkeling <strong>en</strong><br />
effectiviteit te bevorder<strong>en</strong><br />
Je laat zi<strong>en</strong> dat je in je eig<strong>en</strong> capaciteit<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> gelooft; je praat, zonder<br />
opschepperij of valse bescheid<strong>en</strong>heid over je<br />
positieve eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; je begrijpt hoe je in het<br />
verled<strong>en</strong> van je eig<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> gebruik hebt<br />
gemaakt om je doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebt er alle<br />
vertrouw<strong>en</strong> in dat je dit in de toekomst weer zal<br />
do<strong>en</strong><br />
Je luistert naar <strong>en</strong> vraagt om reacties, gedacht<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s van ander<strong>en</strong>; je b<strong>en</strong>t geïnteresseerd<br />
in <strong>en</strong> b<strong>en</strong>t ontvankelijk voor wat ander<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> voel<strong>en</strong>; je laat merk<strong>en</strong> dat je voor 100% met ze<br />
wil sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>; je maakt duidelijk, ook als je het<br />
niet met ze e<strong>en</strong>s b<strong>en</strong>t, dat je hun waarde <strong>en</strong> sterke<br />
punt<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>t; je vraagt ander<strong>en</strong> naar hun visie<br />
op jouw gedrag<br />
Je reageert, zonder te oordel<strong>en</strong>, op het gedrag van<br />
de ander, communiceert dat de ander acceptabel<br />
is, je waardeert de ander als persoon<br />
3.17 Het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><br />
Het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hoog niveau van vertrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />
groepsled<strong>en</strong> vormt e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel onderdeel van de effectiviteit van e<strong>en</strong> groep. Hoe meer<br />
de groepsled<strong>en</strong> elkaar vertrouw<strong>en</strong>, hoe effectiever de sam<strong>en</strong>werking (Deutsch , 1962, 1973;<br />
Johnson, 1974). Groepsled<strong>en</strong> die elkaar in hoge mate vertrouw<strong>en</strong> zijn op<strong>en</strong>hartig <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
hun gedacht<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s, reacties, opinies, k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ideeën tot uitdrukking (Johnson, 2006).<br />
Is het onderling vertouw<strong>en</strong> gering? De groepsled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> elkaar ontwijk<strong>en</strong>, zijn onoprecht <strong>en</strong><br />
houd<strong>en</strong> weinig rek<strong>en</strong>ing met elkaar. Vertrouw<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> stabiele persoonlijkheidseig<strong>en</strong>schap.<br />
Vertrouw<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> dynamisch verschijnsel dat afhankelijk van het do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
groepslid groeit of afneemt.
94 Groepsdynamica<br />
Vertrouw<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> woord dat iedere<strong>en</strong> gebruikt, maar het blijkt e<strong>en</strong> complex <strong>en</strong> moeilijk te<br />
definiër<strong>en</strong> begrip. Deutsch heeft e<strong>en</strong> van de meest duidelijke omschrijving<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>:<br />
1. Je bevindt je in e<strong>en</strong> situatie waarin de keuze om e<strong>en</strong> ander te vertrouw<strong>en</strong> zowel positieve<br />
als negatieve gevolg<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>. Je b<strong>en</strong>t je er van bewust dat je e<strong>en</strong> risico loopt.<br />
2. Je realiseert je dat de positieve of negatieve gevolg<strong>en</strong> voortkom<strong>en</strong> uit het do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> ander.<br />
3. Je verwacht dat het verlies groter zal zijn dan de winst. Met andere woord<strong>en</strong>, je verwacht<br />
dat de mogelijke negatieve gevolg<strong>en</strong> zwaarder zull<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> dan de positieve.<br />
4. Je verwacht dat de ander zich zo zal gedrag<strong>en</strong> dat de gevolg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief karakter zull<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>.<br />
Klinkt ingewikkeld, niet? Vertrouw<strong>en</strong> is gewoon ge<strong>en</strong> simpel iets. Het is e<strong>en</strong> complex<br />
begrip dat zich moeilijk laat uitlegg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld ter verduidelijking: stel je maakt deel<br />
uit van e<strong>en</strong> coöperatieve groep die e<strong>en</strong> probleem probeert op te loss<strong>en</strong>. Je neemt deel aan de<br />
discussie, in de wet<strong>en</strong>schap dat je positieve gevolg<strong>en</strong> ervaart (wint) als je met goede ideeën<br />
komt die de andere groepsled<strong>en</strong> overnem<strong>en</strong>, maar met negatieve gevolg<strong>en</strong> (verlies) te mak<strong>en</strong><br />
krijgt als je om je ideeën uitgelach<strong>en</strong> <strong>en</strong> gekleineerd wordt. Of je wint of verliest hangt af van<br />
het gedrag van de andere groepsled<strong>en</strong>. De pijn van het uitgelach<strong>en</strong> word<strong>en</strong> is int<strong>en</strong>ser dan de<br />
voldo<strong>en</strong>ing die je voelt als je ideeën op prijs word<strong>en</strong> gesteld. Toch verwacht je dat de andere<br />
groepsled<strong>en</strong> jouw ideeën in overweging zull<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze zull<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong>.<br />
3.17.1 Het opbouw<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><br />
Het onderlinge vertrouw<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> groep nodig heeft om effectief te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong><br />
wordt door middel van e<strong>en</strong> reeks vertrouw<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> betrouwbare acties tot stand<br />
gebracht (zie figuur 3.4). Als groepslid A het risico neemt <strong>en</strong> informatie over zichzelf onthult,<br />
dan kan hij of zij bevestigd of misk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, afhankelijk van het feit of groepslid B<br />
accepter<strong>en</strong>d of afwijz<strong>en</strong>d reageert. Als groepslid B zich accepter<strong>en</strong>d, steun<strong>en</strong>d <strong>en</strong> coöperatief<br />
opstelt, dan kan hij of zij bevestigd of misk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, afhankelijk van het feit of groepslid<br />
A op<strong>en</strong>hartig dan wel geslot<strong>en</strong> reageert.<br />
De bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong> zijn (1) op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> del<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2) acceptatie, steun <strong>en</strong><br />
coöperatieve bedoeling<strong>en</strong>. Op<strong>en</strong>heid bestaat uit het k<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> van ideeën, gedacht<strong>en</strong>,<br />
gevoel<strong>en</strong>s, reacties <strong>en</strong> informatie over het vraagstuk waar de groep zich mee bezighoudt.<br />
Del<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dat je ander<strong>en</strong> de mogelijkheid geeft om gebruik te mak<strong>en</strong> van de<br />
material<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> waarover je beschikt. Acceptatie is het communicer<strong>en</strong> van respect<br />
voor de ander <strong>en</strong> zijn of haar bijdrag<strong>en</strong> aan de groep. Steun<strong>en</strong> houdt in dat je de ander<br />
laat wet<strong>en</strong> dat je zijn of haar sterke punt<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>t <strong>en</strong> er van overtuigd b<strong>en</strong>t dat hij of zij<br />
over de capaciteit<strong>en</strong> beschikt om de situatie tot e<strong>en</strong> goed einde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Coöperatieve<br />
bedoeling<strong>en</strong> bestaan uit de verwachting dat je je coöperatief zal opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat alle andere<br />
groepsled<strong>en</strong>, om de groepsdoel<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>, hetzelfde zull<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />
Onderling vertrouw<strong>en</strong> wordt opgebouwd door middel van het nem<strong>en</strong> van risico’s <strong>en</strong> het<br />
gev<strong>en</strong> van bevestiging <strong>en</strong> afgebrok<strong>en</strong> door middel van het nem<strong>en</strong> van risico’s <strong>en</strong> misk<strong>en</strong>ning.<br />
Vertrouw<strong>en</strong> is onmogelijk zonder het nem<strong>en</strong> van risico’s, ook de onderlinge relaties tuss<strong>en</strong><br />
de groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich niet ontwikkel<strong>en</strong>. Het opbouw<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong> verloopt als<br />
volgt:<br />
1. Persoon A neemt e<strong>en</strong> risico door zijn gedacht<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis, conclusies, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties<br />
met betrekking tot de actuele situatie te onthull<strong>en</strong>.<br />
2. Persoon B reageert met acceptatie, steun <strong>en</strong> coöperativiteit, <strong>en</strong> onthult ook zijn eig<strong>en</strong><br />
gedacht<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis, conclusies, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de situatie.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
95<br />
Niveau van acceptatie, steun<br />
<strong>en</strong> coöperativiteit is hoog<br />
Niveau van acceptatie, steun<br />
<strong>en</strong> coöperativiteit is laag<br />
Niveau van op<strong>en</strong>heid<br />
<strong>en</strong> del<strong>en</strong> is hoog<br />
Persoon A<br />
Persoon B<br />
Vertrouw<strong>en</strong>d<br />
Bevestigd<br />
Betrouwbaar<br />
Bevestigd<br />
Persoon A<br />
Persoon B<br />
Vertrouw<strong>en</strong>d<br />
Misk<strong>en</strong>d<br />
Onbetrouwbaar<br />
Ge<strong>en</strong> risico<br />
Niveau van op<strong>en</strong>heid<br />
<strong>en</strong> del<strong>en</strong> is laag<br />
Persoon A<br />
Persoon B<br />
Wantrouw<strong>en</strong>d<br />
Ge<strong>en</strong> risico<br />
Betrouwbaar<br />
Misk<strong>en</strong>d<br />
Persoon A<br />
Persoon B<br />
Wantrouw<strong>en</strong>d<br />
Ge<strong>en</strong> risico<br />
Onbetrouwbaar<br />
Ge<strong>en</strong> risico<br />
Figuur 3.4<br />
De dynamiek van onderling vertrouw<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> andere manier om vertrouw<strong>en</strong> op te bouw<strong>en</strong> is:<br />
1. Persoon B communiceert acceptatie, steun <strong>en</strong> coöperativiteit naar Persoon A.<br />
2. Persoon A reageert met het onthull<strong>en</strong> van zijn gedacht<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis, conclusies, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />
reacties t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de actuele situatie.<br />
3.17.2 Vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrouwbaar zijn<br />
Het vertrouw<strong>en</strong>sniveau in e<strong>en</strong> groep verandert voortdur<strong>en</strong>d, al naargelang het vermog<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de bereidheid van de groepsled<strong>en</strong> om zich vertrouw<strong>en</strong>d <strong>en</strong> betrouwbaar op te stell<strong>en</strong>.<br />
Vertrouw<strong>en</strong>d gedrag kan gedefinieerd word<strong>en</strong> als de bereidheid om het risico te nem<strong>en</strong><br />
(het kan positieve of negatieve gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>) om zich teg<strong>en</strong>over de andere groepsled<strong>en</strong><br />
kwetsbaar te mak<strong>en</strong>. Specifieker: vertrouw<strong>en</strong>d gedrag bestaat uit op<strong>en</strong>hartigheid over onszelf<br />
<strong>en</strong> de bereidheid om ander<strong>en</strong> te accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> te steun<strong>en</strong>. Betrouwbaar gedrag kan<br />
omschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als de bereidheid om zodanig op het door de andere g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> risico’s te<br />
reager<strong>en</strong> dat het voor de ander positieve gevolg<strong>en</strong> heeft. Dit betek<strong>en</strong>t dat we het vertrouw<strong>en</strong><br />
dat de ander in ons stelt, aanvaard<strong>en</strong>. Dat we de bijdrag<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t niet dat we het met alles wat ze zegg<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s hoev<strong>en</strong> te zijn. We<br />
kunn<strong>en</strong> tegelijkertijd andere ideeën of teg<strong>en</strong>overgestelde standpunt<strong>en</strong> poner<strong>en</strong>.<br />
Acceptatie is uiterst belangrijk. Het accepter<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> begint meestal bij het<br />
accepter<strong>en</strong> van jezelf. De groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elkaar alle<strong>en</strong> volledig accepter<strong>en</strong> als zij<br />
zichzelf accepter<strong>en</strong>. Acceptatie neemt onze angst t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van ons kwetsbaar opstell<strong>en</strong><br />
weg. Def<strong>en</strong>sieve gevoel<strong>en</strong>s van angst <strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> blokker<strong>en</strong> ons functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
ontwikkel<strong>en</strong> van constructieve relaties. De frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de int<strong>en</strong>siteit van onze deelname<br />
aan de groep nem<strong>en</strong> af als we ons niet geaccepteerd voel<strong>en</strong>. Elk groepslid moet in staat zijn<br />
om acceptatie, steun <strong>en</strong> coöperativiteit te communicer<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> dan ontstaat er onderling<br />
vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de relaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> zich verdiep<strong>en</strong>.<br />
Wat is de sleutel tot vertrouw<strong>en</strong> ? Betrouwbaar zijn. Hoe meer we ander<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> steun<strong>en</strong>, hoe groter de kans dat zij op<strong>en</strong>hartig word<strong>en</strong> over hun gedacht<strong>en</strong>, ideeën,<br />
theorieën, conclusies, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties. En, hoe betrouwbaarder onze reactie op de<br />
op<strong>en</strong>hartigheid van e<strong>en</strong> ander, hoe persoonlijker de ander <strong>en</strong> de relatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Wil<br />
je meer vertrouw<strong>en</strong>? Zorg ervoor dat ander<strong>en</strong> jou meer kunn<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>.
96 Groepsdynamica<br />
3.17.3 Afbrek<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><br />
Vertrouw<strong>en</strong> kan zich alle<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> als we ons kwetsbaar opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> afwacht<strong>en</strong> of<br />
de ander misbruik zal mak<strong>en</strong> van onze kwetsbaarheid. Om het onderlinge vertrouw<strong>en</strong> te<br />
vergrot<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> we dit zeer vaak herhal<strong>en</strong>. Aan de andere kant hoeft ons vertrouw<strong>en</strong> vaak<br />
maar één keer beschaamd te word<strong>en</strong> om ons wantrouw<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> kan zeer<br />
hardnekkig zijn. Gevoel<strong>en</strong>s van wantrouw<strong>en</strong> zijn hardnekkig omdat we gelov<strong>en</strong> dat, ondanks<br />
de poging<strong>en</strong> van de ander om het weer goed te mak<strong>en</strong>, ons vertouw<strong>en</strong> in de toekomst weer<br />
beschaamd zal word<strong>en</strong>. Welke gevolg<strong>en</strong> heeft wantrouw<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> groep ? De inzet voor het<br />
realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> neemt af, de <strong>sociale</strong> passiviteit neemt toe, de competitiedrang<br />
onder de groepsled<strong>en</strong> neemt toe <strong>en</strong> er ontstaan destructieve conflict<strong>en</strong>. Wanneer ontstaat er<br />
wantrouw<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groep? Als groepsled<strong>en</strong> de op<strong>en</strong>hartigheid van e<strong>en</strong> van h<strong>en</strong> afwijz<strong>en</strong>,<br />
belachelijk mak<strong>en</strong> of misprijz<strong>en</strong>. Welke vorm<strong>en</strong> kan afwijzing aannem<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> grap mak<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> koste van de ander, lach<strong>en</strong> om persoonlijke onthulling<strong>en</strong>, moraliser<strong>en</strong> over het gedrag van<br />
de ander, oordel<strong>en</strong> of er met e<strong>en</strong> strak gezicht het zwijg<strong>en</strong> toe do<strong>en</strong>. De andere groepsled<strong>en</strong><br />
zull<strong>en</strong> hun mond houd<strong>en</strong>, het onderlinge vertrouw<strong>en</strong> neemt af. Er ontstaat ook wantrouw<strong>en</strong><br />
als de op<strong>en</strong>hartigheid van e<strong>en</strong> groepslid niet door de andere groepsled<strong>en</strong> beantwoord wordt.<br />
En t<strong>en</strong> slotte, er ontstaat wantrouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> groepslid weigert om op<strong>en</strong>hartig te zijn. Als e<strong>en</strong><br />
groepslid zich accepter<strong>en</strong>d opstelt <strong>en</strong> andere groepsled<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> op hun hoede,<br />
dan zal hij of zij zich misk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> afgewez<strong>en</strong> voel<strong>en</strong>.<br />
Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.8<br />
Definities<br />
Zoek voor elk begrip de juiste definitie op. Zoek e<strong>en</strong> partner <strong>en</strong> (1) vergelijk jullie antwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2)<br />
bespreek de red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor je antwoord<strong>en</strong>.<br />
1. Op<strong>en</strong>heid a. De bereidheid om je kwetsbaar op te stell<strong>en</strong> in de groep met het risico dat dit behalve positieve<br />
ook negatieve gevolg<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>.<br />
2. Del<strong>en</strong> b. De ander lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat je zijn of haar sterke punt<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>t <strong>en</strong> gelooft dat hij of zij capabel<br />
g<strong>en</strong>oeg is om de situatie op e<strong>en</strong> productieve manier te hanter<strong>en</strong>.<br />
3. Acceptatie c. De verwachting dat jij met het oog op het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> je coöperatief zal<br />
opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat alle andere groepsled<strong>en</strong> hetzelfde zull<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />
4. Steun d. Het del<strong>en</strong> van informatie, gedacht<strong>en</strong>, ideeën, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het<br />
vraagstuk waarmee de groep bezig is.<br />
5. Coöperatieve int<strong>en</strong>ties e. De bereidheid om zodanig op het nem<strong>en</strong> van risico’s van e<strong>en</strong> ander groepslid te reager<strong>en</strong> dat<br />
de ander er positieve gevolg<strong>en</strong> van ondervindt.<br />
6. Betrouwbaar gedrag f. Lat<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> dat je veel respect hebt voor de ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun bijdrag<strong>en</strong> aan de groep.<br />
7. Vertrouw<strong>en</strong>d gedrag g. In het kader van het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> bied je de ander<strong>en</strong> aan om gebruik te<br />
mak<strong>en</strong> van de material<strong>en</strong> <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> waar jij de beschikking over hebt.<br />
3.17.4 Het herstell<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><br />
Hoe kan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal verlor<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> hersteld word<strong>en</strong>? Hieronder volg<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
bruikbare richtlijn<strong>en</strong>. Om het vertrouw<strong>en</strong> te herstell<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>:<br />
1. de positieve resultaat<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> vergrot<strong>en</strong> door doel<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong> die de groepsled<strong>en</strong><br />
in die mate aansprek<strong>en</strong> dat alle groepsled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> meewerk<strong>en</strong> om ze te realiser<strong>en</strong>;
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
97<br />
2. de middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> vergrot<strong>en</strong> zodat het iedere<strong>en</strong> duidelijk wordt dat het<br />
niemand zal lukk<strong>en</strong> om op zijn of haar eig<strong>en</strong> houtje de doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>;<br />
3. op<strong>en</strong>lijk <strong>en</strong> systematisch blijk gev<strong>en</strong> van hun coöperatieve int<strong>en</strong>ties;<br />
4. de geloofwaardigheid nieuw lev<strong>en</strong> inblaz<strong>en</strong> door er voor te zorg<strong>en</strong> dat het gedrag aansluit<br />
bij de onder woord<strong>en</strong> gebrachte int<strong>en</strong>ties. De groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zich te all<strong>en</strong> tijde aan<br />
hun woord houd<strong>en</strong>;<br />
5. absoluut <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t betrouwbaar zijn in hun contact<strong>en</strong> met andere groepsled<strong>en</strong>. Het<br />
is van ess<strong>en</strong>tieel belang dat de andere groepsled<strong>en</strong> gesteund <strong>en</strong> geaccepteerd word<strong>en</strong>;<br />
6. van tijd tot tijd hun nek uitstek<strong>en</strong> door zich vertrouw<strong>en</strong>d te gedrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich kwetsbaar<br />
op te stell<strong>en</strong>;<br />
7. zich oprecht <strong>en</strong> onmiddellijk verontschuldig<strong>en</strong> als ze zich onopzettelijk minder betrouwbaar<br />
hebb<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>;<br />
8. ernaar strev<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> ‘onbuigzame maar rechtvaardige’ reputatie op te bouw<strong>en</strong> door:<br />
a. in eerste instantie <strong>en</strong> periodiek op groepsled<strong>en</strong> die zich competitief opstell<strong>en</strong> op<br />
coöperatieve wijze te reager<strong>en</strong> (zelfs als zij van tevor<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat deze groepsled<strong>en</strong><br />
van plan zijn om de concurr<strong>en</strong>tie aan te gaan);<br />
b. e<strong>en</strong> leer-om-leerstrategie te gebruik<strong>en</strong>, als de ander<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> wedijver<strong>en</strong>, die aansluit<br />
bij het gedrag van de ander. De competitieve groepsled<strong>en</strong> gaan zich mogelijk<br />
coöperatiever opstell<strong>en</strong> als zij zich realiser<strong>en</strong> dat hun instelling zelfondermijn<strong>en</strong>d<br />
werkt <strong>en</strong> tot mislukk<strong>en</strong> gedoemd is.<br />
3.17.5 Gepast vertrouw<strong>en</strong><br />
Niemand vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> zijn twee uiterst<strong>en</strong> die ev<strong>en</strong> ongepast zijn.<br />
Waarom is het beter om niet iedere<strong>en</strong> te vertrouw<strong>en</strong>? Omdat er mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn waarop<br />
het niet raadzaam is om e<strong>en</strong> ander te vertell<strong>en</strong> wat je gedacht<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties zijn.<br />
Er bestaan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die je vertrouw<strong>en</strong> bescham<strong>en</strong> als je je kwetsbaar opstelt. Als je weer te<br />
mak<strong>en</strong> krijgt met e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t die je in het verled<strong>en</strong> geme<strong>en</strong> <strong>en</strong> vijandig behandeld heeft,<br />
dan is het niet verstandig om je vertrouw<strong>en</strong>d op te stell<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>, als je de<br />
vaardigheid van het opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van vertouw<strong>en</strong> wilt ler<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong>,<br />
moet je onderscheid kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> situaties waarin je e<strong>en</strong> ander wel <strong>en</strong> waarin je<br />
e<strong>en</strong> ander niet kunt vertrouw<strong>en</strong>.<br />
3.17.6 Vertrouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> zichzelf waarmak<strong>en</strong>de voorspelling<br />
Tom gaat naar e<strong>en</strong> nieuwe groep, hij verwacht dat de ander<strong>en</strong> hem niet zull<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
af zull<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong>. Hij is dan ook zeer op zijn hoede <strong>en</strong> achterdochtig. Zijn gedrag heeft tot<br />
gevolg dat de groepsled<strong>en</strong> zich terugtrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander gezelschap zoek<strong>en</strong>. ‘Zie je wel dat<br />
ze me niet mog<strong>en</strong>,’ is Toms reactie. Susan, ook e<strong>en</strong> nieuw lid van de groep verwacht dat de<br />
ander<strong>en</strong> sympathiek, vri<strong>en</strong>delijk <strong>en</strong> betrouwbaar zull<strong>en</strong> zijn. Zij gedraagt zich vri<strong>en</strong>delijk<br />
<strong>en</strong> warm, is op<strong>en</strong>hartig over haar gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> accepteert <strong>en</strong> steunt de andere<br />
groepsled<strong>en</strong>. De andere groepsled<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> aan haar verwachting<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> zichzelf waarmak<strong>en</strong>de voorspelling is in eerste instantie e<strong>en</strong> onjuiste definitie<br />
van e<strong>en</strong> situatie die nieuw gedrag oproept, gedrag dat maakt dat de situatie aan de aanvankelijk<br />
verkeerde verwachting<strong>en</strong> beantwoordt. De veronderstelling<strong>en</strong> die je over andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
hebt <strong>en</strong> het gedrag dat daaruit voortvloeit, heeft vaak invloed op de wijze waarop andere<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op je reager<strong>en</strong>. Meestal conformer<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich aan de verwachting<strong>en</strong> die ander<strong>en</strong><br />
van h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Als andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het idee hebb<strong>en</strong> dat je ze niet vertrouwt <strong>en</strong> jij verwacht<br />
dat ze jouw vertrouw<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> bescham<strong>en</strong>, dan do<strong>en</strong> ze dat vaak. Als zij gelov<strong>en</strong> dat je h<strong>en</strong><br />
vertrouwt <strong>en</strong> jij verwacht dat zij betrouwbaar zull<strong>en</strong> zijn, dan zijn ze dat vaak. Er is veel voor<br />
te zegg<strong>en</strong> om ervan uit te gaan dat ander<strong>en</strong> betrouwbaar zijn.
98 Groepsdynamica<br />
3.17.7 Snel of traag van vertrouw<strong>en</strong>?<br />
Zoals gezegd, vertrouw<strong>en</strong> bestaat in relaties, niet in m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Toch zijn er poging<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong><br />
om er achter te kom<strong>en</strong> of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in de bereidheid om andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te<br />
vertrouw<strong>en</strong>. Rotter (1971) heeft de Interpersonal Trust Scale ontwikkeld om onderscheid te<br />
kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>eigd zijn om ander<strong>en</strong> te vertouw<strong>en</strong> (‘Ik ga ervan uit<br />
dat ander<strong>en</strong> te vertrouw<strong>en</strong> zijn totdat zij het teg<strong>en</strong>deel bewijz<strong>en</strong>’) <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die de neiging<br />
hebb<strong>en</strong> om ander<strong>en</strong> te wantrouw<strong>en</strong> (‘Ik ga ervan uit dat e<strong>en</strong> ander niet te vertrouw<strong>en</strong> is<br />
totdat hij of zij het teg<strong>en</strong>deel bewijst’). Van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die sterk de neiging hebb<strong>en</strong> om ander<strong>en</strong><br />
te vertrouw<strong>en</strong> , kan vergelek<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die deze neiging niet hebb<strong>en</strong>, gezegd word<strong>en</strong> dat<br />
zij (1) meer betrouwbaar zijn, (2) eerder bereid zijn om ander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede kans te gev<strong>en</strong>,<br />
meer respect hebb<strong>en</strong> voor de recht<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong>, meer geliefd zijn als het om vri<strong>en</strong>dschap<br />
gaat, <strong>en</strong> (3) minder snel lieg<strong>en</strong>, ongelukkig zijn, problematisch of onaangepast.<br />
Bruikbare richtlijn<strong>en</strong> met betrekking tot vertrouw<strong>en</strong><br />
1. Vertrouw<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> uiterst complex <strong>en</strong> moeilijk te bevatt<strong>en</strong> verschijnsel. Het kan <strong>en</strong>ige tijd dur<strong>en</strong> voordat<br />
je het volledig begrijpt .<br />
2. Vertrouw<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> aspect van relaties, niet van iemands persoonlijkheid. Hoewel sommige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van<br />
nature beter van vertrouw<strong>en</strong> zijn dan ander<strong>en</strong>, <strong>en</strong> sommige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> minder moeite hebb<strong>en</strong> om betrouwbaar te<br />
zijn dan ander<strong>en</strong>, is vertrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschijnsel dat zich tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet in m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> afspeelt.<br />
3. Tijd<strong>en</strong>s de contact<strong>en</strong> die twee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met elkaar hebb<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> zich voortdur<strong>en</strong>d verandering<strong>en</strong><br />
voor in het vertrouw<strong>en</strong> dat tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong> bestaat. Alles wat je doet heeft tot op zekere hoogte invloed op het<br />
vertrouw<strong>en</strong> dat er tuss<strong>en</strong> jou <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander bestaat.<br />
4. Het opbouw<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong> kost tijd, het afbrek<strong>en</strong> gaat heel snel. Het kan jar<strong>en</strong> dur<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> relatie<br />
e<strong>en</strong> solide vertrouw<strong>en</strong>sbasis te gev<strong>en</strong>. Met één destructieve daad kun je alles weer ongedaan mak<strong>en</strong>.<br />
5. Betrouwbaarheid is de sleutel tot vertrouw<strong>en</strong>. Ander<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> naarmate je meer acceptatie <strong>en</strong> steun toont,<br />
eerder g<strong>en</strong>eigd zijn om op<strong>en</strong>hartig over hun gedacht<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s, ideeën, theorieën, conclusies <strong>en</strong> reacties te<br />
vertell<strong>en</strong>. Het contact kan zich steeds meer gaan verdiep<strong>en</strong> naarmate je betrouwbaarder op hun op<strong>en</strong>hartigheid<br />
reageert. Wil je meer vertrouw<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>? Word betrouwbaarder.<br />
6. Vertrouw<strong>en</strong> moet op zijn plaats zijn. Niemand vertouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>, zijn twee af te rad<strong>en</strong><br />
uiterst<strong>en</strong>.<br />
7. Door sam<strong>en</strong>werking stijgt, door competitie daalt het vertrouw<strong>en</strong>. Het vertrouw<strong>en</strong> bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die met<br />
elkaar sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, ligt meestal op e<strong>en</strong> hoger niveau dan bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die onderling wedijver<strong>en</strong>.<br />
8. Het ton<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrouwbaarheid in e<strong>en</strong> groep kan e<strong>en</strong> zichzelf waarmak<strong>en</strong>de voorspelling<br />
creër<strong>en</strong>. De door jou geprojecteerde verwachting<strong>en</strong> over vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vaak invloed op het<br />
gedrag dat andere groepsled<strong>en</strong> naar jou toe manifester<strong>en</strong>.
Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />
99<br />
Sam<strong>en</strong>vatting<br />
Groep<strong>en</strong> bestaan om e<strong>en</strong> bepaalde red<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> zich bij groep<strong>en</strong> aan omdat zij doel<strong>en</strong> will<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> die onhaalbaar<br />
zijn als zij het alle<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. De persoonlijke doel<strong>en</strong> van de individuele groepsled<strong>en</strong> zijn door middel van positieve<br />
<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> met elkaar verbond<strong>en</strong>. De groepsdoel<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>, motiver<strong>en</strong>, coördiner<strong>en</strong> <strong>en</strong> activer<strong>en</strong> het gedrag van<br />
de groepsled<strong>en</strong>. Bruikbare groepsdoel<strong>en</strong> zijn helder <strong>en</strong> operationeel. De positieve of negatieve resultat<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> groep<br />
behaalt, beïnvloedt het aspirati<strong>en</strong>iveau van de groep.<br />
De positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> vormt de basis voor de doelstelling<strong>en</strong> van de groep. De <strong>sociale</strong><br />
<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie is ontstaan uit de veldtheorie van Kurt Lewin <strong>en</strong> verder uitgewerkt door Morton Deutsch. Er zijn<br />
honderd<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> verricht die de validiteit van deze theorie bevestigd hebb<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> coöperatieve<br />
groep<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> competitieve groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele activiteit<strong>en</strong> anderzijds zijn: de prestaties ligg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoger<br />
niveau, de onderlinge relaties zijn positiever <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> meer betrokk<strong>en</strong>heid te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> de geestelijke gezondheid, het<br />
gevoel van eig<strong>en</strong>waarde <strong>en</strong> de <strong>sociale</strong> compet<strong>en</strong>ties van de groepsled<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoger niveau. De bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> goede sam<strong>en</strong>werking in e<strong>en</strong> groep zijn: positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, individuele verantwoordelijkheid, positieve<br />
interactie, <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepsrefl ectie.<br />
De mate waarin de groepsled<strong>en</strong> elkaar vertrouw<strong>en</strong>, vormt e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel onderdeel van de sam<strong>en</strong>werking. Vertrouw<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>t twee aspect<strong>en</strong>: vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> te vertrouw<strong>en</strong> zijn. Er ontstaat vertrouw<strong>en</strong> als we het risico nem<strong>en</strong> om<br />
e<strong>en</strong> ander met vertrouw<strong>en</strong> tegemoet te tred<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ander ons vertrouw<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> betrouwbare wijze beantwoordt. De<br />
sleutel tot vertrouw<strong>en</strong> is dat je zelf te vertrouw<strong>en</strong> b<strong>en</strong>t.<br />
De coöperatieve inspanning<strong>en</strong> waarmee e<strong>en</strong> groep haar doel<strong>en</strong> wil verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>, vereis<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>te, duidelijke <strong>en</strong><br />
accurate communicaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in staat zijn om helder <strong>en</strong> effectief te communicer<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> goed naar elkaar kunn<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>. Het fi jne daarvan leer je in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk.