Download - Gemeente Olst-Wijhe

Zienswijzen 55
38.
Samenvatting
Deze zienswijze heeft betrekking op Marledijk 31 en reclamant heeft de volgende opmerkingen
over dit perceel.
1. Reclamant geeft aan dat binnen de woonbestemming bij recht maximaal 750 m³ aan
woonruimte (woning + aan- en uitbouwen) toegestaan is en maximaal 100 m² aan
overige bijgebouwen en overkappingen. Het volume van de aanwezige karakteristieke
woning en bijgebouwen is aanzienlijk groter dan op grond van het bestemmingsplan is
toegestaan. Een aanzienlijk deel van de karakteristieke bebouwing is onder het overgangsrecht
gebracht c.q. wegbestemd. Artikel 39 bepaalt weliswaar dat de bestaande
maatvoering van gebouwen, die krachtens een omgevingsvergunning aanwezig is, is
toegelaten, maar in de laatste zin wordt hierbij een uitzondering gemaakt voor voormalige
agrarische bebouwing. Het hebben van een omgevingsvergunning voor karakteristieke
bebouwing lijkt onmogelijk, omdat dit pas een jaar geldt. Verder bestaan op grond
van het plan mogelijkheden om de toegestane 750 m³ aan woonruimte te vergroten,
maar hiervoor is een omgevingsvergunning nodig, terwijl er al een bestaande situatie is.
Ditzelfde geldt voor de mogelijkheid het oppervlak aan bijgebouwen te vergroten tot
250 m². Reclamant verzoekt het ontwerpplan op dit punt aan te passen en alle karakteristieke
bebouwing volledig positief te bestemmen.
2. Naast karakteristieke bebouwing is op het perceel van reclamant sprake van een aantal
niet als karakteristiek aan te merken voormalige agrarische bedrijfsgebouwen. Deze gebouwen
worden geheel onder het overgangsrecht gebracht. Bij sloop van deze gebouwen
mag op grond van de saneringsregeling wel 33% van de gesloopte bebouwing worden
teruggebouwd met een maximum van 850 m².
Gebouwen die onder het overgangsrecht vallen zijn legaal en mogen opgeknapt en gerenoveerd
worden mits omvang en gebruik niet veranderd. Bebouwing mag, juridisch
gezien, niet twee maal onder het overgangsrecht gebracht worden. Bij de inwerkingtreding
van een nieuw plan zullen de gebouwen die nu onder het overgangsrecht vallen,
illegaal zijn. Dit is naar mening van de reclamant in strijd met alle rechtszekerheid indien
het gaat om legale bebouwing waarvoor in het verleden een bouwvergunning is
verleend. Een saneringsregeling zoals nu in het bestemmingsplan opgenomen is op dat
moment voor deze bebouwing formeel ook niet meer mogelijk.
Vraag is of de op dat moment nog aanwezige bedrijfsbebouwing nog in aanmerking
komt voor de Ruimte-voor-Ruimteregeling.
Het wegbestemmen van (niet karakteristieke) voormalige agrarische bedrijfsgebouwen
gaat voorbij aan de inkomsten die uit deze bebouwing gehaald worden en het belang
daarvan voor het behoud c.q. de financiering van het onderhoud van karakteristieke
en/of monumentale bebouwing. Het plan gaat er ten onrechte van uit dat alle voormalige
agrarische bedrijfsbebouwing, die niet als monument of karakteristiek zijn aangemerkt,
landschapsontsierend is. Reclamant verzoekt om de niet als karakteristiek aan te
merken voormalige agrarische bedrijfsbebouwing volledig positief te bestemmen.
3. Op grond van artikel 23.2 mogen bij 'gewone' woningen in het buitengebied hobbykassen
aanwezig zijn. Reclamant verzoekt om dit ook bij voormalige agrarische bedrijfsbebouwing
toe te staan.
Adviesbureau RBOI 015000.15601.00
Rotterdam / Middelburg