Ruimtelijke opgaven in beeld - Planbureau voor de Leefomgeving
Ruimtelijke opgaven in beeld - Planbureau voor de Leefomgeving
Ruimtelijke opgaven in beeld - Planbureau voor de Leefomgeving
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
vier<br />
sectorale wetten en regels die van toepass<strong>in</strong>g zijn. Maar<br />
<strong>de</strong> juridische complexiteit kan slechts <strong>voor</strong> een <strong>de</strong>el<br />
wor<strong>de</strong>n verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd, omdat zij <strong>in</strong>herent is aan een<br />
rechtsgebied waar<strong>in</strong> zo’n grote hoeveelheid en diversiteit<br />
aan ruimteclaims samenkomen, waarbij zo’n groot <strong>de</strong>el<br />
van <strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g verplicht is door <strong>de</strong> EU (Van<br />
Du<strong>in</strong>hoven 2010).<br />
Om <strong>de</strong> juridische complexiteit op een z<strong>in</strong>volle en haalbare<br />
manier te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren is on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong><br />
achterliggen<strong>de</strong> factoren nodig. Belangrijk is dat het<br />
omgev<strong>in</strong>gsrecht hierbij b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> beleidscontext<br />
(gebiedsontwikkel<strong>in</strong>g, EU-beleid) en <strong>de</strong> maatschappelijke<br />
context (risicomaatschappij) wordt bezien. Bij<br />
verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> juridische complexiteit is het<br />
belangrijk om te be<strong>de</strong>nken dat nieuwe wetgev<strong>in</strong>g vaak<br />
tot risicomij<strong>de</strong>nd gedrag leidt, vanwege <strong>de</strong> onbekendheid<br />
met <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n en beperk<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> nieuwe<br />
wetten bie<strong>de</strong>n en het ontbreken van jurispru<strong>de</strong>ntie en<br />
vergelijkbare praktijk<strong>voor</strong><strong>beeld</strong>en (Barkhuysen et al.<br />
2011). De betrokken partijen hechten veel waar<strong>de</strong> aan<br />
rechtszekerheid en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> snelheid van het proces is het<br />
belangrijk om te <strong>voor</strong>komen dat discussies over het<br />
project heropend moeten wor<strong>de</strong>n en er nieuwe bezwaren<br />
ontstaan.<br />
4.5.2 Aandacht <strong>voor</strong> implementatie nieuwe<br />
wetgev<strong>in</strong>g<br />
De ervar<strong>in</strong>gen met <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Wro en <strong>de</strong> Wabo<br />
wijzen uit dat nieuwe wet- en regelgev<strong>in</strong>g grote effecten<br />
heeft op <strong>de</strong> manieren waarop overhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong>tern<br />
functioneren (PBL 2010a). In nieuwe wetgev<strong>in</strong>gstrajecten<br />
wordt meestal veel aandacht besteed aan <strong>de</strong> juridische<br />
kant, maar we<strong>in</strong>ig aan <strong>de</strong> organisatori sche kant. Zo<br />
vergen <strong>de</strong> nieuwe procedures volgens <strong>de</strong> Wro en <strong>de</strong> Wabo<br />
dat <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers van <strong>de</strong> betrokken overhe<strong>de</strong>n snel<br />
nieuwe professionele kennis en vaardighe<strong>de</strong>n aanleren,<br />
maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk levert dit nogal eens problemen op<br />
(B<strong>in</strong>nenlands Bestuur 2011). En <strong>de</strong> meer proactieve rol die<br />
<strong>de</strong> Wro van <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n verwacht vergt dat <strong>de</strong><br />
me<strong>de</strong>werkers eveneens nieuwe rollen spelen (PBL 2010a).<br />
De praktijk laat zien dat veel ruimtelijke projecten<br />
vertrag<strong>in</strong>g oplopen doordat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
besluitvorm<strong>in</strong>g onzorgvuldig wordt gewerkt en doordat<br />
<strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g gebrekkig is. Zo wor<strong>de</strong>n<br />
ontheff<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Flora- en faunawet (tegenwoordig:<br />
Natuurbescherm<strong>in</strong>gswet) bijna altijd op procedurele<br />
gron<strong>de</strong>n afgewezen en zel<strong>de</strong>n om <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke re<strong>de</strong>nen<br />
(Barkhuysen et al. 2011; Van Du<strong>in</strong>hoven 2010).<br />
4.6 Gebiedsgerichte uitvoer<strong>in</strong>g<br />
Ondanks <strong>de</strong> <strong>de</strong>centralisatieten<strong>de</strong>ns blijft <strong>de</strong> Rijksoverheid<br />
direct betrokken bij vele ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen,<br />
meestal gaat het om grootschalige<br />
<strong>in</strong>frastructuurprojecten. Deze betrokkenheid loopt via<br />
het ruimtelijk <strong>in</strong>strumentarium maar ook <strong>voor</strong>al via<br />
f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. Het MIRT is thans het belangrijkste ka<strong>de</strong>r<br />
hier<strong>voor</strong>.<br />
4.6.1 Focus van Rijksoverheid en <strong>in</strong>tegrale aanpak<br />
De focus van het kab<strong>in</strong>et op enkele regio’s en<br />
<strong>in</strong>frastructuur heeft tot gevolg dat <strong>de</strong> rijks<strong>in</strong>zet <strong>in</strong> het<br />
MIRT geografisch en thematisch smaller wordt, terwijl<br />
het <strong>voor</strong>malige MIT enkele jaren gele<strong>de</strong>n op verzoek van<br />
<strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer juist is verbreed tot het MIRT. In <strong>de</strong><br />
regio’s en <strong>voor</strong> thema’s die geen rijksprioriteit meer<br />
krijgen is het aan <strong>de</strong> regionale partners (publieke en<br />
private) om al dan niet <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen te<br />
doen.<br />
Het Rijk draagt <strong>in</strong> dit verband geen bevoegdhe<strong>de</strong>n of<br />
mid<strong>de</strong>len over. Bovendien stelt het Rijk geen geld meer<br />
beschikbaar <strong>voor</strong> extra <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>gsmaatregelen <strong>voor</strong><br />
projecten die <strong>in</strong> kwetsbare landschappen wor<strong>de</strong>n<br />
gerealiseerd. Het is aan <strong>de</strong> regionale partners om te<br />
beslissen of zij <strong>de</strong> bovenwettelijke maatregelen zelf al dan<br />
niet willen f<strong>in</strong>ancieren, bij<strong>voor</strong><strong>beeld</strong> om een oploss<strong>in</strong>g<br />
met een grotere ruimtelijke kwaliteit te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Ook <strong>in</strong> dit<br />
verband is er dus eer<strong>de</strong>r sprake van afstot<strong>in</strong>g dan van<br />
<strong>de</strong>centralisatie.<br />
Prov<strong>in</strong>cies hebben weliswaar al jaren ervar<strong>in</strong>g met<br />
gebiedsontwikkel<strong>in</strong>g en beschikken over <strong>de</strong> nodige<br />
gebiedskennis. Desondanks wijzen <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen uit dat<br />
het optre<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk lastig kan zijn. Daarom is het<br />
belangrijk dat het Rijk <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cies via ka<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>g,<br />
f<strong>in</strong>anciële on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g en kennisuitwissel<strong>in</strong>g begeleidt.<br />
Hierbij gaat het eer<strong>de</strong>r om het pr<strong>in</strong>cipe ‘Je draagt er aan<br />
bij of niet’ (Kenniscirkel MIRT 2010).<br />
Het is ook <strong>de</strong> vraag of er <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren op regionaal<br />
niveau voldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsgel<strong>de</strong>n beschikbaar zijn om<br />
oploss<strong>in</strong>gen met een grotere ruimtelijke kwaliteit te<br />
realiseren. De <strong>in</strong>verdiencapaciteit bij het ontwikkelen van<br />
ro<strong>de</strong> projecten is kle<strong>in</strong>er gewor<strong>de</strong>n. Het is dan ook niet zo<br />
waarschijnlijk dat <strong>de</strong> regionale overhe<strong>de</strong>n er<strong>in</strong> zullen<br />
slagen om meer samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> markt te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />
via bij<strong>voor</strong><strong>beeld</strong> publiek-private samenwerk<strong>in</strong>g (PPS).<br />
Bij bepaal<strong>de</strong> soorten projecten (bewezen technologie,<br />
niet erg <strong>in</strong>gewikkeld) levert PPS betere resultaten op dan<br />
bij an<strong>de</strong>re soorten projecten (nieuwe technologie, erg<br />
<strong>in</strong>gewikkeld) (Commissie Rud<strong>in</strong>g 2008). Bovendien tonen<br />
private partijen bij <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong> projecten, zoals <strong>de</strong><br />
Amsterdamse Zuidas, beperkte belangstell<strong>in</strong>g, omdat zij<br />
<strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële risico’s moeilijk kunnen overzien (Kreukels<br />
2009). Het op<strong>de</strong>len van <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong> projecten <strong>in</strong> meer<br />
overzichtelijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kan een manier zijn om hen<br />
over <strong>de</strong> streep te helpen. Er dient dan wel aandacht te<br />
wor<strong>de</strong>n besteed aan <strong>de</strong> samenhang tussen <strong>de</strong> projecten.<br />
Bestuurlijke aspecten | 81