Scenario's in kaart - Feweb - Vrije Universiteit Amsterdam
Scenario's in kaart - Feweb - Vrije Universiteit Amsterdam
Scenario's in kaart - Feweb - Vrije Universiteit Amsterdam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
neel ruimtegebruik) tot bijna 100 procent (bij gelijke aandelen van een groot<br />
aantal ruimtegebruikscategorieën). Evenals de entropie-<strong>in</strong>dex is de maat van<br />
Simpson gevoelig voor de verdel<strong>in</strong>g van ruimte over alle functies. In vergelijk<strong>in</strong>g<br />
met de entropie is hij echter gevoeliger voor de functie die de grootste<br />
aandelen grondgebruik kent, en m<strong>in</strong>der gevoelig voor functies met kle<strong>in</strong>ere<br />
aandelen. Gezien de <strong>in</strong>tuïtief aansprekende <strong>in</strong>terpretatie van Simpson’s Diversiteits<strong>in</strong>dex<br />
kiezen we ervoor deze maat toe te passen. Over het algemeen<br />
geven beide maten overigens sterk vergelijkbare resultaten; ook uit onze<br />
experimenten met resultaten van de Ruimtescanner blijkt dat ze vrijwel uitwisselbaar<br />
zijn.<br />
Uit de eerste exercities blijkt dat maten van functiemeng<strong>in</strong>g een nuttig hulpmiddel<br />
zijn om de resultaten van de Ruimtescanner te <strong>in</strong>terpreteren. De<br />
gehanteerde <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ruimtegebruiksklassen heeft grote <strong>in</strong>vloed op de<br />
resultaten. Het is de moeite waard om op basis van een aantal verschillende<br />
<strong>in</strong>del<strong>in</strong>gen enkele diversiteits<strong>in</strong>dices te berekenen. Uiteraard moet daarbij<br />
zorgvuldig worden bekeken welke <strong>in</strong>del<strong>in</strong>gen z<strong>in</strong>nig zijn. Het één en ander<br />
hangt natuurlijk sterk samen met de vraag welke aspecten van diversiteit men<br />
wil meten: gaat het om visuele afwissel<strong>in</strong>g, om ecologische diversiteit of om<br />
ruraal-urbane overgangszones? Baumgärtner constateert hier een lacune.<br />
Het zou nuttig zijn een maat te hebben die niet alleen vergelijkbaar is met de<br />
diversiteits- of entropie-<strong>in</strong>dex maar die behalve met de verdel<strong>in</strong>g over de klassen<br />
ook reken<strong>in</strong>g houdt met de mate waar<strong>in</strong> die klassen van elkaar verschillen.<br />
Ook daarbij zou uiteraard de vraag optreden hoe die verschillen te bepalen.<br />
Uit de figuren 31 en 32 blijkt duidelijk dat de meng<strong>in</strong>gs<strong>kaart</strong>en voor het gesimuleerde<br />
grondgebruik een structuur hebben die nogal verschilt van die voor het<br />
huidige grondgebruik. Op de <strong>kaart</strong> voor 2030 vertonen landbouwgebieden<br />
een hogere mate van functiemeng<strong>in</strong>g dan op de <strong>kaart</strong> voor de huidige situatie.<br />
Het lijkt denkbaar dat landbouwgebieden <strong>in</strong> de toekomst meer functies, kortom:<br />
meer diversiteit, gaan herbergen. Ook is <strong>in</strong> de figuur te zien dat de huidige<br />
natuurgebieden monofunctioneler worden: ruimtegebruik dat anders is dan<br />
natuur, wordt uit deze gebieden verdrongen. Hetzelfde geldt voor de steden,<br />
waar de woonfunctie sterker gaat dom<strong>in</strong>eren. In beide gevallen lijkt deze<br />
uitkomst onwaarschijnlijk. Het is niet zonder meer duidelijk welke conclusie<br />
daaraan verbonden mag worden.<br />
Zo kan het verschil tussen huidig en toekomstig grondgebruik worden verklaard<br />
vanuit de constater<strong>in</strong>g dat de simulatie, althans met de huidige geschiktheids<strong>kaart</strong>en,<br />
niet realistisch is. Een oploss<strong>in</strong>g om dit te verbeteren is echter niet<br />
direct voor handen. Een explicietere <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van de geschiktheid, met grotere<br />
getalsmatige verschillen tussen gebieden die meer en m<strong>in</strong>der geschikt zijn<br />
voor een bepaalde functie, kan leiden tot een uitkomst met m<strong>in</strong>der functiemeng<strong>in</strong>g.<br />
Gemiddeld genomen lijkt de functiemeng<strong>in</strong>g voor 2030 echter vrij<br />
reëel, al is deze <strong>in</strong> sommige gebieden te hoog en <strong>in</strong> andere gebieden juist te<br />
laag. Uite<strong>in</strong>delijk gaat het erom of verschillende soorten ruimtegebruik wel of<br />
juist niet <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie optreden.<br />
Evaluatie van uitkomsten 100 • 101