Ruimtelijke opgaven in beeld - Planbureau voor de Leefomgeving
Ruimtelijke opgaven in beeld - Planbureau voor de Leefomgeving
Ruimtelijke opgaven in beeld - Planbureau voor de Leefomgeving
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
twee<br />
Figuur 2.8<br />
Vervoerswijze per type werklocatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> Randstad, 2001<br />
12<br />
10<br />
8<br />
Afgeleg<strong>de</strong> afstand (km)<br />
Autobestuur<strong>de</strong>r<br />
Autopassagier<br />
Openbaar vervoer<br />
Lopen / fietsen<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
Omgev<strong>in</strong>g<br />
grote stations<br />
(A-locatie)<br />
Nabij snelweg<br />
en re<strong>de</strong>lijk<br />
openbaar vervoer<br />
(B-locatie)<br />
Snelweglocaties<br />
(C-locatie)<br />
Bron: Hilbers et al. (2006)<br />
Het autogebruik on<strong>de</strong>r werknemers van locaties rond <strong>de</strong> grote stations (‘A-locaties’) is <strong>in</strong> <strong>de</strong> Randstad ruim tweemaal zo laag en het openbaarvervoergebruik<br />
bijna viermaal zo hoog als op snelweglocaties (‘C-locaties’).<br />
Scenariobereken<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> 2020 en 2040 laten zien dat<br />
bun<strong>de</strong>len en verdichten aanzienlijke reistijdbaten kunnen<br />
opleveren (MNP 2007b). Het positieve effect hangt <strong>voor</strong>al<br />
af van het tempo en <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> dit realiseerbaar is.<br />
Een reductie van het woon-werkverkeer blijkt <strong>voor</strong>al<br />
mogelijk als er meer wordt gebouwd <strong>in</strong> regio’s met <strong>de</strong><br />
grootste werkgelegenheidsgroei. Het omgekeer<strong>de</strong> – meer<br />
werkgelegenheid creëren <strong>in</strong> gebie<strong>de</strong>n waar veel<br />
won<strong>in</strong>gen zijn gebouwd – is moeilijker.<br />
Voor een verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bereikbaarheid is daarmee <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> eerste plaats (wegbeprijz<strong>in</strong>g buiten beschouw<strong>in</strong>g<br />
latend) een goe<strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g van belang. Het<br />
gaat dan om verdicht<strong>in</strong>g van verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> bestaand<br />
bebouwd gebied, en bun<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong><br />
juiste locaties rondom <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n. Pas <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats<br />
is verbeter<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>frastructuur aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> (MNP<br />
2007b; PBL 2011d). Het gaat hier overigens om een<br />
algemeen pr<strong>in</strong>cipe. Vanwege verschillen <strong>in</strong> realisatietijd,<br />
kosten en baten en haalbaarheid tussen <strong>de</strong>ze<br />
maatregelen zal <strong>de</strong> afweg<strong>in</strong>g steeds per project moeten<br />
wor<strong>de</strong>n gemaakt.<br />
Het volgen<strong>de</strong> <strong>voor</strong><strong>beeld</strong> illustreert het belang van<br />
verdicht<strong>in</strong>g. Figuur 2.8 laat zien dat het loont om te<br />
bouwen bij locaties met een goe<strong>de</strong><br />
openbaarvervoeraansluit<strong>in</strong>g (vergelijk Geurs et al. 2010;<br />
MNP 2007b). Uit <strong>de</strong>ze figuur komt naar voren dat het<br />
autogebruik on<strong>de</strong>r werknemers op locaties rond <strong>de</strong> grote<br />
stations (‘A-locaties’) <strong>in</strong> <strong>de</strong> Randstad ruim tweemaal zo<br />
laag en het openbaarvervoergebruik bijna viermaal zo<br />
hoog is als op snelweglocaties (‘C-locaties’). Bewoners<br />
van stadscentra <strong>in</strong> <strong>de</strong> Randstad gebruiken zwaarbelaste<br />
wegen tot vijfmaal zo we<strong>in</strong>ig als bewoners van gebie<strong>de</strong>n<br />
op 20 kilometer afstand van <strong>de</strong> stadscentra (Hilbers et al.<br />
2006).<br />
2.2.3 Verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g en mobiliteit<br />
Een nuancer<strong>in</strong>g is op haar plaats als het gaat om<br />
bun<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g. Een concentratie van <strong>de</strong><br />
werkgelegenheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n werkt bij een gesprei<strong>de</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> won<strong>in</strong>g<strong>voor</strong>raad namelijk<br />
contraproductief, omdat <strong>de</strong> woon-werkafstan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />
congestie wor<strong>de</strong>n vergroot. Mensen blijken bereid te zijn<br />
meer te reizen <strong>voor</strong> hun werk dan <strong>voor</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />
<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen (De Groot et al. 2010). Figuur 2.9 laat zien<br />
dat meer dan 60 procent van <strong>de</strong> beroepsbevolk<strong>in</strong>g bereid<br />
is om tw<strong>in</strong>tig m<strong>in</strong>uten per auto te reizen <strong>voor</strong> het werk,<br />
terwijl slechts 20 procent bereid is om dat te doen <strong>voor</strong><br />
een <strong>voor</strong>stell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> schouwburg, w<strong>in</strong>kelen of een<br />
bezoek aan een restaurant. Met het openbaar vervoer zijn<br />
mensen overigens bereid om nog wat langer van en naar<br />
het werk te reizen. Voor natuurrecreatie is <strong>de</strong> bereidheid<br />
om te reizen groter dan <strong>voor</strong> ste<strong>de</strong>lijke <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen,<br />
maar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r groot dan <strong>voor</strong> werk. Mensen wonen dus<br />
liever nabij ste<strong>de</strong>lijke <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen dan bij hun werk.<br />
Vanuit <strong>de</strong>ze bereidheid gere<strong>de</strong>neerd, lijken nieuwe<br />
woonlocaties nabij of goed bereikbaar ten opzichte van<br />
<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n, met nieuwe werklocaties zo veel mogelijk <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> stad of op goed ontsloten locaties daaromheen,<br />
gunstig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mobiliteit. De ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>rgelijke<br />
<strong>Ruimtelijke</strong> <strong>opgaven</strong> en beleidsimplicaties | 29