dimensie - Dimension 3
dimensie - Dimension 3
dimensie - Dimension 3
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
het magazine van de belgische<br />
ontwikkelingssamenwerking<br />
<strong>dimensie</strong><br />
Sahel<br />
Is een voedselcrisis<br />
onvermijdelijk?<br />
Fair trade<br />
is hot!<br />
Schulden van<br />
het Zuiden<br />
Nr 5 / 2012 • TWEEMAANDELIJKS novemBER-december 2012 • P308613 • AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X
Overzicht<br />
novEMBER-DECEMBER 2012<br />
4/5 ><br />
Ondervoeding<br />
troef<br />
22/23 ><br />
Fair trade is hot !<br />
26/29 ><br />
Schulden van<br />
het Zuiden<br />
dubbele centrale pagina ><br />
thematische Fiche<br />
Welke uitwegen<br />
voor de Sahel?<br />
6 Bijna 870 miljoen<br />
mensen zijn chronisch<br />
ondervoed<br />
7-9 Hoop voor de<br />
Sahel<br />
10-11 De helse cirkel van<br />
de voedselonzekerheid<br />
doorbreken<br />
12-13 Alarm in de Sahel !<br />
19 Pionieren in<br />
Yamoussoukro<br />
20-21 Onrust in Mali<br />
24-25 Kinderen,<br />
geen soldaten<br />
30-31 Puntkomma<br />
32 De meest kwetsbaren<br />
op het voorplan<br />
Gratis<br />
abonnement op :<br />
www.<strong>dimensie</strong>-3.be<br />
of per mail aan :<br />
info.dgd@diplobel.fed.be<br />
2 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
<strong>dimensie</strong>3<br />
Geen crisis<br />
zonder uitweg<br />
MALI - Oogst van maïs die door<br />
de droogte werd aangetast<br />
© Oxfam<br />
Tweemaandelijks<br />
tijdschrift uitgegeven<br />
door de Directie-Generaal<br />
Ontwikkelingssamenwerking<br />
(DGD)<br />
Redactie:<br />
DGD<br />
Karmelietenstraat, 15<br />
B-1000 Brussel<br />
Tel. +32 (0)2 501 48 81<br />
Fax +32 (0)2 501 45 44<br />
E-mail : info.dgd@diplobel.fed.be<br />
www.diplomatie.be • www.dg-d.be<br />
Redactiesecretariaat:<br />
Elise Pirsoul, Jean-Michel Corhay,<br />
Chris Simoens<br />
Layout en productie:<br />
www.mwp.be<br />
De artikels geven niet noodzakelijk het<br />
officiële standpunt weer van DGD of<br />
van de Belgische regering. Overname<br />
van de artikels is toegestaan mits<br />
bronvermelding en een kopie voor de<br />
redactie.<br />
Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om<br />
de 2 maanden, behalve in de zomer.<br />
Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.<br />
Abonnement:<br />
Gratis in België. In het buitenland enkel<br />
de elektronische versie.<br />
Sahel: voedselcrisissen, humanitaire crisissen. Ze moeten onder<br />
de aandacht worden gebracht om de publieke opinie wakker<br />
te schudden. De onderwerpen die in dit speciaal nummer<br />
‘Sahel’ aan bod komen, kunnen hard overkomen en we zijn dan ook<br />
bijna geneigd ons daarvoor te verontschuldigen. Iedereen die daar al<br />
geweest is, kan je zeggen dat voornoemde crisissen slechts een facet<br />
zijn van de Sahel. Maar dat in de eerste plaats hulde moet worden<br />
gebracht aan de glimlach en de energie van de bevolking daar, aan de<br />
bewonderenswaardige vrouwen en mannen die deze regio bevolken.<br />
De jaren ‘70 en de intrieste beelden van uitgemergelde kinderen met een<br />
opgeblazen buik, omringd door een zwerm vliegen, liggen ver achter<br />
ons. Verschrikkelijk. De verontwaardiging van een westerling die iets<br />
wil doen, zij het soms op onhandige wijze (ietwat paternalistisch), om<br />
arme mensen die sterven van honger “ter hulp te komen”. Dit alles gaf<br />
mee de aanzet tot duurzame en ernstige acties zoals de oprichting van<br />
het Belgisch Overlevingsfonds door het Belgisch Parlement in 1983, dat<br />
inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid.<br />
Veertig jaar later ziet alles en niets er anders uit. Om de waarheid te zeggen,<br />
‘hongersnood’ komt vaker voor. De publieke opinie die er inmiddels aan<br />
‘gewend’ is geraakt, kijkt niet meer op. En het woord ‘Sahel’ doet denken aan<br />
miserie en armoede. Intussen werden humanitaire acties georganiseerd,<br />
zowel op het niveau van de betrokken regeringen als op het niveau van<br />
de agentschappen: vroegtijdig waarschuwingssysteem om crisissen<br />
op te sporen en te voorkomen, aandacht voor ondervoeding, synergie<br />
van de verschillende actoren. Maar het aantal endemische oorzaken<br />
is toegenomen. Voortaan moet ook rekening worden gehouden met<br />
klimaatverandering en een ontregeld regenseizoen; met politieke instabiliteit<br />
zoals in Mali; met sprinkhanenplagen en met een levensmiddelenmarkt<br />
die de familiale landbouwbedrijven niet veel oplevert… Want landbouw<br />
blijft de eerste en belangrijkste activiteit van de bevolking van de Sahel.<br />
Er is nog een andere oorzaak. Net zoals in de meeste ontwikkelingslanden,<br />
en nu ook bij ons, kan de staatsschuld in de Sahel de capaciteit van de<br />
staat om de diensten aan zijn bevolkingsgroepen te financieren, ernstige<br />
schade berokkenen. Terwijl België op zijn beurt de bittere smaak van<br />
bezuinigen begint te ervaren, is de schuldenlast van de landen in het<br />
Zuiden een groot probleem. Met kleine gebaren kunnen wij, consumenten,<br />
bijdragen tot een meer rechtvaardige wereld. 'Fairtradeconsumptie' is<br />
daar een van. Terwijl het aanbod 20 jaar geleden nog vrij beperkt was<br />
en alleen enkelingen belangstelling hadden voor fairtradeproducten,<br />
zijn deze nu in alle rekken van de supermarkten terug te vinden en<br />
kunnen ze bij de meeste consumenten op veel waardering rekenen.<br />
Maar vooral, laten we de glimlach en de waardigheid niet uit het oog verliezen…<br />
de redactie<br />
editoriaal<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 3
© EU / Kedidja Mossi<br />
Ondervoeding<br />
troef<br />
Op bezoek in een gezondheidscentrum in Niamey<br />
Honderdduizenden kinderen met acute ondervoeding kregen<br />
een spoedbehandeling dankzij de steun van de internationale<br />
gemeenschap. Voor de behandeling van de matige<br />
gevallen kwam die via het Wereldvoedselprogramma (WFP)<br />
en voor de zogenaamd 'ernstige' gevallen via UNICEF.<br />
Op een overdekte speelplaats<br />
die dienst doet als wachtkamer<br />
zitten een tiental mama’s<br />
met hun kindje in de armen.<br />
Dagelijks worden er een vijftigtal kinderen<br />
naar dit gezondheidscentrum in Niamey<br />
gebracht, bijna allemaal met ernstige<br />
symptomen. “Hoewel de raadpleging gratis<br />
is voor kinderen jonger dan vijf, komen<br />
er maar weinig moeders naar hier voor<br />
een routineonderzoek. Dat is nochtans<br />
heel hard nodig en wordt ook aangemoedigd<br />
door de Nigerese overheid”, legt de<br />
verpleegster uit terwijl ze<br />
Boubacar beluistert, een<br />
jongetje van 25 maanden<br />
dat in de voormiddag<br />
aankwam.<br />
Al verschillende dagen<br />
moet hij braken en heeft<br />
hij hoge koorts. Hij blijkt<br />
malaria te hebben en vertoont<br />
symptomen van bloedarmoede. De<br />
verpleegster dient hem de nodige medicijnen<br />
toe, waaronder een middel tegen parasieten,<br />
en daarna weegt en meet ze hem.<br />
De meeste ouders<br />
beseffen niet dat<br />
heel jonge kinderen<br />
aangepaste voeding<br />
nodig hebben.<br />
80 cm en 8 kg, zijn armomtrek bevestigt<br />
wat overduidelijk was als je ziet hoe ziekelijk<br />
hij eruitziet: “Dit jongetje lijdt aan ondervoeding.<br />
We ontdekken dagelijks gemiddeld<br />
tien gevallen. Bij acht onder hen is dat een<br />
matig acute vorm van ondervoeding, maar<br />
twee lijden aan ernstig acute ondervoeding,<br />
zoals ook de kleine Boubacar.”<br />
Plump'y Nut<br />
Als hij geen symptomen van malaria had<br />
vertoond, was de ernstige voedseldeficiëntie<br />
van dit kind misschien nooit ontdekt.<br />
Er worden nochtans<br />
in het hele land grote<br />
campagnes gevoerd<br />
om ondervoeding op<br />
te sporen en aan te<br />
pakken, voornamelijk<br />
dankzij de gezamenlijke<br />
inspanningen van<br />
het WFP voor de matig<br />
acute ondervoeding en van UNICEF voor<br />
de ernstigere gevallen. Vreemd genoeg<br />
vinden die hier in de hoofdstad statistisch<br />
gezien de minste weerklank bij de<br />
bevolking. Volgens Bintou, manager voor<br />
het WFP, “zijn de mensen in Niamey nochtans<br />
hoger opgeleid dan in de rest van het<br />
land, maar in plaats van elke maand op routineconsult<br />
te komen om er zeker van te zijn<br />
dat hun kind gezond is, vinden veel ouders<br />
het zelfs niet nodig om naar een gezondheidscentrum<br />
te gaan als het kind echt ziek<br />
is. De meeste mensen gaan liever rechtstreeks<br />
naar de apotheek en vertrouwen<br />
volledig op zelfmedicatie, wat nochtans niet<br />
zonder gevaar is.”<br />
Boubacar kon worden gered: hij mag<br />
weer naar huis met zijn mama. Omdat er<br />
bij hem geen complicaties waren en hij<br />
de eetlusttest met succes doorstond (tijdens<br />
het volgende halfuur heeft hij gegeten<br />
en gedronken zonder over te geven),<br />
mag zijn behandeling tegen malaria thuis<br />
worden voortgezet en moet hij na een<br />
week terugkomen naar het centrum voor<br />
een controle. Zijn mama krijgt zijn porties<br />
Plump’y Nut (verrijkte aanvullende voeding<br />
op basis van pindapasta), verstrekt<br />
door UNICEF, en maakt plaats voor een<br />
andere. De consulten mogen maximum<br />
10 tot 15 minuten duren.<br />
Polygamie<br />
Over het hele land zijn veel kinderen<br />
ondervoed. Ondervoeding komt zelfs voor<br />
in gezinnen met voldoende bestaansmiddelen.<br />
Zoals de WFP-voedingsdeskundige<br />
4 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
aangeeft, “is vooral bij kinderen onder de<br />
twee jaar de gebrekkige toegang tot voedsel<br />
niet de enige factor die ondervoeding<br />
veroorzaakt. De meeste ouders beseffen niet<br />
dat hun kinderen tussen de leeftijd van zes<br />
maanden en een jaar aangepaste voeding<br />
nodig hebben. Dat zit niet in de Nigerese cultuur.<br />
In plaats van speciaal voor hen gemaakt<br />
voedsel zoals fruit- of groentepapjes, eten<br />
baby’s gewoon mee met de ouders. Die te<br />
sterk gekruide maaltijden zijn niet geschikt<br />
voor zulke jonge kinderen.”<br />
De voedselcrisis van dit jaar verergert dus<br />
alleen maar het probleem van de chronische<br />
ondervoeding die in Niger meer dan<br />
een kind op drie treft. Dit onheil laat zich<br />
niet zo gemakkelijk bestrijden, erkent de<br />
WFP-deskundige, zelf Nigerese, “want het<br />
is echt een heel complex probleem. Het<br />
vraagt heel wat bewustmaking en investering<br />
in preventie. Vooral van belang is dat<br />
vrouwen meer tijd hebben om zich met hun<br />
kinderen bezig te houden. Door de grote<br />
armoede moet het aantal geboorten absoluut<br />
naar beneden. Gezinsplanning wordt<br />
aangemoedigd, maar slechts 23 % van de<br />
vrouwen gebruikt voorbehoedmiddelen,<br />
die nochtans volledig gratis zijn. De sociale<br />
en culturele structuur is niet bevorderlijk<br />
voor een mentaliteitsverandering. De wijdverbreide<br />
polygamie legt een bijkomende<br />
druk op vrouwen, die in de ogen van de<br />
schoonfamilie heel vruchtbaar moeten zijn<br />
in vergelijking met de andere mede-echtgenotes<br />
van de man.”<br />
Boubacar is gered, hij kan terug<br />
naar huis met zijn mama.<br />
Wanneer een crisis zich aandient, wordt er<br />
veel geld vrijgemaakt voor de spoedbehandeling<br />
van kinderen van wie het leven<br />
bedreigd wordt door acute ondervoeding.<br />
Maar om de onderliggende oorzaken van<br />
chronische ondervoeding te bestrijden zijn<br />
voortdurende investeringen nodig op langere<br />
termijn, met een ontwikkelingsbeleid<br />
dat sterker inzet op onderwijs.<br />
JOEL TABURY<br />
© DGD / Joël Tabury<br />
Door de<br />
voedselcrisis<br />
steeg in september<br />
dit jaar het aantal<br />
kritieke gevallen<br />
fenomenaal.<br />
Naziha El Moussaouila<br />
Het Rode Kruis<br />
waakt over voeding<br />
Met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking<br />
versterkt het Belgische Rode Kruis de capaciteit van de<br />
Malinese afdeling van zijn Internationale Beweging in het<br />
district Barouéli. Het project, dat in 2010 werd opgestart, wil<br />
vooral een lokale aanpak van de ondervoeding binnen de<br />
eigen gemeenschap mogelijk maken.<br />
DVoor alle dorpen samen werden in het district 211 gezondheidscomités<br />
opgericht. Elk van die comités bestaat uit tussenpersonen uit de<br />
eigen gemeenschap, waaronder een vroedvrouw, samen met 2 tot 3<br />
vrijwilligers van het Malinese Rode Kruis. Deze sterk verankerde lokale<br />
structuren werden getraind om gevallen van ondervoeding op te sporen en aan te<br />
pakken. Verschillende bewustmakingsacties proberen het voedingsgedrag van de<br />
dorpelingen te veranderen. Tegelijk wordt het belang van hygiëne benadrukt en de<br />
daarmee gepaard gaande sanering van de waterpunten. Het project legt dus sterk<br />
de nadruk op preventie en vorming in goede praktijken. Dat zal zeker zijn vruchten<br />
afwerpen, maar jammer genoeg niet verhinderen dat er steeds meer gevallen van<br />
acute ondervoeding bijkomen.<br />
“Door de voedselcrisis steeg in september dit jaar het aantal kritieke gevallen fenomenaal.<br />
September is de moeilijkste maand omdat de voorraden dan zijn uitgeput en we<br />
moeten wachten op het begin van de oogst in oktober”, legt Naziha El Moussaouila, de<br />
Belgische manager van het project, uit. In de Eenheid voor Herstel en Intensieve Voedingsvoorlichting<br />
zijn een tiental heel sterk verzwakte kinderen opgenomen, samen<br />
met hun moeder. Ze zullen niet allemaal kunnen worden gered, want hun toestand van<br />
ondervoeding gaat gepaard met ernstige complicaties, zoals mazelen, longontsteking<br />
of tuberculose. “Vorige week waren er vijf sterfgevallen. Vandaag zijn er twee kindjes<br />
zeer erg aan toe.” Het ene is een jongetje van amper een jaar oud waarvan de moeder<br />
is overleden en dat samen met zijn vier andere broertjes en zusjes aan zijn grootmoeder<br />
was toevertrouwd. “Hij werd twee dagen geleden naar het Rode Kruiscentrum<br />
gebracht met een ernstige longontsteking, sterke vermagering en vochtophoping. Zijn<br />
bovenlichaam is nog steeds mager, maar de zwelling van zijn benen konden we al wegwerken.”<br />
Het andere is een meisje van twee met een overduidelijke groeiachterstand<br />
dat hier sinds drie weken wordt verpleegd. “We hebben haar behandeld voor onvoldoende<br />
zuurstofopname in de longen, maar we vrezen dat ze eigenlijk aan tuberculose<br />
lijdt. We gaan haar dus isoleren.” Gelukkig kunnen veel kinderen worden gered, maar<br />
er zijn er ook veel bij wie de nasleep zich levenslang zal doen voelen. Zoals de vertegenwoordigster<br />
van het Rode Kruis ons uitlegt “haalt een ondervoed kind zijn energie<br />
uit wat hem rest aan vetvoorraad, daarna kan het alleen maar levenskracht putten uit zijn<br />
spieren en ten slotte uit zijn vitale organen. Bij kinderen onder de twee jaar is de hersenschade<br />
bijvoorbeeld onomkeerbaar.”<br />
JT<br />
SAHEL<br />
© DGD / Joël Tabury<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 5
SAHEL<br />
© IFPRI - Global Hunger Index<br />
Global hunger index 2012<br />
Geïndustrialiseerd<br />
land<br />
Geen<br />
gegevens<br />
Bijna 870 miljoen mensen<br />
zijn chronisch ondervoed<br />
Laag Gematigd Ernstig Alarmerend Extreem<br />
alarmerend<br />
70.000.000<br />
Eén op acht mensen is chronisch ondervoed. Toch brengt<br />
het VN-rapport ‘The State of Food Insecurity in the World’<br />
ook goed nieuws. Tussen 1990 (18,6%) en 2007 (12,5%) is<br />
het aantal hongerlijders sneller gedaald dan voorspeld werd.<br />
Sinds 2007 stokt het zodat de VN-organisaties FAO, IFAD<br />
en WFP staten vragen om een tandje bij te steken om de<br />
Millenniumdoelstelling te halen.<br />
Hoewel het aantal chronisch<br />
ondervoede mensen sterk<br />
gedaald is de voorbije twee<br />
decennia, mag er in de ontwikkelingslanden<br />
niet getreuzeld worden<br />
om het hongerprobleem aan te<br />
pakken. Dat schrijven de VN-voedsel- en<br />
landbouworganisatie FAO, het internationaal<br />
landbouwontwikkelingsfonds IFAD<br />
en het wereldvoedselprogramma WFP<br />
in hun jaarlijkse analyse van de wereldwijde<br />
voedsel(on)zekerheid.<br />
Volgens een nieuwe schatting, gebaseerd<br />
op verbeterde data en rekenmethoden,<br />
lijden vandaag bijna 870 miljoen mensen<br />
honger. Daarvan leven 852 miljoen<br />
mensen in ontwikkelingslanden in Azië<br />
en Afrika. In 20 jaar tijd steeg het aantal<br />
hongerlijdende Afrikanen van 175 naar<br />
239 miljoen mensen. Met 30% minder<br />
hongerlijders gaat het wel de goede richting<br />
uit in Azië.<br />
De Millenniumdoelstelling schrijft een halvering<br />
van het aantal hongerlijders voor<br />
tussen 1990 en 2015. Als de honger aan<br />
hetzelfde tempo uit de wereld blijft verdwijnen,<br />
stranden we in 2015 op 12,5%<br />
hongerlijders in plaats van de beoogde<br />
11,6%. Dat is beter dan verwacht, maar<br />
niet goed genoeg.<br />
In een wereld met ongeziene technologische<br />
en economische mogelijkheden,<br />
vindt de VN het onaanvaardbaar dat meer<br />
dan 100 miljoen kinderen jonger dan vijf<br />
ondervoed zijn. Elk jaar sterven hierdoor<br />
meer dan 2,5 miljoen kinderen. “De internationale<br />
gemeenschap heeft de kennis en<br />
de middelen om alle honger en ondervoeding<br />
uit de wereld te bannen”, zo benadrukt<br />
de VN.<br />
Daarvoor is economische groei nodig,<br />
al volstaat dat niet. Aangezien de meeste<br />
armen afhankelijk zijn van landbouw<br />
is ook groei nodig bij de kleinschalige<br />
voedselproducenten. Maatregelen als<br />
voedselbonnen en een ziekteverzekering<br />
vormen een noodzakelijk vangnet voor de<br />
meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Het<br />
vraagstuk rond voldoende voedsel mag<br />
de aandacht niet afleiden van gezonde<br />
Coalitie tegen<br />
de Honger<br />
geeft tips aan<br />
parlementairen<br />
Op Wereldvoedseldag – 16 oktober 2012 – stelde de<br />
Coalitie tegen de Honger drie actiepunten voor in het<br />
federale parlement: voedselspeculatie aan banden<br />
leggen, een coherent beleid en aangepast krediet<br />
voor familiale landbouw. Zo zouden financiële<br />
investeerders die niet tot de voedingsmiddelensector<br />
behoren, geen toegang mogen krijgen tot landbouwmarkten.<br />
En als België officieel de familiale landbouw<br />
steunt, waarom stemt ze in de VN dan tegen een voorstel<br />
dat net die familiale landbouw wil beschermen?<br />
Ambitieuze boeren in het Zuiden – tussen de zeer<br />
kleine boeren en de grote ondernemingen in – zouden<br />
voordelig krediet moeten krijgen van de Belgische<br />
Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden<br />
(BIO). De aanwezige parlementairen – onder wie François-Xavier<br />
de Donnea en Herman De Croo – kregen<br />
ook tips mee over hoe ze kunnen helpen om die drie<br />
punten te verwezenlijken. In hun toespraak bevestigden<br />
de parlementairen alvast hun steun. De Coalitie<br />
tegen de Honger is een groepering van 16 Belgische<br />
ngo’s dat gefinancierd wordt door het Belgisch Fonds<br />
voor Voedselzekerheid.<br />
CS<br />
voeding want obesitas is evengoed een<br />
probleem in ontwikkelingslanden, leert<br />
het VN-rapport.<br />
Bron : VILT.be<br />
Meer info :<br />
www.fao.org/publications/sofi/en/<br />
6 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
SAHEL<br />
© Béatrice Petit<br />
Hoop voor de<br />
SAHEL<br />
Sinds 2005 werd de Sahel op zeven jaar tijd vier keer getroffen door een voedselcrisis.<br />
Volgens Eric Hazard, verantwoordelijke van de GROW-campagne van OXFAM voor<br />
West-Afrika, is hier niet zozeer sprake van toeval dan wel van een vicieuze cirkel omdat<br />
de kwetsbaarheid van de bevolking almaar toeneemt. We hadden een gesprek met hem.<br />
Wat zijn de belangrijkste oorzaken<br />
van de voedselcrisissen in de<br />
Sahel? En hoe kan de bevolking<br />
zich ertegen wapenen?<br />
In het verleden werden voedselcrisissen<br />
in de Sahel meestal veroorzaakt door<br />
productietekorten die te wijten waren<br />
aan laattijdige regenval of de geringe<br />
omvang ervan in een regio waar 95%<br />
van de landbouw volledig van neerslag<br />
afhankelijk is. De laatste jaren hebben<br />
de crisissen een andere gedaante aangenomen.<br />
Van een crisis inzake beschikbaarheid<br />
– levensmiddelen zijn niet op<br />
de markt beschikbaar vanwege een productietekort<br />
– zijn we aanbeland in een<br />
crisis inzake toegankelijkheid – levensmiddelen<br />
zijn beschikbaar, maar tegen<br />
onbetaalbare prijzen. In 2012 lagen de<br />
voedselprijzen nog steeds zeer hoog,<br />
vergeleken met het gemiddelde van de<br />
laatste 5 jaar. In december 2011 waren<br />
de voedselprijzen in Niger en Tsjaad met<br />
30 à 40% gestegen en in Mali en Burkina<br />
Faso zelfs met 50 à 60%. In bepaalde<br />
gebieden in Mali bedroeg de prijsstijging<br />
zelfs meer dan 90%. Deze trend<br />
zette zich in 2012 door. Zestig procent<br />
van de bevolking koopt voedsel op de<br />
markt en de meest kwetsbare groepen<br />
besteden meer dan 80% van hun inkomen<br />
aan voedsel. Het aspect ‘inflatie/<br />
prijs’ heeft een grote impact gekregen.<br />
Daarnaast spelen nog andere, meer conjuncturele<br />
factoren, met name de daling<br />
van de migrantentransfers. Het bedrag<br />
van de migrantentransfers is sterk gedaald<br />
door de opeenvolgende crisissen in de<br />
gastlanden, met name de financiële crisis<br />
in heel Europa. In de subregio sloeg de<br />
crisis nog feller toe door de instabiliteit<br />
die er momenteel heerst in Niger, Mali,<br />
maar ook in het noorden van Nigeria waar<br />
de grenzen om veiligheidsredenen<br />
werden gesloten.<br />
Door een samenloop van factoren,<br />
bovenop de al extreme<br />
kwetsbaarheid van de bevolkingsgroepen<br />
in de Sahel,<br />
komt de crisis in 2012 bijzonder<br />
hard aan. De cijfers spreken<br />
voor zich: in een, tussen<br />
aanhalingstekens, ‘normaal’<br />
jaar sterven om en bij 300.000<br />
kinderen van honger in de<br />
Sahel! Dit jaar kampten 18 miljoen mensen<br />
dagelijks met een voedseltekort! Om<br />
uit deze helse cirkel van crisissen te geraken,<br />
moet er in de landbouw op een duurzame<br />
maar ook andere manier worden<br />
geïnvesteerd. De afgelopen jaren werd<br />
vooral geïnvesteerd in exportgewassen<br />
– koffie, cacao, katoen, aardnoten – wat<br />
ten koste ging van de teelt van voedingsgewassen.<br />
Ik wil eraan herinneren dat in<br />
2013 de tiende verjaardag van de Top van<br />
Maputo wordt gevierd – 56 staatsleiders<br />
van de Afrikaanse Unie gingen de verbintenis<br />
aan om ten minste 10% van hun nationale<br />
begroting aan landbouw te<br />
besteden. Tien jaar later hebben<br />
vermoedelijk nog geen<br />
10 landen deze doelstelling<br />
bereikt. Er moet dringend prioritair<br />
op gezinslandbouw<br />
worden ingezet. Wanneer<br />
Dit jaar kampten<br />
18 miljoen mensen<br />
dagelijks met een<br />
voedseltekort!<br />
zich om de twee jaar een crisis voordoet,<br />
is het voor de mensen trouwens onmogelijk<br />
om hun voorraden, kapitaal en veestapel<br />
telkens weer aan te vullen. Ze zakken<br />
dan ook alsmaar dieper in de armoede<br />
weg. Het is dus van groot belang programma’s<br />
voor sociale bescherming op<br />
te zetten om de meest kwetsbare groepen<br />
de mogelijkheid te geven zich tegen<br />
dergelijke schokken te wapenen.<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 7
© Béatrice Petit<br />
Hoop voor de<br />
SAHEL<br />
Ten slotte moeten er ook voedselvoorraden<br />
worden aangelegd om schokken van<br />
dergelijke omvang te kunnen opvangen.<br />
Al te veel landen in de Sahel hebben maar<br />
uiterst kleine voorraden.<br />
Grootschalige investeringen in de<br />
landbouw, zegt u. Is het mogelijk<br />
om in de Sahel aan agro-ecologie<br />
en agro-bosbouw te doen?<br />
In de regio lopen al een aantal pilootprojecten<br />
zoals het opmerkelijke Songhai<br />
Centre in Benin (zie Dimensie 3, 2/2011).<br />
Ik denk dat zoiets ook in de Sahel mogelijk<br />
is, maar we stellen ons beter de volgende<br />
vraag: “Zullen de staten bereid worden<br />
gevonden om hierin te investeren?”<br />
Wat de resultaten betreft van de familiale<br />
bedrijven en van de bedrijven die<br />
aan agro-ecologie of agro-bosbouw<br />
doen, heb ik niet de indruk dat de grote<br />
agro-industriebedrijven het zoveel beter<br />
doen qua rendement en productiviteit,<br />
rekening houdend met de grootschalige<br />
investeringen die vooraf moesten worden<br />
gedaan.<br />
60 à 70% van de bevolking in de Sahel<br />
leeft van de landbouw en wordt al decennia<br />
lang volledig aan haar lot overgelaten.<br />
Desondanks hebben deze mensen<br />
opmerkelijke inspanningen geleverd om<br />
in een barre omgeving te kunnen overleven<br />
en zijn ze er zelfs in geslaagd tot de<br />
voedselzekerheid van de hele subregio<br />
bij te dragen. Ze hebben dus wel degelijk<br />
iets verwezenlijkt en het is dan ook<br />
de hoogste tijd om komaf te maken met<br />
de bewering dat deze familiale bedrijven<br />
verouderd zijn. Er is inderdaad nood aan<br />
modernisering van deze kleine bedrijven<br />
van 2 à 3 hectare: door de klimaatverandering<br />
dreigt hun rendement te<br />
dalen. Maar met een klein beetje steun<br />
worden ze misschien weer leefbaar en<br />
rendabel! Ivoorkust is een van de grootste<br />
cacaoproducenten van de wereld en<br />
een belangrijke koffieproducent. West-<br />
Afrika was lange tijd een van de belangrijkste<br />
katoenproducenten ter wereld: al<br />
deze producten werden door familiale<br />
bedrijven geteeld. Nu is misschien het<br />
moment aangebroken om in de teelt van<br />
voedingsgewassen te investeren. Tal van<br />
landen zijn voor hun voeding immers<br />
aangewezen op de import van landbouwproducten<br />
of agro-industriële producten.<br />
Gezien de stijging van de voedselprijzen,<br />
is deze afhankelijkheid in strijd met de<br />
duurzaamheidsvereiste.<br />
We kunnen ons trouwens de vraag stellen<br />
of het wel zo’n goed idee is intensieve<br />
landbouwsystemen<br />
te blijven verdedigen<br />
waarbij<br />
veel meststoffen en<br />
machines worden<br />
gebruikt. Op middellange<br />
of lange<br />
Vandaag stroomt<br />
85 à 90% van het<br />
oppervlaktewater<br />
weg zonder<br />
dat er iets mee<br />
wordt gedaan!<br />
termijn brengt<br />
deze werkwijze<br />
kosten met zich,<br />
met name voor<br />
aanpassing aan de<br />
klimaatverandering,<br />
en dit wereldwijd. Om de afhankelijkheid<br />
van de internationale markten te<br />
verminderen, moet er opnieuw worden<br />
geïnvesteerd in lokale productiesystemen<br />
die voedselzekerheid dan wel<br />
voedselsoevereiniteit garanderen. In de<br />
huidige klimaatomstandigheden is het<br />
van het grootste belang ervoor te zorgetn<br />
dat de landbouwproducties worden aangepast<br />
aan de beperkingen op milieugebied<br />
en ik denk dat de agro-ecologie het<br />
middel kan zijn om deze aanpassing te<br />
bewerkstelligen.<br />
Op welke manier heeft de<br />
klimaatverandering nu al een<br />
negatieve impact op de situatie?<br />
De Sahel kampt met steeds grotere klimaatschommelingen.<br />
Er wordt van uitgegaan<br />
dat de temperatuur tegen 2050 met<br />
2 à 4 graden zal stijgen, wat de graanteelt<br />
kan doen afnemen met 20 à 50% en de<br />
teeltperiode met 20% kan inkorten. Er zullen<br />
meer droogteperiodes zijn, de regens<br />
zullen langer uitblijven terwijl de regenbuien<br />
soms heviger zullen zijn en elkaar<br />
sneller zullen opvolgen. Er moet dus werk<br />
worden gemaakt van de aanpassing aan<br />
de klimaatverandering. Het is zaak in de<br />
toekomst landbouwproductiemethodes<br />
te hanteren die hand in hand gaan met de<br />
natuur en met het behoud van het milieu<br />
– en volgens mij is net dat punt de inzet<br />
van de agro-ecologie vandaag. Sinds de<br />
jaren 1980 worden, met name in Burkina<br />
Faso, een aantal proeven gedaan om de<br />
bevolkingsgroepen in staat te stellen het<br />
hoofd te bieden aan extreme temperaturen<br />
en droogtes: de kuilen<br />
waarin organische zaden<br />
worden geplant kregen<br />
een grotere diameter en<br />
werden dieper uitgegraven,<br />
om de graanproductiviteit<br />
te verhogen.<br />
Op die manier steeg<br />
het rendement met 300<br />
tot 400 kilo per hectare.<br />
Er zijn dus wel degelijk<br />
oplossingen, het komt er<br />
vooral op aan bedacht te<br />
zijn op veranderingen en rampen die zich<br />
zouden kunnen voordoen als we werkeloos<br />
blijven toekijken.<br />
Hoever staat het met de Great<br />
Green Wall, de grote groene muur?<br />
Wat zijn de verwachtingen?<br />
Deze 15 km brede groene muur zou over<br />
7.600 kilometer van Dakar tot Djibouti reiken.<br />
Maar er is een groot probleem: de<br />
financiering ervan. Tot nog toe hebben<br />
de FAO, de Global Environment Facility,<br />
de Convention to Combat Desertification<br />
van de VN en ook de Europese Unie een<br />
eerste steunbedrag alsmede technische<br />
steun verstrekt, maar we zijn er nog lang<br />
niet en tal van donoren zien het prijskaartje<br />
van dit project niet zitten.<br />
Mij lijkt het dat er hieromtrent nog veel<br />
onduidelijkheid heerst. De Great Green<br />
Wall wordt aangelegd als een duurzame<br />
groene zone die de verwoestijning moet<br />
tegengaan, maar de mensen begrijpen<br />
niet in welke mate dit een impact zal hebben<br />
op de verwoestijning en hoe alles in<br />
zijn werk zal gaan. Momenteel bevindt het<br />
project zich in de 11 Sahellanden nog in<br />
een pril stadium.<br />
8 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
SAHEL<br />
Tal van plannen en projecten die het<br />
werk zijn van jaren, wachten nog altijd op<br />
financiering, en dan gaat het om bedragen<br />
die veel lager liggen dan de kostprijs<br />
van deze Groene Muur. Ook zijn er<br />
nog veel vragen wat de lokale inbreng<br />
betreft. Kortom, het project boekt weinig<br />
noemenswaardige vooruitgang en het is<br />
dan nog zaak het in overeenstemming te<br />
brengen met de Programma’s inzake Aanpassing<br />
aan Klimaatverandering.<br />
Is het technisch mogelijk water<br />
uit diepe grondlagen naar boven<br />
te halen?<br />
Er is geen enkele reden waarom dat, uit<br />
een louter technisch oogpunt, in de Sahel<br />
niet zou kunnen terwijl het in andere regio’s<br />
wereldwijd al gebeurt. Het is vooral een<br />
kwestie van overdracht van expertise en<br />
van voldoende financiële middelen. Toch<br />
kan ik me ook hier weer niet van de indruk<br />
ontdoen dat deze ingreep weliswaar “juist<br />
en technisch” oogt, maar dat de uitvoering<br />
ervan een stuk moeilijker ligt, terwijl er<br />
soms zeer eenvoudige oplossingen zijn<br />
die men links laat liggen.<br />
Senegal werd onlangs getroffen door een<br />
groot aantal overstromingen. Niet alleen<br />
Dakar stond onder water, maar ook tal<br />
van landbouwgebieden stonden blank.<br />
Welnu, u moet weten dat dezelfde regio’s<br />
binnen 6 à 8 maanden met een watertekort<br />
zullen te kampen hebben wanneer<br />
in juni of juli 2013 begonnen wordt met<br />
de inzaai. U moet eens bedenken hoeveel<br />
oppervlaktewater er jaarlijks in de<br />
Sahel verloren gaat omdat er niets is<br />
om het op te vangen! Er zou al kunnen<br />
worden volstaan met de bouw van kleine<br />
stuwdammen van bescheiden omvang,<br />
waterreservoirs, enz. Maar al dat elementaire<br />
werk moet nog gebeuren, en<br />
ondertussen gaat een enorme watervoorraad<br />
verloren. De Sahel bevindt<br />
zich in een complexe situatie. Altijd weer<br />
is er de verleiding om op zoek te gaan<br />
naar vernieuwing, naar de zoveelste<br />
‘mirakeloplossing’, terwijl er eenvoudige<br />
technische mechanismen zijn die<br />
al jaren geleden werden goedgekeurd<br />
© OXFAM / E. Hazard<br />
Een enorme hoeveelheid oppervlaktewater gaat verloren omdat<br />
er vrijwel niets gedaan wordt om het op te vangen.<br />
maar waarmee nooit aan de slag werd<br />
gegaan… Vandaag stroomt 85 à 90% van<br />
het oppervlaktewater weg zonder dat er<br />
iets mee wordt gedaan!<br />
Er wordt almaar vaker gewag<br />
gemaakt van de impact van de<br />
bevolkingsgroei op de beschikbare<br />
voedselvoorraden. Op welke<br />
wijze kan de bevolkingsgroei<br />
een bedreiging vormen voor de<br />
voedselzekerheid?<br />
U moet het vanuit een ander oogpunt<br />
bekijken. Om de demografische overgang<br />
in de Sahellanden tot een goed einde te<br />
brengen – en gezinsplanning kan daar<br />
misschien toe bijdragen – mag je niet uit<br />
het oog verliezen dat de jonge leeftijd van<br />
de bevolking in de eerste plaats een ware<br />
troef is. De uitdaging waar we vandaag<br />
voor staan is: willen we de West-Afrikaanse<br />
bevolking een toekomst in de subregio<br />
bieden, of willen we ze ertoe blijven aanzetten<br />
te emigreren? In sub-Sahara Afrika<br />
zullen tegen 2025 330 miljoen jongeren op<br />
de arbeidsmarkt terechtkomen! Daarvan<br />
woont 60% op het platteland! Als er niets<br />
gebeurt houdt zulks een groot risico in, en<br />
niet alleen op het gebied van voedselzekerheid.<br />
Het is een bom die vroeg of laat<br />
zal ontploffen.<br />
Als we daarentegen op duurzame wijze<br />
investeren in onderwijs en gezondheid,<br />
als we er morgen in slagen de jongeren<br />
op het platteland in te zetten in de landbouw,<br />
ze te betrekken bij concrete voedselzekerheidsprojecten,<br />
kunnen ze hun<br />
steentje bijdragen aan de ontwikkeling<br />
van een landbouwsector die daar hard<br />
aan toe is. Alleen al voor West-Afrika, zal<br />
de landbouwsector tegen 2050 immers<br />
moeten kunnen voorzien in de voedselbehoeften<br />
van 500 miljoen mensen! Als<br />
je vandaag in een land zoals Senegal<br />
het traditionele, nationale gerecht ‘poulet<br />
yassa’ bestelt, krijg je kip uit Brazilië, uien<br />
uit Nederland en rijst uit India of Thailand<br />
voorgeschoteld. Ik hoop dat het nationale<br />
gerecht van Senegal binnen enkele jaren<br />
zal worden bereid met kip uit de regio van<br />
de rivier, uien uit de regio Niayes, en rijst<br />
uit Casamance. En ik denk dat de jongeren<br />
ons daarbij kunnen helpen.<br />
Opgetekend door<br />
Jean-Michel Corhay<br />
online<br />
Het integrale gesprek met de heer<br />
Eric Hazard is terug te vinden op :<br />
www.dg-d.be > Nieuws<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 9
De helse cirkel van de<br />
voedselonzekerheid<br />
doorbreken<br />
Het is een werk van lange adem om in de Sahel de voedselonzekerheid te bestrijden en<br />
miljoenen mensen te redden uit de cirkel van crisissen die het gebied herhaaldelijk teisteren.<br />
Het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid verleent steun aan programma’s die met acties<br />
op langere termijn de veerkracht van de meest kwetsbare groepen willen verhogen.<br />
Uitweg uit de crisis?<br />
Zo ver het oog reikt, uitgestrekte groene<br />
weiden waar kuddes gezapig grazen.<br />
Weidse gierst- en sorghumvelden, klaar<br />
voor de oogst. Eind oktober 2012 ontdekken<br />
we tijdens onze tocht door de Sahel een<br />
landschap dat uit een prentenboek geplukt<br />
lijkt te zijn. Een jaar eerder brak hier nochtans<br />
een van de zwaarste crisissen uit die<br />
het gebied ooit heeft meegemaakt.<br />
“In tegenstelling tot de laatste jaren was het<br />
regenseizoen inderdaad goed en tot nu toe<br />
worden de oogsten niet bedreigd door een<br />
sprinkhanenplaag… Insjallah”, zeggen de<br />
meeste kleine boeren die we onderweg<br />
tegenkomen, in Senegal, Mali of Niger.<br />
Laat ons hopen!<br />
Maar of de voorraden graan die nu worden<br />
geoogst zullen volstaan om in de<br />
eigen behoeften te voorzien, daarover<br />
durven maar heel weinig experten zich<br />
optimistisch uit te laten. Volgens José Luis<br />
Fernandez, coördinator van de nood- en<br />
herstelprogramma’s van de FAO voor de<br />
Sahel, “werd in grote mate en tijdig gehoor<br />
gegeven aan de oproep die de staten in<br />
het gebied aan de internationale gemeenschap<br />
richtten na de slechte oogsten van<br />
het afgelopen jaar, in tegenstelling tot de<br />
grote crisissen in het jaar 2005 en 2010.<br />
© DGD / Joël Tabury<br />
Een goed regenseizoen heeft de<br />
aren van de sorghum tot 3 meter<br />
boven de grond doen oprijzen.<br />
10 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
Sahel<br />
Er konden helaas maar weinig middelen<br />
worden vrijgemaakt voor de capaciteitsopbouw<br />
van de lokale landbouw. Omvangrijke<br />
investeringen in inputs en granen<br />
bijvoorbeeld hadden evenwel nog veel<br />
betere oogsten kunnen opleveren, zeker in<br />
dit relatief goede regenseizoen.”<br />
Het afgelopen jaar moesten miljoenen<br />
mensen, vooral kinderen, met beperkte<br />
financiële middelen dringend worden<br />
behoed voor een hongersnood. De expert<br />
weet dat dit een prioriteit was, maar op<br />
basis van recente objectieve gegevens<br />
van de vroegtijdige waarschuwingssystemen<br />
(zie p. 20) voorspelt hij dat “in tal van<br />
regio’s van de Sahel de voorraden in 2013<br />
snel uitgeput zullen zijn en dat miljoenen<br />
mensen opnieuw met voedselonzekerheid<br />
zullen worden geconfronteerd.”<br />
Veerkracht verhogen<br />
“De veerkracht van de bevolking in de<br />
Sahel verhogen, met andere woorden<br />
ervoor zorgen dat tegenslagen zoals een<br />
slechte oogst of de stijging van<br />
de basisvoedselprijzen niet langer<br />
uitmonden in een grotere<br />
crisis, dat is de grote uitdaging<br />
voor de bevolkingsgroepen in<br />
de Sahel”, zegt Thomas Yanga,<br />
regionaal directeur van het<br />
WFP voor West-Afrika. Voedselzekerheid<br />
hangt namelijk<br />
niet alleen af van de landbouwproductie,<br />
maar ook van<br />
de markten. Zelfs in jaren met<br />
voldoende neerslag worden<br />
de kwetsbare mensen, die niet<br />
voldoende kunnen produceren,<br />
uitgesloten vanwege hun<br />
zwakke koopkracht.<br />
Duurzame resultaten<br />
Sinds 2006 werkt België – met<br />
name het Belgisch Fonds voor<br />
Voedselzekerheid (BFVZ) - in<br />
de regio Dosso in Niger met<br />
een vernieuwend programma<br />
voor decentralisatie (PAMED).<br />
Bedoeling is de veerkracht van<br />
de kwetsbare bevolkingsgroepen te verhogen.<br />
Uitvoering ligt in handen van de Belgische<br />
Technische Coöperatie (BTC).<br />
De resultaten in 41 gemeenten van deze<br />
regio met een oppervlakte zo groot als<br />
België en ongeveer 2 miljoen inwoners<br />
zijn overtuigend. In de geest van de verbintenissen<br />
van de Verklaring van Parijs<br />
worden zo goed als alle menselijke,<br />
materiële en financiële middelen van het<br />
programma gezamenlijk beheerd door<br />
België en de Nigerese autoriteiten. De<br />
gemeenten wordt expertise bijgebracht<br />
op vlak van openbare dienstverlening en<br />
lokale ontwikkeling opdat ze de kwetsbaarheid<br />
van de armste mensen in het<br />
gebied kunnen verminderen.<br />
Concreet werden 140 graanbanken<br />
opgericht, waarvan 11 intercommunale<br />
graanbanken. Om en bij 30.000 gezinnen<br />
maken gebruik van deze graanbanken die<br />
voor 85% door vrouwen worden beheerd.<br />
Eind oktober zijn alle voorraden de deur<br />
uit. Zoals in het dorp Karra waar mevrouw<br />
Diallo als voorzitster van het beheerscomité<br />
van het dorp ons een kijkje laat<br />
nemen in de intercommunale graanbank:<br />
“De overbruggingsperiode van 4 maanden<br />
– de periode tussen 2 oogsten in - is bijna<br />
om. Met de nieuwe oogsten in het vooruitzicht<br />
gaan we in de komende maand het<br />
bedrag van 10.000 euro dat we in reserve<br />
hebben, opnieuw investeren in de aankoop<br />
van rijst, mais en gierst”, legt ze ons uit.<br />
“We kopen het graan aan bij het begin van<br />
de oogst om de beste marktprijs te krijgen<br />
en we slaan het gedurende maanden op in<br />
deze bank, een grote hangar. Wanneer de<br />
De veerkracht van de bevolking in de<br />
Sahel verhogen, dus ervoor zorgen dat<br />
tegenslagen zoals een slechte oogst of<br />
prijsstijgingen niet langer uitmonden in<br />
een grotere crisis, dat is de grote uitdaging<br />
voor de bevolking in de Sahel.<br />
gezinsvoorraden op zijn en de overbruggingsperiode<br />
begint, moeten de gezinnen<br />
zich op de markt bevoorraden. Maar de<br />
prijzen schieten altijd de hoogte in op het<br />
ogenblik dat er in het land minder graanvoorraden<br />
beschikbaar zijn en er vanuit het<br />
naburige Benin zelfs graan moet worden<br />
aangevoerd. We zetten dan onze deuren<br />
open en houden de prijzen voor de meest<br />
kwetsbare gezinnen die niet de middelen<br />
hebben om toegang te krijgen tot de markten<br />
op een redelijk niveau. Ik zal een voorbeeld<br />
geven: de tia (zak van 2,5 kg gierst)<br />
werd de afgelopen maand in de winkeltjes<br />
voor 700 CFA-frank verkocht terwijl wij tijdens<br />
de moeilijkste maanden een prijs van<br />
525 CFA-frank vroegen. Sinds de opening<br />
van deze graanbank in 2010 maken we<br />
maar weinig winst, maar toch voldoende<br />
om elk jaar de voorraden aan te vullen<br />
die tijdens de meest kritieke periodes ter<br />
beschikking worden gesteld van de meest<br />
kwetsbare bevolkingsgroepen.”<br />
Het BFVZ startte ook andere initiatieven<br />
op zoals 18 groenteteeltgebieden of 25<br />
inputwinkels.<br />
Globale strategie<br />
Volgens de regionaal directeur van het<br />
WFP voor West-Afrika “moet de internationale<br />
gemeenschap zich op lange termijn<br />
engageren en een coherent ontwikkelingsbeleid<br />
uitstippelen om de helse cirkel<br />
te doorbreken waarin de Sahel gevangen<br />
zit. Dat is slechts mogelijk wanneer<br />
de regeringen van de regio de nodige<br />
politieke wil tonen en duidelijke kaders<br />
uittekenen waarmee de ontwikkelingsorganisaties<br />
en al wie bij noodsituaties<br />
betrokken is hun acties<br />
beter kunnen coördineren. De<br />
meeste Sahel-landen zijn op<br />
de goede weg. Aangezien de<br />
financiële middelen beperkt<br />
zijn – en in de toekomst nog<br />
verder zullen worden teruggeschroefd<br />
vanwege de economische<br />
crisis waarmee de<br />
meeste donoren moeten afrekenen<br />
– zijn partnerschappen<br />
tussen de agentschappen<br />
absoluut noodzakelijk. Deze<br />
moeten dan ook worden aangemoedigd<br />
in overleg met de<br />
lokale gemeenschappen en<br />
begunstigden.”<br />
Met het initiatief AGIR Sahel<br />
(Global Alliance for Resilience<br />
Initiative) heeft de Europese<br />
Commissie net een sterk signaal<br />
gegeven. Deze roadmap<br />
met ambitieuze doelstellingen<br />
legt de basis voor een<br />
nieuw partnerschap tussen<br />
de verschillende regeringen, humanitaire<br />
organisaties, VN-agentschappen en<br />
andere internationale organisaties zoals<br />
de Wereldbank, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank,<br />
de Organisatie van de Islamitische<br />
Samenwerking, en de twee regionale<br />
organisaties CEDEAO en UEMOA.<br />
Hoofddoelstelling: alles in het werk stellen<br />
opdat de bevolkingsgroepen in de<br />
Sahel in de toekomst beter gewapend<br />
zijn tegen droogteperiodes. Insjallah, zouden<br />
de bevolkingsgroepen in de Sahel in<br />
koor zeggen.<br />
Joël Tabury<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 11
Alarm<br />
in de<br />
Sahel !<br />
Een road map voor humanitaire hulp<br />
Van een snelle reactie op een crisis hangt zoveel af! In de Sahel<br />
kampten meer dan 18 miljoen mensen met voedselonzekerheid en<br />
waren meer dan 1 miljoen kinderen ernstig ondervoed. Hoe komt<br />
een humanitaire hulpoperatie tot stand?<br />
1Herhaalde<br />
Sahelcrisissen<br />
2Early warning<br />
systems (EWS)<br />
3Oproepen tot<br />
internationale<br />
hulp<br />
4Evaluatie<br />
van de noden<br />
om de meest<br />
kwetsbaren<br />
te helpen<br />
Het is verontrustend dat voedselcrisissen<br />
steeds vaker de Sahelregio treffen.<br />
1<br />
Zo maakt Niger zijn derde crisis in vijf jaar<br />
tijd door. De regeringen van de landen uit<br />
deze regio werden zich bewust van het<br />
probleem. Er kwamen nationale structuren<br />
en een regionaal orgaan voor toezicht, die<br />
het thans mogelijk maken een crisis aan te<br />
pakken met de technische ondersteuning<br />
van de grote agentschappen van de Verenigde<br />
Naties (VN).<br />
Gebieden die mogelijk zullen worden<br />
2 getroffen door tekorten in de landbouwproductie<br />
of door een sprinkhanenplaag moeten<br />
zeer snel te onderkennen zijn. Daarom<br />
werden de laatste jaren early warning systems<br />
(EWA) ingesteld, met de steun van alle<br />
humanitaire en ontwikkelingspartners die in de<br />
Sahelregio aanwezig zijn. Over het algemeen<br />
zijn het de lokale actoren die alarm slaan. Vorig<br />
jaar kon tijdens het regenseizoen, dat gewoonlijk<br />
van juli tot oktober duurt, aan de hand van<br />
het vastgestelde regentekort met zekerheid<br />
worden voorspeld dat vanaf november 2011<br />
zeer magere oogsten te verwachten waren in<br />
een groot gedeelte van de Sahel.<br />
Miljoenen mensen redden van hongersnood<br />
is een uitdaging die onmogelijk<br />
3<br />
alleen door de structuren van de Sahelstaten<br />
kan worden aangegaan. De leiders van deze<br />
staten beschikken over zeer weinig middelen,<br />
zodat een oproep tot internationale<br />
hulp meestal onvermijdelijk is. Afgezien van<br />
Senegal, waar de machthebbers zich aan de<br />
vooravond van de presidentsverkiezingen niet<br />
geroepen voelden openlijk de voortekenen van<br />
de crisis te onderkennen, legden alle regeringen<br />
van de regio vrij snel de nodige politieke<br />
wil aan de dag om hun bevolking te helpen<br />
overleven. Niger, het land dat samen met<br />
Tsjaad het zwaarst getroffen werd, nam als<br />
eerste de nodige initiatieven.<br />
De grote agentschappen van de VN, met<br />
4 name het Wereldvoedselprogramma<br />
WFP, de Voedsel- en Landbouworganisatie<br />
FAO en het Kinderfonds UNICEF, hebben zich<br />
ertoe verbonden de lokale overheden van de<br />
betreffende landen te helpen om de voedselonzekerheid<br />
in kaart te brengen.<br />
Eens de belangrijkste kwetsbaarheden<br />
waren geïdentificeerd, maakte elke internationale<br />
organisatie, behorend tot de VN,<br />
een ngo of het Internationale Rode Kruis<br />
(ICRC, IFRC), een eerste evaluatie van de<br />
financiële en humanitaire noden.<br />
© Curt Carnemark / The World Bank<br />
12 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
SAHEL<br />
© Rita Willaert<br />
5Humanitaire<br />
coördinatie<br />
6Vrijmaken van de<br />
nodige middelen via<br />
geconsolideerde<br />
oproepen en<br />
flexibele fondsen<br />
7Sectorale<br />
coördinatie van<br />
de humanitaire<br />
respons<br />
OCHA, het agentschap dat verantwoordelijk<br />
is voor de humanitaire coördina-<br />
5<br />
tie voor alle partners op het terrein (afgezien<br />
van het ICRC en de IFRC), zet vervolgens het<br />
geheel van de noden om in ‘geconsolideerde<br />
oproepen’ voor ieder land. Zo bereikt het<br />
meer transparantie en vermijdt het dat meerdere<br />
actoren oplossingen zouden ontwikkelen<br />
voor dezelfde noden. Met het oog op meer<br />
samenhang en een betere coördinatie van<br />
de hulp hebben de belangrijkste humanitaire<br />
agentschappen de Regional Food Security<br />
and Nutrition Working Group opgericht, ten<br />
einde een beter inzicht te verwerven in de<br />
regionale <strong>dimensie</strong> van de crisis.<br />
De middelen die nodig zijn om een crisis<br />
6 van dergelijke omvang het hoofd te kunnen<br />
bieden, kunnen niet onmiddellijk worden gestort<br />
door de donoren – in de meeste gevallen onze<br />
regeringen. Ze moeten natuurlijk de geconsolideerde<br />
oproepen van OCHA eerst willen<br />
beantwoorden, maar daarnaast dienen ze zich<br />
ook te houden aan hun eigen regelgeving. Subsidies<br />
kunnen niet zomaar worden uitgegeven,<br />
maar moeten vaak tijdrovende procedures van<br />
begrotingscontrole doorlopen.<br />
Om de humanitaire donoren de kans te geven<br />
zo snel mogelijk op de uitdagingen te reageren,<br />
kreeg OCHA in 2006 een Central Emergency<br />
Response Fund (CERF) toegewezen door de<br />
Algemene Vergadering van de VN. Deze financiële<br />
reserve, die jaarlijks door de donoren, waaronder<br />
België, wordt aangevuld, vormt een flexibel<br />
instrument voor een humanitaire respons die<br />
per definitie dringend is. Andere gelijkaardige<br />
fondsen werden samengesteld door de Rode<br />
Kruis- en Rode Halve Maan-bewegingen, met<br />
name het Disaster Relief Emergency Fund<br />
(DREF), en het Special Fund for Emergency<br />
and Rehabilitation Activities van de FAO.<br />
De Cluster Approach versterkt de internationale<br />
humanitaire gemeenschap<br />
7<br />
door ze meer gestructureerd, verantwoordelijker<br />
en professioneler te maken, zodat ze een<br />
betere partner kan zijn voor de ontvangende<br />
regeringen, de lokale autoriteiten, de lokale<br />
civiele samenleving en de getroffen bevolking.<br />
Deze coördinatie geldt niet alleen voor<br />
de VN-agentschappen, maar voor alle leden<br />
van het Inter-Agency Standing Committee<br />
(IASC), dus ook de Rode Kruisbeweging en<br />
de ngo’s. In elk land dat door de crisis wordt<br />
getroffen zorgt een humanitaire coördinator<br />
voor de coördinatie van de respons van de<br />
verschillende actoren. Dat gebeurt via vergaderingen<br />
per sector: gezondheid, landbouw,<br />
voeding en zo meer.<br />
Joël Tabury<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 13
sahel<br />
Water is een uiterst kostbaar<br />
goed, zeker in de Sahel.<br />
Toch blijft 85 à 90% van het<br />
oppervlaktewater onbenut.<br />
Het stroomt weg zonder dat<br />
er iets mee gedaan wordt.<br />
Een beter waterbeheer is één<br />
van de oplossingen voor de<br />
problemen van de Sahel.<br />
© Curt Carnemark / The World Bank<br />
14 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
Thematische fiche<br />
CRISIS in<br />
de Sahel<br />
© European Union<br />
Welke<br />
uitwegen<br />
voor de Sahel ?<br />
Al sinds de jaren 70 zorgen droogtes regelmatig voor hongersnood in<br />
de Sahel. De crisissen komen de laatste jaren zelfs vaker voor. Hoe komt<br />
het dat na 40 jaar inspanningen de situatie alleen lijkt te verergeren?<br />
Wat is de Sahel?<br />
De Sahel is een halfdroog overgangsgebied tussen de Saharawoestijn<br />
in Noord-Afrika en het tropische Afrika met zijn weelderige<br />
savannes en vochtig evenaarswoud. Het strekt zich uit van de<br />
Atlantische Oceaan met Senegal, over Mali, Mauritanië, Burkina<br />
Faso, Mali, Niger, Nigeria en Tsjaad tot Soedan. Daaronder zijn<br />
drie partnerlanden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking:<br />
Senegal, Mali en Niger. Vooral de laatste twee zijn typische arme<br />
Sahellanden. De plantengroei in de Sahel bestaat uit grassen,<br />
struiken en verspreide grote bomen zoals baobab en acacia. Een<br />
savanne dus, die wel met de jaren schraler wordt.<br />
HET VERLEDEN<br />
5.000 jaar al – naar men vermoedt - kent de Sahel afwisselend<br />
perioden van droog en eerder nat. De bevolking<br />
paste zich aan. In de noordelijke droogste gebieden<br />
woonden nomaden. Ze trokken met hun vee rond op<br />
zoek naar graasland. In de zuidelijke vochtiger streken<br />
deed men aan landbouw, volgens het systeem slashand-burn.<br />
De boeren maakten land vrij om onder meer<br />
gierst te zaaien. Na een tijdje lieten ze de velden weer<br />
aan de natuur over en maakten ze een ander stuk land<br />
vrij. Pas na vele jaren keerden ze naar het oorspronkelijke<br />
land terug dat zich voldoende kon herstellen. Beide groepen<br />
werkten ook samen. Nadat de boeren hun oogst<br />
hadden binnengehaald, lieten de nomaden hun vee grazen<br />
op de velden. De dieren deden er zich te goed aan<br />
de gewasresten en bemestten tezelfdertijd het land. Melk<br />
en vlees werden geruild voor granen. Dit systeem werkte<br />
gedurende vele honderden jaren, hoewel de mensen ook<br />
toen moeilijke droge periodes moesten overbruggen.<br />
NATUURLIJKE INVLOED<br />
Sinds het einde van de jaren '60 valt er veel minder<br />
regen, wellicht omdat de oceanen warmer worden. Als<br />
bijvoorbeeld het zeewater in de Golf van Guinea – in<br />
de oksel van West-Afrika – warm is, stroomt er minder<br />
vochtige lucht naar de Sahel. Hoe dan ook, door<br />
de droogte waren de jaren '70 tot '74 echte rampjaren<br />
voor de Sahel. Sindsdien volgen de hongersnoden<br />
elkaar op, recent nog in 2005, 2010 en 2012. Volledigheidshalve:<br />
het zuiden van de Sahel wordt geregeld<br />
geteisterd door zware overstromingen. En af en toe zijn<br />
er gigantische sprinkhanenplagen.<br />
MENSELIJKE FACTOREN<br />
Toch zijn de hongersnoden zelf eerder het gevolg van<br />
een kluwen aan menselijke factoren.<br />
De drie voornaamste zijn :<br />
(1) De regio kent een enorme bevolkingsgroei. Niger<br />
heeft de hoogste vruchtbaarheid ter wereld: 9 kinderen<br />
per vrouw. De bevolking groeit er met 3,3% per jaar. Dat<br />
is natuurlijk niet houdbaar. Maar de keuze om veel kinderen<br />
te hebben heeft ook te maken met armoede en de<br />
hoge kindersterfte. Kinderen zijn een verzekering voor de<br />
oude dag en een hulp op het veld.<br />
(2) Veel mensen zijn arm, sommigen extreem arm. De<br />
extreem armen – de meest kwetsbaren – kunnen zelfs<br />
maar een deel van hun voedsel zelf kweken. Het tekort<br />
moeten ze kopen, meestal in het tussenseizoen – tussen<br />
twee oogsten in – als de prijzen door de schaarste<br />
duurder zijn. Overigens hebben ze ook andere kosten:<br />
voor huwelijken, begrafenissen, gezondheidszorg…<br />
Waar halen ze het geld vandaan? Veel mannen en kinderen<br />
trekken naar landen zoals Libië en Ivoorkust (en<br />
Europa) om er te werken. Het geld dat ze opsturen is<br />
levensnoodzakelijk voor de achtergebleven families.<br />
Sommigen zoeken het minder ver: ze werken op het<br />
land van meer gegoede boeren. Of ze verkopen wat<br />
artisanale producten, geplukte kruiden en vruchten,<br />
een deel van hun land of van hun oogst. In nood kunnen<br />
ze geld lenen, maar zo raken ze in de schulden.<br />
In volle voedselcrisis<br />
(juli 2012) heeft deze<br />
markt voldoende voedsel<br />
te bieden. Maar de<br />
kwetsbaren hebben geen<br />
geld om het te kopen.<br />
Velen zijn gedwongen om<br />
vee te verkopen<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 15
Thematische fiche<br />
CRISIS in<br />
de Sahel<br />
De Sahel in kaart<br />
Mauritanië<br />
Mali<br />
Niger<br />
Tsjaad<br />
Soedan<br />
Guinee-<br />
Bissau<br />
Senegal<br />
Burkina Faso<br />
Togo<br />
Benin<br />
S A H E L<br />
Droogtezones:<br />
Zeer droog<br />
Droog<br />
Halfdroog<br />
Ghana<br />
Nigeria<br />
Kameroen<br />
Centraal-Afrikaanse<br />
Republiek<br />
Droog matig<br />
vochtig<br />
Bron : Milennium Ecosystem Assessment<br />
Twee moeders wachten in<br />
een gezondheidscentrum om<br />
hun kinderen te laten testen<br />
op ondervoeding. De Sahel is<br />
een regio met een zeer hoge<br />
vruchtbaarheid.<br />
In uiterste nood vluchten ze naar de stad.<br />
Conclusie: hongersnood ontstaat vaak niet door een<br />
gebrek aan voedsel, maar doordat de talloze kwetsbaren<br />
geen voedsel kunnen kopen.<br />
(3) De klimaatverandering – gevolg van de mondiale<br />
uitstoot van broeikasgassen - zorgt voor een grilliger<br />
klimaat met meer extreme droogtes.<br />
Dat heeft een aantal effecten:<br />
(1) Een hoge bevolkingsdruk zorgt voor schade aan<br />
het milieu, omdat het slash-and-burn-systeem niet<br />
meer werkt. Het land blijft minder lang braak liggen<br />
of soms helemaal niet. De boeren hebben geen geld<br />
© EU / Kedidja Mossi<br />
voor bemesting en komen zelfs in conflict met de<br />
zwervende veehouders. Ze zien zich immers gedwongen<br />
om ook in noordelijke drogere gebieden te boeren,<br />
vaak worden zelfs de zwerfroutes voor het vee<br />
in beslag genomen. De veehouders zijn niet meer<br />
welkom op de geoogste velden om hun vee te hoeden.<br />
En ze vinden al minder graasland voor hun vee.<br />
Gevolg: de landbouw put de bodem uit en het vee<br />
graast tot het laatste sprietje. Dat werkt woestijnvorming<br />
in de hand. Er ontstaan plekken waar de bodem<br />
geen water meer kan vasthouden en planten niet meer<br />
kunnen groeien, stukjes woestijn dus. Bovendien hebben<br />
meer mensen een grotere behoefte aan hout om<br />
hun eten te koken. Ze kappen dus meer bomen en<br />
struiken, die vaak definitief verloren zijn.<br />
(2) De ondervoeding van de kinderen is een enorm<br />
probleem, en opeenvolgende voedselcrisissen<br />
maken het alleen maar erger. Vooral de eerste twee<br />
levensjaren zijn cruciaal. Maar omdat vrouwen snel<br />
opnieuw bevallen, worden zuigelingen onvoldoende<br />
lang gespeend. En het voedsel dat ze krijgen is<br />
ontoereikend en eenzijdig. Vaak is er gewoon te weinig<br />
eten, maar ook onwetendheid speelt mee. Door<br />
ondervoeding krijgen kinderen een groeiachterstand.<br />
Als ze al overleven, zullen ze als volwassene<br />
zwakker zijn en minder goed presteren als arbeidskracht.<br />
Ondervoeding legt dus een hypotheek op<br />
de volgende generatie. Bovendien leiden gebrekkige<br />
voeding en gezondheidszorg tot een verhoogde vatbaarheid<br />
voor ziekten zoals malaria.<br />
(3) De regio staat bol van de conflicten. Her en<br />
der zijn er rebellen actief, onder meer in Tsjaad. In<br />
2012 wilden de Toearegs in Mali zich afscheuren als<br />
Noord-Mali. Maar er zijn ook islamitische extremisten<br />
16 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
Thematische fiche<br />
CRISIS in<br />
de Sahel<br />
actief, zoals ‘Al-Qaeda in de Maghreb’. Landen als<br />
Mali en Niger zijn extreem groot en de (zwakke)<br />
staat kan onvoldoende zijn gezag laten gelden in de<br />
dunbevolkte noordelijke gebieden. De regio is ook<br />
een bekend knooppunt voor drughandel en mensensmokkel.<br />
Kortom, de bevolking moet regelmatig<br />
massaal op de vlucht.<br />
(4) Er zijn ook heel weinig wegen en veel Sahellanden<br />
hebben geen uitweg naar de zee. Handel<br />
verloopt daardoor extra moeizaam.<br />
Verergerende factoren<br />
(internationaal, nationaal):<br />
(1) In de jaren '30 begint kolonisator Frankrijk met<br />
de grootschalige teelt van exportgewassen zoals<br />
katoen en aardnoten, dikwijls met aftakeling van de<br />
bodem tot gevolg. Ook na de onafhankelijkheid blijft<br />
de grootschalige landbouw bestaan. De export van<br />
landbouwproducten zorgt immers voor een broodnodig<br />
inkomen. Maar de exportteelt neemt wel<br />
vruchtbaar land in beslag.<br />
(2) Door de kolonisatie ontstonden landen met<br />
kunstmatige grenzen. Vaak sneden landgrenzen<br />
plots de gebruikelijke zwerfroutes voor het vee af.<br />
Veel nomaden werden gedwongen om hun vee te<br />
laten grazen in een kleiner gebied, met overbegrazing<br />
tot gevolg.<br />
(3) De meeste landen in de Sahel zijn fragiele staten.<br />
Ze zijn niet bij machte om hun bevolking de<br />
nodige diensten te verlenen zoals voedselzekerheid,<br />
gezondheidszorg en onderwijs. De landen<br />
hebben weinig inkomsten en zijn teveel afhankelijk<br />
van ontwikkelingssamenwerking. In Niger bestaat<br />
het staatsbudget voor 2/3 uit ontwikkelingsgeld.<br />
Dat weerhoudt de politici vaak om extra inspanningen<br />
te doen. Al te dikwijls wil de elite in de eerste<br />
plaats zichzelf en haar aanhang een comfortabel<br />
leven bezorgen.<br />
(5) Ook de binnenlandse marktwerking zorgt voor<br />
problemen. In het seizoen tussen twee oogsten in<br />
stijgen de voedselprijzen. Sommige handelaars speculeren<br />
daarop om extra winst te boeken. De kwetsbaren<br />
zijn de dupe. De rijken speculeren ook met het<br />
land dat ze afkopen van noodlijdende armen.<br />
(6) De noodhulp en de ontwikkelingssamenwerking<br />
hebben nog lessen te leren. Zo kan goedbedoelde<br />
hulp afgunst en conflicten veroorzaken. Een<br />
dorp dat als behoeftig werd aangeduid krijgt gratis<br />
voedselpakketten, maar in een naburig dorp dat iets<br />
minder getroffen is, krijgen de boeren niets. Ook kan<br />
het ingevoerde noodvoedsel de prijzen doen dalen.<br />
Op het eerste gezicht goed voor de kwetsbaren,<br />
die voedsel moeten kopen. Maar niet goed voor de<br />
meer bemiddelde boer die zijn inkomsten ziet slinken<br />
en zich geen loonwerkende kwetsbare meer<br />
kan veroorloven. Al te lang bleef de hulp beperkt tot<br />
extreme noodsituaties. Tussenin bleef, op wat kleine<br />
projecten na, alles bij het oude. Maar de Sahellanden<br />
kennen een continue crisis en verdienen dus<br />
blijvende aandacht.<br />
OPLOSSINGEN<br />
Het overzicht is wellicht onvolledig, maar volstaat<br />
om aan te tonen dat de Sahellanden gebukt gaan<br />
onder een resem nadelige factoren. Is de situatie<br />
dan uitzichtloos? Niet onmiddellijk. Uitwegen<br />
bestaan, maar kunnen enkel succes boeken binnen<br />
een alomvattende langetermijnvisie. Een cocktail<br />
aan oplossingen is nodig, één enkele mirakeloplossing<br />
bestaat niet.<br />
Technisch:<br />
(1) Duurzame 'agro-ecologische' landbouwtechnieken.<br />
Agro-ecologie gebruikt zo weinig mogelijk<br />
externe input (meststoffen, pesticiden…) en laat niets<br />
verloren gaan. Alles wordt benut. Het is vrij goedkoop<br />
en daardoor uiterst geschikt voor arme boeren.<br />
© European Union<br />
(4) Na de grote hongersnood in de jaren 80 legde<br />
het Internationaal Monetair Fonds in ruil voor<br />
goedkope leningen 'structurele aanpassingen' op.<br />
De nadruk lag op vrije handel en de staat diende zijn<br />
taken in te perken. Daardoor werden tal van diensten<br />
geprivatiseerd. Bijvoorbeeld de veeartsenij. Maar in de<br />
dunbevolkte Sahel met nauwelijks toegangswegen<br />
is het gewoon niet rendabel om als privédienst het<br />
vee te verzorgen. Daarnaast werd goedkoop voedsel<br />
ingevoerd, dat in de rijke landen werd gesubsidieerd.<br />
Het werd daarom moeilijker om eigen producten uit<br />
te voeren. Door de open grenzen werden de prijzen<br />
van het binnenlandse voedsel mee bepaald door de<br />
internationale markten. Internationale prijsschommelingen<br />
hebben daardoor een nefast effect op het<br />
levensonderhoud van de kleine boeren. Bij hoge prijzen<br />
krijgen vooral de kwetsbaren het extra lastig om<br />
voldoende voedsel aan te schaffen.<br />
© Curt Carnemark / The World Bank<br />
Het is niet evident om in de<br />
Sahel aan landbouw te doen.<br />
Agro-ecologie kan helpen.<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 17
Thematische fiche<br />
CRISIS in<br />
de Sahel<br />
© European Union<br />
Doordat ze voedingstoffen uit de diepere<br />
bodemlagen opzuigen, kunnen bomen de opbrengst<br />
verhogen. Ze zijn ook beter bestand tegen extreem<br />
weer en leveren brandhout.<br />
(2) Duurzaam bodembeheer. De bodem is de sleutel.<br />
Goede zorg voor de bodem maakt dat hij beter<br />
water vasthoudt en dat er bij hevige regen minder<br />
waardevolle bodempartikels wegstromen (= erosie).<br />
Ook muurtjes kunnen erosie tegengaan.<br />
(3) Duurzaam waterbeheer en bevloeiing. Water<br />
moet opgevangen worden en waterputten kunnen<br />
water leveren voor bevloeiing.<br />
(4) De nomadische veehouders mogen niet uit het<br />
oog verloren worden. Hun systeem is uitstekend<br />
aangepast aan droge gebieden. Ze moeten zich<br />
echter vrij kunnen bewegen en beschikken over<br />
gemeenschappelijk graasland en waterpunten.<br />
(5) Betere infrastructuur waaronder wegen.<br />
(6) Men is volop bezig met betere waarschuwingssystemen<br />
om de crisissen beter te voorzien. Noodprogramma’s<br />
kunnen dan vroeger in werking treden.<br />
Sociaal:<br />
(1) Het Wereldvoedselprogramma WFP dat wereldwijd<br />
voedselhulp verstrekt, probeert meer en meer<br />
voedsel aan te kopen bij kleine lokale boeren. Dat<br />
verstoort de prijzen minder en de boeren krijgen extra<br />
inkomen.<br />
© European Union<br />
(2) Noodhulp (korte termijn) en ontwikkelingssamenwerking<br />
(lange termijn) moeten beter samenwerken<br />
vanuit een gemeenschappelijke langetermijnvisie.<br />
Zeker een regio als de Sahel verdient blijvende<br />
aandacht. De regio is immers continu in crisis, droogtes<br />
zullen er blijven voorkomen. Toch is de internationale<br />
gemeenschap er globaal weinig actief.<br />
(3) Al zijn ze moeilijk te bereiken, zonder aandacht<br />
voor de meest kwetsbaren is geen duurzame oplossing<br />
mogelijk. Bij hen ligt het zwaartepunt van elke hongersnood<br />
en zij zijn het die naar de steden vluchten.<br />
Om hun weerbaarheid te verhogen experimenteert<br />
men met kleine geldelijke toelagen of loonwerk, waarmee<br />
ze voedsel kunnen kopen op de lokale markt.<br />
Dat lijkt goed te werken en is goedkoper dan grootse<br />
noodhulpoperaties. Met 'warrantage', een soort pandjessysteem,<br />
moet de kwetsbare boer zijn oogst niet<br />
onmiddellijk tegen een lage prijs verkopen. Tegen een<br />
vergoeding laat hij een deel van zijn oogst achter in<br />
een stockeerplaats. Hij kan daarmee dringende zaken<br />
betalen. Tijdens het dure tussenseizoen kan hij de<br />
opgeslagen oogst voor een degelijke prijs verkopen<br />
en zijn vergoeding terugbetalen. Vrouwen zijn extra<br />
kwetsbaar. Ze hebben nood aan extra ondersteuning<br />
en voorlichting (over voeding, gezinsplanning).<br />
(4) Goed bestuur is een interne kwestie maar hulpgevende<br />
landen hebben wel een invloed. Ze kunnen<br />
de besteding van hun geld van nabij opvolgen en<br />
staatsinstellingen helpen uitbouwen. In Mali werkt<br />
België aan decentralisatie: de lokale besturen die<br />
dichter bij de mensen staan, krijgen meer beslissingsmacht.<br />
Ze kunnen bijvoorbeeld de broodnodige<br />
landrechten organiseren zodat er duidelijkheid<br />
is over landeigendom en landgebruik. Zo weten de<br />
veehouders welk land ze mogen begrazen, en weet<br />
de boer dat het de moeite loont in zijn land te investeren.<br />
De civiele samenleving (waaronder boerenorganisaties)<br />
moet ondersteund worden.<br />
(5) Coherentie van het internationale beleid. Ontwikkelingssamenwerking<br />
brengt weinig verandering<br />
als de armsten steeds opnieuw de dupe zijn van het<br />
internationale economische beleid: open markten,<br />
prijsschommelingen, speculatie. De internationale<br />
gemeenschap moet ook werk maken van milieuzorg<br />
en de strijd tegen de klimaatverandering.<br />
De Sahellanden zijn als het ware een laboratorium<br />
voor kwetsbaarheid. Succes in deze regio zou een<br />
enorme stap betekenen voor de hele wereld.<br />
Chris Simoens<br />
Voornaamste bronnen : The Sahel Working Group : “Beyond any drought” (2005)<br />
en “Escaping the Hunger Cycle – Pathways to Resilience in the Sahel” (2011).<br />
Met ‘geld voor werk’ kunnen de kwetsbaren voedsel kopen. Hier bouwen<br />
ze een dijk om water vast te houden om het land te bevloeien.<br />
online<br />
www.grap3a.be<br />
www.cilss.bf<br />
www.lasdel.net<br />
18 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
op stap met<br />
Pionieren<br />
in Yamoussoukro<br />
© Broeders van Liefde<br />
Voor mij staat Dominique.<br />
“Ken je me nog?”, vraagt hij<br />
mij. Ik kom maar nu en dan<br />
in Yamoussoukro en herken<br />
hem niet meteen. “Vorige keer toen je hier<br />
kwam, heb je mij met Br. Felicien op straat<br />
gevonden en naar het verzorgingstehuis<br />
gebracht. Je had moeite om mij in de wagen<br />
te krijgen. De verpleegkundigen hebben<br />
me een bad gegeven, geschoren en verse<br />
kleren aan gedaan. En nu sta ik hier, klaar<br />
om terug te keren naar mijn familie.”<br />
Ik kan het bijna niet geloven; nu herinner<br />
ik me de man die aan de grachtkant zat<br />
nabij het Parlementsgebouw. Hij zag er<br />
verwilderd uit, in lompen gekleed, in druk<br />
gesprek met een denkbeeldige partner.<br />
Toen we hem benaderden, probeerde<br />
hij weg te lopen, wellicht uit schrik dat hij<br />
opnieuw zou worden aangevallen, of met<br />
stenen achterna gegooid. Finaal kregen<br />
we hem in de wagen en brachten hem<br />
naar ons centrum, dat 10 jaar geleden<br />
werd geopend. Daar werd hij liefdevol en<br />
deskundig opgevangen. Die twee woorden<br />
– liefdevol en deskundig - zijn er troef.<br />
En nu is hij voldoende gerehabiliteerd<br />
om terug te keren naar de maatschappij,<br />
naar zijn familie. Van een successtory<br />
gesproken.<br />
Ons psychiatrisch verzorgingstehuis<br />
‘St. Vincent de Paul’ werd in 2002 geopend<br />
in Yamoussoukro, de hoofdstad van Ivoorkust.<br />
Enige jaren voordien hadden we de<br />
vraag ontvangen om<br />
toch iets te doen voor<br />
de vele psychiatrische<br />
patiënten<br />
die totaal verwaarloosd<br />
rondhingen<br />
in de stad, vanuit<br />
Ook dat is geestelijke<br />
gezondheidszorg:<br />
ervoor zorgen dat<br />
geesteszieken in hun<br />
menswaardigheid<br />
gerespecteerd worden.<br />
het platteland naar daar gebracht en er<br />
achtergelaten. Er was alleen een acuut<br />
psychiatrisch centrum in Abidjan en ‘St.<br />
Camille’ in Bouaké, waar een 100-tal chronische<br />
patiënten worden opgevangen.<br />
Voor de rest was er niets in Ivoorkust en<br />
ontmoetten we – zoals in vele Afrikaanse<br />
en Aziatische landen - de chronisch<br />
geworden geesteszieken in de straten:<br />
naakt, bevuild, alle menswaardigheid verloren.<br />
Ze worden als bezeten beschouwd,<br />
worden in de boeien geslagen en uit hun<br />
vertrouwde gemeenschap verstoten. En<br />
een Afrikaan zonder zijn familie en sociale<br />
context, is verloren.<br />
We besloten ook in Yamoussoukro ons<br />
model voor Afrika uit te bouwen: te starten<br />
met een kleinschalig psychiatrisch<br />
verzorgingstehuis waar we met aangepaste<br />
rehabilitatiemethoden proberen<br />
Wie?<br />
Br. René Stockman, voorzitter Caraes België,<br />
generale overste van de Broeders van Liefde.<br />
Wat?<br />
Centra voor geestelijke gezondheidszorg<br />
ondersteunen in het Zuiden.<br />
Waarom?<br />
Er is nog onvoldoende opvang in het Zuiden.<br />
Geesteszieken worden er vaak uit hun<br />
familie en de maatschappij verstoten.<br />
vooral chronisch geworden psychiatrische<br />
patiënten te rehabiliteren. Geleidelijk<br />
aan, wanneer we voldoende ervaring<br />
ter plaatse hebben en onze plaatselijke<br />
medewerkers hebben opgeleid, kunnen<br />
we starten met de opvang en behandeling<br />
van meer acute patiënten. Soms gebeurt<br />
dit vlugger dan verwacht en gepland,<br />
zoals nu al in Yamoussoukro, omdat de<br />
nood er zo groot is en omdat het vlug met<br />
de tamtam rondgaat dat er nu toch een<br />
antwoord is voor hen die door een geestesziekte<br />
zijn getroffen.<br />
Bij de opening in 2002 was ik wel verrast.<br />
“Dank u, broeders, dat jullie gekomen zijn<br />
om onze stad op te kuisen.” Dat waren de<br />
woorden van zowel de plaatselijke bisschop<br />
als de minister van Volksgezondheid.<br />
“Ja, we zullen deze mensen opnemen,<br />
maar we brengen hen terug in de stad,<br />
hopelijk genezen. Jullie moeten ook een<br />
inspanning doen om deze geesteszieken<br />
als mensen te blijven zien”, was mijn antwoord.<br />
Jawel, ik begreep wel hoe moeilijk<br />
het was in sommigen nog een mens te<br />
zien. Maar ook dat is geestelijke gezondheidszorg:<br />
ervoor zorgen dat geesteszieken<br />
in hun menswaardigheid gerespecteerd<br />
en gepromoveerd worden en zo<br />
werken aan een mentaliteitsverandering<br />
bij de bevolking. In Yamoussoukro is men<br />
daar na tien jaar in geslaagd. In de stad zie<br />
je geen ronddolende geesteszieken meer<br />
en net zoals Dominique zijn velen al naar<br />
hun familie teruggekeerd.<br />
© Broeders van Liefde<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 19
ONRUST<br />
IN MALI<br />
In Mali verergeren een sterke bevolkingsgroei en een burgeroorlog in 2012<br />
de voedselcrisis. De politieke instabiliteit, de aangekondigde buitenlandse<br />
militaire interventie en de invoering van de sharia in het noorden vormen<br />
een zeer explosieve cocktail voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.<br />
Laat ons hopen dat het ergste niet nog moet komen…<br />
© AFP<br />
Aqmi-rebellen in het noorden van Mali<br />
Jihadisme, roversbendes<br />
en… sharia<br />
In het noorden van het land zijn ontwikkelingsprogramma’s<br />
totaal onmogelijk<br />
geworden. De Toearegbeweging MNLA,<br />
dat het noorden van het land wilde<br />
afscheiden, is sinds april buitenspel<br />
gezet door een mistige groep gevormd<br />
door Aqmi (Al Qaeda in de Islamitische<br />
Maghreb), Ansar Dine en Mujao (Beweging<br />
voor Eenheid en Jihad in West-<br />
Afrika), met in haar rangen moslimstrijders,<br />
in jihadisten getransformeerde<br />
Toearegrebellen en andere struikrovers.<br />
Het gebied is al heel lang een lucratieve<br />
draaischijf voor wapen- en drugshandel.<br />
Voor de zomer zagen bijna 400.000<br />
mensen uit de regio’s Timboektoe, Gao<br />
en Kidal zich gedwongen hun huizen te<br />
verlaten en hun bezittingen achter te<br />
laten: 120.000 vluchtten naar het zuiden<br />
en 280.000 naar de buurlanden (Mauritanië,<br />
Burkina-Faso, Niger). Sindsdien<br />
stellen het Internationale Rode Kruis en<br />
de zeldzame ngo’s die nog een beperkte<br />
toegang hebben tot het gebied echter<br />
vast dat in humanitair opzicht de verwachte<br />
catastrofe is uitgebleven. Dokters<br />
van de Wereld is een van de weinige<br />
internationale organisaties die, met<br />
financiële steun van België, nog steeds<br />
medische noodhulp verzekeren, zij het<br />
in bijzonder moeilijke omstandigheden.<br />
Uiteraard mag er geen westers personeel<br />
worden ingezet.<br />
De rebellen schroefden de vrijheden hardhandig<br />
terug. Zo werden er al heel wat<br />
getuigenissen opgetekend van amputaties<br />
van ledematen, in Aguelhok werd een<br />
20 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
SAHEL<br />
‘onwettig’ koppel doodgestenigd, in de<br />
meeste dorpen zijn openbare geselingen<br />
met de zweep heel gewoon, allemaal in<br />
naam van de sharia. Naar bepaalde muziek<br />
luisteren, als vrouw met losse, onbedekte<br />
haren naar buiten gaan of seksuele betrekkingen<br />
hebben buiten het huwelijk worden<br />
op die manieren bestraft. Door de systematische<br />
verwoesting van mausolea van<br />
moslimheiligen worden ook de culturele<br />
wortels uitgeroeid.<br />
Maar in het dagelijks leven van de mensen<br />
lijkt het verrassend genoeg alsof alles<br />
normaal is in de regio. De bussen naar het<br />
zuiden van het land zitten niet voller dan<br />
degene die terugkeren naar Timboektoe<br />
vanuit Bamako. De grenzen met de buurlanden<br />
blijven open en de belangrijkste<br />
steden zijn goed voorzien van levensmiddelen<br />
en brandstof. Omdat veel producten<br />
vooral via Algerije worden doorgevoerd,<br />
liggen de prijzen in het noorden<br />
zelfs lager dan in de rest van Mali. Veel<br />
verontrustender daarentegen is het grote<br />
aantal jongeren die vaak geen of slecht<br />
betaald werk hebben, dat wordt ingelijfd<br />
door gewapende splintergroepen. Daar<br />
waar een salaris gemiddeld rond de<br />
50.000 CFA-frank (65 euro) ligt, betalen<br />
de nieuwe meesters 200.000 CFA-frank<br />
per maand om een kalasjnikov vast te<br />
houden. Velen laten zich blijkbaar verleiden,<br />
zelfs in de vluchtelingenkampen<br />
in Burkina Faso en Niger. De Hoge Commissaris<br />
voor de Vluchtelingen van de VN<br />
vreest dat daar veel infiltranten actief zijn,<br />
wat het risico inhoudt dat heel de regio<br />
wordt aangestoken.<br />
Militaire interventie<br />
Het merendeel van de Malinezen wil dat<br />
er in het noorden een oplossing wordt<br />
gevonden. Een onderhandelde oplossing<br />
lijkt heel onwaarschijnlijk. De beslissing<br />
van de VN-Veiligheidsraad laat geen twijfel<br />
bestaan over een militaire interventie<br />
die misschien al begonnen is wanneer<br />
dit nummer van Dimensie 3 verschijnt.<br />
De herovering van dit immense, grotendeels<br />
woestijnachtige gebied onder toezicht<br />
van een strijdkracht van de CDAO<br />
(Conferentie van West-Afrikaanse Leiders)<br />
samengesteld uit contingenten van verschillende<br />
landen uit de regio, lijkt dus<br />
onafwendbaar.<br />
Velen vrezen dat de burgers daarbij niet<br />
gespaard zullen blijven en dat nog eens<br />
tienduizenden vluchtelingen naar de<br />
grenzen van Mauritanië, Niger en Burkina<br />
Faso zullen trekken. Het is moeilijk<br />
om voor de vuist weg voorspellingen te<br />
doen, maar we mogen toch aannemen dat<br />
in humanitair opzicht de gevolgen voor de<br />
regio aanzienlijk zullen zijn.<br />
© DGD / Joël Tabury<br />
Deze chef van een Peul-familie heeft op zijn<br />
vlucht twee derde van zijn veestapel verloren.<br />
Vluchtelingen<br />
Tienduizenden families zijn gevlucht voor<br />
de eerste gevechten in het noorden en vonden<br />
elders in Mali een toevluchtsoord. Meer<br />
dan 20.000 personen wonen al maanden in<br />
de regio van Ségou, die 200.000 inwoners<br />
telt. Sommigen hebben alles achtergelaten,<br />
anderen vertrokken samen met hun vee in<br />
een geforceerde mars. Het hoofd van een<br />
Peul-familie vertelt: “Begin dit jaar zijn wij<br />
ons dorp niet ver van Timboektoe ontvlucht.<br />
De plunderingen namen hand over hand<br />
toe. Samen met de andere mannen van de<br />
familie hebben we toen beslist onze kudde<br />
in veiligheid te brengen. We reisden gedurende<br />
tweeënhalve maand door het land<br />
naar onze neef die in Segu woont. De vrouwen<br />
en kinderen reisden met de bus en de<br />
boot over de Nigerstroom. We hebben de<br />
reis allemaal overleefd, maar onze kudde<br />
is gedecimeerd. We hebben een dertigtal<br />
dieren, dat is een derde van onze veestapel,<br />
kunnen redden.” Deze familie is, net als een<br />
goede duizend andere families, vastbesloten<br />
niet naar huis terug te keren zo lang de<br />
vrede niet volledig verzekerd is. Ze belast<br />
zo de toch al verzwakte gastpopulatie. De<br />
beperkte weidegronden leiden gewoonlijk<br />
al tot grote spanningen tussen veehouders<br />
en boeren. Door de crisis van 2012 geldt<br />
dat ook voor de voedselvoorziening. Met<br />
de steun van het WFP delen de lokale sociale<br />
diensten voedselbonnen uit onder de<br />
nieuwkomers. Dierenartsen Zonder Grenzen<br />
draagt van zijn kant met Belgische<br />
financiële steun bij aan de vaccinatie en<br />
het herstel van de veestapel. Toch kan de<br />
druk op de al kwetsbare gastbevolkingen,<br />
die bovendien minder hulp krijgen dan de<br />
ontheemden, op de duur uitgroeien tot een<br />
moeilijk oplosbaar probleem.<br />
JOEL TABURY<br />
De politieke<br />
crisis in het<br />
noorden<br />
van Mali<br />
In januari 2012 vielen gewapende rebellen de regeringsstellingen<br />
aan in het noorden van Mali. Deze<br />
crisis werd ontketend door Toearegrebellen die hun<br />
oude eis van autonomie versterkt zagen toen strijders<br />
uit Libië na de val van het Kadhafi-regime massaal<br />
terugkeerden naar Mali en de MNLA (Nationale<br />
Beweging voor de Bevrijding van Azawad) werd<br />
opgericht. Een krachteloos bestuur, latente corruptie,<br />
een slecht werkende rechtstaat en een gebrek<br />
aan politiek leiderschap leidden tot een politieke<br />
crisis in het zuiden en op 22 maart 2012 vond een<br />
staatsgreep plaats in Bamako.<br />
Geconfronteerd met een nieuwe, onwettelijke<br />
regering schortten de geldschieters alle ontwikkelingsprogramma’s<br />
op, met inbegrip van de<br />
begrotingshulp (goed voor ongeveer 40 % van de<br />
nationale begroting). Alleen humanitaire hulpprogramma’s<br />
die rechtstreeks de bevolking ten goede<br />
komen, werden tot eind augustus verdergezet. De<br />
politieke hoop leefde weer op met de terugkeer<br />
van de interim-president en de aanstelling van een<br />
regering van nationale eenheid. Deze stelde zich<br />
als doel over het hele grondgebied de soevereiniteit<br />
te herstellen en democratische verkiezingen<br />
te organiseren.<br />
In het zuiden van het land kon de ontwikkelingssamenwerking<br />
op een 'normale' manier worden hervat,<br />
hoewel de plaatselijke overheden erg verzwakt<br />
waren, maar in het noordelijk deel, dat twee derde<br />
van het Malinese grondgebied bestrijkt, kon dat<br />
uiteraard niet.<br />
Fl. Duvieusart<br />
Het<br />
antwoord<br />
van België<br />
Het programma van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking<br />
in Mali richt zich vooral op landbouw<br />
en voedselzekerheid en wil zo de draagkracht van<br />
de bevolking verhogen. Er werden veeteeltprogramma’s<br />
opgezet in Nara, Ménaka en Sikasso, en<br />
landbouwprogramma’s in Samanko en Timboektoe.<br />
Om veiligheidsredenen werden de programma’s<br />
in het noorden opgeschort, terwijl in het zuiden<br />
de programma’s die de bevolking rechtstreeks<br />
steunen, voortgezet worden.<br />
Daarnaast wil het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid<br />
(BFVZ) voor de meest kwetsbare groepen<br />
de toegang tot meststoffen, gewasbescherming,<br />
zaden, technologie en markten bevorderen.<br />
België neemt met zijn humanitaire programma’s<br />
ook deel aan de strijd tegen het gebrek aan veiligheid<br />
bij de meest kwetsbare bevolkingsgroepen<br />
zoals ontheemden en vluchtelingen. Deze hulp<br />
vindt haar weg voornamelijk via internationale<br />
(Verenigde Naties, Rode Kruis) of niet-gouvernementele<br />
organisaties.<br />
F D<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 21
Fair Trade is<br />
Van 3 tot 13 oktober was het de Week van de Fair Trade.<br />
Eerlijke handelsproducten kopen, of, met andere woorden, verantwoord<br />
consumeren, is de normaalste zaak geworden. Van de grootwarenhuizen<br />
tot de Oxfam-winkel, fairtradeproducten vind je zowat overal.<br />
Delhaize is al meer dan<br />
20 jaar een partner van<br />
het label Max Havelaar.<br />
Vandaag omvat het aanbod<br />
van de warenhuisketen<br />
meer dan 130 fairtradeproducten.<br />
We vroegen de heer Lammens, kwaliteitsdirecteur<br />
en fair trade-expert bij<br />
Delhaize, hoe het zit met de consumptie<br />
van eerlijke handelsproducten.<br />
Hebt u inzake de verkoop van<br />
fairtradeproducten een belangrijke<br />
evolutie vastgesteld?<br />
Meer dan 20 jaar geleden begon Delhaize<br />
een aantal basisproducten te verkopen<br />
zoals koffie, cacao en bananen.<br />
We waren destijds een van de eerste<br />
warenhuisketens die eerlijke handelsproducten<br />
te koop aanboden. Sedertdien<br />
is het aanbod almaar toegenomen.<br />
Vorig jaar hebben we ons assortiment<br />
nog aanzienlijk uitgebreid en zijn er<br />
ook textieproducten met het label ‘bio’<br />
en ‘fair trade’ bijgekomen. Zelfs nu het<br />
crisis is en de klanten meer letten op<br />
wat ze kopen, blijven we ons aanbod<br />
uitbreiden en zien we de verkoop van<br />
fairtradeproducten stijgen (17% in 2012).<br />
De jaren voordien viel er reeds een toename<br />
met 10% te noteren. Alleen al wat<br />
koffie betreft, steeg de omzet met 150%,<br />
wat wellicht het gevolg is van de almaar<br />
We stellen vast dat vele<br />
jongeren wanneer ze<br />
kinderen krijgen, naar fair<br />
trade overstappen: omdat<br />
ze nu verantwoordelijkheid<br />
dragen voor iemand anders,<br />
voelen ze misschien ook<br />
meer verantwoordelijkheid<br />
ten aanzien van de wereld?<br />
grotere keuze aan koffiesoorten en van<br />
de nieuwe verpakkingen die duidelijk en<br />
voor het hele assortiment dezelfde zijn.<br />
Is er sprake van een trend?<br />
Het is meer dan een trend: er is een trouw<br />
publiek voor deze producten en we trekken<br />
ook nieuwe consumenten aan. We<br />
stellen vast dat vele jongeren wanneer ze<br />
kinderen krijgen, naar fair trade overstappen:<br />
omdat ze nu verantwoordelijkheid<br />
dragen voor iemand anders, voelen ze<br />
misschien ook meer verantwoordelijkheid<br />
ten aanzien van de wereld? Zij zijn<br />
in elk geval de eersten die overschakelen<br />
op fairtrade- en bioproducten. De overige<br />
consumenten zijn doorgaans mensen die<br />
meer belang hechten aan het product dan<br />
aan de prijs. Aanvankelijk ging het om<br />
een specifieke niche maar in 20 jaar tijd<br />
hebben de fairtradeproducten hun deugdelijkheid<br />
bewezen. Vandaag kopen alle<br />
consumenten een beetje fair trade.<br />
Zijn het goede producten?<br />
Ja. Fairtradeproducten zijn van goede<br />
kwaliteit en correct geprijsd. Ze zijn vaak<br />
ook biologisch geteeld. Beide “labels”<br />
vullen elkaar aan, en de prijs is in verhouding<br />
met de kwaliteit.<br />
Wat brengt Delhaize ertoe eerlijke<br />
handelsproducten te verkopen:<br />
winst, ethiek, imago?<br />
Dat maakt deel uit van ons maatschappelijk<br />
verantwoordelijkheidsbesef. Delhaize<br />
is een warenhuisketen die duurzame<br />
producten aan de man wil brengen. Wij<br />
hebben altijd gestreefd naar duurzaamheid,<br />
in het belang van de consument, de<br />
producent en de planeet. Wij steunen<br />
niet alleen het label ‘Fair Trade’, maar<br />
proberen ook de lokale producenten<br />
te steunen. Zo is 70 % van ons fruit<br />
en onze groenten van Belgische oorsprong;<br />
ook eieren en zuivelproducten<br />
komen uit ons land. Wij proberen de<br />
consument eveneens aan te zetten tot het<br />
kopen van duurzame producten. EP<br />
Trade for<br />
Development<br />
Centre<br />
Het Trade for Development Centre is een<br />
programma van BTC, dat zich toelegt op de<br />
promotie van eerlijke en duurzame handel<br />
met de ontwikkelingslanden.<br />
Het:<br />
• is het expertisecentrum voor eerlijke<br />
en duurzame handel en voor hulp voor<br />
handel.<br />
• is een instrument ter ondersteuning van<br />
producentenorganisaties. Het steunt<br />
gemarginaliseerde producenten, microen<br />
kleine ondernemingen alsook projecten<br />
in de sociale economie die kaderen<br />
in de eerlijke en duurzame handel.<br />
• organiseert bewustmakingscampagnes en<br />
ontwikkelt instrumenten voor de sensibilisering<br />
van de consument, de economische<br />
actoren en de Belgische overheid.<br />
Naar aanleiding van de<br />
Week van de Fair Trade 2012<br />
van 3 tot 13 oktober 2012<br />
plaatste het Trade for Development<br />
Centre eerlijke handel op feestelijke<br />
wijze in de kijker.<br />
Website: www.befair.be<br />
22 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
FAIR TRADE<br />
hot !<br />
© Lidl<br />
Sinds 2007 verkoopt<br />
Lidl Belgium fairtradeproducten.<br />
Onder<br />
het motto ‘Op weg naar<br />
morgen’ staat duurzaamheid<br />
er centraal. We vroegen een<br />
woordje uitleg aan Ruth Broekaert,<br />
verantwoordelijke voor ‘maatschappelijk<br />
verantwoord ondernemen’.<br />
Welke fairtradeproducten<br />
verkoopt Lidl?<br />
Lidl Belgium verkoopt 12 artikelen van<br />
het fair trade-label Max Havelaar: rietsuiker,<br />
koffie, chocolade, rijst, biologische<br />
bananen, … Maar ook ons basisassortiment<br />
aan cacao- en koffieproducten van<br />
eigen merken telt inmiddels meer dan<br />
30 UTZ-gecertificeerde artikelen: koffiepads,<br />
koffiebonen, chocoladerepen,<br />
hagelslag, wafels met chocolade… Ook<br />
tal van actie- en seizoensproducten zijn<br />
UTZ-gecertificeerd. Sinds oktober 2012<br />
verkopen we chocoladerepen met het<br />
label Rainforest Alliance. UTZ Certified<br />
en Rainforest Alliance zijn internationaal<br />
erkende labels die zich, elk met hun<br />
eigen focus, inzetten voor de leef en werkomstandigheden<br />
van boeren in ontwikkelingslanden<br />
en voor het milieu.<br />
In een studie van het Trade For Development<br />
Centre (zie kader) bij supermarkten<br />
in 2011 stond Lidl Belgium op de tweede<br />
plaats wat betreft de duurzaamheid van<br />
haar koffieproducten. Voor chocoladerepen<br />
zijn we zelfs koploper in de Belgische<br />
markt. Ondertussen breiden we ons duurzaam<br />
assortiment nog verder uit.<br />
Waarom biedt u<br />
fairtradeproducten aan?<br />
Om op lange termijn succesvol te zijn<br />
moeten we onze grondbeginselen<br />
‘klantgerichtheid’ en ‘eenvoud’ in overeenstemming<br />
brengen met een maatschappelijk<br />
verantwoorde manier van<br />
ondernemen.<br />
Eén van de vijf pijlers van ons duurzaamheidsbeleid<br />
is het assortiment. Daar richten<br />
we ons voornamelijk op dierenwelzijn,<br />
milieu en eerlijke en duurzame handel. We<br />
bieden onze klanten graag de mogelijkheid<br />
om eerlijke en duurzame producten<br />
aan te kopen en willen zo het bewustzijn<br />
over duurzaam geproduceerde artikelen<br />
uit ontwikkelingslanden versterken. We<br />
willen het beste voor onze klanten en voor<br />
de wereld om ons heen.<br />
Hoe ziet u uw fairtradebeleid<br />
evolueren?<br />
Lidl Belgium is ‘op weg naar morgen’ en<br />
zal zich dan ook blijven inzetten voor een<br />
eerlijke en duurzame handel.<br />
Een specifieke trend is dat we duurzaamheid<br />
meer en meer integreren<br />
over de hele breedte van ons basisassortiment.<br />
Door niet alleen een aparte<br />
lijn van eerlijke producten aan te bieden,<br />
maar ook het basisassortiment te<br />
verduurzamen neem je als retailer ook<br />
zelf je maatschappelijke verantwoordelijkheid<br />
op. Zo gebruiken we voor onze<br />
meest verkochte chocoladerepen van<br />
eigen merk Fin Carré UTZ-gecertificeerde<br />
cacao. Op die manier leg je de<br />
verantwoordelijkheid niet alleen bij de<br />
consument - via zijn aankoopbeslissing -,<br />
maar kijken we ook zelf actief waar we<br />
een verschil kunnen maken. Zo toont<br />
Lidl Belgium aan dat duurzaam niet<br />
Vrijwilliger<br />
bij Oxfam<br />
We geloven in<br />
duurzame producten<br />
voor iedereen.<br />
duur hoeft te zijn. Producenten in ontwikkelingslanden<br />
en het milieu varen er<br />
wel bij.<br />
Wat is het profiel van uw koper<br />
van fairtradeproducten?<br />
Omdat we niet alleen eerlijke, duurdere<br />
producten aanbieden, maar ook duurzame,<br />
goedkope basisproducten, hebben<br />
we een brede waaier aan klantenprofielen.<br />
Discount en duurzaamheid gaan bij Lidl<br />
hand in hand. We geloven in duurzame<br />
producten voor iedereen.<br />
Bent u tevreden over de kwaliteit<br />
van uw duurzame producten?<br />
Lidl Belgium kiest waar mogelijk voor<br />
duurzaamheid. Maar dat mag niet ingaan<br />
tegen ons principe van de beste kwaliteit<br />
voor de laagste prijs. We zullen geen<br />
gecertificeerde producten aanbieden als<br />
we niet tevreden zijn over de kwaliteit.<br />
Francis (67) werkt al 10 jaar als vrijwilliger<br />
bij de Oxfamwinkels.<br />
“Waarom ik vrijwilligerswerk doe voor Oxfam? Het idee van eerlijke handel trok me aan: handel drijven en de producent<br />
een eerlijke prijs betalen. Toen ik met pensioen ging, wou ik de vrijgekomen tijd nuttig invullen. Het is zo dat de meeste<br />
vrijwilligers hier vrouwen of gepensioneerden zijn die niet meer werken. Een groep vrijwilligers vormt lokaal een team<br />
en iedereen kiest de werkuren die hem of haar het best uitkomen. Ik help ongeveer anderhalve dag per week in de<br />
verkoop, het magazijn en de boekhouding.”<br />
Er komt een klant binnen. Francis maakt een grapje en noemt hem bij zijn voornaam. “Dit maakt het werk zo aangenaam,<br />
het contact met de klanten. Sinds ik hier werk, heb ik heel wat buurtbewoners leren kennen. Ook bedrijven en<br />
vzw’s zijn klant. En onder de vrijwilligers zit de sfeer goed”, zegt hij met een brede glimlach.<br />
“Ik heb nooit gereisd en ik heb geen bijzondere band met Afrika of Latijns-Amerika vanwaar de Oxfamproducten<br />
komen. Ook aan mijn vroegere werk was er weinig internationaals. Ambitie om naar de andere kant van de wereld te<br />
trekken heb ik niet, maar op de themadagen van Oxfam ben ik er bij en op de jaarlijkse partnerdagen krijg ik de kans<br />
om kennis te maken met de producenten. Ik was in de eerste plaats gewonnen voor fair trade. Zelfs voor ik hier als<br />
vrijwilliger kwam werken, sprak het idee me al aan. Ik probeer ook in mijn dagelijks leven consequent te zijn en zo<br />
veel mogelijk producten van biologische oorsprong en eerlijke handel in huis te halen.” Het is 18 uur, de laatste klanten<br />
rekenen af. Francis kan stilaan afsluiten.<br />
EP<br />
CS<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 23
Kinderen,<br />
geen soldaten<br />
© Amnesty International<br />
Dag na dag worden duizenden jongens en meisjes wereldwijd<br />
ingezet bij gevechten. Internationale verklaringen<br />
volstaan blijkbaar niet om te beletten dat gewapende<br />
groeperingen kinderen blijven inlijven en hen van hun fundamentele<br />
rechten beroven. Deze kinderen moeten werken<br />
als keukenhulp, seksslaafje, soldaat… Hun beulen gaan<br />
meestal vrijuit, terwijl zij maar al te vaak het leven laten.<br />
Elk land heeft de plicht de verdragen<br />
die het tekent na te leven.<br />
Dat geldt ook voor Het Internationale<br />
Verdrag inzake de rechten<br />
van het kind. Er zijn landen die de strijd<br />
aanbinden met het fenomeen van de kindsoldaten<br />
maar er zijn evengoed landen<br />
die de andere kant opkijken. Wanneer in<br />
een land een conflict uitbreekt maken niet<br />
alleen de rebellen maar ook de regering<br />
en het reguliere leger zich schuldig door<br />
zelf kinderen te rekruteren of door steun<br />
te verlenen aan paramilitaire groepen die<br />
kinderen rekruteren. Als er dan een eind<br />
komt aan het conflict wordt de belofte<br />
om de kinderen vrij te laten doorgaans<br />
niet ingelost: de leden van gewapende<br />
groeperingen zoeken onderdak bij het<br />
reguliere leger en nemen “hun” kinderen<br />
mee. De kans dat een kind uit deze situatie<br />
bevrijd geraakt, is dus bijzonder klein, om<br />
niet te zeggen onbestaande.<br />
Om hoeveel kindsoldaten het wereldwijd<br />
juist gaat, valt niet te zeggen. Er zijn wel<br />
cijfers over de omvang van het fenomeen<br />
in de meest getroffen landen. In Zuid-<br />
Amerika blijft de situatie in Colombia zeer<br />
onrustwekkend. In 2009 schatte de VN het<br />
aantal kindsoldaten er op 8.000 à 11.000.<br />
In Haïti zetten gewapende individuen<br />
kinderen vanaf 10 jaar in voor drugs- en<br />
wapentrafiek. Bij de meest recente conflicten<br />
in het Midden-Oosten viel een<br />
forse toename te zien van het aantal kinderen<br />
dat door de reguliere strijdkrachten<br />
en de rebellengroeperingen werd<br />
ingelijfd. In de nasleep van de revoluties<br />
in de Arabische wereld namen volgens<br />
getuigen en organisaties meer bepaald in<br />
Syrië ook kinderen deel aan gewapende<br />
schermutselingen. Afrika telt een derde<br />
van alle kindsoldaten in de wereld, een<br />
bijzonder schrijnende toestand, vooral in<br />
het Gebied van de Grote Meren. In Azië<br />
De Amnesty<br />
campagne voor<br />
de kindsoldaten<br />
Het fenomeen van de kindsoldaten<br />
is een grove schending van de fundamentele<br />
mensenrechten. Daarom is het<br />
voor Amnesty International Belgique<br />
francophone dit jaar het thema van de<br />
kaarsenactie die plaatsheeft van 12 november<br />
tot 10 december.<br />
24 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
KINDERRECHTEN<br />
Een moment van ontspanning in een sociaal reïntegratiecentrum van BVES.<br />
© Amnesty International<br />
Een jongen probeerde<br />
weg te vluchten maar hij<br />
werd gevat. Ze bonden zijn<br />
handen vast en toen hebben<br />
ze ons gedwongen om hem<br />
dood te slaan met stokken.<br />
Ik was er ziek van. Ik kende<br />
die jongen. Wij kwamen uit<br />
hetzelfde dorp. Ik weigerde<br />
en toen zegden ze dat ze<br />
me gingen afmaken. Ze<br />
richtten een geweer op mij<br />
en toen kon ik niet anders.<br />
Susan, 16 jaar, ontvoerd door het<br />
Lord Resistance Army in Oeganda.<br />
worden kindsoldaten gerekruteerd in<br />
onder andere Pakistan, Afghanistan en de<br />
Filippijnen. Myanmar zou het land zijn met<br />
het grootste aantal kinderen in het regeringsleger.<br />
Volgens informatie van de VN<br />
zouden in Thailand kinderen vooral deel<br />
uitmaken van gewapende groeperingen<br />
die niet op staatsniveau<br />
opereren, en van verdedigingsbendes<br />
in dorpen.<br />
Kindsoldaten hebben<br />
zo hun voordelen<br />
“Kindsoldaten zijn ideaal:<br />
ze klagen niet, ze verwachten<br />
niet dat je ze betaalt en<br />
als je zegt dat ze moeten<br />
doden, dan doen ze dat.”<br />
Zo vatte een Tsjadisch<br />
officier samen waarom<br />
kinderen inzetten zo voordelig<br />
uitkomt. Kinderen<br />
zijn inderdaad goedkoper<br />
dan volwassen soldaten: je<br />
moet geen soldij betalen,<br />
ze eten weinig, ze dragen<br />
geen uniform enz. Verder<br />
zijn ze heel kneedbaar:<br />
als je hen lang genoeg<br />
indoctrineert, verdwijnt<br />
alle angst en schuldgevoel.<br />
Kinderen vormen ook geen bedreiging<br />
voor het commando. Ze zijn trouw en<br />
gehoorzaam en de kans is dus klein dat<br />
ze ontsnappen of zich tegen hun leiders<br />
keren. Duizenden ontvoerde kinderen<br />
leveren in korte tijd veel extra manschappen<br />
op. Ze zijn makkelijk inwisselbaar<br />
“kanonnenvlees”. En dan zijn er nog de<br />
meisjes die als seksslaafjes voor de soldaten<br />
dienen.<br />
Kinderen zijn klein en lenig en dat mag<br />
dan als een troef worden gezien, maar ze<br />
zijn ook minder sterk dan volwassenen en<br />
verder zijn ze nog niet zelfstandig en gaan<br />
ze minder behoedzaam te werk. Al leren<br />
kinderen schieten en een geweer schoonmaken,<br />
dat maakt geen beroepssoldaten<br />
Wij moesten melk drinken<br />
waarin kruitpoeder was<br />
gemengd om onze angsten<br />
te leren bedwingen. Door<br />
dat kruitpoeder zouden we<br />
kracht krijgen en zin om<br />
te doden. (…) Je denkt bij<br />
jezelf: “Ja, laat ze op me<br />
toelopen” en dan laad je<br />
je geweer. Je schiet en je<br />
voelt je sterk, je voelt je<br />
beter in je vel.<br />
Een voormalige<br />
kindsoldaat.<br />
van hen. Overigens, kinderen rekruteren<br />
en inzetten is een misdrijf. Wie zich daaraan<br />
schuldig maakt, riskeert vervolging<br />
door het Internationaal Strafhof.<br />
Komt hier ooit een eind aan?<br />
Dankzij de wereldwijde DDR-programma’s<br />
(Disarmament, Demobilization, and<br />
Reintegration) kunnen kinderen hun situatie<br />
ontvluchten en waar mogelijk terugkeren<br />
naar hun familie. Maar dan nog hebben ze<br />
een gevecht te leveren en wel het gevecht<br />
om opnieuw aanvaard te worden door<br />
de maatschappij, hun leefgemeenschap,<br />
hun familie. De oorlogstrauma’s moeten<br />
helen. Een door volwassenen geterroriseerd<br />
kind geraakt er op eigen kracht niet<br />
uit. Het is dan ook de taak<br />
van de maatschappij en de<br />
overheid deze kinderen te<br />
beschermen en degelijke<br />
reïntegratieprogramma’s<br />
op te zetten.<br />
De structuren voor de<br />
demobilisatie en resocialisatie<br />
van kindsoldaten<br />
zijn voorhanden. Amnesty<br />
International Belgique<br />
francophone helpt al jaren<br />
het ‘Vrijwilligersbureau<br />
voor Kind en Gezondheid’<br />
(BVES). Deze organisatie<br />
in Bukavu, in de Democratische<br />
Republiek Congo,<br />
beschermt kinderen in de<br />
oorlogssituatie die het land<br />
doormaakt. Na een lang<br />
onderhandelingsproces<br />
haalt deze organisatie de<br />
kindsoldaten weg bij de<br />
gewapende groeperingen<br />
en zorgt zij ervoor dat ze opnieuw hun<br />
plaats vinden in de maatschappij.<br />
© Amnesty International<br />
Gaëlle Appelmans<br />
Amnesty International Belgique francophone<br />
online<br />
BVES - http://www.bves-rdc.org<br />
Amnesty - http://www.amnesty.be<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 25
Alles wat je altijd al<br />
wilde weten over<br />
SCHULDEN<br />
Sinds 35 jaar kampen de ontwikkelingslanden met een uiterst zware schuld, waardoor zij hun<br />
bevolking onvoldoende van de nodige diensten kunnen voorzien. Door schulden te verlichten en<br />
te herschikken probeert men een uitweg uit de impasse te vinden, maar zijn deze middelen wel<br />
succesvol? Evaluaties door de Belgische en Nederlandse overheid schetsen een beeld van de<br />
schuldenlast die op een aantal Afrikaanse landen weegt. Tegen de achtergrond van de ernstige<br />
schuldencrisis die Zuid-Europa momenteel treft, is deze kwestie meer dan ooit actueel.<br />
Evaluaties<br />
“Toen in 2006 de schuldverlichting voor<br />
DR Congo de helft van de officiële ontwikkelingshulp<br />
van België bedroeg,<br />
protesteerden de ngo’s heftig. Volgens<br />
hen zijn schuldkwijtscheldingen geen<br />
echte ontwikkelingshulp. Daarop besloot<br />
de dienst Evaluatie het fenomeen van<br />
de schuldverlichting te onderzoeken”,<br />
zegt Dominique de Crombrugghe, Bijzondere<br />
Evaluator van de Belgische<br />
AANDEEL VAN HET BUDGET VOOR<br />
SOCIALE DIENSTEN EN VOOR SCHULDEN<br />
(PERIODE 1992-1997)<br />
4 % 11,4 %<br />
36 %<br />
35 %<br />
Sociale diensten<br />
12,6 %<br />
6,7 %<br />
Internationale Samenwerking. Zijn<br />
dienst is binnen Buitenlandse Zaken<br />
belast met het toezicht op alle activiteiten<br />
van de federale staat die erkend<br />
zijn als officiële ontwikkelingshulp. “In<br />
2007 hebben we Kameroen geëvalueerd.<br />
We stelden vast dat oorspronkelijk<br />
commerciële schulden later staatsschulden<br />
werden. Dat komt vaak voor: middelgrote<br />
commerciële schulden die uiteindelijk<br />
heel zwaar op de staat wegen,<br />
40 %<br />
40 %<br />
20,4 % 33 %<br />
15 %<br />
46 %<br />
9,2 %<br />
14,1 %<br />
Kameroen Ivoorkust Kenya Zambia Niger Tanzania Nicaragua<br />
Schuldaflossingen<br />
Het ontwikkelingsmodel<br />
is niet<br />
noodzakelijkerwijze<br />
gebaseerd op schulden.<br />
Arnaud Zacharie (CNCD).<br />
zonder dat de bankenlogica in vraag<br />
wordt gesteld. Kort daarna vernamen wij<br />
dat de Nederlandse evaluatiedienst een<br />
evaluatie zou maken van de schuldenlast<br />
van Nigeria en DR Congo, op verzoek<br />
HIPCschuldeninitiatief<br />
Het HIPC-schuldeninitiatief (Highly Indebted<br />
Poor Countries Debt-Initiative) wil de schuld<br />
van de arme landen met een zware schuldenlast<br />
ombuigen tot een ‘houdbare’ schuld.<br />
Voor het IMF en de Wereldbank houdt dat in<br />
dat de waarde van de schuld 150% van de<br />
exportinkomsten bedraagt.<br />
• Het HIPC-programma in 1996 was een<br />
gezamenlijk initiatief van het IMF en<br />
de Wereldbank. In 1999 werd het programma<br />
hervormd. Normaliter is de<br />
schuldvermindering gekoppeld aan de<br />
inspanningen voor de strijd tegen de<br />
armoede in de betrokken landen.<br />
• Sinds 96 kwamen 36 HIPC-landen in<br />
aanmerking voor schuldverlichting. Voor<br />
een aantal van de armste landen kan de<br />
schuldkwijtschelding oplopen tot 90 %.<br />
• De totale schuldverlichting bedraagt tot<br />
nog toe 128 miljard dollar.<br />
Bron: PNUD Rapport sur la pauvreté dans le monde 2000<br />
26 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
SCHULDEN<br />
van de parlementen van deze landen. We<br />
besloten de evaluaties gezamenlijk uit te<br />
voeren. Deze werden besproken op het<br />
seminarie.” (zie kader)<br />
Van schulden…<br />
In de jaren ‘60 hadden veel gedekoloniseerde<br />
landen al wat schulden geërfd<br />
van hun kolonisator, maar vooral: zij<br />
werden aangemoedigd om schulden te<br />
maken. De Europese banken hadden<br />
immers een overvloed aan eurodollars<br />
en nadien (na 1973) aan oliedollars die<br />
zij tegen zeer gunstige voorwaarden aan<br />
de landen van het Zuiden wilden lenen.<br />
De oliedollars waren afkomstig van de<br />
olieverkoop door de Arabische landen<br />
die deze bij Westerse banken belegden.<br />
Daarnaast verstrekten de Wereldbank en<br />
het Internationaal Monetair Fonds massaal<br />
kredieten voor onder meer grote<br />
infrastructuurwerken zoals stuwdammen,<br />
snelwegen en fabrieken.<br />
Maar leningen moeten terugbetaald<br />
worden in de munt van de lening zelf,<br />
in dollar. De landen van het Zuiden die<br />
geen dollars hebben zien zich dus verplicht<br />
veel uit te voeren om aan vreemde<br />
munt te geraken. En dat gaat vaak ten<br />
koste van de voedselsoevereiniteit van<br />
de bevolking. Voor de uitvoer bestemde<br />
plantages gaan immers voor op de teelt<br />
van voedingsgewassen om in de eigen<br />
voedselbehoeften te voorzien. Maar er<br />
is meer, de grote hoeveelheden grondstoffen<br />
die op de internationale markt<br />
terechtkomen, doen de prijzen dalen. En<br />
door de beslissing van de Amerikaanse<br />
regering om in 1979 een anti-inflatiebeleid<br />
te voeren, worden de rentevoeten<br />
opeens verdrievoudigd.<br />
Het geval van DR Congo<br />
‘60-’80’ : Ontstaan van de schulden<br />
Bij haar onafhankelijkheid heeft DR Congo weinig schulden. Deze nemen aanzienlijk<br />
toe door 4 megaprojecten die de bevolking niet ten goede zijn gekomen, de zogenaamde<br />
‘Witte olifanten’. In de jaren ‘70 stijgt de schuld van Congo pijlsnel en wordt<br />
ze onhoudbaar. Tegelijkertijd zakt de prijs van koper. Corrupte en persoonlijke verrijking<br />
maken de situatie nog erger.<br />
‘80-2000 : Congo in de problemen<br />
In ‘84-‘85 voert Congo ‘structurele aanpassingen’ uit die zijn aanbevolen door het<br />
IMF: meer dan 50% van het al uiterst lage budget van de Congolese staat gaat<br />
naar het aflossen van de schuld. Congo moet drastisch besparen, 400.000 mensen<br />
worden ontslaan. Dat stort het land in de informele economie. Vanaf dan stoppen<br />
de schuldaflossingen.<br />
In 2001 bedraagt de overheidsschuld van Congo 13,6 miljard dollar. 71% van dat<br />
bedrag bestaat uit betalingsachterstallen. Een groot deel van de schulden wordt als<br />
‘verfoeilijk’ bestempeld. Ze zijn immers afkomstig van uitgaven die tegen de belangen<br />
van de burger in gingen of ze werden gemaakt door een dictatuur en moeten<br />
tijdens de democratische overgangsfase worden afgelost.<br />
2003 : HIPC-procedure<br />
Na de vredesakkoorden wordt in 2003 op basis van het HIPC-initiatief<br />
(zie kader) een schuldverlichting overwogen, op voorwaarde dat Congo<br />
macro-economische hervormingen doorvoert. In een eerste fase moet<br />
de schuldherschikking middelen vrijmaken die worden geïnvesteerd in de<br />
strijd tegen de armoede. Het evaluatieverslag stelt: “Congo voerde een aantal<br />
economische hervormingen door, verbeterde de kwaliteit van de overheidsdiensten<br />
en ontwikkelde een strategie om armoede te bestrijden.” Nog voor het HIPC-programma<br />
volledig is afgerond, wordt ingestemd met een schuldverlichting.<br />
Schuldverlichting en nieuwe schulden<br />
Door deze schuldverlichting wordt de schuld beter houdbaar en kan Congo de aflossingen<br />
hervatten. Een goede zaak voor de schuldeisers, aangezien Congo nu meer heeft<br />
kunnen terugbetalen dan wanneer die schuldverlichting er niet was geweest. Toch gaat<br />
Congo in 2006 een lening van 9,5 miljard dollar aan voor een aantal Chinese contracten.<br />
Op aandringen van het IMF en de Wereldbank worden deze contracten naar beneden<br />
bijgesteld. In 2010 stemt de Club van Parijs in met een schuldvermindering tot 100%<br />
van het schuldbedrag, dat van 13,6 miljard dollar in 2001 zakt naar 3,11 miljard dollar.<br />
Het uitgespaarde geld was bestemd voor de strijd tegen de armoede. EP<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 27
Dus, terwijl de schuldenlast van de landen<br />
aangroeit, zijn ze minder in staat hun<br />
schulden af te lossen…<br />
…tot crisis<br />
In 1982 gaf Mexico als eerste land te<br />
kennen dat het niet langer zijn schulden<br />
kon aflossen. Andere landen volgden.<br />
Deze situatie<br />
leidde al snel tot<br />
In 2001 bedroeg de<br />
overheidsschuld van<br />
Congo13,6 mijard<br />
dollar. 71% van dit<br />
bedrag bestond uit<br />
betalingsachterstallen.<br />
de ‘Schuldencrisis’.<br />
Geconfronteerd<br />
met het risico hun<br />
geïnvesteerde<br />
geld te verliezen,<br />
stelden de schuldeisers<br />
structurele<br />
aanpassingsplannen<br />
voor om de<br />
economieën van<br />
de landen in moeilijkheden<br />
een radicaal andere koers te<br />
doen varen. Dat betekende meestal een<br />
drastische vermindering van de sociale<br />
overheidsuitgaven, een nadruk op<br />
de rechtstreekse uitvoer van natuurlijke<br />
rijkdommen, alsook een gunstige wetgeving<br />
voor buitenlandse investeerders.<br />
Maar de bevolking had sterk onder de<br />
maatregelen te lijden.<br />
In 2000 stelde Kofi Annan, toenmalig<br />
Secretaris-Generaal van de VN, dat<br />
de schuldenlast 38% bedroeg van het<br />
totale budget van de staten van sub-<br />
Sahara Afrika. In Ecuador besteedde<br />
de regering 38% van haar budget aan<br />
schuldaflossing en slechts 22% aan<br />
sociale uitgaven.<br />
…tot schuldvermindering<br />
De schuldeisende landen, die zich hebben<br />
verenigd onder de naam Club van Parijs,<br />
moeten zich bij de feiten neerleggen: een<br />
onhoudbare schuld is voor niemand een<br />
goede zaak. In eerste instantie stellen zij<br />
een schuldherschikking voor (langere<br />
terugbetalingstermijnen); in tweede instantie<br />
een schuldverlichting<br />
(een deel van<br />
de schuld vervalt). In<br />
derde instantie volgt<br />
er in 1996 een belangrijke<br />
schuldverlichting<br />
voor de landen met<br />
hoge schuldenlast<br />
(Heavily Indebted Poor<br />
Countries of HIPC, zie<br />
kader). Voor België en<br />
de andere schuldeisende<br />
landen worden<br />
de beslissingen over schuldverlichting of<br />
-kwijtschelding bij consensus binnen de<br />
Club van Parijs genomen.<br />
En de impact?<br />
Hadden deze schuldverlichtingen echt<br />
impact op de armoede? Een debat op zich.<br />
Voor CNCD – de Franstalige tegenhanger<br />
van 11.11.11 – “kan een schuldverlichting een<br />
eenvoudige boekhoudkundige ingreep zijn<br />
die niet direct extra geld oplevert.” In Nigeria<br />
echter werd het geld dat dankzij de schuldverlichting<br />
werd uitgespaard – een miljard<br />
dollar – in een armoedefonds geplaatst om<br />
de Millenniumdoelen te financieren. Dat<br />
fonds liet toe aanzienlijk meer uit te geven<br />
voor volksgezondheid en onderwijs.<br />
Aasgierfondsen<br />
‘Aasgierfondsen’ kopen, soms voor een<br />
zeer lage prijs, schuldvorderingen met de<br />
bedoeling de schuldenaar te vervolgen om<br />
deze te dwingen zijn schuld volledig af te<br />
lossen. Voornoemde fondsen verdienen de<br />
investering 3 à 20 maal terug. De werkwijze<br />
is eenvoudig: van een instantie die in moeilijkheden<br />
verkeert voor een belachelijk lage<br />
prijs een schuld afkopen, weigeren om aan<br />
de herstructurering deel te nemen, en vervolgens,<br />
zo nodig via een rechtsgeding, het<br />
totale verschuldigde bedrag terugvorderen,<br />
verhoogd met intresten, achterstallen en<br />
boetes. Deze fondsen hebben hun naam dus<br />
niet gestolen.<br />
Elliott Associates, een aasgierfonds, slaagde<br />
er in 1990 bijvoorbeeld in een rechtszaak te<br />
winnen tegen Peru en tot 400% terug te krijgen<br />
van de prijs die het betaalde. Maar de<br />
situatie lijkt erop vooruit te gaan: in juli 2012<br />
stelde een Brits gerechtshof FG Hemisphere<br />
in het ongelijk in een rechtsgeding dat het<br />
fonds tegen de Compagnie Minière du<br />
Congo had aangespannen om 100 miljoen<br />
dollar terug te vorderen. Het fonds zal uiteindelijk<br />
met 3 miljoen dollar genoegen moeten<br />
nemen. Deze uitspraak is een precedent ten<br />
nadele van de aasgierfondsen.<br />
Volgens Lapole Kanga, deskundige bij het<br />
Congolese ministerie van Begroting, “spendeerde<br />
Congo in de overgangsperiode (vóór<br />
de schuldverlichtingen) 30% van het budget<br />
aan de afbetaling van schulden, 38% aan de<br />
lonen van de ambtenaren. U begrijpt dat er<br />
weinig overbleef voor de diensten aan de<br />
bevolking. Tegelijkertijd kon Congo steeds<br />
minder aan zijn financiële verplichtingen<br />
voldoen en kreeg het geen leningen meer<br />
© FOD BuZa / D. Decuyper<br />
Internationaal<br />
seminarie<br />
België en Nederland hebben drie evaluaties over<br />
schuldverlichting afgesloten met een conferentie<br />
in het Egmontpaleis op 26 september 2012.<br />
Daarop waren aanwezig: de Congolese en de Nigeriaanse delegatie alsook een aantal<br />
sprekers van internationale instellingen (Wereldbank, IMF, Club van Parijs, UNCTAD)<br />
en van het maatschappelijk middenveld (Afrodad, Erlassjahr, CNCD). Bedoeling was<br />
onder meer om na te gaan op welke wijze schuldverlichtingsoperaties die als officiële<br />
ontwikkelingshulp worden geboekt, als een doeltreffend ontwikkelingsinstrument<br />
kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld in de strijd tegen de armoede.<br />
online<br />
Alle besproken onderwerpen zijn terug te vinden op :<br />
diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/Ontwikkelingssamenwerking/<br />
Evaluatie/<br />
28 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
toegekend.” Droegen de schuldverlichtingen<br />
bij tot meer ontwikkeling? “Niet rechtstreeks.<br />
Een schuldverlichting brengt geen<br />
nieuwe middelen met zich mee, het gaat om<br />
virtuele middelen. Maar onrechtstreeks wel,<br />
want daardoor komt geld vrij om grote werken<br />
te financieren.”<br />
Voor de UNCTAD – het VN-orgaan dat<br />
de handel en ontwikkeling van ontwikkelingslanden<br />
ondersteunt - zijn schuldverlichtingen<br />
alvast wel een instrument voor<br />
ontwikkeling en kan het geboekt worden<br />
als officiële ontwikkelingshulp. Zij maken<br />
de betrokken landen financieel gezonder,<br />
maar alles hangt af van hoe het vrijgekomen<br />
geld wordt besteed.<br />
En daarna?<br />
Schuldverlichting is goed, maar voor<br />
welke toekomst? Waar vinden Afrikaanse<br />
landen die in hun ontwikkeling willen<br />
investeren het nodige kapitaal? Is een<br />
schuldenlast misschien een noodzakelijke<br />
voorwaarde voor ontwikkeling? Voor<br />
Arnaud Zacharie (CNCD) “moet het ontwikkelingsmodel<br />
niet noodzakelijkerwijze<br />
op schulden gebaseerd zijn. Verscheidene<br />
Aziatische landen (Zuid-Korea, Taiwan,<br />
enz.) zijn erin geslaagd economische<br />
prestaties neer te zetten met behulp van<br />
de interne spaartegoeden.” DR Congo<br />
deelt zijn standpunt: “Een schuldenlast is<br />
geen noodzakelijke voorwaarde. Als we<br />
erin slagen van de interne spaartegoeden<br />
gebruik te maken, kunnen we de ontwikkeling<br />
financieren.”<br />
De landen die over natuurlijke rijkdommen<br />
beschikken kunnen inderdaad interne<br />
middelen aanspreken. Daarnaast zijn er<br />
ook externe rijkdommen zoals de remittances<br />
(het geld dat migranten naar hun familie<br />
zenden). Toch moeten de landen vaak<br />
nieuwe leningen aangaan. Om de toekomstige<br />
schuldenlast te kunnen beheren houden<br />
de internationale financiële instellingen<br />
en de schuldeisende landen vooral vast<br />
aan het begrip van de ‘houdbare schuld’.<br />
UNCTAD lanceert een ‘Gedragscode’<br />
voor verantwoorde leningen en kredieten;<br />
de ngo’s wensen een soort ‘Gerechtshof<br />
voor de schulden’ dat onafhankelijk van de<br />
schuldeisers optreedt, en ze vragen de<br />
mogelijkheid om staten, net zoals ondernemingen,<br />
failliet te verklaren.<br />
Een punt dat meer dan ooit belangwekkend<br />
kan zijn voor de landen van het Noorden,<br />
waar het schrikbeeld van de besparingen<br />
rondwaart. Eerst ondermijnde dat<br />
schrikbeeld de welvaart van de landen van<br />
het Zuiden, en nu duikt het op in Europa, om<br />
iedereen eraan te herinneren dat het nog<br />
niet het einde is.<br />
Elise Pirsoul<br />
Alle landen<br />
hebben<br />
schulden !<br />
Kan de situatie in landen zoals Griekenland<br />
of Spanje – dan wel België – worden vergeleken<br />
met de Afrikaanse schuldencrisis?<br />
• De schuld van Griekenland bedroeg<br />
in maart 2012 350 miljard euro, oftewel<br />
170% van het BBP.<br />
• De schuld van België bedraagt 355<br />
miljard euro, oftewel 100% van het BBP.<br />
• De schuld van Congo zou 8 miljard<br />
euro bedragen, oftewel tweemaal<br />
(200%) het BBP.<br />
(Opgelet: de exacte cijfers zijn moeilijk<br />
te verifiëren.)<br />
Maar…<br />
• De schuld van België zou 47 maal hoger<br />
liggen dan die van Congo, met dien<br />
verstande dat de Belgische economie<br />
(en dus het BBP) veel sterker is en de<br />
schuld dus beter kan beheren.<br />
• Het BBP van DR Congo zou 4 miljard<br />
euro bedragen, oftewel het jaarbudget<br />
van een gemiddelde Europese stad.<br />
Alles wat je altijd al<br />
wilde weten over<br />
SCHULDEN<br />
BBP<br />
350.000.000.000 €<br />
BBP<br />
355.000.000.000 €<br />
Beleid ten aanzien van<br />
de schuldenlast…<br />
• In maart 2012 kwam Griekenland in<br />
aanmerking voor een schuldverlichting<br />
waardoor de schuld daalde van 350<br />
miljard naar 251 miljard, nadat het land<br />
'structurele aanpassingen' doorvoerde.<br />
• In '84-'85 voerde Congo een aantal<br />
'structurele aanpassingen' door, aanbevolen<br />
door het IMF: meer dan 50%<br />
van het al zeer lage budget van de<br />
Congolese staat ging naar het aflossen<br />
van de schuld!<br />
• België besteedt vandaag 23% van<br />
zijn budget aan schuldaflossing!<br />
online<br />
Belgische schuld:<br />
www.staatsschuldmeter.be<br />
BELGIË<br />
Het gaat hier over interne en externe schuld. Opgelet, de cijfers evolueren snel.<br />
EP<br />
GRIEKENLAND<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 29
Puntkomma<br />
OESO-DAC<br />
tevreden<br />
over België<br />
België is op goede weg, zo<br />
blijkt uit een tussentijdse<br />
evaluatie van de Belgische<br />
Ontwikkelingssamenwerking<br />
in september 2012. Meteen<br />
bevestigt dat het goede<br />
rapport dat ons land in<br />
2010 van OESO-DAC heeft<br />
gekregen. “We zijn tevreden<br />
dat België serieus werk<br />
gemaakt heeft van de 19<br />
aanbevelingen die het<br />
twee jaar geleden heeft<br />
gekregen”, zei John Lomoy,<br />
directeur bij OESO-DAC.<br />
Het Comité voor Ontwikkelingshulp<br />
(DAC) van de Organisatie voor Economische<br />
Samenwerking en Ontwikkeling<br />
(OESO) organiseert om<br />
de 4 jaar een peer review van zijn<br />
lidstaten. Aan de hand van opbouwende<br />
discussies stelt het de landen<br />
in staat van elkaar te leren en best<br />
practices op te pikken. In 2010 werd<br />
België gunstig beoordeeld. Niettemin<br />
kreeg ons land 19 aanbevelingen<br />
mee om zijn werking te verbeteren:<br />
de gouvernementele samenwerking<br />
verhogen, de expertise rond voedselzekerheid<br />
verbeteren, de humanitaire<br />
hulp beter afstemmen op de<br />
ontwikkelingshulp… “Er is vooruitgang<br />
op vele vlakken”, zei John<br />
Moloy, “maar het personeel in de<br />
ambassades moet nog meer beslissingsrecht<br />
krijgen zodat ze de programma’s<br />
mee vorm kunnen geven.<br />
Ze hebben immers voeling met wat<br />
er leeft en dat maakt de hulp doeltreffender.<br />
Er is ook nog werk aan de<br />
winkel om de niet-gouvernementele<br />
spelers op één lijn te brengen met<br />
het beleid.” OESO-DAC toont begrip<br />
voor de maatregel dat België zijn<br />
ontwikkelingsbudget bevriest in<br />
moeilijke tijden, maar hoopt dat het<br />
het groeipad naar 0,7% van het BBP<br />
opnieuw aanvat zodra het economisch<br />
beter gaat.<br />
CS<br />
Staten moeten meer<br />
investeren in slachtoffers<br />
van clustermunitie<br />
© Tim Dirven<br />
Bijna vier jaar na de ondertekening in Oslo begint de<br />
Conventie inzake clustermunitie vruchten af te werpen.<br />
Het ontmijningsteam had meer dan drie uur nodig om deze bom, die vlak bij een dorp gedropt werd,<br />
onschadelijk te maken.<br />
De Verdragspartijen van de conventie<br />
vernietigden al meer dan<br />
twee derden van hun stocks, zo’n<br />
86 miljoen stuks. In 2011 maakten<br />
21 staten en de Europese Commissie 48<br />
miljoen euro vrij voor de conventie, maar<br />
volgens het Clustermunitierapport ging<br />
slechts 5 % (2,5 miljoen euro) naar hulp aan<br />
overlevenden. “Dat is veel te weinig”, zegt<br />
de Amerikaanse Lynn Bradach, die haar<br />
zoon verloor door clustermunitie en die als<br />
‘Ban Advocate’ ijvert voor een wereldwijd<br />
verbod. “Onlangs was ik in Laos waar tijdens<br />
een conferentie van verdragspartijen een<br />
jong meisje werd gedood en haar zus gewond<br />
door Amerikaanse clustermunitie, die er al 40<br />
jaar lag. Ik dacht onmiddellijk: Wie helpt de<br />
familie? Wie steunt de gemeenschap? Wat<br />
gebeurt er met het gewonde kind? De middelen<br />
moeten naar de slachtoffers gaan! Volgens<br />
het Verdrag krijgen de slachtoffers prioriteit.<br />
Dus moeten ze effectief de hulp krijgen die ze<br />
nodig hebben.”<br />
In 2011 ontmijnden organisaties, zoals Handicap<br />
International, en regeringen, zoals België,<br />
gemiddeld 1 km² per week en werden 50.000<br />
stuks vernietigd. Handicap International roept<br />
alle landen op zo snel mogelijk toe te treden<br />
tot de Conventie inzake clustermunitie en de<br />
steun aan slachtoffers op te voeren.<br />
Hildegarde Vansintjan<br />
Het Clustermunitierapport 2012<br />
is te raadplegen op:<br />
http://www.the-monitor.org/<br />
online<br />
www.handicapinternational.be<br />
30 NOVEMBER-DECEMBER 2012 I <strong>dimensie</strong> 3
De Europese<br />
Ontwikkelingsdagen<br />
Stimulansen geven aan inclusieve en duurzame<br />
groei ten dienste van menselijke ontwikkeling<br />
Meer<br />
middelen<br />
voor<br />
biodiversiteit<br />
De traditionele Europese Ontwikkelingsdagen<br />
vonden plaats op 16 en<br />
17 oktober. Zij waren toegespitst op<br />
landbouw, voedselzekerheid en weerbaarheid,<br />
sociale bescherming en ongelijkheid<br />
en op de rol van de particuliere sector. Op 16<br />
oktober – Wereldvoedseldag – benadrukte<br />
Europa de belangrijke rol die de landbouwers<br />
en kleine producenten in de voedselzekerheid<br />
spelen. “Ik steun volledig de focus van<br />
dit jaar op ‘landbouwcoöperatieven’. Landbouw<br />
vormt het levensbloed van de Afrikaanse<br />
economie – meer dan een half miljard Afrikanen,<br />
of zowat 65% van de bevolking (in sommige<br />
landen meer dan 80%) hangen af van<br />
kleinschalige landbouw als hun voornaamste<br />
Website<br />
bron van inkomen. Deze boeren kweken hun<br />
gewassen op kleine stukken land, vaak ver<br />
weg van markten, wegen… zelfs van elektriciteit.<br />
Daarom zijn ze zo kwetsbaar voor crisissen<br />
en hebben ze het moeilijk om zichzelf en hun<br />
gemeenschap van voeding te voorzien.”, aldus<br />
Commissaris Piebalgs.<br />
http://live.eudevdays.eu/agenda<br />
in nieuw kleedje<br />
Er is hard aan gesleuteld, maar nu is hij klaar: een nieuwe gebruiksvriendelijker website<br />
van Kleur Bekennen. Leerkrachten kunnen er een project of traject aanvragen of zich<br />
inschrijven op nascholingen. En educatieve organisaties kunnen er direct hun aanbod<br />
uploaden en in contact staan met de educatieve medewerker in de provincie.<br />
Op de vernieuwde website is ook meer ruimte voor interactie. Zo kan je een artikel delen<br />
met een collega via mail en sociale media. Meteen inspireer je je collega’s om te werken aan<br />
wereldburgerschap in de klas! Maar de grootste verandering is dat iedereen nu een persoonlijk<br />
dossier kan aanmaken.<br />
Neem gauw een kijkje op www.kleurbekennen.be.<br />
Kleur Bekennen – een project van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking –<br />
brengt wereldburgerschap in de klas.<br />
Tegen 2015 gaat dubbel zoveel geld<br />
naar het behoud van de biodiversiteit,<br />
van 5 naar 10 miljard dollar per<br />
jaar. Dat kwamen 193 landen in oktober<br />
overeen in het Indiase Hyderabad<br />
op de 11 de biodiversiteitstop<br />
van de VN.<br />
Daarnaast zullen de ecologisch waardevolle<br />
gebieden op zee geïdentificeerd worden.<br />
Landen worden gesteund om nationale<br />
biodiversiteitplannen op te stellen. Bedrijven<br />
en ontwikkelingsorganisaties zullen<br />
aangemoedigd worden biodiversiteitdoelen<br />
op te nemen in hun programma’s. En de<br />
ongebreidelde jacht op ‘woudvlees’ in de<br />
tropen moet vervangen worden door een<br />
duurzaam beheer…<br />
“Mooie resultaten”, vindt Achim Steiner, baas<br />
van het VN-milieuprogramma UNEP. “Biodiversiteit<br />
en ecosystemen zijn een ontwikkelingsprioriteit<br />
geworden en staan centraal in<br />
de overgang naar een Groene Economie.” De<br />
Internationale Unie voor Natuurbehoud IUCN<br />
is voorzichtiger. “Met ruim 20.000 soorten<br />
die zeer ernstig bedreigd zijn, is meer concrete<br />
actie nodig. Ook de privésector zou geld<br />
kunnen bijdragen.” Het Wereldnatuurfonds<br />
WWF hekelt het tekort aan middelen. “Als we<br />
werkelijk het verlies aan dieren- en plantensoorten<br />
tegen 2020 willen stoppen, zoals twee<br />
jaar geleden beloofd in Nagoya, is zeker 200<br />
miljard nodig, meer dan het dubbele dan wat<br />
nu voorzien werd.” WWF is wel tevreden met<br />
de aandacht voor de oceanen.<br />
CS<br />
online<br />
www.cbd.int<br />
<strong>dimensie</strong> 3 I NOVEMBER-DECEMBER 2012 31
De meest<br />
kwetsbaren<br />
op het voorplan<br />
Bijna 900 miljoen mensen gaan<br />
elke avond naar bed met een lege<br />
maag. Onaanvaardbaar als je<br />
beseft dat er voldoende voedsel<br />
is om de hele wereld te voeden.<br />
© Tim Dirven / Vétérinaires Sans Frontières<br />
België wil kwetsbare mensen helpen in hun<br />
strijd tegen honger, ondervoeding en armoede.<br />
Ze moeten toegang krijgen tot gezond voedsel,<br />
meerdere keren per dag. Het Belgisch parlement<br />
heeft in 1983 een speciaal orgaan opgericht<br />
om dat te bereiken: het BELGISCH FONDS VOOR<br />
VOEDSELZEKERHEID.<br />
Het Fonds probeert de voedselonzekerheid bij zijn<br />
wortels aan te pakken. Het financiert daarvoor brede<br />
programma’s die zich toeleggen op de vele <strong>dimensie</strong>s<br />
van voedselzekerheid zoals kleinschalige landbouw,<br />
gezondheidszorg, waterbeheer, evenwichtige voeding<br />
en de uitbouw van instellingen. Het Fonds werkt via<br />
Belgische ngo’s, multilaterale instellingen en de Belgische<br />
Technische Coöperatie.<br />
Het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid spitst zich<br />
toe op gebieden in Sub-Sahara- Afrika waar de voedselonzekerheid<br />
zeer hoog is. Zijn programma’s krijgen<br />
daarvoor geld van de Nationale Loterij en de Belgische<br />
Ontwikkelingssamenwerking.<br />
DGD - directie-generaal<br />
ontwikkelingssamenwerking<br />
Karmelietenstraat 15 • B-1000 Brussel<br />
Tel. +32 (0)2 501 48 81 • Fax +32 (0)2 501 45 44<br />
E-mail : info.dgd@diplobel.fed.be<br />
www.diplomatie.be • www.dg-d.be