Scenario's in kaart - Feweb - Vrije Universiteit Amsterdam
Scenario's in kaart - Feweb - Vrije Universiteit Amsterdam
Scenario's in kaart - Feweb - Vrije Universiteit Amsterdam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Of een locatie geschikt is voor een bepaald gebruik, kan dus worden verklaard<br />
uit diverse factoren. Denk bijvoorbeeld aan fysieke geschiktheid: de grondsoort<br />
bepaalt <strong>in</strong> belangrijke mate welk agrarisch gebruik de hoogste opbrengst<br />
kent. Een ander belangrijk aspect is de nabijheid van voorzien<strong>in</strong>gen: een bedrijf<br />
kiest bij voorkeur een goed bereikbare locatie. Daarnaast is b<strong>in</strong>nen de Nederlandse<br />
context beleid van groot belang: <strong>in</strong> bepaalde gebieden gelden sterke<br />
restricties op bijvoorbeeld won<strong>in</strong>gbouw.<br />
Ruimtescanner en Leefomgev<strong>in</strong>gsverkenner<br />
In Nederland zijn enkele ruimtegebruiksmodellen beschikbaar die een vergelijk<br />
met operationele buitenlandse modellen goed kunnen doorstaan. Twee van<br />
deze modellen zijn veelvuldig <strong>in</strong>gezet voor het simuleren van toekomstig ruimtegebruik<br />
ten behoeve van ruimtelijke planvorm<strong>in</strong>g: de Ruimtescanner en de<br />
Leefomgev<strong>in</strong>gsverkenner. Zij zijn vooral <strong>in</strong>gezet bij beleidsvoorbereidende<br />
verkenn<strong>in</strong>gen en ex ante evaluaties van mogelijke ruimtelijke <strong>in</strong>grepen. Beide<br />
modellen zijn sterk gericht op ruimtegebruik, maar benaderen dat vanuit een<br />
verschillende theoretische <strong>in</strong>valshoek. Beide modellen zijn gebaseerd op<br />
een <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van Nederland <strong>in</strong> rastercellen, dat wil zeggen: vierkantjes van 500<br />
bij 500 meter. Daarom lijkt de uitvoer van beide modellen sterk op elkaar en<br />
zijn de onderliggende verschillen niet direct zichtbaar. Hieronder gaan we kort<br />
<strong>in</strong> op deze verschillen.<br />
De Ruimtescanner is een ruimtelijk allocatiemodel dat uitgaat van een gegeven<br />
ruimtevraag voor verschillende categorieën grondgebruik en van veronderstell<strong>in</strong>gen<br />
ten aanzien van de lokale geschiktheid van de grond voor deze categorieën.<br />
Aan de hand van deze gegevens wordt het ruimtegebruik zodanig<br />
over Nederland verdeeld dat iedere ruimtegebruikscategorie terecht komt op<br />
plekken die voor die categorie zo geschikt mogelijk zijn. De Ruimtescanner<br />
hanteert bij deze toewijz<strong>in</strong>g een economisch georiënteerd mechanisme. Het<br />
model is statisch, dat wil zeggen dat het de situatie op één bepaald moment<br />
doorrekent. Om het ruimtegebruik <strong>in</strong> bijvoorbeeld 2030 te simuleren, wordt<br />
eerst de ruimtevraag <strong>in</strong> dat jaar voor verschillende categorieën bepaald aan de<br />
hand van andere modellen. Vervolgens worden voor dat jaar voor de verschillende<br />
categorieën geschiktheids<strong>kaart</strong>en gemaakt.<br />
De Leefomgev<strong>in</strong>gsverkenner is gebaseerd op het pr<strong>in</strong>cipe van de zogenaamde<br />
cellulaire automaat. Dit pr<strong>in</strong>cipe gaat uit van een ruimtegebruiks<strong>kaart</strong> voor een<br />
startjaar en een set van transitieregels, die aangeven hoe de vestig<strong>in</strong>gsvoorkeuren<br />
van elke ruimtegebruikscategorie samenhangen met het ruimtegebruik<br />
<strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g. Aan de hand hiervan wordt voor het jaar na het startjaar voor<br />
iedere locatie het meest waarschijnlijke ruimtegebruik bepaald. Vervolgens<br />
wordt op basis daarvan de meest waarschijnlijke situatie <strong>in</strong> het daarop volgende<br />
jaar bepaald, enzovoorts. Het model is dus <strong>in</strong>herent dynamisch: het rekent<br />
een ontwikkel<strong>in</strong>g door, geen e<strong>in</strong>dsituatie. Om te zorgen dat de ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />
van de totalen, bijvoorbeeld de totale oppervlakten voor wonen en werken<br />
(per regio), plausibel blijven krijgt de Leefomgev<strong>in</strong>gsverkenner restricties<br />
opgelegd. Dit gebeurt door de verkenner te koppelen aan een regionaal-economisch<br />
model.<br />
Het simuleren van ruimtegebruiksverander<strong>in</strong>gen 20 • 21