17.05.2014 Views

3Groepsdoelen, sociale interdependentie en vertrouwen - Pearson ...

3Groepsdoelen, sociale interdependentie en vertrouwen - Pearson ...

3Groepsdoelen, sociale interdependentie en vertrouwen - Pearson ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>3Groepsdoel<strong>en</strong></strong>, <strong>sociale</strong><br />

<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong><br />

vertrouw<strong>en</strong><br />

In dit hoofdstuk definiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal begripp<strong>en</strong>. De belangrijkste vind je terug<br />

in de onderstaande lijst.<br />

Grondbegripp<strong>en</strong><br />

1. Doel<br />

2. Doelstructuur<br />

3. Groepsdoel<br />

4. Operationeel doel<br />

5. Aspirati<strong>en</strong>iveau<br />

6. Verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da<br />

7. Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />

8. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />

9. Concurrer<strong>en</strong><br />

10. Individuele activiteit<strong>en</strong><br />

11. Sociale beoordelingstheorie<br />

12. Groepscohesie<br />

13. Geestelijke gezondheid<br />

14. Rechtvaardige verdeling<br />

15. Belon<strong>en</strong> naar verdi<strong>en</strong>ste<br />

16. Gelijke beloning<br />

17. Belon<strong>en</strong> naar behoefte<br />

18. Vertrouw<strong>en</strong><br />

19. Vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

20. Betrouwbaarheid


56 Groepsdynamica<br />

Inleid<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong>ing<br />

Zoek e<strong>en</strong> medestud<strong>en</strong>t op die je niet zo goed k<strong>en</strong>t. Zoek van alle grondbegripp<strong>en</strong> uit<br />

dit hoofdstuk (zie p. 55) de pagina op waar het begrip beschrev<strong>en</strong> wordt, noteer het<br />

paginanummer, geef de definitie <strong>en</strong> bespreek deze sam<strong>en</strong>. Daarna zoek<strong>en</strong> jullie e<strong>en</strong> ander<br />

tweetal op <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong>. Zijn er verschill<strong>en</strong> van inzicht? Zoek de definitie<br />

van het begrip op <strong>en</strong> bespreek de omschrijving met elkaar, totdat jullie het e<strong>en</strong>s zijn over<br />

de omschrijving <strong>en</strong> de term begrijp<strong>en</strong>.<br />

3.1 Inleiding<br />

Aesopus vertelt het volg<strong>en</strong>de verhaal over e<strong>en</strong> man, vader van vier zoons. De vader houdt<br />

veel van h<strong>en</strong>, maar maakt zich veel zorg<strong>en</strong> omdat zij voortdur<strong>en</strong>d met elkaar overhoop<br />

ligg<strong>en</strong>. Wat hij ook probeert, ze gaan er gewoon mee door. ‘Hoe kan ik ze duidelijk mak<strong>en</strong><br />

dat ze verkeerd bezig zijn?’ vraagt de vader zich af. Op e<strong>en</strong> dag roept hij zijn zoons bij elkaar,<br />

hij laat h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bundel stokk<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraagt: ‘Wie van jullie kan deze bundel stokk<strong>en</strong><br />

brek<strong>en</strong>?’ Ze prober<strong>en</strong> het maar het lukt h<strong>en</strong> niet. De vader maakt de bundel los <strong>en</strong> geeft elke<br />

zoon e<strong>en</strong> stok. ‘Kun je deze wel brek<strong>en</strong>?’ Natuurlijk kunn<strong>en</strong> ze dat. De vader: ‘In je e<strong>en</strong>tje<br />

zijn jullie zwak <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> jullie net als deze stokk<strong>en</strong> gemakkelijk gebrok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Maar als<br />

jullie vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij elkaar blijv<strong>en</strong> dan zijn jullie ev<strong>en</strong> sterk als de bundel stokk<strong>en</strong>.’<br />

Sinds het ontstaan van de m<strong>en</strong>sheid zoek<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> elkaar op om doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong><br />

die voor e<strong>en</strong> afzonderlijk individu onhaalbaar zijn. Wat ons als soort van andere soort<strong>en</strong><br />

onderscheidt, is dat we kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.<br />

De wijz<strong>en</strong> waarop de doel<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> aan elkaar gerelateerd zijn, noem<strong>en</strong> we <strong>sociale</strong><br />

<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> . Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> vormt de kern van alle interacties tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking vormt de kern van de activiteit<strong>en</strong> van kleine groep<strong>en</strong>.<br />

Om effectief te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>, moet e<strong>en</strong> groep doel<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> waaraan alle<br />

led<strong>en</strong> zich verbind<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarvoor zij zich gezam<strong>en</strong>lijk inzett<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> twee stapp<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong>: (1) de operationele doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de weg<strong>en</strong> die naar de doel<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

duidelijk gespecificeerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> meetbaar zijn <strong>en</strong> (2) de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (zoals<br />

de sam<strong>en</strong>werking) moet gestructureerd word<strong>en</strong>. Beide stapp<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> basis van<br />

vertrouw<strong>en</strong> gezet word<strong>en</strong>. Vertrouw<strong>en</strong> is ess<strong>en</strong>tieel voor het succes (het bereik<strong>en</strong> van het<br />

doel) van e<strong>en</strong> groep. De complexe relaties tuss<strong>en</strong> deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong><br />

<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> – vorm<strong>en</strong> het onderwerp van dit hoofdstuk.<br />

Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.1<br />

Attitudes t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />

Deze oef<strong>en</strong>ing heeft twee doel<strong>en</strong>: (1) je meer bewust mak<strong>en</strong> van je eig<strong>en</strong> instelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

<strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> (2) de groep meer bewust mak<strong>en</strong> van de houding die de groepsled<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> aannem<strong>en</strong>. De procedure verloopt als volgt:<br />

1. Je vult zelfstandig de onderstaande vrag<strong>en</strong>lijst in.<br />

2. Je gebruikt de scoretabel om je eig<strong>en</strong> score te bepal<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s wordt het groeps gemiddelde<br />

op de drie schal<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d.<br />

3. E<strong>en</strong> groepsgesprek over de attitudes van de groepsled<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> inter dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

57<br />

Vrag<strong>en</strong>lijst <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />

Geef bij elke uitspraak aan in hoeverre deze globaal g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> opgaat. Vul in de tabel het cijfer in dat<br />

jouw gedrag het beste weergeeft.<br />

1 = nooit 4 = meestal<br />

2 = zeld<strong>en</strong> 5 = altijd<br />

3 = soms<br />

1. Ik vergelijk mijzelf graag met ander<strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong> wie het beste is.<br />

2. Voor mijn situatie geldt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot deel van de tijd zelfstandig werk<strong>en</strong>.<br />

3. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun ideeën <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> met elkaar del<strong>en</strong>.<br />

4. Voor mijn situatie geldt dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gemotiveerd zijn om uit te zoek<strong>en</strong> wie het meest geschikt<br />

is voor e<strong>en</strong> bepaalde opdracht.<br />

5. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> graag zelfstandig werk<strong>en</strong>.<br />

6. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> veel belangrijke ding<strong>en</strong> van elkaar ler<strong>en</strong>.<br />

7. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> elkaar will<strong>en</strong> overtroev<strong>en</strong>.<br />

8. Voor mijn situatie geldt dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het lastig vind<strong>en</strong> als zij met e<strong>en</strong> ander moet<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>.<br />

9. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> elkaar help<strong>en</strong> om goed werk af te lever<strong>en</strong>.<br />

10. Voor mijn situatie geldt dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gestimuleerd word<strong>en</strong> om beter te prester<strong>en</strong> dan de<br />

ander<strong>en</strong>.<br />

11. In mijn situatie is het zo dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> liever alle<strong>en</strong> dan met elkaar werk<strong>en</strong>.<br />

12. Voor mijn situatie geldt dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong> dat zij productiever zijn als ze met elkaar<br />

werk<strong>en</strong>.<br />

Competitief Individualistisch Coöperatief<br />

1. 2. 3.<br />

4. 5. 6.<br />

7. 8. 9.<br />

10. 11. 12.<br />

Totaal Totaal Totaal<br />

3.2 Wat is e<strong>en</strong> doel?<br />

Groep<strong>en</strong> bestaan om e<strong>en</strong> bepaald doel te bereik<strong>en</strong>. Het doel kan van alles zijn, e<strong>en</strong> betere<br />

muiz<strong>en</strong>val ontwerp<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> berg beklimm<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> wedstrijd winn<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort. E<strong>en</strong> doel is<br />

e<strong>en</strong> ideaal, iets waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naartoe will<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> situatie waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> veel waarde<br />

aan hecht<strong>en</strong>. Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> zorgt ervoor dat de doel<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> met<br />

elkaar verbond<strong>en</strong> zijn. Individuele doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich positief (sam<strong>en</strong>werking) of negatief<br />

(competitie) tot elkaar verhoud<strong>en</strong>, maar ze kunn<strong>en</strong> ook losstaan van elkaar (individualistische<br />

streving<strong>en</strong> ). E<strong>en</strong> positieve relatie tuss<strong>en</strong> individuele doelstelling<strong>en</strong> resulteert in e<strong>en</strong><br />

groepsdoel . E<strong>en</strong> groepsdoel is e<strong>en</strong> door de groepsled<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ste situatie. De groepsled<strong>en</strong><br />

zijn gemotiveerd om zich in te zett<strong>en</strong> voor het doel.<br />

Doel<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> intellectualistische of kille verschijnsel<strong>en</strong>. Zij kanaliser<strong>en</strong> de passies van<br />

de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong> h<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> groepsdoel schept e<strong>en</strong> aantrekkelijk toekomstbeeld<br />

dat alle<strong>en</strong> door e<strong>en</strong>drachtige sam<strong>en</strong>werking gerealiseerd kan word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> (toekomst)visie<br />

geeft e<strong>en</strong> ideaal <strong>en</strong> uniek beeld van de toekomst weer. De visie belichaamt de gevoel<strong>en</strong>s van


58 Groepsdynamica<br />

de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> zet h<strong>en</strong> aan tot gezam<strong>en</strong>lijke inspanning<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> toekomstvisie creëert e<strong>en</strong><br />

band tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>, zij ervar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke emotionele betrokk<strong>en</strong>heid.<br />

Waarom doel<strong>en</strong> belangrijk zijn<br />

1. Doel<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> richting aan ons gedrag. Zij stur<strong>en</strong>, kanaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> wat de groepsled<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />

2. Doel<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong> ons gedrag. Doel<strong>en</strong> zijn onze beweegred<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong> ons. Ge<strong>en</strong> doel, ge<strong>en</strong><br />

motivatie.<br />

3. Doel<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de basis voor het oploss<strong>en</strong> van conflict<strong>en</strong>. Confl ict<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opgelost<br />

word<strong>en</strong> omdat zij gezam<strong>en</strong>lijk iets will<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>.<br />

4. Zonder doel<strong>en</strong> kan het functioner<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep niet beoordeeld <strong>en</strong> geëvalueerd word<strong>en</strong>. Hoe<br />

moet<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> activiteit beoordel<strong>en</strong> als deze ge<strong>en</strong> doel heeft?<br />

3.2.1 Bestaan er groepsdoel<strong>en</strong>?<br />

Hebb<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> doel of zi<strong>en</strong> we in e<strong>en</strong> groep alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>heid aan<br />

individuele doel<strong>en</strong>? Over het antwoord op deze vraag discussieert de <strong>sociale</strong> psychologie<br />

al <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>. Veel sociaalwet<strong>en</strong>schappers zijn van m<strong>en</strong>ing dat e<strong>en</strong> groepsdoel<br />

uit e<strong>en</strong> combinatie van alle individuele doel<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> bestaat. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

lid van e<strong>en</strong> groep omdat zij bepaalde doel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die zij via hun groepslidmaatschap<br />

tot uitdrukking will<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of realiser<strong>en</strong>. Deze persoonlijke doel<strong>en</strong> staan e<strong>en</strong> groepslid<br />

niet altijd ev<strong>en</strong> duidelijk voor og<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> groepsbije<strong>en</strong>komst kunn<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> zich<br />

volledig bewust zijn van hun doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiev<strong>en</strong>, maar het is ook mogelijk dat ze zich<br />

gedeeltelijk of helemaal niet bewust zijn van hun doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> beweegred<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Lewin (1944) constateerde echter dat zich ook situaties voordo<strong>en</strong> waarin de groepsled<strong>en</strong><br />

zich eerder <strong>en</strong> optimaal voor het groepsresultaat of het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong><br />

in te zett<strong>en</strong> dan voor e<strong>en</strong> zo hoog mogelijk individueel resultaat of het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong><br />

van individuele doel<strong>en</strong>. Uit onderzoek<strong>en</strong> van Horowitz (1954) <strong>en</strong> Pepitone (1952) blijkt<br />

dat groepsled<strong>en</strong> gemotiveerd rak<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> groepsdoel te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> gevoel van<br />

persoonlijke voldo<strong>en</strong>ing aan overhoud<strong>en</strong> als de groep haar doel bereikt. Uit deze <strong>en</strong> andere<br />

onderzoek<strong>en</strong> concludeerde Emmy Pepitone (1980) dat het mogelijk is om het bestaan van<br />

groepsdoel<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>. Groepsdoel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> veel invloed op de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> in<br />

groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> funger<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal <strong>en</strong> vrijwel constant aanwezig thema, dat direct, als e<strong>en</strong><br />

objectief gegev<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar is. Groepsdoel<strong>en</strong> creër<strong>en</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>heid die we<br />

niet direct uit de individuele doelstelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aflez<strong>en</strong>. Uit meer rec<strong>en</strong>te studies (Matsui<br />

e.a., 1987; Mitchell & Silver , 1990) blijkt dat groepsdoel<strong>en</strong>, in vergelijking met individuele<br />

doel<strong>en</strong>, tot betere prestaties leid<strong>en</strong>, tot e<strong>en</strong> hogere acceptatiegraad van de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot<br />

meer sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>. Talrijke andere onderzoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> aangetoond<br />

dat groepsled<strong>en</strong> zich meer voor het groepsresultaat dan voor individuele resultat<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong><br />

als zij in e<strong>en</strong> situatie word<strong>en</strong> geplaatst waarin zij met andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>.<br />

We kunn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> definitief antwoord gev<strong>en</strong> op de vraag of groepsdoel<strong>en</strong> op zichzelf<br />

staande verschijnsel<strong>en</strong> of combinaties van individuele doel<strong>en</strong> zijn. De meest veilige conclusie<br />

is wellicht dat er zowel individuele <strong>en</strong> groepsdoel<strong>en</strong> bestaan <strong>en</strong> dat de groepsdoel<strong>en</strong> relevant<br />

zijn voor de individuele behoeft<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong>. En dat de groepsled<strong>en</strong> zowel hun<br />

eig<strong>en</strong> als de groepsdoel<strong>en</strong> nastrev<strong>en</strong>. De effectiviteit van de groep wordt bepaald door de<br />

mate waarin de groepsled<strong>en</strong> op hetzelfde mom<strong>en</strong>t aan het realiser<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

groepsdoel<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. Deze situatie wordt echter gecompliceerd door het feit dat de meeste<br />

individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> groep<strong>en</strong> diverse doel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, door het feit dat verschill<strong>en</strong>de groepsled<strong>en</strong>


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

59<br />

op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> voor og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> door het feit dat één<br />

groepslid hetzelfde doel op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d kan waarder<strong>en</strong>.<br />

Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.2<br />

Je eig<strong>en</strong> aan doel<strong>en</strong> gerelateerde gedrag<br />

Deze oef<strong>en</strong>ing richt zich op aan doel<strong>en</strong> gerelateerd gedrag in probleemoploss<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong>. Je<br />

gaat zelfstandig met de drie onderstaande vrag<strong>en</strong> aan de slag. Geef zo eerlijk mogelijk antwoord.<br />

Je kunt alle antwoord<strong>en</strong> die jouw gedrag k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> aankruis<strong>en</strong>. Formeer vervolg<strong>en</strong>s met twee<br />

medestud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> subgroep. Wissel elkaars antwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> het waarom van jullie antwoord<strong>en</strong><br />

uit. Probeer je zo goed mogelijk bewust te word<strong>en</strong> van je eig<strong>en</strong> gedrag in aan doel<strong>en</strong> gerelateerde<br />

situaties.<br />

1. Als ik lid b<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep die zich niet duidelijk bewust is van haar doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong><br />

om deze doel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>, dan<br />

o raak ik ongeïnteresseerd <strong>en</strong> heb ik ge<strong>en</strong> zin meer om te kom<strong>en</strong>;<br />

o vraag ik deg<strong>en</strong>e die als leider aangewez<strong>en</strong> is om er wat aan te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertel ik de groep<br />

wat ze zou moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>;<br />

o negeer ik de situatie <strong>en</strong> doe ik extra aardig teg<strong>en</strong> de ander<strong>en</strong>;<br />

o neem ik het woord <strong>en</strong> vertel ik de andere groepsled<strong>en</strong> wat de doel<strong>en</strong> van de groep zijn. Ik<br />

stel voor dat de led<strong>en</strong> de groepsdoel<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> rijtje zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> te hor<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />

wat ze moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> om deze doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>;<br />

o neem ik het initiatief tot e<strong>en</strong> groepsgesprek waarin de groepsdoel<strong>en</strong> verduidelijkt word<strong>en</strong>.<br />

Totdat elk lid e<strong>en</strong> helder beeld heeft van de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de acties die de groep<br />

moet ondernem<strong>en</strong> om deze doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.<br />

2. Als e<strong>en</strong> groepslid wel e<strong>en</strong> duidelijk beeld heeft van de groepsdoel<strong>en</strong> maar weinig inzet voor het<br />

bereik<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> lijkt te ton<strong>en</strong>, dan<br />

o wil ik niets meer met dit groepslid te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> ga ik hem of haar vermijd<strong>en</strong>;<br />

o steek ik de draak met dit groepslid totdat hij of zij meer inzet toont;<br />

o doe ik alsof er niets aan de hand is <strong>en</strong> doe ik aardig teg<strong>en</strong> hem of haar;<br />

o stel ik e<strong>en</strong> compromis voor: het groepslid gaat meer do<strong>en</strong> <strong>en</strong> de groep gaat minder van<br />

hem of haar verwacht<strong>en</strong>;<br />

o dan neem ik het initiatief tot e<strong>en</strong> groepsgesprek waarin de groepsdoel<strong>en</strong> aan de<br />

orde kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> opnieuw geformuleerd word<strong>en</strong>, zodat ze relevanter word<strong>en</strong> voor de<br />

groepsled<strong>en</strong>.<br />

3. Als ik lid b<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep waarin teg<strong>en</strong>strijdige opvatting<strong>en</strong> over de groepsdoel<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> of<br />

waarvan de led<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdige motiev<strong>en</strong> of behoeft<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, dan<br />

o trek ik me gewoon terug <strong>en</strong> wacht ik af tot ze hun m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> opgelost;<br />

o zeg ik teg<strong>en</strong> de begeleider dat hij of zij moet bepal<strong>en</strong> wie er gelijk heeft <strong>en</strong> wie niet.<br />

Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het bij het verkeerde eind hebb<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> verder hun mond houd<strong>en</strong>;<br />

o probeer ik de verschill<strong>en</strong> glad te strijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraag ik de ander<strong>en</strong> om aardig te zijn voor<br />

elkaar <strong>en</strong> over de verschill<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing te zwijg<strong>en</strong>;<br />

o stel ik e<strong>en</strong> 50/50-compromis voor waarin iedere<strong>en</strong> de helft krijgt van wat ze w<strong>en</strong>st<strong>en</strong>;<br />

o ga ik na op welke punt<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar zij elkaar beconcurrer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> geef ik de groep, op basis van mijn bevinding<strong>en</strong>, feedback. Op deze wijze probeer ik<br />

de bereidheid tot sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> te vergrot<strong>en</strong>;<br />

o neem ik het initiatief tot e<strong>en</strong> groepsgesprek over de verschill<strong>en</strong>de standpunt<strong>en</strong>, doel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> probeer ik e<strong>en</strong> oplossing te vind<strong>en</strong> die voor iedere<strong>en</strong><br />

acceptabel is.


60 Groepsdynamica<br />

3.3 Effectieve doel<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> doel kan alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerealiseerd als de groepsled<strong>en</strong> zich ervoor in will<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>.<br />

Er bestaan twee method<strong>en</strong> waarmee de betrokk<strong>en</strong>heid van de groepsled<strong>en</strong> gestimuleerd<br />

kan word<strong>en</strong>: (1) door er voor te zorg<strong>en</strong> dat de doelstelling<strong>en</strong> aan de in tabel 3.1 g<strong>en</strong>oemde<br />

criteria voldo<strong>en</strong>. 1 Effectieve doel<strong>en</strong> zijn specifiek (het is duidelijk wat er gedaan moet word<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> wat de volg<strong>en</strong>de stap is), meetbaar (de vordering<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zichtbaar gemaakt word<strong>en</strong>),<br />

vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitdaging, zijn relevant <strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich op compet<strong>en</strong>ties die overdraagbaar zijn<br />

naar andere situaties. En (2) door de groepsled<strong>en</strong> te betrekk<strong>en</strong> bij het formuler<strong>en</strong> van de<br />

doel<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> naarmate zij meer bij het creër<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>, meer het gevoel hebb<strong>en</strong> dat het hun eig<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> meer inzet ton<strong>en</strong>. Hoe<br />

meer groepsled<strong>en</strong> er bij het vaststell<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hoe beter de<br />

groepsdoel<strong>en</strong>, de motiev<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun beeld van wat er ondernom<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong><br />

op elkaar afgestemd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Andere factor<strong>en</strong> die de inzet <strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong>heid van<br />

de groepsled<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> zijn: de w<strong>en</strong>selijkheid van het doel (wat het de groepsled<strong>en</strong><br />

oplevert als het doel bereikt wordt) <strong>en</strong> de wijz<strong>en</strong> waarop de groepsled<strong>en</strong> met elkaar omgaan<br />

als zij bezig zijn om het doel te realiser<strong>en</strong> (sommige zijn leuker <strong>en</strong> int<strong>en</strong>siever dan andere).<br />

Tabel 3.1 Criteria voor effectieve doel<strong>en</strong><br />

K<strong>en</strong>merk van het doel<br />

Specifiek<br />

Traceerbaar <strong>en</strong> meetbaar<br />

Haalbaar <strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>d<br />

Relevant<br />

Overdracht<br />

Beschrijving van het k<strong>en</strong>merk<br />

De doel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> specifi ek zijn, zodat ze ge<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>s oproep<strong>en</strong> <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> plan voor het<br />

realiser<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> opgesteld kan word<strong>en</strong>. Concrete doelstelling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s aan wat de<br />

volg<strong>en</strong>de stap is.<br />

De led<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> in hoeverre de doel<strong>en</strong> gerealiseerd zijn. De doel<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

zodanig geoperationaliseerd dat de te nem<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> duidelijk <strong>en</strong> logisch zijn.<br />

De doel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>oeg zijn (de kans van slag<strong>en</strong> is 50 proc<strong>en</strong>t). De groep moet de<br />

doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> als de led<strong>en</strong> er hard g<strong>en</strong>oeg voor werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de mate als team<br />

operer<strong>en</strong>.<br />

De doel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> relevant zijn voor de belang<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

De led<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> het zinvolle doelstelling<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich persoonlijk voor het realiser<strong>en</strong> van de<br />

doel<strong>en</strong> will<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>.<br />

De doel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er op gericht zijn dat de groepsled<strong>en</strong> wat ze in de groep geleerd hebb<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> <strong>en</strong> overdrag<strong>en</strong> naar andere situaties. Welke vaardigheid e<strong>en</strong> groepslid zich<br />

vandaag ook eig<strong>en</strong> maakt, hij of zij moet deze morg<strong>en</strong> in andere situaties kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>.<br />

3.4 Heldere doel<strong>en</strong><br />

Of e<strong>en</strong> groep haar doel bereikt is afhankelijk van het feit of de groepsled<strong>en</strong> hun activiteit<strong>en</strong><br />

coördiner<strong>en</strong> <strong>en</strong> synchroniser<strong>en</strong>. Dat kunn<strong>en</strong> zij alle<strong>en</strong> als het doel <strong>en</strong> de acties die<br />

ondernom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het doel te bereik<strong>en</strong>, duidelijk zijn. De helderheid van<br />

e<strong>en</strong> doel wordt door e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> bepaald. Hoe specifiek, operationeel, werkbaar,<br />

meetbaar <strong>en</strong> waarneembaar is het doel? Enkele gedragspatron<strong>en</strong> die we bij vage doel<strong>en</strong><br />

1 In het Engels wordt er van START-doel<strong>en</strong> (Specific, Trackable, Achievable, Relevant, Transfer) of SMARTdoel<strong>en</strong><br />

gesprok<strong>en</strong> (Specific, Measurable, Achievable, Relevant, Transfer). In het Nederlandse taalgebied wordt<br />

ook de afkorting SMART gebruikt: Specifiek, Meetbaar, Actiegericht of Acceptabel, Realistisch of Relevant,<br />

Tijdgebond<strong>en</strong> of Transfer.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

61<br />

kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> zijn: veel spanning<strong>en</strong> in de groep, grapp<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> of doll<strong>en</strong>, irrelevante<br />

onderwerp<strong>en</strong> aanroer<strong>en</strong> <strong>en</strong> het neger<strong>en</strong> van goede ideeën. Vage doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> tot zinloze<br />

bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> waarin eindeloos over onbelangrijke zak<strong>en</strong> wordt gesprok<strong>en</strong> (Wright ,<br />

1979). Vrachtwag<strong>en</strong>chauffeurs die boomstamm<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> fabriek moest<strong>en</strong> transporter<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bij het inlad<strong>en</strong> te hor<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> dat zij ‘hun best moest<strong>en</strong> do<strong>en</strong>’ nam<strong>en</strong> ongeveer 60 proc<strong>en</strong>t<br />

van de toegestane lading mee. Later werd<strong>en</strong> zij er toe aangezet om 94 proc<strong>en</strong>t van het<br />

toegestane gewicht te lad<strong>en</strong>. Dat doel werd bereikt. Het verduidelijk<strong>en</strong> van het doel leverde<br />

e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke financiële besparing op (Latham & Baldes , 1975).<br />

3.5 Operationele doel<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> doel wordt duidelijker als het in operationele term<strong>en</strong> geformuleerd wordt. Operationele<br />

doel<strong>en</strong> zijn doel<strong>en</strong> met herk<strong>en</strong>bare, concrete stapp<strong>en</strong> die naar het doel moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>:<br />

waarneembaar, telbaar <strong>en</strong> specifiek. Bij niet-operationele doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> concrete<br />

acties ontdekk<strong>en</strong>, ze zijn niet-waarneembaar, niet-telbaar <strong>en</strong> ambigu. E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong><br />

operationeel doel: ‘Noem drie eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goed groepslid.’ En e<strong>en</strong> voorbeeld van<br />

e<strong>en</strong> niet-operationeel doel : ‘Trek conclusies over de theoretische <strong>en</strong> empirische bevinding<strong>en</strong><br />

met betrekking tot de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de effectieve acties van e<strong>en</strong> groepslid.’ Waarom<br />

is het eerste voorbeeld operationeel? Omdat je kunt wet<strong>en</strong> dat het doel bereikt is zodra<br />

je drie naar groepslidmaatschap verwijz<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> hebt opg<strong>en</strong>oemd. En waarom<br />

is het tweede voorbeeld niet-operationeel? Omdat het moeilijk te zegg<strong>en</strong> is wanneer het<br />

doel bereikt is. Sommige aanwijzing<strong>en</strong> die aangev<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> groep haar doel<strong>en</strong> bereikt<br />

heeft zijn duidelijker dan andere. In het doel van e<strong>en</strong> probleemoploss<strong>en</strong>de groep zull<strong>en</strong> we<br />

aanwijzing<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong> die het bereik<strong>en</strong> van het doel (winst, nieuwe led<strong>en</strong>, probleem<br />

opgelost) <strong>en</strong> het in stand houd<strong>en</strong> van de werkrelaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> (groepscohesie,<br />

effectieve communicatie, effectieve besluitvorming, onderling vertrouw<strong>en</strong>) weerspiegel<strong>en</strong>.<br />

Operationele doel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal voordel<strong>en</strong>. Zij bevorder<strong>en</strong> de communicatie tuss<strong>en</strong><br />

de groepsled<strong>en</strong> onderling maar ook de communicatie tuss<strong>en</strong> de groep <strong>en</strong> andere groep<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> doel moet zo geformuleerd word<strong>en</strong> dat het er in slaagt om duidelijk te mak<strong>en</strong> wat de<br />

groep wil bereik<strong>en</strong>. En deze communicatie is succesvol verlop<strong>en</strong> als iemand die er <strong>en</strong>igszins<br />

verstand van heeft op grond van het gedrag van de groep of het door de groep voortgebrachte<br />

product, kan bepal<strong>en</strong> of het doel bereikt is of niet. In de tweede plaats: operationele doel<strong>en</strong><br />

help<strong>en</strong> de groep bij het plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> van tak<strong>en</strong>. De groep kan de meest geschikte<br />

middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> method<strong>en</strong> selecter<strong>en</strong> die ze voor het uitvoer<strong>en</strong> van de tak<strong>en</strong> nodig heeft. En<br />

t<strong>en</strong> derde: operationele doel<strong>en</strong> vergemakkelijk<strong>en</strong> het evaluer<strong>en</strong> van het groepsproces <strong>en</strong> het<br />

groepsproduct. Aan de hand van de concrete criteria kan de groep haar vordering<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>.<br />

En t<strong>en</strong> slotte: conflict<strong>en</strong> over welke acties er door de groepsled<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> bij operationele doel<strong>en</strong> eerder langs rationele <strong>en</strong> analytische weg opgelost<br />

word<strong>en</strong>.<br />

Voor de meeste groep<strong>en</strong> geldt dat het niet altijd mogelijk is om vooraf heldere doel<strong>en</strong> te<br />

formuler<strong>en</strong>. Vaak vindt er discussie plaats over de gestelde doel<strong>en</strong> totdat de groepsled<strong>en</strong> het<br />

e<strong>en</strong>s zijn geword<strong>en</strong> over de wijze waarop de doel<strong>en</strong> geoperationaliseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Door deze discussies neemt de betrokk<strong>en</strong>heid van de groepsled<strong>en</strong> toe <strong>en</strong> vindt het doel meer<br />

acceptatie bij de led<strong>en</strong>. Des te meer tijd e<strong>en</strong> groep aan het verhelder<strong>en</strong> <strong>en</strong> operationaliser<strong>en</strong><br />

van haar doel<strong>en</strong> besteedt, des te minder tijd heeft ze nodig om haar doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.


62 Groepsdynamica<br />

3.6 Groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> aspirati<strong>en</strong>iveau<br />

Groepsdoel<strong>en</strong> reflecter<strong>en</strong> de aspiraties van de led<strong>en</strong>. Het aspirati<strong>en</strong>iveau bestaat uit het<br />

compromis tuss<strong>en</strong> het beoogde ideaal <strong>en</strong> realistische verwachting<strong>en</strong>. Kurt Lewin <strong>en</strong> zijn<br />

medewerkers (Lewin e.a., 1944) ontwikkeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> theorie over de wijze waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

doel<strong>en</strong> voor zichzelf <strong>en</strong> hun groep<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Hun theorie gaat ervan uit dat ons in e<strong>en</strong><br />

bepaalde situatie e<strong>en</strong> bepaald resultaat voor og<strong>en</strong> staat (bijvoorbeeld e<strong>en</strong> 7 voor e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>),<br />

<strong>en</strong> dat we dit doel, afhankelijk van de uitkomst, naar bov<strong>en</strong> of b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> gaan bijstell<strong>en</strong>. Als we<br />

voor de eerste twee t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> 9 hal<strong>en</strong> dan kunn<strong>en</strong> we naar e<strong>en</strong> 9 gaan strev<strong>en</strong>, hal<strong>en</strong> we<br />

twee zess<strong>en</strong> dan kan e<strong>en</strong> 6 ons strev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Door de ervaring<strong>en</strong> die we opdo<strong>en</strong> gaan we<br />

onze verwachting<strong>en</strong> afstemm<strong>en</strong> op de realiteit.<br />

Ook groep<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> aspirati<strong>en</strong>iveaus. Alvin Zander verrichtte e<strong>en</strong> aantal onder -<br />

zoek<strong>en</strong> bij zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de populaties, variër<strong>en</strong>d van jeugdige honkbalteams (Zander<br />

& Medow , 1963) tot e<strong>en</strong> afdeling van United Fund (e<strong>en</strong> organisatie die geld inzamelt <strong>en</strong><br />

dat vervolg<strong>en</strong>s aan bepaalde doel<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>kt) (Zander , 1971). Hij toonde aan dat groep<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>igszins optimistische doelstelling<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> die ze herzi<strong>en</strong> zodra hun resultat<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d<br />

zijn. Zij verhog<strong>en</strong> hun aspirati<strong>en</strong>iveau meer als de resultat<strong>en</strong> beter uitvall<strong>en</strong> dan dat zij het<br />

verlag<strong>en</strong> als de resultat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>. In het United Fund-onderzoek verlaagde slechts 40<br />

proc<strong>en</strong>t van de afdeling<strong>en</strong> die het streefbedrag niet hadd<strong>en</strong> gehaald het streefbedrag voor<br />

het kom<strong>en</strong>de jaar. Terwijl van de afdeling<strong>en</strong> die wel het gew<strong>en</strong>ste resultaat bereikt<strong>en</strong> 80<br />

proc<strong>en</strong>t het streefbedrag verhoogde. In de meeste situaties kan deze optimistische vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>heid<br />

e<strong>en</strong> positief effect hebb<strong>en</strong> maar er zijn ook situaties d<strong>en</strong>kbaar waarin de <strong>en</strong>e<br />

na de andere mislukking optreedt. Als e<strong>en</strong> weinig succesvolle afdeling van het United Fund<br />

jaar na jaar te optimistische doelstelling<strong>en</strong> kiest, dan kan dit e<strong>en</strong> negatieve uitwerking op<br />

de stemming in <strong>en</strong> het plezier <strong>en</strong> de efficiëntie van de groep hebb<strong>en</strong>.<br />

3.7 Verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s<br />

E<strong>en</strong>sluid<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over wat de doelstelling<strong>en</strong> van de groep zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn,<br />

bevorder<strong>en</strong> het functioner<strong>en</strong> van de groep, terwijl onderlinge m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong> over de<br />

groepsdoel<strong>en</strong> meestal e<strong>en</strong> negatieve invloed op het groepsfunctioner<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Individuele<br />

groepsled<strong>en</strong> die hetzelfde beog<strong>en</strong>, zijn meestal gelukkiger met de groep <strong>en</strong> de groepstak<strong>en</strong> dan<br />

led<strong>en</strong> van groep<strong>en</strong> met uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de individuele doelstelling<strong>en</strong>. Individuele doelstelling<strong>en</strong><br />

die sterk van de groepsdoel<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s word<strong>en</strong>. Verborg<strong>en</strong><br />

ag<strong>en</strong>da ’s zijn persoonlijke doel<strong>en</strong> waarvan de andere groepsled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> weet hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> die in<br />

strijd zijn met de belangrijkste groepsdoel<strong>en</strong>. In vrijwel elke groep zijn er verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s<br />

aanwezig, vaak belemmer<strong>en</strong> zij de effectiviteit van de groep. Vaak prober<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> dan ook,<br />

als het om de groepsdoel<strong>en</strong> gaat, aan de e<strong>en</strong>sgezindheid onder de groepsled<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>.<br />

Hieronder volg<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele method<strong>en</strong> om de saamhorigheid te bevorder<strong>en</strong>:<br />

1. Wat kun je do<strong>en</strong> als je met e<strong>en</strong> nieuwe groep begint? Zorg ervoor dat de doel<strong>en</strong> uitvoerig<br />

<strong>en</strong> grondig besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, ook al zijn deze doel<strong>en</strong> al door ander<strong>en</strong> of door de aard<br />

van de groep bepaald. E<strong>en</strong> dergelijke discussie leidt ertoe dat de led<strong>en</strong> de groepsdoel<strong>en</strong><br />

beter begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan misverstand<strong>en</strong> over de uit te voer<strong>en</strong> tak<strong>en</strong> uit de weg ruim<strong>en</strong>.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de discussie word<strong>en</strong> de doel<strong>en</strong> anders geformuleerd, anders georganiseerd <strong>en</strong><br />

herzi<strong>en</strong>, totdat de meeste led<strong>en</strong> van de groep het gevoel hebb<strong>en</strong> dat het hun ‘eig<strong>en</strong>’<br />

doel<strong>en</strong> zijn.<br />

2. Wat kun je do<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> groep aan de slag is gegaan? Bed<strong>en</strong>k dat e<strong>en</strong> groep tegelijkertijd<br />

op twee niveaus actief is, continu: op het niveau van het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong>


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

63<br />

op het niveau van het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> van de individuele groepsled<strong>en</strong>. Kijk<br />

of je verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s kunt ontdekk<strong>en</strong>. Het onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groepsprobleem is<br />

de eerste stap in het proces van het diagnosticer<strong>en</strong> <strong>en</strong> het oploss<strong>en</strong> van het probleem.<br />

3. Bed<strong>en</strong>k dat er situaties zijn waarin verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s in de op<strong>en</strong>baarheid gebracht <strong>en</strong><br />

bijgewerkt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er omstandighed<strong>en</strong> zijn waarin ze ongemoeid gelat<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Je keuze hangt af van je oordeel over de gevolg<strong>en</strong> van het onder de<br />

aandacht br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s. Hoeveel aandacht je aan verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s<br />

moet bested<strong>en</strong>, kan van mom<strong>en</strong>t tot mom<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>, afhankelijk van hun invloed op<br />

de effectiviteit van de groep <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de groep <strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>.<br />

4. Geef, na het ontdekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s, groepsled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> uitbrander <strong>en</strong> zet<br />

h<strong>en</strong> niet onder druk. Verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da’s zijn normale <strong>en</strong> legitieme verschijnsel<strong>en</strong>, het<br />

zijn gewoon problem<strong>en</strong> die opgelost moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van effectieve groepsdoel<strong>en</strong><br />

1. De mate waarin de groepsdoel<strong>en</strong> operationeel gedefi nieerd zijn, zodat ze meetbaar <strong>en</strong> waarneembaar zijn. De<br />

groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat ze geacht word<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>.<br />

2. De mate waarin de groepsled<strong>en</strong> de groepsdoel<strong>en</strong> als zinvol, relevant, realistisch, acceptabel <strong>en</strong> bereikbaar<br />

beschouw<strong>en</strong>.<br />

3. De mate waarin de doel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

4. De mate waarin dezelfde activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> tak<strong>en</strong> zowel tot het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> als tot het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong><br />

van de persoonlijke doel<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong>.<br />

5. De mate waarin de groepsdoel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitdaging vorm<strong>en</strong>, waarbij het risico dat het e<strong>en</strong> mislukking wordt niet al te<br />

groot is.<br />

6. Het gemak waarmee de doel<strong>en</strong> gewijzigd of verhelderd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

7. De tijd die e<strong>en</strong> groep nodig heeft om de doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.<br />

3.8 Groep<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om effectieve doel<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong><br />

Om e<strong>en</strong> groep te help<strong>en</strong> bij het kiez<strong>en</strong> van effectieve doel<strong>en</strong> , kun je twee method<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>,<br />

de <strong>en</strong>quêtefeedback <strong>en</strong> de programma-evaluatiemethode. De <strong>en</strong>quête-feedbackmethode<br />

begint met interviews met de groepsled<strong>en</strong> over de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de prioriteit<strong>en</strong> van de<br />

groep. Deze interviews word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> voordat er e<strong>en</strong> periodieke bije<strong>en</strong>komst van de<br />

groep plaatsvindt. Tijd<strong>en</strong>s de groepsbije<strong>en</strong>komst word<strong>en</strong> er, op basis van de ingewonn<strong>en</strong><br />

informatie, besluit<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over de groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de prioriteit<strong>en</strong> voor de kom<strong>en</strong>de<br />

periode (bijvoorbeeld e<strong>en</strong> half jaar of e<strong>en</strong> jaar). De groep stelt kortetermijndoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

prioriteit<strong>en</strong> van deze doel<strong>en</strong> vast, legt de specifieke verantwoordelijkhed<strong>en</strong> voor het uitvoer<strong>en</strong><br />

van de tak<strong>en</strong> vast <strong>en</strong> bepaalt hoe de effectiviteit van de groep verbeterd kan word<strong>en</strong>. De groep<br />

besteedt speciaal aandacht aan het onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van onderlinge relatieproblem<strong>en</strong>,<br />

die het realiser<strong>en</strong> van het doel in de weg kunn<strong>en</strong> staan.<br />

De programma-evaluatiemethode of kritische trajectmethode specificeert de eindsituatie<br />

die de groep voor og<strong>en</strong> staat. Terugred<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d vanuit deze eindsituatie bepaalt de groep<br />

wat er direct moet gebeur<strong>en</strong> voordat het doel bereikt wordt <strong>en</strong> welke tak<strong>en</strong> er uitgevoerd <strong>en</strong><br />

welke subdoel<strong>en</strong> gesteld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het doel te bereik<strong>en</strong>. De groep bepaalt welke<br />

activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> subdoel<strong>en</strong> de meest ess<strong>en</strong>tiële zijn om het doel te kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

vindt er e<strong>en</strong> herverdeling van de middel<strong>en</strong> plaats. Voor het realiser<strong>en</strong> van de subdoel<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

bepaalde tijdstipp<strong>en</strong> vastgesteld <strong>en</strong> de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verdeeld.


64 Groepsdynamica<br />

3.9 Groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />

Sandy Koufax is e<strong>en</strong> van de beste werpers uit de geschied<strong>en</strong>is van het Amerikaanse honkbal.<br />

Hij wist de ball<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke snelheid mee te gev<strong>en</strong> dat je ze kon hor<strong>en</strong> zoem<strong>en</strong>. De<br />

spelers van de teg<strong>en</strong>partij zat<strong>en</strong> meestal zwijg<strong>en</strong>d in de dug-out om naar het geluid van<br />

de door Koufax geworp<strong>en</strong> ball<strong>en</strong> te luister<strong>en</strong>. Wat tot gevolg had dat zij geïntimideerd aan<br />

slag kwam<strong>en</strong> als het hun beurt was. Maar het had ook anders gekund, bijvoorbeeld als ze<br />

mij, David Johnson (e<strong>en</strong> van de auteurs van dit boek), als de catcher van Koufax hadd<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Goede werpers hebb<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>de catchers nodig. Als ze mij hadd<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

dan had Koufax veel tragere ball<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> werp<strong>en</strong>, anders had ik ze nooit kunn<strong>en</strong> vang<strong>en</strong>.<br />

Waardoor Koufax zijn belangrijkste wap<strong>en</strong> kwijt zou zijn. En als ze Frank Johnson, de tweede<br />

auteur van het boek, e<strong>en</strong> belangrijke positie in het binn<strong>en</strong>- of buit<strong>en</strong>veld zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong>, dan zou dat de prestaties van Koufax bepaald ge<strong>en</strong> goed hebb<strong>en</strong> gedaan. Met andere<br />

woord<strong>en</strong>: Koufax kon alle<strong>en</strong> als lid van e<strong>en</strong> team e<strong>en</strong> groot werper word<strong>en</strong>. In elke groep<br />

draait het om de onderlinge sam<strong>en</strong>werking. Buit<strong>en</strong>gewone prestaties zijn teamprestaties <strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> niet aan individuele of competitieve activiteit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>.<br />

Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is voor ons hetzelfde als water voor e<strong>en</strong> vis. Het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

vis speelt zich in water af, ons lev<strong>en</strong> in <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>. Omdat we er geheel in<br />

opgaan, kan de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> aan onze aandacht ontsnapp<strong>en</strong>. Omdat we ons niet<br />

kunn<strong>en</strong> voorstell<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> zou bestaan, bested<strong>en</strong> we er vaak<br />

ge<strong>en</strong> aandacht aan. Wat tot gevolg heeft dat de rol die de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> in ons<br />

lev<strong>en</strong> speelt, regelmatig onderschat wordt. In de volg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong> will<strong>en</strong> we je aan het<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> over <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, over de wijze waarop we daarin participer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

over de wijze waarop ons dagelijks lev<strong>en</strong> door de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> beïnvloed wordt.<br />

We gev<strong>en</strong> ook <strong>en</strong>ige informatie over de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie , e<strong>en</strong> theorie met<br />

e<strong>en</strong> lange geschied<strong>en</strong>is op het terrein van de <strong>sociale</strong> wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

3.9.1 Theoretische uitgangspunt<strong>en</strong><br />

Er zijn op zijn minst drie algem<strong>en</strong>e theorieën die het onderzoek op het gebied van sam<strong>en</strong>werking<br />

gedomineerd hebb<strong>en</strong>, de cognitieve ontwikkelingstheorie, de behavioristische theorie <strong>en</strong> de<br />

<strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie (figuur 3.1). De cognitieve ontwikkelingstheorie is voornamelijk<br />

Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie<br />

Cognitieve<br />

ontwikkelingstheorie<br />

Sociaalbehavioristische<br />

theorie<br />

Interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie<br />

van doel<strong>en</strong><br />

Interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie van<br />

middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> roll<strong>en</strong><br />

Interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie van<br />

beloning<strong>en</strong> <strong>en</strong> tak<strong>en</strong><br />

Positieve interactie<br />

Toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> motivatie<br />

Verhoogde prestaties<br />

<strong>en</strong> productiviteit<br />

Figuur 3.1 Algeme<strong>en</strong> theoretisch kader<br />

Bron: D.W. Johnson <strong>en</strong> R. Johnson, Cooperation and Competition: Theory and Research (Edina, MN: Interaction Book<br />

Company, 1989). Met toestemming.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

65<br />

gebaseerd op het werk van Piaget <strong>en</strong> Vygotsky . Piaget stelde dat de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong><br />

individu<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> sociocognitief conflict kan leid<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>wichtige cognitieve toestand<br />

is het gevolg. Deze toestand stimuleert de cognitieve ontwikkeling. Volg<strong>en</strong>s Vygotsky is k<strong>en</strong>nis<br />

e<strong>en</strong> sociaal verschijnsel, het resultaat van gezam<strong>en</strong>lijke inspanning<strong>en</strong> om ding<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

problem<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>. De behavioristische theorie stelt dat de productiviteit<br />

bepaald wordt door de bekrachtigers <strong>en</strong> de beloning<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> groep ontvangt. Skinner<br />

richtte zich vooral op groepsconting<strong>en</strong>ties, Bandura op imitatie. Homans , Thibaut <strong>en</strong> Kelly<br />

hield<strong>en</strong> zich vooral bezig met het ev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bat<strong>en</strong> in de <strong>sociale</strong><br />

interacties tuss<strong>en</strong> interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>te individu<strong>en</strong>. In het kader van sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> competitie<br />

kunn<strong>en</strong> we de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie als de belangrijkste theorie bestempel<strong>en</strong>.<br />

3.9.2 Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie<br />

De theorievorming over <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is omstreeks 1900 begonn<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

van de grondleggers van de Gestaltpsychologie, Kurt Koffka , naar vor<strong>en</strong> bracht dat groep<strong>en</strong><br />

dynamische e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> zijn waarin de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> kan verschill<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

van zijn collega’s, Kurt Lewin , werkte zijn opvatting<strong>en</strong> verder uit <strong>en</strong> stelde dat (1) de door de<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> gecreëerde <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> de kern vormt<br />

van e<strong>en</strong> groep. Hierdoor wordt de groep e<strong>en</strong> ‘dynamisch geheel’ <strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> verandering in de<br />

situatie van e<strong>en</strong> groepslid of e<strong>en</strong> subgroep verandering<strong>en</strong> in de situatie van alle groepsled<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> subgroep<strong>en</strong> teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. En (2) dat de groepsled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> intrinsieke spanningstoestand<br />

ervar<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> motiveert om aan de realisatie van de gew<strong>en</strong>ste geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong><br />

te werk<strong>en</strong>.<br />

Uit de onderzoek<strong>en</strong> van Lewin zelf <strong>en</strong> uit die van zijn collega’s komt naar vor<strong>en</strong> dat de<br />

drang om het doel te bereik<strong>en</strong> de motiver<strong>en</strong>de kracht is achter coöperatief <strong>en</strong> competitief<br />

gedrag . M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de neiging om, zodra zij weer vrij zijn in hun do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

onvoltooide taak af te mak<strong>en</strong> (Ovisiankina , 1928). Onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong> kan<br />

e<strong>en</strong> bepaalde activiteit bij het voltooi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taak door e<strong>en</strong> andere activiteit vervang<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>, waardoor de aan de afgebrok<strong>en</strong> activiteit gekoppelde spanning ontlad<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong><br />

(Lissner , 1933; Mahler , 1933). Als e<strong>en</strong> groep aan e<strong>en</strong> opdracht werkt <strong>en</strong> het wordt de groep<br />

onmogelijk gemaakt om de opdracht te voltooi<strong>en</strong> dan heeft e<strong>en</strong> groep sterk de neiging<br />

om de onafgemaakte taak te onthoud<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> neiging die niet veel afwijkt van de sterke<br />

neiging die we als individu hebb<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> onvoltooide opdracht te onthoud<strong>en</strong> als het<br />

ons onmogelijk wordt gemaakt om e<strong>en</strong> taak af te mak<strong>en</strong> (Lewis , 1944; Lewis & Franklin ,<br />

1944). Morton Deutsch (1949a, 1962) heeft deze bevinding<strong>en</strong> verder uitgewerkt <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

coöperatie-competitietheorie geformuleerd.<br />

Morton Deutsch (1920) trad in de voetspor<strong>en</strong> van Lewin <strong>en</strong> ontwikkelde zich tot e<strong>en</strong><br />

vooraanstaand sociaalpsycholoog, vooral omdat hij zich heeft toegelegd op het ontwikkel<strong>en</strong><br />

van theorieën over complexe <strong>sociale</strong> vraagstukk<strong>en</strong>, het ontwikkel<strong>en</strong> van method<strong>en</strong> die<br />

het mogelijk mak<strong>en</strong> om dergelijke vraagstukk<strong>en</strong> onder laboratoriumomstandighed<strong>en</strong> te<br />

onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn strev<strong>en</strong> naar het oploss<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> problem<strong>en</strong>. Hij heeft tijd<strong>en</strong>s zijn<br />

carrière dan ook e<strong>en</strong> aantal prijz<strong>en</strong> in ontvangst mog<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, waaronder de prestigieuze<br />

Kurt Lewin Memorial Award voor zijn bijdrag<strong>en</strong> (theorie <strong>en</strong> onderzoek) aan het oploss<strong>en</strong> van<br />

<strong>sociale</strong> problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Gordon Allport Memorial Award voor zijn bijdrag<strong>en</strong> in het kader van<br />

het ontwikkel<strong>en</strong> van constructieve onderlinge relaties tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong>. Deutsch’<br />

oorspronkelijke theorie (1949a) is tot op de dag van vandaag e<strong>en</strong> van de belangrijkste<br />

uitgangspunt<strong>en</strong> voor het bestuder<strong>en</strong> van de verschijnsel<strong>en</strong> coöperatie <strong>en</strong> competitie. Later<br />

verwerkte hij in zijn theorie ook begripp<strong>en</strong> als vertrouw<strong>en</strong>, conflict oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechtvaardige<br />

verdeling. De theorie van Deutsch is op vele terrein<strong>en</strong> toegepast, bijvoorbeeld in het onderwijs<br />

(Johnson , 1970; Johnson & Johnson, 1974, 1989) <strong>en</strong> in het bedrijfslev<strong>en</strong> (Tjosvold, 1986).


66 Groepsdynamica<br />

Er is sprake van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> als individu<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> de door elk individu behaalde resultat<strong>en</strong> door het do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> van de ander<strong>en</strong><br />

beïnvloed word<strong>en</strong> (Deutsch, 1949a, 1962; Johnson, 2003; Johnson & Johnson , 1989). We<br />

kunn<strong>en</strong> <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> onderscheid<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> afhankelijkheid (de resultat<strong>en</strong><br />

van de acties van e<strong>en</strong> individu word<strong>en</strong> beïnvloed door het gedrag van e<strong>en</strong> ander, maar niet<br />

omgekeerd) <strong>en</strong> <strong>sociale</strong> onafhankelijkheid (de resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet beïnvloed door het<br />

handel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander). In e<strong>en</strong> bepaalde situatie kan de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> op drie manier<strong>en</strong><br />

gestructureerd word<strong>en</strong> (Deutsch, 1949a, 1962; Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989):<br />

1. Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (sam<strong>en</strong>werking): e<strong>en</strong> situatie wordt zodanig gestructureerd dat de<br />

streving<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> positieve manier met elkaar sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> individu<br />

ziet in dat zijn of haar doel<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> bereikbaar zijn als ook de andere groepsled<strong>en</strong> hun<br />

doel bereik<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> individu streeft naar e<strong>en</strong> resultaat dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

met wie hij of zij sam<strong>en</strong>werkt, t<strong>en</strong> goede zal kom<strong>en</strong>.<br />

2. Negatieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (competitie): e<strong>en</strong> situatie die zodanig gestructureerd is dat de<br />

streving<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> zich negatief tot elkaar verhoud<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> individu ziet in dat het<br />

bereik<strong>en</strong> van zijn of haar doel betek<strong>en</strong>t dat de concurr<strong>en</strong>tie haar doel niet bereikt. Met<br />

andere woord<strong>en</strong>: individu<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> resultaat dat voor h<strong>en</strong>zelf positief maar voor<br />

alle andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de situatie negatief uitvalt.<br />

3. Ge<strong>en</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (individualistisch): e<strong>en</strong> situatie is zodanig gestructureerd dat de<br />

streving<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele sam<strong>en</strong>hang verton<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> individu ziet in dat zijn<br />

of haar doel bereikbaar is, ongeacht het feit of de ander<strong>en</strong> hun doel bereik<strong>en</strong> of niet. Met<br />

andere woord<strong>en</strong>: individu<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> resultaat dat voor h<strong>en</strong>zelf positief uitvalt <strong>en</strong><br />

zijn niet geïnteresseerd in de resultat<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong>.<br />

Het fundam<strong>en</strong>tele uitgangspunt van de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie is dat de wijze<br />

waarop de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is gestructureerd, bepaalt hoe individu<strong>en</strong> met elkaar omgaan,<br />

<strong>en</strong> dit is weer van invloed op de resultat<strong>en</strong> (tabel 3.2). Met andere woord<strong>en</strong>: de acties van<br />

e<strong>en</strong> individu zull<strong>en</strong> het succes van ander<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> als hun doel<strong>en</strong> zich positief tot elkaar<br />

verhoud<strong>en</strong>. In sam<strong>en</strong>werkingssituaties kunn<strong>en</strong> de acties van de deelnemers elkaar vervang<strong>en</strong>,<br />

de deelnemers reager<strong>en</strong> positief op effectieve acties van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> de led<strong>en</strong> staan op<strong>en</strong> voor<br />

de invloed van ander<strong>en</strong>. Als de doel<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> zich negatief tot elkaar verhoud<strong>en</strong>,<br />

dan zull<strong>en</strong> de acties van e<strong>en</strong> individu het succes van ander<strong>en</strong> eerder in de weg staan. In<br />

competitieve situaties zijn de acties van deelnemers niet inwisselbaar, de deelnemers reager<strong>en</strong><br />

negatief op effectieve acties van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> niet door ander<strong>en</strong> beïnvloed word<strong>en</strong>.<br />

De acties van individu<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> invloed op het succes of het mislukk<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong><br />

als hun doel<strong>en</strong> onderling onafhankelijk zijn. De acties van de één kunn<strong>en</strong> die van e<strong>en</strong><br />

andere niet vervang<strong>en</strong> als er ge<strong>en</strong> sprake is van interactie. We zi<strong>en</strong> dan ook ge<strong>en</strong> positieve of<br />

negatieve reacties <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> wederzijdse beïnvloeding. Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat de relatie tuss<strong>en</strong><br />

het type <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> het interactiepatroon dat het oproept e<strong>en</strong> tweezijdige is. Er zijn<br />

inmiddels honderd<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> verricht naar <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (Johnson, 2003;<br />

Johnson & Johnson , 1989, 1999). Deze studies war<strong>en</strong> vooral gericht op de interactiepatron<strong>en</strong><br />

in coöperatieve, competitieve <strong>en</strong> individuele situaties <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> die deze oplever<strong>en</strong>.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

67<br />

Tabel 3.2 Sociale <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie<br />

Proces Coöperatief Competitief Individualistisch<br />

Interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie positief negatief ge<strong>en</strong><br />

Interactiepatroon bevorderlijk teg<strong>en</strong>werking ge<strong>en</strong><br />

Resultaat 1 sterk strev<strong>en</strong> zwak strev<strong>en</strong> zwak strev<strong>en</strong><br />

Resultaat 2 positieve relatie negatieve relatie ge<strong>en</strong> relatie<br />

Resultaat 3 psychisch gezond psychisch ziek psychisch gestoord<br />

3.9.3 Interactiepatron<strong>en</strong><br />

Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> resulteert meestal in positieve interacties . We sprek<strong>en</strong> van positieve<br />

interactie als individu<strong>en</strong> elkaars poging<strong>en</strong> om de groepsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

faciliter<strong>en</strong>. Positieve interacties hebb<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (Johnson & Johnson, 1999a,<br />

2003b, 2006):<br />

1. De groepsled<strong>en</strong> help<strong>en</strong> elkaar op e<strong>en</strong> effectieve <strong>en</strong> efficiënte manier.<br />

2. De b<strong>en</strong>odigde middel<strong>en</strong> (informatie, material<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> uitgewisseld <strong>en</strong> de beschikbare<br />

informatie wordt efficiënt <strong>en</strong> effectief verwerkt. De groepsled<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> elkaar om<br />

informatie <strong>en</strong> andere middel<strong>en</strong>, zij doorgrond<strong>en</strong> de informatie accuraat <strong>en</strong> zonder<br />

vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> optimaal gebruik van deze informatie. Het gev<strong>en</strong>,<br />

uitwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>nisoverdracht hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />

positieve effect<strong>en</strong>. Het cognitieve niveau waarop de groepsled<strong>en</strong> de informatie verwerk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong> stijgt, ev<strong>en</strong>als het niveau waarop zij red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>. Zij verwerv<strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

voel<strong>en</strong> zich persoonlijk betrokk<strong>en</strong> bij de prestaties van de groep. Kritisch luister<strong>en</strong> naar<br />

wat andere groepsled<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, heeft tot gevolg dat de groepsled<strong>en</strong> van<br />

elkaars mogelijkhed<strong>en</strong> gebruik kunn<strong>en</strong> gaan mak<strong>en</strong>.<br />

3. De groepsled<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> elkaar feedback om de uitvoering van tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

te verbeter<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> oog voor elkaars activiteit<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong><br />

daar onmiddellijk feedback op <strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong> elkaar zo nodig bijstand.<br />

4. De groepsled<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>s achter de conclusies <strong>en</strong> de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong>.<br />

Op deze wijze prikkel<strong>en</strong> zij elkaars nieuwsgierigheid <strong>en</strong> motiver<strong>en</strong> zij elkaar tot ler<strong>en</strong>.<br />

Enkele andere van de vele positieve effect<strong>en</strong> zijn: de aanwezige k<strong>en</strong>nis wordt opnieuw<br />

geord<strong>en</strong>d, er word<strong>en</strong> betere besluit<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> het inzicht in de problematiek<br />

waarmee de groep te mak<strong>en</strong> heeft, neemt toe.<br />

5. De groepsled<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> elkaar om zich in te spann<strong>en</strong> voor het realiser<strong>en</strong> van de<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong>. Wat tev<strong>en</strong>s tot gevolg heeft dat hun eig<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid<br />

to<strong>en</strong>eemt.<br />

6. De groepsled<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> elkaars poging<strong>en</strong> om de groepsdoel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

zich ook door elkaar beïnvloed<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> groepslid e<strong>en</strong> betere manier weet om e<strong>en</strong> taak<br />

tot e<strong>en</strong> goed einde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, dan nem<strong>en</strong> de ander<strong>en</strong> deze meestal snel over.<br />

7. De groepsled<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> elkaar <strong>en</strong> zijn te vertrouw<strong>en</strong>.<br />

8. Zij zijn gemotiveerd om hun geme<strong>en</strong>schappelijke belang<strong>en</strong> te behartig<strong>en</strong>.<br />

9. De groepsled<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> weinig angst <strong>en</strong> stress in de groep.<br />

10. De groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich beter in de positie van ander<strong>en</strong> verplaats<strong>en</strong> dan de led<strong>en</strong><br />

van competitieve groep<strong>en</strong> of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die individualistisch te werk gaan (e<strong>en</strong> effectgrootte<br />

van respectievelijk 0,61 <strong>en</strong> 0,44, zie tabel 3.3) <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dus diverse standpunt<strong>en</strong><br />

explorer<strong>en</strong>.<br />

11. De groepsled<strong>en</strong> gaan voortdur<strong>en</strong>d na hoe effectief de onderlinge sam<strong>en</strong>werking verloopt<br />

<strong>en</strong> hoe de groepseffectiviteit kan word<strong>en</strong> verbeterd.


68 Groepsdynamica<br />

Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>typ<strong>en</strong><br />

Positieve doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> : de groepsled<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> in dat zij hun eig<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong><br />

als alle led<strong>en</strong> van de groep hun doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

doelstelling<strong>en</strong> die zij will<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>.<br />

Positieve beloning<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: de groep viert haar succes. Er wordt e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke beloning<br />

gegev<strong>en</strong> voor de succesvolle prestaties van de groep <strong>en</strong> de door de led<strong>en</strong> geleverde inspanning<strong>en</strong>.<br />

Positieve middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: elk groepslid beschikt over e<strong>en</strong> deel van de informatie, middel<strong>en</strong> of<br />

material<strong>en</strong> die nodig zijn om de opdracht tot e<strong>en</strong> goed einde te kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Als de groep haar doel wil bereik<strong>en</strong>,<br />

dan moet<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong>.<br />

Positieve rol<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: alle groepsled<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire, aan elkaar gerelateerde roll<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong>,<br />

die de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> specifi cer<strong>en</strong> die de groep nodig heeft om e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke opdracht tot e<strong>en</strong><br />

goed einde te kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Positieve id<strong>en</strong>titeit<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: de groep creëert e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke id<strong>en</strong>titeit, door middel van e<strong>en</strong><br />

naam, e<strong>en</strong> vlag, e<strong>en</strong> motto of e<strong>en</strong> lied.<br />

Positieve omgevings<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: de groepsled<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de fysieke omgeving met elkaar verbond<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> voorbeeld: e<strong>en</strong> aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat voor hun werk naar e<strong>en</strong> bepaalde plek wordt gebracht.<br />

Positieve fantasie-<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: de groepsled<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde opdracht: zij moet<strong>en</strong> zich voorstell<strong>en</strong> dat<br />

zij zich in e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de situatie bevind<strong>en</strong> <strong>en</strong> als zij het will<strong>en</strong> overlev<strong>en</strong> met elkaar moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>.<br />

Positieve taak<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: er vindt e<strong>en</strong> bepaalde taakverdeling plaats die inhoudt dat e<strong>en</strong> groepslid pas aan<br />

de slag kan als e<strong>en</strong> ander groepslid zijn of haar taak verricht heeft.<br />

Positieve vijand-van-buit<strong>en</strong>af<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: groep<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> onderling concurrer<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> voel<strong>en</strong><br />

zich interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t in hun strev<strong>en</strong> om de andere groep<strong>en</strong> te verslaan <strong>en</strong> de competitie te winn<strong>en</strong>.<br />

Negatieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> resulteert meestal in interacties die door teg<strong>en</strong>werking word<strong>en</strong><br />

gek<strong>en</strong>merkt. We sprek<strong>en</strong> van teg<strong>en</strong>werking als individu<strong>en</strong> elkaars prestaties ondermijn<strong>en</strong><br />

of dwarsbom<strong>en</strong>. Het individu is op twee ding<strong>en</strong> uit: zijn of haar eig<strong>en</strong> succes <strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong><br />

dat e<strong>en</strong> ander meer succes heeft. Er vindt ge<strong>en</strong> interactie plaats als individu<strong>en</strong> geheel<br />

zelfstandig aan de slag gaan. Zij conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> zich op hun eig<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> <strong>en</strong> succes <strong>en</strong> vind<strong>en</strong><br />

de inspanning<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> niet relevant. De g<strong>en</strong>oemde interactiepatron<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />

verschill<strong>en</strong>de uitkomst<strong>en</strong> (zie tabel 3.2).<br />

3.10 De resultat<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />

Het m<strong>en</strong>selijk ras heeft de plicht om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. We zijn, in ons strev<strong>en</strong> naar<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong>, op zoek naar mogelijkhed<strong>en</strong> om met ander<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>.<br />

We hebb<strong>en</strong> band<strong>en</strong> met andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> het lev<strong>en</strong> voor onszelf, onze kinder<strong>en</strong>,<br />

onze bur<strong>en</strong> <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eraties beter te mak<strong>en</strong>. We werk<strong>en</strong> ons hele lev<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>, van de wieg tot het graf. In ons gezin, op ons werk, in onze vrije tijd <strong>en</strong> onze directe<br />

omgeving, we werk<strong>en</strong> dag in dag uit met ander<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> om geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> te<br />

realiser<strong>en</strong>.<br />

Er is veel onderzoek gedaan naar de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van coöperatie <strong>en</strong> competitie (Johnson,<br />

2003; Johnson & Johnson, 1989, 1999). Om meer inzicht te krijg<strong>en</strong> in het verschijnsel<br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> om deze k<strong>en</strong>nis in de praktijk toe te pass<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

we (1) meer dan 550 experim<strong>en</strong>tele <strong>en</strong> meer dan 100 correlatieonderzoek<strong>en</strong> bestudeerd.<br />

In deze onderzoek<strong>en</strong> (het eerste dateert van 1898) word<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van coöperatie,<br />

competitie <strong>en</strong> zelfstandig werk<strong>en</strong> met elkaar vergelek<strong>en</strong>. Daarnaast hebb<strong>en</strong> we (2) e<strong>en</strong>


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

69<br />

eig<strong>en</strong> onderzoeksprogramma opgezet dat aan het eind van de jar<strong>en</strong> zestig van de vorige<br />

eeuw is begonn<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat tot nu toe meer dan honderd publicaties heeft opgeleverd. De<br />

talrijke variabel<strong>en</strong> die door sam<strong>en</strong>werking beïnvloed word<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we in drie aan elkaar<br />

gerelateerde categorieën onderbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (zie figuur 3.2):<br />

1. de inspanning<strong>en</strong> die geleverd word<strong>en</strong> om het doel te bereik<strong>en</strong>;<br />

2. de kwaliteit van de relaties tuss<strong>en</strong> de deelnemers;<br />

3. de psychologische aanpassing van de deelnemers.<br />

Onderzoeksresultat<strong>en</strong> die in theorie <strong>en</strong> praktijk verwerkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> volledig,<br />

objectief, neutraal <strong>en</strong> zonder vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> gepubliceerd word<strong>en</strong>. Omdat we<br />

in e<strong>en</strong> tijd lev<strong>en</strong> waarin er sprake is van e<strong>en</strong> informatie-explosie, is het risico aanwezig<br />

dat er theorieën geformuleerd word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> te smalle, niet-repres<strong>en</strong>tatieve basis. Wat<br />

onjuiste conclusies <strong>en</strong> verkeerde toepassing<strong>en</strong> tot gevolg kan hebb<strong>en</strong>. Op grond van bepaalde<br />

kwantitatieve procedures, zoals meta-analyses, kunn<strong>en</strong> we meer definitieve <strong>en</strong> steekhoud<strong>en</strong>de<br />

conclusies trekk<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> meta-analyse word<strong>en</strong>, om één bepaalde hypothese te toets<strong>en</strong>, de<br />

resultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal onafhankelijk van elkaar verrichte studies statistisch gecombineerd<br />

<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er uit de total<strong>en</strong> die deze combinatie oplevert, langs statistische weg, bepaalde<br />

conclusies getrokk<strong>en</strong>. Het uiteindelijke doel van e<strong>en</strong> meta-analyse is dat er e<strong>en</strong> overzicht<br />

wordt gemaakt van e<strong>en</strong> aantal aan elkaar verwante studies, waardoor de omvang van het<br />

effect van de onafhankelijke variabel<strong>en</strong> op de afhankelijke variabele, bek<strong>en</strong>d wordt.<br />

POSITIEVE INTERDEPENDENTIE<br />

Doelgerichte<br />

activiteit<strong>en</strong><br />

POSITIEVE INTERACTIE<br />

Positieve<br />

relaties<br />

POSITIEVE INTERDEPENDENTIE<br />

POSITIEVE INTERACTIE<br />

Psychologische<br />

aanpassing, Sociale<br />

compet<strong>en</strong>tie<br />

POSITIEVE INTERACTIE<br />

POSITIEVE INTERDEPENDENTIE<br />

Figuur 3.2 De resultat<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking<br />

Bron: D.W. Johnson <strong>en</strong> R.T. Johnson, Cooperation and competition: Theory and research (Edina, MN: Interaction Book<br />

Company, 1989). Met toestemming.


70 Groepsdynamica<br />

3.11 Doelgerichte <strong>en</strong> productieve activiteit<strong>en</strong><br />

Het onderzoek naar de relatieve invloed van de drie <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>typ<strong>en</strong> is de oudste<br />

onderzoekstraditie die de <strong>sociale</strong> psychologie k<strong>en</strong>t. Tuss<strong>en</strong> 1898 <strong>en</strong> 1989 zijn er meer dan 375<br />

relevante experim<strong>en</strong>tele studies verricht, die meer dan 1700 bevinding<strong>en</strong> opleverd<strong>en</strong> (Johnson,<br />

2003; Johnson & Johnson, 1989). De g<strong>en</strong>eraliseerbaarheid van de onderzoeksresultat<strong>en</strong> met<br />

betrekking tot <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is aanzi<strong>en</strong>lijk, <strong>en</strong> wel om de volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>: de<br />

proefperson<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> naar sekse, sociaaleconomische klasse, leeftijd <strong>en</strong> culturele achtergrond,<br />

er is e<strong>en</strong> grote verscheid<strong>en</strong>heid aan method<strong>en</strong> <strong>en</strong> meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gebruikt, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot<br />

aantal onderzoekers met uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de theoretische achtergrond<strong>en</strong> die in verschill<strong>en</strong>de<br />

situaties <strong>en</strong> periodes actief war<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> meta-analyse van al deze studies (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989) geeft te<br />

zi<strong>en</strong> dat proefperson<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> gemiddeld twee derde van e<strong>en</strong> standaarddeviatie<br />

hoger scor<strong>en</strong> dan proefperson<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> competitieve (effectgrootte = 0,67) of e<strong>en</strong> individuele<br />

situatie (effectgrootte = 0,64; tabel 3.3). Niet alle onderzoek<strong>en</strong> zijn echter ev<strong>en</strong> zorgvuldig<br />

verricht. De methodologische tekortkoming<strong>en</strong> die veel studies verton<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> afbreuk<br />

do<strong>en</strong> aan de stelligheid van de conclusie dat sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> tot betere prestaties leidt dan<br />

competitie of zelfstandig werk<strong>en</strong>. De effectgroottes war<strong>en</strong> respectievelijk 0,88 <strong>en</strong> 0,61 als<br />

we alle<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sterke interne validiteit in de analyse opnam<strong>en</strong>. Uit nadere<br />

analyses kwam naar vor<strong>en</strong> dat de resultat<strong>en</strong> constant blev<strong>en</strong> als we ook groeps- <strong>en</strong> individuele<br />

meting<strong>en</strong> van de productiviteit in de analyse opnam<strong>en</strong>. Dit gold zowel voor kortdur<strong>en</strong>de<br />

als langduriger onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> zowel voor onderzoek<strong>en</strong> waarin gebruik werd gemaakt<br />

van concrete als voor onderzoek<strong>en</strong> waarin gebruik werd gemaakt van symbolische vorm<strong>en</strong><br />

van beloning. De resultat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> meer uitgesprok<strong>en</strong> als we zuivere operationele definities<br />

van sam<strong>en</strong>werking hanteerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze vergelek<strong>en</strong> met combinaties van coöperatieve <strong>en</strong><br />

competitieve <strong>en</strong> coöperatieve <strong>en</strong> individualistische elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>werking levert in vergelijking met competitie <strong>en</strong> zelfstandig werk<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />

resultat<strong>en</strong> op:<br />

1. De bereidheid om, als het om het bereik<strong>en</strong> van het doel gaat, moeilijke tak<strong>en</strong> op zich<br />

te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee door te gaan, ook als zich problem<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>. Er is sprake<br />

van intrinsieke motivatie, hoge succesverwachting<strong>en</strong>, sterke op wederzijdse voordel<strong>en</strong><br />

gebaseerde prestatiedrang, honger naar k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de interesse in ler<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

sterke doelbetrokk<strong>en</strong>heid.<br />

2. Goede prestaties <strong>en</strong> leereffect<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> de deelnemers bij, ook op langere termijn.<br />

3. Het niveau van red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>, kritisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> metacognitief d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ligt hoger. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong> beter uit elkaar houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> kritischer<br />

(onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong> informatie, <strong>en</strong> pass<strong>en</strong> de opgedane k<strong>en</strong>nis vervolg<strong>en</strong>s op<br />

adequate wijze toe). Coöperatieve situaties hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve invloed op het verwerv<strong>en</strong><br />

van inzicht in, <strong>en</strong> het gebruik van hogere cognitieve strategieën <strong>en</strong> morele d<strong>en</strong>kstrategieën.<br />

Vergelek<strong>en</strong> met competitieve <strong>en</strong> individuele situaties zijn de effectgroottes respectievelijk<br />

0,93 <strong>en</strong> 0,97.<br />

4. Creatief d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepswinst. We sprek<strong>en</strong> van groepswinst als de interacties in de<br />

groep nieuwe ideeën, oplossing<strong>en</strong> of activiteit<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong> die niet geg<strong>en</strong>ereerd word<strong>en</strong><br />

als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zelfstandig werk<strong>en</strong>. In coöperatieve groep<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> vaker met<br />

nieuwe ideeën, strategieën of oplossing<strong>en</strong> dan wanneer zij zelfstandig zoud<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>.<br />

5. De overdracht van het geleerde naar andere situaties. We sprek<strong>en</strong> van de overdracht van<br />

groeps- naar individuele situaties als we de in e<strong>en</strong> groep verworv<strong>en</strong> compet<strong>en</strong>ties<br />

<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis vervolg<strong>en</strong>s individueel in praktijk gaan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan gebruik<strong>en</strong>. Wat we<br />

vandaag in e<strong>en</strong> groep ler<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we morg<strong>en</strong> zelfstandig do<strong>en</strong>.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

71<br />

Tabel 3.3 Gemiddelde effectgrootte van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> op de afhankelijke variabel<strong>en</strong><br />

Condities Prestatie Aantrekkingskracht Sociale steun Eig<strong>en</strong>waarde<br />

Alle studies<br />

Coöp vs. Comp 0,67 0,67 0,62 0,58<br />

Coöp vs. Ind 0,64 0,60 0,70 0,44<br />

Comp vs. Ind 0,30 0,08 0,13- 0,23<br />

Studies van hoge kwaliteit<br />

Coöp vs. Comp 0,88 0,82 0,83 0,67<br />

Coöp vs. Ind 0,61 0,62 0,72 0,45<br />

Comp vs. Ind 0,07 0,27 0,13 0,25<br />

Gecombineerde operationalisaties<br />

Coöp vs. Comp 0,40 0,46 0,45 0,33<br />

Coöp vs. Ind 0,42 0,36 0,02 0,22<br />

Zuivere operationalisaties<br />

Coöp vs. Comp 0,71 0,79 0,73 0,74<br />

Coöp vs. Ind 0,65 0,66 0,77 0,51<br />

Opmerking: Comp = competitie, Coöp = sam<strong>en</strong>werking, Ind = individualistisch<br />

Bron: D.W. Johnson <strong>en</strong> R. Johnson, Cooperation and Competition : Theory and research (Edina, MN: Interaction Book Company, 1989).<br />

Met toestemming.<br />

6. Positieve attitudes t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van voltooide opdracht<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong><br />

positievere houding t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van voltooide opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere, stabiele<br />

motivatie met betrekking tot het voltooi<strong>en</strong> van opdracht<strong>en</strong>. Deze positieve attitudes<br />

strekk<strong>en</strong> zich uit tot de werksituatie <strong>en</strong> de organisatie als geheel.<br />

7. Tijd die aan tak<strong>en</strong> wordt besteed. Meer dan dertig studies onderzocht<strong>en</strong> de tijd die<br />

proefperson<strong>en</strong> aan opdracht<strong>en</strong> besteedd<strong>en</strong>. In sam<strong>en</strong>werkingssituaties werd meer tijd aan<br />

opdracht<strong>en</strong> besteed dan in competitieve situaties (effectgrootte 0,76). In competitieve<br />

situaties werd meer tijd aan opdracht<strong>en</strong> besteed dan in individuele situaties (effectgrootte<br />

0,64).<br />

Niet alle studies die de positieve effect<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking aanton<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

experim<strong>en</strong>teel karakter. Balderston (1930) deed onderzoek naar de rol van groepspremies<br />

in werksituaties, waarbij hij gebruikmaakte van verslag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal bedrijv<strong>en</strong>. In alle<br />

situaties was de hoogte van het loon van de groepsled<strong>en</strong> afhankelijk van de productiviteit<br />

van de groep als geheel. Balderston constateerde dat deze methode de effectiviteit van de<br />

werknemers verdubbelde, hun salaris steeg met ongeveer 25% <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> daald<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk.<br />

De voorstanders van groepspremies steld<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> waardevolle methode gaat omdat<br />

de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> to<strong>en</strong>am, de teamgeest sterker werd, het werk minder<br />

monotoon <strong>en</strong> de werknemers zich op geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>.<br />

Kurt Lewin zei vaak: ‘Het is mij nooit gelukt om als e<strong>en</strong> afzonderlijk individu te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.’<br />

De meeste inspanning<strong>en</strong> die wij lever<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> bepaald doel te bereik<strong>en</strong> zijn persoonlijk<br />

maar tegelijkertijd mak<strong>en</strong> zij deel uit van e<strong>en</strong> sociaal proces waarin wij met ander<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot geme<strong>en</strong>schappelijke inzicht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Competitieve <strong>en</strong><br />

individualistische structur<strong>en</strong> isoler<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van elkaar, waardoor zij minder prester<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

minder productief zijn.


72 Groepsdynamica<br />

3.11.1 Groepswinst of verlies?<br />

Er is <strong>en</strong>ige discussie geweest over de vraag of het groepsproces bij coöperatieve groep<strong>en</strong><br />

extra winst oplevert of met e<strong>en</strong> bepaald verlies gepaard gaat (Hill , 1982). Wanneer sprek<strong>en</strong><br />

we van groepsverlies? Als het werk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groep (ler<strong>en</strong> of probleem oploss<strong>en</strong>) tot gevolg<br />

heeft dat er minder ideeën, minder oplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder activiteit<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>ereerd word<strong>en</strong><br />

dan wanneer de groepsled<strong>en</strong> zelfstandig aan de slag zoud<strong>en</strong> gaan. En van groepswinst als het<br />

omgekeerde het geval is. Wat blijkt er uit de meta-analyse? Groep<strong>en</strong> do<strong>en</strong> het bij de meeste<br />

opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder de meeste omstandighed<strong>en</strong> beter dan individu<strong>en</strong>. En bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong><br />

individu<strong>en</strong> het er in de praktijk beter van af te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> als zij iets in e<strong>en</strong> coöperatieve groep<br />

hebb<strong>en</strong> geleerd dan wanneer zij het zelfstandig geleerd hebb<strong>en</strong>. Daarnaast blijk<strong>en</strong> coöperatieve<br />

groep<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt te word<strong>en</strong> door collectieve inductie . Er word<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e principes<br />

geactiveerd, waartoe ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel groepslid als individu in staat zou zijn (Ames & Murray ,<br />

1982).<br />

3.11.2 Het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van creatieve ideeën: brainstorm<strong>en</strong><br />

Het succes van e<strong>en</strong> groep is ook afhankelijk van het feit of er creatieve ideeën geg<strong>en</strong>ereerd<br />

word<strong>en</strong> die het oploss<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> het nem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong> vergemakkelijk<strong>en</strong>.<br />

Individu<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>eigd om meer ideeën te ontwikkel<strong>en</strong> als zij zelfstandig werk<strong>en</strong> dan<br />

wanneer zij in e<strong>en</strong> groep werk<strong>en</strong>. Dit gegev<strong>en</strong> kan wellicht toegeschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan het<br />

feit dat de productie van ideeën geblokkeerd of gereduceerd wordt omdat groepsled<strong>en</strong> hun<br />

ideeën om de beurt moet<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> (Diehl & Stroebe , 1991). En aan de geringere<br />

motivatie in groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de mogelijkheid dat groepsled<strong>en</strong> niet alle informatie met elkaar<br />

del<strong>en</strong> (Mill<strong>en</strong> e.a., 1991). Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd dat ongestructureerde groep<strong>en</strong> die aan hun lot<br />

werd<strong>en</strong> overgelat<strong>en</strong> meestal niet erg effectief zijn in het ontwikkel<strong>en</strong> van creatieve ideeën.<br />

Meer rec<strong>en</strong>te onderzoek<strong>en</strong> vestig<strong>en</strong> de aandacht op het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van nieuwe ideeën door<br />

middel van het activer<strong>en</strong> van relevante, in het langetermijngeheug<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong> informatie<br />

(Brown & Paulus , 2002). Als individu<strong>en</strong> uitg<strong>en</strong>odigd word<strong>en</strong> om te brainstorm<strong>en</strong>, dan kom<strong>en</strong><br />

zij gewoonlijk met d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> die nauw aansluit<strong>en</strong> bij ideeën die op dat mom<strong>en</strong>t actief <strong>en</strong><br />

toegankelijk zijn. Zij hebb<strong>en</strong> de neiging om converger<strong>en</strong>d te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> : we hebb<strong>en</strong> ideeën die<br />

tot e<strong>en</strong> bepaalde categorie behor<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> die ook onder deze<br />

noemer vall<strong>en</strong>. Diverger<strong>en</strong>d d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dat we ons niet tot d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> uit één categorie<br />

beperk<strong>en</strong>. Op deze wijze word<strong>en</strong> er meestal meer ideeën geg<strong>en</strong>ereerd. Er zijn twee factor<strong>en</strong><br />

die e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> bij diverger<strong>en</strong>d d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> , inspirer<strong>en</strong> of het voed<strong>en</strong> met ideeën<br />

<strong>en</strong> aandacht.<br />

We word<strong>en</strong> door ander<strong>en</strong> geïnspireerd als zij ons voed<strong>en</strong> met ideeën uit voor ons<br />

weinig toegankelijke categorieën. We kunn<strong>en</strong> zelf alle<strong>en</strong> ideeën g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> voor<br />

ons toegankelijke categorie (Brown & Paulus, 2002). Toegankelijke categorieën reflecter<strong>en</strong><br />

onze ervaring<strong>en</strong>, terwijl ontoegankelijke categorieën d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> onze<br />

belevingswereld ligg<strong>en</strong>. Stel dat er gebrainstormd wordt over manier<strong>en</strong> om de kwaliteit van<br />

het bestaan te verbeter<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> welgesteld individu uit de westerse wereld zal niet zo snel<br />

beginn<strong>en</strong> met het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van ideeën over de wijz<strong>en</strong> waarop voorkom<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong><br />

dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de hongerdood sterv<strong>en</strong>. Maar als er ook iemand uit e<strong>en</strong> ontwikkelingsland<br />

aanwezig is die de term hongerdood (e<strong>en</strong> ontoegankelijke categorie) laat vall<strong>en</strong>, dan heeft<br />

de welgestelde westerling misschi<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> aantal relevante invall<strong>en</strong>, op basis van zijn<br />

reiz<strong>en</strong> of wat hij gelez<strong>en</strong> heeft. Als ons ideeën uit voor ons weinig toegankelijke categorieën<br />

gepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong> dan gaan we meer d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> uit deze categorieën g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

neemt ook het totale aantal geg<strong>en</strong>ereerde ideeën toe (Brown & Paulus, 2002). Groep<strong>en</strong><br />

prester<strong>en</strong> beter dan individu<strong>en</strong> bij brainstormopdracht<strong>en</strong> als de groepsled<strong>en</strong> elkaar inspirer<strong>en</strong><br />

door ideeën uit categorieën te suggerer<strong>en</strong> die andere groepsled<strong>en</strong> niet zo snel zoud<strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong>. Deze categorieën zoud<strong>en</strong> ontoegankelijk blijv<strong>en</strong> als de groepsled<strong>en</strong> individueel


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

73<br />

zoud<strong>en</strong> brainstorm<strong>en</strong>, zij zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geringer aantal <strong>en</strong> minder creatieve ideeën g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.<br />

Of de door andere groepsled<strong>en</strong> aangedrag<strong>en</strong> ideeën ons inspirer<strong>en</strong> is afhankelijk van<br />

de mate waarin de groepsled<strong>en</strong> aandacht bested<strong>en</strong> aan elkaars ideeën. Aandacht kunn<strong>en</strong> we<br />

omschrijv<strong>en</strong> als de kans dat e<strong>en</strong> groepslid de ideeën van deg<strong>en</strong>e die op dat mom<strong>en</strong>t aan<br />

het woord is, als basis zal gebruik<strong>en</strong> voor het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> ideeën (in teg<strong>en</strong>stelling<br />

tot het blijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> van zijn of haar eig<strong>en</strong> gedachtestroom). In het algeme<strong>en</strong> geldt dat<br />

het brainstorm<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep beter gaat naarmate de groepsled<strong>en</strong> meer aandacht voor<br />

elkaar hebb<strong>en</strong> (Brown & Paulus, 2002). Dit geldt in het bijzonder als we te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

met heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong>, waarin de k<strong>en</strong>nis van <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over het<br />

onderhavige onderwerp uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>.<br />

3.11.3 De kwaliteit van relaties<br />

We zijn niet voor het isolem<strong>en</strong>t, maar voor relaties geschap<strong>en</strong>. Zorgzame, int<strong>en</strong>sieve relaties<br />

zijn ge<strong>en</strong> luxe, maar noodzaak. Uit rec<strong>en</strong>te <strong>en</strong>quêtes blijkt dat het gevoel dat we door ander<strong>en</strong><br />

gewaardeerd <strong>en</strong> gerespecteerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ander<strong>en</strong> van ons houd<strong>en</strong>, ons lev<strong>en</strong> zin <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

doel gev<strong>en</strong>. Ook blijkt dat onze gevoel<strong>en</strong>s van geluk sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met intieme relaties.<br />

Sinds 1940 zijn er meer dan 180 studies gepubliceerd die het verband tuss<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking,<br />

competitie <strong>en</strong> zelfstandig werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aantrekkingskracht tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> onderzocht<strong>en</strong>.<br />

Activiteit<strong>en</strong> waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk meer gevoel<strong>en</strong>s van sympathie<br />

op te roep<strong>en</strong> dan competitieve of individuele ervaring<strong>en</strong>.<br />

Er is veel onderzoek gedaan naar de relaties tuss<strong>en</strong> blanke individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> led<strong>en</strong> van<br />

minderheidsgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de relaties tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder handicap (Johnson,<br />

2003; Johnson & Johnson, 1989). De resultat<strong>en</strong> van deze studies zijn consist<strong>en</strong>t. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />

leidt tot relaties tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de <strong>en</strong> heterog<strong>en</strong>e achtergrond<strong>en</strong> die veel<br />

positiever zijn dan de relaties die via competitieve <strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong> ontstaan.<br />

De <strong>sociale</strong> beoordelingstheorie is e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gstuk van de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie. De<br />

<strong>sociale</strong> oordel<strong>en</strong> die we over elkaar hebb<strong>en</strong>, zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame of e<strong>en</strong> afname in de<br />

sympathie die we voor elkaar voel<strong>en</strong>. Dergelijke <strong>sociale</strong> oordel<strong>en</strong> zijn het resultaat van e<strong>en</strong><br />

proces van acceptatie, dan wel e<strong>en</strong> proces van afwijzing (Johnson, 2003; Johnson & Johnson,<br />

1989). Het proces van acceptatie is gebaseerd op het feit dat we vanuit de door ons waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> het bereik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk doel bevorder<strong>en</strong>. De<br />

resultat<strong>en</strong> van deze positieve interacties zijn: frequ<strong>en</strong>te, accurate <strong>en</strong> op<strong>en</strong> communicatie;<br />

de gezichtspunt<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> goed begrep<strong>en</strong>; de led<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde,<br />

dynamische <strong>en</strong> realistische beeld<strong>en</strong> van elkaar; e<strong>en</strong> sterk gevoel van eig<strong>en</strong>waarde; succes<br />

<strong>en</strong> productiviteit; <strong>en</strong> de verwachting dat toekomstige interacties e<strong>en</strong> positief <strong>en</strong> productief<br />

karakter zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> proces van afwijzing is gebaseerd op e<strong>en</strong> door ons waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

negatieve of afwezige <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> waardoor interacties het karakter van teg<strong>en</strong>werking<br />

krijg<strong>en</strong> of er vindt ge<strong>en</strong> interactie plaats. De resultat<strong>en</strong>? Ge<strong>en</strong> of inaccurate communicaties;<br />

egoc<strong>en</strong>trisme; negatieve houding t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van beïnvloeding door ander<strong>en</strong>; monopolistisch;<br />

e<strong>en</strong> stereotiep <strong>en</strong> statisch beeld van ander<strong>en</strong>; gering gevoel van eig<strong>en</strong>waarde; mislukking; de<br />

verwachting dat toekomstige interacties e<strong>en</strong> negatief <strong>en</strong> onaang<strong>en</strong>aam karakter zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

De process<strong>en</strong> van acceptatie <strong>en</strong> afwijzing zett<strong>en</strong> zichzelf automatisch voort. Elk onderdeel van<br />

het proces kan alle andere onderdel<strong>en</strong> activer<strong>en</strong>. De positieve relaties tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

coöperatieve groep resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sterke groepscohesie . Groepscohesie verwijst naar de<br />

mate waarin de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep zich tot elkaar aangetrokk<strong>en</strong> voel<strong>en</strong>. De w<strong>en</strong>s om wel of<br />

ge<strong>en</strong> lid te blijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep hangt sam<strong>en</strong> met de groepscohesie. De k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

sterke groepscohesie zijn: het kiez<strong>en</strong> van groepsdoel<strong>en</strong> geeft minder problem<strong>en</strong> (Festinger<br />

e.a., 1950), de kans dat de doel<strong>en</strong> gerealiseerd word<strong>en</strong> is groter (Seashore , 1954; Wolfe &<br />

Box , 1988), <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere ontvankelijkheid voor de invloed van groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (Schachter<br />

e.a., 1951). Hoe meer cohesie e<strong>en</strong> groep vertoont, hoe sterker de w<strong>en</strong>s om lid te blijv<strong>en</strong>, om


74 Groepsdynamica<br />

deel te nem<strong>en</strong> aan groepsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe, gelijkgezinde led<strong>en</strong> te werv<strong>en</strong> (Levine &<br />

Moreland , 1998; Mobley e.a.,1979; Sprink & Carron , 1994). Het effect van groepscohesie op<br />

het prester<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep is groter bij kleine <strong>en</strong> bij echte groep<strong>en</strong>.<br />

Het prester<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep blijkt overweg<strong>en</strong>d bepaald te word<strong>en</strong> door de mate waarin de<br />

led<strong>en</strong> zich verantwoordelijk voel<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> succesvolle taakuitvoering. En e<strong>en</strong> succesvolle<br />

taakuitvoering heeft weer e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de cohesie tot gevolg (Mull<strong>en</strong> & Cooper , 1994;<br />

figuur 3.3). De groepscohesie leidt tot betere prestaties in situaties waarin de led<strong>en</strong> nauw met<br />

elkaar moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> ingewikkelde opdracht tot e<strong>en</strong> goed einde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

(Gully e.a., 1995). Wat zi<strong>en</strong> we als de groepscohesie to<strong>en</strong>eemt? Verzuim <strong>en</strong> verloop nem<strong>en</strong> af.<br />

Bij alle volg<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame: de betrokk<strong>en</strong>heid bij de groepsdoel<strong>en</strong>, de<br />

gevoel<strong>en</strong>s van verantwoordelijkheid voor de groep, de bereidheid om moeilijke tak<strong>en</strong> op zich<br />

te nem<strong>en</strong>, de motivatie <strong>en</strong> de inzet voor het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s van<br />

bevrediging <strong>en</strong> het moreel, de bereidheid om t<strong>en</strong> behoeve van de groep negatieve gevoel<strong>en</strong>s<br />

<strong>en</strong> frustraties te doorstaan, de bereidheid om de groep teg<strong>en</strong> kritiek of aanvall<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>af<br />

te verdedig<strong>en</strong>, de bereidheid om naar de andere led<strong>en</strong> van de groep te luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich<br />

door h<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>, de betrokk<strong>en</strong>heid bij de ontwikkeling <strong>en</strong> de success<strong>en</strong> van<br />

andere groepsled<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de productiviteit (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989; Watson<br />

& Johnson , 1972).<br />

De led<strong>en</strong> van coöperatieve groep<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> elkaar niet alle<strong>en</strong>, zij gev<strong>en</strong> elkaar steun <strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> veel steun aan elkaar. Uit meer dan 106 onderzoek<strong>en</strong> naar <strong>sociale</strong> steun blijkt dat<br />

coöperatieve ervaring<strong>en</strong> door meer taakgerichte <strong>en</strong> persoonlijke steun gek<strong>en</strong>merkt word<strong>en</strong><br />

dan competitieve of individuele ervaring<strong>en</strong>. Sociale steun heeft e<strong>en</strong> positieve invloed op de<br />

prestaties <strong>en</strong> de productiviteit van groepsled<strong>en</strong>, op hun lichamelijke <strong>en</strong> psychische gesteldheid<br />

<strong>en</strong> hun vermog<strong>en</strong> om spanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>slag het hoofd te bied<strong>en</strong>.<br />

Productiviteit<br />

Laag Gemiddeld Hoog<br />

Norm<strong>en</strong> die e<strong>en</strong><br />

hoge productiviteit<br />

in de hand werk<strong>en</strong><br />

Norm<strong>en</strong> die e<strong>en</strong><br />

geringe productiviteit<br />

in de hand werk<strong>en</strong><br />

Laag<br />

Hoog<br />

Groepscohesie<br />

Figuur 3.3<br />

De veronderstelde relatie tuss<strong>en</strong> productiviteit <strong>en</strong> groepscohesie<br />

3.11.4 Psychologische aanpassing <strong>en</strong> <strong>sociale</strong> compet<strong>en</strong>tie<br />

De derde groep van de onderzochte variabel<strong>en</strong> bestaat onder meer uit psychische<br />

gezondheid , gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde <strong>en</strong> <strong>sociale</strong> compet<strong>en</strong>ties. Psychische of geestelijke<br />

gezondheid bestaat uit het vermog<strong>en</strong> om in het kader van het nastrev<strong>en</strong> van bepaalde<br />

doel<strong>en</strong>, interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>te relaties met ander<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>, in stand te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo<br />

nodig te verander<strong>en</strong> (Johnson 2003, Johnson & Johnson, 1989). Wat moet<strong>en</strong> we do<strong>en</strong> om<br />

het verschijnsel <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> te kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>? We moet<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> of er<br />

in e<strong>en</strong> bepaalde situatie sprake is van <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s vaststell<strong>en</strong> of deze e<strong>en</strong><br />

positief of negatief karakter heeft. We moet<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s overe<strong>en</strong>komstig onze waarneming


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

75<br />

gemotiveerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> handel<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de norm<strong>en</strong> die in die situatie van toepassing<br />

zijn. We hebb<strong>en</strong> vijf onderzoek<strong>en</strong> bestudeerd waarin de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong><br />

psychische gezondheid c<strong>en</strong>traal stond. Uit de resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we het volg<strong>en</strong>de opmak<strong>en</strong>:<br />

(1) sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve waardering van deze sam<strong>en</strong>werking resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

betere geestelijke gezondheid dan concurrer<strong>en</strong> of zelfstandig werk<strong>en</strong>; (2) er bestaat e<strong>en</strong> nauwe<br />

positieve relatie tuss<strong>en</strong> coöperatieve attitudes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>heid aan psychologische<br />

gezondheidsfactor<strong>en</strong>, in sommige gevall<strong>en</strong> bestaat er e<strong>en</strong> positieve relatie tuss<strong>en</strong> psychische<br />

gezondheid <strong>en</strong> competitief gedrag, in andere gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> negatieve, <strong>en</strong> er bestaat e<strong>en</strong> negatieve<br />

relatie tuss<strong>en</strong> individualistische attitudes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote verscheid<strong>en</strong>heid aan psychologische<br />

gezondheidsfactor<strong>en</strong>. Er bestaat e<strong>en</strong> positieve relatie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> coöperatieve instelling<br />

<strong>en</strong> emotionele volwass<strong>en</strong>heid, goed ontwikkelde <strong>sociale</strong> relaties, e<strong>en</strong> sterke persoonlijke<br />

id<strong>en</strong>titeit, teg<strong>en</strong>slag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> incasser<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> compet<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> houding van<br />

vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> optimisme t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Coöperatieve activiteit<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

ook e<strong>en</strong> positieve invloed op egosterkte, zelfvertrouw<strong>en</strong>, onafhankelijkheid <strong>en</strong> autonomie.<br />

Individualistische attitudes blijk<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> met bepaalde psychopathologische<br />

verschijnsel<strong>en</strong>, zoals emotionele onvolwass<strong>en</strong>heid, <strong>sociale</strong> onaangepastheid, delinqu<strong>en</strong>tie,<br />

zelfvervreemding <strong>en</strong> zelfverwerping. Er bestaat e<strong>en</strong> relatie tuss<strong>en</strong> competitiviteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

combinatie van psychologisch gezonde <strong>en</strong> ongezonde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>d inzicht<br />

in de wijze waarop we effectiever met ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> is bepal<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong><br />

positieve psychologische ontwikkeling.<br />

We hebb<strong>en</strong> de <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie ook gerelateerd aan gevoel<strong>en</strong>s van<br />

eig<strong>en</strong>waarde (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989). Zelfacceptatie hangt sam<strong>en</strong> met<br />

(1) het internaliser<strong>en</strong> van percepties dat andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ons k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> mog<strong>en</strong><br />

zoals we zijn, (2) het internaliser<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>schappelijke succeservaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> (3) e<strong>en</strong><br />

zelfevaluatie die in vergelijking met leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> gunstig voor ons uitvalt. Zelfverwerping<br />

kan het gevolg zijn van (1) niet gek<strong>en</strong>d will<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, (2) geringe prestaties, (3)<br />

overg<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>de zelfevaluaties <strong>en</strong> (4) de afkeuring van ander<strong>en</strong>. Sinds 1950 zijn er meer<br />

dan tachtig onderzoek<strong>en</strong> verricht waarin de relatieve invloed van coöperatieve, competitieve<br />

<strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong> op gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde c<strong>en</strong>traal stond (Johnson, 2003;<br />

Johnson & Johnson, 1989). Coöperatieve ervaring<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positievere invloed op<br />

gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde dan competitieve <strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong>. Er lijkt e<strong>en</strong> verband<br />

te bestaan tuss<strong>en</strong> coöperatieve ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> het idee dat we e<strong>en</strong> waardevol individu zijn,<br />

met e<strong>en</strong> positieve kijk op andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vergelijking van onze eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> met die<br />

van leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> die gunstig voor ons uitvalt <strong>en</strong> het beeld dat we e<strong>en</strong> capabel, compet<strong>en</strong>t<br />

<strong>en</strong> succesvol persoon zijn. In sam<strong>en</strong>werkingssituaties (1) kom<strong>en</strong> we tot het besef dat onze<br />

groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> ons goed k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> mog<strong>en</strong>, (2) realiser<strong>en</strong> we ons dat we tot ons<br />

eig<strong>en</strong> succes, dat van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> het succes van de groep hebb<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> (3) nem<strong>en</strong><br />

we onszelf <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd <strong>en</strong> realistisch waar. Waardoor het mogelijk wordt om,<br />

op basis van de complem<strong>en</strong>tariteit van onze eig<strong>en</strong> capaciteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> die van ander<strong>en</strong>, onszelf<br />

op talrijke dim<strong>en</strong>sies te vergelijk<strong>en</strong>. Competitieve situaties lijk<strong>en</strong> eerder sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong><br />

met voorwaardelijke gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde, afhankelijk van het feit of we winn<strong>en</strong> of<br />

verliez<strong>en</strong>. Individuele ervaring<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> eerder verband te houd<strong>en</strong> met zelfafwijzing.<br />

Er is ook onderzoek verricht naar de relatie tuss<strong>en</strong> ons vermog<strong>en</strong> om ons in de positie<br />

van ander<strong>en</strong> te verplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> coöperatieve, competitieve <strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong> (Johnson,<br />

2003b; Johnson & Johnson, 1989). Coöperatieve ervaring<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> dit vermog<strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong>,<br />

terwijl competitieve <strong>en</strong> individuele ervaring<strong>en</strong> de neiging hebb<strong>en</strong> om egoc<strong>en</strong>trisme (we<br />

zi<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar vanuit ons eig<strong>en</strong> perspectief) in de hand te werk<strong>en</strong>.<br />

Sociale compet<strong>en</strong>tie is e<strong>en</strong> belangrijk aspect van onze psychische gezondheid . In coöpe -<br />

ratieve situaties zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> grotere to<strong>en</strong>ame van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>ties<br />

(zoals het vermog<strong>en</strong> om leiding te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>, het opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong>


76 Groepsdynamica<br />

van vertrouw<strong>en</strong>, effectief communicer<strong>en</strong>, effectieve besluit<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> constructieve<br />

conflicthantering) dan in competitieve <strong>en</strong> individuele situaties (Johnson, 2003; Johnson &<br />

Johnson 1989). Onze inzetbaarheid op de arbeidsmarkt <strong>en</strong> het succes van onze loopbaan<br />

word<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> belangrijk deel door deze <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> bepaald. Sociale<br />

vaardighed<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> ook t<strong>en</strong> grondslag aan het opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van langdurige<br />

vri<strong>en</strong>dschapp<strong>en</strong>, liefdevolle <strong>en</strong> zorgzame gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> cohesieve naaste omgeving.<br />

Ons vermog<strong>en</strong> om zorgzame <strong>en</strong> toegewijde relaties met ander<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

in stand te houd<strong>en</strong>, neemt af naarmate de ernst van psychopathologische verschijnsel<strong>en</strong><br />

(zoals depressiviteit, woede, angst) to<strong>en</strong>eemt. M<strong>en</strong> heeft aangetoond dat er e<strong>en</strong> relatie bestaat<br />

tuss<strong>en</strong> antisociaal gedrag <strong>en</strong> afgewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (Cantrel & Prinz , 1985;<br />

Dodge e.a., 1982; Roff & Wirt , 1984). Ongepast agressief gedrag leidt tot e<strong>en</strong> afwijzing<br />

door leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (Cole & Kupersmidt , 1983; Dodge, 1983). Kinder<strong>en</strong> die afgewez<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> miss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal sociaalcognitieve vaardighed<strong>en</strong> , zoals toegang krijg<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> groep<br />

leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, het onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van groepsnorm<strong>en</strong>, hoe te reager<strong>en</strong> op provocaties <strong>en</strong> het<br />

interpreter<strong>en</strong> van pro<strong>sociale</strong> interacties (Asarnow & Calan , 1985; Dodge, 1983; Putallaz , 1983).<br />

Van de kinder<strong>en</strong> die naar kinderpsychologische institut<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong>, ondervond 30-<br />

70 proc<strong>en</strong>t (afhankelijk van de leeftijd, volg<strong>en</strong>s mededeling<strong>en</strong> van de ouders) problem<strong>en</strong> met<br />

leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (Ach<strong>en</strong>bach & Edelbrock , 1981). Bij kinder<strong>en</strong> die verwez<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>, ded<strong>en</strong><br />

deze moeilijkhed<strong>en</strong> zich tweemaal zoveel voor. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blek<strong>en</strong> deze kinder<strong>en</strong> minder<br />

vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>/vri<strong>en</strong>dinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder contact met h<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> dan kinder<strong>en</strong> die niet naar e<strong>en</strong><br />

kliniek verwez<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> war<strong>en</strong> hun vri<strong>en</strong>dschapp<strong>en</strong> significant minder stabiel<br />

<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> minder ontwikkeld inzicht in de tweezijdighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de intimiteit<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dschap (Selman , 1981). En ter afsluiting: veel attitudes <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> die van ess<strong>en</strong>tieel<br />

belang zijn voor onze geestelijke gezondheid (zoals zelfwerkzaamheid) mak<strong>en</strong> we ons eig<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> adopter<strong>en</strong> we in sam<strong>en</strong>werkingssituaties.<br />

3.12 Wederkerige relaties<br />

3.12.1 De voorwaard<strong>en</strong> voor constructieve competitie<br />

We beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke hoeveelheid gegev<strong>en</strong>s waaruit blijkt dat coöperatieve<br />

activiteit<strong>en</strong> tot betere prestaties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere productiviteit leid<strong>en</strong> dan competitieve<br />

(Johnson & Johnson, 1989). Dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> competitieve situatie minder prester<strong>en</strong> dan ze<br />

in e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingssituatie zoud<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> aantal oorzak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de oorzak<strong>en</strong><br />

is dat we in competitieve situaties de neiging hebb<strong>en</strong> om zelfbescherm<strong>en</strong>de strategieën<br />

te gebruik<strong>en</strong>, zoals eig<strong>en</strong>waardebescherming, zelfsabotage <strong>en</strong> def<strong>en</strong>sief pessimisme.<br />

Eig<strong>en</strong>waardebescherming houdt in dat we niet ons uiterste best do<strong>en</strong>, zodat we e<strong>en</strong> mislukking<br />

niet aan persoonlijke incompet<strong>en</strong>tie maar onvoldo<strong>en</strong>de inzet kunn<strong>en</strong> toeschrijv<strong>en</strong><br />

(Rhodewalt e.a., 1991; Thompson e.a., 1995). Zelfsabotage (‘selfhandicapping’) houdt in dat<br />

we ons eig<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> in de wiel<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door pieker- of uitstelgedrag<br />

of door onrealistische eis<strong>en</strong> aan onszelf te stell<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> excuus als het op<br />

e<strong>en</strong> mislukking uitloopt (Covington , 1992; McCown & Johnson , 1991). Def<strong>en</strong>sief pessimisme<br />

betek<strong>en</strong>t dat we de kans van slag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de waarde van de te verricht<strong>en</strong> taak onrealistisch<br />

laag inschatt<strong>en</strong>. We hoev<strong>en</strong> dan niet meer bang te zijn (Cantor & Harlow , 1994; Cantor &<br />

Norem , 1989; Norem & Illingworth , 1993). Dergelijke strategieën do<strong>en</strong> vaak afbreuk aan<br />

ons prester<strong>en</strong> in competitieve situaties. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt competitie in veel discussies als e<strong>en</strong><br />

uitermate destructief verschijnsel beschrev<strong>en</strong> dat zo snel mogelijk moet verdwijn<strong>en</strong>, vooral<br />

in het onderwijs <strong>en</strong> op de werkvloer (Kohn , 1992, 1993; Maehr & Midgley , 1991).<br />

Andere sociaalwet<strong>en</strong>schappers hebb<strong>en</strong> zich echter op het standpunt gesteld dat competitie<br />

constructief kan zijn <strong>en</strong> mits adequaat gestructureerd, gestimuleerd zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

77<br />

(Johnson & Johnson , 1978; Sherif , 1978). De <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie heeft zich<br />

ontfermd over de condities waaronder competitie constructief kan zijn (Johnson & Johnson,<br />

1974, 1978, 1989, 1999a; R. Johnson & Johnson, 1979; Stanne e.a., 1999). Waaraan kunn<strong>en</strong><br />

we e<strong>en</strong> constructieve competitie herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>? Aan de effectiviteit waarmee de opdracht tot<br />

e<strong>en</strong> goed einde wordt gebracht, aan het feit dat de deelname aan de competitie waardevoller<br />

(door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het zelfvertrouw<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> steun <strong>en</strong> prester<strong>en</strong>) wordt gevond<strong>en</strong> dan<br />

winn<strong>en</strong>, door e<strong>en</strong> grotere bereidheid om moeilijker tak<strong>en</strong> op zich te nem<strong>en</strong>, het versterk<strong>en</strong><br />

van de band<strong>en</strong> met andere deelnemers aan de competitie, e<strong>en</strong> grotere m<strong>en</strong>tale veerkracht,<br />

het vermog<strong>en</strong> van de deelnemers aan de competitie om in de toekomst met elkaar sam<strong>en</strong><br />

te werk<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, de vastberad<strong>en</strong>heid waarmee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan de competitie will<strong>en</strong><br />

deelnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> het g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van het competitie-elem<strong>en</strong>t. Er zijn niet veel poging<strong>en</strong><br />

ondernom<strong>en</strong> om de factor<strong>en</strong> die tot e<strong>en</strong> constructieve competitie bijdrag<strong>en</strong> in kaart te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Verondersteld wordt dat e<strong>en</strong> competitieve situatie constructiever wordt naarmate<br />

deze aan de volg<strong>en</strong>de voorwaard<strong>en</strong> voldoet (Johnson & Johnson, 1974, 1978, 1989, 1999a):<br />

1. Winn<strong>en</strong> is relatief onbelangrijk. Wat gebeurt er als winn<strong>en</strong> te belangrijk wordt? De<br />

deelnemers kunn<strong>en</strong> int<strong>en</strong>se gevoel<strong>en</strong>s van spanning <strong>en</strong> angst ervar<strong>en</strong> die hun prestaties<br />

ondermijn<strong>en</strong>. Vooral bij motorische opdracht<strong>en</strong> is de kans groot dat de meeste deelnemers<br />

hun prestatie als e<strong>en</strong> mislukking zull<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong>. Verliez<strong>en</strong> kan het ontstaan van<br />

‘aangeleerde hulpeloosheid in competitieve situaties’ in de hand werk<strong>en</strong>, terwijl winn<strong>en</strong><br />

er toe kan leid<strong>en</strong> dat de deelnemers ‘psychisch opgebrand’ rak<strong>en</strong>.<br />

2. Alle deelnemers hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> redelijke kans om te winn<strong>en</strong>. Onze prestatiemotivatie is<br />

gebaseerd op de kans dat wij in staat zijn om e<strong>en</strong> bepaald doel te bereik<strong>en</strong>. Bij deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />

gelov<strong>en</strong> dat zij toch niet kunn<strong>en</strong> winn<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de reacties teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>:<br />

er niet aan beginn<strong>en</strong> of oneerlijk te werk gaan, de uitdaging vermijd<strong>en</strong>, oppervlakkige<br />

poging<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong> of poging<strong>en</strong> die zo weinig mogelijk inspanning kost<strong>en</strong>, minieme<br />

poging<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> probleem op te loss<strong>en</strong>, andere zelfondermijn<strong>en</strong>de strategieën, weinig<br />

belangstelling ton<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> weinig plezier belev<strong>en</strong> aan de gebeurt<strong>en</strong>is.<br />

3. De regels, procedures <strong>en</strong> criteria t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van winn<strong>en</strong> zijn duidelijk <strong>en</strong> concreet.<br />

Onduidelijkhed<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> competitieve situatie do<strong>en</strong> afbreuk aan de prestaties van de<br />

deelnemers omdat zij zich gaan bezighoud<strong>en</strong> met wat wel eerlijk of rechtvaardig is <strong>en</strong> wat<br />

niet.<br />

Tjosvold e.a. (2003) verrichtt<strong>en</strong> twee onderzoek<strong>en</strong> in het bedrijfslev<strong>en</strong>. Zij constateerd<strong>en</strong> dat<br />

de onderstaande variabel<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met constructieve competitie: de rechtvaardigheid<br />

van de regels, de motivatie om te wedijver<strong>en</strong> <strong>en</strong> te winn<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> goede kans om te winn<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

sterke, positieve band tuss<strong>en</strong> de deelnemers, eerlijkheid tijd<strong>en</strong>s de competitie <strong>en</strong> de gewoonte<br />

onder deelnemers om elkaars compet<strong>en</strong>tie te bevestig<strong>en</strong>. Het constructieve karakter van<br />

competitieve situaties kan versterkt word<strong>en</strong> als we deze variabel<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>.<br />

Het competitie-elem<strong>en</strong>t ligt ook aan de basis van <strong>en</strong>kele andere theorieën, zoals de<br />

realistische conflicttheorie <strong>en</strong> de <strong>sociale</strong> dominantietheorie . De realistische confl icttheorie stelt<br />

dat conflict<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> zijn omdat ze onvergelijkbare doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> dezelfde schaarse middel<strong>en</strong> will<strong>en</strong> bemachtig<strong>en</strong> (Campbell , 1965; Sherif, 1966).<br />

De <strong>sociale</strong> dominantietheorie gaat ervan uit dat de middel<strong>en</strong> beperkt zijn <strong>en</strong> dat individu<strong>en</strong>,<br />

groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> de strijd met elkaar aanbind<strong>en</strong> om deze middel<strong>en</strong> in hun bezit te krijg<strong>en</strong><br />

(Charlesworth , 1996; Darwin , 1859). Hierdoor ontstaan hiërarchieën in <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> groep<strong>en</strong>.<br />

Aan de hand van de <strong>sociale</strong> dominantietheorie heeft m<strong>en</strong> verschijnsel<strong>en</strong> als vooroordel<strong>en</strong><br />

die in e<strong>en</strong> groep lev<strong>en</strong> (Sidanius & Pratto ) <strong>en</strong> pest<strong>en</strong> op school (Pellegrini , 2002) will<strong>en</strong><br />

verklar<strong>en</strong>. De <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie kan aan deze theorieën <strong>en</strong> aan andere op<br />

competitie gebaseerde theorieën <strong>en</strong> verschijnsel<strong>en</strong> gerelateerd word<strong>en</strong>.


78 Groepsdynamica<br />

3.12.2 De voorwaard<strong>en</strong> voor constructieve individuele activiteit<strong>en</strong><br />

Onderzoekers hebb<strong>en</strong> zeer weinig aandacht besteed aan de condities waaronder individuele<br />

inspanning<strong>en</strong> op hun plaats <strong>en</strong> effectief zijn. De <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie neemt aan dat<br />

er omstandighed<strong>en</strong> zijn waarin individuele inspanning<strong>en</strong> effectiever zijn dan sam<strong>en</strong>werking<br />

of competitie. Zelfstandig kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> geldt in bepaalde situaties als e<strong>en</strong> belangrijke<br />

compet<strong>en</strong>tie . In welke situaties is e<strong>en</strong> individuele werkwijze op zijn plaats?<br />

1. Als sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> te duur of te moeilijk is. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> probleem word<strong>en</strong> als<br />

er ge<strong>en</strong> geschikte of bekwame partners beschikbaar zijn of wanneer de noodzakelijke<br />

middel<strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>.<br />

2. Het doel wordt als belangrijk, relevant <strong>en</strong> waardevol gezi<strong>en</strong>.<br />

3. De deelnemers gaan ervan uit dat het gestelde doel binn<strong>en</strong> hun bereik ligt.<br />

4. De uit te voer<strong>en</strong> opdracht moet ondeelbaar <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig zijn, zoals het ler<strong>en</strong> van concrete<br />

feit<strong>en</strong> of het zich eig<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> of uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>voudige vaardighed<strong>en</strong>.<br />

5. De instructies zijn duidelijk <strong>en</strong> concreet, zodat de deelnemers wet<strong>en</strong> hoe ze verder<br />

moet<strong>en</strong> gaan met hun taak <strong>en</strong> hun werk moet<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>.<br />

6. Als er vervolg<strong>en</strong>s van de individueel verrichte tak<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaald sam<strong>en</strong>werkingsverband<br />

gebruik wordt gemaakt. Individuele <strong>en</strong> coöperatieve activiteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elkaar aanvull<strong>en</strong>.<br />

We kunn<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> (k<strong>en</strong>nis, vaardighed<strong>en</strong>) waarvan vervolg<strong>en</strong>s, als we met ander<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, gebruik wordt gemaakt. Waardoor we individuele opdracht<strong>en</strong> relevanter <strong>en</strong><br />

belangrijker gaan vind<strong>en</strong>. De betek<strong>en</strong>is van individueel uitgevoerde opdracht<strong>en</strong> schuilt in<br />

de coöperatieve activiteit<strong>en</strong> die in het verl<strong>en</strong>gde van de individuele tak<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Waaraan<br />

ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> individuele doel<strong>en</strong> hun belang? Aan de bijdrage die zij in e<strong>en</strong> groter geheel, de<br />

sam<strong>en</strong>werking met ander<strong>en</strong>, lever<strong>en</strong>.<br />

3.13 Mediër<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong>: de bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking<br />

E<strong>en</strong> toegewijde, coöperatieve groep is waarschijnlijk het meest productieve instrum<strong>en</strong>t<br />

waarover de m<strong>en</strong>sheid beschikt. Het creër<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van coöperatieve groep<strong>en</strong><br />

is verre van e<strong>en</strong>voudig. We houd<strong>en</strong> onszelf voor de gek als we d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat goedbedoelde<br />

instructies, zoals ‘Doe het sam<strong>en</strong>’ of ‘Zorg dat jullie e<strong>en</strong> team word<strong>en</strong>’ voldo<strong>en</strong>de zijn om<br />

groepsled<strong>en</strong> tot sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> aan te zett<strong>en</strong>. Het vereist e<strong>en</strong> bepaalde discipline. Teamvorming<br />

kun je vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> dieet volg<strong>en</strong>. Het heeft weinig zin als je dat maar e<strong>en</strong> of twee<br />

dag<strong>en</strong> per week doet. Als je wil afvall<strong>en</strong>, moet je elke dag controler<strong>en</strong> wat je eet. Het<br />

heeft ev<strong>en</strong>min weinig zin om de teamvorming alle<strong>en</strong> om de vier of vijf bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>traal te stell<strong>en</strong>. Effectieve sam<strong>en</strong>werking is alle<strong>en</strong> mogelijk als we ons strikt aan e<strong>en</strong><br />

aantal leefregels houd<strong>en</strong>. Wat zijn de belangrijkste bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van effectieve sam<strong>en</strong>werking?<br />

Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, individuele <strong>en</strong> groepsverantwoordelijkhed<strong>en</strong>, directe <strong>en</strong> positieve<br />

contact<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> adequaat gebruik van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepsreflectie.<br />

3.13.1 Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>: wij in plaats van ik<br />

Als e<strong>en</strong> doelman bij e<strong>en</strong> uittrap de bal naar e<strong>en</strong> van zijn spits<strong>en</strong> wil schiet<strong>en</strong>, dan is er sprake<br />

van positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> beide spelers. Het succes van de e<strong>en</strong> hangt af van het<br />

succes van de ander. Hun geme<strong>en</strong>schappelijk succes wordt bepaald door het feit of beid<strong>en</strong><br />

compet<strong>en</strong>t te werk gaan. Faalt de één, dan faalt de ander ook.<br />

We hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> als we zi<strong>en</strong> dat we zodanig met<br />

ander<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> zijn dat wij niet kunn<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> als de ander<strong>en</strong> niet slag<strong>en</strong> (<strong>en</strong> omgekeerd)<br />

<strong>en</strong>/of als we e<strong>en</strong> taak tot e<strong>en</strong> goed einde will<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> onze inspanning<strong>en</strong> op die van ander<strong>en</strong><br />

af moet<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989). Het ontstaan van effectieve


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

79<br />

sam<strong>en</strong>werking begint met het structurer<strong>en</strong> van de positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>. Groepsled<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> twee verantwoordelijkhed<strong>en</strong>: zelf zo productief mogelijk zijn <strong>en</strong> de productiviteit<br />

van alle andere groepsled<strong>en</strong> zo groot mogelijk mak<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> twee belangrijke<br />

categorieën onderscheid<strong>en</strong>: resultaat<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> . We zijn,<br />

in coöperatieve <strong>en</strong> competitieve situaties, op e<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st resultaat gericht, e<strong>en</strong> bepaalde<br />

eindsituatie, e<strong>en</strong> doel of e<strong>en</strong> beloning. Als er ge<strong>en</strong> resultaat<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (doel of beloning)<br />

aanwezig is, dan is er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor sam<strong>en</strong>werking of wedijver. De middel<strong>en</strong> waarmee<br />

de geme<strong>en</strong>schappelijke doelstelling of beloning bereikt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, bepal<strong>en</strong> welke<br />

acties de groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong>. De weg naar het doel bepaalt welke stapp<strong>en</strong> er<br />

gezet moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke roll<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> op zich moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Het begrip<br />

middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> verwijst naar hulpmiddel<strong>en</strong>, rol- <strong>en</strong> taak<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> (deze<br />

overlapp<strong>en</strong> elkaar <strong>en</strong> staan niet los van elkaar).<br />

Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> heeft e<strong>en</strong> groot aantal effect<strong>en</strong> op de motivatie <strong>en</strong> de<br />

productiviteit van de groepsled<strong>en</strong>. Het b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> van het feit dat de groep haar doel alle<strong>en</strong><br />

kan bereik<strong>en</strong> als alle groepsled<strong>en</strong> zich daarvoor inzett<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> van de belangrijkste effect<strong>en</strong>.<br />

Groepsled<strong>en</strong> die van m<strong>en</strong>ing zijn dat hun activiteit<strong>en</strong> niet noodzakelijk zijn voor het succes<br />

van e<strong>en</strong> groep hebb<strong>en</strong> de neiging om zich minder in te gaan spann<strong>en</strong> (Kerr , 1983; Kerr &<br />

Bruun , 1983; Swe<strong>en</strong>ey , 1973), terwijl groepsled<strong>en</strong> die het teg<strong>en</strong>deel d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong><br />

bijdrage als uniek beschouw<strong>en</strong> hun inzet verhog<strong>en</strong> (Harkins & Petty , 1982). Groepsled<strong>en</strong> die<br />

e<strong>en</strong> duidelijk beeld hebb<strong>en</strong> van doel-, taak-, middel<strong>en</strong>- <strong>en</strong> rol<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, beseff<strong>en</strong> dat<br />

de groep hun bijdrage nodig heeft. Daarnaast moet de beloning<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> zodanig<br />

gestructureerd word<strong>en</strong> dat de activiteit<strong>en</strong> van de één de inspanning<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong><br />

niet overbodig maakt. Stel dat de hoogste score in de groep bepal<strong>en</strong>d is voor de beloning<br />

die de groep krijgt, dan bestaat het risico dat groepsled<strong>en</strong> die laag scor<strong>en</strong> hun bijdrag<strong>en</strong><br />

als onnodig gaan zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich niet meer inspann<strong>en</strong>, terwijl deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die hoog scor<strong>en</strong> zich<br />

gebruikt kunn<strong>en</strong> gaan voel<strong>en</strong>, ontgoocheld rak<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun inspanning<strong>en</strong> reducer<strong>en</strong> omdat<br />

ze niet will<strong>en</strong> dat onverantwoordelijke <strong>en</strong> ondankbare groepsled<strong>en</strong> die gratis met de groep<br />

meereiz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beloning krijg<strong>en</strong> die zij niet verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> (Kerr, 1983).<br />

Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> is dus e<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde voor de productiviteit<br />

van e<strong>en</strong> groep (<strong>en</strong> voor veel andere resultat<strong>en</strong> van groepsactiviteit<strong>en</strong>), maar er is tot voor<br />

kort weinig aandacht besteed aan de relatieve omvang van de bijdrag<strong>en</strong> die de verschill<strong>en</strong>de<br />

vorm<strong>en</strong> van <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> lever<strong>en</strong> (Johnson, 2003; Johnson & Johnson, 1989, 1998,<br />

2003b). Wat wet<strong>en</strong> we wel?<br />

1. Het lid zijn van e<strong>en</strong> groep betek<strong>en</strong>t nog niet dat we ons meer gaan inspann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

productiever word<strong>en</strong> – daar is positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> voor nodig. De wet<strong>en</strong>schap dat<br />

onze inspanning<strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> op het succes van groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> lijkt e<strong>en</strong> gevoel van<br />

verantwoordelijkheid in ons te activer<strong>en</strong> waardoor we ons meer gaan inzett<strong>en</strong>.<br />

2. Dat er interactie tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> plaatsvindt, wil nog niet zegg<strong>en</strong> dat de productiviteit<br />

to<strong>en</strong>eemt – dat vereist positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>. In e<strong>en</strong> situatie die gek<strong>en</strong>merkt werd<br />

door positieve doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> presteerd<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer dan in e<strong>en</strong> situatie waarin<br />

zij zelfstandig werkt<strong>en</strong> maar wel contact met elkaar kond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

3. Doel – <strong>en</strong> beloning<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> optelsom. Vergelek<strong>en</strong> met<br />

individuele activiteit<strong>en</strong> leidt positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tot betere prestaties <strong>en</strong> meer<br />

productiviteit, maar de combinatie van doel- <strong>en</strong> beloning<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> werkt nog<br />

effectiever.<br />

4. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> beloning te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om het verlies van e<strong>en</strong><br />

beloning te voorkom<strong>en</strong>, leid<strong>en</strong> tot betere prestaties dan individuele inspanning<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong><br />

beide vorm<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> bestaat ge<strong>en</strong> significant verschil.


80 Groepsdynamica<br />

5. Doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> heeft meer invloed op de geleverde prestaties <strong>en</strong> de productiviteit<br />

dan middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>.<br />

6. De prestaties <strong>en</strong> de productiviteit kunn<strong>en</strong> bij middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> op e<strong>en</strong> lager<br />

niveau ligg<strong>en</strong> dan bij individuele inspanning<strong>en</strong>.<br />

7. De combinatie van doel- <strong>en</strong> middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> heeft meer invloed dan doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />

alle<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook meer dan individuele activiteit.<br />

8. Positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> houdt niet alle<strong>en</strong> in dat groepsled<strong>en</strong> gemotiveerd word<strong>en</strong> om<br />

meer hun best te do<strong>en</strong>. Door de positieve onderlinge interacties kunn<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong><br />

nieuwe inzicht<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe ontdekking<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Led<strong>en</strong> van coöperatieve<br />

groep<strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> <strong>en</strong> argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoger niveau dan led<strong>en</strong> van competitieve<br />

groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> individu<strong>en</strong> die zelfstandig werk<strong>en</strong>.<br />

9. Hoe complexer de procedures met betrekking tot de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, des te langer<br />

duurt het voordat de groepsled<strong>en</strong> hun productiviteitsniveau bereik<strong>en</strong>. Hoe complexer de<br />

teamwerkprocedures, hoe meer aandacht <strong>en</strong> tijd het teamwerk van de groepsled<strong>en</strong> vraagt,<br />

<strong>en</strong> hoe minder tijd <strong>en</strong> aandacht ze voor hun tak<strong>en</strong> overhoud<strong>en</strong>. Maar de groepsled<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> zich weer op hun taak conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> zodra ze de teamwerkprocedures onder de<br />

knie hebb<strong>en</strong>. En blijk<strong>en</strong> het dan beter te do<strong>en</strong> dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die zelfstandig operer<strong>en</strong>.<br />

10. Uit onderzoek naar id<strong>en</strong>titeit<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> in relatie tot bepaalde <strong>sociale</strong> vraagstukk<strong>en</strong>,<br />

blijkt dat individu<strong>en</strong> die zichzelf in term<strong>en</strong> van hun groepslidmaatschap definiër<strong>en</strong><br />

meer bereid zijn om minder aan de algem<strong>en</strong>e middel<strong>en</strong> te onttrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer aan het<br />

algeme<strong>en</strong> welzijn will<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong>.<br />

3.13.2 De e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep<br />

De mate van positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> beïnvloedt de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de<br />

groep , de mate waarin de groep als e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d geheel wordt gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarin de<br />

led<strong>en</strong> zich met elkaar verbond<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> (Campbell , 1958). Des te sterker de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />

(geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong>, geme<strong>en</strong>schappelijke resultat<strong>en</strong>, onderlinge band<strong>en</strong>, positieve<br />

interacties) des te groter de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de groep. De waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep heeft weer invloed op groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-led<strong>en</strong>. Groepsled<strong>en</strong><br />

gaan de groep als e<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>t geheel zi<strong>en</strong>, terwijl niet-led<strong>en</strong> de groep als e<strong>en</strong> op zichzelf<br />

staand geheel gaan zi<strong>en</strong>. Des te sterker de <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> de daaruit voortvloei<strong>en</strong>de<br />

e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de groep, des te sterker de id<strong>en</strong>tificatie met de groep , de aan het lidmaatschap<br />

ontle<strong>en</strong>de <strong>sociale</strong> id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> de aan het lidmaatschap ontle<strong>en</strong>de gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde.<br />

Enkele andere aspect<strong>en</strong> die dezelfde invloed ondergaan: de kwaliteit<strong>en</strong> van de groep die<br />

e<strong>en</strong> onderdeel word<strong>en</strong> van de zelfdefinities van de groepsled<strong>en</strong>, de invloed van de groep<br />

op de visies van de groepsled<strong>en</strong>, de differ<strong>en</strong>tiatie <strong>en</strong> de duidelijkheid van de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

de groep <strong>en</strong> andere groep<strong>en</strong>, de vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de groep, de kwetsbaarheid<br />

van de gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde als de groep wordt aangevall<strong>en</strong> (vooroordel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de<br />

groep kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedreiging vorm<strong>en</strong> voor het gevoel van eig<strong>en</strong>waarde van groepsled<strong>en</strong>),<br />

de empathie die de groepsled<strong>en</strong> voor elkaar hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> het positieve gedrag (elkaar help<strong>en</strong>)<br />

dat de groepsled<strong>en</strong> naar elkaar toe manifester<strong>en</strong>.<br />

De door de positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> gecreëerde e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de groep beïnvloedt<br />

niet alle<strong>en</strong> de wijze waarop de groepsled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de groep aankijk<strong>en</strong> maar ook de wijze<br />

waarop niet-led<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de groep aankijk<strong>en</strong> (Johnson & Johnson, 2006). Niet-led<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

de neiging om de groepsled<strong>en</strong> bepaalde eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong>. Deze neiging wordt<br />

sterker naarmate zij de groep als e<strong>en</strong> hechtere e<strong>en</strong>heid zi<strong>en</strong>. Dergelijke indrukk<strong>en</strong> werk<strong>en</strong><br />

stereotyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> discriminer<strong>en</strong>d gedrag in de hand. E<strong>en</strong> groep die e<strong>en</strong> hechte indruk maakt,<br />

werkt ook e<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> collectieve verantwoordelijkheid van de groepsled<strong>en</strong> in de hand.<br />

Hetzij via commissie (e<strong>en</strong> groepslid tot e<strong>en</strong> bepaald gedrag aanzett<strong>en</strong>), hetzij via omissie


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

81<br />

(het lukt niet om e<strong>en</strong> groepslid van e<strong>en</strong> bepaald gedrag te weerhoud<strong>en</strong>). Er is sprake van<br />

collectieve verantwoordelijkheid als de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep verantwoordelijk word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gesanctioneerd word<strong>en</strong> voor het gedrag van één groepslid. Aan groep<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> hoge<br />

mate van <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> te zi<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, wordt e<strong>en</strong> grotere collectieve verantwoordelijkheid<br />

toegeschrev<strong>en</strong>. En t<strong>en</strong> slotte, de kans dat er realistische conflict<strong>en</strong> (op basis van onvergelijkbare<br />

doelstelling<strong>en</strong>) ontstaan met de buit<strong>en</strong>wereld wordt groter naarmate de groep meer als e<strong>en</strong><br />

hechte e<strong>en</strong>heid wordt waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Realistische conflict<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> er op hun beurt weer<br />

toe dat de e<strong>en</strong>heid binn<strong>en</strong> de groep to<strong>en</strong>eemt, omdat de led<strong>en</strong> één front vorm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de<br />

dreiging van buit<strong>en</strong>af.<br />

3.13.3 Individuele aansprakelijkheid <strong>en</strong> persoonlijke verantwoordelijkheid<br />

In e<strong>en</strong> groep kan er spanning ontstaan tuss<strong>en</strong> het groepsbelang <strong>en</strong> de belang<strong>en</strong> van individuele<br />

led<strong>en</strong>. De voordel<strong>en</strong> die groepsacties oplever<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> alle groepsled<strong>en</strong> t<strong>en</strong> deel vall<strong>en</strong>,<br />

ongeacht hun bijdrage aan de activiteit<strong>en</strong> van de groep (Rapoport & Bornstein , 1987).<br />

Omdat e<strong>en</strong> bijdrage aan de groep tijd kost, fysieke <strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale inspanning<strong>en</strong> vergt, kan het<br />

verleidelijk zijn om mee te lift<strong>en</strong> met de bijdrag<strong>en</strong> die andere groepsled<strong>en</strong> lever<strong>en</strong>. Het<br />

wordt natuurlijk e<strong>en</strong> probleem als alle groepsled<strong>en</strong> mee will<strong>en</strong> lift<strong>en</strong>. Dat zal de groep <strong>en</strong><br />

de groepsled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> goed do<strong>en</strong>. Verantwoordelijkheidsgevoel<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong>over de groep <strong>en</strong> de<br />

andere groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke situatie voorkom<strong>en</strong>.<br />

Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> ertoe leidt dat groepsled<strong>en</strong> zich meer<br />

verantwoordelijk gaan voel<strong>en</strong> voor het afmak<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> werk <strong>en</strong> het faciliter<strong>en</strong> van<br />

het werk dat andere groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> (Deutsch , 1949a, 1962). Als onze eig<strong>en</strong><br />

prestaties invloed hebb<strong>en</strong> op de resultat<strong>en</strong> van medegroepsled<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> we ons niet alle<strong>en</strong><br />

verantwoordelijk voor onze eig<strong>en</strong> situatie maar ook voor die van ander<strong>en</strong> (Matsui e.a., 1987).<br />

Onszelf teleurstell<strong>en</strong> is ell<strong>en</strong>dig, maar onszelf <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> teleurstell<strong>en</strong> is nog veel beroerder.<br />

De door de positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> gecreëerde gedeelde verantwoordelijkheid versterkt<br />

het normatieve karakter van de motivatie van de groepsled<strong>en</strong> – je hoort je taak te do<strong>en</strong>,<br />

je hoort e<strong>en</strong> bijdrage te lever<strong>en</strong>, je hoort je aan de groepsnorm<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> (Johnson &<br />

Johnson , 1989). Deze verantwoordelijkheidsgevoel<strong>en</strong>s verhog<strong>en</strong> onze motivatie om goed<br />

te prester<strong>en</strong>. En hoe meer sympathie <strong>en</strong> respect onze groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> voor ons hebb<strong>en</strong>, hoe<br />

meer verantwoordelijkheid we voor h<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> (W<strong>en</strong>tzel , 1994).<br />

Het verantwoordelijkheidsbesef neemt toe als er sprake is van groeps- <strong>en</strong> van individuele<br />

aansprakelijkheid. We sprek<strong>en</strong> van groepsaansprakelijkheid als de groepsprestatie beoordeeld<br />

wordt <strong>en</strong> alle groepsled<strong>en</strong> over het resultaat geïnformeerd word<strong>en</strong>, met de bedoeling om<br />

de uitkomst te vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde prestati<strong>en</strong>orm. En we sprek<strong>en</strong> van individuele<br />

aansprakelijkheid als de prestatie van elk groepslid beoordeeld wordt, als het groepslid <strong>en</strong><br />

de groep over het resultaat geïnformeerd word<strong>en</strong>, met de bedoeling om de uitkomst af te<br />

zett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde prestati<strong>en</strong>orm <strong>en</strong> het groepslid door zijn of haar groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

verantwoordelijk wordt gehoud<strong>en</strong> voor zijn of haar aandeel in het succes van de groep. Hooper<br />

e.a. (1989) constateerd<strong>en</strong> dat sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> tot betere prestaties leidde als de individuele<br />

aansprakelijkheid gestructureerd werd dan wanneer dat niet het geval was. Archer-Kath e.a.<br />

(1994) bemerkt<strong>en</strong> dat de kans bestaat dat de groepsled<strong>en</strong> meer <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> waarnem<strong>en</strong><br />

als de individuele aansprakelijkheid van de groepsled<strong>en</strong> groter wordt.<br />

Het ontbrek<strong>en</strong> van individuele aansprakelijkheid kan tot e<strong>en</strong> reductie van persoonlijke<br />

verantwoordelijkheidsgevoel<strong>en</strong>s leid<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de neiging hebb<strong>en</strong><br />

om hun bijdrage aan het bereik<strong>en</strong> van het groepsdoel te verminder<strong>en</strong> als de groep aan<br />

opdracht<strong>en</strong> werkt die het moeilijk mak<strong>en</strong> om te bepal<strong>en</strong> wie wat heeft bijgedrag<strong>en</strong>, als er<br />

e<strong>en</strong> grotere kans is op overbodige activiteit<strong>en</strong>, als de groep weinig cohesie vertoont <strong>en</strong> de<br />

verantwoordelijkheid voor het eindresultaat afneemt. Het <strong>sociale</strong> meelifteffect verdwijnt als


82 Groepsdynamica<br />

de individuele aansprakelijkheid groot is, als het duidelijk is hoe groot de bijdrage van elk<br />

groepslid is, als overbodige activiteit<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, als elk lid verantwoordelijk is voor<br />

het eindresultaat <strong>en</strong> de groep veel cohesie vertoont.<br />

In het algeme<strong>en</strong> geldt dat het voor e<strong>en</strong> groepslid steeds moeilijker wordt om zijn of haar<br />

eig<strong>en</strong> bijdrage aan het mogelijke succes van de groep te zi<strong>en</strong>, naarmate e<strong>en</strong> groep groter<br />

wordt (Kerr , 2001; Olson 1965). Naarmate de omvang van e<strong>en</strong> groep to<strong>en</strong>eemt, neemt de<br />

frequ<strong>en</strong>tie waarmee de groepsled<strong>en</strong> onderling communicer<strong>en</strong> af. Hetzelfde geldt voor de<br />

hoeveelheid informatie waarop besluit<strong>en</strong> gebaseerd word<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bestaat de kans dat<br />

de communicatie tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> minder waarachtig karakter krijgt omdat zij zich<br />

in hun uitsprak<strong>en</strong> meer gaan conformer<strong>en</strong> aan de opvatting<strong>en</strong> van de groep in zijn totaliteit.<br />

Sociaal meelift<strong>en</strong> neemt dan ook toe naarmate de omvang van de groep to<strong>en</strong>eemt. En aan<br />

de andere kant: hoe kleiner de groep hoe groter de individuele aansprakelijkheid. Morgan<br />

e.a.(1970) constateerd<strong>en</strong> dat de groepsprestatie verbeterde als er één lid van e<strong>en</strong> groep van<br />

vijf deelnemers ontbrak. Mogelijk omdat de groepsled<strong>en</strong> dacht<strong>en</strong> dat zij meer inzet moest<strong>en</strong><br />

ton<strong>en</strong>.<br />

3.13.4 Positieve interactie<br />

We hebb<strong>en</strong> al eerder in dit hoofdstuk opgemerkt dat er positieve interacties tuss<strong>en</strong><br />

groeps led<strong>en</strong> ontstaan als ze elkaars poging<strong>en</strong> om de groepsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> faciliter<strong>en</strong>. Positieve interactie wordt gek<strong>en</strong>merkt door het feit dat de groepsled<strong>en</strong> elkaar<br />

help<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijstaan, de b<strong>en</strong>odigde middel<strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong>, vraagtek<strong>en</strong>s achter elkaars conclusies<br />

<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>, elkaar vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrouwbaar zijn <strong>en</strong> minder angst <strong>en</strong> spanning<br />

ervar<strong>en</strong> (Johnson, 2003b; Johnson & Johnson, 1989).<br />

3.13.5 Sociale vaardighed<strong>en</strong><br />

Het heeft weinig zin om e<strong>en</strong> aantal sociaal incompet<strong>en</strong>te m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groep te zett<strong>en</strong><br />

met de mededeling dat het de bedoeling is dat zij gaan sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>. We moet<strong>en</strong> ons de<br />

vaardighed<strong>en</strong> die we nodig hebb<strong>en</strong> om goed met ander<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, eig<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> gemotiveerd zijn om deze vaardighed<strong>en</strong> in praktijk te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Individu<strong>en</strong> die hun<br />

poging<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk doel te bereik<strong>en</strong> op elkaar will<strong>en</strong> afstemm<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong><br />

elkaar ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>, accuraat <strong>en</strong> duidelijk ler<strong>en</strong> communicer<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> hoe<br />

zij elkaar kunn<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> steun<strong>en</strong>, <strong>en</strong> conflict<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> constructieve manier ler<strong>en</strong><br />

oploss<strong>en</strong> (Johnson, 2006). Sociale vaardighed<strong>en</strong> (vaardighed<strong>en</strong> in het contact met ander<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

in kleine groep<strong>en</strong>) vorm<strong>en</strong> de basis. Individu<strong>en</strong> die productief met elkaar will<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> bestand will<strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong> de spanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> die dit met zich mee kan<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> deze vaardighed<strong>en</strong> in zekere mate bezitt<strong>en</strong>. De <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> van de<br />

groepsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vooral veel invloed op hun productiviteit als zij deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

groep die gedur<strong>en</strong>de langere tijd functioneert <strong>en</strong> zich toelegt op complexe, explorer<strong>en</strong>de<br />

activiteit<strong>en</strong>. Lew <strong>en</strong> Mesch (Lew e.a., 1986a, 1986b) ded<strong>en</strong> onderzoek naar de invloed<br />

van beloning<strong>en</strong> voor het gebruik van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong>, positieve doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong><br />

<strong>en</strong> beloning<strong>en</strong> voor studieprestaties, op de verrichting<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> coöperatieve groep. De<br />

deelnemers traind<strong>en</strong> wekelijks vier <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> elk lid van e<strong>en</strong> coöperatieve<br />

groep kreeg twee bonuspunt<strong>en</strong> als alle groepsled<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s de doc<strong>en</strong>t, drie van de vier<br />

vaardighed<strong>en</strong> onder de knie blek<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Uit de resultat<strong>en</strong> bleek dat de combinatie van<br />

positieve doel<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, het belon<strong>en</strong> van goede studieprestaties van alle groepsled<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het belon<strong>en</strong> van het in praktijk br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong>, de meeste vrucht<strong>en</strong><br />

afwierp. Archer-Kath e.a. (1994) leerd<strong>en</strong> hun proefperson<strong>en</strong> hoe zij hun waardering voor<br />

ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>, ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> steun<strong>en</strong>, om informatie kunn<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

informatie kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, om hulp kunn<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulp kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. De deelnemers<br />

kreg<strong>en</strong> feedback , als individu of als groep, over de frequ<strong>en</strong>tie waarmee de groepsled<strong>en</strong> het


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

83<br />

gew<strong>en</strong>ste gedrag gemanifesteerd hadd<strong>en</strong>. De feedback werd in de vorm van e<strong>en</strong> grafiek<br />

gegev<strong>en</strong>. De individuele feedback bleek effectiever dan de groepsfeedback. De prestaties<br />

in coöperatieve groep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beter naarmate de groepsled<strong>en</strong> sociaal vaardiger zijn, de<br />

doc<strong>en</strong>t meer aandacht besteedt aan het train<strong>en</strong> <strong>en</strong> belon<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er<br />

meer individuele feedback over het gebruik van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> wordt gegev<strong>en</strong>.<br />

Sociale vaardighed<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> de prestaties van de groepsled<strong>en</strong>, ze bevorder<strong>en</strong><br />

ook het ontwikkel<strong>en</strong> van meer positieve relaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>. Putnam e.a.(1989)<br />

toond<strong>en</strong> aan dat de onderlinge relaties van individu<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> <strong>sociale</strong> vaardigheidstraining<br />

volgd<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij door e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t geobserveerd werd<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele feedback kreg<strong>en</strong><br />

over de frequ<strong>en</strong>tie van hun <strong>sociale</strong> vaardigheidsgedrag, positiever werd<strong>en</strong>. Dat gold ook voor<br />

de relaties tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> handicap.<br />

3.13.6 Groepsreflectie<br />

De effectiviteit van e<strong>en</strong> groep wordt beïnvloed door het feit of e<strong>en</strong> groep regelmatig stilstaat<br />

bij de vraag hoe de groep functioneert <strong>en</strong> wat er verbeterd zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> proces<br />

bestaat uit e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>bare reeks gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die zich in e<strong>en</strong> bepaalde periode afspel<strong>en</strong>.<br />

De term procesdoel<strong>en</strong> verwijst naar e<strong>en</strong> reeks gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die het bereik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

bepaald eindresultaat mogelijk mak<strong>en</strong>. Onder groepsreflectie verstaan we het terugkijk<strong>en</strong><br />

op e<strong>en</strong> groepsbije<strong>en</strong>komst om (1) te inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong> welke acties van de led<strong>en</strong> positief <strong>en</strong><br />

welke acties negatief uitpakt<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2) besluit<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> over welke acties voortgezet dan<br />

wel veranderd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het doel van groepsreflectie is dat er meer zicht komt op de<br />

effectiviteit van de bijdrag<strong>en</strong> die de groepsled<strong>en</strong> lever<strong>en</strong>. In hoeverre drag<strong>en</strong> deze bij tot het<br />

realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong>? Zo nodig kunn<strong>en</strong> er poging<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om ze<br />

effectiever te mak<strong>en</strong>.<br />

Yager e.a. (1986) constateerd<strong>en</strong> dat deelnemers van coöperatieve groep<strong>en</strong> met groepsreflectie<br />

beter presteerd<strong>en</strong> dan led<strong>en</strong> van groep<strong>en</strong> zonder groepsreflectie. Uit e<strong>en</strong> onderzoek<br />

van Putnam e.a. (1989) kwam naar vor<strong>en</strong> dat er zich meer positieve relaties ontwikkeld<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> deelnemers met <strong>en</strong> deelnemers zonder e<strong>en</strong> handicap als de deelnemers<br />

<strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> leerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de groep het middel van de zelfreflectie hanteerde, dan in<br />

coöperatieve groep<strong>en</strong> zonder vaardigheidstraining of groepsreflectie. De resultat<strong>en</strong> van andere<br />

onderzoek<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> in dezelfde richting: het introducer<strong>en</strong> van groepsreflectie leidt tot betere<br />

prestaties <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> werpt meer vrucht<strong>en</strong> af dan zelfstandig werk<strong>en</strong>. Archer-Kath<br />

e.a. (1994) kwam<strong>en</strong> tot de conclusie dat de combinatie van groepsreflectie <strong>en</strong> individuele<br />

feedback effectiever was dan de combinatie groepsreflectie-groepsfeedback. De eerstg<strong>en</strong>oemde<br />

combinatie leidde tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in de prestatiemotivatie van de deelnemers,<br />

hun feitelijke prestaties verbeterd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de prestaties vertoond<strong>en</strong> meer onderlinge gelijkheid.<br />

Verder ontwikkeld<strong>en</strong> zich meer positieve relaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> de doc<strong>en</strong>t. Deze conditie had ook e<strong>en</strong> positieve invloed op het gevoel<br />

van eig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de attitudes van de groepsled<strong>en</strong> met betrekking tot het onderwerp<br />

waarmee zij zich bezighield<strong>en</strong>.<br />

Groepsreflectie heeft dus e<strong>en</strong> positieve uitwerking op de effectiviteit <strong>en</strong> de efficiëntie van<br />

de activiteit<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> groep ontplooit. Maar het reflecter<strong>en</strong> over acties van groepsled<strong>en</strong> die het<br />

succes van de groep in de weg staan of dichterbij br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, heeft nog meer positieve gevolg<strong>en</strong>.<br />

Bijvoorbeeld het comp<strong>en</strong>satie-effect . Groepsled<strong>en</strong> gaan harder werk<strong>en</strong> om de werkelijke of<br />

verme<strong>en</strong>de tekortkoming<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong> te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Het belicht<strong>en</strong> van het<br />

unieke <strong>en</strong> onmisbare karakter van de bijdrag<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> leidt er toe dat groepsled<strong>en</strong><br />

zich minder passief gaan opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar meelift<strong>en</strong> met de ander<strong>en</strong>. Verder word<strong>en</strong> de<br />

groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun betek<strong>en</strong>is nog e<strong>en</strong>s b<strong>en</strong>adrukt, het besef dat de groep over de middel<strong>en</strong><br />

beschikt om de groepsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> wordt sterker (waardoor de groep als geheel<br />

doeltreff<strong>en</strong>der wordt) <strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong>heid bij de groepsactiviteit<strong>en</strong> neemt toe (Johnson &


84 Groepsdynamica<br />

Johnson, 2006). Van groepsled<strong>en</strong> wordt verwacht dat zij tijd<strong>en</strong>s groepreflecties uiting gev<strong>en</strong><br />

aan hun respect voor elkaar <strong>en</strong> elkaars bijdrag<strong>en</strong> (Johnson & Johnson, 2006; Johnson e.a.<br />

1998a). Het respect dat groepsbegeleiders voor groepsled<strong>en</strong> tot uitdrukking br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> heeft<br />

e<strong>en</strong> positieve invloed op de gevoel<strong>en</strong>s van eig<strong>en</strong>waarde van groepsled<strong>en</strong>. Terwijl het respect<br />

dat de groepsled<strong>en</strong> voor elkaar ton<strong>en</strong> tot effect heeft dat de groepsled<strong>en</strong>, als de groep met<br />

negatieve reacties uit de buit<strong>en</strong>wereld te mak<strong>en</strong> krijgt, zich extra gaan inspann<strong>en</strong> om de<br />

groepsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> gesterkt in hun overtuiging<br />

dat zij als groepslid gewaardeerd word<strong>en</strong>. De betrokk<strong>en</strong>heid bij de groep <strong>en</strong> de loyaliteit t<strong>en</strong><br />

opzichte van de groepsnorm<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> toe, ev<strong>en</strong>als de collectieve id<strong>en</strong>tificatie <strong>en</strong> het gedrag<br />

dat de belang<strong>en</strong> van de groep di<strong>en</strong>t.<br />

3.14 Stabiele sam<strong>en</strong>werking<br />

De kans is groot dat groepsled<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> belang<strong>en</strong> gaan nastrev<strong>en</strong> als er ge<strong>en</strong> sprake is van<br />

positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, individuele aansprakelijkheid, positieve interactie, e<strong>en</strong> adequaat<br />

gebruik van <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepsreflectie. Groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> van de onderlinge<br />

sam<strong>en</strong>werking profiter<strong>en</strong> maar in sommige situaties kunn<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> er meer baat bij<br />

hebb<strong>en</strong> als zij gebruikmak<strong>en</strong> van de coöperatieve activiteit<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> (Axelrod , 1984).<br />

Maar het wordt e<strong>en</strong> ander verhaal als alle groepsled<strong>en</strong> poging<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong> om gebruik te<br />

mak<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>werking van hun groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> zou dan meer oplever<strong>en</strong>.<br />

De verleiding om gebruik te mak<strong>en</strong> van de activiteit<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong> is het grootst<br />

als de groep ge<strong>en</strong> lang lev<strong>en</strong> beschor<strong>en</strong> is, als het bek<strong>en</strong>d is wanneer de groep ophoudt te<br />

bestaan <strong>en</strong> het profiter<strong>en</strong> van de activiteit<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong> niet getraceerd kan<br />

word<strong>en</strong> (<strong>en</strong> het moeilijk is om represailles te nem<strong>en</strong>).<br />

Er zijn vier condities die bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> stabiele sam<strong>en</strong>werking . T<strong>en</strong> eerste: de groepsled<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> er belang bij hebb<strong>en</strong> dat zij ook in de toekomst contact met elkaar hebb<strong>en</strong>. T<strong>en</strong><br />

tweede: deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> duidelijk herk<strong>en</strong>baar zijn <strong>en</strong> de acties van elk<br />

groepslid moet<strong>en</strong> voor alle andere groepsled<strong>en</strong> zichtbaar zijn (zodat er maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> groepslid van de activiteit<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> profiteert). T<strong>en</strong> derde: de<br />

groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zich emotioneel met hun groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> de groep id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>.<br />

De groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> geïnteresseerd zijn in het welzijn van de andere groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

langere termijnsucces van de groep will<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> vierde: de groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de<br />

waarde van wederkerigheid onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> in staat <strong>en</strong> bereid zijn om de sam<strong>en</strong>werking e<strong>en</strong><br />

wederzijds karakter te gev<strong>en</strong>.<br />

3.15 Doelstructur<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verdeling van beloning<strong>en</strong> onder de<br />

groepsled<strong>en</strong><br />

De wijze waarop de voordel<strong>en</strong> onder de groepsled<strong>en</strong> verdeeld word<strong>en</strong>, kan veel invloed hebb<strong>en</strong><br />

op de houding die groepsled<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> over elkaar gaan aannem<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de effectiviteit van<br />

de groep. De voordel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> verdeeld word<strong>en</strong>: naar verdi<strong>en</strong>ste,<br />

op basis van gelijkheid of naar behoefte (Deutsch , 1975, 1979, 1985).<br />

Homans (1961) heeft e<strong>en</strong> theorie ontwikkeld die het verdel<strong>en</strong> van beloning<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s<br />

het principe van rechtvaardigheid/billijkheid of verdi<strong>en</strong>ste als uitgangspunt kiest.<br />

E<strong>en</strong> rechtvaardige verdeling houdt in dat beloning<strong>en</strong> aan de geleverde bijdrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gekoppeld. De led<strong>en</strong> die het meest tot het succes van de groep hebb<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

het meest beloond. De vooronderstelling is dat de productiviteit stijgt als de beloning<strong>en</strong><br />

(bonuss<strong>en</strong>, salaris, promotie, cijfers) afhankelijk word<strong>en</strong> gemaakt van geleverde prestaties.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

85<br />

Beloning<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> schaars middel beschouwd (niet alle led<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> wat<br />

ze graag zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong>). De waarde van e<strong>en</strong> beloning neemt toe naarmate meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

deze beloning will<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> schaars middel als het aanbod veel minder is<br />

dan de vraag. De symbolische betek<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> beloning kan veel belangrijker word<strong>en</strong> dan<br />

de intrinsieke waarde. Kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> er alles aan do<strong>en</strong> om de eerste plaats in e<strong>en</strong> rij te<br />

bemachtig<strong>en</strong>. Niet vanwege de intrinsieke waarde die deze positie heeft, maar vanwege de<br />

symbolische waarde (ik sta vooraan, ik heb de ander<strong>en</strong> allemaal achter me gelat<strong>en</strong>). In feite<br />

is het rechtvaardigheidsbeginsel e<strong>en</strong> individueel stimuleringsplan: elk groepslid wordt er toe<br />

bewog<strong>en</strong> om het meest productieve groepslid te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dan beter beloond te<br />

word<strong>en</strong> dan de andere groepsled<strong>en</strong>).<br />

Deze manier om beloning<strong>en</strong> te verdel<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> aantal nadel<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste: de concurr<strong>en</strong>tie<br />

die er tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> ontstaat, heeft negatieve gevolg<strong>en</strong> voor de productiviteit van<br />

de groep. De groepsled<strong>en</strong> gaan elkaar in de wiel<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> elkaar te overtroev<strong>en</strong>.<br />

De groep kan met alle negatieve gevolg<strong>en</strong> van competitie te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede:<br />

de motivatie om zich in te zett<strong>en</strong> voor de groep wordt eerder extrinsiek (het gaat om<br />

de beloning) dan intrinsiek (het functioner<strong>en</strong> van de groep staat c<strong>en</strong>traal). T<strong>en</strong> derde: deze<br />

wijze van verdel<strong>en</strong> is gebaseerd op e<strong>en</strong> economisch principe. De waarde van de groepsled<strong>en</strong><br />

wordt bepaald door de omvang van hun bijdrage aan het succes van de groep. Dit heeft e<strong>en</strong><br />

depersonaliser<strong>en</strong>d effect . Groepsled<strong>en</strong> die weinig bijdrag<strong>en</strong>, wat h<strong>en</strong> naar verhouding zeer<br />

geringe voordel<strong>en</strong> oplevert, zijn in hun eig<strong>en</strong> og<strong>en</strong> <strong>en</strong> die van ander<strong>en</strong> weinig waard. Dit<br />

heeft e<strong>en</strong> (zelf)vervreemd<strong>en</strong>d effect (Diesing , 1962). T<strong>en</strong> vierde: groepsled<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> groot<br />

aantal middel<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> aan te trekk<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> vaak hogere beloning<strong>en</strong> dan groepsled<strong>en</strong> die<br />

dat veel minder kunn<strong>en</strong>. Zij kunn<strong>en</strong> hun succes toeschrijv<strong>en</strong> aan hun persoonlijke waarde<br />

<strong>en</strong> inspanning<strong>en</strong>. Wat impliceert dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die over minder middel<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> minder<br />

waard <strong>en</strong> minder actief zoud<strong>en</strong> zijn. Het vermog<strong>en</strong> om over middel<strong>en</strong> te beschikk<strong>en</strong> geeft<br />

e<strong>en</strong> voorsprong in de concurr<strong>en</strong>tiestrijd met ander<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn: afkomstig zijn uit<br />

e<strong>en</strong> rijke <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de familie, de beschikking hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> aantal aangebor<strong>en</strong> cognitieve<br />

<strong>en</strong> fysieke capaciteit<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diploma van e<strong>en</strong> prestigieuze opleiding. T<strong>en</strong> vijfde: het komt<br />

vaak voor dat de groepsled<strong>en</strong> die het meest beloond word<strong>en</strong>, gaan bepal<strong>en</strong> hoe de beloning<strong>en</strong><br />

in de toekomst verdeeld zull<strong>en</strong> gaan word<strong>en</strong>. Deutsch (1975, 1979, 1985) heeft opgemerkt<br />

dat dit systeem deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het voor het zegg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in staat stelt om aan de macht te<br />

blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> zichzelf onev<strong>en</strong>redig grote beloning<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Ook als de omvang van<br />

hun bijdrage aan de productiviteit van de groep is afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

In e<strong>en</strong> verdeelsysteem dat gebaseerd is op het principe van gelijkheid, krijg<strong>en</strong> alle<br />

deelnemers dezelfde beloning . Bijvoorbeeld als e<strong>en</strong> voetbalclub de Champions League wint<br />

<strong>en</strong> alle spelers <strong>en</strong> reserves ontvang<strong>en</strong> e<strong>en</strong> medaille <strong>en</strong> dezelfde winstpremie. Dit systeem<br />

stimuleert de groepsled<strong>en</strong> tot sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> leidt meestal tot wederzijds respect tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> gelijke status onder de groepsled<strong>en</strong>, tot groepsloyaliteit <strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame onderlinge relaties<br />

(Deutsch, 1985). Winkelpersoneel dat volg<strong>en</strong>s het gelijkheidsbeginsel wordt beloond, heeft<br />

meer het gevoel dat ze e<strong>en</strong> team vorm<strong>en</strong>, terwijl het billijkheidssysteem de neiging heeft om<br />

het vermijd<strong>en</strong> van onderhoudstak<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiestrijd om de klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geringe<br />

m<strong>en</strong>tale veerkracht in de hand te werk<strong>en</strong>. Blau (1954) vergeleek twee groep<strong>en</strong> bemiddelaars<br />

van e<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dbureau. De <strong>en</strong>e groep werd gek<strong>en</strong>merkt door competitie (wie weet de meeste<br />

vacatures op te vull<strong>en</strong>), de andere groep door sam<strong>en</strong>werking. De ambitieuze led<strong>en</strong> van de<br />

competitieve groep hield<strong>en</strong> zich tot in het extreme met hun eig<strong>en</strong> productiviteit bezig. Zij<br />

schermd<strong>en</strong> de vacatures af, terwijl het hun taak was om deze op<strong>en</strong>baar te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor<br />

iedere<strong>en</strong> zichtbaar op te hang<strong>en</strong>. De led<strong>en</strong> van de coöperatieve groep informeerd<strong>en</strong> elkaar<br />

wel over nieuwe vacatures <strong>en</strong> hielp<strong>en</strong> elkaar om deze op te vull<strong>en</strong>. De coöperatieve groep<br />

bleek significant meer vacatures op te vull<strong>en</strong>.<br />

Beloning<strong>en</strong> of voordel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook naar behoefte verdeeld word<strong>en</strong>. Het groepslid dat de


86 Groepsdynamica<br />

meeste kinder<strong>en</strong> heeft, ontvangt de hoogste bonus, het groepslid dat over de dood van e<strong>en</strong><br />

van de ouders treurt, hoeft het minste te do<strong>en</strong>, het groepslid dat over de minste capaciteit<strong>en</strong><br />

beschikt, krijgt de meeste hulp bij het uitvoer<strong>en</strong> van de tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke. Rawls (1971)<br />

heeft er op gewez<strong>en</strong> dat het logisch is dat groepsled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groepslid help<strong>en</strong> dat in nood of<br />

gevaar verkeert, zolang zij zelf ge<strong>en</strong> al te groot risico lop<strong>en</strong> of het h<strong>en</strong> niet al te veel kost.<br />

Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat de positieve gevolg<strong>en</strong> voor het in nood verker<strong>en</strong>de groepslid ver<br />

uitstijg<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> wat het de groepsled<strong>en</strong> kost. Deutsch (1975, 1979, 1985) heeft opgemerkt dat<br />

e<strong>en</strong> zorgzame groep de onderlinge verantwoordelijkheid, het k<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> van behoeft<strong>en</strong>,<br />

e<strong>en</strong> grote gevoeligheid voor de behoeft<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderlinge steun <strong>en</strong> bijstand<br />

b<strong>en</strong>adrukt.<br />

Welk beloningssysteem e<strong>en</strong> groep ook hanteert, de groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> het als<br />

‘rechtvaardig’ zi<strong>en</strong>. Voor het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taak zijn groepsled<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd om te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

dat het billijkheidssysteem het eerlijkste systeem is, na het voltooi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opdracht hebb<strong>en</strong><br />

zij de neiging om het gelijkheidsbeginsel als het meest eerlijke systeem te beschouw<strong>en</strong>.<br />

3.16 Situaties met gem<strong>en</strong>gde motiev<strong>en</strong><br />

In de meeste situaties hebb<strong>en</strong> groepsled<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gde motiev<strong>en</strong> (coöperatieve, competitieve<br />

<strong>en</strong> individuele). We moet<strong>en</strong> met medestud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, collega’s, superieur<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondergeschikt<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, voor ons g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wedijver<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<br />

kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voetballer kan zich op verschill<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>: dat zijn team wint,<br />

dat hij de uitblinker van het team is <strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong> fraai doelpunt maakt. In elke situatie zijn<br />

voortdur<strong>en</strong>d combinaties van de drie vorm<strong>en</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> aanwezig. De<br />

meest dominante vorm van <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> heeft belangrijke gevolg<strong>en</strong>: voor het<br />

individu, de groep <strong>en</strong> de organisatie. En tev<strong>en</strong>s voor de productiviteit, de stemming <strong>en</strong> het<br />

welzijn van de groepsled<strong>en</strong>.<br />

Het bestaan van e<strong>en</strong> groep zou door coöperativiteit gedomineerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

De effectiviteit van e<strong>en</strong> groep loopt gevaar als er e<strong>en</strong> nieuw lid met e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>de<br />

competitiedrang bij komt (Kelley & Stahelski , (1970). We zi<strong>en</strong> dan het volg<strong>en</strong>de gebeur<strong>en</strong>:<br />

de coöperatieve led<strong>en</strong> gaan zich competitief opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>, ondermijn<strong>en</strong> de<br />

vertrouw<strong>en</strong>sbasis, houd<strong>en</strong> informatie achter <strong>en</strong> communicer<strong>en</strong> minder. Alle groepsled<strong>en</strong><br />

gaan wedijver<strong>en</strong> met elkaar. Het nieuwe groepslid d<strong>en</strong>kt dat de andere groepsled<strong>en</strong> voorhe<strong>en</strong><br />

ook al competitief te werk ging<strong>en</strong>. De oudere groepsled<strong>en</strong> zijn zich er van bewust dat hun<br />

gedrag bepaald wordt door de competitiedrang van het nieuwe lid, maar deze is zich niet<br />

bewust van zijn of haar invloed op de andere led<strong>en</strong>.<br />

Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.3<br />

Je eig<strong>en</strong> cohesiegedrag<br />

Welke invloed heeft jouw gedrag op de groepscohesie? Als je wilt dat de groepscohesie to<strong>en</strong>eemt,<br />

wat doe je dan? Hoe zou je eig<strong>en</strong> gedrag met betrekking tot de cohesie in de groep beschrijv<strong>en</strong>?<br />

Aan de hand van de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> kun je reflecter<strong>en</strong> over de relatie tuss<strong>en</strong> je eig<strong>en</strong> gedrag <strong>en</strong> de<br />

cohesie binn<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> waarvan jij deel uitmaakt. Beantwoord elke vraag zo eerlijk mogelijk.<br />

1. Ik probeer ervoor te zorg<strong>en</strong> dat iedere<strong>en</strong> het fijn vindt om lid te zijn van de groep<br />

nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

87<br />

2. Ik bespreek mijn ideeën <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s over <strong>en</strong> reacties op wat er op dit mom<strong>en</strong>t in de groep<br />

gebeurt<br />

nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />

3. Ik accepteer <strong>en</strong> steun de andere led<strong>en</strong> als zij hun gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s over <strong>en</strong> hun reacties<br />

op wat er op dit mom<strong>en</strong>t in de groep gebeurt tot uitdrukking br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />

4. Ik probeer alle groepsled<strong>en</strong> het gevoel te gev<strong>en</strong> dat zij gewaardeerd word<strong>en</strong><br />

nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />

5. Ik probeer alle led<strong>en</strong> bij de activiteit<strong>en</strong> van de groep te betrekk<strong>en</strong><br />

nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />

6. Ik word beïnvloed door de andere groepsled<strong>en</strong><br />

nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />

7. Ik neem risico’s door nieuwe ideeën te poner<strong>en</strong> <strong>en</strong> mijn gevoel<strong>en</strong>s te uit<strong>en</strong><br />

nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />

8. Ik br<strong>en</strong>g mijn sympathie, g<strong>en</strong>eg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> belangstelling voor de andere groepsled<strong>en</strong> tot<br />

uitdrukking<br />

nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />

9. Ik b<strong>en</strong> voor groepsnorm<strong>en</strong> die de individualiteit <strong>en</strong> persoonlijke uiting<strong>en</strong> van groepsled<strong>en</strong><br />

onderschrijv<strong>en</strong><br />

nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 altijd<br />

Deze vrag<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> om de groepscohesie te bevorder<strong>en</strong>. In de vrag<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> aan bod die van ess<strong>en</strong>tieel belang zijn voor de cohesie. Bespreek je antwoord<strong>en</strong><br />

met andere groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong> op basis van de antwoord<strong>en</strong> van alle groepsled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> totale<br />

cohesiescore. Houd, als je doorgaat met lez<strong>en</strong>, de door jou gegev<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> in je achterhoofd.<br />

Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.4<br />

Het acceptati<strong>en</strong>iveau in de groep<br />

Wat is het doel van deze oef<strong>en</strong>ing? Aan de hand van de vrag<strong>en</strong>lijst kun je het acceptati<strong>en</strong>iveau in de<br />

groep in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> met elkaar besprek<strong>en</strong>. De procedure verloopt als volgt:<br />

1. Alle groepsled<strong>en</strong> vull<strong>en</strong> anoniem de onderstaande vrag<strong>en</strong>lijst in.<br />

2. Zet de resultat<strong>en</strong> in de scoretabel.<br />

3. Bespreek met elkaar welke conclusies er uit de resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k na<br />

over de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

a. Welke factor<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> bij tot het hoge of lage acceptati<strong>en</strong>iveau in de groep?<br />

b. Hoe zou het acceptati<strong>en</strong>iveau verhoogd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?<br />

Vrag<strong>en</strong>lijst: Acceptati<strong>en</strong>iveau<br />

Ga voor jezelf na hoe de andere led<strong>en</strong> van de groep zich gewoonlijk t<strong>en</strong> opzichte van jou gedrag<strong>en</strong>.


88 Groepsdynamica<br />

Zet in de ruimte achter onderstaande zesti<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> het cijfer dat overe<strong>en</strong>komt met jouw beeld van<br />

de groep als geheel. Gebruik de volg<strong>en</strong>de schaal:<br />

5 = zij gedrag<strong>en</strong> zich altijd zo<br />

4 = zij gedrag<strong>en</strong> zich meestal zo<br />

3 = zij gedrag<strong>en</strong> zich gewoonlijk zo<br />

2 = zij gedrag<strong>en</strong> zich niet vaak zo<br />

1 = zij gedrag<strong>en</strong> zich zeld<strong>en</strong> zo<br />

0 = zij gedrag<strong>en</strong> zich nooit zo<br />

Mijn groepsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

Auth<strong>en</strong>ticiteit<br />

1. zijn volledig eerlijk teg<strong>en</strong> mij.<br />

2. zegg<strong>en</strong> het teg<strong>en</strong> me als ik h<strong>en</strong> dwarszit.<br />

3. zegg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> die me zoud<strong>en</strong> kwets<strong>en</strong>.<br />

4. zijn 100% op<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> mij.<br />

Score<br />

Begrip<br />

5. begrijp<strong>en</strong> wat ik probeer te communicer<strong>en</strong>.<br />

6. begrijp<strong>en</strong> wie ik echt b<strong>en</strong>.<br />

7. begrijp<strong>en</strong> niet wat ik zeg of doe.<br />

8. zi<strong>en</strong> het direct als me iets dwarszit.<br />

Score<br />

Waardering<br />

9. onderbrek<strong>en</strong> of neger<strong>en</strong> mijn woord<strong>en</strong>.<br />

10. hebb<strong>en</strong> belangstelling voor mij.<br />

11. betrekk<strong>en</strong> mij bij wat ze do<strong>en</strong>.<br />

12. waarder<strong>en</strong> me als persoon, los van mijn kunn<strong>en</strong> of status.<br />

Score<br />

Acceptatie<br />

13 accepter<strong>en</strong> me gewoon zoals ik b<strong>en</strong>.<br />

14. mak<strong>en</strong> het gemakkelijk voor me om mezelf te zijn.<br />

15. beoordel<strong>en</strong> me, of ik wel of niet acceptabel b<strong>en</strong>.<br />

15. accepter<strong>en</strong> mijn verschill<strong>en</strong> of eig<strong>en</strong>aardighed<strong>en</strong>.<br />

Score<br />

De vrag<strong>en</strong> 3, 7, 11 <strong>en</strong> 15 word<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>d gescoord. Trek de ingevulde score af van 5. Tel nu de<br />

scores per categorie bij elkaar op. Vul dit getal in in de scoretabel.<br />

Scoretabel: acceptati<strong>en</strong>iveau<br />

Score Auth<strong>en</strong>ticiteit Begrip Waardering Acceptatie<br />

0-4<br />

5-8<br />

9-12<br />

13-16<br />

17-20


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

89<br />

Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.5<br />

Hoeveel vertrouw<strong>en</strong> heb ik <strong>en</strong> hoe betrouwbaar b<strong>en</strong> ik?<br />

Je loopt altijd het risico dat je e<strong>en</strong> afwijz<strong>en</strong>de reactie krijgt als je e<strong>en</strong> relatie met iemand wilt<br />

opbouw<strong>en</strong>. Twee groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elkaar alle<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> als zij zichzelf betrouwbaar<br />

opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dat de ander betrouwbaar is. Wat is het doel van deze oef<strong>en</strong>ing? Je kunt<br />

jouw beeld van het vertrouw<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>d gedrag in de groep vergelijk<strong>en</strong> met het beeld dat de andere<br />

groepsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De procedure verloopt als volgt:<br />

1. Vul de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>lijst in <strong>en</strong> scoor je antwoord<strong>en</strong>.<br />

2. Je maakt voor elk groepslid e<strong>en</strong> vel papier. Je geeft elk groepslid e<strong>en</strong> cijfer van 1 (laag) tot 7<br />

(hoog) voor zijn of haar op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> acceptatie. Baseer je beoordeling op het gedrag dat je<br />

vanaf het ontstaan van de groep hebt kunn<strong>en</strong> waarnem<strong>en</strong>. Zie het onderstaande voorbeeld.<br />

Groepslid dat feedback krijgt: Edith<br />

1. Op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> del<strong>en</strong> 3<br />

2. Acceptatie, steun <strong>en</strong> medewerking 6<br />

3. Geef elk groepslid het voor hem of haar bestemde vel papier. Stel dat de groep uit zes led<strong>en</strong><br />

bestaat. Jij (<strong>en</strong> de andere groepsled<strong>en</strong>) moet<strong>en</strong> dan vijf beoordeling<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong><br />

voor beide dim<strong>en</strong>sies (op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> acceptatie) het gemiddelde uit van de cijfers die de andere<br />

groepsled<strong>en</strong> je gegev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

4. Bespreek met de andere groepsled<strong>en</strong> in hoeverre jouw beeld van je eig<strong>en</strong> op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> acceptatie<br />

overe<strong>en</strong>komt met het beeld dat de andere groepsled<strong>en</strong> er van hebb<strong>en</strong>. Is er e<strong>en</strong> verschil? Vraag<br />

de groepsled<strong>en</strong> om meer specifieke feedback op je gedrag dat al dan niet vertrouw<strong>en</strong> geeft.<br />

Bespreek vervolg<strong>en</strong>s hoe je vertrouw<strong>en</strong>srelaties opbouwt in situaties buit<strong>en</strong> de groep.<br />

Vrag<strong>en</strong>lijst: Inzicht in je eig<strong>en</strong> gedrag met betrekking tot vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrouwbaarheid<br />

Hieronder vind je e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> op je eig<strong>en</strong> gedrag in de groep.<br />

Beantwoord ze zo eerlijk mogelijk. Er zijn ge<strong>en</strong> goede of foute antwoord<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat je<br />

je eig<strong>en</strong> gedrag zo accuraat mogelijk weergeeft.<br />

7 = zo gedraag ik me altijd 3 = zo gedraag ik me soms<br />

6 = zo gedraag ik me vrijwel altijd 2 = zo gedraag ik me zeld<strong>en</strong><br />

5 = zo gedraag ik me vaak 1 = zo gedraag ik me nooit<br />

4 = zo gedraag ik me ev<strong>en</strong> vaak wel als niet<br />

Als ik lid b<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep, dan<br />

1. pres<strong>en</strong>teer ik feit<strong>en</strong>, geef mijn m<strong>en</strong>ing, kom met ideeën, suggesties <strong>en</strong> relevante informatie om<br />

e<strong>en</strong> groepsgesprek op gang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaande te houd<strong>en</strong>;<br />

2. laat ik merk<strong>en</strong> dat ik bereid b<strong>en</strong> om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ik van ander<strong>en</strong> hetzelfde<br />

verwacht;<br />

3. b<strong>en</strong> ik op<strong>en</strong> <strong>en</strong> eerlijk in mijn contact<strong>en</strong> met de gehele groep;<br />

4. steun ik groepsled<strong>en</strong> die in het middelpunt van de belangstelling staan <strong>en</strong> hun uiterste best<br />

do<strong>en</strong> om zichzelf intellectueel of emotioneel tot uitdrukking te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>;<br />

5. houd ik tijd<strong>en</strong>s groepsgesprekk<strong>en</strong> mijn gedacht<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s, ideeën <strong>en</strong> reacties voor mijzelf;


90 Groepsdynamica<br />

6. beoordeel ik de bijdrag<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van het nut dat ze voor mij hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

term<strong>en</strong> van of zij het bij het rechte eind hebb<strong>en</strong> of niet;<br />

7. neem ik tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> groepsgesprek het risico om nieuwe ideeën <strong>en</strong> mijn gevoel<strong>en</strong>s te<br />

v<strong>en</strong>tiler<strong>en</strong>;<br />

8. laat ik de andere groepsled<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat ik me bewust b<strong>en</strong> van <strong>en</strong> waardering heb voor hun<br />

capaciteit<strong>en</strong>, tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>;<br />

9. bied ik, om het prestati<strong>en</strong>iveau te verhog<strong>en</strong>, alle groepsled<strong>en</strong> mijn hulp aan;<br />

10. accepteer <strong>en</strong> steun ik de op<strong>en</strong>heid van andere groepsled<strong>en</strong>, steun ze als ze risico’s nem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

stimuleer de individualiteit van groepsled<strong>en</strong>;<br />

11. deel ik het materiaal, de boek<strong>en</strong>, de informatiebronn<strong>en</strong> of andere middel<strong>en</strong> waarover ik<br />

beschikking heb, met andere groepsled<strong>en</strong>;<br />

12. parafraseer ik voordat ik reageer of antwoord geef vaak of geef ik e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de<br />

woord<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander groepslid;<br />

13. bespreek ik, als me wat dwarszit, dat met de andere groepsled<strong>en</strong>;<br />

14. moedig ik alle groepsled<strong>en</strong> aan om te participer<strong>en</strong>, geef h<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>ning voor hun bijdrag<strong>en</strong>, laat<br />

zi<strong>en</strong> dat ik op<strong>en</strong> sta voor hun ideeën <strong>en</strong> deze accepteer. In het algeme<strong>en</strong> b<strong>en</strong> ik responsief <strong>en</strong><br />

vri<strong>en</strong>delijk.<br />

Het scor<strong>en</strong> van de antwoord<strong>en</strong><br />

Om e<strong>en</strong> totaalscore voor vertrouw<strong>en</strong>d <strong>en</strong> betrouwbaar gedrag te kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>, vul je de scores<br />

op elke vraag in <strong>en</strong> berek<strong>en</strong> je vervolg<strong>en</strong>s de totale score voor elke kolom. De waarde van de scores<br />

bij de vrag<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> * wordt omgekeerd: e<strong>en</strong> 2 wordt e<strong>en</strong> 6 in de scoretabel, e<strong>en</strong> 1 wordt e<strong>en</strong> 7<br />

<strong>en</strong> 4 blijft e<strong>en</strong> 4.<br />

Vertrouw<strong>en</strong>d gedrag Betrouwbaar gedrag<br />

(op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> del<strong>en</strong>) (acceptatie <strong>en</strong> steun)<br />

1 2<br />

3 4<br />

5* 6*<br />

7 8<br />

9 10<br />

11 12<br />

13 14<br />

Totaal<br />

Totaal<br />

Heb je e<strong>en</strong> score van 35 of hoger? Je kunt jezelf als vertrouw<strong>en</strong>d of betrouwbaar bestempel<strong>en</strong>. Is je<br />

score lager dan 35? Classificeer jezelf als wantrouw<strong>en</strong>d of onbetrouwbaar.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

91<br />

Het Johnson-vertrouw<strong>en</strong>diagram<br />

Zet de totale scores in het Johnson-vertrouw<strong>en</strong>diagram . Zet e<strong>en</strong> x op de horizontale as, op het punt<br />

dat jouw totaalscore voor ‘vertrouw<strong>en</strong>’ weergeeft. Zet e<strong>en</strong> x op de verticale as op het punt dat jouw<br />

totaalscore voor ‘betrouwbaarheid’ repres<strong>en</strong>teert. Zet vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> x op dat punt in de grafiek waar de<br />

twee scores elkaar ontmoet<strong>en</strong>. Je kunt desgew<strong>en</strong>st ook de scores van de andere groepsled<strong>en</strong> invull<strong>en</strong>. Je<br />

kunt dan nagaan in hoeverre de scores voor ‘vertrouw<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘betrouwbaarheid’ bij elkaar aansluit<strong>en</strong>.<br />

Het Johnson-vertrouw<strong>en</strong>diagram<br />

Accepteert <strong>en</strong> steunt de andere<br />

groepsled<strong>en</strong> altijd. Wil altijd<br />

met ze sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />

Accepteert <strong>en</strong> steunt de andere<br />

groepsled<strong>en</strong> vaker wel dan<br />

niet. Wil vaker wel dan<br />

niet sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong><br />

Stelt zich vaker wel afwijz<strong>en</strong>d,<br />

niet-steun<strong>en</strong>d <strong>en</strong> competitief<br />

op dan niet<br />

Betrouwbaarheid<br />

49<br />

42<br />

35<br />

27<br />

21<br />

14<br />

Stelt zich altijd afwijz<strong>en</strong>d,<br />

niet-steun<strong>en</strong>d <strong>en</strong> competitief<br />

op teg<strong>en</strong>over de andere led<strong>en</strong><br />

7<br />

0 7 14 21 28 35 42 49<br />

Vertrouw<strong>en</strong><br />

Houdt ideeën <strong>en</strong> informatie<br />

altijd voor zichzelf, deelt<br />

nooit met ander<strong>en</strong><br />

Vaker geslot<strong>en</strong> dan op<strong>en</strong>,<br />

deelt vaker niet dan wel<br />

Is vaker op<strong>en</strong> dan geslot<strong>en</strong>,<br />

deelt material<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong><br />

vaker wel dan niet<br />

Is altijd op<strong>en</strong> over zijn<br />

gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> ideeën <strong>en</strong> deelt<br />

altijd zijn of haar material<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> middel<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong><br />

Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.6<br />

Het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong><br />

Deze oef<strong>en</strong>ing biedt je de mogelijkheid om vertrouw<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>de vaardighed<strong>en</strong> te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Maak<br />

e<strong>en</strong> subgroep van zes stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong> neemt de rol van observator op zich.<br />

Voer de opdracht uit <strong>en</strong> luister vervolg<strong>en</strong>s aandachtig naar het verslag van de observator over de<br />

interacties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>. Analyseer vervolg<strong>en</strong>s het hoe <strong>en</strong> wat van het opbouw<strong>en</strong> van<br />

vertrouw<strong>en</strong>srelaties.<br />

G<strong>en</strong>etische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

Schat als groep het aantal stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van je opleiding dat elk van de volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>etische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

bezit. Stel vervolg<strong>en</strong>s vast hoeveel led<strong>en</strong> van je subgroep deze g<strong>en</strong>etische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

daarna de frequ<strong>en</strong>tie bij stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de grote groep. Op basis van deze gegev<strong>en</strong>s schat je het<br />

perc<strong>en</strong>tage stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de gehele opleiding.


92 Groepsdynamica<br />

K<strong>en</strong>merk Subgroep Groep Opleiding<br />

1. Kuiltjes in de wang<strong>en</strong> versus ge<strong>en</strong> kuiltjes.<br />

2. Bruine og<strong>en</strong> versus blauwe, grijze of gro<strong>en</strong>e og<strong>en</strong>.<br />

3. Vrije versus vaste oorlell<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> oorlel is vrij als deze<br />

onder het punt waar de oorlel vastzit, los hangt).<br />

4. Kromme pink<strong>en</strong> versus rechte pink<strong>en</strong> (pink<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> elkaar met je handpalm<strong>en</strong> naar je toe. Ze zijn<br />

gebog<strong>en</strong> als de topp<strong>en</strong> van je pink<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>wijk<strong>en</strong>).<br />

5. Tongrol versus ge<strong>en</strong> tongrol. Kun je je tong als e<strong>en</strong><br />

gootje omkrull<strong>en</strong> dan heb je het.<br />

6. Harige middelvingers of niet. Kijk of je middelvingers<br />

tuss<strong>en</strong> de eerste twee knokkels behaard zijn.<br />

7. Haarlok of niet. Onderzoek de haarlijn op je<br />

voorhoofd. Zie je e<strong>en</strong> V-vormige haarlok in het<br />

midd<strong>en</strong> van je voorhoofd?<br />

Observatieformulier<br />

1. Draagt ideeën aan<br />

2. Beschrijft gevoel<strong>en</strong>s<br />

1 2 3 4 5 Totaal<br />

3. Parafraseert<br />

4. Toont acceptatie <strong>en</strong> steun<br />

5. Toont warmte <strong>en</strong> sympathie<br />

Totaal<br />

1 <strong>en</strong> 2 vall<strong>en</strong> onder vertrouw<strong>en</strong>d gedrag, 3, 4 <strong>en</strong> 5 onder betrouwbaar gedrag.<br />

Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.7<br />

Op<strong>en</strong> versus geslot<strong>en</strong> relaties<br />

Zijn de relaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> op<strong>en</strong> of geslot<strong>en</strong>? Deze oef<strong>en</strong>ing geeft je de mogelijkheid<br />

om met andere stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over deze vraag te reflecter<strong>en</strong> <strong>en</strong> te discussiër<strong>en</strong>. De procedure verloopt<br />

als volgt:<br />

1. Lees de informatie over op<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> relaties in tabel 3.4 aandachtig door.<br />

2. Je gaat zelfstandig aan de slag <strong>en</strong> noteert jouw antwoord<strong>en</strong> op de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

a. Op e<strong>en</strong> schaal van 1 (zeer geslot<strong>en</strong>) tot 10 (uiterst op<strong>en</strong>): Hoe op<strong>en</strong> zijn mijn relaties met de<br />

andere groepsled<strong>en</strong>?<br />

b. Zijn er relaties in de groep die ik meer op<strong>en</strong> zou will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>?<br />

c. Zijn er relaties in de groep die ik meer geslot<strong>en</strong> zou will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>?<br />

d. Welke acties zijn er nodig om e<strong>en</strong> relatie meer op<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>?<br />

e. En om e<strong>en</strong> relatie meer geslot<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>?<br />

3. De vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in subgroep<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Probeer e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk standpunt<br />

in te nem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van (d) <strong>en</strong> (e).<br />

4. In de grote groep wissel<strong>en</strong> de subgroep<strong>en</strong> hun conclusies over op<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> relaties met<br />

elkaar uit.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

93<br />

Tabel 3.4 Op<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> relaties<br />

Inhoud van het<br />

gesprek<br />

Tijdsaanduiding<br />

Bewustwording van<br />

je gewaarwording<strong>en</strong>,<br />

interpretaties,<br />

gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />

bedoeling<strong>en</strong><br />

Op<strong>en</strong>heid over<br />

je eig<strong>en</strong> ideeën,<br />

gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties<br />

Feedback van<br />

ander<strong>en</strong><br />

Zelfacceptatie<br />

Op<strong>en</strong> staan voor de<br />

ideeën, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />

reacties van ander<strong>en</strong><br />

Acceptatie van<br />

ander<strong>en</strong><br />

Heeft niemand belang bij<br />

(het weer)<br />

Ge<strong>en</strong> (grapp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

algeme<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>)<br />

Geslot<strong>en</strong><br />

Gesprek gaat<br />

over technische<br />

aspect<strong>en</strong> van het<br />

werk<br />

Gesprek gaat<br />

over het verre<br />

verled<strong>en</strong> of de<br />

verre toekomst<br />

Je luistert nooit naar jezelf <strong>en</strong> probeert gevoel<strong>en</strong>s<br />

<strong>en</strong> reacties te neger<strong>en</strong>, te onderdrukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

Je uitsprak<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>eralisaties, abstracte ideeën,<br />

rationalisaties, gevoel<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oemd,<br />

word<strong>en</strong> als niet relevant, niet op hun plaats <strong>en</strong><br />

niet-bestaand beschouwd<br />

Feedback van ander<strong>en</strong> wordt vermed<strong>en</strong>,<br />

g<strong>en</strong>egeerd, niet naar geluisterd. Word<strong>en</strong> als<br />

vijandige aanvall<strong>en</strong> op je eig<strong>en</strong> persoonlijkheid<br />

gezi<strong>en</strong><br />

Je b<strong>en</strong>t ervan overtuigd dat ander<strong>en</strong> je, zodra ze<br />

je echt k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, niet mog<strong>en</strong> <strong>en</strong> je af zull<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong>;<br />

daarom verberg je je ware zelf <strong>en</strong> probeer je e<strong>en</strong><br />

beeld van jezelf op te houd<strong>en</strong> dat volg<strong>en</strong>s jou door<br />

ander<strong>en</strong> gewaardeerd zal word<strong>en</strong><br />

Je vermijdt <strong>en</strong> besteedt ge<strong>en</strong> aandacht aan de<br />

reacties, ideeën <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s van ander<strong>en</strong>; je weet<br />

ge<strong>en</strong> raad met of klapt dicht bij gevoelsuiting<strong>en</strong><br />

van ander<strong>en</strong>; je wijst andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> af <strong>en</strong><br />

probeert ze te overtroev<strong>en</strong>; je weigert naar hun<br />

reacties op jouw gedrag te luister<strong>en</strong><br />

Je beoordeelt het gedrag van de ander,<br />

communiceert dat de ander voor jou niet<br />

acceptabel is <strong>en</strong> toont minachting voor de ander<br />

als persoon<br />

Op<strong>en</strong><br />

Het gaat over de gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gevoel<strong>en</strong>s van één persoon<br />

Het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong> of<br />

de nabije toekomst wordt<br />

besprok<strong>en</strong><br />

Het gesprek gaat<br />

over de relatie<br />

tuss<strong>en</strong> twee<br />

person<strong>en</strong>.<br />

Het gesprek gaat<br />

over het hier<br />

<strong>en</strong> nu<br />

Je b<strong>en</strong>t je voortdur<strong>en</strong>d bewust van je<br />

gewaarwording<strong>en</strong>, interpretaties, je gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />

de neiging<strong>en</strong> die uit je gevoel<strong>en</strong>s voortkom<strong>en</strong><br />

Je conc<strong>en</strong>treert je <strong>en</strong> verwoordt je persoonlijke<br />

reacties (attitudes, waard<strong>en</strong>, voorkeur<strong>en</strong>,<br />

gevoel<strong>en</strong>s, beleving<strong>en</strong>, <strong>en</strong> observaties in het hier<br />

<strong>en</strong> nu); gevoel<strong>en</strong>s gev<strong>en</strong> nuttige informatie over<br />

het hier <strong>en</strong> nu<br />

Je vraagt ander<strong>en</strong> om feedback, luistert er naar<br />

<strong>en</strong> maakt er gebruik van om je meer bewust te<br />

word<strong>en</strong> van jezelf; feedback wordt beschouwd als<br />

e<strong>en</strong> waardevol middel om je eig<strong>en</strong> ontwikkeling <strong>en</strong><br />

effectiviteit te bevorder<strong>en</strong><br />

Je laat zi<strong>en</strong> dat je in je eig<strong>en</strong> capaciteit<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> gelooft; je praat, zonder<br />

opschepperij of valse bescheid<strong>en</strong>heid over je<br />

positieve eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; je begrijpt hoe je in het<br />

verled<strong>en</strong> van je eig<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> gebruik hebt<br />

gemaakt om je doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebt er alle<br />

vertrouw<strong>en</strong> in dat je dit in de toekomst weer zal<br />

do<strong>en</strong><br />

Je luistert naar <strong>en</strong> vraagt om reacties, gedacht<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s van ander<strong>en</strong>; je b<strong>en</strong>t geïnteresseerd<br />

in <strong>en</strong> b<strong>en</strong>t ontvankelijk voor wat ander<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> voel<strong>en</strong>; je laat merk<strong>en</strong> dat je voor 100% met ze<br />

wil sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>; je maakt duidelijk, ook als je het<br />

niet met ze e<strong>en</strong>s b<strong>en</strong>t, dat je hun waarde <strong>en</strong> sterke<br />

punt<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>t; je vraagt ander<strong>en</strong> naar hun visie<br />

op jouw gedrag<br />

Je reageert, zonder te oordel<strong>en</strong>, op het gedrag van<br />

de ander, communiceert dat de ander acceptabel<br />

is, je waardeert de ander als persoon<br />

3.17 Het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><br />

Het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hoog niveau van vertrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

groepsled<strong>en</strong> vormt e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel onderdeel van de effectiviteit van e<strong>en</strong> groep. Hoe meer<br />

de groepsled<strong>en</strong> elkaar vertrouw<strong>en</strong>, hoe effectiever de sam<strong>en</strong>werking (Deutsch , 1962, 1973;<br />

Johnson, 1974). Groepsled<strong>en</strong> die elkaar in hoge mate vertrouw<strong>en</strong> zijn op<strong>en</strong>hartig <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

hun gedacht<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s, reacties, opinies, k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ideeën tot uitdrukking (Johnson, 2006).<br />

Is het onderling vertouw<strong>en</strong> gering? De groepsled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> elkaar ontwijk<strong>en</strong>, zijn onoprecht <strong>en</strong><br />

houd<strong>en</strong> weinig rek<strong>en</strong>ing met elkaar. Vertrouw<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> stabiele persoonlijkheidseig<strong>en</strong>schap.<br />

Vertrouw<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> dynamisch verschijnsel dat afhankelijk van het do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

groepslid groeit of afneemt.


94 Groepsdynamica<br />

Vertrouw<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> woord dat iedere<strong>en</strong> gebruikt, maar het blijkt e<strong>en</strong> complex <strong>en</strong> moeilijk te<br />

definiër<strong>en</strong> begrip. Deutsch heeft e<strong>en</strong> van de meest duidelijke omschrijving<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>:<br />

1. Je bevindt je in e<strong>en</strong> situatie waarin de keuze om e<strong>en</strong> ander te vertrouw<strong>en</strong> zowel positieve<br />

als negatieve gevolg<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>. Je b<strong>en</strong>t je er van bewust dat je e<strong>en</strong> risico loopt.<br />

2. Je realiseert je dat de positieve of negatieve gevolg<strong>en</strong> voortkom<strong>en</strong> uit het do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> ander.<br />

3. Je verwacht dat het verlies groter zal zijn dan de winst. Met andere woord<strong>en</strong>, je verwacht<br />

dat de mogelijke negatieve gevolg<strong>en</strong> zwaarder zull<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> dan de positieve.<br />

4. Je verwacht dat de ander zich zo zal gedrag<strong>en</strong> dat de gevolg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief karakter zull<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>.<br />

Klinkt ingewikkeld, niet? Vertrouw<strong>en</strong> is gewoon ge<strong>en</strong> simpel iets. Het is e<strong>en</strong> complex<br />

begrip dat zich moeilijk laat uitlegg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld ter verduidelijking: stel je maakt deel<br />

uit van e<strong>en</strong> coöperatieve groep die e<strong>en</strong> probleem probeert op te loss<strong>en</strong>. Je neemt deel aan de<br />

discussie, in de wet<strong>en</strong>schap dat je positieve gevolg<strong>en</strong> ervaart (wint) als je met goede ideeën<br />

komt die de andere groepsled<strong>en</strong> overnem<strong>en</strong>, maar met negatieve gevolg<strong>en</strong> (verlies) te mak<strong>en</strong><br />

krijgt als je om je ideeën uitgelach<strong>en</strong> <strong>en</strong> gekleineerd wordt. Of je wint of verliest hangt af van<br />

het gedrag van de andere groepsled<strong>en</strong>. De pijn van het uitgelach<strong>en</strong> word<strong>en</strong> is int<strong>en</strong>ser dan de<br />

voldo<strong>en</strong>ing die je voelt als je ideeën op prijs word<strong>en</strong> gesteld. Toch verwacht je dat de andere<br />

groepsled<strong>en</strong> jouw ideeën in overweging zull<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze zull<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong>.<br />

3.17.1 Het opbouw<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><br />

Het onderlinge vertrouw<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> groep nodig heeft om effectief te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong><br />

wordt door middel van e<strong>en</strong> reeks vertrouw<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> betrouwbare acties tot stand<br />

gebracht (zie figuur 3.4). Als groepslid A het risico neemt <strong>en</strong> informatie over zichzelf onthult,<br />

dan kan hij of zij bevestigd of misk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, afhankelijk van het feit of groepslid B<br />

accepter<strong>en</strong>d of afwijz<strong>en</strong>d reageert. Als groepslid B zich accepter<strong>en</strong>d, steun<strong>en</strong>d <strong>en</strong> coöperatief<br />

opstelt, dan kan hij of zij bevestigd of misk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, afhankelijk van het feit of groepslid<br />

A op<strong>en</strong>hartig dan wel geslot<strong>en</strong> reageert.<br />

De bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong> zijn (1) op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> del<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2) acceptatie, steun <strong>en</strong><br />

coöperatieve bedoeling<strong>en</strong>. Op<strong>en</strong>heid bestaat uit het k<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> van ideeën, gedacht<strong>en</strong>,<br />

gevoel<strong>en</strong>s, reacties <strong>en</strong> informatie over het vraagstuk waar de groep zich mee bezighoudt.<br />

Del<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dat je ander<strong>en</strong> de mogelijkheid geeft om gebruik te mak<strong>en</strong> van de<br />

material<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> waarover je beschikt. Acceptatie is het communicer<strong>en</strong> van respect<br />

voor de ander <strong>en</strong> zijn of haar bijdrag<strong>en</strong> aan de groep. Steun<strong>en</strong> houdt in dat je de ander<br />

laat wet<strong>en</strong> dat je zijn of haar sterke punt<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>t <strong>en</strong> er van overtuigd b<strong>en</strong>t dat hij of zij<br />

over de capaciteit<strong>en</strong> beschikt om de situatie tot e<strong>en</strong> goed einde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Coöperatieve<br />

bedoeling<strong>en</strong> bestaan uit de verwachting dat je je coöperatief zal opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat alle andere<br />

groepsled<strong>en</strong>, om de groepsdoel<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>, hetzelfde zull<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />

Onderling vertrouw<strong>en</strong> wordt opgebouwd door middel van het nem<strong>en</strong> van risico’s <strong>en</strong> het<br />

gev<strong>en</strong> van bevestiging <strong>en</strong> afgebrok<strong>en</strong> door middel van het nem<strong>en</strong> van risico’s <strong>en</strong> misk<strong>en</strong>ning.<br />

Vertrouw<strong>en</strong> is onmogelijk zonder het nem<strong>en</strong> van risico’s, ook de onderlinge relaties tuss<strong>en</strong><br />

de groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich niet ontwikkel<strong>en</strong>. Het opbouw<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong> verloopt als<br />

volgt:<br />

1. Persoon A neemt e<strong>en</strong> risico door zijn gedacht<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis, conclusies, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties<br />

met betrekking tot de actuele situatie te onthull<strong>en</strong>.<br />

2. Persoon B reageert met acceptatie, steun <strong>en</strong> coöperativiteit, <strong>en</strong> onthult ook zijn eig<strong>en</strong><br />

gedacht<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis, conclusies, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de situatie.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

95<br />

Niveau van acceptatie, steun<br />

<strong>en</strong> coöperativiteit is hoog<br />

Niveau van acceptatie, steun<br />

<strong>en</strong> coöperativiteit is laag<br />

Niveau van op<strong>en</strong>heid<br />

<strong>en</strong> del<strong>en</strong> is hoog<br />

Persoon A<br />

Persoon B<br />

Vertrouw<strong>en</strong>d<br />

Bevestigd<br />

Betrouwbaar<br />

Bevestigd<br />

Persoon A<br />

Persoon B<br />

Vertrouw<strong>en</strong>d<br />

Misk<strong>en</strong>d<br />

Onbetrouwbaar<br />

Ge<strong>en</strong> risico<br />

Niveau van op<strong>en</strong>heid<br />

<strong>en</strong> del<strong>en</strong> is laag<br />

Persoon A<br />

Persoon B<br />

Wantrouw<strong>en</strong>d<br />

Ge<strong>en</strong> risico<br />

Betrouwbaar<br />

Misk<strong>en</strong>d<br />

Persoon A<br />

Persoon B<br />

Wantrouw<strong>en</strong>d<br />

Ge<strong>en</strong> risico<br />

Onbetrouwbaar<br />

Ge<strong>en</strong> risico<br />

Figuur 3.4<br />

De dynamiek van onderling vertrouw<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> andere manier om vertrouw<strong>en</strong> op te bouw<strong>en</strong> is:<br />

1. Persoon B communiceert acceptatie, steun <strong>en</strong> coöperativiteit naar Persoon A.<br />

2. Persoon A reageert met het onthull<strong>en</strong> van zijn gedacht<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis, conclusies, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />

reacties t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de actuele situatie.<br />

3.17.2 Vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrouwbaar zijn<br />

Het vertrouw<strong>en</strong>sniveau in e<strong>en</strong> groep verandert voortdur<strong>en</strong>d, al naargelang het vermog<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de bereidheid van de groepsled<strong>en</strong> om zich vertrouw<strong>en</strong>d <strong>en</strong> betrouwbaar op te stell<strong>en</strong>.<br />

Vertrouw<strong>en</strong>d gedrag kan gedefinieerd word<strong>en</strong> als de bereidheid om het risico te nem<strong>en</strong><br />

(het kan positieve of negatieve gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>) om zich teg<strong>en</strong>over de andere groepsled<strong>en</strong><br />

kwetsbaar te mak<strong>en</strong>. Specifieker: vertrouw<strong>en</strong>d gedrag bestaat uit op<strong>en</strong>hartigheid over onszelf<br />

<strong>en</strong> de bereidheid om ander<strong>en</strong> te accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> te steun<strong>en</strong>. Betrouwbaar gedrag kan<br />

omschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als de bereidheid om zodanig op het door de andere g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> risico’s te<br />

reager<strong>en</strong> dat het voor de ander positieve gevolg<strong>en</strong> heeft. Dit betek<strong>en</strong>t dat we het vertrouw<strong>en</strong><br />

dat de ander in ons stelt, aanvaard<strong>en</strong>. Dat we de bijdrag<strong>en</strong> van andere groepsled<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t niet dat we het met alles wat ze zegg<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s hoev<strong>en</strong> te zijn. We<br />

kunn<strong>en</strong> tegelijkertijd andere ideeën of teg<strong>en</strong>overgestelde standpunt<strong>en</strong> poner<strong>en</strong>.<br />

Acceptatie is uiterst belangrijk. Het accepter<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> begint meestal bij het<br />

accepter<strong>en</strong> van jezelf. De groepsled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elkaar alle<strong>en</strong> volledig accepter<strong>en</strong> als zij<br />

zichzelf accepter<strong>en</strong>. Acceptatie neemt onze angst t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van ons kwetsbaar opstell<strong>en</strong><br />

weg. Def<strong>en</strong>sieve gevoel<strong>en</strong>s van angst <strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> blokker<strong>en</strong> ons functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

ontwikkel<strong>en</strong> van constructieve relaties. De frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de int<strong>en</strong>siteit van onze deelname<br />

aan de groep nem<strong>en</strong> af als we ons niet geaccepteerd voel<strong>en</strong>. Elk groepslid moet in staat zijn<br />

om acceptatie, steun <strong>en</strong> coöperativiteit te communicer<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> dan ontstaat er onderling<br />

vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de relaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> zich verdiep<strong>en</strong>.<br />

Wat is de sleutel tot vertrouw<strong>en</strong> ? Betrouwbaar zijn. Hoe meer we ander<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> steun<strong>en</strong>, hoe groter de kans dat zij op<strong>en</strong>hartig word<strong>en</strong> over hun gedacht<strong>en</strong>, ideeën,<br />

theorieën, conclusies, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties. En, hoe betrouwbaarder onze reactie op de<br />

op<strong>en</strong>hartigheid van e<strong>en</strong> ander, hoe persoonlijker de ander <strong>en</strong> de relatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Wil<br />

je meer vertrouw<strong>en</strong>? Zorg ervoor dat ander<strong>en</strong> jou meer kunn<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>.


96 Groepsdynamica<br />

3.17.3 Afbrek<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><br />

Vertrouw<strong>en</strong> kan zich alle<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> als we ons kwetsbaar opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> afwacht<strong>en</strong> of<br />

de ander misbruik zal mak<strong>en</strong> van onze kwetsbaarheid. Om het onderlinge vertrouw<strong>en</strong> te<br />

vergrot<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> we dit zeer vaak herhal<strong>en</strong>. Aan de andere kant hoeft ons vertrouw<strong>en</strong> vaak<br />

maar één keer beschaamd te word<strong>en</strong> om ons wantrouw<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> kan zeer<br />

hardnekkig zijn. Gevoel<strong>en</strong>s van wantrouw<strong>en</strong> zijn hardnekkig omdat we gelov<strong>en</strong> dat, ondanks<br />

de poging<strong>en</strong> van de ander om het weer goed te mak<strong>en</strong>, ons vertouw<strong>en</strong> in de toekomst weer<br />

beschaamd zal word<strong>en</strong>. Welke gevolg<strong>en</strong> heeft wantrouw<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> groep ? De inzet voor het<br />

realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> neemt af, de <strong>sociale</strong> passiviteit neemt toe, de competitiedrang<br />

onder de groepsled<strong>en</strong> neemt toe <strong>en</strong> er ontstaan destructieve conflict<strong>en</strong>. Wanneer ontstaat er<br />

wantrouw<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groep? Als groepsled<strong>en</strong> de op<strong>en</strong>hartigheid van e<strong>en</strong> van h<strong>en</strong> afwijz<strong>en</strong>,<br />

belachelijk mak<strong>en</strong> of misprijz<strong>en</strong>. Welke vorm<strong>en</strong> kan afwijzing aannem<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> grap mak<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> koste van de ander, lach<strong>en</strong> om persoonlijke onthulling<strong>en</strong>, moraliser<strong>en</strong> over het gedrag van<br />

de ander, oordel<strong>en</strong> of er met e<strong>en</strong> strak gezicht het zwijg<strong>en</strong> toe do<strong>en</strong>. De andere groepsled<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> hun mond houd<strong>en</strong>, het onderlinge vertrouw<strong>en</strong> neemt af. Er ontstaat ook wantrouw<strong>en</strong><br />

als de op<strong>en</strong>hartigheid van e<strong>en</strong> groepslid niet door de andere groepsled<strong>en</strong> beantwoord wordt.<br />

En t<strong>en</strong> slotte, er ontstaat wantrouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> groepslid weigert om op<strong>en</strong>hartig te zijn. Als e<strong>en</strong><br />

groepslid zich accepter<strong>en</strong>d opstelt <strong>en</strong> andere groepsled<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> op hun hoede,<br />

dan zal hij of zij zich misk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> afgewez<strong>en</strong> voel<strong>en</strong>.<br />

Ó Oef<strong>en</strong>ing 3.8<br />

Definities<br />

Zoek voor elk begrip de juiste definitie op. Zoek e<strong>en</strong> partner <strong>en</strong> (1) vergelijk jullie antwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2)<br />

bespreek de red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor je antwoord<strong>en</strong>.<br />

1. Op<strong>en</strong>heid a. De bereidheid om je kwetsbaar op te stell<strong>en</strong> in de groep met het risico dat dit behalve positieve<br />

ook negatieve gevolg<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>.<br />

2. Del<strong>en</strong> b. De ander lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat je zijn of haar sterke punt<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>t <strong>en</strong> gelooft dat hij of zij capabel<br />

g<strong>en</strong>oeg is om de situatie op e<strong>en</strong> productieve manier te hanter<strong>en</strong>.<br />

3. Acceptatie c. De verwachting dat jij met het oog op het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> je coöperatief zal<br />

opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat alle andere groepsled<strong>en</strong> hetzelfde zull<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />

4. Steun d. Het del<strong>en</strong> van informatie, gedacht<strong>en</strong>, ideeën, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het<br />

vraagstuk waarmee de groep bezig is.<br />

5. Coöperatieve int<strong>en</strong>ties e. De bereidheid om zodanig op het nem<strong>en</strong> van risico’s van e<strong>en</strong> ander groepslid te reager<strong>en</strong> dat<br />

de ander er positieve gevolg<strong>en</strong> van ondervindt.<br />

6. Betrouwbaar gedrag f. Lat<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> dat je veel respect hebt voor de ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun bijdrag<strong>en</strong> aan de groep.<br />

7. Vertrouw<strong>en</strong>d gedrag g. In het kader van het realiser<strong>en</strong> van de groepsdoel<strong>en</strong> bied je de ander<strong>en</strong> aan om gebruik te<br />

mak<strong>en</strong> van de material<strong>en</strong> <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> waar jij de beschikking over hebt.<br />

3.17.4 Het herstell<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><br />

Hoe kan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal verlor<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> hersteld word<strong>en</strong>? Hieronder volg<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

bruikbare richtlijn<strong>en</strong>. Om het vertrouw<strong>en</strong> te herstell<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>:<br />

1. de positieve resultaat<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> vergrot<strong>en</strong> door doel<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong> die de groepsled<strong>en</strong><br />

in die mate aansprek<strong>en</strong> dat alle groepsled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> meewerk<strong>en</strong> om ze te realiser<strong>en</strong>;


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

97<br />

2. de middel<strong>en</strong><strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> vergrot<strong>en</strong> zodat het iedere<strong>en</strong> duidelijk wordt dat het<br />

niemand zal lukk<strong>en</strong> om op zijn of haar eig<strong>en</strong> houtje de doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>;<br />

3. op<strong>en</strong>lijk <strong>en</strong> systematisch blijk gev<strong>en</strong> van hun coöperatieve int<strong>en</strong>ties;<br />

4. de geloofwaardigheid nieuw lev<strong>en</strong> inblaz<strong>en</strong> door er voor te zorg<strong>en</strong> dat het gedrag aansluit<br />

bij de onder woord<strong>en</strong> gebrachte int<strong>en</strong>ties. De groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zich te all<strong>en</strong> tijde aan<br />

hun woord houd<strong>en</strong>;<br />

5. absoluut <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t betrouwbaar zijn in hun contact<strong>en</strong> met andere groepsled<strong>en</strong>. Het<br />

is van ess<strong>en</strong>tieel belang dat de andere groepsled<strong>en</strong> gesteund <strong>en</strong> geaccepteerd word<strong>en</strong>;<br />

6. van tijd tot tijd hun nek uitstek<strong>en</strong> door zich vertrouw<strong>en</strong>d te gedrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich kwetsbaar<br />

op te stell<strong>en</strong>;<br />

7. zich oprecht <strong>en</strong> onmiddellijk verontschuldig<strong>en</strong> als ze zich onopzettelijk minder betrouwbaar<br />

hebb<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>;<br />

8. ernaar strev<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> ‘onbuigzame maar rechtvaardige’ reputatie op te bouw<strong>en</strong> door:<br />

a. in eerste instantie <strong>en</strong> periodiek op groepsled<strong>en</strong> die zich competitief opstell<strong>en</strong> op<br />

coöperatieve wijze te reager<strong>en</strong> (zelfs als zij van tevor<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat deze groepsled<strong>en</strong><br />

van plan zijn om de concurr<strong>en</strong>tie aan te gaan);<br />

b. e<strong>en</strong> leer-om-leerstrategie te gebruik<strong>en</strong>, als de ander<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> wedijver<strong>en</strong>, die aansluit<br />

bij het gedrag van de ander. De competitieve groepsled<strong>en</strong> gaan zich mogelijk<br />

coöperatiever opstell<strong>en</strong> als zij zich realiser<strong>en</strong> dat hun instelling zelfondermijn<strong>en</strong>d<br />

werkt <strong>en</strong> tot mislukk<strong>en</strong> gedoemd is.<br />

3.17.5 Gepast vertrouw<strong>en</strong><br />

Niemand vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> zijn twee uiterst<strong>en</strong> die ev<strong>en</strong> ongepast zijn.<br />

Waarom is het beter om niet iedere<strong>en</strong> te vertrouw<strong>en</strong>? Omdat er mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn waarop<br />

het niet raadzaam is om e<strong>en</strong> ander te vertell<strong>en</strong> wat je gedacht<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> reacties zijn.<br />

Er bestaan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die je vertrouw<strong>en</strong> bescham<strong>en</strong> als je je kwetsbaar opstelt. Als je weer te<br />

mak<strong>en</strong> krijgt met e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t die je in het verled<strong>en</strong> geme<strong>en</strong> <strong>en</strong> vijandig behandeld heeft,<br />

dan is het niet verstandig om je vertrouw<strong>en</strong>d op te stell<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>, als je de<br />

vaardigheid van het opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong> van vertouw<strong>en</strong> wilt ler<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong>,<br />

moet je onderscheid kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> situaties waarin je e<strong>en</strong> ander wel <strong>en</strong> waarin je<br />

e<strong>en</strong> ander niet kunt vertrouw<strong>en</strong>.<br />

3.17.6 Vertrouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> zichzelf waarmak<strong>en</strong>de voorspelling<br />

Tom gaat naar e<strong>en</strong> nieuwe groep, hij verwacht dat de ander<strong>en</strong> hem niet zull<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

af zull<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong>. Hij is dan ook zeer op zijn hoede <strong>en</strong> achterdochtig. Zijn gedrag heeft tot<br />

gevolg dat de groepsled<strong>en</strong> zich terugtrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander gezelschap zoek<strong>en</strong>. ‘Zie je wel dat<br />

ze me niet mog<strong>en</strong>,’ is Toms reactie. Susan, ook e<strong>en</strong> nieuw lid van de groep verwacht dat de<br />

ander<strong>en</strong> sympathiek, vri<strong>en</strong>delijk <strong>en</strong> betrouwbaar zull<strong>en</strong> zijn. Zij gedraagt zich vri<strong>en</strong>delijk<br />

<strong>en</strong> warm, is op<strong>en</strong>hartig over haar gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> accepteert <strong>en</strong> steunt de andere<br />

groepsled<strong>en</strong>. De andere groepsled<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> aan haar verwachting<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> zichzelf waarmak<strong>en</strong>de voorspelling is in eerste instantie e<strong>en</strong> onjuiste definitie<br />

van e<strong>en</strong> situatie die nieuw gedrag oproept, gedrag dat maakt dat de situatie aan de aanvankelijk<br />

verkeerde verwachting<strong>en</strong> beantwoordt. De veronderstelling<strong>en</strong> die je over andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

hebt <strong>en</strong> het gedrag dat daaruit voortvloeit, heeft vaak invloed op de wijze waarop andere<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op je reager<strong>en</strong>. Meestal conformer<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich aan de verwachting<strong>en</strong> die ander<strong>en</strong><br />

van h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Als andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het idee hebb<strong>en</strong> dat je ze niet vertrouwt <strong>en</strong> jij verwacht<br />

dat ze jouw vertrouw<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> bescham<strong>en</strong>, dan do<strong>en</strong> ze dat vaak. Als zij gelov<strong>en</strong> dat je h<strong>en</strong><br />

vertrouwt <strong>en</strong> jij verwacht dat zij betrouwbaar zull<strong>en</strong> zijn, dan zijn ze dat vaak. Er is veel voor<br />

te zegg<strong>en</strong> om ervan uit te gaan dat ander<strong>en</strong> betrouwbaar zijn.


98 Groepsdynamica<br />

3.17.7 Snel of traag van vertrouw<strong>en</strong>?<br />

Zoals gezegd, vertrouw<strong>en</strong> bestaat in relaties, niet in m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Toch zijn er poging<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong><br />

om er achter te kom<strong>en</strong> of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in de bereidheid om andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te<br />

vertrouw<strong>en</strong>. Rotter (1971) heeft de Interpersonal Trust Scale ontwikkeld om onderscheid te<br />

kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>eigd zijn om ander<strong>en</strong> te vertouw<strong>en</strong> (‘Ik ga ervan uit<br />

dat ander<strong>en</strong> te vertrouw<strong>en</strong> zijn totdat zij het teg<strong>en</strong>deel bewijz<strong>en</strong>’) <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die de neiging<br />

hebb<strong>en</strong> om ander<strong>en</strong> te wantrouw<strong>en</strong> (‘Ik ga ervan uit dat e<strong>en</strong> ander niet te vertrouw<strong>en</strong> is<br />

totdat hij of zij het teg<strong>en</strong>deel bewijst’). Van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die sterk de neiging hebb<strong>en</strong> om ander<strong>en</strong><br />

te vertrouw<strong>en</strong> , kan vergelek<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die deze neiging niet hebb<strong>en</strong>, gezegd word<strong>en</strong> dat<br />

zij (1) meer betrouwbaar zijn, (2) eerder bereid zijn om ander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede kans te gev<strong>en</strong>,<br />

meer respect hebb<strong>en</strong> voor de recht<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong>, meer geliefd zijn als het om vri<strong>en</strong>dschap<br />

gaat, <strong>en</strong> (3) minder snel lieg<strong>en</strong>, ongelukkig zijn, problematisch of onaangepast.<br />

Bruikbare richtlijn<strong>en</strong> met betrekking tot vertrouw<strong>en</strong><br />

1. Vertrouw<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> uiterst complex <strong>en</strong> moeilijk te bevatt<strong>en</strong> verschijnsel. Het kan <strong>en</strong>ige tijd dur<strong>en</strong> voordat<br />

je het volledig begrijpt .<br />

2. Vertrouw<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> aspect van relaties, niet van iemands persoonlijkheid. Hoewel sommige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van<br />

nature beter van vertrouw<strong>en</strong> zijn dan ander<strong>en</strong>, <strong>en</strong> sommige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> minder moeite hebb<strong>en</strong> om betrouwbaar te<br />

zijn dan ander<strong>en</strong>, is vertrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschijnsel dat zich tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet in m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> afspeelt.<br />

3. Tijd<strong>en</strong>s de contact<strong>en</strong> die twee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met elkaar hebb<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> zich voortdur<strong>en</strong>d verandering<strong>en</strong><br />

voor in het vertrouw<strong>en</strong> dat tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong> bestaat. Alles wat je doet heeft tot op zekere hoogte invloed op het<br />

vertrouw<strong>en</strong> dat er tuss<strong>en</strong> jou <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander bestaat.<br />

4. Het opbouw<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong> kost tijd, het afbrek<strong>en</strong> gaat heel snel. Het kan jar<strong>en</strong> dur<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> relatie<br />

e<strong>en</strong> solide vertrouw<strong>en</strong>sbasis te gev<strong>en</strong>. Met één destructieve daad kun je alles weer ongedaan mak<strong>en</strong>.<br />

5. Betrouwbaarheid is de sleutel tot vertrouw<strong>en</strong>. Ander<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> naarmate je meer acceptatie <strong>en</strong> steun toont,<br />

eerder g<strong>en</strong>eigd zijn om op<strong>en</strong>hartig over hun gedacht<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s, ideeën, theorieën, conclusies <strong>en</strong> reacties te<br />

vertell<strong>en</strong>. Het contact kan zich steeds meer gaan verdiep<strong>en</strong> naarmate je betrouwbaarder op hun op<strong>en</strong>hartigheid<br />

reageert. Wil je meer vertrouw<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>? Word betrouwbaarder.<br />

6. Vertrouw<strong>en</strong> moet op zijn plaats zijn. Niemand vertouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> iedere<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>, zijn twee af te rad<strong>en</strong><br />

uiterst<strong>en</strong>.<br />

7. Door sam<strong>en</strong>werking stijgt, door competitie daalt het vertrouw<strong>en</strong>. Het vertrouw<strong>en</strong> bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die met<br />

elkaar sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, ligt meestal op e<strong>en</strong> hoger niveau dan bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die onderling wedijver<strong>en</strong>.<br />

8. Het ton<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> betrouwbaarheid in e<strong>en</strong> groep kan e<strong>en</strong> zichzelf waarmak<strong>en</strong>de voorspelling<br />

creër<strong>en</strong>. De door jou geprojecteerde verwachting<strong>en</strong> over vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vaak invloed op het<br />

gedrag dat andere groepsled<strong>en</strong> naar jou toe manifester<strong>en</strong>.


Hoofdstuk 3 Groepsdoel<strong>en</strong>, <strong>sociale</strong> <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong><br />

99<br />

Sam<strong>en</strong>vatting<br />

Groep<strong>en</strong> bestaan om e<strong>en</strong> bepaalde red<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> zich bij groep<strong>en</strong> aan omdat zij doel<strong>en</strong> will<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> die onhaalbaar<br />

zijn als zij het alle<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. De persoonlijke doel<strong>en</strong> van de individuele groepsled<strong>en</strong> zijn door middel van positieve<br />

<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> met elkaar verbond<strong>en</strong>. De groepsdoel<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>, motiver<strong>en</strong>, coördiner<strong>en</strong> <strong>en</strong> activer<strong>en</strong> het gedrag van<br />

de groepsled<strong>en</strong>. Bruikbare groepsdoel<strong>en</strong> zijn helder <strong>en</strong> operationeel. De positieve of negatieve resultat<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> groep<br />

behaalt, beïnvloedt het aspirati<strong>en</strong>iveau van de groep.<br />

De positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong> tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> vormt de basis voor de doelstelling<strong>en</strong> van de groep. De <strong>sociale</strong><br />

<strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>theorie is ontstaan uit de veldtheorie van Kurt Lewin <strong>en</strong> verder uitgewerkt door Morton Deutsch. Er zijn<br />

honderd<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> verricht die de validiteit van deze theorie bevestigd hebb<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> coöperatieve<br />

groep<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> competitieve groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele activiteit<strong>en</strong> anderzijds zijn: de prestaties ligg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoger<br />

niveau, de onderlinge relaties zijn positiever <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> meer betrokk<strong>en</strong>heid te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> de geestelijke gezondheid, het<br />

gevoel van eig<strong>en</strong>waarde <strong>en</strong> de <strong>sociale</strong> compet<strong>en</strong>ties van de groepsled<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoger niveau. De bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> goede sam<strong>en</strong>werking in e<strong>en</strong> groep zijn: positieve <strong>interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie</strong>, individuele verantwoordelijkheid, positieve<br />

interactie, <strong>sociale</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> groepsrefl ectie.<br />

De mate waarin de groepsled<strong>en</strong> elkaar vertrouw<strong>en</strong>, vormt e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel onderdeel van de sam<strong>en</strong>werking. Vertrouw<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>t twee aspect<strong>en</strong>: vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> te vertrouw<strong>en</strong> zijn. Er ontstaat vertrouw<strong>en</strong> als we het risico nem<strong>en</strong> om<br />

e<strong>en</strong> ander met vertrouw<strong>en</strong> tegemoet te tred<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ander ons vertrouw<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> betrouwbare wijze beantwoordt. De<br />

sleutel tot vertrouw<strong>en</strong> is dat je zelf te vertrouw<strong>en</strong> b<strong>en</strong>t.<br />

De coöperatieve inspanning<strong>en</strong> waarmee e<strong>en</strong> groep haar doel<strong>en</strong> wil verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>, vereis<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>te, duidelijke <strong>en</strong><br />

accurate communicaties tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong>. De groepsled<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in staat zijn om helder <strong>en</strong> effectief te communicer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> goed naar elkaar kunn<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>. Het fi jne daarvan leer je in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!