download het artikel (PDF, 302 KB) - Planbureau voor de ...
download het artikel (PDF, 302 KB) - Planbureau voor de ...
download het artikel (PDF, 302 KB) - Planbureau voor de ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TIJDSCHRIFT VOOR DE volkSHuISveSTIng nummER 1 FeBRuARI 2012<br />
ACHTeRgRonD 49<br />
Variabele Eenheid IPD CFV<br />
Huidige huurprijs per maand € / mnd € 540,29 € 540,29<br />
Markthuurprijs per maand € / mnd € 742,00 n.v.t.<br />
Woonoppervlakte m2 WWS 85,0 85,0<br />
Toe te rekenen kosten/lasten € / jr € 1.511 € 3.270<br />
Exploitatieperio<strong>de</strong> jr 15 50<br />
Discontovoet % 7,15% 6,00%<br />
Exit yield % 6,47% n.v.t.<br />
Restwaar<strong>de</strong> € /vhe n.v.t. € 5.000<br />
Bouwkosten10 € / vhe € 90.551 € 90.551<br />
Groot on<strong>de</strong>rhoud jaar 20 % bouwkosten 20%<br />
Exploitatiewaar<strong>de</strong> € / vhe € 140.032 € 46.819<br />
Residuele waar<strong>de</strong> grond € 49.481 € 43.732-<br />
Tabel 2<br />
Belangrijkste parameters en uitkomsten <strong>voor</strong> IPD- en CFV-berekeningen,<br />
prijspeil 2009<br />
Opvallend is <strong>het</strong> enorme verschil in grondwaar<strong>de</strong> tussen <strong>de</strong> CFVsytematiek<br />
en die van Ae<strong>de</strong>x/IPD 11 . Tabel 2 geeft inzicht in <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke<br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n. Maar er is een behoorlijke regionale spreiding rond dat<br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. De database van Ae<strong>de</strong>x/IPD omvat <strong>voor</strong> een vijftal regio’s alle<br />
nieuw gebouw<strong>de</strong> grondgebon<strong>de</strong>n woningen van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> corporaties.<br />
Er zijn dus ook regionale verschillen naar huurprijs, naar leegwaar<strong>de</strong>,<br />
oppervlakte, exploitatiekosten. De residuele waar<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong><br />
IPD-systematiek variëren van ruim € 62.000 in <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Randstad<br />
(met hogere huren, kleinere woningen en relatief hoge leegwaar<strong>de</strong>n)<br />
tot een krappe € 28.000 in <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n, waar relatief grote woningen<br />
met hogere bouwkosten zijn gebouwd waar lage huren en leegwaar<strong>de</strong>n<br />
tegenoverstaan. Een vergelijkbaar regionaal patroon is zichtbaar in <strong>de</strong><br />
berekening volgens <strong>de</strong> specificaties van <strong>het</strong> CFV. Benadrukt moet wor<strong>de</strong>n<br />
dat verschillen in leegwaar<strong>de</strong>n hier geen rol spelen: er is sprake van een<br />
vijftigjarige huurexploitatie. Het Noor<strong>de</strong>n heeft <strong>de</strong> laagste grondwaar<strong>de</strong>n<br />
met bijna € 60.000 negatief, terwijl in <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Randstad <strong>de</strong> ‘scha<strong>de</strong>’<br />
tot ongeveer € 27.000 beperkt blijft.<br />
ImplICIeTe SuBSIDIe…oF BelASTIng?<br />
De gestandaardiseer<strong>de</strong> grondprijzen zijn afgezet tegen <strong>de</strong> zojuist besproken<br />
residuele grondwaar<strong>de</strong>n. Gelet op <strong>de</strong> enorme bandbreedte van <strong>de</strong> residuele<br />
grondwaar<strong>de</strong>n uit tabel 2 is <strong>het</strong> niet verwon<strong>de</strong>rlijk dat <strong>de</strong> feitelijke<br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> grondprijs evenals <strong>de</strong> grondprijzen van alle afzon<strong>de</strong>rlijke<br />
gemeenten hierbinnen vallen. Als <strong>de</strong> grondprijzen buiten <strong>de</strong> bandbreedte<br />
zou<strong>de</strong>n vallen dan zou je kunnen stellen dat ongeacht <strong>de</strong> berekeningssystematiek<br />
er sprake is van subsidiëring, dan wel belasting. Nu doet <strong>het</strong><br />
verschil in systematiek er dus wel toe.<br />
Als we kijken naar <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> grondwaar<strong>de</strong>n op basis van <strong>de</strong> CFVsystematiek<br />
dan zou je indicatief kunnen stellen – nogmaals, har<strong>de</strong> uitspraken<br />
kunnen alleen op transactieniveau wor<strong>de</strong>n gedaan – dat corporaties<br />
eer<strong>de</strong>r belast dan gesubsidieerd wor<strong>de</strong>n. Immers, <strong>de</strong> grondwaar<strong>de</strong>n<br />
zijn overal negatief, daar waar <strong>de</strong> grondprijzen gemid<strong>de</strong>ld bijna € 20.000<br />
(positief ) bedragen.<br />
Bij <strong>de</strong> residuele grondwaar<strong>de</strong>n op basis van Ae<strong>de</strong>x/IPD ligt <strong>het</strong> dui<strong>de</strong>lijk<br />
an<strong>de</strong>rs. Alleen in <strong>het</strong> noor<strong>de</strong>n en oosten van <strong>het</strong> land vin<strong>de</strong>n we grondwaar<strong>de</strong>n<br />
die <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> or<strong>de</strong>grootte hebben als <strong>de</strong> hoogste gevraag<strong>de</strong><br />
grondprijzen. Voor <strong>de</strong> Randstad en <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n is daar geen sprake van.<br />
Min<strong>de</strong>r dan een kwart van <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong> gemeenten hanteert een<br />
grondprijs die hoger ligt dan <strong>de</strong> laagste residuele grondwaar<strong>de</strong> van<br />
€ 28.000 in Noord-Ne<strong>de</strong>rland, laat staan <strong>het</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van bijna<br />
€ 50.000.Uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> berekeningswijze van Ae<strong>de</strong>x/IPD kan dus<br />
gesproken wor<strong>de</strong>n over een royale impliciete subsidie. In <strong>de</strong> slotbeschouwing<br />
komen we terug op <strong>de</strong> vraag vanuit welk perspectief we naar <strong>de</strong>ze<br />
op <strong>het</strong> eerste oog paradoxale bevinding moeten kijken.<br />
SeleCTIvITeIT In gRonDpRIJSBeleID<br />
De an<strong>de</strong>re vraag die <strong>voor</strong>ligt is of gemeenten corporaties an<strong>de</strong>rs behan<strong>de</strong>len<br />
dan an<strong>de</strong>re woningaanbie<strong>de</strong>rs, in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r institutionele<br />
beleggers. We hebben dus gekeken naar <strong>de</strong> mate van selectiviteit in <strong>het</strong><br />
grondprijsbeleid. Het gaat hier dan <strong>voor</strong>al om <strong>het</strong> eventueel be<strong>voor</strong><strong>de</strong>len<br />
van corporaties ten opzichte van an<strong>de</strong>re aanbie<strong>de</strong>rs. Daarbij hebben we<br />
gekeken naar twee vormen van selectiviteit in <strong>het</strong> grondprijsbeleid. Enerzijds<br />
of er bij <strong>het</strong> vaststellen van <strong>de</strong> grondprijs <strong>voor</strong> sociale woningbouw<br />
een (prijs)on<strong>de</strong>rscheid gemaakt wordt tussen <strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>rs van sociale<br />
woningbouw. An<strong>de</strong>rzijds of woningcorporaties <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> prijs betalen<br />
<strong>voor</strong> grond bestemd <strong>voor</strong> vrije sectorwoningen – woningen boven <strong>de</strong><br />
huurgrens of boven een verkoopprijs van € 200.000 – als ze <strong>voor</strong> sociale<br />
woningbouw betalen, daar waar an<strong>de</strong>re aanbie<strong>de</strong>rs een marktconforme<br />
prijs betalen. Een gemeente kan als selectief wor<strong>de</strong>n beschouwd indien<br />
aan één of bei<strong>de</strong> vormen van selectiviteit wordt voldaan.<br />
In 18 van <strong>de</strong> in totaal 86 gemeenten kon van selectiviteit gesproken wor<strong>de</strong>n<br />
omdat <strong>de</strong> grondprijs die woningcorporaties betalen <strong>voor</strong> grond <strong>voor</strong><br />
sociale woningbouw lager is dan die an<strong>de</strong>re woningaanbie<strong>de</strong>rs betalen.<br />
Daarnaast was in vijf van <strong>de</strong> 86 gemeenten sprake van selectiviteit omdat<br />
gemeenten een sociale grondprijs reken<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> vrije-sectorwoningen<br />
die door woningcorporaties wor<strong>de</strong>n gebouwd. In één gemeente von<strong>de</strong>n<br />
bei<strong>de</strong> vormen van selectiviteit plaats. Indien bei<strong>de</strong> vormen van selectiviteit<br />
bij elkaar wor<strong>de</strong>n opgeteld dan voeren 23 van <strong>de</strong> 86 gemeenten een<br />
selectief grondprijsbeleid ten aanzien van corporaties.<br />
SloT<br />
De parameters <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bepaling van <strong>de</strong> grondwaar<strong>de</strong>n zijn bepalend<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> vraag of gemeenten corporaties belasten, subsidiëren of aan<br />
hen een reële prijs vragen. Waar moeten gemeenten van uitgaan? Van <strong>de</strong><br />
‘klassieke’ waar<strong>de</strong>ring zoals <strong>het</strong> CFV doet? Dus uitgaan<strong>de</strong> van exploitatie<br />
van vijftig jaar, geen uitponding, een relatief lage restwaar<strong>de</strong> en <strong>het</strong><br />
doorvertalen van <strong>de</strong> bedrijfslasten van <strong>de</strong> corporatie naar <strong>de</strong> individuele<br />
woning. Of van <strong>de</strong> Ae<strong>de</strong>x/IPD-bena<strong>de</strong>ring waarbij internationale waar<strong>de</strong>ringsstandaar<strong>de</strong>n<br />
wor<strong>de</strong>n gebruikt, zoals door institutionele beleggers?<br />
Er wordt dan uitgegaan van een veel kortere exploitatieperio<strong>de</strong>, een beperktere<br />
<strong>de</strong>finitie van exploitatielasten, uitponding en een exit yield <strong>voor</strong><br />
niet verkochte woningen aan <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatieperio<strong>de</strong>. Bei<strong>de</strong><br />
bena<strong>de</strong>ringen lijken uitersten op een continuüm. En <strong>de</strong> keuze <strong>voor</strong> een<br />
van <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>n, of een alternatieve, hangt af van <strong>het</strong> perspectief op<br />
<strong>de</strong> rol van maatschappelijk on<strong>de</strong>rnemers. Wordt <strong>de</strong> nadruk gelegd op <strong>het</strong><br />
maatschappelijke of <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rnemen<strong>de</strong>? Het omgaan met <strong>de</strong> hybriditeit<br />
van corporaties blijft een terugkerend probleem.<br />
Sommigen zullen zeggen dat een waar<strong>de</strong>ring tegen marktwaar<strong>de</strong> à la<br />
Ae<strong>de</strong>x/IPD gerechtvaardigd is, omdat corporaties er zijn om <strong>de</strong> onrendabele<br />
top van sociale woningbouw <strong>voor</strong> hun rekening te nemen, niet<br />
<strong>de</strong> gemeenten. Daar staat tegenover dat <strong>de</strong> kans bestaat dat corporaties<br />
die sterk afhankelijk zijn van gemeentelijke grondlevering ontmoedigd<br />
wor<strong>de</strong>n om grond van gemeenten te verwerven ten behoeve van woningbouw.<br />
Dit kan negatieve gevolgen hebben <strong>voor</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke<br />
prestaties. Of corporaties besluiten zelf actief te wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> markt <strong>voor</strong><br />
ruwe bouwgrond, met alle kosten en risico’s die daarbij horen. Aan <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re kant is <strong>het</strong> <strong>de</strong> vraag of <strong>het</strong> reëel is om, zoals <strong>het</strong> CFV doet, uit te