Download - Gemeente Olst-Wijhe

76 Zienswijzen
53.
Samenvatting
Deze zienswijze heeft betrekking op Wechterholt 12 en reclamant heeft de volgende opmerkingen
over dit perceel.
1. Reclamant heeft een melkveehouderijbedrijf. Het bedrijf omvat circa 135 melkkoeien,
90 stuks jongvee en 10 stuks vleesvee. Om het bedrijf toekomstbestendig te kunnen
ontwikkelen, zal er schaalvergroting moeten plaatsvinden. Dit is alleen mogelijk als het
bestemmingsplan de bouw van nieuwe gebouwen of de uitbreiding van bestaande gebouwen
toestaat. Reclamant verzoekt het bouwvlak te vergroten van 1 naar 1,5 ha. Reclamant
wenst het bedrijf in zuidelijke en oostelijke richting uit te breiden. De woning
van de buren ligt hierdoor op 70 m van de westelijke grens. Aangezien het aantal melkkoeien
en jongvee de 70 nge ruim overstijgt, komt reclamant in aanmerking voor een
bouwvlak van 1,5 ha. Reclamant heeft een kaartje bijgevoegd.
2. Reclamant geeft aan dat als de gemeente niet in kan stemmen met het primaire verzoek
het bouwperceel te vergroten, er dan wordt verzocht om vormverandering van het
bouwvlak. Reclamant geeft aan dat een deel kan worden verwijderd omdat dit deel niet
benut zal worden, omdat anders het zicht vanuit de bedrijfswoning belemmerd wordt.
Daarnaast ligt dit stuk bouwvlak zeer dicht bij de agrarische bedrijfswoning van de buren.
Door het bouwblok te verschuiven kan parallel aan de bestaande stallen een
nieuwe stal worden gebouwd. De benodigde ruimte hiervoor is 40 m (vanaf zijgevel
meest zuidelijke stal). Reclamant heeft een kaartje bijgevoegd.
3. Een agrarische bedrijfswoning mag maximaal 750 m³ bedragen. Dit is inclusief aan- en
uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. Agrarische bedrijfsgebouwen worden steeds
groter en hoger. Dit is in het bestemmingsplan ook zo aangegeven. De hoogte gaat van
10 m naar 12 m. Reclamant is van mening dat er een goede verhouding moet zijn tussen
de grootte van de woning en de grootte van de bijbehorende bedrijfsgebouwen. In
plaats van de 750 m³ moet de inhoud van de woning minimaal 1.200 m³ kunnen bedragen.
Bovendien wordt verzocht om bij de inhoudsmaat de bijgebouwen en overkappingen
niet mee te tellen. Bij de bestemming 'wonen' wordt deze regeling ook niet toegepast.
Bij een goothoogte van 3 m en een bouwhoogte van 6 m is dit maximaal
450 m³. Gezamenlijk mag bij de bestemming 'wonen' 750 + 450 = 1.200 m³ aan woning,
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gerealiseerd. Dit is bij
de agrarische woning maximaal 750 m³, waardoor er rechtsongelijkheid tussen de verschillende
woningen in het buitengebied ontstaat. Reclamant verzoekt de toegestane
inhoud voor de agrarische bedrijfswoningen aan te passen naar 1.200 m³.
Beantwoording
1. Dat er sprake is van een bedrijfsomvang van meer dan 70 nge betekent niet dat er zonder
meer een bouwvlak van 1,5 ha wordt opgenomen. Het is daarmee dus geen recht.
Ook moet worden gekeken naar de noodzaak om uit te breiden. Omdat de noodzaak
onvoldoende wordt aangetoond door bijvoorbeeld een concreet bouwplan of principeverzoek,
wordt niet ingestemd met het verzoek om het bouwvlak te vergroten tot
1,5 ha. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
2. Omdat een vergroting tot 1,5 ha niet tot de mogelijkheden behoort, is gekeken of een
wijziging van de vorm van het bouwvlak noodzakelijk en ook mogelijk is. Hierbij wordt
gekeken naar de ruimtelijke en landschappelijke aanvaardbaarheid van het verzoek.
Omdat er voldoende ruimte is binnen het bouwvlak om de bestaande stallen uit te breiden
en zelf nieuwbouw te plegen, wordt niet met het verzoek ingestemd. Dit mede gelet
op de vormverandering van het bouwvlak dat niet aan het concentratiebeginsel voldoet.
3. In relatie tot de mogelijkheden voor burgerwoningen, zijn de bouwmogelijkheden voor
agrarische bedrijfswoningen inderdaad beperkter. Dit komt voort uit de gedachte dat
015000.15601.00 Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg