Download - Gemeente Olst-Wijhe

88 Zienswijzen
61.
Samenvatting
Deze zienswijze heeft betrekking op Elshofweg 9 en reclamant heeft de volgende opmerkingen
over dit perceel.
1. Reclamant heeft een zeugenbedrijf op de locatie Elshofweg 9. De geldende milieuvergunning
d.d. 18 augustus 2009 staat het houden van 130 kraamzeugen, 520 guste en
dragende zeugen, 2.340 gespeende biggen 46 opfokzeugen, 1 dekbeer en 3.217 vleesvarkens
toe. Feitelijk worden nog niet alle dieren gehouden omdat één van de stallen
voor vleesvarkens nog niet is gerealiseerd, waarvoor zowel de bouw- als de milieuvergunning
is verleend. In het ontwerpbestemmingsplan heeft het perceel vele aanduidingen
en dubbelbestemmingen. Dit oerwoud leidt tot onnodige administratieve rompslomp
en onduidelijkheid. Reclamant verzoekt daarom het plan te vereenvoudigen.
2. Reclamanten hebben het bedrijf overgenomen. De voormalige eigenaar heeft tijdens de
inspraak verzocht om een vergroting van het bouwvlak tot 3 ha. Er is toegezegd dat de
3 ha zou worden toegekend. In de beantwoording wordt aangeven dat vergrotingen van
intensieve veehouderijen via buitenplanse regelingen gaan. Dit is in strijd met de wet.
Bestemmingsplannen dienen het planologisch kader te bevatten voor een planperiode
van 10 jaar. Voor intensieve veehouderijen geldt kennelijk ad hoc beleid. Ondanks de
ligging in het landbouwontwikkelingsgebied is er geen bouwblok van 2,5 ha toegekend.
3. Reclamant geeft aan dat in het ontwerpbestemmingsplan het bouwvlak te klein is,
waardoor de (nog te realiseren) stal niet geheel binnen het bouwvlak valt. Een deel van
de stal komt met een breedte van circa 8 m buiten het in het ontwerpplan geprojecteerde
bouwvlak te liggen. Wordt dit doorgezet dan komt deze stal onder het overgangsrecht
te vallen. Vaste jurisprudentie leert, dat het niet is toegestaan om bebouwing,
waarvan het niet de verwachting is dat de situatie de komende planperiode in
overeenstemming wordt gebracht met het plan, onder het overgangsrecht te brengen.
Reclamant verzoekt om, indien geen medewerking wordt verleend aan een bouwvlak
van 3 ha, in ieder geval een bouwvlak toe te kennen dat overeenkomt met de gronden
die in de omgevingsvergunning binnen de inrichtingsgrenzen liggen. Reclamant heeft
een situatieschets bijgevoegd.
Beantwoording
1. In het plan zijn door middel van dubbelbestemmingen en aanduidingen de waarden en
de te verwachten archeologische waarden beschermd. We hebben gekeken naar een
goede balans tussen bedrijfsvoering enerzijds en bescherming van de waarden anderzijds.
Sommige dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn voorgeschreven door hogere
wet- en regelgeving. Deze moeten verplicht worden opgenomen. Andere dubbelbestemmingen
zoals de essen zijn belangrijke elementen in het landschap die we willen
beschermen. Via www.ruimtelijkeplannen.nl zijn duidelijk op perceelsniveau de regels te
raadplegen. De mening dat er een oerwoud aan regelgeving is ontstaan wordt niet gedeeld.
De zienswijze is op dit punt ongegrond.
2. Het perceel ligt in het landbouwontwikkelingsgebied. Op basis van bestaand beleid is
het mogelijk om een bouwvlak toe te kennen van maximaal 2,5 ha. Het wordt echter
niet duidelijk waaruit het bouwvlak vergroot moet worden tot 3 ha. De vergroting tot
2,5 ha wordt niet door middel van dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt, maar door
middel van een aparte bestemmingsplanprocedure. Dit op basis van bestaand vastgesteld
beleid. Door middel van dit aparte bestemmingsplan worden dus rechtsgeldige kaders
geboden. Er wordt geen grond gevonden in de stelling dat dit in strijd is met de
wet en bestemmingsplannen en dat er ad hoc-beleid wordt gevoerd voor intensieve
veehouderijen. Dit omdat niet duidelijk is welke wet bedoeld wordt en omdat er vastge-
015000.15601.00 Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg