Download - Gemeente Olst-Wijhe
Download - Gemeente Olst-Wijhe
Download - Gemeente Olst-Wijhe
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>, 25 juni 2009<br />
doc. nr.: 0943-18-RU-UK<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood
Inhoud<br />
1. Inleiding..................................................................................................................................... 3<br />
2. Rood voor rood aanvragen in de gemeente...............................................................................4<br />
2.1 Aantal aanvragen en overeenkomsten.................................................................................. 4<br />
2.2 Ervaring met het beleid........................................................................................................ 5<br />
3. Thema’s.....................................................................................................................................6<br />
3.1 Communicatie......................................................................................................................6<br />
3.1.1 Spelregels.......................................................................................................................6<br />
3.1.2 Planning.........................................................................................................................6<br />
3.1.3 Contactpersoon Rood voor rood....................................................................................6<br />
3.1.4 Gebiedscoördinator.......................................................................................................6<br />
3.2 De beleidsregels................................................................................................................... 7<br />
3.2.1 Plek compensatiekavel................................................................................................... 7<br />
3.2.2 Grootte compensatiekavel............................................................................................. 7<br />
3.2.3 Inhoud compensatiewoning.......................................................................................... 7<br />
3.2.4 Minimale oppervlakte te slopen gebouwen................................................................... 7<br />
3.2.5 Eerder gesloopte bebouwing ......................................................................................... 8<br />
3.2.6 Combinatie locaties....................................................................................................... 8<br />
3.2.7 Te behouden oppervlakte bijgebouwen.........................................................................9<br />
3.2.8 Landbouwontwikkelingsgebieden................................................................................ 10<br />
3.2.9 Ontmenging................................................................................................................ 10<br />
3.3 Ruimtelijke kwaliteit ............................................................................................................ 11<br />
3.3.1 Verbetering ruimtelijke kwaliteit.................................................................................... 11<br />
3.3.2 Voorbeelden .................................................................................................................12<br />
3.3.3 Ervenconsulent.............................................................................................................12<br />
3.3.4 Relatie met bouwplan compensatiewoning..................................................................12<br />
3.4 Financiële consequenties....................................................................................................13<br />
3.4.1 Taxatie compensatiekavel.............................................................................................13<br />
3.4.2 Sloopkosten ................................................................................................................ 14<br />
3.4.3 Overige kosten ............................................................................................................ 14<br />
3.4.4 Landschapsfonds........................................................................................................ 16<br />
3.4.5 Privaatrechtelijke overeenkomst Rood voor rood ........................................................ 16<br />
3.5 <strong>Gemeente</strong>lijke organisatie...................................................................................................17<br />
3.5.1 Afstemming binnen gemeente......................................................................................17<br />
3.5.2 Afstemmen met andere plannen ..................................................................................17<br />
3.5.3 Handhaving ..................................................................................................................17<br />
3.5.4 Procedure .....................................................................................................................18<br />
4. Conclusie................................................................................................................................. 19<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 2 van 19
1. Inleiding<br />
Aanleiding<br />
Begin 2006 is de deelnotitie VAB: Rood voor rood vastgesteld. Afgelopen jaren is ervaring<br />
opgedaan met de toepassing van Rood voor rood, de provincie heeft een aantal wijzigingen in<br />
haar beleid doorgevoerd, de wetgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening (Wro) en<br />
grondexploitatie is gewijzigd, de gemeente heeft een landschapsontwikkelingsplan (LOP)<br />
opgesteld en voert een herziening van het bestemmingsplan buitengebied uit waarvoor een<br />
Nota van Uitgangspunten is vastgesteld. Aanleiding om de deelnotitie tegen het licht te houden<br />
en eventueel op een aantal punten te actualiseren of aan te passen.<br />
Doel<br />
Het uitvoeren van de evaluatie heeft tot doel om de werking van het Rood voor rood beleid in de<br />
gemeente tegen het licht te houden en af te wegen of er verbeteringen zijn door te voeren.<br />
Hiervoor zullen voorstellen gedaan worden.<br />
Het doorvoeren van deze voorstellen in het beleidskader leidt tot een actueel beleidskader dat<br />
als basis kan dienen voor toetsing van aanvragen in het kader van Rood voor rood.<br />
Werkwijze<br />
Een terugblik over de aanvragen leert hoe het Rood voor rood beleid werkt in de praktijk. Wordt<br />
er gewerkt aan de doelen die de gemeente met dit beleid voor ogen had? Informatie wordt<br />
gehaald uit het overzicht van aanvragen in de gemeente, ervaring binnen de vakgroep van<br />
andere vakgroepen, ervaring bij de buurgemeenten Deventer en Raalte en de onlangs<br />
uitgevoerde evaluatie van de provincie.<br />
Uit analyse van de diverse onderwerpen die hieruit naar boven komen, blijkt mogelijk een wens<br />
tot verbetering. Indien dat zo is, worden hier voorstellen voor aanpassing in het beleidskader<br />
gedaan. Het kan ook zijn, dat niet zozeer aanpassing van het beleid nodig is, maar wel<br />
bijvoorbeeld de uitvoering hiervan of de communicatie hierover.<br />
Op dit moment worden geen interviews gehouden met deelnemers aan de Rood voor rood<br />
regeling. De knelpunten zijn intern bekend (ook aangegeven knelpunten door initiatiefnemers en<br />
adviesbureaus). Ook is het aantal gerealiseerde Rood voor roodprojecten nog beperkt. De<br />
provincie heeft afgelopen jaar een evaluatie gehouden over het Rood voor rood beleid waar<br />
verschillende aspecten naar boven zijn gekomen. De provincie heeft interviews gehouden met<br />
provinciale en gemeentelijke politici, ambtenaren en deelnemers aan de Rood voor rood<br />
regeling. Het beeld dat hieruit naar voren kwam is zeer herkenbaar voor de situatie in <strong>Olst</strong>-<br />
<strong>Wijhe</strong>.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 3 van 19
2. Rood voor rood aanvragen in de gemeente<br />
2.1 Aantal aanvragen en overeenkomsten<br />
Op het moment (juni 2009) zijn er zes Rood voor roodovereenkomsten gesloten in de<br />
gemeente. Dat zijn de locaties Wechterholt 31, Steunenbergerweg 7/7a, Hogeweg 22,<br />
Steunenbergerweg 1, Kappeweg 3a en Diepenveenseweg 16. In totaal gaat het om een<br />
oppervlakte van 8000 m2 aan gesloopt oppervlak.<br />
Op meerdere locaties heeft sloop van landschapsontsierende bebouwing plaatsgevonden. Op<br />
één locatie wordt momenteel gebouwd. Voor het overige heeft de bouw van de<br />
compensatiewoningen nog niet plaatsgevonden. De plannen bevinden zich in een vergevorderd<br />
stadium.<br />
Bij vier projecten is er sprake van afdracht aan het op te richten landschapsfonds omdat de<br />
investeringen in ruimtelijke kwaliteit niet geheel op het eigen perceel plaats kunnen vinden. De<br />
afdracht bedraagt in totaal circa € 80.000,- .<br />
Er zijn in totaal ongeveer 15 aanvragen in voorbereiding. Dit jaar worden nog drie Rood voor<br />
roodovereenkomsten verwacht. In vergelijking met andere gemeenten scoort <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> qua<br />
aantal aanvragen die in voorbereiding zijn en de te verwachten overeenkomsten iets boven het<br />
gemiddelde (monitor provincie Overijssel september 2008).<br />
Opvallend is dat er maar heel beperkt aanvragen zijn in Wesepe, Welsum en Marle. Voor het<br />
overige zijn de aanvragen redelijk verspreid door de gemeente.<br />
De aanvragen zijn divers van aard. Indieners zijn projectontwikkelaars, particulieren (burgers),<br />
stoppende agrariërs en een landgoedeigenaar. In een tweetal aanvragen wordt de Rood voor<br />
roodaanvraag gecombineerd met VAB: werken waarbij een resterende schuur de functie krijgt als<br />
zorgboerderij. In één situatie wordt naast toepassing van Rood voor rood de karakteristieke<br />
boerderij gesplitst in twee woningen.<br />
De voorbereiding van een aanvraag neemt over het algemeen veel tijd in beslag.<br />
De ervaring tot nu toe is dat van het eerste contact tot aan het tekenen van de overeenkomst al<br />
snel een jaar in beslag neemt. De planologische procedure moet dan nog doorlopen worden.<br />
Conclusie: loopt het of niet?<br />
De aanvragen van het eerste uur komen nu tot een concretisering in een overeenkomst. Dit<br />
betekent een concentratie van overeenkomsten die in deze maanden getekend worden. Na deze<br />
‘hoos’ zal het naar verwachting stabiliseren naar circa drie tot vijf aanvragen/overeenkomsten<br />
per jaar.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 4 van 19
2.2 Ervaring met het beleid<br />
Over het algemeen zijn aanvragers tevreden over de mogelijkheden die Rood voor rood biedt<br />
(uit evaluatie provincie 2008). Deelnemers noemen de volgende kritiekpunten:<br />
- de regeling is ingewikkeld;<br />
- de voorfinanciering van advieskosten is een risico als het project niet doorgaat;<br />
- de vergoeding voor slopen is niet altijd kostendekkend;<br />
- het vergt veel tijd over een lange periode voordat er resultaat is;<br />
- de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen (75m2) is te weinig, zeker bij een<br />
hobbyboerderij waar men over wat grond beschikt.<br />
In gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> kan daarbij genoemd worden:<br />
- er is te veel wisseling in de contactpersonen voor Rood voor rood bij de gemeente;<br />
- het duurt lang voordat er reactie komt (capaciteitsprobleem).<br />
Vanuit de eigen ervaring kan gezegd worden dat aanvragen die precies binnen het beleid passen,<br />
relatief snel behandeld kunnen worden. Maar dat het veel tijd in beslag neemt als er discussie is<br />
over bijvoorbeeld de waarde van de compensatiekavel (te laag gewaardeerd), de plek van de<br />
compensatiekavel (niet ter plaatse) en het inrichtingsplan (hoogte investeringen in ruimtelijke<br />
kwaliteit).<br />
Het Rood voor rood beleid biedt ruimte voor maatwerk, wat positief is om in te kunnen spelen<br />
op de specifieke kenmerken van de aanvraag en de locatie. Tegelijkertijd betekent dit<br />
overlegkarakter van de regeling dat het meer tijd vergt om tot een plan te komen waar een ieder<br />
achter staat. Oppassen is het voor ‘onderhandelingsplanologie’ in plaats van<br />
‘ontwikkelingsplanologie’.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 5 van 19
3. Thema’s<br />
In dit hoofdstuk worden verschillende thema’s met betrekking tot het Rood voor rood beleid<br />
behandeld. Waar aan de orde, worden verbetervoorstellen voor het beleid of de uitvoering van<br />
het beleid gegeven. De verbetervoorstellen staan in een schuine tekst.<br />
3.1 Communicatie<br />
3.1.1 Spelregels<br />
De communicatie tussen initiatiefnemers en gemeente is erg belangrijk bij de toepassing van<br />
Rood voor rood. Het is een complexe regeling waarbij iedere situatie weer anders is. Dit maakt<br />
de regeling kwetsbaar, constateert ook de provincie. De toepassing van het beleid bestaat uit<br />
veel maatwerk, maar het moet geen onderhandelingsspel worden. Daarom is het belangrijk de<br />
spelregels helder te communiceren en eenduidig te hanteren.<br />
3.1.2 Planning<br />
Hiermee samenhangend is het voor initiatiefnemers soms niet duidelijk welke stap gezet moet<br />
worden, welke stukken aangeleverd moeten worden. Door deze onduidelijkheid duurt het proces<br />
weer langer. Het opgestelde (en onlangs geactualiseerde) stappenplan biedt houvast aan<br />
initiatiefnemers en hun adviseurs. Wel kan vanuit de gemeente meer aandacht worden besteed<br />
aan de communicatie over de te zetten stappen en de planning die hier vanuit beide partijen bij<br />
hoort.<br />
3.1.3 Contactpersoon Rood voor rood<br />
In gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> zijn afgelopen jaren veel verschillende personen aanspreekpunt voor<br />
Rood voor rood geweest door het verloop van personeel en verschuiving van<br />
verantwoordelijkheden van medewerkers. Verklaarbaar, maar erg vervelend voor de<br />
initiatiefnemers. Informatie gaat verloren (mondelinge afspraken, terreinkennis) en de<br />
doorlooptijd voor de initiatiefnemer wordt langer in sommige gevallen.<br />
In de provinciale evaluatie staat de aanbeveling één contactpersoon voor erfzaken/Rood voor<br />
rood te benoemen. Per aanvraag kan dan bekeken worden welk beleid het best toegepast kan<br />
worden. Gezien het aantal aanvragen in de gemeente voor VAB wonen, VAB werken en Rood<br />
voor rood en eventuele andere erfzaken, is het niet realistisch qua werkbelasting dit onder te<br />
brengen bij één persoon. Het zou de behandeling van dergelijke aanvragen ook erg kwetsbaar<br />
maken, de kennis wordt onvoldoende gedeeld.<br />
Voorstel:<br />
Eén contactpersoon per aanvraag aanwijzen. Er kunnen wel meerdere personen Rood voor rood<br />
aanvragen behandelen, maar één persoon is het best op de hoogte van de regeling<br />
(contactpersoon naar provincie, kennisuitwisseling met andere gemeenten etcetera), deze<br />
persoon is de interne vraagbaak. Streven naar continuïteit voor de initiatiefnemers.<br />
3.1.4 Gebiedscoördinator<br />
De gebiedscoördinator denkt vrijblijvend mee met bewoners en ondernemers in het<br />
buitengebied. Rood voor rood is één van de vele zaken waar het gesprek over kan gaan. De<br />
gebiedscoördinator is bekend met de toepassing van Rood voor rood en verzorgt (naast de<br />
gemeentelijke contactpersoon) een eerste voorlichting. De gemeentelijke contactpersoon en de<br />
gebiedscoördinator hebben regelmatig overleg over lopende en nieuwe initiatieven. De ervaring<br />
met deze werkwijze is positief.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 6 van 19
3.2 De beleidsregels<br />
3.2.1 Plek compensatiekavel<br />
Er is veel discussie over de plek van de compensatiekavel. Een kavel op de plaats waar gesloopt<br />
wordt, is vanuit de initiatiefnemer vaak niet wenselijk in verband met het verlies aan privacy. Dit<br />
is echter wel een belangrijke randvoorwaarde vanuit het Rood voor rood beleid. Op de plaats<br />
waar gesloopt wordt, wordt immers ook de ruimtelijke kwaliteit verbeterd. Een compensatiekavel<br />
kan hier meestal goed landschappelijk worden ingepast. Een compleet nieuwe plek betekent<br />
vaak een verdere versnippering (en voor het oog verstening) van het landelijk gebied. Dit druist<br />
tegen het algemene beleid in geen nieuwe woningen toe te staan in het buitengebied. Er is dan<br />
ook geen reden om op dit punt het beleid aan te passen.<br />
Een uitzondering in het beleid wordt gemaakt voor situaties waar het realiseren van een<br />
compensatiekavel ter plaatse niet kan vanuit landschappelijke of milieutechnische<br />
overwegingen. In dergelijke gevallen mag een compensatiekavel gerealiseerd worden<br />
aansluitend bij kernen en lintbebouwing. In de praktijk kan een compensatiekavel meestal ter<br />
plaatse gerealiseerd worden, slechts in één situatie is gezocht naar een locatie elders. Het bleek<br />
daarbij erg lastig een geschikte compensatiekavel te vinden. Ruimtelijk geschikte locaties waren<br />
niet beschikbaar of te duur, en beschikbare locaties lagen ruimtelijk gezien niet geschikt.<br />
Om het eenvoudiger te maken voor initiatiefnemers kan de gemeente er voor kiezen een actieve<br />
grondpolitiek te voeren voor Rood voor rood compensatiekavels. Aangezien de behoefte hieraan<br />
marginaal is, is het voorstel hier geen energie in te steken.<br />
3.2.2 Grootte compensatiekavel<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> is bij de vaststelling van het gemeentelijke beleidskader afgeweken van de<br />
provinciale norm van compensatiekavels met een grootte van 1000 m2. Er is voor gekozen een<br />
standaardnorm van 850 m2 te hanteren om zo de markt toegankelijk te houden voor een<br />
bredere doelgroep. In de praktijk blijkt echter dat men zich bij verkoop van de bouwgrond qua<br />
prijsstelling op het hogere segment richt. Enkel indien de bouwkavel binnen de eigen kring<br />
(gezin, familie) verkocht wordt, pakt een kleinere bouwkavel prijstechnisch gunstiger uit. Dat<br />
laatste komt echter bijna niet voor.<br />
Nadeel van een kleinere kavelgrootte hanteren is dat er minder geld overblijft voor investeringen<br />
in de ruimtelijke kwaliteit.<br />
Voorstel: aansluiten bij de provinciale richtlijn voor een kavelgrootte van 1000 m2.<br />
3.2.3 Inhoud compensatiewoning<br />
In het Rood voor rood beleid is de maximale maat voor de compensatiewoning 750 m3. In de<br />
Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan buitengebied is dit de inhoudsmaat. Deze maat<br />
kan daarmee gehandhaafd blijven in het Rood voor rood beleid.<br />
3.2.4 Minimale oppervlakte te slopen gebouwen<br />
Op dit moment is geen minimum te slopen oppervlakte opgenomen in het beleid. Indien<br />
meerdere locaties samen één Rood voor roodaanvraag vormen, kan het (in theorie) dus zijn dat<br />
op één erf slechts 50 m2 gesloopt wordt. De overige voorwaarden van Rood voor rood gelden<br />
dan wel op dit erf. Ook blijft het recht op bijgebouwen met een totale oppervlakte van 100 m2 op<br />
basis van de Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan buitengebied.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 7 van 19
Je kunt stellen dat het slopen van een beperkt aantal vierkante meters erg weinig bijdraagt aan<br />
het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast bestaat het risico dat kleine bijgebouwen<br />
als bakhuisjes, hooibergen en kippenhokken worden aangemeld. Dergelijke bijgebouwen dragen<br />
juist bij aan het typische uiterlijk van het erf. Ook leeft vaak de wens om juist meer bijgebouwen<br />
te behouden dan de toegestane 75/100 m2, maatwerk wordt al geleverd voor karakteristieke<br />
bijgebouwen.<br />
Samenvattend is het aan te bevelen een minimum te slopen oppervlakte op te nemen in het<br />
beleid. De vraag rijst welk minimum dan moet gelden.<br />
<strong>Gemeente</strong> Deventer heeft een minimum van 100 m2 opgenomen in het Rood voor rood beleid.<br />
In gemeente Raalte is een minimum gesteld van 150 m2. Dit laatste was gebaseerd op de<br />
provinciale saneringregeling. In het kort houdt deze regeling in dat bij sloop van voormalige<br />
bedrijfsgebouwen, deze 1:1 kunnen worden vervangen door één of meerdere bijgebouw(en), tot<br />
een maximale oppervlakte van 150 m2. De provinciale saneringsregeling is inmiddels verruimd<br />
naar 250 m2 maximaal terug te bouwen oppervlak. Een goede landschappelijke en ruimtelijke<br />
kwaliteit is hierbij een belangrijke voorwaarde. Deze regeling is overgenomen in de Nota van<br />
Uitgangspunten bestemmingsplan buitengebied. Het is logisch om hierop aan te sluiten, dit is<br />
een oppervlaktemaat van bijgebouwen die in de toekomst meer zal voorkomen bij<br />
burgerwoningen in het buitengebied. In sommige gevallen kan er toch sprake zijn van een<br />
kleiner oppervlakte waarbij het toch zeer wenselijk is dat deze gesaneerd wordt, maatwerk moet<br />
dan mogelijk zijn.<br />
Voorstel:<br />
Instellen van een minimum te slopen oppervlakte op een erf van 250 m2. Gemotiveerd kan<br />
hiervan afgeweken worden met een kleiner oppervlakte indien het gaat om bouwwerken die<br />
afbreuk doen aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.<br />
3.2.5 Eerder gesloopte bebouwing<br />
Het is niet mogelijk om reeds gesloopte gebouwen mee te laten rekenen in de 850 m2 norm.<br />
Soms kan het wel voorkomen dat er concrete plannen zijn om deel te nemen aan Rood voor<br />
rood, maar dat het wenselijk is de schuren alvast te slopen, bijvoorbeeld vanwege<br />
instortingsgevaar. In zulke gevallen wordt in de huidige praktijk (niet vastgelegd in beleid) bij de<br />
sloopvergunning aangegeven dat de vierkante meters in een later stadium ingebracht kunnen<br />
worden in een Rood voor rood aanvraag. Er moet dan wel al zicht zijn op concrete plannen. Ten<br />
behoeve van de overeenkomst moeten ook diverse sloopoffertes zijn aangevraagd, en is de<br />
gecorrigeerde vervangingswaarde van de gebouwen vastgesteld en goedgekeurd door de<br />
gemeente. Ook moet er in dit geval binnen een periode van twee jaar een Rood voor rood<br />
overeenkomst zijn gesloten.<br />
Voorstel:<br />
In het beleid opnemen dat voorafgaand aan het sluiten van een Rood voor rood overeenkomst<br />
sloop van gebouwen mogelijk is. Bij de sloopvergunning wordt aangegeven dat de vierkante<br />
meters binnen een periode van twee jaar meegenomen kunnen worden in een Rood voor rood<br />
overeenkomst.<br />
3.2.6 Combinatie locaties<br />
In het huidige beleidskader staat dat bij een combinatie van twee of meer locaties minimaal 2/3<br />
van de te slopen oppervlakte binnen gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> moet liggen om aanspraak te kunnen<br />
maken op een compensatiekavel binnen de gemeente. In de provinciale regeling is dit bewust<br />
niet aan gemeentegrenzen gebonden, om provinciebreed een zo groot mogelijke bijdrage aan de<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 8 van 19
uimtelijke kwaliteit te kunnen leveren. Uit het oogpunt van regionale samenwerking valt er wat<br />
voor te zeggen deze gemeentelijke beleidsregel los te laten. <strong>Gemeente</strong> Raalte hanteert deze regel<br />
niet. <strong>Gemeente</strong> Deventer wil gemeentegrensoverschrijdende combinaties alleen bij uitzondering<br />
mogelijk maken en stelt een grens van 70% binnen de gemeente te slopen oppervlakte. Met<br />
deze Sallandse gemeenten ligt samenwerking voor de hand.<br />
Met de eis dat een locatie minimaal 250 m2 inbreng moet hebben, is een verbetering van de<br />
ruimtelijke kwaliteit binnen de gemeentegrenzen voldoende gewaarborgd.<br />
Voorstel:<br />
Met het oog op gemeentelijke samenwerking het uitgangspunt dat minimaal 2/3 van de<br />
gesloopte oppervlakte binnen gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> moet liggen, loslaten.<br />
In verschillende gemeente in Overijssel is een maximum gesteld aan het aantal locaties dat<br />
gezamenlijk tot 850 m2 te slopen oppervlakte komt. Dit om het zogenoemde ‘sprokkelen’ te<br />
voorkomen. In gemeente Enschede is bijvoorbeeld een maximum gesteld van twee locaties bij<br />
een combinatie. In gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> is er nog geen sprake geweest van ‘sprokkelen’, de<br />
vraag is ook of dit niet wenselijk zou zijn. Met de eis van minimaal 250 m2 te slopen oppervlakte<br />
per locatie wordt op elke locatie een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit bereikt. Wel zijn er in<br />
situaties met meerdere locaties relatief veel plankosten, voor elke locatie moet een<br />
inrichtingsplan worden opgesteld. Afwegend is het niet nodig een maximum te stellen aan het<br />
aantal locaties om tot een totaal oppervlakte te slopen m2 te komen. Het idee is dat ook bij het<br />
betrekken van meerdere locaties bijgedragen wordt aan het doel van de regeling ‘het verbeteren<br />
van de ruimtelijke kwaliteit’.<br />
De gebiedscoördinator speelt een rol bij het verbinden van initiatiefnemers. De gemeentelijke<br />
contactpersoon geeft (na goedbevinden) gegevens door van initiatiefnemers met een tekort aan<br />
m2. Ook kan de initiatiefnemer aangeven of er wel of geen compensatiekavel ter plaatse gewenst<br />
is.<br />
3.2.7 Te behouden oppervlakte bijgebouwen<br />
In de Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan is een maximale oppervlaktemaat van 100 m2<br />
voor bijgebouwen bij woningen op genomen. Bij deelname aan Rood voor rood is het voorstel<br />
deze oppervlaktemaat voor de bijgebouwen van zowel de voormalige bedrijfswoning als de<br />
nieuw te bouwen woning (mits gelegen in het buitengebied) te verwerken in het beleid.<br />
Vaak is de wens om een groter oppervlakte aan bijgebouwen te behouden of te realiseren. De<br />
bewoners van de locatie zijn een groot oppervlakte aan schuren gewend. Men heeft vaak nog wat<br />
landbouwmachines voor een aantal hectare grond en wat hobbyvee. Voor de ‘nieuwe burgers’ in<br />
het buitengebied speelt dit minder.<br />
Uitzonderingen op de 75/100 m2-norm zijn er binnen het beleid voor karakteristieke gebouwen<br />
bij de voormalige bedrijfswoning. Het is zelfs zeer wenselijk deze te laten staan, deze gebouwen<br />
dragen bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het erf. Sloop binnen de Rood voor rood regeling is<br />
niet mogelijk. In overleg met de ervenconsulent wordt bekeken welke gebouwen mogen of<br />
moeten blijven staan.<br />
Momenteel vindt er een inventarisatie plaats door Het Oversticht naar karakteristieke panden en<br />
erven in het buitengebied. Deze lijst wordt meegenomen in het nieuwe bestemmingsplan<br />
buitengebied en vormt een informatiebron.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 9 van 19
Een andere uitzondering is er voor gebouwen die een vervolgfunctie hebben. Bijvoorbeeld als<br />
een schuur in het kader van het VAB-beleid verbouwd wordt voor de functie als zorgboerderij of<br />
verblijfsrecreatie of als het gebruikt wordt voor ‘hobbyboeren’.<br />
Het huidige Rood voor rood beleid biedt voldoende mogelijkheden om dit maatwerk toe te<br />
passen. Het doel ‘verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit’ staat hierin centraal.<br />
Voorstel:<br />
Voor de maten van de bijgebouwen voor de voormalige bedrijfswoning en de nieuw te bouwen<br />
woning een maximum oppervlakte van 100 m2 opnemen in het Rood voor rood beleid.<br />
Maatwerk binnen het Rood voor rood beleid blijft mogelijk indien ruimtelijk goed onderbouwd in<br />
een erfplan.<br />
3.2.8 Landbouwontwikkelingsgebieden<br />
In het huidige Rood voor rood beleidskader is het uitgangspunt opgenomen dat<br />
compensatiekavels niet in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) worden gesitueerd. In die<br />
situaties waarbij er voor (nieuwe) bedrijven echter geen extra beperkingen ontstaan voor de<br />
uitbreiding van stankhinder kan hier in bijzondere situaties wel een compensatiekavel worden<br />
gesitueerd.<br />
Door de opstelling van de concept-Visie voor de LOG’s (niet vastgesteld) kan er specifieker wat<br />
gezegd worden over toepassing van Rood voor rood in de LOG’s.<br />
In de concept-Visie worden de LOG’s verder opgedeeld in een drietal zones: ‘normaal’ agrarisch<br />
gebruik, zone voor hervestiging en zone voor nieuwvestiging.<br />
In de zone voor ‘normaal’ agrarisch gebruik kan Rood voor rood worden toegepast. Uiteraard<br />
blijft staan dat agrarische en andere positief bestemde bedrijven in de omgeving niet in hun<br />
bedrijfsvoering gehinderd mogen worden.<br />
In de zone voor hervestiging is toepassing van Rood voor rood niet mogelijk. De gemeente wil<br />
primair op hervestigingslocaties ruimte bieden voor de ontwikkeling van de intensieve<br />
veehouderij. Indien deze onvoldoende beschikbaar zijn, dan komt nieuwvestiging van intensieve<br />
veehouderij pas aan de orde.<br />
Na toepassing van Rood voor rood vervalt de agrarische bestemming en zijn er geen<br />
bouwmogelijkheden meer op die locatie. Er verdwijnt daarmee een potentiële<br />
hervestigingslocatie en dit is niet gewenst binnen de visie. Enkel indien met een geurscan, met<br />
maximale (geur- en ammoniak) reducerende maatregelen, aangetoond kan worden dat de<br />
ontwikkeling van een duurzame locatie voor een bedrijf met intensieve veehouderij niet mogelijk<br />
is, kan het college besluiten medewerking te verlenen aan toepassing van Rood voor rood. Het<br />
gaat hier dan om een zeer uitzonderlijke situatie.<br />
In de zone voor nieuwvestiging komen geen bestaande agrarische bouwblokken voor, Rood voor<br />
rood kan niet toegepast worden. Voor Rood voor roodaanvragen die in de buurt van deze zones<br />
liggen geldt uiteraard wel een toets.<br />
Voorstel:<br />
Bij uitzondering het toepassen van Rood voor rood en het realiseren van een compensatiekavel<br />
in een LOG mogelijk maken.<br />
3.2.9 Ontmenging<br />
De Rood voor rood regeling geldt wanneer in het reconstructiegebied sprake is van een<br />
gemengd bedrijf in extensiveringsgebied waarbij alleen de intensieve tak wordt beëindigd en de<br />
hierbij behorende landschapsontsierende bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Voor het<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 10 van 19
continueren van de grondgebonden tak mogen echter geen nieuwe bedrijfsgebouwen worden<br />
opgericht. De provincie heeft deze beleidsregel enkele jaren geleden verruimd naar gemengde<br />
bedrijven in het verwevingsgebied. Dit is (nog) niet verwerkt in het gemeentelijk beleid.<br />
Voorstel:<br />
Gemengde bedrijven in het verwevingsgebied kunnen bij beëindiging van de intensieve tak<br />
deelnemen aan Rood voor rood ten behoeve van de sloop van deze landschapsontsierende<br />
bedrijfsgebouwen.<br />
De wens tot ‘ontmenging’ en toepassing van Rood voor rood is nog maar eenmaal<br />
voorgekomen in de gemeente. Mogelijk heeft dat te maken met de regel dat er geen nieuwe<br />
bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht. Voor een gemiddeld agrarisch bedrijf is dat geen<br />
reëel scenario om de toekomst in te gaan. Ook is het lastig de compensatiewoning een plek te<br />
geven in verband met een vaste afstand van 50 meter tot de bedrijfsgebouwen waar een<br />
milieuvergunning op rust. Het kan hooguit interessant zijn in de trapsgewijze afbouw van een<br />
agrarisch bedrijf of voor bedrijven die specialiseren in een bepaalde tak binnen de bestaande<br />
bedrijfsgebouwen.<br />
<strong>Gemeente</strong> Deventer is van plan te onderzoeken of de hoeveelheid te slopen m2 die boven de<br />
850 m2 uitkomen wel mogen worden teruggebouwd bij ontmenging. Hiermee is de ruimtelijke<br />
kwaliteit gediend én het agrarisch bedrijf. Omdat de wens tot ‘ontmenging’ maar zeer beperkt<br />
voorkomt in gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> is het voorstel hier niet bij aan te sluiten.<br />
3.3 Ruimtelijke kwaliteit<br />
3.3.1 Verbetering ruimtelijke kwaliteit<br />
Op dit moment kan nog weinig gezegd worden over het bereiken van het doel ‘verbeteren van de<br />
ruimtelijke kwaliteit. Daarvoor is het nog te vroeg, er is nog geen enkel plan helemaal uitgevoerd.<br />
Wel is en wordt een behoorlijk aantal vierkante meters aan bedrijfsgebouwen gesloopt binnen de<br />
afgesloten Rood voor rood overeenkomsten, namelijk circa 8.000 m2. Of dit ook daadwerkelijk<br />
een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit oplevert, kan je pas beoordelen als het<br />
inrichtingsplan uitgevoerd is en het liefst een vijftal jaar heeft gehad om te groeien en de<br />
compensatiewoning is gebouwd. In de bijlage staat wel een overzicht van de situatie voor<br />
toepassing van Rood voor rood en de situatie na uitvoering (soms op basis van foto’s, soms op<br />
basis van schetsen).<br />
In de Rood voor roodovereenkomst staat een passage over de termijn waarbinnen het<br />
inrichtingsplan moet zijn uitgevoerd (art. 7 lid 16). Dit is 48 maanden na de onherroepelijke<br />
goedkeuring van de herziening van het bestemmingsplan die de bouw van de<br />
(compensatie)woning mogelijk maakt dan wel het onherroepelijk van kracht worden van de<br />
bouwvergunning van de woning.<br />
Deze termijn is erg lang in relatie tot de sloop van de bedrijfsgebouwen en de bouw van de<br />
woning. Het is niet duidelijk waar deze termijn op gebaseerd is. De termijn kan verkort worden<br />
naar 12 maanden. De initiatiefnemer heeft dan voldoende tijd om de werkzaamheden te<br />
verrichten (rekening houdend met plantseizoen).<br />
Voorstel:<br />
In de Rood voor roodovereenkomst de termijn waarbinnen het inrichtingsplan uitgevoerd moet<br />
zijn, verkorten naar 12 maanden.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 11 van 19
3.3.2 Voorbeelden<br />
Het hoofddoel van de Rood voor rood regeling is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit.<br />
Ruimtelijke kwaliteit is echter een heel breed begrip, waar een ieder zijn of haar eigen ideeën bij<br />
kan hebben. In de praktijk blijkt het zinvol om goede voorbeelden aan initiatiefnemers te laten<br />
zien. Het begrip ‘verbeteren van ruimtelijke kwaliteit’ wordt daarmee concreter gemaakt. Het<br />
tonen van voorbeelden van erven en gebouwen (architectuur) brengt de initiatiefnemer ook op<br />
ideeën waar daarvoor niet aan gedacht werd. In het kader van het Landschapsontwikkelingsplan<br />
(LOP) wordt een inspiratieboek voor Salland samengesteld welke hiervoor kan dienen.<br />
Voorstel:<br />
Duidelijker communiceren van goede voorbeelden aan de hand van documentatie en<br />
voorbeelden in de praktijk.<br />
3.3.3 Ervenconsulent<br />
De ervenconsulent is een deskundige (landschapsarchitect) van Het Oversticht die advies geeft<br />
over de inrichting van erven in hun omgeving. Het advies kan gaan over een opgesteld<br />
inrichtingsplan. Ook kan de ervenconsulent aan het begin van het traject meedenken over de<br />
uitgangspunten voor het inrichtingsplan. Dit laatste heeft de voorkeur bij meer erven met een<br />
meer complexe opgave, bijvoorbeeld als er historische gebouwen aanwezig zijn of als het erf in<br />
een landschappelijk kwetsbaar gebied ligt zoals de landgoederenzone bij <strong>Olst</strong>.<br />
De ervaringen met de ervenconsulent is vanuit de gemeente positief. De ervenconsulent denkt<br />
mee in oplossingsrichtingen voor het specifieke erf. Ook kan de ervenconsulent de<br />
initiatiefnemer enthousiast maken voor bepaalde verbeteringen voor de ruimtelijke kwaliteit.<br />
De initiatiefnemer ziet niet altijd de meerwaarde, deze heeft immers ook al een adviseur in de<br />
hand genomen op het gebied van landschappelijke inrichting. Omdat de kosten beperkt zijn en<br />
het sterk wordt aanbevolen door de gemeente, wordt meestal wel advies ingewonnen bij de<br />
ervenconsulent.<br />
De kosten voor de inschakeling van de ervenconsulent kan de initiatiefnemer verrekenen in het<br />
financiële overzicht in de Rood voor rood overeenkomst. Nadeel hiervan is dat de gemeente<br />
enkel kan aanbevelen de ervenconsulent in te schakelen. En dat terwijl er vanuit de gemeente<br />
ook een duidelijke meerwaarde is, het leidt vaak tot betere plannen. Taak aan de gemeente om<br />
de intiatiefnemer te overtuigen van de meerwaarde. Ook levert gezamenlijke afstemming aan het<br />
begin van het traject over de uitgangspunten voor de inrichtingsschets met daarin de<br />
compensatiekavel later in het proces tijdswinst op.<br />
Ook de ervenconsulent is positief over de samenwerking. Positief is dat de gemeentelijke<br />
contactpersoon ook aanwezig is bij het erfbezoek, dit gebeurt bij andere gemeenten niet altijd en<br />
is belangrijk voor de gezamenlijke koersbepaling. De timing (begin van het traject) is ook goed.<br />
De ervenconsulent is te spreken over de reactiesnelheid van de gemeente op de conceptadviezen.<br />
Het definitieve advies kan dan opgesteld worden en de initiatiefnemer kan dan snel<br />
weer verder.<br />
Aandachtspunt is de terugkoppeling naar de ervenconsulent wat er met de erfadviezen gedaan<br />
wordt. Zowel vanuit de gemeente als vanuit de ervenconsulent wordt hier in de toekomst meer<br />
aandacht aan besteedt. Zo wordt geleerd uit de opgedane ervaringen.<br />
3.3.4 Relatie met bouwplan compensatiewoning<br />
Op het moment wordt over het algemeen het inrichtingsplan voor de kavel en het bouwplan<br />
voor de woning gescheiden van elkaar opgesteld. Voor het totaalbeeld van de te bereiken<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 12 van 19
verbetering van de ruimtelijke kwaliteit is het echter wenselijk dat de compensatiekavel en de<br />
(voormalige agrarische bedrijfs-)woning goed op elkaar aansluiten. Indien de (compensatie-<br />
)woning wordt gebouwd bij de voormalige bedrijfswoning vormen deze woningen idealiter<br />
samen een cluster en een architectonisch en stedenbouwkundig geheel.<br />
Als de plannen tegelijkertijd ontwikkeld worden, is het van belang voor een goede afstemming te<br />
zorgen tussen inrichtingsplan en bouwplan. Welstandscommissie, ervenconsulent,<br />
contactpersoon Rood voor rood, contactpersoon voor de bouwvergunning en uiteraard de<br />
initiatiefnemer met haar/zijn adviseur zijn partijen daarin.<br />
Voorstel:<br />
De contactpersoon voor Rood voor rood neemt het initiatief voor afstemming van het<br />
inrichtingsplan en het bouwplan. Hij/zij vraagt in een vroeg planstadium de initiatiefnemer naar<br />
de ideeën voor de te bouwen woning.<br />
Als de bouwkavel pas verkocht wordt als het inrichtingsplan (sloop en aanleg groen)<br />
gerealiseerd is, kan bovenstaande werkwijze niet gevolgd worden. Wel kan de ervenconsulent in<br />
het advies in samenspraak met de rayonarchitect, lid van de Welstandscommissie en tevens<br />
werkzaam bij Het Oversticht, richtlijnen meegeven voor de beeldkwaliteit van de woning. Wat<br />
vervolgens rest bij verkoop van de compensatiekavel en bouw van de woning, is de toetsing van<br />
het bouwplan aan de Welstandsnota. De Welstandsnota sluit niet helemaal aan bij situatie waar<br />
Rood voor rood wordt toegepast. De bouw van de woning maakt onderdeel uit van de<br />
herontwikkeling van een erf. Het is aan te bevelen een paragraaf in de Welstandsnota op te<br />
nemen over Rood voor rood. Zo kan in een later stadium nog gestuurd worden op het bouwplan<br />
voor de compensatiewoning in relatie tot het inrichtingsplan voor Rood voor rood.<br />
Voorstel:<br />
Paragraaf opnemen over Rood voor rood in de welstandsnota teneinde het bouwplan te<br />
kunnen toetsen binnen de kaders van Rood voor rood.<br />
In de beginfase van Rood voor rood projecten deze bespreken met de rayonarchitect, lid van<br />
de Welstandscommissie.<br />
3.4 Financiële consequenties<br />
3.4.1 Taxatie compensatiekavel<br />
Veel discussie vindt plaats over de taxatie van de compensatiekavel. Deze taxatie vormt één van<br />
de basiswaarden voor de totale berekening van Rood voor rood. De werkwijze is dat de taxatie<br />
van de initiatiefnemer beoordeeld wordt door het cluster grondzaken. Bij twijfel over de waarde,<br />
laat de gemeente een tegentaxatie uitvoeren. Het is al meerdere malen voorgekomen dat deze<br />
taxatie beduidend hoger lag. Er is vervolgens overleg geweest met de taxateurs die door de<br />
initiatiefnemers zijn ingeschakeld, wat heeft geleid tot bijstelling van de taxatie. Door een goede<br />
communicatie over de randvoorwaarden ten aanzien van de taxatie wordt in de toekomst<br />
verwacht dat er minder discussie plaatsvindt over de taxatie.<br />
Een andere mogelijke werkwijze is het hanteren van een standaardbedrag of het zelf laten<br />
uitvoeren van taxaties.<br />
De provincie is bij het opstellen van het Rood voor rood beleid (een aantal jaar geleden)<br />
uitgegaan van ongeveer € 200.000 voor een bouwkavel van 1.000 m2 met de bouwmogelijkheid<br />
van een woning met een maximale inhoud van 750 m3 en een bijgebouw met een oppervlakte<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 13 van 19
van maximaal 75 m2. Sommige gemeenten hanteren een standaardbedrag van € 200.000.<br />
Andere gemeenten laten de taxatie altijd uitvoeren door de Dienst Landelijk Gebied (DLG). De<br />
kosten hiervoor zijn voor de initiatiefnemer.<br />
De ligging van de bouwkavel kan behoorlijk uitmaken voor de taxatie van de bouwkavel. De<br />
factor tijd speelt natuurlijk ook een rol. Daarom is het beter de bouwkavels individueel te laten<br />
taxeren op het moment dat toepassing van Rood voor rood aan de orde is. Het is niet wenselijk<br />
dat de gemeente standaard de rol van de initiatiefnemer overneemt wat betreft het laten<br />
uitvoeren van de taxatie. Het is een illusie te denken dat er dan geen discussie over de taxatie<br />
plaats zal vinden. Daarom is het voorstel om de huidige werkwijze te handhaven.<br />
3.4.2 Sloopkosten<br />
In de provinciale evaluatie van het Rood voor rood beleid is geconstateerd dat het regelmatig<br />
voorkomt dat de werkelijke sloopkosten hoger liggen dan de vaste sloopvergoeding van € 25 per<br />
m2. Soms is dat reden voor de initiatiefnemer om niet deel te nemen aan Rood voor rood.<br />
De provincie biedt gemeenten daarom de mogelijkheid in het beleid uit te gaan van de werkelijke<br />
sloopkosten in plaats van de vaste sloopvergoeding per m2.<br />
In de praktijk is de vaste sloopvergoeding niet toereikend als er sprake is van een grote<br />
hoeveelheid te verwijderen asbest (bijna altijd als dakbedekking, maar soms ook in wanden of in<br />
de bodem), het moeten opvullen met grond van voormalige kelders en het slopen van<br />
gierkelders zonder gebouw waardoor deze niet meetellen in de berekening van het aantal m2. In<br />
de huidige werkwijze wordt de oplossing gezocht in het opvoeren van kosten ten behoeve van de<br />
verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.<br />
Het komt vrijwel niet voor de werkelijke sloopkosten lager uitvallen dan de vaste<br />
sloopvergoeding.<br />
Voor de werkbaarheid van de regeling is het voorstel te blijven werken met de vaste<br />
sloopvergoeding. Indien aanvragers met een aantal offertes voor een reële inschatting van de<br />
sloopkosten, kunnen aantonen dat de kosten hoger liggen, wordt uitgegaan van de werkelijke<br />
sloopkosten (laagste offerte). Het maatwerk voor asbestsanering en opvullen met grond behoort<br />
hiermee dan niet meer tot de mogelijkheden.<br />
Voorstel:<br />
Uit blijven gaan van de vaste sloopvergoeding per m2, tenzij aanvragers met een taxatie van de<br />
sloopkosten kunnen aantonen dat de vaste vergoeding te laag is.<br />
3.4.3 Overige kosten<br />
Het is belangrijk om aan alle initiatiefnemers dezelfde randvoorwaarden mee te geven wat<br />
betreft de op te voeren kosten. Als je dit niet doet is er sprake van ongelijke behandeling en<br />
eventueel willekeur. Het idee is dat de kosten een reële weergave vormen van de werkelijke<br />
kosten die gemoeid zijn bij de realisatie van een Rood voor roodproject. Daarnaast is een<br />
afweging of kosten enkel bijdragen aan private wensen of een algemeen belang dienen<br />
(verbetering van de ruimtelijke kwaliteit).<br />
In onderstaande tabel staat een overzicht van de in het kader van Rood voor rood op te voeren<br />
kosten (naast sloopkosten en 30% van de gecorrigeerde vervangingswaarde) met daarbij de<br />
voorgestelde handelingswijze.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 14 van 19
Kostenpost<br />
Op te Maximumbedrag<br />
voeren?<br />
Bouwrijp maken kavel ja max. € 10.000 , anders op basis van<br />
offerte<br />
Waarde (agrarische) ondergrond ja<br />
op basis van taxatie<br />
bouwkavel<br />
(Erf)beplanting ja geen maximum<br />
Natuurontwikkeling ja geen maximum, indien buiten reguliere<br />
subsidiëring<br />
Poelen ja enkel indien noodzaak ter plaatse, geen<br />
maximum bedrag<br />
Aanleg gras ja enkel op sloopplaats<br />
Bemesting<br />
nee<br />
Afrastering<br />
ja<br />
Poorten, landhekken<br />
nee<br />
Opengestelde recreatieve paden ja<br />
geen maximum<br />
(inclusief evt. toegangspoorten)<br />
Erfverharding<br />
nee<br />
Sierbestrating<br />
nee<br />
(Sier)tuininrichting<br />
nee<br />
Herstel karakteristieke schuren ja max. € 50.000<br />
Herstel karakteristiek hoofdgebouw ja max. € 50.000<br />
Herbouw schuur in streekeigen stijl ja alleen meerkosten ten opzichte van een<br />
standaardschuur, max. € 20.000<br />
Onderhoud groen<br />
nee<br />
Onderhoud karakteristieke<br />
nee<br />
gebouwen<br />
Asbestverwijdering ja Alleen als niet passend binnen<br />
standaard norm € 25 /m2, geen<br />
maximum, werkelijke kosten op basis<br />
van offertes<br />
Opvullen kelders met grond ja Alleen als niet passend binnen<br />
standaard norm € 25 /m2, geen<br />
maximum, werkelijke kosten op basis<br />
van offertes<br />
Advieskosten Rood voor rood ja geen maximum, werkelijke kosten<br />
Directiekosten uitvoering<br />
inrichtingsplan<br />
ja<br />
maximaal 15% van uitvoeringskosten<br />
inrichtingsplan<br />
Advieskosten eventuele<br />
nee<br />
bedrijfsbeëindiging<br />
Onderzoeken (flora- en fauna, ja<br />
geen maximum, werkelijke kosten.<br />
bodem, akoestisch)<br />
Leges planologische procedure, ja<br />
geen maximum, werkelijke kosten.<br />
sloopvergunning,<br />
aanlegvergunning.<br />
Leges bouwvergunning<br />
nee<br />
Post onvoorzien<br />
nee<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 15 van 19
Voorstel:<br />
Lijst met op te voeren kosten in het kader van Rood voor rood communiceren met<br />
initiatiefnemers.<br />
3.4.4 Landschapsfonds<br />
In de loop van 2009 zal een landschapsfonds voor Salland worden opgericht. <strong>Gemeente</strong> <strong>Olst</strong>-<br />
<strong>Wijhe</strong>, Raalte en Deventer werken daarin samen. Binnen Rood voor rood projecten is er<br />
regelmatig een bedrag ‘over’ voor investeringen in de ruimtelijke kwaliteit die niet ter plaatse<br />
ingezet kunnen worden. Dit bedrag wordt dan in het landschapsfonds gestort. Dit geld wordt<br />
gelabeld, zodat het geïnvesteerd kan worden binnen gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>.<br />
Het is logisch deze bedragen in te zetten voor projecten gerelateerd aan de doelstelling van de<br />
Rood voor rood regeling: verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied. En dan<br />
in aanleg en herstel van landschapselementen en eventueel karakteristieke gebouwen, zoals de<br />
aanplant van hoogstamboomgaarden en houtwallen of het herstel van hooibergen. Beheer en<br />
onderhoud maakt geen onderdeel uit van de Rood voor rood regeling, voor besteding van<br />
resterende gelden via het landschapsfonds is die doelstelling daarom minder prioritair.<br />
Er kan ook voor gekozen worden een soort sloopfonds in te richten. Wanneer het niet mogelijk is<br />
een compensatiekavel te realiseren daar waar gesloopt wordt, is het vaak lastig een geschikte<br />
compensatiekavel te vinden op een in het beleid beschreven locatie. Het sloopfonds kan een<br />
oplossing bieden. De sloop wordt dan niet gefinancierd uit een compensatiekavel, maar uit het<br />
sloopfonds (gevuld door Rood voor rood projecten). In de praktijk komt het niet vaak voor dat<br />
een compensatiekavel niet ter plaatse gerealiseerd kan worden. Meestal spelen private<br />
overwegingen een rol (vermindering privacy). <strong>Gemeente</strong> Deventer heeft ervaring met een<br />
sloopfonds. De ervaring is dat er afgelopen jaren geen gebruik van is gemaakt.<br />
Het voorstel is dan ook om op dit moment geen sloopfonds in het leven te roepen.<br />
Voorstel:<br />
Het bestuur van het landschapsfonds laten bepalen in welke concrete aanleg<br />
en/of herstelprojecten de middelen vanuit de Rood voor rood projecten besteed worden.<br />
3.4.5 Privaatrechtelijke overeenkomst Rood voor rood<br />
Met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Grondexploitatiewet (GrexW) zijn er meer<br />
mogelijkheden gekomen voor kostenverhaal. Dit betekent dat de gemeente bepaalde kosten kan<br />
verrekenen met de initiatiefnemer en dit vastleggen in een anterieure overeenkomst. Kosten zijn<br />
onder andere de kosten voor het gemeentelijk apparaat en gebruik van zogenaamde bovenwijkse<br />
voorzieningen. In de Nota bovenwijkse voorzieningen die door de raad is vastgesteld op 15<br />
september 2008 is aan dit laatste verder invulling gegeven. Rood voor roodprojecten vallen<br />
buiten de werkingssfeer van de Nota bovenwijkse voorzieningen. De projecten zijn daarvoor te<br />
kleinschalig.<br />
Wel kan de privaatrechtelijke overeenkomst die gesloten wordt in het kader van Rood voor rood<br />
gezien worden als anterieure overeenkomst onder de Grex waarbij onder andere de kosten voor<br />
het gemeentelijk apparaat verrekend worden.<br />
Er is al een aantal aanpassingen in de overeenkomst doorgevoerd. Wel is het nog belangrijk hier<br />
nader aandacht aan te besteden zodat de overeenkomst op een juiste wijze juridisch verankerd<br />
is, en het risico dat claims worden ingediend wegens onverschuldigde betaling (en dus de<br />
bedragen ten behoeve van het landschapsfonds teruggestort moeten worden) zo klein mogelijk<br />
is.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 16 van 19
3.5 <strong>Gemeente</strong>lijke organisatie<br />
3.5.1 Afstemming binnen gemeente<br />
Verschillende vakgroepen zijn betrokken bij de afhandeling van een Rood voor roodaanvraag<br />
(milieu, geluid, groen, sloop- en bouwvergunningverlening, welstand, handhaving). De<br />
contactpersoon moet zorgen voor een goede afstemming tussen de verschillende vakgroepen<br />
zodanig dat de initiatiefnemer één helder verhaal krijgt. Ieder behoudt de eigen<br />
verantwoordelijkheid over haar of zijn vakgebied. De contactpersoon zorgt voor de advisering<br />
richting het bestuur.<br />
De interne afstemming kan beter. Ad hoc worden de verschillende specialisten geraadpleegd.<br />
Ook horen zij niet terug wat de uitkomsten zijn.<br />
Om meer betrokkenheid bij het hele traject te verkrijgen is het aan te raden een aantal keer per<br />
jaar een overleg te hebben waarin de stand van zaken van de lopende en nieuwe Rood voor rood<br />
projecten aan de orde komt.<br />
Voorstel:<br />
De contactpersoon Rood voor rood plant een driemaandelijks overleg in met de verschillende te<br />
betrekken specialisten binnen de gemeente om de stand van zaken van de Rood voor rood<br />
projecten door te nemen.<br />
3.5.2 Afstemmen met andere plannen<br />
De Rood voor rood plannen worden getoetst aan het gemeentelijk beleid. Dit zijn onder ander<br />
de bestemmingsplannen, Nota van Uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan<br />
buitengebied, landschapsontwikkelingsplan (LOP) en de milieuwetgeving (geluid, geur).<br />
In de woonvisie is rekening gehouden met de woningen die in het kader van Rood voor rood<br />
gerealiseerd worden in het buitengebied.<br />
De lijnen tussen de verschillende vakgroepen en binnen de vakgroep zijn kort, dat draagt bij aan<br />
een goede afstemming met andere gemeentelijke plannen.<br />
3.5.3 Handhaving<br />
Bij de uitvoering van de Rood voor rood overeenkomsten zijn er verschillende<br />
handhavingsmomenten, namelijk (uit Rood voor rood overeenkomst):<br />
eerst sloop dan pas bouw van de compensatiekavel (artikel 6, lid 4);<br />
uitvoeren van investeringen in ruimtelijke kwaliteit binnen 48 maanden of 24 maanden<br />
<br />
(na doorvoering van bovenstaand voorstel) (artikel 7 lid 16;<br />
in stand houden van de investeringen in ruimtelijke kwaliteit zowel kwantitatief als<br />
kwalitatief voor onbepaalde tijd (artikel 6 lid 6).<br />
Het betreft handhavingstaken die niet een directe wettelijke grondslag hebben zoals het<br />
bestemmingsplan (toelatingsplanologie) maar die gebaseerd zijn op privaatrechtelijke afspraken<br />
(ontwikkelingsplanologie).<br />
Handhaving is nog niet aan de orde geweest omdat pas recentelijk overeenkomsten zijn<br />
afgesloten.<br />
Afgesproken is met de vakgroep Vergunningen en Handhaving dat na het sluiten van een Rood<br />
voor rood overeenkomst, deze overeenkomst met het inrichtingsplan naar de vakgroep worden<br />
gezonden. De handhaver zorgt vervolgens voor registratie zodat deze handhavingstaken ingebed<br />
worden in de reguliere handhavingstaken.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 17 van 19
3.5.4 Procedure<br />
Rood voor rood projecten passen op dit moment niet rechtstreeks in het bestemmingsplan. Om<br />
deze projecten toch planologisch mogelijk te maken, werd bij bouwaanvragen ingediend voor 1<br />
juli 2008 een vrijstellingsprocedure volgens artikel 19.2 onder de Wet op de Ruimtelijke<br />
Ordening gevolgd.<br />
Vanaf 1 juli 2008 is de wetgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening gewijzigd. Rood voor<br />
roodprojecten worden planologisch mogelijk gemaakt worden via de wettelijk vereiste procedure<br />
volgens artikel 3.10 Wet ruimtelijke ordening (Wro), het zogenaamde projectbesluit.<br />
Nieuw is dat het niet meer noodzakelijk is een bouwaanvraag in te dienen om een projectbesluit<br />
te nemen. De initiatiefnemer kan kiezen. Als er al een concreet bouwplan is, kunnen de<br />
procedures (ten behoeve van projectbesluit en bouwvergunning) parallel doorlopen worden. Dit<br />
levert tijdswinst op. Als er nog geen concreet bouwplan is, kan de procedure om een<br />
projectbesluit doorlopen worden op basis van het inrichtingsplan. De initiatiefnemer dient dan<br />
aan te geven op welke locatie het bouwblok voor de woning precies gewenst is, met de<br />
afgesproken maten.<br />
De procedure neemt ongeveer een half jaar in beslag (indien er geen zienswijzen en bezwaren<br />
worden ingediend). Voor initiatiefnemers is dit een lange tijd. Bij het realiseren van een nieuwe<br />
woning in het buitengebied is het echter belangrijk zorgvuldig om te gaan met het planologisch<br />
proces en ruimte te bieden voor inspraak.<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong> stelt samen met gemeenten Deventer en Raalte een nieuw<br />
bestemmingsplan buitengebied op. Naast een actualisatie van de bestemmingen wordt ook<br />
nieuw beleid hierin een plek gegeven. Zo ook het Rood voor rood beleid.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 18 van 19
4. Conclusie<br />
De toepassing van de Rood voor rood regeling is goed op stoom in gemeente <strong>Olst</strong>-<strong>Wijhe</strong>. Na<br />
een periode van planvorming en het doorlopen van de planologische procedures worden nu de<br />
eerste resultaten zichtbaar. Of de regeling ook daadwerkelijk bijdraagt aan het verbeteren van de<br />
ruimtelijke kwaliteit (het hoofddoel van de regeling) is nog moeilijk te zeggen. Daarvoor is het<br />
nog te vroeg, er is nog geen enkel plan helemaal uitgevoerd.<br />
De verwachting is dat nog lange tijd schuren zonder vervolgfunctie beschikbaar zullen komen in<br />
de gemeente. Daarmee is de verwachting dat er interesse blijft bestaan voor deelname aan de<br />
Rood voor rood regeling. Gezien de - over het algemeen - positieve ervaringen met de regeling,<br />
ligt het voor de hand deze nog voort te zetten.<br />
Wel kunnen op basis van de opgedane ervaringen een aantal aanpassingen in het beleid<br />
doorgevoerd worden. Dit betreft zowel ruimtelijke als financiële aspecten. De regeling wordt zo<br />
helderder, initiatiefnemers weten beter waar ze aan toe zijn. Communicatie over de regeling en<br />
binnen initiatieven is een belangrijk voortdurend aandachtspunt.<br />
Ook is er ervaring opgedaan in de interne gemeentelijke organisatie met het<br />
ontwikkelingsgericht denken (ontwikkelingsplanologie). Daar is van geleerd en deze notitie bevat<br />
een aantal voorstellen om de zaken intern beter te organiseren.<br />
De in deze evaluatie genoemde voorstellen worden verwerkt in de beleidsnotitie ‘VAB: Rood voor<br />
rood’ waarna deze door de gemeenteraad wordt vastgesteld. In de herziening van het<br />
bestemmingsplan buitengebied krijgt het Rood voor rood beleid een plek.<br />
Beleidsevaluatie Rood voor rood 19 van 19