oratie Prins 1..21 - Oratiereeks
oratie Prins 1..21 - Oratiereeks
oratie Prins 1..21 - Oratiereeks
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Naast deze veroudering en de co-infecties besteden we onze tijd op de poli<br />
vooral aan het bevorderen van therapietrouw. HIV is een chronische ziekte;<br />
de huidige middelen onderdrukken het virus effectief, maar genezen je niet<br />
van HIV. Als je stopt met de medicatie komt het virus direct weer terug. Eenmaal<br />
begonnen met medicatie moet je er dus levenslang mee doorgaan. Dat is<br />
een hele opgave. Het is zeker wel makkelijker geworden. In 1996 moest je drie<br />
keer per dag een handvol pillen slikken op een nuchtere maag. Tegenwoordig<br />
lukt het meestal wel om een eenmaal daags regime samen te stellen. Het vervelende<br />
is echter dat zeer hoge therapietrouw noodzakelijk is. We weten van<br />
de behandeling van bijvoorbeeld hoge bloeddruk en suikerziekte dat in het<br />
gunstigste geval mensen 80% van hun pillen innemen. Dat is bij HIV echt niet<br />
goed genoeg. Bij een dergelijke therapietrouw krijgt het virus de gelegenheid<br />
zich te blijven vermenigvuldigen. Virusvermenigvuldiging in aanwezigheid<br />
van te lage geneesmiddelenspiegels leidt snel tot resistentie van het virus, waarna<br />
de gebruikte middelen niet meer werken. We gaan ervan uit dat bij HIV<br />
95% therapietrouw nodig is. De eerlijkheid gebied te zeggen dat we niet precies<br />
weten hoeveel procent nu echt het minimum is. Het is zeer wel mogelijk dat<br />
dit percentage als je net met de behandeling begint hoger moet zijn dan na zeg<br />
zes jaar trouw slikken.<br />
Wat weten we van de therapietrouw van onze eigen patiënten? Marijn de<br />
Bruin, vorige week gepromoveerd in Maastricht, heeft de afgelopen jaren zeer<br />
fraai onderzoek verricht op onze poli met MEMS-caps (De Bruin et al., 2005).<br />
Dat zijn dekseltjes met een chip erin die op medicijnpotjes passen en keurig<br />
registeren wanneer het potje opengaat en er dus geslikt gaat worden. Het bleek<br />
dat 60% van de patiënten minder dan 95% van hun medicatie op de juiste tijd<br />
innam. Dat viel dus tegen. De helft van degenen met een te lage therapietrouw<br />
kreeg vervolgens extra begeleiding. Samen met de patiënt werd gekeken op<br />
welk moment het misging en waarom, en wat daaraan te doen was. Het bleek<br />
dat bij deze gerichte begeleiding de therapietrouw aanmerkelijk verbeterde,<br />
terwijl de therapietrouw in de controlegroep niet verbeterde.<br />
Toch hadden verreweg de meesten van alle onderzochte patiënten een onmeetbaar<br />
lage viral load in hun bloed, dat wil zeggen dat de hoeveelheid virus<br />
in het bloed zo laag was dat we deze niet kunnen meten. Je kunt je dus afvragen<br />
of het eigenlijk wel erg was dat ze die 95% aanvankelijk niet haalden.<br />
Als je echter nauwkeuriger keek naar de hoeveelheid virus in het bloed, en ook<br />
kleine uitschieters –‘blips’ genoemd – meetelde, bleek wel degelijk dat een<br />
betere therapietrouw een betere onderdrukking van de virusvermenigvuldiging<br />
opleverde. Dat is extra interessant omdat er al jarenlang een controverse<br />
gaande is over residual replication. Daarmee wordt bedoeld dat je, als je nauwkeurig<br />
kijkt, ook bij succesvolle therapie altijd kleine hoeveelheden virus in<br />
bloed en cellen kunt blijven aantonen. De vraag is of dit wijst op slechte thera-<br />
A TALE OF TWO CITIES 7