16.05.2014 Views

Ruimtelijke opgaven in beeld - Planbureau voor de Leefomgeving

Ruimtelijke opgaven in beeld - Planbureau voor de Leefomgeving

Ruimtelijke opgaven in beeld - Planbureau voor de Leefomgeving

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

twee<br />

beheer<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> open ruimte en (potentiële) leverancier<br />

van groene diensten echter wel <strong>de</strong>gelijk van groot belang.<br />

De economische betekenis van het totale Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

agrocomplex is groter. Dit maakt, gemeten <strong>in</strong><br />

toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> (<strong>in</strong>clusief bedrijfstoeslagen <strong>in</strong> lan<strong>de</strong>n<br />

tu<strong>in</strong>bouw), 9,1 procent uit van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

economie. De Ne<strong>de</strong>rlandse agrosector ontleent daarmee<br />

zijn economische betekenis <strong>in</strong> belangrijke mate aan <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>gs- en genotmid<strong>de</strong>len<strong>in</strong>dustrie. Het aan<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> agro-<strong>in</strong>dustrie en -han<strong>de</strong>l<br />

(verwerk<strong>in</strong>g, toelever<strong>in</strong>g, van zowel b<strong>in</strong>nen- als<br />

buitenlandse grondstoffen) <strong>in</strong> het totale agrocomplex is<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2005 gestegen van ruim 60 procent<br />

naar circa 70 procent. De door het agrocomplex behaal<strong>de</strong><br />

toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> is overwegend gebaseerd op<br />

b<strong>in</strong>nenlandse agrarische grondstoffen, maar het aan<strong>de</strong>el<br />

van buitenlandse grondstoffen is substantieel (35 procent<br />

<strong>in</strong> 2006) en vertoont bovendien een stijgen<strong>de</strong> lijn (Silvis<br />

et al. 2009).<br />

2.7.2 Locatiegebon<strong>de</strong>nheid van greenports<br />

De greenports zijn <strong>de</strong>els plaatsgebon<strong>de</strong>n. Op basis van<br />

marktontwikkel<strong>in</strong>gen is uitplaats<strong>in</strong>g van enkele teelten<br />

uit <strong>de</strong> Randstad goed mogelijk (bollen en groenten), maar<br />

<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verplaats<strong>in</strong>g van potplanten,<br />

sierbloemen en boomteelt liggen genuanceer<strong>de</strong>r. De teelt<br />

van groenten, bollen en (<strong>de</strong>els) sierteelt verplaatst zich op<br />

dit moment al uit <strong>de</strong> greenports. In aansluit<strong>in</strong>g daarop<br />

zou dit actief kunnen wor<strong>de</strong>n begeleid. Dat past bij <strong>de</strong><br />

marktontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouwsector. ‘Vrijval’ van<br />

ruimte op termijn is <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>nkbaar <strong>in</strong> Aalsmeer en <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Bollenstreek. In relatie met <strong>de</strong> verplaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

productie van groenten uit het Westland-Oostland naar<br />

el<strong>de</strong>rs, lijkt ook hier <strong>in</strong> beperkte mate ruimte te zijn om<br />

grond <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re functies te bestemmen. Wat betreft<br />

Boskoop is naar verwacht<strong>in</strong>g sprake van een grosso<br />

modo gelijkblijven<strong>de</strong> ruimtebehoefte, aangezien <strong>de</strong><br />

boomteelt ter plaatse mogelijk licht afneemt en <strong>de</strong> poten<br />

conta<strong>in</strong>erteelt toeneemt (Grontmij 2009). Ook <strong>de</strong><br />

Adviesgroep Nijkamp conclu<strong>de</strong>ert dat niet alle productie<br />

– en zeker niet <strong>de</strong> standaardproducten –<br />

noodzakelijkerwijs <strong>in</strong> het westen hoeft te wor<strong>de</strong>n<br />

gerealiseerd (Tu<strong>in</strong>bouwcluster Greenprt.nl 2010).<br />

Een kengetallen kosten-batenanalyse (KKBA) van een<br />

toekomst waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> 2040 een kwart van <strong>de</strong> huidige<br />

‘greenports’ wordt gebruikt <strong>voor</strong> won<strong>in</strong>gbouw<br />

(Koopmans et al. 2011) laat zien dat het bouwen van<br />

won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Bollenstreek maatschappelijk rendabel is<br />

als <strong>de</strong> bollenteelt gelei<strong>de</strong>lijk wordt verplaatst.<br />

Won<strong>in</strong>gbouw <strong>in</strong> het Westland is mogelijk rendabel als het<br />

om extra won<strong>in</strong>gen gaat.<br />

De verschillen tussen het Westland en <strong>de</strong> Bollenstreek<br />

zijn groot. De netto baten van transformatie van het<br />

Westland zijn waarschijnlijk positief als er extra won<strong>in</strong>gen<br />

wor<strong>de</strong>n gebouwd en <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> Randstad<br />

blijft. Verschuiv<strong>in</strong>g van won<strong>in</strong>gen is daar niet voldoen<strong>de</strong><br />

om <strong>de</strong> kosten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw te compenseren. In <strong>de</strong><br />

Bollenstreek zijn <strong>de</strong> verplaats<strong>in</strong>gskosten kle<strong>in</strong>er. De<br />

won<strong>in</strong>gbouwbaten zijn daar zeer waarschijnlijk groter dan<br />

<strong>de</strong> verplaats<strong>in</strong>gskosten, ongeacht of het om een<br />

verschuiv<strong>in</strong>g van won<strong>in</strong>gen gaat of om extra won<strong>in</strong>gen.<br />

De bandbreedte <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitkomsten komt groten<strong>de</strong>els <strong>voor</strong>t<br />

uit onzekerheid over <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong><br />

verplaats<strong>in</strong>gskosten.<br />

2.7.3 Ruimtelijk beleid en agrarische grondprijzen<br />

Planologische dui<strong>de</strong>lijkheid en daarmee beheers<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> agrarische grondprijzen is een noodzakelijke<br />

<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> behoud en ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

grondgebon<strong>de</strong>n landbouw als beheer<strong>de</strong>r van het<br />

cultuurlandschap en van een schone buffer <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

beïnvloed<strong>in</strong>gsgebie<strong>de</strong>n rondom Natura 2000-gebie<strong>de</strong>n<br />

(MNP 2007b). Succesvol beleid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> landbouw als<br />

beheer<strong>de</strong>r van het cultuurlandschap is <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen<br />

<strong>de</strong>cennia een zaak geweest van lange a<strong>de</strong>m, cont<strong>in</strong>uïteit<br />

en dui<strong>de</strong>lijkheid, waarbij regels direct waren gekoppeld<br />

aan f<strong>in</strong>anciële regel<strong>in</strong>gen. Alleen met een cont<strong>in</strong>ue<br />

beleids<strong>in</strong>zet blijkt <strong>de</strong> overheid het vertrouwen van boeren<br />

en burgers te kunnen krijgen. Dit betrof <strong>voor</strong>al het<br />

Rijksbufferzonebeleid. Bervaes et al. (2001) stellen <strong>in</strong> een<br />

evaluatie van dit beleid: ‘Indien het restrictief karakter en<br />

<strong>de</strong> status van (Rijks)bufferzone komt te vervallen zal<br />

planologische ondui<strong>de</strong>lijkheid ontstaan. Er wor<strong>de</strong>n hier<br />

en daar al gron<strong>de</strong>n gekocht door beleggers of juist niet<br />

verkocht vanwege <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>, omdat men<br />

verwacht dat ste<strong>de</strong>lijke ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n<br />

op <strong>de</strong>n duur zullen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n.’ De casus<br />

Bloemdalerpol<strong>de</strong>r illustreert dit (Van Bemmel & Kuiper<br />

2010; zie ook het tekstka<strong>de</strong>r.).<br />

Ook <strong>de</strong> titel Nationale Landschappen blijkt een<br />

meerwaar<strong>de</strong> te bie<strong>de</strong>n als merknaam en succesvol te<br />

werken <strong>voor</strong> het bevor<strong>de</strong>ren van draagvlak en aantrekken<br />

van <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen van publieke en private partijen <strong>in</strong> het<br />

landschap. De rijksbijdrage <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Nationale<br />

Landschappen werd ook gezien als een belangrijke<br />

aanjaagfactor. Cont<strong>in</strong>uïteit van <strong>de</strong>ze f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g, hoe<br />

beperkt ook, is van groot belang <strong>voor</strong> het genereren van<br />

betrokkenheid en geld van an<strong>de</strong>re publieke en private<br />

partijen (Royal Haskon<strong>in</strong>g 2010; Veen & Graaff 2010).<br />

<strong>Ruimtelijke</strong> <strong>opgaven</strong> en beleidsimplicaties | 49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!